NL8000208A - Verbeterde rollen voor gebruik in een produktiestelsel voor golfvezelplaat. - Google Patents

Description

•Λ Ν.Ο. 28601 1 <·»

Verbeterde rollen voor gebruik in een produktiestelsel voor golfvezelplaat.

De uitvinding beeft betrekking op verbeterde rollen voor gebruik in produktie- en verwerkingsmachines voor golfvezelplaat.

De rol volgens de uitvinding is bestemd om toegepast 5 te worden als geleidingsrol in een lijmstation van een golf-vezelplaèt machine, als belastingrol in een verwarmings-station, in een toevoerrolconfiguratie voor een roterende snijinrichting en in een toevoerrolconfiguratie in verwer-kingsmachines voor golfvezelplaat zoals afdrukinrichtingen, vouw-lijm-inrichtingen en roterende ponsmachines.

In het algemeen zullen de gegolfde gedeelten in enkel-zijdig of dubbelzijdig golfvezelplaat worden geplet of gedeformeerd wanneer de plaat wordt aangegrepen tussen rollen.

Deze neiging treedt bijzonder op wanneer de gebruikte buiten ^5 laag erg dun is.

Het is derhalve in de golfvezelplatindustrie een groot probleem om dergelijke deformatie van de gegolfde delen te voorkomen en de dikte van het golfvezelplaat, waar het juist om gaat, te handhaven.

20 In een lijmstation van een golfvezelplaatmachine voor het produceren van golfvezelplaten wordt een lijmrol toegepast voor het aanbrengen van lijm op de bovenuiteinden van de golvingen van een enkelzijdig gegolfde vezelplaatbaan die vanaf een voorafgaand station wordt toegevoerd. Boven de 25 lijmrol bevindt zich een zware geleidingsrol vervaardigd uit staal. De as van deze geleidingsrol wordt ondersteund door een hefboom die over het algemeen zodanig wordt ingesteld dat het materiaal liiht tegen de lijmrol wordt aangedrukt om te voorkomen dat er te weinig lijm of een ongelijkmatige hoe-50 veelheid lijm wordt opgebracht.

De geleidingsrol drukt tegen de materiaalbaan aan die zijde waar de ene buitenlaag zich bevindt. Naast de ongelijkmatigheid als gevolg van een zekere onregelmatigheid in de plooihoogte (het verschil tussen hoog en laag) ontstaan 55 tijdens het golf proces is ook het buitenlaagoppervlak niet gelijkmatig en zal dit oppervlak de neiging hebben om minder hoog uit te steken op die delen die toegekeerd zijn naar de 3000208 6 2 onderzijden van de golvingen dan bij die delen die naar de pieken ervan zijn toegekeerd. Verder staat de conventionele geleidingsrol over bet algemeen over een lijn of tangentiaal in contact met de materiaalbaan. De geleidingsrol is daarom 5 over bet algemeen zodanig ingesteld dat de onderzijde ervan contact maakt met de laagste gedeelten van de buitenlaag of zelfs ingesteld op een nog lagere positie om een zekere verlijming te bereiken. Het befboommechanisme dat de geleidingsrol ondersteunt is voorzien van een stopelement om te 10 voorkomen dat de geleidingsrol vanuit zijn vooringestelde positie nog verder daalt. De hefboom laat dus alleen een opwaartse beweging van de geleidingsrol toe, welk^echter te zwaar is om opwaarts te worden bewogen. Vanwege deze in bet bovenstaande beschreven configuratie worden de golvingen 15 meer of minder gedeformeerd wanneer de golfvezelplaatbaan wordt ingeklemd tussen de lijmrol en de geleidingsrol.

Omdat verder de conventionele geleidingsrol vervaardigd is uit staal en omdat de rol zodanig moet worden ingesteld dat het materiaal licht wordt aangedrukt bestaat er 20 de neiging om meer dan de noodzakelijke hoeveelheid lijm aan te brengen op de golftoppen. Dit betekent een verspilling van lijm terwijl verder de enkelzijdige golfbaan een te grote hoveelheid vocht absorbeerd.

Een bovenmatige absorptie van vocht is ongewenst om de 25 volgende redenen. Allereerst zal de golfvezelplaatbaan sterk verweken als gevolg van het teveel aan vocht waardoor het mogelijk is dat de golvingen nog sterker worden gedeformeerd wanneer het materiaal in een volgende stap tussen een aantal rollen passeert.

30 In de tweede plaats moet het materiaal een grotere hoeveelheid warmte absorberen in het verwarmingsstation dat volgt op het lijmstation. Dat betekent een groter verlies aan warmte-energie, uok moet het materiaal langer in het verwarmingsstation blijven. Daardoor wordt de snelheid van de 35 machine verminderd en derhalve de produktie per tijdseenheid verminderd. Verder moet de druk waarmee het materiaal tegen de verwarmingsplaten wordt aangedrukt worden opgevoerd om een betere warmte absorptie te verkrijgen. Ook hierdoor wordt de neiging tot deformatie van de golvingen sterker.

4-0 Ten derde zorgt een bovenmatige hoeveelheid vocht voor 8000208 .3 % een toenemende neiging tot kromtrekken van het golfvezel-plaat, hetgeen tot moeilijkheden in de machine kan leiden terwijl tevens een produkt met fouten wordt geproduceerd.

Zodra een andere buitenlaag wordt toegepast moet de 5- afstand tussen de lijmrol en de geleidingsrol opnieuw worden geregeld. Deze afregeling is erg lastig en vereist een hoge mate van vakmanschap. Deze hernieuwde afregeling van de afstand is eveneens vereist wanneer het diepe van de golving of de afstand tussen hoog en laag wijzigt. Daarom 10 wordt over het algemeen een combinatie van een geleidingsrol en een lijmrol met een vooraf ingestelde tussenafstand voorbereid voor elk type golving.

In het verwarmingsstation van de golfplaatmachine zijn een aantal belastingsrollen, vervaardigd uit staal, aange-15 bracht om de golfvezelplaatbaan aan te drukken tegen de ver warmingsplaten via een katoenen band voor een betere warm-tegeleiding. Elke belastingsrol is voorzien van een as die wordt ondersteund door een hefboom of een wig waarmee het mogelijk is om de op de materiaalbaan uitgeoefende druk in 20 te stellen.

Hoe groter de druk is die door de belastingsrollen op het materiaal wordt uitgeoefend hoe beter de verlijming en de hoe hoger te verwachten machinesnelheid kan zijn, maar tegelijkertijd wordt ook de mogelijkheid tot deformatie van de 25 golvingen groter. Omdat de belastingsrollen tegen het materiaal aandrukken via een katoenen band die lijnvormig of tangentiaal verloopt is de op het materiaal uitgeoefende druk aanzienlijk zelfs als het materiaal niet direct maar door de katoenen band wordt aangedrukt.

30 Als de verbindingsplaaten in de katoenen band waar de bandsecties met elkaar zijn verbonden bijvoorbeeld door middel van een stiksel en de opgezwollen gedeelten ervan waar vreemd materiaal is aangehecht onder de belastingrollen passeren dan zullen de rollen opspringen, waardoor een 35 bovenmatige druk wordt uitgeoefend op de materiaalbaan hetgeen kan leiden tot deformatie van de golvingen.

Ook in het verwarmingsstation moet de afstand tussen de gewichtsroliën en de verwarmingsplaten telkens opnieuw worden af geregeld afhankelijk van het golvingstype, het 4-0 materiaal enzovoort van de golfvezelplaatbaan.

8000208 i 4

De deformatie van de golvingen treedt het meest waarschijnlijk op hij die processen waar de materiaalbaanef§latief grote hoeveelheid vocht bevat, dat wil zeggen in het lijm-station en het verwarmingsstation.

5 Stroomopwaarts gezien ten opzichte van een roterende snijinrichting bevindt zich verder een paar geleidingsrollen vervaardigd uit staal bestemd om de golfvezelplatbaan in ae richting van de roterende snijinrichting te geleiden. Deze geleidingsrollen roteren met een iets hogere snelheid dan 10 de toevoersnelheid van de materiaalbaan, zodat de materiaal-ban wordt geleid zonder dat er accumulatie optreedt voor de roterende snijinrichting. De materiaalbaan wordt dus aan de roterende snijinrichting toegevoerd terwijl er enigszins aan wordt getrokken door de geleidingsrollen.

15 Met conventionele stalen geleidingsrollen staan de boven- en ondergeleidingsrollen in contact met de golfvezel plaatbaan via een in hoofdzaak tangentiale of transversale lijn. Teneinde de materiaalbaan te geleiden en er tevens enigszins aan te trekken moeten de paren geleidingsrollen 20 het materiaal met een aanmerkelijke druk inklemmen hetgeen leidt tot deformatie van de golfvezelplaabbaan.

Paren stalen geleidingsrollen worden tevens gebruikt in andere golfvezelplaat-verwerkingsmachines zoals afdruk-machines, vouw-lijm-mahines en roterende snijmatrijzen. Ook op 25 deze machines kan deformatie van de golvingen optreden als gevolg van de inklemkracht die door de geleidingsrollen wordt uitgeoefend. Ook kan de deformatie optreden bij hulp geleidingsrollen en verwerkingsrollen die in dergelijke ver-werkingsmachines zijn aangebracht.

50 De uitvinding heeft nu ten doel om rollen te verschaf fen die gebruikt kunnen worden in produktie- en verwerkings-machines voor golfvezelplaat, welke rollen aan het buitenoppervlak ervan een elasticiteit bezitten om deformatie van de golvingen te voorkomen zonder dat het noodzakelijk is om 35 een frequente naregeling uit te voeren van de tussen de rollen in overeenstemming met wijziging van het materiaal, het type van de golving enzovoort.

Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de in de figuren beschreven 40 voorkeursuitvoeringsvormen ervan.

8000208 5 *

Figuur 1 toont in een schematisch aanzicht hoe de rol volgens de uitvinding kan worden gebruikt in een lijmstation en een verwarmingsstation van een golfvezelplaatmachine.

Figuur 2 illustreert schematisch hoe de rol kan worden 5 gebruikt in het daarop volgende gedeelte van een golfvezelplaatmachine.

De figuren 3 tot en met 18 tonen gedeeltelijk opengewerkt diverse uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding.

Figuur 19 toont een dwarsdoorsnede door een variant 10 van de uitvoeringsvorm van figuur 18.

Figuur 20 toont een dwarsdoorsnede door een andere variant van de uitvoeringsvorm van figuur 18.

In de figuren zijn soortgelijke referentiecijfers gebruikt voor corresponderende onderdelen.

15 Figuur 1 toont een lijmstation A en een verwarmings_ station B van een golfvezelplaatmachine waarin de rollen 1 volgens de uitvinding worden toegepast als geleidingsrollen respectievelijk belastingsrollen.

Het lijmstation A bestaat in zijn algemeenheid uit een 20 lijmpan 2, een gedeeltelijk in de lijm in de lijmpan 2 ondergedompelde lijmrol 3* een afstrijkrol 4 voor het regelen van de hoeveelheid lijm die op de lijmrol achterblijft en een gelei-dingsrol 5 die roteert in contact met de lijmrol 3 waarbij een enkelzijdig gegolfde vezelplaatbaan S tussen beide rol-25 len wordt ingeklemd om van lijm te worden voorzien.

Een bekledingsbaan L wordt aan de op deze wijze van lijm voorziene materiaalbaan gehecht en de dubbelzijdige materi-aalbaan S' wordt gedroogd in het verwarmingsstation B waar het door de belastingrollen 6 wordt aangedrukt tegen de ver-30 warmingsplaten 7 via een katoenen band 8.

Figuur 2 toont een deel van een golfvezelplaatmachine waarin de dubbelzijdige golfvezelplaatbaan S' verloopt door een snij-markeer inrichting C en wordt toegevoerd door middel van een paar geleidingsrollen 9, 10 aan een roterende snij-35 inrichting D. De onderste geleidingsrol 10 kan worden vervangen door een geleidingsplaat. De bovenste geleidingsrol 9 is over het algemeen ingesteld op een iets hogere rota-tiesnelheid dan de snelheid van de materiaalbaan teneinde een trekkracht op deze baan uit te oefenen.

40 Alhoewel in het voorbeeld van figuur 2 de rol 1 vol- 8000208 4 6 gens de uitvinding alleen wordt toegepast voor de bovenste geleidingsrol 9 kaa ze ook voor beide geleidingsrollen worden toegepast of voor de onderste geleidingsrol 10.

Diverse uitvoeringsvormen van de rol volgens de uit-5 vinding worden in bet volgende beschreven aan de hand van de figuren 3 tot en met 20.

De eerste groep van uitvoeringsvoorbeelden geïllustreerd in de figuren 3 tot en met 7 betreft rollen die voorzien zijn van een rollichaam bedekt meu een of meer buizen die 10 vervaardigd zijn uit een natuurlijke of synthetische rubber of een synthetisch harsmateriaal met een zekere flexibiliteit maar die niet gasdoorlatend zijn, welke buizen bestemd zijn om gevuld te worden met een drukgas teneinde de rol z^jn elasticiteit te verlenen.

15 In de uitvoeringsvorm geïllustreerd in figuur 3 bezit de rol 1 een rollichaam 11 en twee buizen 12 die spiraalvormig rond het rollichaam zijn gewonden, welk rollichaam voorzien is van een gastoevoeropening 13 voor het toevoeren van het drukgas zoals bijvoorbeeld lucht in de buizen 12. 20 Elk buisuiteinde kan aangesloten zijn op de opening 13 door middel van een koppeling die tevens dienst doet als middel voor het bevestigen van de buis. De buis kan met alle geschikte middelen worden bevestigd zoals bijvoorbeeld lijm of lijmbanden.

25 het gas kan in de buis worden gebracht door middel van een (niet getoonde) slang die gekoppeld is met de gastoevoeropening 13 onder tussenvoeging van een roterende koppeling.

^et rollichaam 11 is voorzien van een spiraalvormige 30 groef 15 in de buitenwand ervan waarin de buizen 12 gedeeltelijk worden ontvangen teneinde de buizen, waarin de lucht wordt geperst stevig te bevestigen.

De uitvoeringsvorm van figuur 3 is voorzien van twee buizen 12 die spiraalvormig rond het rollichaam in tegen-35 gestelde richting zijn gewikkeld te beginnen aan de uiteinden en verlopend naar het midden teneinde te voorkomen dat de materiaalbaan in de ene of de andere dwarsrichting gaat bewegen.

De uitvoeringsvorm van figuur 4 is in hoofdzaak gelijk 40 aan de uitvoeringsvorm van figuur 3 met uitzondering van het 8 0 0 0 2 0 8 7 feit dat een enkele buis 12 spiraalvormig gewikkeld is rond het rollichaam in de spiraalvormige groef 15 in een enkele richting. In geval de snelheid van de rol 1 hoog 5 is of de breedte ervan relatief klein is dan zal de mate-riaalbaan niet in zijdelingse richting willen bewegen zelfs indien de buis in een enkele richting rond het rollichaam is gewikkeld zoals in deze uitvoeringsvorm.

lie uitvoeringsvorm van figuur 5 bevat een 10 rollichaam 11 voorzien van een aantal ringvormige groeven 15 in zijn buitenwand en evenveel ringvormige buizen 12 gemonteerd in de genoemde ringvormige groeven.

In de uitvoeringsvormen van de figuren 5, 4 en 5 kan gas worden ingevoerd via een gastoevoeropening 14· voorzien 15 van een stop die nog zal worden beschreven aan de hand van de figuren 6 en 7· In dat geval zijn de doorlaatopening 15 en de roterende koppeling natuurlijk niet nodig.

De uitvoeringsvorm van figuur 6 bevat een rollichaam 11 en een aantal buizen 12 gemonteerd op het rollichaam 20 parallel aan elkaar en aan de as van het rollichaam, waarbij elk van de buizen voorzien is van een gastoevoeropening 14 met een stop.

xn de uitvoeringsvorm van figuur 7 is een aantal buizen 12 gemonteerd op het rollichaam 8 onder een hoek ten 25 opzichte van de as van het rollichaam.

De uitvoeringsvormen van de figuren 4-7 kunnen voorzien zijn van een gastoevoeropening 13? groeven 15 ca koppelingen voor het verbinden van de buizen 12 met de gastoevoeropening 13 en een roteerbare koppeling voor het aan-30 sluiten van een slang op de gastoevoeropening indien dit noodzakelijk is, alhoewel een aantal van de genoemde componenten niet in de figuren is getoond.

In plaats van het gas toe te voeren door middel van een toevoeropening met een stop 14 kan gas ook worden ge-35 injecteerd in de buis met behulp van een injector of een spuit indien de wanddikte en het materiaal van de buis 12 zodanig zijn dat de gasdichtheid ook gewaarborgd is nadat de injector van de buis is verwijderd.

In de uitvoeringsvormen van de figuren 3~7 moet de af-40 stand tussen de aangrenzende buissecties zodanig zin dat de normale geleiding van de golfvezelplaatbaan niet wordt be- 8000208 8 < invloed.

Aan de hand van de figuren 8 tot en met 11 zal vervolgens een tweede groep van uitvoeringsvoorbeelden worden beschreven. Deze zijn voorzien van een of meer buisvormige be-5 kledingen die aangebracht zijn op het rollichaam en daaraan aan elk uiteinde zijn bevestigd, waarna gas wordt ingebracht in de ruimte gevormd tussen de buisvormige bekleding en de buitenomtrek van het rollichaam zodat het roloppervlak zijn elasticiteit verkrijgt. De buisbekleding is vervaardigd uit 10 een flexibel, voor gas niet doorlatend materiaal, zoals bijvoorbeeld natuurlijke of synthetische of een synthetisch harsmateriaal.

De uitvoeringsvorm van figuur 8 bevat een rollichaam 11, de buisbekleding 16 gemonteerd op het rollichaam en de 15 banden 17 voor het bevestigen van de buisbekleding aan het rollichaam aan elk uiteinde ervan. De band kan worden vervangen door een lijmstrook of een lijmband. Lucht wordt ingébracht in de ruimte gevormd tussen de buisbekleding 16 en het rollichaam 11 via de axiaal en radiaal in het rollichaam 20 gevormde gasdoorstroomopeningen 13. De buisbekleding is aan zijn binnenwand voorzien van ringvormige ribben 21 als af-dichtmiddel om de bovengenoemde ruimte te scheiden in een aantal secties. Leze scheiding is uitgevoerd om te voorkomen dat de buisbekleding 16 uitzet tot een tonvorm wan-25 neer er gas in de ruimte wordt ingeblazen.

De uitvoeringsvorm uit figuur 9 is voorzien van een rollichaam 11, een aantal relatief smalle buisbekledingen 16' gemonteerd op het rollichaam, afdichtmiddelen zoals de banden 17’-voor het bevestigen van de buisbekledingen aan elk 30 uiteinde daarvan en het gasdicht uitvoeren van de ruimte is gevormd tussen het rollichaam en de buisbekledingen. Gas wordt ingebracht in de ruimtes via de gastoevoeropening 13 gevormd in het rollichaam 11. Als de afstand tussen de met gas gevulde delen van de buisbekledingen 16* te groot is 35 voor een gelijkmatige geleiding van de golfvezelplaatbaan, dan kunnen afzonderlijke (niet getoonde) elastische elementen worden gemonteerd tussen de aangrenzende buisbekledingen 16’ teneinde de daartussen gevormde "dalen” op te. vullen.

4-0 De uitvoeringsvorm van figuur 10 bevat het rollichaam 800Ö208 9 % 1, een buisbekleding 16 gemonteerd op het rollichaam, klem-banden 17 voor het bevestigen van de buisbekleding aan het rollichaam aan elk uiteinde daarvan en afdichtmiddelen voorzien van een aantal strengen 18 die ringvormig rond de 5 buisbekleding zijn gewonden op geschikte onderlinge afstand zodanig dat de ruimte gevormd tussen de buisbekleding en het rollichaam wordt verdeeld in een aantal gasdichte secties. De uitvoeringsvorm van figuur 10 is soortgelijk aan die van figuur 9 met uitzondering van het feit dat een 10 enkele buisbekleding wordt gebruikt en dat de strengen 18 worden toegepast als afdichtmiddelen in plaats van de bredere banden 17·

De uitvoeringsvorm van figuur 11 is nagenoeg gelijk aan de uitvoeringsvorm van figuur 10 met uitzondering van het 15 feit dat een enkele streng 18 spiraalvormig gewikkeld is rond de buisbekleding 16.

In de uitvoeringsvormen van de figuren 8 tot en met 11 zijn ook gastoevoeropeningen gevormd in het rollichaam, en wordt een roterende koppeling gebruikt voor het aanslui-20 ten van een gastoevoerslang op de gastoevoeropening en indien nodig kan een gasinvoerpoort worden gebruikt voor het direct inbrengen van gas in elke sectie (in plaats van de gastoevoeropening en de rotatiekoppeling), alhoewel daarvoor niet alle componenten in de figuren zijn getoond.

25 In de uitvoeringsvormen van de figuren 8 tot en met 11 kan een stopklep of iets dergelijks worden aangebracht voor elke sectie van de ruimte tussen het rollichaam en de buisbekleding teneinde gaslekkage uit een eventueel gebroken gedeelte van de buisbekleding te voorkomen.

50 Een derde groep van uitvoeringsvormen zal in het vol gende worden beschreven aan de hand van figuur 12. Bij de uitvoeringsvormen van deze groep is een buisbekleding uit een synthetisch harsmateriaal met een groot aantal luchtbellen erop of erin gemonteerd op het rollichaam. Met ?5 andere woorden de buisbekleding die wordt gebruikt is van zichzelf elastisch.

De uitvoeringsvorm van figuur 12 is voorzien van het rollichaam 11 en de buisbekleding 19 met een aantal onafhankelijke luchtbellen 20 erop en gemonteerd op het rollichaam 4-0 zodanig dat de buitenomtrek daarvan wordt omsloten en be- 8 D 0 0 2 0 8 i 10 vestigd aan het holliehaam aan elk uiteinde door middel van banden, strengen, stroken of dergelijke.

Dit type buisbekleding kan worden vervangen door een poreuze bekleding met een groot aantal doorlopende lucht-5 bellen zoals in een spons.

De vierde groep van uitvoeringsvormen zal vervolgens worden beschreven aan de hand van de figuren 13 tot en met 17. Deze groep van uitvoeringsvormen bezit een rollichaam waarvan de buitenomtrek wordt omsloten door tenminste een 10 elastisch orgaan met een intrinsieke elasticiteit.

De uitvoeringsvorm van figuur 13 bezit een rollichaam 11 en twee elastische organen 22 in de vorm van strengen die spiraalsgewijze rond het rollichaam zijn gewikkeld. De elastische organen kunnen aan het rollichaam 11 bevestigd 15 zijn door middel van lijm, lijmstroken of andere geschikte bevestigingsmiddelen. Het rollichaam 11 is bij voorkeur voorzien van spiraalgroeven 15 waarin de elastische organen 22 gedeeltelijk worden ontvangen. Daardoor wordt een stabiele ondersteuning van de elastische organen op het rollichaam 20 verkregen. In de uitvoeringsvorm van figuur 13 zijn twee elastische organen spiraalvormig in tegengestelde richting opgewikkeld te beginnen in het midden van de rol teneinde te voorkomen dat de golfvezelplaatbaan niet meer zuiver loopt.

25 De uitvoeringsvorm van figuur 14- is in hoofdzaak gelijk aan de uitvoeringsvorm van figuur 13 met uitzondering van het feit dat een enkel elastisch orgaan 22 spiraalvormig is opgewikkeld in een richting. In het geval de rolsnelheid hoog is of de rol smal is zal de vezelplaatbaan ook zuiver 30 blijven lopen zelfs als het elastische orgaan in een enkele richting is gewikkeld.

In de uitvoeringsvorm van figuur 15 is een aantal ringvormige elastische organen 22 gemonteerd in ringvormige groeven 13 gevormd in de buitenwand van het rollichaam 11 35 met geschikte onderlinge afstanden.

in de uitvoeringsvorm van figuur 16 is een aantal elastische organen 22 gemonteerd op het rollichaam 11 zodanig dat ze parallel verlopen met de as van het rollichaam en met elkaar. De groeven 15 zijn gevormd in de buitenwand van 4-0 het rollichaam 11 voor een stabiele ondersteuning van de 8000208 11 elastische organen.

De uitvoeringsvorm van figuur 17 verschilt van die van figuur 16 alleen in het feit dat de elastische elementen 22 gemonteerd zijn op het rollichaam 11 onder een hoek ten 5 opzichte van de as van het rollichaam.

In elk van de uitvoeringsvormen van de figuren 15 tot en met 17 moet de afstand tussen de elastische organen 22 niet zo groot worden gekozen dat invloed wordt uitgeoefend op de gelijkmatige geleiding of passage van de golfvezel-plaatbaan. In elk van de uitvoeringsvormen kunnen de elastische elementen worden bevestigd door middel van lijm, lijm-stroken of andere geschikte bevestigingsmiddelen.

In de uigvoeringsvormen van de figure^ 13 tot en met 17 neemt het elastische orgaan 22 de vorm aan van een koord Ί5 of streng met een cirkelvormige of rechthoekige dwarsdoorsnede. Deze groep van uitvoeringsvoorbeelden heeft dan ook het voordeel van een grotere elasticiteit van het elastische orgaan en een kleinere hoeveelheid gebruikt materiaal.

De uitvoeringsvorm van figuur 18 bevat het rollichaam 2° 11 en een buisvormig elastisch orgaan 25 dat gemonteerd is op het rollichaam zodanig dat de buitenomtrek ervan wordt omsloten waarbij dit elastisch orgaan bevestigd is aan het rollichaam door middel van banden, lijmstroken of andere geschikte middelen. Omdat het elastische orgaan de vorm 25 heeft van een bekleding verdient deze uitvoeringsvorm de voorkeur omdat het contact met de materiaalbaapfclaats heeft over eengroter oppervlak.

De bekleding moet aan het rollichaam 11 worden bevestigd door middel van lijm en het elastische buisvormige 50 element 25 wordt bij voorkeur voorzien van een lijmlaag 24 aan het binnenoppervlak ervan zoals geïllustreerd is in figuur 19.

De rol uit figuur 20 is soortgelijk aan de rol in de uitvoeringsvorm van figuur 18 en waarbij in dit geval het 35 buisvormige elastische orgaan 25 voorzien is van een bekleding 25 aan het buitenoppervlak ervan teneinde de sterkte, de slijtageweerstand en de reinigingsmogelijkheden voor vreemde materialen diie aan het oppervlak kleven te verbeteren.

De mogelijkheid tot een goede reiniging is in het bijzonder van belang indien het gaat om geleidingsrollen waarbij de 8000208 ( 12 kans groot is dat er lijmspatten op terecht komen. Deze bekleding is in het bijzonder vereist indien het elastische orgaan 2? vervaardigd is uit geschuimd plastic.

De buis 12, de buisbekledingen 16, 16', 19, het elas-5 tische orgaan 22 en het buisvormige elastische orgaan 23 kunnen worden vervaardigd uit natuurlijk rubber of synthetisch rubber zoals ethyleenvinylacetaat (EVA), butadieen-rubber (BR), styreenbutadieenrubber (SBR) of acrylonitril-butadieenrubber (NBR), of synthetische harsen zoals uretan 10 of polyetheen of combinaties daarvan. Bij voorkeur moeten deze materialen goed gevormd en verwerkt kunnenwarden, een goede elasticiteit en warmtebestendigheid bezitten en gemakkelijk van vreemde materialen gereinigd kunnen worden en een hoge slijtageweerstand bezitten. Ze moet kunnen ‘gecon-15 strueerd worden in de vorm van een enkele laag of in de vorm van twee of meer lagen vervaardigd uit hetzelfde of uit verschillende materialen. Ze kunnen ook worden versterkt door vezels of iets dergelijks in he o materiaal te weven of tussen de lagen aan te brengen teneinde de sterkte ervan te 20 vergroten. In het bijzonder de buisbekledingen 16 en 16' kunnen worden versterkt met staaldraden teneinde een goede vorm te handhaven voor het normaal geleiden van de materi-aalbaan.

De bekleding 25 kan bestaan uit een synthetisch hars 25 zoals polyester, nylon of een siliconenhars.

Natuurlijk rubber heeft een grotere elasticiteit dan synthetisch rubber vanwege de lagere hardheid, maar synthetisch rubber heeft een betere slijtageweerstand en een grotere warmtebestendigheid dan natuurlijk ruober.

30 De voordelen van de rol volgens de uitvinding zullen in het onderstaande worden besproken.

Indien de rol wordt gebruikt als geleidingsrol in een lijmstation van een golfvezelplaatmachine, waarin de enkel-zijdig gegolfde vezelmateriaalbaan S verloopt tussen de lijm-35 rol 3 en de geleidingsrol 5 (zie figuur 1) voor het aanbrengen van lijm op de toppen van de gegolfde gedeelten, dan staat de rol 1 niet over een lijn maar over een bepaald op_ pervlak in contact met de materiaalbaan vanwege zijn elasticiteit, zodat de druk die per oppervlakte-eenheid op het 4-0 materiaal 8 wordt uitgeoefend kleiner zal zijn dan bij een 8000208 13 % k conventionele stalen rol. Omdat de rol 1 aan zijn buitenomtrek een zekere elasticiteit bezit kan ze schokken, oneffenheden aan de zijde van de buitenbekleding van de mate-riaalbaan of wijziging0]! in de dikte van de materiaalbaan 5 opvangen. Dit voordeel telt in het bijzonder bij uitvoeringsvormen waarin gebruik gemaakt wordt van gas om de rol zijn elasticiteit te verlenen zolang de druk in het gas geschikt is. De inklemdruk kan eenvoudig worden geregeld door het regelen van de druk van het toegevoerde gas, welke druk op 10 een meter kan worden afgelezen.

In tegenstelling tot de conventionele stalen gelei-dingsrol, die dergelijke wijzigingen of schokken niet kan absorberen zorgt de rol volgens de uitvinding ervoor dat de materiaalbaan door de rol wordt aangedrukt met een druk die 15 voldoende is om een geschikte hoeveelheid lijm aan te brengen zonder dat een overmaat wordt aangebracht of de golvingen worden gedeformeerd. Daardoor wordt de mogelijkheid dat er materiaalbanen met defecten worden geproduceerd, zoals bijvoorbeeld materiaalbanen met vervormde golvingen of slecht 20 gelijmde of kromgetrokken materiaalbanen geminimaliseerd waardoor de produktie toeneemt. Verder is er geen afrege-ling meer nodig van de tussenruimte tussen de rollen afhankelijk van wijzigingen in het materiaal, het type van de golving enzovoort. Dat geldt in het bijzonder wanneer gas wordt 25 gebruikt om de rollen hun elasticiteit te verlenen.

Indien de rol volgens de uitvinding wordt gebruikt als belastingrol in een verwarmingsstation van een golfvezel-plaatmachine dan staat de rol 1 eveneens niet via een lijn mar via een oppervlak in contact met de materiaalbaan zodat 50 de druk per oppervlakte-eenheid op de materiaalbaan veel kleiner zal zijn da~ bij een conventionele stalen rol zelfs als de totale inklemdruk gelijk blijft. Daardoor is het mogelijk om de druk op de golfvezelplaatbaan op te voeren zonder dat er golvingsdeformaties optreden resulterend in een bete-55 re warmte-overdracht, een hogere transportsnelheid en een grotere produktie per tijdseenheid. Omdat verder de rol volgens de uitvinding allerlei onregelmatigheden in het oppervlak van de katoenen band bij de aanhechtplaatsen daarvan en andere uitgezette gedeelten kan opvangen wordt ook de ^0 noodzaak om de positie van de belastingrollen bij wijziging 8 0 0 0 2 Ö 8 i 14 van materiaal, type van de golving enzovoort na te regelen geëlimineerd.

Als de rol volgens de uitvinding wordt gebruikt als geleidingsrol stroomopwaarts van een roterende smjinrich-5 ting D (figuur 2) dan staat bet materiaaloppervlak ook bier niet via een lijn in contact met de boven- en onderrol, maar via een oppervlak, zodat de mogelijkheid van deformatie van de golvingen aanzienlijk wordt gereduceerd. Omdat het contactgebied tussen de rol en de materiaalbaan toeneemt 10 kan er een grotere wrijvingskracbt voor het geleiden van de materiaalbaan worden verkregen. Daardoor wordt de voor de rollen noodzakelijle inklemkracht verminderd waardoor de mogelijkheid van deformatie van de golvingen afneemt. Dat geldt in het bijzonder wanneer het materiaal dat wordt gekozen als 15 materiaal waarmee het roilichaam wordt gekleed het materiaal is met een hoge wrijvingsweerstand.

De rol volgens de uitvinding kan worden gebruikt als een rol die breed genoeg is om de gehele breedte van de materiaalbaan te overlappen of als een kortere rol die 20 slechts een gedeelte van de totale breedte daarvan over-l§t zoals een hulpgeleidingsrol.

Alhoewel in het bovenstaande voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven zal het duidelijk zijn dat wijzigingen en variaties mogelijk zijn zonder buiten het 25 kader van de uitvinding te treden.

30 0 0 2 0 8

Claims (28)

1. Rol voor toepassing bij produktie en verwerking van golfvezelplaten, met het kenmerk, dat de buitenomtrek van de rol een zekere elasticiteit bezit.

2. Rol volgens conclusie 1, gekenmerkt door een rollichaam en tenminste een flexibel voor gas niet doorlatende buis gemonteerd op het rollichaam zodanig dat tenminste gedeeltelijk het oppervlak van de rol wordt bedekt, in welke buis een drukgas kan worden ingebracht.

3. Rol volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de buis spiraalvormig rond het rollichaam is gewonden.

4. Rol volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een aantal van dergelijke buizen ringvormig rond het rollichaam is gewonden. 15

5· Rol volgens conclusie 2,met het ken merk, dat een aantal van dergelijke buizen gemonteerd is op het rollichaam parallel met de as van het rollichaam.

6. Rol volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een aantal van dergelijke buizen gemonteerd is 20 op het rollichaam onder een, hoek ten opzichte van de as van het rollichaam.

7· Rol volgens conclusie 2, 3, 4, 5 of 6, m e t het kenmerk, dat het rollichaam voorzien is van tenminste een groef in zijn buitenwand waarin de buis of buizen ge- 25 deeltelijk worden ontvangen.

8. Rol volgens conclusie 2, 3, 4, 5, 6 of 7, m e t het kenmerk, dat elk van de genoemde buizen voorzien is van een gastoevoeropening teneinde het gas in te brengen.

9. Rol volgens een der conclusies 2, 3* 4, 5» 0 of 7i met het kenmerk, dat het rollichaam voorzien is van een gasdoorstroomopening en verbindingsmiddelen voor het verbinden van deze opening met elk van de genoemde buizen.

10. Rol volgens conclusie 2, met het ken merk, dat de buis vervaardigd is van natuurlijke of synthetische rubber of synthetische hars of een combinatie daarvan en geconstrueerd is uit tenminste een laag.

11. Rol vólgens conclusie 10, methetken- 40 merk, dat de buis versterkt is doordat textiel of vezels 8000208 16 f i in het materiaal zijn ingebracht.

12. Rol volgens conclusie 1, gekenmerkt door een rollichaam en tenminste een flexibele voor gas niet doorlatende buisbekleding gemonteerd op het rollichaam 5 en aan elk van de uiteinden daarvan bevestigd, waarbij in de ruimte tussen de genoemde buisbekleding en het rollichaam een drukgas kan worden ingebracht.

13· Rol volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat afdichtingsmiddelen aanwezig zijn voor het 10 scheiden van de ruimte in een aantal secties.

14. Rol volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat he afdichtingsmiddelen voorzien zijn van een aantal integraal op het binnenoppervlak van de genoemde buisbekleding"gevormde ribben met geschikte onderlinge 15 afstand.

15· Rol volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de genoemde afdichtmiddelen bestaan uit een aantal banden of strengen die ringvormig zijn gemonteerd op de genoemde buisbekleding met geschikte onderlinge af- 20 stand.

16. Rol volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afdichtmiddelen voorzien zijn van tenminste een band of streng die spiraalvormig rond de genoemde buisbekleding is gewikkeld. 25

17· Rol volgens conclusie 12, 13, 14, 15 of 16, met het kenmerk, dat de buisbekleding voorzien is van een gastoevoeropening via welke het gas kan worden ingébracht .

18. Rol volgens conclusie 12, 13, 14, 15 of 16, m e t 30 het kenmerk, dat het rollichaam voorzien is van een axiale gasdoorstroompassage en een aantal radiale passages die in verbinding staan met de genoemde axiale passage teneinde het drukgas in elk van de genoemde secties in te brengen. 35

19· Rol volgens conclusie 12, met het ken merk, dat de genoemde buisbekleding is vervaardigd uit een natuurlijke of synthetische rubber of een synthetische hars of een combinatie daarvan en vervaardigd is in tenminste een laag.

20. Rol volgens conclusie 19, met het ken- 8 0 Ö 0 2 0 8 * merk, dat de genoemde buisbekleding is versterkt doornat textielmateriaal, draden of vezels of iets dergeiijks zjjn ingebed.

21. Rol volgens conclusie 1, gekenmerkt 5 door ee_. rollichaam en een buisbekleding gemonteerd op het rollichaam zodanig dat het buitenoppervlak daarvan wordt bedekt, welke buisbekleding vervaardigd is uit synthetische hars en voorzien is van luchtbellen.

22. Rol volgens conclusie 1, gekenmerkt 10 door een rollichaam e„ tenminste een elastisch element in de vorm van een koord dat gewikkeld is rond het rol- lichaam zodanig dat tenminste een deel van het oppervlak daarvan wordt bedekt.

23· Hol volgens conclusie 22,met het k e n - 15 merk, dat het rollcihaam voorzien is van tenminste een groef in zijn buitenwand teneinde het genoemde elastische element gedeeltelijk te ontvangen.

24·. Rol volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het elastische element vervaardigd is uit 20 natuurlijke of synthetische rubber of synthetische hars of een combinatie daarvan en geconstrueerd is in tenminste een laag.

25. Rol volgens conclusie 1, gekenmerkt door een rollichaam en tenminste een elastische buis- 23 bekleding gemonteerd op het rollichaam zodanig dat tenminste een deel van het oppervlak daarvan wordt bedekt.

26. Rol volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het buitenoppervlak van de elastische buisbekleding voorzien is van een buitenbekleding.

27. Rol volgens conclusie 25, met het ken merk, dat de elastische rubberbekleding vervaardigd is uit een natuurlijke of synthetische rubber of een synthetische hars of een combinatie daarvan en geconstrueerd is in tenminste een laag.

28. Rol volgens conclusie 27,met het ken merk, dat de genoemde elastische buisbekleding is versterkt doordat textiel of ander geschikt materiaal is ingebed. a*************** 8000208