NL8200791A - Aminoacridine-alfa, beta-(d)- of (l)-n-glycoside-derivaten, zouten ervan, een werkwijze ter bereiding van dergelijke verbindingen, alsmede farmaceutische preparaten. - Google Patents

Aminoacridine-alfa, beta-(d)- of (l)-n-glycoside-derivaten, zouten ervan, een werkwijze ter bereiding van dergelijke verbindingen, alsmede farmaceutische preparaten. Download PDF

Info

Publication number
NL8200791A
NL8200791A NL8200791A NL8200791A NL8200791A NL 8200791 A NL8200791 A NL 8200791A NL 8200791 A NL8200791 A NL 8200791A NL 8200791 A NL8200791 A NL 8200791A NL 8200791 A NL8200791 A NL 8200791A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
amino
acridine
group
compounds
general formula
Prior art date
Application number
NL8200791A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Biogal Gyogyszergyar
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Biogal Gyogyszergyar filed Critical Biogal Gyogyszergyar
Publication of NL8200791A publication Critical patent/NL8200791A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07HSUGARS; DERIVATIVES THEREOF; NUCLEOSIDES; NUCLEOTIDES; NUCLEIC ACIDS
    • C07H17/00Compounds containing heterocyclic radicals directly attached to hetero atoms of saccharide radicals
    • C07H17/02Heterocyclic radicals containing only nitrogen as ring hetero atoms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P35/00Antineoplastic agents

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Genetics & Genomics (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Saccharide Compounds (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)

Description

** * N.0. 30.900 1
Aminoacridine-α,3-(D)- of -(L)-N-glycoside-derivaten, zouten ervan, een werkwijze ter bereiding van dergelijke verbindingen, alsmede farmaceutische preparaten.__
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op nieuwe acridine-α,β-(ϋ)- of -(L)-N-glycoside-derivaten, zouten ervan en een nieuwe, chemisch originele werkwijze ter bereiding van dergelijke verbindingen.
De nieuwe verbindingen komen overeen met de algemene formule l, waarin 5 R waterstof of een groep met de algemene formule 2 voorstelt, waarin R^· waterstof of de methylgroep en R^ waterstof of een suikerrest voorstellen, en de beide substituenten X gelijk of verschillend· zijn en waterstof, een groep met de alge-10 mene formule 2 of een halogeenatoom, alkylgroep met 1 tot 4 koolstof-atomen, alkoxygroep met 1 tot 4 koolstofatomen, nitro-, cyaan-, carbo-methoxy-, carbamoyl-, fenyl- of alkyl (met 1 tot 4 koolstofatomen) fe-nylgroep voorstellen, met dien verstande, dat van de substituenten R, X en X ten minste een 15 de groep met formule 2 met R^ * suikerrest voorstelt, en waterstof of een alkylgroep met 1 tot 5 koolstofatomen voorstelt.
De in de groep (II) mogelijke suikerresten zijn de volgende: D-glucosyl-, D-galactosyl-, D-mannosyl-, D-xylosyl-, D- en L-arabino-20 syl-, D-ribosyl-, 6-desoxy-D-glucosyl-, 6-desoxy-D-galactosyl-, L-ram-nosyl-, 2-desoxy-D-arabinosyl-, 2-aceetamido-2-desoxy-D-glucosyl~, dau-nosaminyl-, maltosyl-, cellobiosyl-, lactosyl-, genciobiosyl- of laminaribiosyl-groep.
Uit de vakliteratuur is bekend, dat de belangrijkste en interes-25 santste acridinederivaten de aminoacridinen zijn* De aandacht, die aan de aminoacridinen geschonken wordt, is niet alleen daarop terug te voeren, dat zij een breed spectrum van fysische en chemische eigenschappen tonen als elke andere acridinegroep, maar ook daarop, dat de meeste van de acridinegeneesmiddelen en- kleurstoffen tot deze groep behoren 30 (A.Albert, The Acridines, 2e druk, Arnold, London; Acheson, R.M.
(ed.)/1973/. ACRIDINES 2e druk, J. Wiley and Sons Inc. New York; A.
Albert: Selective Toxicity, 5e druk, Chapman and Hall, London 1973; A.
Nasim en T. Brychy: Genetic Effects of Acridine Compounds, Mutation Research 65_, (1979) 261-268; Quinacridine and Other Acridines in Anti-35 biotics vol. Ill, 203-233, Springer-Verlag Berlin).
Bekend zijn bijvoorbeeld de beide aminoacridinen proflavine (3,6- 8200791 I » 2 diamino-acridine) en acriflavine (3,6-diamino-10-methylacridine, 10-me thylpro flavine), die een bepaalde antimicrobiële werking laten zien.
Uit het Britse octrooischrift 1.093.847 zijn l-nitro-9-dialkylami-noalkyl-acridinen bekend. Zij worden door condensatie van het 1-nitro-5 9-chlooracridine met het overeenkomstige dialkylaminoalkylamine bereid. Ook uit het Britse octrooischrift 1.528.723 en het Amerikaanse octrooischrift 4.150.231 zijn op de 9-plaats gesubstitueerde aminoacridinen met farmacologische werking bekend.
De uit deze litertauur bekende verbindingen zijn toxisch en niet 10 stabiel, in water bevattend milieu ontleden zij tot het biologisch inactieve 1-nitroacridon. Nadelig is voorts, dat de oplossingen van de verbindingen een pH-waarde van ongeveer 4 bezitten, wat bij -toediening als injectie op de injectieplaats ontstekingen kan teweeg brengen. De verbindingen hebben voorts ook op het spijsverteringskanaal negatieve 15 werkingen, bijvoorbeeld tegenzin en braken.
Doel van de uitvinding was farmacologisch werkzame aminoacridinen te vinden, waarvan de eigenschappen gunstiger zijn. Verrassenderwijze werd nu gevonden, dat de nieuwe aminoacridine-glycosiden met de algemene formule 1 waardevolle farmacologische eigenschappen hebben en door 20 de inbouw van de suikergroep in het molecuul met betrekking tot de eigenschappen volledig van de uitgangsverbindingen afwijken.
Voor de bereiding an N-glycosiden zijn uit de literatuur talrijke werkwijzen bekend. Het bleek echter, dat geen van de bekende werkwijzen voor de bereiding van de verbindingen met de algemene formule 1 ge-25 schikt was. Volgens de smeltmethode van WEYGAND (F. Weygand: Chem. Ber. 72 (1939) 1663; 73 (1940) 1239 alsmede de KOENIGS-KNORR-reactie (W. Koenigs, E. Knorr: Chem. Ber. 34 (1901) 957 waren de verbindingen in het geheel niet verkrijgbaar. Volgens de methode van PIGMAN (L.Rosen, J.W.Woods, W.Pigman: J. Org. Chem. 22, (19957)1727 verliep de reactie 30 buitengewoon langzaam en de overige uit de literatuur bekende werkwijzen (bijvoorbeeld R. Kuhn, Chem. Ber. 68, (1935) 1765; 69_ (1940) R. Bognar, P. Nanasi. Nature 171, (1953) 475, M.Frerejacqu, Compt. Rend. 202, (1936) 1190 gaven reactiemengsels met ongewenste bijprodukten, hetgeen de isolering van het glycoside bemoeilijkte en het rendement 35 zeer verslechterde.
De aminoacridine-α,S-(D)- of -(L)-N-gkycosidederivaten met de algemene formule 1, waarin de betekenis van R, R^ en X dezelfde is zoals hiervoor, worden volgens de uitvinding bereid, doordat verbindingen met de algemene formule 3, waarin 40 Z een amino-, methylamino- of dimethylaminogroep of waterstof 8200791 # ï 3 voorstelt, de hiervoor vermelde betekenissen heeft en de beide susbtituenten Y gelijk of verschillend zijn en waterstof, amino-, methylamino, 5 diemthylamino, halogeen, alkyl- of alkoxy met 1 tot 4 koolstofatomen, nitro-, cyaan-, carbomethoxy-, carbamoyl-, fenyl- of alkyl (met 1 tot 4 koolstofatomen) fenyl voorstellen, met dien verstande, dat van de substitenten Z, Y en Y ten minste een een vrije of monogesubstitueerde aminogroep voorstelt, of zuuradditie-10 zouten ervan in een water bevattend polair oplosmiddel met hexosen, pentosen, desoxy-, desoxyamino-, N-acetylhexosen, -pentosen en/of N-ge-methyleerde aminosuikers omzet, het reactieprodukt isoleert, eventueel de suikerrest acetyleert, eventueel de mono-, di- en triglycosiden van elkaar scheidt, eventueel de monoglycosiden op de beschreven wijze tot 15 di- of triglycosiden omzet en uit de verkregen verbindingen met de algemene formule 1 desgewenst zouten vormt.
Het is verrassend dat de verbindingen met de algemene formule 1 met een rendement van 90 % op de voorafgaande wijze bereid kunnen worden, nadat alle bekende glycosidebereidingsmethoden niet tot succes 20 voerden. Daarom dient de beschreven werkwijze, die eenvoudig en economisch is en voor de bereiding ^an glycosiden tot dusverre nog niet werd toegepast, als nieuw en chemisch origineel gekenmerkt te worden. Verrassend is voorts, dat met de werkwijze volgens de uitvinding ook gelijktijdig verschillende suikerresten in het acridinemolecuul gebracht 25 kunnen worden.
Het is doelmatig de omzetting bij aanwezigheid van een zure katalysator uit te voeren. Als zure katalysator is bijvoorbeeld zoutzuur geschikt. De omzetting wordt in het algemeen bij 20-95°C uitgevoerd.
Als reactiemilieu is water bevattend aceton bijzonder geschikt geble-30 ken.
De reactieprodukten worden op een op zichzelf bekende wijze afgescheiden en gezuiverd. Voor de zuivering worden de produkten gewassen, eventueel herkrlstalliseerd en aan een kolomchromatografische behandeling opnderworpen. Voor de chormatografie past men bij voorkeur kiezel-35 gel toe en elueert men met een mengsel van aceton en ammoniak.
De inbouw van de suikergroep in het aminoacridinemolecuul verandert de eigenschappen ervan op niet voorziene wijze. Zo zijn bijvoorbeeld 3,6-diaminoacridine en 3,6-diamino-10-methylacridine in concentraties van 50u/ml tegen microörganismen (Bacillus subtills, Salmonella 40 typhymurium, Proteus vulgaris, Escherichia coli, Shigella flexneri 8200791 * <3 4 enz.) werkzaam, terwijl het diglucoside van het 3,6-diaminoacridine ook in concentraties van 500μ/ιη1 tegen de genoemde microörganismen zonder werking is. Omgekeerd zijn de amlnoacridinen tegen schimmel zonder werking, terwijl het diglucoside van het 3,6-diamino-10-methylacridine 5 bijvoorbeeld tegen Aspergillus funigatus en Aspergillus niger werkzaam is.
Zoals uit de literatuur bekend is wordt de groei van de Ehrlich ascites tumor door 3,6-diamino-10-methylacridine geremd (Schümelfelder c.s., Z. Krebsforsch. 83 (1959) 129). Het diglucoside van deze verbin-10 ding remt niet alleen de ontwikkeling van de Ehrlich tumor, maar verhindert zelfs zijn vorming (proefdieren: muizen en ratten) en wijkt bovendien in zoverre positief van de uitgangsverbinding af, dat het diglucoside in geschikte dosis (6,25 mg/kg - 12,5 mg/kg intraperitoneaal) de toestand van het dier ook conditioneel verbetert, d.w.z. de tumor 15 terugdringt.
Door de inbouw van een of meer suikerresten wordt ook de toxiciteit van de verbindingen gunstig beïnvloed. De resultaten van bij CFLP-muizen (vrouwelijk) uitgevoerde toxiciteitsmetingen (Litchfield, J.T. en Wilcoxon F.: J. Pharmacol. 9£, (1949) 99 zijn in de volgende 20 tabel samengevat.
LD50 (mg/kg) _i.p._i.v._ 3.6- diaminoacridine 84 65 25 3,6-diaminoacridinedlglucoside 280 87 3.6- diamino-10-methylacridine 60 14 3.6- diamino-10-methylacridinediglucoside 210_37
Tenslotte is uit de literatuur bekend, dat de acridineverbindingen 30 acriflavine en proflavine in de tweede wereldoorlog voor het desinfecteren van wonden gebruikt werden (Hawking, F.: Lancet J^, (1943) 710, üngar J. en Robinson, F.A.: J. Pharmacol. Exp. Ther. 80, (1944) 217, Albert A.: The Acridines, 2e druk, Arnold, London (1966). Zoals echter ook bleek verlangzaamden de verbindingen de genezing van de wond en 35 veroorzaakten ook weefselnecrosen. De diglucosiden van de genoemde verbindingen veroorzaakten echter (proef met vrouwelijke CFY-ratten) geen orgaanspecifieke weefselveranderingen. De verbindingen werden intraperitoneaal toegediend. In de weefsels van de nakomelingen van de behandelde ratten kon noch macroscopisch noch microscopisch (JE0L JEM 100 B 40 elektronenmicroscoop) een orgaanspecifieke verandering aangetoond wor- 8200791
e A
5 den. Daaruit kan geconcludeerd worden, dat de verbindingen geen terato-gene werking hebben.
Uit de literatuur is ook bekend, dat de verbindingen proflavine en acriflavine bij bepaalde objecten mutatie teweeg kunnen brengen. Zoals 5 met de proef van P.Mollet en I.Szabad (Mutation Research 51, (1978) 293-296) bij Drosophila melanogaster kon worden vastgesteld hebben de verbindingen volgens de uitvinding geen mutagene werking.
Zoals uit de voorafgaande uiteenzettingen blijkt, zijn de acridi-ne-N-glycosiden volgens de uitvinding vrij van die onaangename eigen-'10 schappen, die voor de geen suikerresten bevattende uitgangsverbindingen kenmerkend zijn. De verbindingen volgens de uitvinding zijn tengevolge van hun antigezwelwerking als therapeuticum tegen gezwelziekten geschikt .
Een proef met het carcinoom volgens Ehrlich wordt met telkens 50 15 muizen als proefgroep en als controlegroep uitgevoerd. De dieren werden met telkens 5x10^ cellen van de Ascites tumor volgens Ehrlich intra-peritoneaal geïnfecteerd. Op de eerste, tweede en derde dag na de infectie werd de helft van de muizen met 12,5 mg/kg 10-methylproflavine-diglycoside behandeld. De resultaten zijn in de volgende tabel samenge-20 vat.
Verandering van het lichaamsgewicht Overlevingsduur in g op de gemiddeld (d) _7e_12e_21e dag__ 25 controle +8,1 +19,0 - 13,2 behandeld +1,2 +2,0 +2,6 40,0 x) 1) Op de 40ste dag waren nog alle behandelde dieren in leven, de waar-30 neming werd afgebroken.
Voorbeeld I
3,6-Di-(8-D-glucopyranosylamino)-acridine
In een rondbodemkolf met een inhoud van 3 liter, die van een te-rugvloeikoeler en roerder is voorzien, worden 66,0 g (0,33 mol) D-glu-35 cose-monohydraat en 36,9 g (0,15 mol) 3,6-diaminoacridine-hydrochloride onder krachtig roeren in een mengsel van 1350 ml aceton en 150 ml water gesuspendeerd. De suspensie wordt op 45°C verwarmd en vervolgens worden 10 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd· Na ongeveer 5 minuten roeren wordt de oplossing doorzichtig, na nog eens 2-3 minuten begint het pro-40 dukt zich af te scheiden. Het reactiemengsel wordt 1 uur lang in een 8200791 4 6 ijswaterbad gebracht, daarna wordt het neerslag afgezogen. Het neerslag wordt in 250 ml water opgelost en de oplossing wordt met 2 liter aceton geroerd. Het vlokkige neerslag wordt afgescheiden, eerst met 200 ml ethylacetaat en daarna met 100 ml ether gewassen en tenslotte onder een 5 verminderde druk gedroogd. Deze herkristallisatie wordt nog tweemaal herhaald. 70,0 g (87,5 Z) produkt worden verkregen.
Smeltpunt: 190-195°C; [aj * -145,8° (c = 0,75, dimethylformamide)
D
DLC: kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck) en als loop-10 vloeistof aceton en ammoniumhydroxide in de verhouding 65:35 - Rf » 0,41.
Analyse voor C25H31O10N3 (M a 533,27) berekend: G 56,26 Z ïï 5,86 % N 7,88 Z
gevonden: C 55,42 % H 5,69 % N 8,01 Z
15 Voorbeeld II
3-Amino-6-g-glucopyranosyl-amino-acridine
De volgens voorbeeld I van neerslag afgescheiden vloeibare fase bevat naast niet omgezet uitgangsmateriaal en weinig diglucoside ook het monoglucoside. De oplossing wordt onder verminderde druk ingedampt. 20 Van de verkregen 15 g indampresidu worden 3 g op een met 300 g kiezelgel G gevulde kolom met een diameter van 7 cm en een hoogte van 25 cm gebracht en er wordt met een in de verhouding 65:35 bereid mengsel van aceton en ammoniumhydroxide geëlueerd. Er worden fracties van elk 10 ml opgevangen, waarvan de samenstelling volgens dunne-laag-chromatografie 25 wordt gecontroleerd. Daartoe wordt hetzelfde oplosmiddelmengsel toegepast als voor de kolomchromatografie. De fracties, die het monoglycosi-de bevatten, worden verenigd en onder verminderde druk gedroogd. Het residu wordt met 50 ml ethylacetaat verwerkt en vervolgens gefiltreerd.
30 Opbrengst: 1,25 g; smeltpunt: 190°C; [a] ** -95,3°
D
(c = 0,55, dimethylformamide) DLC: kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), loopvloeistof: aceton en ammoniumhydroxide in de verhouding 35 65:35 - Rf = 0,79.
Analyse voor C19H21O5N3 (M a 371,19) berekend: C 61,42 Z H 5,70 Z N 11,32 Z
gevonden: C 60,95 Z H 5,60 Z N 15,05 Z
Voorbeeld III
40 3,6-Di-(g-D-galactopyranosyl-amino)-acridine 8200791 7
In een rondbodemkolf met een inhoud van 3 liter, die van een te-rugvloeikoeler en een roerder is voorzien, worden onder roeren 60,0 g (0,33 mol) D-galactose en 36,9 g (0,15 mol) 3,6-diamino-acridinehydro-chloride in een mengsel van 1350 ml ethanol en 150 ml water gesuspen-5 deerd. De suspensie wordt onder roeren op 70eC verwarmd en 7,5 ml geconcentreerd zoutzuur worden toegevoegd. De door een vlokkig neerslag langzaam troebel wordende oplossing wordt bij de aangegeven temperatuur nog 2 uren lang geroerd en vervolgens 16 uren in een ijskast (+4°C) ger* bracht. De vloeibare fase wordt afgescheiden en het residu wordt in 150 10 ml water opgelost. De oplossing laat men onder voortdurend roeren in 3 liter ethanol stromen, die 5 Z water bevat. Het vlokkig neerslaande neerslag wordt afgefiltreerd en gedroogd. De herkristallisat'ie wordt op de beschreven wijze tweemaal herhaald.
Opbrengst; 60,5 g (75,6 %), smeltpunt; 200°G, [a] -25,4°
D
15 (c = 0,31, dimethylformamide) DLC: kiezelgel 60 F 254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), loopvloeistof: aceton en ammoniumhyrdroxide in de verhouding 7:3 - Rf - 0,33.
20 Analyse voor C25H31O10N3 (M 3 533,27)
berekend : C 56,26 Z H 5,86 Z N 7,88 Z
gevonden ; C 55,49 % H 5,69 % N 7,96 %.
Voorbeeld IV
3,6-Di-(2>,3*,4*,6'-tetra-O-acetyl-a-D-galacto-pyranosyl-amino)-25 acridine (acetylering achteraf) 60,0 g van het volgens voorbeeld III verkregen 3,6-di-(8-D-galac-topyranosylamino)acridine worden in een mengsel van 600 ml pyridine en 600 ml azijnzuuranhydride gesuspendeerd. Het reactiemengsel wordt bij kamertemperatuur 18 uren lang geroerd en daarna onder een verminderde 30 druk (1,6 kPa) op een volume va 150 ml ingedampt. Dit restvolume wordt in 600 g ijswater gegoten. Van het zich goed afzettende, echter slecht filtreerbare, poederachtige neerslag wordt de vloeibare fase afgegoten. Het neerslag wordt in 1 liter dichloormethaan opgelost. De oplossing wordt met telkens 150 ml water driemaal uitgeschud, op natriumsulfaat 35 gedroogd en daarna onder verminderde druk ingedampt. Het indampresidu wordt onder verwarmen tot teruglvoeikoeling in 200 ml ethanol opgelost. Bij het afkoelen op kamertemperatuur worden 8,0 g (8,2 Z) stof in de vorm van lange, naaldvormige kristallen afgescheiden. Deze worden nog tweemaal uit ethanol herkristalliseerd.
8200791 8
Smeltpunt: 115°C; [α] +73,6° (c= 1,25, chloroform)
D
DLC : kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck) loopvloeistof: dichloormethaan en aceton in de verhouding 5 7:3 - Rf * 0,62.
Analyse voor C41H47O13N3 (M s 869,51) berekend : C 56,66 % H 5,45 % N 4,83 % gevonden: C 55,92 % H 5,36 % N 4,96 %.
Voorbeeld V
10 3,6-Di-(2' ,3^41 .ó^tetra-O-acetyl-S-D-galactopyranosyl-amlno)- acridine
De moederloog, waaruit het produkt volgens het voorbeeld IV voor de eerste maal kristalliseerde, wordt tot een volume van 75 ml ingedampt. De oplossing wordt in de koelkast geplaatst. Na 8 uren bewaren 15 zijn kleine naaldvormige kristallen afgescheiden. Deze worden afgefiltreerd en gedroogd. 35,0 g (35,8 %) produkt wworden verkregen.
Smeltpunt: 195°C, [a] * -20,3° (c * 1,48 chloroform)
D
DLC: kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck) 20 loopvloeistof dichloormethaan en aceton in de verhouding 7:3 - Rf - 0,56.
Analyse voor C41H47OL3N3 (M = 869,51) berekend : C 56,66 % H 5,45 % N 4,83 % gevonden : C 56,08 % H 5,29 % N 4,68 %.
25 Voorbeeld VI
3,6-Di-(q-L-ramnopyranosyl-amino)-acridine 2,46 g (10“2 mol) 3,6-diamino-acridine-hydrochloride en 4,9 g (2,2xl0"2 mol) L-ramnose-monohydraat worden in een mengsel van 10 ml water en 90 ml ethanol gesuspendeerd. Het reactiemengsel wordt inten-30 sief geroerd en op 70°C verwarmd. Na toevoeging van 0,5 ml geconcentreerd zoutzuur wordt het mengsel nog 90 minuten lang bij de aangegeven temperatuur geroerd, waarbij glanzende, vlokkige kristallen afgescheiden worden. Men laat het mengsel 12 uren lang bij kamertemperatuur staan en filtreert vervolgens. 3,6 g (71,8 %) produkt worden verkregen. 35 Dit wordt in de oplossing van 0,5 ml geconcentreerd zoutzuur in 120 ml water opgelost en de oplossing wordt aan 240 ml ethanol druppelsgewijze toegevoegd· Het verkregen neerslag wordt afgefiltreerd en gedroogd.
Smeltpunt: 185°C, [a] = -145° (c = 1,25, dimethylfdormamide);
D
40 DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle Art. 5562, Merck), 8200791 9 loopvloeistof aceton en ammoniumhydroxide in de verhouding 85:15 - Rf - 0,21.
Analyse voor 025^3108^3(^ * 501,27)
Berekend: C 59,93% H 6,23% N 8,39% 5 Gevonden: C 60,19% H 6,35% N 8,26%
Voorbeeld VII
3.6- Di-(a-D-ribopyranosyl-amino)-acridine -2 2.46 g (10 mol) 3,6-diamino-acridine-hydrochloride en 3,3 g -2 (2,2x10 mol) D-ribose werden onder roeren in een mengsel van 10 90 ml aceton en 10 ml water gesuspendeerd. Aan de op 45°C verwarmde suspensie wordt 0,5 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd. Na 2-3 minuten is een doorzichtige oplossing gevormd en na nog eens 4-5 minuten begint het neerslag te ontstaan. 25 Minuten na de toevoeging van zuur wordt de vloeibare fase afgescheiden, wordt het neerslag in 20 ml water 15 opgelost en wordt de oplossing in 200 ml aceton gegoten. Deze herkris-tallisatie wordt nog tweemaal herhaald. Het produkt wordt gefiltreerd en gedroogd.
Opbrengst: 2,5 g (52,8%), smeltpunt: 180-190°C.
[a] = +141° (c ** 1,20, dimethylformamide)
D
20 DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), loopvloeistof aceton en ammoniumhydroxide in de verhouding 75:25 - Rf » 0,43.
Analyse voor C23H270gN3 (M « 584,02) 25 Berekend: C 58,32% H 5,75% N 8,88%
Gevonden: C 57,90% H 5,89% N 8,56%.
Voorbeeld VIII
3.6- Di-( f}-lactopyranosyl-amino)-acridine -2 2.46 g (10 mol) 3,6-diamino-acridine en 7,92 g -2 30 (2,2x10 mol) lactose-monohydraat werden onder voortdurend roeren in een mengsel van 80 ml ethanol en 20 ml water gesuspendeerd. Aan het op 70°C verwarmde reactlemengsel wordt 1 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd en er wordt 3 uren lang bij 70°C geroerd. Daarna worden -2 3,96 g (1,1x10 mol) lactose toegevoegd en het mengsel wordt bij 35 de aangegeven temperatuur nogeens 4 uren geroerd. Daarna laat men het mengsel 10 uren lang bij kamertemperatuur staan, decanteert men de vloeibare fase en lost men het neerslag in 115 ml water op.
De oplossing wordt druppelsgewijze aan 1150 ml ethanol toegevoegd. Deze herkristallisatie wordt nog driemaal herhaald. Het produkt wordt afge-40 filtreerd en gedroogd.
8200791 10
Opbrengst: 6,1 g (70,8%), smeltpunt: 210°C.
[a] = -112,7° (c = 0,52 dimethylformamide)
D
DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), 5 loopvloeistof aceton en ammoniumhydroxide in de verhouding 1:1 - Rf - 0,35.
Analyse voor ¢37115^020^3 '( M · 857,82)
Berekend: C 51,81% H 5,99% N 4,90%
Gevonden: C 51,81% H 6,32% N 4,61%
10 Voorbeeld IX
3-(g-D-glucopyranosyl-amino)-6-( ct-L-ramnopyranosy1-amino)-acridine 14,76 g (0,06 mol) 3,6-diamino-acridine-hydrochloride, 42,00 g (0,06 mol) D-glucose-monohydraat en 10,92 g (0,06 mol) L-ramnose-mono-hydraat werden onder roeren in een mengsel van 552 ml aceton en 48 ml 15 water gesuspendeerd. Het reactiemengsel wordt op 45°C verwarmd en 4,0 ml geconcentreerd zoutzuur worden toegevoegd. Na 5-6 minuten is de oplossing doorzichtig en na nogeens 4-5 minuten begint zich een olieachtig produkt af te scheiden. 45 Minuten na de toevoeging van het zuur wordt het mengsel op kamertemperatuur gekoeld en daarna in de fa-20 sen gescheiden. Het olieachtige, ook vaste stof bevattende deel wordt tweemaal met telkens 50 ml aceton gewassen, vervolgens in 170 ml water opgelost en de oplossing wordt aan een in de verhouding 1:1 bereid mengsel van aceton en ethanol (1700 ml) druppelsgewijze toegevoegd. Het oranje gekleurde neerslag wordt afgefiltreerd, eerst met ethylacetaat 25 en daarna met ether gewassen en tenslotte onder verminderde druk gedroogd. Gewicht: 18 g.
Ter verdere zuivering wordt de stof in 120 ml gedestilleerd water opgelost en de oplossing wordt in 1200 ml van een inde verhouding 2:1 bereid mengsel van aceton en ethanol gegoten. 14,5 g Neerslag worden 30 verkregen, dat op de beschreven wijze gewassen en gedroogd wordt. De herkristallisatie wordt nog driemaal herhaald.
300 g Merck-kiezelgel 40 (0,063-0,2 mm) worden in 600 ml van een in de verhouding 70:15:15 bereid mengsel van aceton, ammoniak en water gesuspendeerd. De suspensie wordt in een kolom gebracht en terwijl het 35 oplosmiddel wegstroomt wordt de kiezelgel in de kolom afgezet. 1,5 g Van het onzuivere produkt worden aan 60 ml van het hiervoor beschreven oplosmiddelmengsel toegevoegd, het mengsel wordt één nacht lang krachtig geroerd, waarbij ongeveer 1 g stof in oplossing gaat. De oplossing wordt gefiltreerd en vervolgens op de kolom gebracht. De kolom wordt 40 met het genoemde oplosmiddelmengsel geëlueerd.
8200791 £ * 11
De zuivere fracties worden ingedampt, waarbij een neerslag bevattende suspensie verkregen wordt. Het produkt wordt met aceton neergeslagen, afgefiltreerd, gewassen en tenslotte gedroogd. De zuiverheid van het produkt wordt met hoge druk vloeistofchromatografie onder-5 zocht.
Ontledingstemperatuur: 210-214°C, [a] = -7,15° (c * 0,42, water),
D
DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), loopvloeistof aceton en ammoniak in de verhouding 10 75:25 - Rf - 0,35.
Rt = 9,81 min (n-butanol:azijnzuur:water =* 4:1:1)
Analyse voor C25H31O9N3 ( M = 857,82)
Berekend: C 58,02% H 6,04% N 8,12%
Gevonden: C 58,30% H 6,09% N 8,03%
15 Voorbeeld X
3,6-Di-(g-D-glucopyranosyl-amino)-10-N-methylacridiniumchloride.
20,8 g (0,08 mol) verpoederd 3,6-diamino-lO-methyl-acridiniumchlo-ride en 35,2 g (0,16 mol + 10%) glucosemonohydraat worden in een mengsel van 695 ml aceton en 105 ml gedestilleerd water gesuspendeerd. De 20 suspensie wordt onder roeren op 50°C verwarmd en vervolgens worden 5,6 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt nog een half uur lang geroerd en daarna op kamertemperatguur afgekoeld. De fasen worden door decanteren van elkaar gescheiden en de vaste stof wordt tweemaal met 650 ml aceton gewassen. Daarna wordt het produkt in 25 250 ml gedestilleerd water opgelost en wordt de oplossing onder voort durend roeren aan 2500 ml absolute ethanol druppelsgewijze toegevoegd.
Aan de opaliserende oplossing wordt 12,5 ml 10-procents natriumchlori-deoplossing toegevoegd. Na enkele minuten begint een neerslag te ontstaan. Na twee uren wordt het neerslag afgezogen, tweemaal in telkens 30 50 ml watervrije ethanol gesuspendeerd, afgefiltreerd en met 150 ml ether gewassen.
Het neerslag wordt in 270 ml gedestilleerd water opgelost, de oplossing wordt druppelsgewijze aan 2700 ml droge ethanol toegevoegd en ter versnelling van de vorming van het neerslag wordt een kleine hoe-35 veelheid keukenzoutoplossing toegevoegd. De beschreven herkristallisa-tie wordt tweemaal herhaald. 24,2 g (51,35%) ontledingsprodukt worden verkregen.
Ontledingspunt: 250°C; [a]^ - +504° (c = 0,80, water); 40 DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), 8200791 12 loopvloeistof n-butanol, azijnzuur en water in de verhouding 2:1:1 - Rf = 0,20.
Analyse voor C26H34O10CI (M = 583,76)
Berekend: C 53,49% H 5,87% N 7,20% 5 Gevonden: C 53,12% H 6,01% N 7,32% 13
Fig. 1 laat het koolstofspectrum ( C-NMR) van de uitgangs-verbinding 3,6-diamino-10-methylacridiniumchloride, fig. 2 dat van het op de 3- en 6-plaats aan de aminogroep door glucose gesubstitueerd eindprodukt zien. De chemische verschuiving van het koolstofatoom van 10 het suikerdeel is een bewijs voor de pyranosestructuur van het glycoside, terwijl de koppelingsconstanten I
J
cr*i de aangegeven anomeerconfiguratie ondersteunen. (De spectra werden in 15 DMS0-dg opgenomen).
Voorbeeld XI
3,6-Di-(8-D-galactopyranosyl-amino)-10-N-methyl-acridiniumchloride 5,2 g 3,6-diamino-10-methylacridine en 10,8 g D-galactose werden in 200 ml van een in de verhouding 88:12 bereid mengsel uit ethanol en 20 water onder roeren tot koken verhit. Aan het mengsel wordt 1 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd, daarna wordt één uur onder terugvloei-koeling gekookt en vervolgens wordt één dag lang bij kamertemperatuur geroerd. Vervolgens worden opnieuw 3,6 g D-galactose toegevoegd en het mengsel wordt opnieuw één uur lang onder terugvloeikoeling gekookt.
25 Daarna wordt het neerslag afgescheiden en met weinig ethanol gewassen. Daarna bevat het neerslag geen D-galactose meer, evenwel 5-10 procent niet omgezet uitgangsprodukt. Overigens bestaat het neerslag uit mono-en digalactoside in de verhouding 1:4. Het neerslag wordt onder voorzichtig verwarmen in 60 ml water opgelost en de oplossing wordt onder 30 roeren aan 700 ml ethanol druppelsgewijze toegevoegd. Aan het mengsel worden 2 ml van een 10-procents oplossing van natriumchloride toegevoegd en daarna wordt bewaard. De vaste stof wordt afgefiltreerd, eerst met weinig alcohol, daarna met ethylacetaat en tenslotte met ether gewassen en vervolgens in het vacuümexsiccator gedroogd. 7,4 g van een 35 produkt worden verkregen, dat niet omgezette uitgangsverbinding praktisch niet meer en monoglycosie in een hoeveelheid van ongeveer 10-15% bevat. De na driemaal herkristalliseren verkregen 4,9 g stof bevatten, 13 zoals het C-NMR-spectrum laat zien, nog 5-10 g monogalactoside.
Na vijfmaal herkristalliseren (opbrengst 4,1 g = 35%) kon in het 40 produkt geen monoglycoside meer worden aangetoond.
8200791 13
Ontledingspunt: 200-210“C; [α] * +522,7° (c = 0,90, water);
D
DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurollem Art. 5562, Merck), loopvloeistof butanol, azijnzuur en water in de verhouding 5 2:1:1 - Rf - 0,14.
Analyse voor C26H34O1QN3CI (M a 583,76)
Berekend: C 53,49% H 5,87% N 7,20%
Gevonden: C 53,05% H 5,69% N 7,29%.
Voorbeeld XXI
10 3,6-Di-( a-L-ramnopyranosyl-amino)-10-N-methyl-acridiniumchloride -2 3,64 g (1,40 x 10 mol) 3,6-diamino-10-N-methylacridine werden onder roeren in een mengsel van 126 ml aceton en 14 ml water gesuspendeerd. Aan de suspensie wordt 0,7 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd en daarna wordt twee uren lang gekookt. Vervolgens worden 5,6 g -2 15 (3,07x10 mol) L-ramnose-monohydraat toegevoegd. Het reactiemeng- sel wordt zes uren lang onder terugvloeikoeling gekookt en vervolgens êên nacht bij kamertemperatuur geroerd. Het neerslag wordt afgefiltreerd, op het filter eerst met 10 ml ethylacetaat en daarna met 10 ml ether gewassen en vervolgens in 20 ml water opgelost. Aan de oplossing 20 worden 140 ml aceton toegevoegd. Het neeslag wordt afgescheiden en op de beschreven wijze nog tweemaal herkristalliseerd.
Het neerslag wordt nu in 40 ml warm water opgelost en vervolgens wordt tot aan het begin van de afscheiding van neerslag druppelsgewijze aceton (ongeveer 60 ml) toegevoegd. Ook deze herkristallisatie wordt 25 driemaal herhaald. Daarna bestaat het produkt uit zuiver diramnoside.
De amorfe vaste stof wordt in 100 ml water opgelost en de oplossing wordt gelyofiliseerd.
Ontledingstemperatuur: 250-254°C; [<x]^=· +486,5°; [a]^ = “52,2°; 30 [al .^ s -281,9° (water); 546 DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle Art. 5562, Merck), loopvloeistof n-butanol, azijnzuur en water in de verhouding 3:1:1 - Rf =* 0,16.
35 Analyse voor C26H340gN3Cl (M a 583,76)
Berekend: C 56,70% H 6,21% N 7,65%
Gevonden: G 56,65% H 6,18% N 7,49%.
Voorbeeld XIII
3-Amino-6-(cHL-ramnopyranosyl-amino)-10-methyl-acridiniumchloride 40 De filtraten van de in voorbeeld XII beschreven herkristallisaties 8200791 * ** 14 worden verenigd en onder roeren in 200 ml aceton gegoten, waarbij het monoramnoside wordt afgescheiden. De stof wordt gefiltreerd, in water opgelost en gelyofiliseerd.
Ontledingstemperatuur: 216-222°C; [a] = -350,6°; [a] * 363,6°; D 578 [a] = -701,0° (water); 546 DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle Art. 5562, Merck), loopvloeistof n-butanol, azijnzuur en water in de verhouding 10 3:1:1 - Rf - 0,42.
Analyse voor C20H24O4N3CI (M * 405,86)
Berekend: C 59,19% H 5,95% N 10,35%
Gevonden: C 59,85% H 6,03% N 10,41%
Voorbeeld XIV
15 3-amino-6-(8-lactosyl-amino)-10-N-methyl-acridiniumchloride
Aan een suspensie van 2,60 g (10 mol) 3,6-diamino-10-N- methylacridine in 100 ml van een in de verhouding 7:3 bereid mengsel van ethanol en water wordt 0,2 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd en vervolgens zo lang gekookt tot de oplossing doorzichtig is. Na toevoe- -2 20 ging van 5,40 g (1,5x10 mol) lactose-monohydraat wordt het reac- tiemengsel één uur lang bij kooktemperatuur en vervolgens één nacht bij kamertemperatuur geroerd. Het verkregen neerslag wordt afgefiltreerd en daarna onder enigszins verwarmen in 30 ml water opgelost. De oplossing wordt onder roeren aan 300 ml ethanol druppelsgewijze toegevoegd. De 25 herkristallisatie wordt herhaald. Daarna wordt het neerslag met 20 ml ethylacetaat, vervolgens met 20 ml ether gewassen en aan de lucht gedroogd· 2,03 g (34,8%) van een gele poedervormige stof worden verkregen.
[<x] - +226,1° (c » 1,20, water);
D
30 DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), loopvloeistof n-butanol, azijnzuur en water in de verhouding 2:1:1 - Rf = 0,32.
Analyse voor C26H34Nl0N10N3cl (M ” 584,02) 35 Berekend: C 53,47% H 5,87% N 7,19%
Gevonden: C 54,10% H 5,91% N 7,03%.
Voorbeeld XV
3,6-di-(3“lactosyl-amino)-10-N-methyl-acridiniumchloride -2 2,60 g 3,6-diamino-10-methylacridine (10 mol) worden in -2 40 50 ml water opgelost. Aan de oplossing worden 10,8 g (3x10 mol) 8200791 15 lactose-monohydraat en 0,2 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt 24 uren lang bij 50°C geroerd. In het 12de uur -2 worden nogeens 4 g (1,11x10 mol) lactose-monohydraat en 0,2 ml geconcentreerd zoutzuur toegevoegd. Na het afkoelen worden aan het 5 mengsel 200 ml ethanol toegevoegd. Een olieachtig produkt wordt afgescheiden, dat geïsoleerd en in 100 ml water opgelost wordt. De oplossing wordt aan 700 ml ethanol druppelsgewijze toegevoegd. Door toevoeging van 200 ml aceton wordt de afscheiding van het neerslag versneld. Het neerslag wordt met 20 ml ethylacetaat, daarna met 20 ml ether ge-10 wassen en aan de lucht gedroogd. 3,38 g van een geel poeder worden verkregen, dat een mengsel van gelijke delen mono- en dilactoside is.
De 10-procents oplossing van dit mengsel, die het dilac,toide bevat, wordt aan de 10-voudige hoeveelheid ethanol druppelsgewijze toegevoegd. Door toevoeging van 2 tot 3 druppels van een verzadigde oplos-15 sing van natriumchloride wordt de filtreerbaarheid van het neerslag verbeterd. De herkristallisatie wordt vijfmaal herhaald. Het verkregen dilactoside is chromatografisch homogeen.
[a] - +253,9° (c = 0,92, water);
D
20 DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), loopvloeistof n-butanol, azijnzuur en water in de verhouding 2;1:1 - Rf - 0,12.
Analyse voor C33H54O2QN3CI (M = 907-,92)
Berekend: C 53,47% H 6,00% N 4,62% 25 Gevonden: C 50,46% H 6,08% N 4,56%.
Voorbeeld XVI
3,6-di-(q,g-D-ribopyranosyl-amino)-10—methyl-acridiniumchloride 2,60 g 3,6-diamino-10-methylacridine en 4,50 g D-ribose worden in 30 een mengsel van 90 ml aceton en 10 ml water na toevoeging van 0,2 ml geconcentreerd zoutzuur bij 40°C één uur lang geroerd. Bij de reactie gaan de stoffen niet volledig in oplossing, echter verandert het karakter van het neerslag na enige tijd. Het neerslag balt onder in de kolf samen. De oplossing wordt afgegoten, het neerslag wordt met weinig ace-35 ton gewassen en opnieuw gedecanteerd. Daarna wordt het neerslag in 50 ml water opgelost en onder roeren wordt de oplossing aan 200 ml ethanol druppelsgewijze toegevoegd. Na toevoeging van 600 ml aceton bewaart men enige tijd, vervolgens filtreert men het neerslag af en wast dit op het filter met weinig ethylacetaat, daarna met weinig ether en 40 droogt vervolgens onder verminderde druk. 3,9 g Produkt worden verkre- 8200791 16 gen, dat - zoals een dunnelaagchromatogram laat zien - voor ongeveer 30% uit niet omgezette uitgangsverbinding, alsmede een 2:1 tot 3:1 mengsel- van mono- en diriboside bestaat. Door zeven maal herkristalli-seren worden 1,4 g (13%) van het zuivere diriboside verkregen.
5 Ontledingstemperatuur: 186-200°C; [ct] ** + 188,9°
D
DLC: Kiezelgel 60 F254 (DC-Alurolle, Art. 5562, Merck), loopvloeistof methylethylketon, pyridine, water en azijnzuur in de verhouding 70:15:15:5 - Rf = 0,14.
10 Analyse voor C24H30O30N3CI (M « 523,73)
Berekend: C 55,04% H 5,77% N 8,02%
Gevonden: C 55,21% H 5,81% N 7,91%.
Door omzetting van de geschikte suikers op de in de voorbeelden I-XVI beschreven wijze worden de mono- en respectievelijk diglycosiden 15 van de volgende verbindingen verkregen: 9-aminoacridine, 3-aminoacridine, 3,9-diaminoacridine, 4,9-diami-noacridine, 3,7-diaminoacridine, 9-amino-4-methylacridine, 9-amino-l-methylacridine, 9-amino-3-methylacridine, 9-amino-3-chlooracridine, 9-amino-2-chlooracridine, 9-amino-l-chlooracridine, 9-amino-4-chloor-20 acridine, 3-amino-6-chlooracridine, 3-amino-7-chlooracridine, 1,6-di-aminoacridine, 2,6-diaminoacridine, 1,9-diaminoacridine, 2,9-diamino-acridine, 9-amino-2,4-dimethylacridine, 9-amino-4,5-dimethylacridine, 9-amino-4-ethylacridine, 9-amino-l-methoxyacridine, 9-amino-4-methoxy-acridine, 9-amino-l-chlooracridine, 9-amino-2-chlooracridine, 9-amino-25 3-chlooracridine, 9-amino-4-chlooracridine, 9-amino-l-nitroacridine, 9-amino-2-fenylacrydine, 9-amino-2-carbomethoxyacridine, 9-amino-2-carbamoylacridine, 3-dimethylaminoacridine.
8200791

Claims (10)

1. Aminoacridine-α, β - (D ) - en -(L)-N-glycosidederivaten met de algemene formule 1, waarin R waterstof of een groep met de algemene formule 2 voorstelt, in welke formule 5 r! waterstof of de methylgroep en waterstof of een suikerrest voorstellen, en de beide substituenten X gelijk of verschillend zijn en waterstof, een groep met de algemene formule 2 of een halogeenatoom, een alkylgroep met 1 tot 4 kool-10 stofatomen, een alkoxygroep met 1 tot 4 koolstofatomen, een nitro-, cyaan-, carbomethoxy-, carbamoyl-, fenyl- of alkyl (met 1 tot 4 koolstof-atomen) fenylgroep voorstellen, met dien verstande, dat van de substituenten R, X en X ten minste een de groep met de formule 2 met R^ = suikerrest voorstelt, en 15 R^ waterstof of een alkylgroep met 1 tot 5 koolstofatomen voor stelt, alsmede de zouten van deze verbindingen.
2. Aminoacridine-a,0-(D)- en -(L)-N-glycosidederivaten volgens conclusie 1, waarin als suikergroep de D-glucosyl-, D-galactosyl-,
20 D-mannosyl-, D-xylosyl-, D- en L-arabinosyl-, D-ribosyl-, 6-desoxy-D-glucosyl-, 6-desoxy-D-galactosyl-, L-ramnosyl-, 2-desoxy-D-arabinosyl-, 2-aceetamido-2-desoxy-D-glucosyl-, daunosaminyl-, maltosyl-, cellobio-syl-, lactosyl-, genciobiosyl- en/of larainaribiosylgroep aanwezig is. 3. 3,6-Di-(S-D-glucopyranosyl-amino)-acridine. 25 4. 3-Amino-6-0-D-glucopyrasonyl-amino-acridine. 5. 3,6-Di-(S-D-galactopyranosyl-amino)-acridine. 6. 3,6-Di-(2,,3’,4'jö'-tetra-O-acetyl-ajD-galactopyranosylaminoJ-acridine. 7. 3,6-Di-(2’,3',4',6'-tetra-O-acetyl-g-D-galactopyranosylaraino)-30 acridine. 8. 3,6-Di-(a-L-ramnopyranosylamino)-acridine. 9. 3,6-Di-(a-D-ribopyranosylamino)-acridine. 10. 3,6-Di-(3-lactopyranosylamino)-acridine. 11. 3—(3-D-gluco pyranos ylamino)-6-(α-L-ramnopyranosylamino)-35 acridine. 12. 3,6-Di-( (3-D-glucopyranosylamino)-10-methylacridiniumchloride. 13. 3,6-Di-(S-D-galactopyranosylamino)-10-N-methylacridinium-chloride. 14. 3,6-Di-(a-L-ramnopyranosylamino)-10-N-methylacridinium-40" chloride. 8200791 i tar 15- 3-Amino-6-(a-L-ramnopyranosylamino)-10-methylacridinium-chloride. 16. 3-Amino-6-(3-lactosylamino)-10-N-methylacridiniumchloride. 17. 3,6-Di-(3-lactosylamino)-10-N-methylacridiniumchloride. 5 18. 3,6-Di-(a, 3~D_ribopyranosylamino)-10-methylacridinium- chloride.
19. Werkwijze ter bereiding van acridinederivaten, met het kenmerk, dat men aminoacridine-ct,g-(D)- en -(L)-N-glycosidederivaten met de algemene formule 1, waarin de symbolen de bij conclusie 1 vermelde 10 betekenis bezitten en de zouten van deze verbindingen bereidt, doordat men verbindingen met de algemene formule III waarin Z amino-, methylamino, dimethylamino of waterstof voorstelt, K.3 de hiervoor vermelde betekenis heeft en de beide substituenten Y gelijk of verschillend zijn en waterstof, ami- 15 no, methylamino, dimethylamino, halogeen, alkyl of alkoxy met 1 tot 4 koolstofatomen, nitro, cyaan, carbomethoxy, carbamoyl, fenyl of alkyl (met 1 tot 4 koolstofatomen) fenyl voorstellen, met dien verstande, dat van de substituenten Z, Y en Y ten minste één een vrije of monogesubstitueerde aminogroep voorstelt, of de zuuraddi- 20 tiezouten ervan in een water bevattend polair oplosmiddel met hexosen, pentosen, desoxy-, desoxyamino-, N-acetylhexosen, -pentosen en/of N-ge-methyleerde aminosuikers omzet, het reactieprodukt isoleert, eventueel de mono-, di- en triglycoside van elkaar scheidt, eventueel de monogly-cosiden op de beschreven wijze tot di- of triglycosiden omzet en uit de 25 verkregen verbindingen met de algemene formule 1 eventueel zouten vormt.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat men als polair oplosmiddel alcoholen of ketonen, bij voorkeur methanol, ethanol of aceton toepast.
21. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat men de reactie door sporen van een zuur, bij voorkeur zoutzuur, katalytisch bevordert.
22. Werklwijze volgens conclusie 19. met het kenmerk, dat men een reactiemilieu toepast, dat 7 tot 20%, bij voorkeur 10 tot 15% water be- 35 vat.
23. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat men de omzetting bij 20-95°C, bij voorkeur bij 45-70°C uitvoert.
24. Farmaceutisch preparaat, in het bijzonder met een anti-gezwel-werking, gekenmerkt door een gehalte aan één of meer verbindingen met 40 de algemene formule 1, waarin de betekenis van R, R·*·, R^, r3 en X de- 8200791 <y ·ι zelfde Is als bij conclusie 1, en/of één of meer zouten ervan.
25. Werkwijze ter bereiding van een farmaceutisch preparaat, met het kenmerk, dat men één of meer verbindingen met formule I, waarin de symbolen de bij conclusie 1 vermelde betekenissen bezitten, en/of één 5 of meer zouten ervan in een voor een dergelijke toediening geschikte vorm brengt. 8200791
NL8200791A 1981-02-27 1982-02-26 Aminoacridine-alfa, beta-(d)- of (l)-n-glycoside-derivaten, zouten ervan, een werkwijze ter bereiding van dergelijke verbindingen, alsmede farmaceutische preparaten. NL8200791A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
HU47481 1981-02-27
HU81474A HU186383B (en) 1981-02-27 1981-02-27 Process for producing new citostatic amni-acridie-alpha, beta-bracket-d-bracket closed, or aracket-l-bracket closed-n-glycoside derivatives and salts

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8200791A true NL8200791A (nl) 1982-09-16

Family

ID=10949743

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8200791A NL8200791A (nl) 1981-02-27 1982-02-26 Aminoacridine-alfa, beta-(d)- of (l)-n-glycoside-derivaten, zouten ervan, een werkwijze ter bereiding van dergelijke verbindingen, alsmede farmaceutische preparaten.

Country Status (27)

Country Link
US (1) US4462993A (nl)
JP (1) JPS57197296A (nl)
KR (1) KR850001937B1 (nl)
AT (1) AT380481B (nl)
AU (1) AU554994B2 (nl)
BE (1) BE892293A (nl)
CH (1) CH649560A5 (nl)
DD (1) DD202033A5 (nl)
DE (1) DE3207021A1 (nl)
DK (1) DK87682A (nl)
ES (1) ES8303446A1 (nl)
FI (1) FI72524C (nl)
FR (1) FR2500837B1 (nl)
GB (1) GB2096135B (nl)
HU (1) HU186383B (nl)
IL (1) IL65093A (nl)
IN (1) IN156122B (nl)
IT (1) IT1219970B (nl)
NL (1) NL8200791A (nl)
NZ (1) NZ199851A (nl)
PH (1) PH20206A (nl)
PL (1) PL136298B1 (nl)
RO (1) RO82961B (nl)
SE (1) SE457450B (nl)
SU (1) SU1346045A3 (nl)
YU (1) YU44673B (nl)
ZA (1) ZA821293B (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
HU188856B (en) * 1983-03-23 1986-05-28 Biogal Gyogyszergyar,Hu Compositions for the regulation of plant growth and development comprising 3,6-diamino-acridine-n-glycoside-derivative as active substance
HU203896B (en) * 1988-10-26 1991-10-28 Biogal Gyogyszergyar Process for producing glycosides of aromatic amines
US5472582A (en) * 1993-04-23 1995-12-05 Astromed Limited Analysis of carbohydrates using 2-aminoacridone
FR2704856B1 (fr) * 1993-05-04 1995-08-04 Pf Medicament Nouveaux dérivés de la diméthylamino-3 acridine.

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1008625A (en) * 1963-12-09 1965-11-03 Farmaceutyczna Spoldzielnia Pr Ascorbic acid derivative
DE1620473C3 (de) * 1964-05-25 1980-03-20 Starogardzkie Zaklady Farmaceutyczne Polfa Przedsiebiorstwo Panstwowe, Starogard Gdanski (Polen) Verfahren zur Herstellung von 1 -Nitro-9-(3'-dimethylaminopropylamino)-acridin-dihydrochlorid
PL106752B1 (pl) * 1976-02-25 1980-01-31 Politechnika Gdanska Sposob otrzymywania nowych 1-nitro-9-alkiloaminoalkiloaminoakrydyn lub ich soli
PL101032B1 (pl) * 1976-04-06 1978-11-30 Sposob otrzymywania 1-nitro-9-dwualkilo-aminoizoalkiloamiroakrydyn lub ich soli
US4314061A (en) * 1979-10-31 1982-02-02 Murdock Keith C Certain 3,6-bis-(heteroaminoalkoxy) acridines
US4335244A (en) * 1979-11-30 1982-06-15 Bristol-Myers Company Monolactate salts of 4'-(9-acridinylamino)methanesulfon-m-anisidide
US4322424A (en) * 1980-01-24 1982-03-30 Bristol-Myers Company Crystalline glucoconate salt of m-AMSA and compositions containing same

Also Published As

Publication number Publication date
ATA73382A (de) 1985-10-15
DD202033A5 (de) 1983-08-24
PL136298B1 (en) 1986-02-28
YU43582A (en) 1986-04-30
IT1219970B (it) 1990-05-24
DE3207021C2 (nl) 1991-01-17
AU8093382A (en) 1982-09-02
SE457450B (sv) 1988-12-27
CH649560A5 (de) 1985-05-31
KR830009137A (ko) 1983-12-17
IL65093A (en) 1985-11-29
HU186383B (en) 1985-07-29
AT380481B (de) 1986-05-26
GB2096135B (en) 1984-12-19
IT8219887A0 (it) 1982-02-26
GB2096135A (en) 1982-10-13
BE892293A (fr) 1982-08-26
RO82961A (ro) 1984-01-14
DE3207021A1 (de) 1982-09-23
FR2500837B1 (fr) 1985-06-28
IN156122B (nl) 1985-05-18
FI72524B (fi) 1987-02-27
JPS57197296A (en) 1982-12-03
ES509958A0 (es) 1983-02-01
YU44673B (en) 1990-12-31
FI72524C (fi) 1987-06-08
RO82961B (ro) 1984-01-30
FI820650L (fi) 1982-08-28
FR2500837A1 (fr) 1982-09-03
AU554994B2 (en) 1986-09-11
DK87682A (da) 1982-08-28
KR850001937B1 (ko) 1985-12-31
US4462993A (en) 1984-07-31
ES8303446A1 (es) 1983-02-01
IL65093A0 (en) 1982-04-30
SE8201229L (sv) 1982-08-28
ZA821293B (en) 1983-04-27
NZ199851A (en) 1985-03-20
PL235248A1 (nl) 1982-10-25
PH20206A (en) 1986-10-20
SU1346045A3 (ru) 1987-10-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5674867A (en) Indolocarbazole derivatives and therapeutic method for stimulating megakaicyocyte production
US4216208A (en) N-Acyl derivatives of glucosamines having antitumor chemotherapeutic activity
NZ245203A (en) 5h-indolo[2,3-a]pyrrolo[3,4-c]carbazole-5,7(6h)-dione derivatives substituted in position-13 by a pentose or hexose group; corresponding indolo-furano(anhydride)intermediates
PT92263B (pt) Processo para a preparacao de analogos da serina com actividade antibiotica
JPS5973598A (ja) 20−アミノマクロライド誘導体
JP2783722B2 (ja) スピカマイシン誘導体およびそれを含む抗腫瘍剤
CS235036B2 (en) Method of 4&#34;-epierythromycine a production
NL8200791A (nl) Aminoacridine-alfa, beta-(d)- of (l)-n-glycoside-derivaten, zouten ervan, een werkwijze ter bereiding van dergelijke verbindingen, alsmede farmaceutische preparaten.
Baer et al. Cyclizations of Dialdehydes with Nitromethane. II. 1 Preparation of 3-Amino-3-deoxy-D-ribose and 3-Amino-3-deoxy-L-ribose
FR2473524A1 (fr) Derives n-glycosyliques des antibiotiques du groupe des anthracyclines et procede pour leur obtention
FI78109C (fi) Foerfarande foer framstaellning av antracyklinglykosider.
DK152053B (da) Analogifremgangsmaade til fremstilling af anthracyclinglycosider eller deres farmaceutiske acceptable syreadditionssalte
US5374711A (en) Chemical modification of 2&#34;-amino group in elsamicin a
CA2658256C (fr) Nouveaux derives de 5-thioxylopyranose
US5237055A (en) Chemical modification of 2&#34;-amino group in elsamicin A
HU195667B (en) Process for production of derivatives of nitroantracyclin
CN110467646A (zh) 双核苷酸前体药物
JPH06500770A (ja) 2−ヒドロキシ−及び2−アシルオキシ−4−モルホリニルアントラサイクリン
US4576945A (en) Hexaalkylmelamine-amino-oxy compounds
FR2527212A1 (fr) Glycosides d&#39;anthracycline, procede pour les preparer et medicament les contenant
CS158792A3 (en) Chemical modification of 3&#39; and/or 4&#39;-oh group elsamycin a
KR850000963B1 (ko) N-메틸 11-아자-10-데옥소-10-디하이드로 에리스로마이신 a 및 그 중간체의 제조방법
KR0142228B1 (ko) 신규 안트라사이클린 글리코시드유도체 및 그 제조방법
JPH05148292A (ja) 6−o−アルキルエルサマイシンa誘導体の製造法
JPH06199749A (ja) N−メチルデアセチルコルヒセインアミド誘導体

Legal Events

Date Code Title Description
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed