NL7903962A - Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. - Google Patents

Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. Download PDF

Info

Publication number
NL7903962A
NL7903962A NL7903962A NL7903962A NL7903962A NL 7903962 A NL7903962 A NL 7903962A NL 7903962 A NL7903962 A NL 7903962A NL 7903962 A NL7903962 A NL 7903962A NL 7903962 A NL7903962 A NL 7903962A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arm
frame
coupled
coupling
carrying
Prior art date
Application number
NL7903962A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL7903962A priority Critical patent/NL7903962A/nl
Priority to GB8015686A priority patent/GB2050132B/en
Priority to DE19803018805 priority patent/DE3018805A1/de
Priority to FR8011088A priority patent/FR2457064B1/fr
Publication of NL7903962A publication Critical patent/NL7903962A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C15/00Fertiliser distributors
    • A01C15/005Undercarriages, tanks, hoppers, stirrers specially adapted for seeders or fertiliser distributors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/14Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
    • A01B63/16Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors with wheels adjustable relatively to the frame
    • A01B63/22Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors with wheels adjustable relatively to the frame operated by hydraulic or pneumatic means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fertilizing (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)

Description

» C. van der Lely E.V. te Maasland "Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal"
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, voorzien van een gestel waaraan ten minste een loopwiel is gekoppeld voor ondersteuning van de inrichting 5 en van een reservoir met ten minste een verspreidorgaan voor het verspreiden van het materiaal over of in de grond.
Een doel van de uitvinding is een inrichting van bovengenoemde soort te verbeteren. Volgens de uitvinding kan dit bereikt worden wanneer het loopwiel in hoogte-10 richting verstelbaar aan het gestel is aangebracht en met behulp van een vergrendelmeehanisme naar keuze in een van ten minste twee in hoogterichting ten opzichte van het gestel verschillende standen vastzetbaar is. Hierdoor kan de inrichting in twee standen gebruikt worden waarbij ién 1p stand een stand kan zijn waarin de inrichting het materiaal ' £ verspreidt, terwijl de andere stand gebiuikt kan worden om het reservoir te vullen. Het reservoir kan dan gevuld worden wanneer de wielen ten opzichte van het gestel in hun hoogste stand staan zodat het reservoir met de boven-20 zijde op een betrekkelijk geringe hoogte boven de grond is gelegen en het reservoir gemakkelijk is te vullen.
Een gunstig uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding wordt verkregen wanneer het loopwiel is gekoppeld met een koppelinrichting waarmede 25 de inrichting aan een de inrichting voortbewegend voertuig koppelbaar is. Op deze wijze kan de inrichting gemakkelijk voortbewogen worden. Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de koppelinrichting verbonden met het loopwiel zodanig dat bij het verstellen van het loopwiel in hoogterichting 30 ten opzichte van het gestel de koppelinrichting zodanig ten opzichte van het gestel van de inrichting wordt versteld 7S0 3 9 62 2 ./. * dat het reservoir en/of het verspreidorgaan him stand ten opzichte van het horizontale vlak behouden. In het bijzonder voor het vullen van het reservoir is het gunstig het reservoir bijv. met de bovenzijde horizontaal te kunnen 5 houden. Wanneer in de laag gelegen stand van het reservoir dit reservoir geheel gevuld is zal geen materiaal op ongewenste wijze over de bovenrand van de reservoirwanden kunnen ontwijken wanneer het loopwiel in hoogterichting wordt versteld zodanig dat het reservoir ten opzichte van 10 de bodem omhoogkomt. Tevens kan hierdoor het verspreid-orgaan steeds in de gewenste stand gehouden worden in de verschillende standen van het loopwiel ten opzichte van het reservoir.
Een eenvoudige constructie wordt verkregen 15 wanneer het loopwiel aan een draagarm is aangebracht die schamierbaar in het gestel is gelegerd en naar keuze in één van ten minste twee standen vastzetbaar is.
De constructie kan hierbij verder vereenvoudigd worden wanneer de draagarm met een verstelorgaan is ge-20 koppeld waarmede de draagarm verstelbaar ten opzichte van het gestel is. Een sterke constructie wordt verkregen wanneer de trekarm schamierbaar met het gestel is verbonden.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen van een tweetal uitvoeringsvoor-25 beelden van de inrichting volgens de uitvinding.
Pig. 1 is een zijaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding;
Pig. 2 is een vooraanzicht van de inrichting volgens fig. 1; 30- Pig. 3 geeft op vergrote schaal een gedeelte weer van het zijaanzicht volgens fig. 1;
Pig. 4 is een bovenaanzicht van een gedeelte dat in fig. 3 is weergegeven, gezien volgens de lijn IV - IV in fig. 3; 35 Pig. 5 geeft een zijaanzicht weer van een ander 790 3 9 62
<· V
3 uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding.
Het in de figuren 1-4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld heeft een gestel 1 waaraan een reservoir 5 2 is aangebracht. Het gestel 1 omvat zich in hoogterichting uitstrekkende plaats teunen 3, die met de bovenzijde zijn bevestigd aan horizontale balken 4 waarop het reservoir 2 rust. Het gestel 1 omvat een zich dwars op de voort-bewegingsrichting 13 uitstrekkende balk 5 waarvan de 10 einden zijn bevestigd aan balken, die aan weerszijden van de inrichting zijn gelegen en zich vanaf de balk 5 naar achteren uitstrekt. De balken 5 en 6 zijn aan de onderzijde van de plaatsteunen bevestigd. De balken 6 zijn nabij hun achtereinden voorzien van lagerplaten 7 waarin een draagas 15 8 is gelagerd. De bevestiging van de draagas 8 in de lagerplaten 7 is geborgd door borgplaten 9. De draagas 8 is voorzien van twee draagarmen 10 waarvan de uiteinden zijn verbonden met een wielas 11 die aan de uiteinden is voorzien van wielen 12.
2q De draagas 8 is voorzien van een lip 16 waaraan een koppelarm 17 scharnierend is gekoppeld. Het van de lip 16 afgekeerde einde van de koppelarm 17 is scharnierend verbonden met een arm 18, die vast is gekoppeld met een van een trekoog 20 voorziene trekarm 19* De vaste koppeling 25 tussen de lip 18 en de trekarm 19 wordt gevormd door een lager bus 21 waaraan zowel de lip als de trekarm 19 vast zijn bevestigd. De lagerbus 21 is aangebracht tussen lippen 22 en 23 die aan de balk 5 van het gestel 1 zijn bevestigd.
De lagerbus 21 is schamierbaar om een schamieras 24 die 30 in de lippen 22 en 23 is gelegerd. De as 24 is verder gelegerd in een steunplaat 25 die gelijk is aan de plaat 23 en boven de balk 5 uitsteekt. Aan het boveneinde van de platen 23 en 25 is door middel van een schamieras 26 een hydraulische cilinder 27 aangebracht. De zuigerstang 32 is 35 door middel van een schamieras 29 gekoppeld met een hefarm 790 3 9 62 ♦ 4 28, die vast is bevestigd aan de draagas 8, De cilinder 27 is door middel van leidingen 30 en 31 te koppelen met een de inrichting voortbewegend voertuig zoals bijv, een landbouwtrekker· 5 De beide gestelbalken 6 zijn nabij hun uit einden voorzien van lippen 36 waaraan door middel van schamierassen 37 gestelarmen 38 zijn aangebracht, een en ander zoals in fig. 4 is weergegeven voor slechts 4én zijde van de inrichting. Tussen de gestelarmen 38 is een 10 tussensteun 39 bevestigd. Aan de steun 39 is een tandwielkast 40 bevestigd waarin een zich omhoog uitstrekkende as 41 is gelegerd. De gestelarm 38 is voorzien van een gedeelte 44 dat eveneens met de tandwielkast is bevestigd. Het gedeelte 44 strekt zich langs een lip 45 uit waaraan 15 een grendelpen 46 is aangebracht, die door een opening in het gedeelte 46 is gestoken.
De as 1.41 draagt een verspreidorgaan 42 dat onder het reservoir is gelegen. Tussen het reservoir en het verspreidorgaan is een doseermechanisme 43 aangebracht 20 dat niet nader is weergegeven. Nabij de voorzijde van het verspreidorgaan is een schermplaat 47 aangebracht, die met het gestel is verbonden door bevestigingsstrippen 48 (fig. 3). De tandwielkast 40 omvat een overbrenging die met de as 41 is gekoppeld en met een horizontale as 50, die 25 naar de voorzijde buiten de tandwielkast 40 uitsteekt. De as 40 is gekoppeld met een verlengingsas 51 door middel van een kruiskoppeling 55. De as 51 is gelegerd in een lagersteun 52 en steekt nabij de balk 5 naar voren toe uit. Het vooreinde van de as 51 is door middel van een koppeling 30 54 gekoppeld met een tussenas 53 die verbonden kan worden aan de aftakas van bijv. een landbouwtrekker waaraan het trekoog 20 bevestigd kan zijn.
Voor het gebruik van de inrichting wordt deze met de trekarm 19 aan een de inrichting voortbewegend 35 voertuig gekoppeld zoals bijv. een landbouwtrekker. De 790 3 9 62 -* % 5 trekarm vormt aldus een koppelinrichting voor het koppelen van de strooiinrichting aan een voertuig· Hierbij wordt verder de tussenas 53 met de aftakas van de trekker gekoppeld, terwijl de leidingen 30 en 31 met het hydraulisch 5 mechanisme van de trekker gekoppeld worden.
De inrichting dient voor het verspreiden van materiaal, waarvoor in dit uitvoeringsvoorbeeld de inrichting is voorzien van een verspreidorgaan 42 dat via de as 53 en de overbrenging in de tandwielkast 40 in draaiing kan worden 10 gebracht. De hoeveelheid materiaal die. per tijdseenheid aan het verspreidorgaan wordt toegevoerd kan worden geregeld door het doseennechanisme 43* Hoewel in dit uitvoeringsvoorbeeld een roterend verspreidorgaan is aangebracht kunnen ook andere verspreidorganen aan de inrichting zijn •J5 aangebracht voor het verdelen van het materiaal in en/of over de grond. Bijvoorbeeld kunnen zaaipijpen of andere middelen aan de inrichting zijn aangebracht voor het verspreiden van het materiaal over of in de bodem. Het te verspreiden materiaal wordt in het reservoir 2 meegevoerd 20 en vandaar uit in de gewenste dosering naar de aanwezige verspreidorganen, zoals in dit uitvoeringsvoorbeeld het werporgaan 42 toegevoerd.
Bij het verspreiden van het materiaal zal het verspreidorgaan bij voorkeur een bepaalde stand ten op-25 zichte van de bodem innemen om het materiaal op zo gunstig mogelijke wijze over of in de bodem te verspreiden. In dit uitvoeringsvoorbeeld is het verspreidorgaan 42 bijvoorbeeld op een afstand 56 van 90 cm boven de bodem gelegen. In het bijzonder wanneer het reservoir een beirekkelijk groot 30 volume heeft zal hierbij de bovenzijde 58 van het reservoir op betrekkelijk grote afstand 57 boven de bodem liggen.
Voor het vullen van het reservoir 2 zal het gewoonlijk gunstig zijn wanneer dit zo laag mogelijk bij de bodem is gelegen. Het vullen van het reservoir kan bijv. geschieden 35 vanaf de laadbak van een transportwagen. Hiervoor zal de 790 3 9 62 ·* ♦ 6 bovenzijde 58 van het reservoir bij voorkeur op een afstand 57 boven de bodem liggen zodanig dat het reservoir gemakkelijk vanaf een ladbak gevuld kan worden. Hierom wordt de inrichting ondersteund door de wielen 12 en 5 trekarm 20 op zodanige wijze dat het reservoir over een aanzienlijke afstand kan zakken ten opzichte van de stand die in fig. 1 in getrokken lijnen is weergegeven. De wielen 12 zijn hiervoor in hoogterichting ten opzichte van het gestel 1 te verplaatsen door de draagas 8 in de lagerplaten iO 7 te verdraaien. Het reservoir 2 kan.zover zakken dat de door de lagerplaten 7 gevormde onderkant van het gestel, nabij de bodem is gelegen. Hierdoor worden de wielen 12 ten opzichte van het gestel 1 omhooggebracht, naar de stand die in fig. 1 gestippeld is weergegeven. De afstand 59 15 waarover de wielas 11 en de daaraan bevestigde wielen maximaal in hoogterichting ten opzichte van het gestel ingesteld kunnen worden, wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat de bovenzijde 58 van het reservoir zo laag aangebracht kan worden dat het reservoir gemakkelijk is te vullen 20 vanaf voertuigen of onder trechters van waaruit het reservoir gevuld kan worden en dat het verspreidorgaan 42 tot zo een hoogte boven de bodem gebracht kan worden die wenselijk is om materiaal te verspreiden.
De verdraaiing van de as 8 en daarmede van de 25 wielen 12 in de lagerplaten 7 kan bewerkstelligd worden door de hydraulische cilinder 27. Voor de beweging van de draagas 8 kan of vloeistof door de leiding 30 of door de leiding 31 in de cilinder geperst worden afhankelijk of men de wielen 12 naar boven of naar beneden wenst te draaien 30 ten opzichte van het gestel 1. In de getekende stand in fig. 1 is de stang 32 maximaal uitgeschoven uit de cilinder 27 om de wielen 12 in de laagste stand ten opzichte van het gestel 1 te houden voor een werkstand van de inrichting waarbij het werporgaan 42 op de afstand 56 boven de grond 35 is gelegen.
790 3 9 62 4 * 7
Ladien slechts de wielen in hoogterichting ten opzichte van het gestel worden versteld zal het reservoir een schuine stand gaan innemen. Deze schuine stand zal een maximaal vullen van het reservoir tegengaan.
5 Hierom is het wenselijk dat het reservoir zowel in de laagste als hoogste stand boven de bodem en standen daartussen horizontaal ligt met de bovenzijde 58. 0o2< zal een hoijsontale stand van het verspreidorgaan 42 gewoonlijk gewenst zijn. Hierom is de trekarm 19 gekoppeld met de 10 wielen 12 via de lip 18, de koppelarm 17, de lip 16 aan de draagas 8 en de armen 10. Bij de in getrokken lijnen getekende stand van de wielen 12 in fig. 1 is de trekarm 19 gefixeerd ten opzichte van het gestel in de stand die in fig. 1 is weergegeven. Hierbij ligt het trekoog 20 15 op een normale hoogte boven de grond om aan een trekker te worden gekoppeld. Bij het verstellen van de draagas 8 zal de koppelarm 17 vanwege de vaste verbinding met de lip 16 gaan bewegen en de lip 18 om de as 24 verdraaien.
Hierdoor zal door middel van de vaste bevestiging van de 20 üp 1S door middel van de lager bus 21 aan de trekarm 19, de trekarm 19 omhoog gaan bewegen, zodanig dat de beweging van de arm 19 synchroon loopt met de beweging van de amen 10, een en ander zodanig dat de bovenzijde 58 van het reservoir 2 horizontaal blijft. 3n de in fig. 1 weer-25 gegeven gestippelde stand van de wielen 12 zal de trekarm 18 in de weergegeven gestippelde stand staan. De afstand 60 van het trekoog 20 in de laagst getekende stand tot in de gestippelde stand is gelijk aan de afstand 59»
Door het losnemen van de pennen 46 zijn de 30 draagannen 38 met de gedeelten 44 verdraaibaar om de as 37.
Hierdoor kan het werporgaan 42 ten opzichte van het reservoir 2 naar beneden gebracht worden. Het dos eer orgaan 43 is dan tussen het reservoir en het werporgaan 42 vandaan te nemen. Dit is van belang voor het schoonmaken van de 35 verschillende onderdelen van de inrichting.
7903962 8
Hoewel in dit uitvoeringsvoorbeeld de wielen 12 in twee standen getekend zijn, welke de maximale en minimale hoogte aangeven van de wielen ten opzichte van het reservoir is het ook mogelijk de cilinder 27 zodanig 5 uit te voeren dat de wielen in een tussenstand gezet kunnen worden. Op deze wijze is de hoogte van het werporgaan 42 hoven de grond in te stellen. Het is ook mogelijk de inrichting zodanig uit te voeren dat de wielen 12 nog verder kunnen zakken ten opzichte van het gestel dan in 10 dit uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven. Hierdoor kan het werporgaan 42 dan nog verder boven de grond komen te liggen, bijv. op een hoogte van 120 cm. Dit kan bijv. van nut zijn wanneer kunstmest uitgestrooid moet worden boven de grond wanneer het gewas reeds een bepaalde hoogte boven de grond 15 heeft. De verstelinrichting 27 vormt tevens een vergrendel-inrichting waarmede de wielen 12 en de trekarm 19 naar keuze in één van twee of meer standen vastgehouden kunnen worden ten opzichte van het gestel 1. Ook kunnen andere grendelinrichtinéPgekozen worden om de wielen 12 en de 20 verstelarm 19 in de verschillende hoogtes tanden t.o.v. het gestel te kunnen vastzetten. Hoewel dit niet in dit uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven kan de arm 19 eventueel verstelbaar zijn ten opzichte van de lager bus 21 zodanig dat de trekarm naar keuze in één van twee of meer standen 25 ten opzichte van de lager bus gezet kan worden. Dit kan van belang zijn om de hoogte van het trekoog 20 boven de grond te kunnen instellen voor bijv. bepaalde typen voertuigen waaraan de inrichting aangebracht kan worden.
Het in fig. 5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, 30 dat meer schematisch is aangegeven en beschreven zal worden omvat een gestel 65 waaraan een reservoir 66 is aangebracht. Onder het reservoir is een verspreidorgaan 67 aangebracht dat is gekoppeld met overbrengingen in de tandwielkast 68, die is gekoppeld met een tussenas 69. De inrichting wordt 35 ondersteund door wielen 70 aan een wielas 71» De wielas 71 790 3 9 62 A »
O
is verbonden met aan weerszijden van de inrichting aangebrachte draagarmen 72. Ten minste een draagarm 72 bestaat uit een/ËSek met elkaar Insluitende armen 74 en 75 die door middel van een plaat 76 vast met elkaar zijn 5 gekoppeld, De draagarm 72 is voorzien van een lip 77 die scharnierend is gekoppeld met een hydraulische cilinder 78 die om een schamieras 79 verdraaibaar aan het gestel 1 is aangebracht, haast de ondersteuning door de wielen 70 is de inrichting nog ondersteund door een trekarm 82, die ΊΟ met sen trekoog 83 aan een de inrichting voortbewegend voertuig gekoppeld kan worden. De trekarm 82 is door middel van een scharnieras 84 scharnierend gekoppeld met de arm 75 van de draagarm 72. De trekarm Q2 is voorzien van een steunplaat 85 waarvan het boveneinde 85 vork-vormig •J5 is uitgevoerd. Tussen de benen van dit vorkvormige gedeelte 86 is een tuimelarm 88 scharnierend aangebracht om een scharnieras 87, die is bevestigd in de benen van het vork-vomige gedeelte 86. De tuimelarm is voorzien van een onderrol 89 en een bovenrol 90. Tussen de rollen 89 en 90 20 is eeu geleidingsstang 91 aangebracht die vast is bevestigd met het gestel 65 van de inrichting.
De inrichting volgens dit uitvoeringsvoorbeeld dient evenals het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig.
1-4 voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig 25 materiaal, in het bijzonder kunstmest met behulp van het werporgaan 67· Hiervoor kan de inrichting met het trekoog 83 aan een trekleer aangebracht worden waarbij de tussenas 69 met de af takas van de trekker wordt gekoppeld.
ITiet-nader weergegeven leidingen aan de hydraulische cilin- 30 der 78 kunnen met het hydraulische mechanisme van de trekleer gekoppeld worden. Door, uitgaande van de stand zoals in fig. 5 is weergegeven, de hydraulische cilinder 78 zodanig te beïnvloeden dat de cilinderstang 94 uit de cilinder 78 'wordt gedrukt zal de draagarm 72 verdraaien om de 35 schamieras 73. De draagarmen 72 aan weerszijden van de inrichting 790 3 9 62 0 ? 10 zullen hierbij zoals in fig, 5 gezien, linksom om de schamieras 73 gaan verdraaien zodat de wielen 70 in de stand gebracht kunnen worden die gestippeld in de fig. 5 is weergegeven. Met de wielen in de gestippelde stand 5 kan het reservoir aanzienlijk zakken ten opzichte van de grond zodat de bovenzijde van het reservoir lager komt te liggen en gemakkelijker gevuld kan worden.
Om kantelen van het reservoir tijdens het bewegen van de wielen 70 met de draagarm 72 09 de schar-Ί0 nieras 73 te voorkomen is de trekarm 82 zodanig aangebracht dat deze synchroon met de beweging van de draagarmen 72 om de schamieras 84 beweegt in de richting volgens de pijl 95, zodanig dat wanneer de wielen 70 over de afstand 92 ten opzichte van het gestel zijn bewogen het trekoog 83 15 over afstand 93 beweegt, die gelijk is aan de afstand 92.
Op deze wijze wordt het reservoir in de horizontale stand gehouden. De beweging van de trekarm 82 synchroon met de draaiing van de arm 72 wordt verkregen doordat de schamieras 84 met de arm 72 om de schamieras 73 beweegt waardoor 2q de steun 85, die vast is bevestigd met de trekarm 82, langs de geleidingsarm 91 beweegt en de trekarm 82 om de as 84 verdraait. De geleidingsarm 91 heeft hierbij een vaste stand in het gestel om de gewenste geleiding van de trekarm 82 te kunnen bereiken. De stand van de arm 91 en de 25 vorm daarvan worden zodanig gekozen dat bij elke stand van de wielen 70 de arm 82 met het trekoog 83 een stand heeft die een horizontale stand van het reservoir en het werp-orgaan 67 waarborgt. Afhankelijk van de ligging van de schamieras 84, de lengte van de arm 82 en de plaats Van 30 de steun 85 zal de geleidingsarm 91 een bepaalde vorm en ligging in het gestel hebben die de gewenste geleiding voor de trekarm 82 geeft. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de arm 91 praktisch recht, doch de arm kan ook meer of minder gekromd zijn met de kromming naar beneden of naar 35 boven afhankelijk van de maatvoeringen van de verschillende onderdelen.
7903962 «- * 11
Evenals in liet voorgaande uitvoeringsvoorbeeld kan de cilinder 78 zodanig gekozen worden dat allerlei tussenstanden tussen de uiterste standen van de draag-armen 72 met de wielen 70 bereikt kunnen worden en kunnen 5 worden vergrendeld.
Hoewel in de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden de loop«vielen in hoogterichting beweegbaar t.o.v. het gestel zijn door het aanbrengen van de loopwielen aan scharnier baar in het gestel aangebrachte draagarmen is het Ί0 ook mogelijk de loopwielen op andere wijze in hoogterich- ting beweegbaar in het gestel aan te brengen. De loopwielen kunnen bijvoorbeeld aan in hoogterichting verschuifbaar in het gestel aangebrachte steunen zijn aangebracht. Hierbij zullen de steunen dan door aen verstel- en vergrendel-15 mechanisme ten opzichte van het gestel bevlogen en naar keuze in ten minste êên. van ten minste twee verschillende hoogtestanden vastgezet kunnen worden.
De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat hiervoor is beschreven en in de conclusies is weergegeven, 20 doch strekt zich ook uit tot datgene wat uit de tekeningen blijkt en in details daarvan is weergegeven, doch niet is beschreven.
Conclusies 7803962

Claims (31)

1. Inrichting voor liet verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, voorzien van een gestel, waaraan ten minste lln loopwiel is gekoppeld voor ondersteuning van de inrichting en van een reservoir met ten minste êên 5 verspreidorgaan voor het verspreiden van het materiaal over of in de grond, met'het kenmerk, dat het loopwiel in hoogte-richting verstelbaar aan het gestel is aangebracht en met behulp van een vergrendelmechanisme naar keuze in êên van ten minste twee in hoogterichting ten opzichte van het ge-10 stel verschillende standen vastzetbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het loopwiel is gekoppeld met een koppelinrichting, waarmede de inrichting aan een.'.de inrichting voortbewegend voertuig koppelbaar is.
5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de koppelinrichting is verbonden met het loopwiel, zodanig dat bij het verstellen van het loopwiel in hoogterichting ten opzichte van het gestel, de koppelinrichting zodanig ten opzichte van het gestel van de inrichting wordt 20 versteld, dat het reservoir en/of het verspreidorgaan hun stand ten opzichte van het horizontale vlak behouden.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of met het kenmerk dat de koppelinrichting een trekarm omvat, die in hoogterichting verstelbaar aan het gestel is aangebracht. 25 5· Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de trekarm scharnierbaar met het gestel is verbonden.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het iopwiel aan een draagarm is aangebracht, die scharnierbaar in het gestel is gelegerd 50 en naar keuze in êên van ten minste twee standen vastzetbaar is.
7· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, ...... met het kenmerk, dat de draagarm met een verstelorgaan is gekoppeld, waarmede de draagarm verstelbaar ten opzichte 7903 9 62 van het gestel is·
8- Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verstelorgaan een vergrendelme-chanisme omvat, waarmede de draagarm naar keuze in êln van 5 tenminste twee verschillende standen vastzetbaar is.
9· Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat het verstelorgaan een hydraulisch mechanisme omvat, waarmede de verstelling en/of vergrendeling van de draagarm bewerkstelligd kan worden.
10. Inrichting volgens een der voogaande conclusies, met het kenmerk, dat het vergrendelmechanisme zodanig is dat daarmede het loopwiel naar keuze in -één van ten minste drie in hoogterichting ten opzichte van het gestel verschillende standen vastzetbaar is.
11. Inrichting volgens een der conclusies 7 - 10, met het kenmerk, dat het verstelorgaan een in lengterichting veranderbaar verstelorgaan is, dat met ëên einde met het gestel is verbonden en met het andere einde met de draagarm.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de draagarm aan een draagas is aan gebracht, die zich dwars op de lengterichting van de inrichting uitstrekt en in het gestel is gelegerd.
15- Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van twee aan weerszijden van 25 de inrichting aangebrachte loopwielen, die gezamenlijk ver stelbaar in hoogterichting ten opzichte van het gestel zijn aangebracht.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de draagas is voorzien van een lipvormige hefarm 50 die is gekoppeld met het verstelorgaan.
15. Inrichting volgens conclusie 12, 15 of 14, met het kenmerk, dat de draagas door middel van een lipvormige hefarm is gekoppeld met een koppelarm die is gekoppeld met de trekarm.
16. Inrichting volgens conclusie 155 met het kenmerk, 79039 62 dat de koppelarm is gekoppeld met een hefboom die vast is bevestigd met de trekarm.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de hefboom en de trekarm beide zijn aangebracht aan een 5 scharnierbaar in het gestel bevestigde draagbus.
18. Inrichting volgens een der conclusies 15 - 17? met het kenmerk, dat de trekarm is aangebracht aan een gestel-balk nabij de onderzijde van het gestel.
19. Inrichting volgens eencfer conclusies 1-11, met het 10 kenmerk, dat een draagarm scharnierbaar aan êên zijde van de inrichting is aangebracht.
20. Inrichting volgens conclusie 19» met het kenmerk, dat aan weerszijden van de inrichting een draagarm scharnierend aan de inrichting is aangebracht, welke draagarmen 15 met een wielas zijn gekoppeld, die aan weerszijden van de inrichting van ten minste êên loopwiel is voorzien.
21. Inrichting volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de draagarm twee een hoek met elkaar insluitende verstelarmen omvat, die vast met elkaar zijn gekoppeld en 20 gezamenlijk om een scharnieras in het gestel van de inrich ting verdraaibaar zijn.
22. Inrichting volgens conclusie 19» 20 of 21, met het kenmerk, dat de koppelinrichting is aangebracht aan de draagarm.
25. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de koppelinrichting een trekarm omvat die scharnierend met de draagarm is verbonden.
24. Inrichting volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat de trekarm beweegbaar is gekoppeld met een vast 30 aan het gestel van de inrichting aangebrachtegeleiding.
25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, met het kenmerk dat de trekarm is voorzien van een arm die ten minste êën steun heeft, die langs de geleiding beweegbaar is.
26. Inrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, 35 dat de steun een rol omvat. 7903962
27. Inrichting volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de steun van een tuimelarm is voorzien aan de uiteinden waarvan rollen zijn aangebracht die aan tegenover elkaar gelegen zijden van de geleiding zijn gelegen.
28. Inrichting volgens een der conclusies 1-5? met het kenmerk, dat het loopwiel in hoogt er ichting verschuifbaar aan het gestel is aangebracnt.
29· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een ΊΟ verspreidorgaan dat onder het resavoir is gelegen en in de hoogste stand van het wiel ten opzichte van het gestel lager ligt dan de bovenzijde van het wiel.
50. Inrichting volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat het verspreidrgaan scharnierbaar aan het gestel is Ί5 aangebracht.
51. Inrichting volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk, dat het verspreidorgaan een om een zich in hoogterich-ting uitstrekkende as verdraaibaar werporgaan is, dat is gekoppeld met aandrijf middel en die van een koppeling zijn voor- 20 zien voor het koppelen van de aandrijfmiddelen met een aftak-as van een de inrichting voorbewegend voertuig.
52. Inrichting zoals hier voor is beschreven en in de tekeningen weergegeven. 79039 62
NL7903962A 1979-05-21 1979-05-21 Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. NL7903962A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7903962A NL7903962A (nl) 1979-05-21 1979-05-21 Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
GB8015686A GB2050132B (en) 1979-05-21 1980-05-12 Spreader
DE19803018805 DE3018805A1 (de) 1979-05-21 1980-05-16 Streugeraet zum ausstreuen von koernigem und/oder pulverigem gut
FR8011088A FR2457064B1 (fr) 1979-05-21 1980-05-19 Epandeur de matiere granuleuse ou pulverulente

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7903962 1979-05-21
NL7903962A NL7903962A (nl) 1979-05-21 1979-05-21 Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7903962A true NL7903962A (nl) 1980-11-25

Family

ID=19833215

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7903962A NL7903962A (nl) 1979-05-21 1979-05-21 Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3018805A1 (nl)
FR (1) FR2457064B1 (nl)
GB (1) GB2050132B (nl)
NL (1) NL7903962A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8401620A (nl) * 1984-05-21 1985-12-16 Lely Nv C Van Der Inrichting en werkwijze voor het over een oppervlak verspreiden van materiaal.
GB8703483D0 (en) * 1987-02-14 1987-03-18 Rutherford W D Wheeled chassis structure
DE10142533A1 (de) * 2001-08-30 2003-04-30 Amazonen Werke Dreyer H Gezogene landwirtschaftliche Verteilmaschine

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2874879A (en) * 1957-04-05 1959-02-24 Ebenhard S Gandrud Machine for spreading granular material and means for adjusting the height thereof
US3777823A (en) * 1971-04-12 1973-12-11 A Holfeld Agricultural impelement trailers
GB1472785A (en) * 1973-09-03 1977-05-04 Amazonen Werke Dreyer H Spreader
US4108249A (en) * 1977-07-01 1978-08-22 Chromalloy Farm And Industrial Equipment Co. Agricultural implement with constant frame attitude maintaining mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
GB2050132A (en) 1981-01-07
DE3018805C2 (nl) 1987-07-02
DE3018805A1 (de) 1980-11-27
FR2457064B1 (fr) 1985-07-05
FR2457064A1 (fr) 1980-12-19
GB2050132B (en) 1982-12-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPS592241B2 (ja) 回転ハロ−
NL8204705A (nl) Grondbewerkingsrol.
NL7903962A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
EP0406939B1 (en) Apparatus for closing the upper part of a trench provided in pasture-land or farmland
NL8204382A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8302688A (nl) Landbouwinrichting, in het bijzonder een inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8601148A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel en/of poedervormig materiaal.
NL1005026C1 (nl) Landbouwmachine.
NL7907081A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0273513B1 (en) An agricultural machine
NL8201807A (nl) Aanbouwbok voor driepuntshefinrichting van een trekker.
NL8602430A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8401700A (nl) Inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal en werkwijze voor het gebruik van de inrichting.
NL192594C (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine.
NL9100572A (nl) Landbouwmachine.
NL192364C (nl) Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine.
NL9101330A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL1007092C2 (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
NL8204359A (nl) Trekker, in het bijzonder voor landbouwdoeleinden.
EP0719495A1 (en) Harvesting device
FR2731134A1 (fr) Semoir a tremie unique
NL8702328A (nl) Landbouwmachine.
NL8401306A (nl) Landbouwmachine.
NL8500978A (nl) Inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable