BE1005597A3

BE1005597A3 - Soepele slang aan te sluiten op een toestel voor het doorvoeren van een fluidum.

Info

Publication number: BE1005597A3
Application number: BE9200004A
Authority: BE
Original assignee: Plastiflex Europ N V
Priority date: 1992-01-03
Filing date: 1992-01-03
Publication date: 1993-11-16

Abstract

De uitvinding betreft een soepele slang, aan te sluiten op een toestel voor het doorvoeren van een fluïdum, zoals lucht of perslucht voor het transporteren van stoffen zoals o.m. kleine vaste stoffen of korrels, gekenmerkt doordat de wand van de soepele slang (1,2) wordt gevormd door minstens één spiraalvormig flexibel hol profiel (3, 3').

Description

"Soepele slang aan te sluiten op een toestel voor het doorvoeren van een fluidum"
Deze uitvinding heeft betrekking op een soepele slang, aan te sluiten op een toestel voor het doorvoeren van een fluïdum, zoals lucht of perslucht voor het transporteren van stoffen zoals o. m. kleine vaste stoffen of korrels.

Met het oog op bijzondere toepassingen, die meer bepaald op stofzuigers zijn gericht, heeft men reeds dergelijke soepele slangen voorzien van een uitwendige leiding voor het toevoeren van een vloeistof zoals een reinigingsvloeistof. Meestal loopt een dergelijke leiding, waarvan de diameter aanzienlijk kleiner is dan deze van de soepele slang zelf, aan de buitenomtrek hiervan. Een dergelijke leiding kan ook binnenin de slang worden aangebracht.

De mogelijkheid bestaat ook twee slangen met verschillende buitendiameter in elkaar te schuiven waarbij de leiding voor het toevoeren van de vloeistof dan in de ruimte tussen de twee slangen loopt. Deze oplossingen hebben als nadeel dat zij duur uitvallen. Het aanbrengen van een kleine leiding aan de buitenzijde van de grote slang is weinig esthetisch.

Een dergelijke kleine leiding kan ook blijven haken en zelfs scheuren. Het aanbrengen van de kleine leiding tussen de twee slangen zoals hierboven uiteengezet, is technisch moeilijk en maakt de noodzakelijke koppelstukken aan de uiteinden ingewikkeld en duur.

De uitvinding heeft nu tot doel deze en andere bekende nadelen van de tot nog toe bekende

slangen te vermijden en een oplossing te verschaffen die technisch betrouwbaar is en functioneel uitstekende resultaten oplevert.

Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken, wordt de wand van de soepele slang door minstens een spiraalvormig flexibel hol profiel gevormd.

In een bij voorkeur toegepaste verwezenlijkingsvorm van de uitvinding vormt hogerbedoeld spiraalvormig, flexibel hol profiel de eigenlijke wand van de soepele slang.

Volgens een eerste mogelijke uitvoeringsvorm is hogerbedoeld spiraalvormig, flexibel hol profiel ééngangig.

Volgens een andere mogelijke uitvoeringsvorm is hogerbedoeld spiraalvormig, flexibel hol profiel meergangig.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vormen van een soepele slang waarvan de wand gevormd wordt door minstens een spiraalvormig, flexibel hol profiel.

In een bij wijze van voorbeeld beschreven verwezenlijkingsvorm vertoont hogerbedoeld flexibel hol profiel, volgens een dwarsdoorsnede, een gesloten kamer met een zijde die in de gebruiksstand de wand van de slang vormt en verlengd wordt met een Lvormige vleugel waarvan een been zieh, steeds in de gebruiksstand beschouwd, haaks of nagenoeg haaks ten opzichte van de hartlijn van de slang uitstrekt, terwijl diametraal tegenover deze L-vormige vleugel een gelijkaardige L-vormige vleugel bij bedoelde kamer aansluit met een been gericht naar de reeds genoemde hartlijn van hogerbedoelde slang.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vormen van een soepele slang

waarvan de wand gevormd wordt door minstens een spiraalvormig, flexibel hol profiel.

Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een soepele slang aan te sluiten op een toestel voor het doorvoeren van een fluidum en andere stoffen, volgens de uitvinding.

Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en is niet beperkend voor de uitvinding. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

Figuur 1 is gedeeltelijk een zijaanzicht, gedeeltelijk een langsdoorsnede van de slang volgens de uitvinding (eengangige uitvoering).

Figuur 2 is een analoog zieht met betrekking tot een variante, namelijk een tweegangige uitvoering.

Figuur 3 vertoont in doorsnede en volgens een sterk vergrote schaal een flexibel hol profiel volgens de uitvinding.

Figuren 4 en 5 zijn vooraanzichten op de slangen volgens de figuren 1 en 2.

Figuur 6 is een zijaanzicht van een koppelstuk.

Figuur 7 is een zijaanzicht van een uiteinde van een soepele slang volgens de uitvinding.

Figuur 8 is een langsdoorsnede door het koppelstuk volgens figuur 6.

Figuur 9 is een zijaanzicht op een uiteinde van een soepele slang volgens de uitvinding met daarin voorziene langwerpige opening.

Figuur 10 vertoont, volgens een zijaanzicht, een uiteinde van de slang zoals afgebeeld in figuren 9 gemonteerd in een koppelstuk volgens figuur 6.

Figuur 11 vertoont in zijaanzicht een afgewerkt koppelstuk met daarin gelagerd een uiteinde van een slang volgens de uitvinding.

Figuur 12 is een doorsnede volgens de lijn XII-XII uit figuur 11.

De soepele slang volgens deze figuren wordt dus op zichzelf gevormd door een spiraalvormig flexibel hol profiel.

Door het aan elkaar lassen van de in contact komende delen van een dergelijk hol profiel ontstaat een slang 1 (figuur 1) of een slang 2 (figuur 2). De slang 1 wordt gevormd door een ééngangig flexibel profiel 3 waarvan een doorsnede op grotere schaal door figuur 3 wordt voorgesteld.

Met de uitdrukking"eengangig"wordt bedoeld dat de slang 1 ontstaat door de wikkeling van een hol profiel voor het doorvoeren van een fluïdum, bijvoorbeeld doch niet noodzakelijk lucht of perslucht voor het vervoeren van stoffen zoals o. m. kleine vaste stoffen of korrels. Met de uitdrukking"tweegangig" wordt bedoeld een soepele slang die ontstaat door de wikkeling van dubbel flexibel hol profiel 3'of een tweevoudig flexibel hol profiel. Met een dergelijk dubbelgangig hol profiel 3'ontstaan naast elkaar gewikkelde spiraalvormige gangen die, hetzij dezelfde, hetzij verschillende vloeistoffen kunnen laten circuleren. Terloops kan gewezen worden op het feit dat een hol profiel kan gebruikt worden voor het opbergen van een of meer electrische leidingen.

Benevens vloeistof kan in deze leiding ook een lucht circuleren. De keuze hiervoor hangt af van de bestemming van de soepele slang. Een soepele slang met uitstekende eigenschappen ontstaat door gebruikmaking van holle profielen 3 of 3'met een dwarsdoorsnede volgens figuur 3 waarbij men in het midden de kamer 4 aantreft en een

vleugel 5 die in het verlengde loopt van de wand 4'van de kamer 4, terwijl zieh een been 6 uitstrekt haaks of nagenoeg haaks op de hartlijn van de slang die ontstaat door de spiraalvormige wikkeling van de profielen 3 of
EMI5.1
3'.

Diametraal tegenover de vleugel 5 en het been 6 komen een gelijkaardige vleugel 5'en een been 6'voor. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 zijn de afmetingen van vleugel 5'en been 6'iets kleiner dan deze van de eerstgenoemde vleugel 5 met daarbij aansluitend been 6. Het is duidelijk dat dit ook andersom zou kunnen zijn. Door nu gebruik te maken van een of andere lastechniek kunnen dus de holle profielen 3 of alternatief 3'zo onder elkaar worden verbonden dat een continue slang ontstaat waarvan de figuren 1 en 2 een duidelijk beeld geven. Andere doorsnedes zijn mogelijk voor zover zij het samenlassen van de naast elkaar voorkomende delen mogelijk maken.

Een soepele slang voor een stofzuiger of een gelijkaardig toestel kan dus worden verwezenlijkt door de spiraalvormige opwinding en het aaneen verbinden van naast elkaar gelegen delen behorende tot bij elkaar aansluitende holle profielen.

Om de uiteinden van de volgens de uitvinding geproduceerde slang met een stofzuiger of een gelijkaardig toestel enerzijds, en met een zuigkop anderzijds, te verzekeren, worden deze uiteinden in koppelstukken 7 geschoven. Een dergelijk koppelstuk kan bijvoorbeeld inwendig een cilindrisch buisgedeelte 8 met schuin geslepen uiteinde 8'vertonen. Een uiteinde van de soepele slang 3 of 3'kan dan in de cilindervormige ruimte 9 tussen de wand 7'van een koppelstuk 7 en het uiteinde 8'worden geschoven en op een of andere wijze gekleefd of althans vast verankerd, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een verhardend

bindmiddel 10. Ook kan de verbinding van het koppelstuk rechtstreeks op de slang ontstaan.

Zijdelings vertoont de wand 7'van het koppelstuk een radiale opening 11 met bij voorkeur rechthoekige afmetingen. Nabij het uiteinde van de soepele slang is in het hol profiel een langwerpige opening 12 uitgespaard waardoorheen een buisje 13 kan worden geschoven die ter bevestiging in de soepele slang kan worden omringd door een verhardende massa 14. Het is uiteraard ook mogelijk de langwerpige opening 12 en het daarmede gekoppeld buisje 13 niet ter hoogte van het koppelstuk te voorzien maar wel op een afstand hiervan zodat dan zijdelings geen radiale opening in het koppelstuk moet worden voorzien.

Uit de hierboven gegeven beschrijving van de soepele slang volgens de uitvinding blijken de zeer grote voordelen die kunnen worden verwacht zowel bij het in gebruik nemen van een dergelijke slang, dan wel bij het vervaardigen daarvan.

Het moet duidelijk worden onderstreept dat alhoewel de uitvinding voorzien wordt als een onderdeel van een stofzuiger waarbij een shampoomiddel aan het mondstuk van de soepele slang kan worden toegevoegd, de uitvinding uiteraard toepassing vindt in talloze andere domeinen, zoals reeds in de aanhef uiteengezet.

Claims

CONCLUSIES 1. Soepele slang, aan te sluiten op een toestel voor het doorvoeren van een fluïdum, zoals lucht of perslucht voor het transporteren van stoffen zoals o. m. kleine vaste stoffen of korrels, met het kenmerk dat de wand van de soepele slang (1, 2) wordt gevormd door minstens een spiraalvormig flexibel hol profiel (3, 3').

2. Soepele slang volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoeld spiraalvormig flexibel hol profiel (3, 3') de eigenlijke wand ervan vormt.

3. Soepele slang volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoeld spiraalvormig, flexibel hol profiel (3, 3') op de buitenwand van de slang (5) is aangebracht.

4. Soepele slang volgens een van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk dat hogerbedoeld spiraalvormig flexibel hol profiel (3, 3') eengangig EMI7.1 is.

5. Soepele slang volgens een van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk dat hogerbedoeld spiraalvormig flexibel hol profiel (3, 3') meergangig, bijvoorbeeld tweegangig, is.

6. Soepele slang volgens een van de conclusies 1 - 5, met het kenmerk dat hogerbedoeld spiraalvormig flexibel hol profiel (3, 3') volgens een dwarsdoorsnede een gesloten kamer (4) vertoont met een zijde (4') die, in de gebruiksstand, de binnenwand van de slang vormt en verlengd wordt door een L-vormige vleugel (5) waarvan een been (6) zich, steeds in de gebruiksstand beschouwd, haaks of nagenoeg haaks ten opzichte van de hartlijn van de slang (1, 2) uitstrekt, terwijl diametraal tegenover deze L-vormige vleugel een gelijkaardige L-vormige vleugel (5') bij hogerbedoelde kamer (4) aansluit met een been (6') gericht naar de <Desc/Clms Page number 8> 7.

Werkwijze voor het vormen van een spiraalvormig flexibel hol profiel, met het kenmerk dat men bedoeld profiel spiraalvormig wikkelt en de tegen elkaar aanliggende profieldelen onder elkaar door een lastechniek verbindt.

8. Werkwijze voor het vormen van een soepele slang waarvan de wand gevormd wordt door minstens een spiraalvormig flexibel hol profiel, met het kenmerk dat hogerbedoeld spiraalvormig hol profiel door een of andere extrusietechniek wordt bekomen.