NL8003639A

NL8003639A - Schuifdak.

Info

Publication number: NL8003639A
Application number: NL8003639A
Authority: NL
Original assignee: Vermeulen Hollandia Octrooien
Priority date: 1980-06-24
Filing date: 1980-06-24
Publication date: 1982-01-18
Also published as: AU540180B2; DE3124325C2; DE3124325A1; NL179196B; AU7167881A; GB2078295B; NL179196C; ZA813909B; GB2078295A; US4407541A

Description

/ » * N/29.501-Jb/hf λ

Schuifdak.

De uitvinding heeft betrekking op een schuifdak voor een voertuig, voorzien van een paneel, dat in de voorste stand een opening in het vaste dak afsluit en dat, door het bedienen van een verstelorgaan, onder het oplichten van de 5 achterrand gedeeltelijk tot buiten de dakopening in standen boven het vaste dak verplaatsbaar is, waarbij het paneel nabij zijn voorrand scharnierend om een horizontale dwarsas is ondersteund door ten minste één voorste steun, die in de langsrichting van het voertuig heen en weer verplaatsbaar is, 10 terwijl het paneel voorts achterwaarts van de voorste steun verzwenkbaar in ingrijping is met tenminste één dwarspen aan het bovenste uiteinde van een hefboom, die aan zijn onderste uiteinde scharnierend om een horizontale, in de dwarsrich-ting van het voertuig verlopende, rotatieas is ondersteund.

15 In een bekende uitvoering van een dergelijk schuif dak zijn twee hefbomen aan hun onderste uiteinde door een tussenliggende, draaibaar gelegerde, in de dwarsrichting verlopende, verbindingsstang stijf met elkaar verbonden. Het verstelorgaan grijpt op deze verbindingsstang aan en bewerk-20 stelligt een hoekverdraaiing van deze verbindingsstang voor het verplaatsen van het paneel. Teneinde het mogelijk te maken, het paneel in elke stand te kunnen blokkeren, grijpt op de verbindingsstang voorts een remorgaan aan.

Dit bekende schuifdak vertoont verschillende voor-25 delen ten opzichte van het eveneens bekende type schuifdak, waarbij het paneel voor het verplaatsen naar een geheel of gedeeltelijk geopende stand eerst met zijn achterrand omlaag wordt verplaatst en vervolgens onder het vaste dak wordt geschoven. In de eerste plaats is zijn constructie eenvoudiger 30 en goedkoper en kan dit schuifdak ook worden toegepast, indien het voertuig slechts een kort vast dakgedeelte achter de opening bezit. Voorts wordt door dit bekende schuifdak geen hoogteverlies in het voertuig veroorzaakt. Anderzijds vertoont het bekende schuifdak van de in de aanhef genoemde 35 soort evenwel het grote nadeel ten opzichte van de schuif-daken, waarbij het paneel onder het vaste dak schuifbaar is, dat zelfs in de achterste stand van het paneel het gedeelte van de opening, dat aan de voorzijde door het paneel wordt 800 3 6 39

- V

- 2 - vrijgegeven, slechts smal is.

De onderhavige uitvinding beoogt een schuifdak voor een voertuig te verschaffen, dat de voordelen van de beide in het voorgaande beschreven schuifdakuitvoeringen in 5 belangrijke mate in zich verenigt.

Hiertoe wordt het schuifdak van de in de aanhef genoemde soort daardoor gekenmerkt, dat het verstelorgaan op de voorste steun aangrijpt en deze, voor het verplaatsen van het paneel, in de langsrichting van het voertuig verschuift, 10 terwijl de dwarspen aan het bovenste hefboomuiteinde verdraaibaar en verschuifbaar is in een, onder het paneel gevormde sleuf, waarbij, bij het verplaatsen van het paneel vanuit de voorste stand, de hefboom een door een aanslag bepaalde stand bereikt, waarna de zwenkpen de sleuf doorloopt; 15 en vice versa.

Volgens de uitvinding kan het schuifdak derhalve veel verder achterwaarts worden verplaatst, waarbij het gedeelte van de opening, dat aan de voorzijde door het paneel wordt vrijgegeven, afhankelijk van de gekozen lengte van de 20 sleuven, zeer groot kan zijn.

In een constructief eenvoudige uitvoering van het schuifdak volgens de uitvinding is onder het paneel aan weerszijden een in de langsrichting van het voertuig verlopend profiel bevestigd, waarbij deze twee profielen elk scharnie-25 rend zijn verbonden met een bijbehorende voorste steun en elk van een sleuf zijn voorzien, waarmede een dwarspen aan een, aan de betreffende zijde gelegerde, hefboom in ingrijping is.

Hierbij kunnen de voorste steunen elk heen en 30 weer verplaatsbaar zijn over een in de langsrichting van het voertuig verlopende holle leidstang, die een langsgleuf bezit, waardoor een lip van de samenwerkende voorste steun naar binnen steekt, terwijl het verstelorgaan door middel van flexibele druk-trek-kabels, welke vanaf het achterste open 35 uiteinde in de leidstangen zijn gevoerd, op de lippen van de voorste steunen aangrijpt.

Door toepassing van een verstelorgaan met ingebouwd remorgaan zal het paneel in elke willekeurige stand met voldoende kracht worden vastgehouden, zodat het tijdens 800 3 6 39 < * - 3 - het rijden van het voertuig, .zonder ratelen of andere hinderlijke geluiden zijn ingenomen stand blijft behouden.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden van 5 een schuifdak volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een gedeeltelijk bovenaanzicht van een eerste uitvoering van het schuifdak volgens de uitvinding, waarbij het paneel is weggelaten.

Fig. 2 is een doorsnede volgens het vlak II - II 10 in fig. 1 op grotere schaal.

Fig. 3 is een doorsnede volgens het vlak III - III in fig. 1 op grotere schaal.

Fig. 4 is een doorsnede volgens het vlak IV - IV in fig. 1 op grotere schaal.

15 Fig. 5, 6 en 7 zijn met fig. 4 overeenkomende door sneden, waarbij het schuifdak evenwel verschillende andere standen inneemt.

Fig. 8 en 9 zijn doorsneden van een enigszins gewijzigd uitgevoerd schuifdak volgens de uitvinding in de voor-20 ste respectievelijk de achterste stand.

In de fig. 1 - 7 is een eerste uitvoeringsvoor-beeld weergegeven van een schuifdak voor een voertuig, dat is voorzien van een paneel 1, dat in de voorste stand een opening 2 in het vaste dak 3 afsluit en dat, onder het oplichten 25 van de achterrand 4, in een schuine stand achterwaarts, gedeeltelijk tot buiten de dakopening 2, in standen boven het vaste dak 3 verplaatst kan worden.

’ Hiertoe is aan weerszijden onder het paneel 1 een in de langsrichting van het voertuig verlopend hoekprofiel 5 30 onder tussenschakeling van elastische ringen.6 aangebracht.

Elk hoekprofiel 5 is aan zijn voorste uiteinde scharnierend om een horizontale dwarsas 7 ondersteund door een voorste steun 8, die over een, in de langsrichting van het voertuig verlopende, door de gootvormige verdieping van een montage-35 frame 9 ondersteunde holle leidstang 10 heen en weer kan worden verplaatst. Elk der beide holle leidstangen 10 bezit een langsgleuf 11, waardoor een lip 12 van de samenwerkende voorste steun 8 naar binnen steekt. Een verstelorgaan 13 (fig. 4) is verdraaibaar op de achterregel van het montage- 800 3 6 39

*W V

- 4 - frame 9 aangebracht en verstelt bij verdraaiing een aandrijf-rad 14, dat met twee flexibele druk-trek-kabels 15 in ingrij-ping is. Deze kabels 15 verlopen eerst in de gootvormige verdieping van het montageframe 9 in de dwarsrichting van het 5 voertuig in tegengestelde zin en vervolgens in de langsrich-ting van het voertuig naar voren, waarbij ze vanaf het achterste open uiteinde in de holle leidstangen 10 zijn gevoerd en op de lippen 12 van de voorste steunen 8 aangrijpen.

De hoekprofielen 5 bezitten voorts in hun achter-10 ste gedeelte elk een sleuf 16, waarin een dwarspen 17 verdraaibaar en verschuifbaar grijpt. Elke dwarspen 17 is bevestigd aan het bovenste uiteinde van een hefboom 18, die aan zijn onderste uiteinde vrij scharnierend is gelegerd op een hoekstuk 19, dat in de gootvormige verdieping van het montage-15 frame 9 is bevestigd. De rotatieassen 20 van de beide hefbomen 18 liggen in eikaars verlengde en verlopen horizontaal in de dwarsrichting van het voertuig. Op elk der beide dwars-pennen 17 werkt een veer 21 in, die aan zijn achterste uiteinde aan het bijbehorende hoekprofiel 5 is bevestigd en die 20 de dwarspen 17 in de richting van het oplopende achterste uiteinde 22 van de bijbehorende sleuf 16 belast.

Voor het achterwaarts verplaatsen van het paneel 1 vanuit de in fig. 4 weergegeven voorste of gesloten stand, waarin de hefbomen 18 vanaf hun rotatieassen 20 onder een 25 kleine hoek met het horizontale vlak in voorwaartse richting verlopen, wordt het verstelorgaan 13 verdraaid in een zodanige zin, dat de beide flexibele druk-trek-kabels 15 de voorste steunen 8 in achterwaartse richting over de holle leidstangen 10 verplaatsen. Hierbij blijven de dwarspennen 17 eerst onder 30 invloed van de veren 21 met het achterste uiteinde 22 van de sleuven 16 in ingrijping en verzwenken de hefbomen 18 omhoog en vervolgens voorbij hun verticale stand weer omlaag, waarbij achtereenvolgens de standen volgens de fig. 5 en 6 worden ingenomen.

35 De hefbomen 18 dragen elk een aanslag 23, welke in de voorste stand van het paneel*in een onderste uitsparing 24 in de onderrand van het bijbehorende hoekprofiel 5 ligt, (fig. 1) en welke in een naar achteren hellende stand van de bijbehorende hefboom 18 opnieuw met de onderrand van het be- 8003639 Ύ V- - 5 - treffende hoekprofiel 5 in ingrijping komt (fig. 6).

Bij een verdere achterwaartse verplaatsing van de voorste steunen 8 over de holle leidstangen 10 door middel van het verstelorgaan 13 en de kabels 15, zullen de dwarspen-5 nen 17 de sleuven 16 in de hoekprofielen 5, tegen de werking van de veren 21 in, doorlopen, waarbij de hefbomen 18 nog iets verder achterwaarts omlaag verzwenken. Nadat de dwarspennen 17 het voorste uiteinde van de sleuven 16 hebben bereikt, is geen verdere achterwaartse verplaatsing van het paneel 1 meer 10 mogelijk en heeft dit paneel 1 derhalve zijn achterste eindstand bereikt. In deze achterste eindstand verloopt het paneel 1 onder een zeer kleine hoek met het horizontale vlak. Deze hoek is bij voorkeur kleiner dan 10°. Hierdoor wordt bereikt, dat het paneel 1 op betrekkelijk geringe hoogte boven hét vas-15 te dak 3 verloopt, hetgeen aërodynamisch gunstig is.

De voorrand van de opening 2 in het vaste dak 3 en de voorrand 25 van het paneel 1 liggen in de achterste stand van het paneel 1 op een aanzienlijke afstand van elkaar, zodat aan de voorzijde van het paneel 1 een grote ventilatie-20 opening wordt vrijgegeven. Door het toepassen van lange sleuven 16 wordt het mogelijk, een zeer grote maximale ventilatieopening te verkrijgen.

Voor het weer naar voren, naar de gesloten stand, verplaatsen van het paneel 1 wordt het verstelorgaan 13 in 25 tegengestelde zin verdraaid, waardoor de flexibele druk-trek-kabels 15 de voorste steunen 8 voorwaarts drukken, de dwarspennen 17 de sleuven 16 doorlopen en de hefbomen 18 vervolgens voorwaarts worden gezwenkt, totdat de aanslagen 23 in de onderste uitsparingen 24 in de onderranden van de hoekprofielen 30 5 worden opgenomen.

In de fig. 8 en 9 is een enigszins gewijzigd uitgevoerd schuifdak volgens de uitvinding afgebeeld. Bij dit schuifdak zijn geen aanslagen 23 aan de hefbomen 18 toegepast, doch werken deze hefbomen 18 samen met een voorste aanslag 26 35 en een achterste aanslag 27 aan de hoekstukken 19, waarmede de hefbomen 18 in hun voorste eindstand (fig. 8), respectievelijk in hun achterste eindstand (fig. 9) in ingrijping komen.

Volgens de uitvinding wordt een schuifdak voor 8003639 ♦ >- - 6 - een voertuig verschaft, dat een zeer eenvoudige en goedkope constructie bezit en dat door de toepassing van een verstel-orgaan 13 met ingebouwd remorgaan in iedere gewenste stand automatisch wordt vastgehouden.

5 Het paneel 1 kan uit glas, of uit een plaat door zichtig kunststofmateriaal bestaan, terwijl het als alternatief eveneens mogelijk is, dit paneel 1 uit andere materialen, bijvoorbeeld uit metaal, te vervaardigen.

Doordat het bedieningsmechanisme voor het verplaat-10 sen van het paneel 1 niet rechtstreeks op dit paneel 1 aangrijpt, kan het paneel 1 bijzonder gemakkelijk worden verwisseld en bijvoorbeeld door een paneel 1 uit een ander materiaal worden vervangen, zonder dat hiertoe nastelwerkzaamheden vereist zijn.

15 De uitvinding is niet beperkt tot de in de teke ning weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden gevarieerd.

800 3 6 39

Claims

1. Schuifdak voor een voertuig, voorzien van een paneel, dat in de voorste stand een opening in het vaste dak afsluit en dat, door het bedienen van een verstelorgaan, onder het oplichten van de achterrand gedeeltelijk tot buiten 5 de dakopening in standen boven het vaste dak verplaatsbaar is, waarbij het paneel nabij zijn voorrand scharnierend om een horizontale dwarsas is ondersteund door ten minste êên voorste steun, die in de langsrichting van het voertuig heen en weer verplaatsbaar is, terwijl het paneel voorts achter-10 waarts van de voorste steun verzwenkbaar in ingrijping is met ten minste ëên dwarspen aan het bovenste uiteinde van een hefboom, die aan zijn onderste uiteinde scharnierend om een horizontale, in de dwarsrichting van het voertuig verlopende, rotatieas is ondersteund, met het kenmerk, dat het 15 verstelorgaan op de voorste steun aangrijpt en deze, voor het verplaatsen van het paneel, in de langsrichting van het voertuig verschuift, terwijl de dwarspen aan het bovenste hefboom-uiteinde verdraaibaar en verschuifbaar is in een, onder het paneel gevormde, sleuf, waarbij, bij het verplaatsen van het 20 paneel vanuit de voorste stand, de hefboom een door een aanslag bepaalde stand bereikt, waarna de zwenkpen de sleuf doorloopt; en vice versa.

2. Schuifdak volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat onder het paneel aan weerszijden een in de 25 langsrichting van het voertuig verlopend profiel is bevestigd, waarbij deze twee profielen elk scharnierend zijn verbonden met een bijbehorende voorste steun en elk van een sleuf zijn voorzien, waarmede een dwarspen aan een, aan de betreffende zijde gelegerde, hefboom in ingrijping is.

3. Schuifdak volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de voorste steunen elk heen en weer verplaatsbaar zijn over een in de langsrichting van het voertuig verlopende holle leidstang, die een langsgleuf bezit, waardoor een lip van de samenwerkende voorste steun naar binnen 35 steekt, terwijl het verstelorgaan door middel van flexibele druk-trek-kabels, welke vanaf het achterste open uiteinde in de leidstangen zijn gevoerd, op de lippen van de voorste steu- 800 3 6 39 - 8 - nen aangrijpt.

4. Schuifdak volgens conclusie 2 of 3, ra e t het kenmerk, dat de hefbomen een aanslag dragen, die, voorafgaande aan het doorlopen van de sleuven door de dwars- 5 pennen, met de profielen in ingrijping komen.

5. Schuifdak volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat elk der beide profielen tevens een onderste uitsparing bezit, waarin de, door de bijbehorende hefboom gedragen aanslag, in de voorste stand van het paneel, is op- 10 genomen.

6. Schuifdak volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de hefbomen met stationaire aanslagen samenwerken, die hun voorste en achterste eindstand bepalen.

7. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op elke dwarspen een veer inwerkt, die de dwarspen in de richting van het achterste uiteinde van de samenwerkende sleuf belast.

8. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat elke sleuf een oplopend achterste uiteinde bezit.

9. Schuifdak volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paneel in zijn achterste eindstand een hoek met het horizontale vlak insluit, welke 25 kleiner dan 10° is.

10. Schuifdak volgens één der conclusies 3-9, met het kenmerk, dat aan weerszijden de leidstang en de hefboom op een gemeenschappelijke steunplaat zijn ondersteund. 800 3 6 39