NL8100011A - Deelkern voor een gebogen holte van een vormstuk en vormstuk voorzien van een gebogen holte. - Google Patents

Deelkern voor een gebogen holte van een vormstuk en vormstuk voorzien van een gebogen holte. Download PDF

Info

Publication number
NL8100011A
NL8100011A NL8100011A NL8100011A NL8100011A NL 8100011 A NL8100011 A NL 8100011A NL 8100011 A NL8100011 A NL 8100011A NL 8100011 A NL8100011 A NL 8100011A NL 8100011 A NL8100011 A NL 8100011A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
molding
cavity
curved
mold
bend
Prior art date
Application number
NL8100011A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Priority to NL8100011A priority Critical patent/NL8100011A/nl
Priority to EP19820200004 priority patent/EP0055993A1/en
Publication of NL8100011A publication Critical patent/NL8100011A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B22CASTING; POWDER METALLURGY
    • B22DCASTING OF METALS; CASTING OF OTHER SUBSTANCES BY THE SAME PROCESSES OR DEVICES
    • B22D17/00Pressure die casting or injection die casting, i.e. casting in which the metal is forced into a mould under high pressure
    • B22D17/20Accessories: Details
    • B22D17/22Dies; Die plates; Die supports; Cooling equipment for dies; Accessories for loosening and ejecting castings from dies
    • B22D17/24Accessories for locating and holding cores or inserts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/26Moulds
    • B29C45/261Moulds having tubular mould cavities
    • B29C45/2614Moulds having tubular mould cavities for manufacturing bent tubular articles using an undercut forming mould core

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)

Description

f * 80.5099/vdV/Rdm/sme
Korte aanduiding: Deelkern voor een gebogen holte van een vormstuk en vormstuk voorzien van een gebogen holte.
Aanvraagster noemt als uitvinder: T.P.W. Schudde te Hasselt.
De uitvinding heeft betrekking op een deelkern met ten opzichte van elkaar verplaatsbare vormcomponenten voor een holte in een vormstuk, in het bijzonder een pijpbochtstuk, alsmede op een deelkern te gebruiken bij een spuitgietmatrijs voor vormstukken, 5 voorzien van één of meer holten met een gebogen verloop, waarbij de vormcomponenten van de deelkern volgens de onderling verschillende bewegingstrajecten uit de vormholte van de spuitgietmatrijs beweegbaar zijn.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een vorm-10 stuk met gebogen holte, in het bijzonder een pijpbochtstuk van spuitgietmateriaal waarvan de inwendige holte met behulp van één of meer deelkernen is vervaardigd.
Bij de vervaardiging van vormstukken, die een gebogen holte bezitten, zoals bochtstukken van pijpleidingen, is het dik-15 wijls moeilijk om de voor deze holten te gebruiken kernen uit het vormstuk terug te trekken. De oorzaken hiervan zijn ondermeer het feit dat de gebogen holte ondersneden is en dat bochten voor pijp-stukken bij de ingang van de gebogen holte een recht verlopend cilindrisch deel bezitten, dat als aansluitmof of -spieëind voor een an- 20 der pijpdeel dient. Bovendien hebben de gebogen holten van bochten e$n voor pijpstukken bij voorkeur/cirkelvormige dwarsdoorsnede, zodat de grootste dwarsafmeting steeds volgens de gebogen hartlijn van de holte verloopt.
Het is gebruikelijk om voor het maken van bijvoorbeeld 25 een haaks bochtstuk een relatief flauwe bocht toe te passen, zodat het mogelijk is een deelkern toe te passën met een kantelbaar vooreind, dat volgens de kromming van de bocht in zijn geheel uit de holte getrokken kan worden, waarbij dit nog net vrij blijft van de 8100011 - 2 - aansluitmof die een grotere diameter dan die van de holte heeft. Aan het andere eind van het bocht stuk, wordt dan een enkelvoudige kern toegepast, die alleen de holte van de aansluitmof of spieëind opvult. De scheidingslijn tussen de met elkaar samenwerkende kernen 5 ligt dan ter plaatse van de overgang tussen de aansluitmof of spie-eind en de gebogen holte.
Onder sommige omstandigheden is het echter gewenst, een gebogen holte in een bochtstuk toe te passen, waarvan de krom-mingsradius van de hartlijn belangrijk kleiner is, terwijl toch de 10 dwarsdoorsnede van de gebogen holte cirkelvormig moet zijn. In zulk een geval ligt het kromtemiddelpunt van het gebogen gedeelte in het snijpunt van twee stralen bij de einden van het gebogen gedeelte van het bochtstuk, waardoor geen deelkern met kantelbaar eind toegepast kan worden omdat hierbij dit kantelbare eind niet uit de holte ge-· 15 trokken kan worden, doordat dit dan met de inwendige wand van de aan-' sluitmof in aanraking zou komen.
Er zijn deelkernen bekend die het mogelijk maken een bochtstuk te vervaardigen met een gebogen holte met een geringe krommingsradius. Echter, de dwarsdoorsnede van de aldus verkregen 20 gebogen holtes wijkt sterk af van een ronde dwarsdoorsnede.
De uitvinding heeft tot doel vornistukken te kunnen vervaardigen met een gebogen holte met een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede, waarvan de kromtestraal zeer gering kan zijn en waarbij aan de ingang van de holte een andere configuratie, bijvoorbeeld 25 een cilindrische van bijvoorbeeld een aansluitmof of -spiéëind het terugtrekken van de kern uit de holte niet hindert.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een deelkern van de aan het begin beschreven soort, die volgens de uitvinding daardoor is gekenmerkt, dat tenminste één van de vormcomponen-30 ten volgens het gebogen verloop van de holte evenwijdig aan de hart- ' lijn van het vormstuk verplaatsbaar is uitgevoerd.
Deze deelkern, te gebruiken bij een spuitgietmatrijs 8100011 t 4 - 3 - voor vormstukken voorzien van een of meer holten met gebogen verloop, waarbij de vormcomponenten van de deelkern volgens onderling verschillende bewegingstrajecten uit de vormholte van de spuitgiet-matrijs beweegbaar zijn, is verder volgens de uitvinding zodanig 5 uitgevoerd, dat de evenwijdig aan de hartlijn van het vormstuk volgens een gebogen traject beweegbare vormcomponent de bewegingsbaan van de andere vormcomponent volgt, waartoe de beide vormcomponenten met een hellend ten opzichte van de bewegingsbaan verlopend vlak op elkaar aansluiten.
10 Hierbij wordt opgemerkt, dat het op zichzelf bekend is voor ondersneden holten, een deelkern toe te passen, waarvan delen zijn voorzien van wigvlakken voor het uit elkaar brengen van vormcomponenten resp. voor het naar elkaar toe kunnen bewegen van vormcomponenten teneinde de deelkern uit de holte te kunnen trekken.
15 De dwarsdoorsnede van de gebogen holte is bij deze constructie echter niet cirkelvormig.
Verder is een met een spuitgietmatrijs samenwerkende deelkern voor het vormen van een gebogen holte in een vormstuk volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de evenwijdig aan de 20 hartlijn van het vormstuk (volgens een gebogen traject) verplaatsbare vormcomponent een gedeelte met een beschrijvende lijn bezit, die volgens de kleinste kromtestraal van de holte van het vormstuk is gebogen en samenwerkt met een leibaan waarvan een gedeelte is gebogen volgens een baan evenwijdig aan een kromme, waarop de grootste 25 dwarsafmetingen loodrecht op de kromtestraal en loodrecht op het buigingsvlak in de vormcomponent aanwezig zijn.
Dit is noodzakelijk omdat door de buiging van de holte de breedste delen van de vormcomponent ook die gedeelten moet kunnen doorlopen waar de holte de beweging van deze breedste delen toelaat 30 bij het uit de holte trekken van de deelkern. De vormcomponent voor de binnenbocht bezit tenminste een leidnok, die past in een leid-groef voorzien van een gebogen gedeelte, welk gebogen gedeelte van y 8 1 0 0 0 1 1 / - ί , - 4 - de leidgroef bij voorkeur overgaat in een rechtlijnig ' gedeelte. De leidgroef kan hierbij zijn aangebracht in tenminste één van de matrijshelften. Bij voorkeur is deze leidnok gemonteerd op een kern of nok die aan de vormcomponent voor de binnenbocht is bevestigd, 5 welke keen of nok sanenwerkt met een le id vlak in de matrijs dat evenwijdig loopt aan de hartlijn van het vormstuk en evenwijdig met de leidgroef in één van de matrijshelften.
Een volgens de uitvinding vervaardigd vormstuk met een gebogen holte, in het bijzonder een pijpbochtstuk van spuitgiet-10 materiaal onderscheidt zich ten opzichte van de tot dusver vervaardigde vormstukken en wel doordat volgens de uitvinding de inwendige holte aan twee tegenover elkaar liggende zijden een tekening van een scheidingsnaad van een deelkern bezit, welke tekening in het verloop van de bocht zich uitstrekt tussen twee op. een afstand van elkaar 15 gelegen doorsneden en de afstand tussen de beide tekeningen in de ene doorsnede groter is dan in de andere doorsnede.
Verder bezit een vormstuk volgens de uitvinding het kenmerk dat een ongeveer in het midden van de holte liggende dwarsdoorsnede een tekening van de sluitnaad tussen twee deelkernen be-20 zit aan weerszijden waarvan spiegelsymmetrische tekeningen van scheidingsnaden van vormcomponenten van deelkernen aanwezig zijn.
Bij een dergelijk vormstuk, in het bijzonder een 90°-bochtstuk, worden dan twee tegengesteld werkende met hun eindvlakken op elkaar aansluitende, bij voorkeur niet tegen elkaar afsteunende deelkernen 25 toegepast.
De uitvinding wordt nu aan de hand van de bijgaande tekening nader toegelicht, waarin: fig. 1 een doorsnede in het buigingsvlak van een bocht-stuk van een pijp met een kleine buigingsstraal met aan beide uit-30 einden een aansluitmof; fig. 2 eenzelfde doorsnede als van fig. 1 maar met aan één uiteinde een aansluitspieëind; 8100011 9 t - 5 - fig. 3 een dwarsdoorsnede door een bekend pijpbocht-stuk ter plaatse van de gebogen holte, waarvan het inwendige sterk afwijkt van de ronde doorsnede; fig. 4 een doorsnede door een pijpbochtstuk in het 5 buigingsvlcfc aangebracht in de holte van een matrijshelft met twee deelkernen in bovenaanzicht; fig. 5 een dwarsdoorsnede door een deelkern volgens de lijn IV-IV in fig. 4; en fig. 6 een dwarsdoorsnede van de deelkern volgens de 10 lijn V-V in fig. 4.
Zowel bij een bochtstok volgens fig. 1 dan wel bij een bochtstok volgens fig. 2 dient de dwarsdoorsnede van het gebogen gedeelte rond te zijn in tegenstelling tot een bochtstuk waarvan de dwarsdoorsnede onrond is zoals in fig. 3 is getoond. De in fig. 3 15 getekende onronde dwarsdoorsnede van een bekend bochtstok is duidelijk ei-vormig met een sterke afscheiding bij het-gedeelte met grootste straal naar een gedeelte met min of meer recht verloop dat overgaat in een gedeelte met kleinste straal.
In fig. 4 is van één van de deelkernen 13a de 20 buitenste vormcomponent, die een gedeelte van de buitenbocht van de gebogen holte bepaalt, met het verwijzingscijfer 11a en de binnenste vormcomponent die een gedeelte van de binnenbocht van de gebogen holte bepaalt, met het verwijzingscijfer 12a aangegeven.
Volgens de uitvinding is dus de uitvoering van de 25 deelkern 13a dan ook zodanig dat tenminste één van de vormcomponen-ten volgens een gebogen verloop van de holte evenwijdig aan de hartlijn van het vormstuk verplaatsbaar is uitgevoerd en in dit uit-voeringsvoorbeeld is dit de vormcomponent 12a. In fig. 4 zijn voor de vormholte van het bochtstuk 14 twee deelkernen toegepast en wel 30 de deelkern 13a en de deelkern 13b. De beide deelkernen met hun vorm-componenten 11a, 12a resp. 11b en 12b sluiten met hun kopvlakken in de bissectrice van de door het bochtstuk 14 inaésloten hoek op el- 8100011 / - 6 - V * kaar aan. De beide kopvlakken die op elkaar aansluiten, zijn met de lijn 15 aangeduid.
De beide deelkernen 13a en 13b zijn dus te gebruiken bij een spuitgietmatrijs 16 voor vormstukken 14 voorzien van één 5 of meer holten met een gebogen verloop, waarbij de vormcomponenten van de deelkern 13a en 13b volgens onderling verschillende bewe-gingstrajecten uit de vormholte van de spuitgietmatrijs 16 beweegbaar zijn. De evenwijdig aan de hartlijn van de vormholte (volgens een gebogen traject) beweegbare vormcomponent 12a alsmede 12b, volgt 10 de bewegingsbaan van de andere vormcomponent 11a resp· 11b, waartoe de beide vormcomponenten met een hellend ten opzichte van de bewegingsbaan verlopend vld< 17 op elkaar aansluiten. De keuze van de plaats en de hellingshoek van het aansluitvlak tussen de vormcomponenten 11a,b en 12a, b is van een aantal factoren afhankelijk.
15 Voor het verkrijgen van een ronde dwarsdoorsnede van de gebogen holte zou het ideaal zijn als de scheiding tussen de beide vormcomponenten 11a en 12a resp. 11b en 12b is gelegen in een vlak door de hartlijn 4a resp. 4b van de deelkern 13a*resp. 13b loodrecht op het buigingsvlak van de bocht. Het breedste gedeelte 20 van de vormcomponent welke de buitenbocht van de gebogen holte bepaalt, is dan gelegen ter plaatse van punt 8a resp. 8b waar de hartlijn 4 van de gebogen holte aansluit op de hartlijn 4a resp.
4b van het cilindrische gedeelte. De vormcomponent 11a resp. 11b zou dan zonder problemen rechtlijnig uit de gebogen holte van het 25 vormstuk getrokken kunnen worden. Echter zou dan om de beweging van de vormcomponent 12a resp. 12b volgens een traject evenwijdig aan de hartlijn van het vormstuk mogeiijk te maken, de vormcomponent 11a resp. 11b geheel uit het vormstuk teruggetrokken moeten zijn.
Dit heeft een ingewikkelde matrijsconstructie toe gevolg. Men heeft 30 daarom gekozen voor een constructie waarbij de vormcomponenten 11a, b en 12a, b met een hellend ten opzichte van de bewegingsbaan verlopend vlak op elkaar aansluiten.
8100011 * -> - 7 -
De helling van dit vlak is zo klein mogelijk gekozen, teneinde het breedste gedeelte van de vormcomponent 11a resp. 11b dat gelegen is ter plaatse van het snijpunt 7a resp. 7b van het hellend vlek en de hartlijn 4 van de gebogen holte van het vormstuk, 5 zo dicht mogelijk bij de hartlijn 4a resp. 4b van het cilindrische gedeelte van het vormstuk te doen liggen. Daardoor is slechts een zeer geringe afplatting van de vormcomponent 11a resp. 11b ter plaatse van punt 7a resp. 7b nodig om het rechtlijnig uittrekken van de vormcomponent 11a resp. 11b uit het vormstuk mogelijk te ma-10 ken.
Anderzijds heeft een geringe helling van het vlak 17 het voordeel, dat de vormcomponent 12a resp. 12b zich tot buiten het vormstuk in de matrijs voortzet, zodat het mogelijk is om deze vormcomponent te geleiden en eventueel te voorzien van koelkanalen 15 voor de koeling van de binnenbocht van het vormstuk. Het is dus zo dat tenminste een gedeelte van een binnenbocht van de gebogen holte bepalende vormcomponent 12a of 12b verplaatsbaar is langs een traject met een gebogen gedeelte, dat aan de bocht van de holte is aangepast en dat de vormcomponent 11a of 11b die tenminste een ge-20 deelte van een buitenbocht van de holte bepaalt, tenminste tijdens het doorlopen van een gedeelte van zijn bewegingstraject de beweging van de vormcomponent 12a of 12b voor de binnenbocht volgens het gebogen traject evenwijdig aan de hartlijn van het vormstuk toelaat. De evenwijdig aan de hartlijn van het vormstuk (volgens 25 een gebogen traject) verplaatsbare vormcomponent 12a of 12b bezit een gedeelte met een beschrijvende lijn, die volgens de kleinste kromtestraal r van de holte van het vormstuk is gebogen en werkt samen met een lei baan 19, waarvannen gedeelte 21 is gebogen volgens een baan evenwijdig aan een kromtestraal waarop de grootste dwars-30 afmeting loodrecht op deze kromtestraal in de vormcomponent aanwezig zijn. De vormcomponent 12a en 12b voor de binnenbocht bezit een leidnok 20, die past itv een leidgroef voorzien van een gebogen 8 1 00 0 1 1 / - 8 - gedeelte 21. Het gebogen gedeelte 21 van de leidgroef 19 gaat in een rechtlijnig gedeelte over.
Bij elke deelkern 13a of 13b is de leidgroef 19 aangebracht in tenminste één van de matrijshelften 16. Voorts is de 5 leidgroef aangebracht in een in een sloitvlak van een matrijshelft 16 ingelaten kamer 22. De vormcomponent 12a en 12b voor de binnen-bocht van het vormstuk 14 is op een buiten dit vormstuk liggende plaat van een zich zijdelings van de vormcomponent uitstrekkende nok of kam 23 voorzien, waarop de leidnok 20 is aangebracht, welke kam 10 23 past in de het sluitvlak van een matrijshelft 16 ingelaten kamer 22, wanneer de leidnok 20 in de leidgroef 19 ligt. De nok of kam 23 werkt semen met een gebogen vlak 23a van de kamer 22, welk vlak evenwijdig loopt aan de hartlijn van het vormstuk en evenwijdig aan de leidgroef 19. Bij het uittrekken van de vormcomponent 12a resp. 12b 15 wordt deze bij voorkeur geleid doordat de kam of nok 23 over het vlak 23a loopt. Bij het inlopen van de deelkern 13a resp. 13b wordt de vormcomponent 12a resp. 12b geleid door de leidnok 20 in de leidgroef 19. De beide vormcomponenten 11a, 12a resp. 11b, 12b zijn in hun aansluitviak 17 met één of meer niet lossende verbindingen 24, 20 bijvoorbeeld een zwaluwstaart, aan elkaar gekoppeld. Zoals reeds is gezegd, is het kopvlak 15 van de deelkern ingericht als aansluitviak voor een andere hiermede samenwerkende kern of deelkern. De deel-kernen 13 en 13b bezitten bovendien een cilindrisch gedeelte, welk gedeelte 25 dient voor het vormen van de holte van de aansluitmof 25 of -spieëind van het bochtstuk 14. De deelkernen worden op een bekende wijze in en uit de vormholte van de matrijs 16 geschoven bij elke persslag van de matrijs. Door de nok 20 met de leidgroef 19 behoeft de vormcomponent 12a resp. 12b niet afzonderlijk te worden aangedreven, omdat de niet lossende verbinding 24 deze vormcompo-30 nent automatisch de leidbaan 19 laat volgen bij de beweging van de vormkernen.
Een vormstuk 14 met een gebogen holte, in het bijzonder 8100011 - 9 - een pijpbochtstuk van spuitgietmateriaal, waarvan de inwendige holte met behulp van één of meer deelkernen is vervaardigd, heeft dan ook de bijzondere eigenschap dat de configuratie van de gebogen holte geheel aan de ideale verkozen vorm kan zijn aangepast en het bij-5 zondere van dit vormstuk is, dat de inwendige holte aan twee tegenover elkaar liggende zijden een tekening van een scheidingsnaad als gevolg van het sluitvlak 17 van een deelkern bezit, welke tekening in het verloop van de bocht zich uitstrekt tussen twee op een afstand van elkaar gelegen doorsneden en de afstand tussen de beide 10 tekeningen in de ene dwarsdoorsnede groter is dan in de andere doorsnede. Voorts bezit het vormstuk bij een ongeveer in het midden van de holte liggende dwarsdoorsnede een tekening van de sluitnaad 15 tussen twee deelkernen 13a en 13b aan weerszijden waarvan spiegel-symmetrische tekeningen van scheidingsnaden 17 van vormcomponenten 15 van deelkernen aanwezig ijn. Hierbij is aan de ingang van de holte een aansluitmof aangebracht, waarvan de binnenwand van de aansluit-mof een tekening van een scheidingsnaad 17 van twee vormcomponenten van een deelkern 13a resp. 13b bezit.
Het bochtstuk volgens de uitvinding bezit bovendien 20 een uitvoering, die in het bijzonder is gekenmerkt door een gebogen holte met in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede, door een Z-lengte (zie hiervoor fig. 1), waarbij 0,5 D<Z^1,2 D is en door een krom-mingsradius R, waarbij Z^R^2 Z en 0,5 D<RO,5 D is.
/ 8 1 000 1 1

Claims (15)

1. Deelkern met ten opzichte van elkaar verplaatsbare vormcomponenten voor een holte in een vormstuk, in het bijzonder een pijpbochtstuk, met het kenmerk, dat tenminste één van de vormcomponenten volgens het gebogen verloop van de holte 5 evenwijdig aan de hartlijn van het vormstuk verplaatsbaar is uitgevoerd.
2. Deelkern volgens conclusie 1, te gebruiken bij een spuitgietmatrijs voor vormstukken voorzien van een of meer holten met een gebogen verloop, waarbij de vormcomponenten van de deelkern 10 volgens onderling verschillende bewegingstrajecten uit de vormholte van de spuitgietmatrijs beweegbaar zijn, met het kenmerk, dat de evenwijdig aan de hartlijn van het vormstuk Volgens een gebogen traject) beweegbare vormcomponent de bewegingsbaan van de andere vormcomponent volgt, waartoe de beide vormcomponenten met 15 een hellend ten opzichte van de bewegingsbaan verlopend vide op elkaar aansluiten.
3. Deelkern volgens conclusies 1 en 2, m e t het kenmerk, dat een tenminste een gedeelte van een binnenbocht van de gebogen holte bepalende vormcomponent verplaatsbaar is langs 20 een traject met een gebogen gedeelte dat aan de bocht van de holte is aangepast en dat de vormcomponent die tenminste een gedeelte van een buitenbocht van de holte bepaalt, tenminste tijdens het doorlopen van een gedeelte van zijn bewegingstraject de beweging van de vormcomponent voor de binnenbocht volgens een gebogen traject even-25 wijdig aan de hartlijn van het vormstuk toelaat.
4. Deelkern volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de evenwijdig aan de hartlijn van 8 1 0 0 0 1 1 - 11 - * het vonnstuk (volgens een gebogen traject) verplaatsbare vormcompo-nent een gedeelte met een beschrijvende lijn bezit, die volgens de kleinste kromtestraal van de holte van het vormstuk is gebogen en samenwerkt met een leibaan waarvan een gedeelte is gebogen volgens 5 een baan evenwijdig aan opeenvolgende punten van een kromtestraal waarop de grootste dwarsafmetingen loodrecht op deze kromtestraal en loodrecht op het buigingsvlak in de vormcomponent aanwezig zijn.
5. Deelkern volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de vormcomponent voor de binnenbocht tenminste een 10 leidnok bezit, die past in een leidgroef voorzien van een gebogen gèdeeite.
6. Deelkern volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het gebogen gedeelte van de leidgroef overgaat in een rechtlijnig gedeelte.
7. Deelkern met spuitgietmatrijs van een of meer van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de leidgroef is aangebracht in tenminste een van de matrijshelften.
8. Deelkern met spuitgietmatrijs volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de leidgroef is aangebracht in 20 een sluitvlak van een matrijshelft ingelaten kamer.
9. Deelkern volgens een of meer van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de vormcomponent voor de binnenbocht van het vonnstuk op een buiten dit vormstuk liggende plaats van een zich zijdelings van de vormcomponent uitstrekkende nok of 25 kam is voorzien waarop de leidnok is aangebracht welke kam of nok samenwerkt met een leidvlak in de matrijs dat evenwijdig loopt aan de hartlijn van het vormstuk en evenwijdig met de leidgroef in een van de matrijshelften. 81 000 1 1 - 12 -
10. Deelkern volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de beide vormcomponenten in hun aansluitvlak met een of meer niet lossende verbindingen aan elkaar gekoppeld zijn.
11. Deelkern volgens een of meer van de conclusies 1-10, 5 met het kenmerk, dat het kopvlak van de deelkern is ingericht als afdichtingsvlak voor een andere hiermede samenwerkende, bij voorkeur niet rakende kern of deelkern.
12. Vormstuk met gebogen holte, in het bijzonder een pijpbochtstuk van spuitgietmateriaal waarvan de inwendige holte met 10 behulp van een of meer deelkernen is vervaardigd, met het kenmerk, dat de inwendige holte aan twee tegenover elkaar liggende zijden een tekening van een scheidingsnaad van een deelkern bezit, welke tekening in het verloop van de bocht zich uitstrekt tussen twee op een afstand van elkaar gelegen doorsneden en de af-15 stand tussen de beide tekeningen in de ene doorsnede groter is dan in de andere doorsnede.
13. Vormstuk volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat een ongeveer in het midden van de holte liggende dwarsdoorsnede een tekening van de sluitnaad tussen twee deelkernen be- 20 zit, aan weerszijden waarvan spiegelsymmetrische tekeningen van scheidingsnaden van vormcomponenten van deelkernen.
14. Vormstuk volgens conclusie 12, waarbij aan de ingang van de holte een aansluitmof is aangebracht, met het kenmerk, dat de binnenwand van de aansluitmof een tekening van een 25 scheidingsnaad van twee vormcomponenten van een deelkern bezit.
15. Vormstuk met gebogen holte, in het bijzonder een pijpbochtstuk van spuitgietmateriaal waarvan de inwendige holte met 8100011 - 13 - behulp van een of meer deelkernen is vervaardigd, gekenmerkt door een gebogen holte met in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede door een Z-lengte, waarbij 0,5 D<Z<1,2 D is en door een krommingsradius R, waarbij Z^R^2 Z en 0,5 D< R <1,5 D is. % 8 1 00 0 1 1
NL8100011A 1981-01-05 1981-01-05 Deelkern voor een gebogen holte van een vormstuk en vormstuk voorzien van een gebogen holte. NL8100011A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8100011A NL8100011A (nl) 1981-01-05 1981-01-05 Deelkern voor een gebogen holte van een vormstuk en vormstuk voorzien van een gebogen holte.
EP19820200004 EP0055993A1 (en) 1981-01-05 1982-01-04 A split core and a process for manufacturing a moulded product

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8100011 1981-01-05
NL8100011A NL8100011A (nl) 1981-01-05 1981-01-05 Deelkern voor een gebogen holte van een vormstuk en vormstuk voorzien van een gebogen holte.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8100011A true NL8100011A (nl) 1982-08-02

Family

ID=19836819

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100011A NL8100011A (nl) 1981-01-05 1981-01-05 Deelkern voor een gebogen holte van een vormstuk en vormstuk voorzien van een gebogen holte.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0055993A1 (nl)
NL (1) NL8100011A (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH654764A5 (de) * 1982-03-10 1986-03-14 Fischer Ag Georg Metallischer kernzug.
GB9308418D0 (en) * 1993-04-23 1993-06-09 Int Radiator Services Ltd Moulding
ES2147482B1 (es) * 1997-01-10 2001-05-01 Tauvi Sa Noyo para moldeado de un codo en el interior de un molde y procedimiento para dicho moldeado.
DE19956877C1 (de) * 1999-11-26 2001-03-08 Cts Fahrzeug Dachsysteme Gmbh Verfahren zur Herstellung eines Gussteils, insbesondere eines Gussteils für ein Cabriolet-Fahrzeugdach
US7160497B2 (en) * 2002-11-12 2007-01-09 Entegris, Inc. Process and apparatus for molding polymer fittings
JP2006289668A (ja) * 2005-04-07 2006-10-26 Calsonic Kansei Corp 樹脂射出成形装置及び筒状樹脂部品
FR2962768B1 (fr) * 2010-07-16 2014-09-12 Mann & Hummel Gmbh Procede de moulage du corps d'un collecteur d'admission d'air pour moteur a combustion interne en matiere plastique
CN105773920A (zh) * 2016-04-27 2016-07-20 深圳市沃尔核材股份有限公司 一种口小肚子大或拐弯产品的生产模具及生产方法
CN107695304A (zh) * 2017-10-10 2018-02-16 桐城市文才管业有限公司 一种弯管制造方法

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE840577C (de) * 1943-07-29 1952-06-03 Daimler Benz Ag Giessform fuer gekruemmte Gussstuecke, insbesondere Rohrkruemmer
DE1114027B (de) * 1954-04-09 1961-09-21 Guenther Spelsberg K G Mehrteilige Spritzgussform zur Herstellung von Hohlkoerpern aus thermoplastischem Kunststoff
DE2200740A1 (de) * 1972-01-07 1973-07-12 Rudolf Messerschmitt Kg Kern fuer rohrboegen aus kunststoff

Also Published As

Publication number Publication date
EP0055993A1 (en) 1982-07-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6388620B2 (ja) 曲管構造
NL8100011A (nl) Deelkern voor een gebogen holte van een vormstuk en vormstuk voorzien van een gebogen holte.
US3987144A (en) Method for the removal of a mold core from an injection molded plastic duct section
US2599439A (en) Sheathed razor blade holder
KR101956655B1 (ko) 운동 전달 장치, 성형용 금형 및 기계류
US10549459B2 (en) Ejection device comprising a chain of sliding links
JP6152064B2 (ja) 曲管構造
US4742990A (en) Gate valve
US11577436B2 (en) Mold assembly for injection molding of a plastic pipe fitting and injection molded pipe fitting made of plastics
JP6422610B1 (ja) 管継手の製造装置
US20040164258A1 (en) Roller pincher for setting the regulation cross-section of a flexible tubing
RU2634813C2 (ru) Погружной разливочный стакан
CN210676521U (zh) 一种打凸点装置
JP5819588B2 (ja) 押出し成形装置及び押出し成形方法
CN210880683U (zh) 一种滑块机构及其抽芯装置
US4068962A (en) Cable or rope clamp
CN210415306U (zh) 用于汽车流水槽外观件表面质量研究的注塑模
TWI763949B (zh) 彎曲成形模具
EP0597813A1 (en) Liquid driven hammer machine
JP3584530B2 (ja) 可変断面押出用ダイスおよび可変断面押出成形方法
CN114379031B (zh) 一种自回位斜顶机构
NL7907127A (nl) Kunststofbuisdeel met zelfcentrerend vasthoudorgaan.
BE1005597A3 (nl) Soepele slang aan te sluiten op een toestel voor het doorvoeren van een fluidum.
CN115999041A (zh) 滚轮夹
RU2087224C1 (ru) Головка кабельного пресса

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed