NL1008659C2 - Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem. - Google Patents

Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem. Download PDF

Info

Publication number
NL1008659C2
NL1008659C2 NL1008659A NL1008659A NL1008659C2 NL 1008659 C2 NL1008659 C2 NL 1008659C2 NL 1008659 A NL1008659 A NL 1008659A NL 1008659 A NL1008659 A NL 1008659A NL 1008659 C2 NL1008659 C2 NL 1008659C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
printer
command
print
user
workstation
Prior art date
Application number
NL1008659A
Other languages
English (en)
Inventor
Monica Maria Wilhelmina Roosen
Rene Francois Albert Collard
Johannes Franciscus Mar Geelen
Theodoor Johannes Mari Wilbers
Janine Dorette Van Herwaarden
Original Assignee
Oce Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Tech Bv filed Critical Oce Tech Bv
Priority to NL1008659A priority Critical patent/NL1008659C2/nl
Priority to DE69914007T priority patent/DE69914007T2/de
Priority to EP99200801A priority patent/EP0943987B1/en
Priority to JP7446999A priority patent/JPH11327818A/ja
Priority to US09/272,558 priority patent/US6618163B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1008659C2 publication Critical patent/NL1008659C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F3/00Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
    • G06F3/12Digital output to print unit, e.g. line printer, chain printer
    • G06F3/1201Dedicated interfaces to print systems
    • G06F3/1202Dedicated interfaces to print systems specifically adapted to achieve a particular effect
    • G06F3/1203Improving or facilitating administration, e.g. print management
    • G06F3/1207Improving or facilitating administration, e.g. print management resulting in the user being informed about print result after a job submission
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F3/00Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
    • G06F3/12Digital output to print unit, e.g. line printer, chain printer
    • G06F3/1201Dedicated interfaces to print systems
    • G06F3/1223Dedicated interfaces to print systems specifically adapted to use a particular technique
    • G06F3/1237Print job management
    • G06F3/1259Print job monitoring, e.g. job status
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F3/00Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
    • G06F3/12Digital output to print unit, e.g. line printer, chain printer
    • G06F3/1201Dedicated interfaces to print systems
    • G06F3/1278Dedicated interfaces to print systems specifically adapted to adopt a particular infrastructure
    • G06F3/1285Remote printer device, e.g. being remote from client or server
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F3/00Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
    • G06F3/12Digital output to print unit, e.g. line printer, chain printer
    • G06F3/1201Dedicated interfaces to print systems
    • G06F3/1202Dedicated interfaces to print systems specifically adapted to achieve a particular effect
    • G06F3/121Facilitating exception or error detection and recovery, e.g. fault, media or consumables depleted

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Human Computer Interaction (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Accessory Devices And Overall Control Thereof (AREA)
  • User Interface Of Digital Computer (AREA)
  • Digital Computer Display Output (AREA)
  • Control Or Security For Electrophotography (AREA)

Description

Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem 5 De uitvinding betreft een informatieverwerkings-systeem omvattende: ten minste een werkstation, voorzien van een processor-eenheid, een beeldscherm en bedieningsmiddelen zoals een toetsenbord en muis; ten minste een printer, voorzien van een besturingseenheid en een bedieningspaneel; en een digitaal netwerk waaraan de werkstations en de printers zijn aangesloten; 10 waarin een werkstation is voorzien van een programma voor communicatie met een printer voor het verzenden van afdrukopdrachten naar die printer en het opvragen of ontvangen van statusinformatie over die printer, welk programma middelen omvat voor het op het beeldscherm van het werkstation in de vorm van een symbolische afbeelding of ikoon vertonen van actuele 15 statusinformatie over genoemde printer.
Een dergelijk systeem is bekend uit EP-A 0 398 648. In dit bekende systeem wordt door middel van ikonen de status van applicatieprogramma's, waaronder een printer-applicatie, op het beeldscherm van de werkstations getoond. Wanneer de status van een applicatie verandert, wordt het ikoon van die applicatie dynamisch 20 aangepast, in dit systeem door toevoeging van een ander ikoon.
In aanvraagsters octrooiaanvrage EP-A 0 814 424 wordt een digitale kopieermachine beschreven, omvattende een scanner- en een printergedeelte, waarvan het printergedeelte ook gebruikt kan worden als netwerkprinter. Deze machine is ingericht om twee soorten afdrukopdrachten vanuit een aan het netwerk 25 gekoppeld werkstation te ontvangen en te verwerken, namelijk automatische afdrukopdrachten, die na ontvangst onmiddellijk en zonder ingrijpen van een bedienaar van de printer moeten worden afgedrukt, en interactieve afdrukopdrachten (in de genoemde octrooiaanvrage "uitgesteld afdrukken - opdrachten" genoemd), welke door de printer slechts worden ontvangen en opgeslagen in een geheugen, maar niet 30 worden afgedrukt, tenzij een bedienaar op het bedieningspaneel van de printer zo een afdrukopdracht selecteert en een afdrukcommando geeft. Deze machine werkt daardoor in een van twee toestanden, namelijk een autonome toestand, waarin hij op eigen initiatief een (automatische) afdrukopdracht uitvoert, en een commandogestuurde opdracht, waarin hij een reproductieopdracht, een kopieerproces 1008659 2 of een interactief afdrukproces, uitvoert.
Het gebruik van digitale kopieermachines als netwerkprinters geeft een nieuwe dimensie aan het omgaan met deze machines. Enerzijds is een gebruiker, die zijn | afdrukopdracht naar de machine zendt om deze automatisch te doen afdrukken, 5 geïnteresseerd in de vraag of de machine gereed is om zijn afdrukopdracht meteen te verwerken, anderzijds kan de gebruiker nu meteen op zijn werkplek (aan zijn werkstation) zien of de machine beschikbaar is voor een commandogestuurde opdracht (bijvoorbeeld een kopieeropdracht).
Wanneer een gebruiker van plan is om een kopie of een interactieve afdruk te 10 maken, is het niet alleen gewenst, dat hij op het beeldscherm van zijn werkstation kan zien, of de machine van zijn keuze vrij is of bezig is met een kopieer* of afdrukproces, 3 maar het is gewenst om informatie over de "bezet'-toestand nader te differentiëren.
Een automatische afdrukopdracht kan immers onderbroken worden, zonder dat daardoor een ander gehinderd wordt. De verzenders van zulke afdrukopdrachten 15 komen meestal niet onmiddellijk hun afdrukken ophalen, en wanneer deze iets later klaar zijn, omdat een andere gebruiker het afdrukproces enige tijd heeft onderbroken, zal dat in de regel gemakkelijk geaccepteerd worden.
Anders is het, wanneer de machine bezet is in de commandogestuurde toestand, namelijk doordat een bedienaar bij het apparaat bezig is. In dat geval is het veel 20 minder aanvaardbaar om het lopende proces te onderbreken, omdat die bedienaar staat te wachten op de afdrukken van dat proces.
De uitvinding komt nu tegemoet aan de vraag om extra informatie, en wel doordat de besturingseenheid van de printer is ingericht om afdrukopdrachten uit te voeren in hetzij een autonome, hetzij een commandogestuurde toestand, 25 en dat het programma in de gevallen, waarin de printer actief is in de genoemde autonome toestand en waarin de printer actief is in de genoemde commandogestuurde toestand, verschillende ikonen vertoont.
Een verschillend ikoon voor verschillende "bezet"-toestanden is een nieuwe oplossing voor een nieuw probleem, gezien in het licht van de stand der techniek.
30 Bij voorkeur heeft een ikoon een voor zichzelf sprekende vorm, en daarom heeft volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding het ikoon voor de commandogestuurde "bezet’-toestand bij voorkeur een vorm die een menselijke figuur bevat.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van het onderstaande uitvoeringsvoorbeeld en met verwijzing naar de volgende figuren: 5 1 1 008659 3
Fig. 1 toont een informatieverwerkend systeem waarin de uitvinding is gesitueerd;
Fig. 2 toont een schematisch overzicht van de software volgens de uitvinding;
Fig. 3 -13 tonen informatievensters die op het beeldscherm van het werkstation worden getoond door de software volgens de uitvinding.
5 Fig. 1 toont een systeem van werkstations WS en printers PR, verbonden door een lokaal netwerk N. Werkstations zijn bijvoorbeeld PC’s en zijn in elk geval uitgerust met een proceseenheid, een beeldscherm, een toetsenbord en een muis. De printers zijn digitale kopieermachines, elk omvattende een scanner, een printer, een bedieningseenheid en een aansluiteenheid (Digital Access Controller of DAC) voor 10 aansluiting aan het netwerk en het verwerken van afdrukopdrachten die vanuit de werkstations worden toegezonden. Daarnaast kunnen ook apparaten gebruikt worden die alleen een printerfunctie hebben, maar die wel een besturingssysteem hebben dat is aangepast aan de in het vervolg beschreven functionaliteit. Al deze apparaten, kopieermachines en printers, worden in het vervolg “printer" genoemd. Gebruikers die 15 vanuit hun werkstation een bepaald gegevensbestand willen laten afdrukken, kunnen daarvoor een keuze maken uit een aantal of zelfs alle printers van het systeem.
Ten behoeve van communicatie met de printers en presentatie van informatie daarover aan de gebruikers is in elk aangesloten werkstation een programma actief, dat hier verder wordt aangeduid met de term “desktop software”. Dit programma is 20 gepersonaliseerd, dat wil zeggen, hij werkt in opdracht van één gebruiker, die zich bij het opstarten heeft geïdentificeerd en zijn autorisatiecode heeft ingegeven.
De desktop software, verder ook wel kortweg “desktop” genoemd, is opgebouwd uit een aantal deelprogramma's, schematisch weergegeven in blok 100 van Fig. 2. De kern van de desktop software wordt gevormd door een deelprogramma, aangeduid 25 met “virtuele printer'’, dat met de aangesloten printers communiceert en van elk daarvan eigenschappen en status bijhoudt, voor zover van belang voor de gebruiker van het werkstation. Zoals in de volgende beschrijving zal worden toegelicht, kan een gebruiker kiezen, hoeveel informatie hij over de toestand van aangesloten printers en van de daarop te verwerken afdrukbestanden hij zich wil laten presenteren en op welk 30 moment. De gegevensuitwisseling over deze zaken tussen de desk top software en de printers is beperkt tot datgene dat noodzakelijk is voor de wensen van de gebruiker.
Op deze wijze wordt voorkomen dat het netwerk zwaarder wordt belast dan nodig is en wordt bovendien de verwerkingscapaciteit van het werkstation niet meer belast dan nodig, doordat slechts de relevante informatie in het werkstation aanwezig is en 1008659 4 verwerkt hoeft te worden.
Het “virtuele printer”-programma is voorzien van een bedieningsprogramma, i verder “user interface” (UI) genaamd, dat de communicatie van de gebruiker met de desktop software op een voor de gebruiker begrijpelijke manier regelt, in de vorm van 5 toetsaanslagen op het toetsenbord en vensters op het beeldscherm, waarin informatie wordt gepresenteerd en waarin de gebruiker elementen met behulp van muisbewegingen kan selekteren en bedienen. Voorts is de desktop software voorzien van een communicatieprogramma COM voor het regelen van gegevenstransport van en naar de printers via het netwerk.
10 Voorts is in blok 200 van Fig. 2 een schematische opzet van de communicatie programmatuur in de DAC van de printers weergegeven. Deze wordt vooral gevormd door een “information server” IS, die bedoeld is voor het ontvangen uit en het verzenden naar werkstations van digitale informatie, zoals statusinformatie over de printer zelf en over de afdrukopdrachten die de printer verwerkt. De information server 15 houdt gegevens bij over de door elke desktop gewenste informatie en verzendt slechts die informatie die ook werkelijk gewenst is, en op het moment waarop deze gewenst is. De information server is voorts voorzien van een communicatieprogramma COM voor het regelen van gegevenstransport van en naar de desktops via het netwerk.
20 Bestanden van digitale gegevens die via het netwerk naar een printer worden gezonden om daardoor te worden afgedrukt, zijn hetzij van een eerste, hetzij van een tweede soort. Bestanden van de eerste soort, hierna genoemd: automatische afdrukopdrachten, dienen onmiddellijk, dat wil zeggen zonder verdere actie van een bedienaar bij de printer, te worden afgedrukt, terwijl bestanden van de tweede soort, 25 hierna genoemd: interactieve afdrukopdrachten, alleen moeten worden opgesiagen in het geheugen van de printer en pas moeten worden afgedrukt, wanneer een bedienaar bij de printer door middel van selectie met behulp van de bedieningsmiddelen daar expliciet om vraagt. Uit een aan het bestand toegevoegd attribuut blijkt, tot welke soort het behoort.
30 De verwerking van een gegevensbestand van de eerste soort wordt in deze beschrijving verder genoemd: automatisch afdrukken (AP).
De verwerking van een gegevensbestand van de tweede soort wordt verder genoemd: interactief afdrukken (IP). Dit laatste gaat als volgt in zijn werk.
!" 1 : i ] 1008659 5
Een af te drukken gegevensbestand voor interactief afdrukken dat door een werkstation via het netwerk is verzonden, wordt door de DAC ontvangen. Deze extraheert uit het bestand een aantal voorafbepaalde identificatiegegevens, zoals de naam van de eigenaar en de naam van het bestand zelf. Het bestand wordt 5 vervolgens onveranderd opgeslagen op een opslageenheid, zoals een harde schijf (disk), in de printer, waarna het apparaat wat deze opdracht betreft overgaat in de stand-by toestand.
De DAC beheert een administratie, waarin de identificatiegegevens van alle af te drukken gegevensbestanden die staan opgeslagen zijn opgenomen. Wordt een 10 nieuw bestand via het netwerk toegevoerd, dan voegt de DAC de identificatiegegevens daarvan op naam van de eigenaar/verzender toe aan de administratie.
De disk tezamen met de genoemde administratie van de DAC vormen als het ware een verzameling van “logische opslagruimtes" voor gegevensbestanden, waarbij elke logische opslagruimte is toegewezen aan een gebruiker. Het opslaan in de 15 logische opslagruimte van een gebruiker betekent dus in feite dat het bestand wordt opgeslagen op de disk en ingeschreven in de administratie op naam van die gebruiker. Een logische opslagruimte kan beveiligd zijn door een voor de eigenaar/gebruiker specifieke code, dat wil in praktijk zeggen, dat een bedienaar slechts informatie kan krijgen over de in een bepaalde logische opslagruimte opgeslagen bestanden, nadat 20 hij deze code heeft ingegeven via de bedieningsmiddelen van de printer.
Wanneer nu een bedienaar een bepaald bestand voor interactief afdrukken wil laten afdrukken, dan dient hij dit bestand met behulp van het bedieningspaneel van de printer te selecteren en een afdrukcommando te geven door een starttoets in te drukken. In reactie daarop wordt het gegevensbestand opgehaald van de disk en 25 omgezet in afdrukbare gegevens, welke door de printer worden verwerkt tot een afdruk. Een interactief afdrukbestand kan door de verzender worden beveiligd met een code. Deze code heeft de vorm van een attribuut aan het afdrukbestand. Indien een gebruiker dit bestand interactief wil afdrukken, dan moet hij de beveiligingscode intoetsen op het bedieningspaneel voordat het bestand wordt afgedrukt.
30 Als een gegevensbestand interactief is afgedrukt, blijft het in principe opgeslagen op de disk en ingeschreven in de administratie totdat het door de gebruiker zelf of door de beheerder van de printer wordt verwijderd.
De beheerder van de printer kan het apparaat in een toestand brengen, waarin automatische afdrukopdrachten niet worden geaccepteerd. In dat geval worden 1008659 6 binnenkomende automatische afdrukopdrachten door de printer omgezet in interactieve afdrukopdrachten en opgeslagen op de disk.
Zoals reeds is vermeld, zijn althans een aantal van de printers in dit systeem in feite digitale kopieermachines, die ook een kopie kunnen maken van een origineel 5 document door het te scannen en de daarbij gegenereerde digitale beeldgegevens af te drukken.
Er zijn dus opdrachten die door een gebruiker aan het apparaat zelf in gang gezet worden (kopieer- en interactieve afdrukopdrachten) en opdrachten die op afstand vanuit bijvoorbeeld een werkstation (PC) worden gegeven (een automatische 10 afdrukopdracht). De printer werkt in het eerstgenoemde geval in een commandogestuurde toestand waarin de inrichting een reproductieproces aanvangt in reaktie op een startcommando vanaf het bedieningspaneel, en in het tweede geval in een autonome toestand waarin de inrichting op eigen initiatief een reproductieproces aanvangt.
: 15 Het is voor een gebruiker die naar het apparaat gelopen is om daar met de toetsen een opdracht te starten, zeer frustrerend, wanneer juist voordat hij deze opdracht wil beginnen een op afstand gestarte automatische afdrukopdracht begint. Hij moet dan wachten, totdat deze op afstand gestarte opdracht is afgelopen, of althans deze opdracht onderbreken met een “tussendoor”-mechanisme, voordat hij zijn kopie 20 kan maken. Dit komt in praktijk vaak voor, vooral op een veelgebruikt apparaat, en levert ergernis en vertraging van het werk op.
Om de positie van de gebruiker aan het apparaat zo goed mogelijk te beschermen, gaat het apparaat, op het waarnemen van een fysieke interactie van een bedienaar met het apparaat, over in de commandogestuurde toestand en/of blijft daar 25 gedurende een voorafbepaalde eerste wachttijd in. Tijdens deze wachttijd kan het apparaat niet overgaan in de autonome toestand. Dit biedt de gebruiker bij het apparaat de mogelijkheid om door enige interactie, bijvoorbeeld door een toets in te drukken of een of meer documenten in de inlegbak van het apparaat te leggen, voor zichzelf tijd te scheppen om in rust zijn opdracht te beginnen.
30 Bovendien blijft het apparaat na afloop van de uitvoering van een opdracht in de commandogestuurde toestand, gedurende een voorafbepaalde tweede wachttijd in de commandogestuurde toestand.
Hierdoor wordt voorkomen, dat de gebruiker, wanneer hij nog meer kopieer- of interactieve afdrukopdrachten wil afwerken, niet door een automatische afdrukopdracht 1008659 7 overvallen worden. Ook tijdens de genoemde tweede wachttijd kan de inrichting niet in de autonome toestand overgaan. De tweede wachttijd kan gelijk zijn aan de eerste.
Een praktische waarde voor wachttijden is bijvoorbeeld 30 seconden tot 2 minuten.
De bovengenoemde desktop software zai nu verder beschreven worden.
5 De desktop software omvat de volgende modules: • een overzicht van alle beschikbare aangesloten printers met een indicatie van hun status (hierna genoemd: Devices Overview) • een overzicht van lopende afdrukopdrachten met mogelijkheid om in te grijpen in de instellingen per opdracht (hierna genoemd: Job Control) 10 · informatievoorziening over de progressie van lopende afdrukopdrachten (hierna genoemd: Job Monitoring).
De door de drie modules van de desktop software gepresenteerde toestandsinformatie is dynamisch, dat wil zeggen, hij wordt onmiddellijk aangepast, zodra er een verandering in de gepresenteerde toestand optreedt.
15 Het zij hier nogmaals vermeld dat de desktop software gepersonaliseerd is en dat daarom de informatievoorziening en besturingsmogelijkheden zijn gericht op de wensen van één specifieke gebruiker.
De drie genoemde programmamodules kunnen worden gestart vanuit een algemeen startmenu dat verschijnt bij het selecteren, op het beeldscherm van het 20 werkstation, van de desktop software, en zullen nu achtereenvolgens beschreven worden.
Fig. 3 toont een venster 10 dat op het beeldscherm van het werkstation wordt getoond nadat de gebruiker in de desktop software de optie “Devices Overview” heeft geselecteerd. In dit venster wordt voor iedere printer een symbool getoond, dat de 25 status van die printer aangeeft. Voorbeelden daarvan worden getoond in Fig. 3. Bovendien staat bij ieder symbool een korte omschrijving van de printer, zodat het duidelijk is, om welke printer het gaat.
Een eerste symbool 11 is een gestyleerde afbeelding van de printer. Dit symbool wijst erop, dat de betreffende printer beschikbaar is voor afdrukopdrachten en 30 momenteel niets doet. Een tweede symbool 12 toont de printer met daaroverheen een stapel papieren, en beduidt, dat dit apparaat bezig is met een automatische afdrukopdracht in de autonome toestand. Symbool 13 toont de printer met een persoon ervoor, waarmee wordt aangegeven, dat het apparaat zich in de commandogestuurde toestand bevindt en dus hetzij bezig is met een kopieer- of een .1 008659 8 interactieve adrukopdracht, hetzij in de bovenbeschreven eerste of tweede wachttijd verkeert, waarin het geen automatische afdrukopdrachten kan starten. Symbool 14 is een afbeelding van de printer met daarover gesuperponeerd een waarschuwingsbord, hetgeen betekent dat deze printer in storingstoestand verkeert. Voorts is symbool 15 5 een ongedetailleerde afbeelding van de printer, aangevende, dat deze printer weliswaar aangesloten is, maar op dit moment niet beschikbaar is voor kopieer- of afdrukopdrachten.
Aan de hand van deze symbolen kan een gebruiker beslissen, naar welke printer hij zijn afdrukopdracht zal verzenden, en bovendien, wanneer hij een kopieer- of 10 interactieve afdrukopdracht wil gaan uitvoeren, of het appraat van zijn keuze vrij is. Daarbij is de gedifferentieerde weergave van de bezet-toestand, namelijk bezet in de autonome toestand en bezet in de commandogestuurde toestand, bijzonder handig, omdat een automatische afdrukopdracht zonder probleem tussentijds kan worden gestopt door een gebruiker aan het apparaat, om in een “tussendoof-toestand een 15 kopieer- of interactieve afdrukopdracht uit te voeren, maar het passeren van een andere gebruiker aan het apparaat doorgaans meer overtuigingskracht vereist.
De gebruiker kan een van de symbolen, en daarmee een van de printers, selecteren en dan met hetzij een menu in de bovenbalk van het venster, hetzij met een pop-up menu op de rechter-muisknop, een van de volgende functies oproepen: 20 · tonen van de wachtende afdrukopdrachten voor de betreffende printer; in deze functie worden automatische en interactieve afdrukopdrachten afzonderlijk getoond en ze kunnen ook gemanipuleerd worden. Deze functie maakt deel uit van de programma-module “Job Control” en zal daar uitvoerig worden beschreven. Voorts is deze functie ook op te roepen met een dubbele muisklik op het symbool van een 25 printer.
• tonen van de eigenschappen en status van de betreffende printer.
• oproepen van een monitorfunctie, die tijdens het werk informatie op het beeldscherm geeft over de status van de betreffende printer.
• het definiëren van de betreffende printer als default-printer.
30 In de bovengenoemde functie waarin de eigenschappen en status van de printer worden getoond, verschijnt op het beeldscherm een venster met deze informatie, waarbij de informatie is verdeeld over drie tabkaarten die door selectie van hun tab zichtbaar kunnen worden gemaakt, zoals weergegeven in Fig. 4 A, B en C. Op een eerste tabkaart wordt de voorraad afdrukpapier in de bakken van de printer getoond, 1008659 9 op de tweede tabkaart wordt de actuele werkingstoestand van de printer beschreven en op de derde tabkaart staat informatie over de geïnstalleerde functionaliteit.
In reactie op selectie van de bovengenoemde monitorfunctie verschijnt op het beeldscherm van het werkstation een venster, waarin de gebruiker zijn voorkeuren 5 voor de presentatievorm van de statusgegevens van de printer kan instellen (zie Fig.
5). Er zijn twee hoofdvormen van de presentatie, namelijk met een permanent ikoon op het beeldscherm (“by icon”) en met boodschappen die op het beeldscherm verschijnen op het moment dat er een toestandsverandering van de printer optreedt (“by alerts”).
Wanneer de monitoring met ikonen is ingesteld, wordt in het ikoon een 10 symbolische afbeelding van de status, juist zoals weergegeven in Fig. 3, getoond. Een voorbeeld van zo’n ikoon wordt gegeven in Fig. 6A. Ook kan een gebruiker de status van verschillende printers tegelijk laten bijhouden. In dat geval wordt er voor elke gemonitorde printer een ikoon getoond op het scherm, zoals weergegeven in Fig. 6B. Door een dubbele muisklik op een ikoon wordt de functie van het tonen van de 15 wachtende afdrukopdrachten voor de betreffende printer opgeroepen. Hiervoor wordt weer verwezen naar de beschrijving van de programmamodule “Job Control”.
Bij monitoring door middel van boodschappen kan de gebruiker opgeven, bij welke toestandsveranderingen hij een boodschap wil ontvangen, om zo onnodige meldingen te voorkomen. Een voorbeeld van een dergelijke boodschap wordt getoond 20 in Fig. 7.
Fig. 8 toont de relevante opmaak van het beeldscherm van het werkstation, nadat de gebruiker in de desktop software de optie “Job Control” voor het bijhouden van een overzicht van lopende afdrukopdrachten heeft geselecteerd.
Hier worden een aantal vensters 20 A, B en C getoond, die elk voor een printer, 25 waar op dat moment een afdrukopdracht van de gebruiker aanwezig is, gelden. Er worden dus zoveel vensters getoond als er printers zijn waar op dat moment afdrukopdrachten van de gebruiker aanwezig zijn.
Wanneer deze functie vanuit de module “Device overview” was aangeroepen, zou alleen het venster voor de daar geselecteerde printer zijn getoond.
30 Een venster 20 omvat een ruimte 21 voor automatische afdrukopdrachten, een ruimte 22 voor interactieve afdrukopdrachten van de gebruiker en een ruimte 23 voor specificatie van de actieve afdrukopdracht. Voorts zijn een aantal “toetsen”, die met de muis bediend kunnen worden, aanwezig.
Ruimte 21 bevat de wachtrij van automatische afdrukopdrachten van de 1008659 10 gebruiker, met hun status (nummer in de wachtrij), naam, en andere, door de gebruiker tijdens een set-up te selecteren gegevens. Door links onder de ruimte 21 een schakelaarbox aan te klikken, kan de gebruiker ook alle wachtende automatische afdrukopdrachten, dus ook van andere gebruikers, laten presenteren. In dat geval 5 worden zijn eigen opdrachten weergegeven op een van de andere onderscheidbare wijze, bijvoorbeeld gekleurd. Wanneer de Job Control module vanuit de module “Devices Overview" wordt aangeroepen voor een bepaalde printer, is de presentatie van alle wachtende automatische afdrukopdrachten, dus ook van andere gebruikers, de default-instelling.
10 Ruimte 22 bevat een overzicht van wachtende interactieve afdrukopdrachten van de gebruiker, hier weergegeven met ikonen met een naam, wat overeenkomt met het karakter deze opdrachten, die immers niet in een wachtrij staan, maar pas actief worden als de gebruiker ze op het bedieningspaneel start. Om meer informatie over ; deze opdrachten te krijgen, kan de gebruiker ze ook in een gedetailleerde lijst laten 15 presenteren.
Ruimte 23 toont de gegevens van de op dat moment actieve afdrukopdracht, of indien er geen opdracht actief is, de toestand van de printer (“idle”, “error"). In de ruimte staan de volgende gegevens: soort opdracht (kopieeropdracht, automatische afdrukopdracht, interactieve afdrukopdracht), aantal afdrukken, naam van de eigenaar 20 van de opdracht en de naam van de opdracht. Naast de ruimte 23 is een toets 24 waarmee de actieve opdracht kan worden afgebroken (“abort”).
Met de toets 25 kan een in de ruimte 22 geselecteerde interactieve afdrukopdracht worden omgezet in een automatische en worden toegevoegd aan de wachtrij in ruimte 21, met de toets 26 kan een in ruimte 21 geselecteerde automatische 25 afdrukopdracht worden omgezet in een interactieve en worden verplaatst naar ruimte 22.
Met de toets 27 kunnen van een in een van beide ruimtes 21 of 22 geselecteerde afdrukopdracht de afdrukinstellingen getoond worden. Hetzelfde wordt bereikt door een dubbele muisklik op de opdrachtnaam. In reaktie hierop wordt een venster 30 geopend op het beeldscherm van het werkstation, waarop alle instellingen staan aangegeven. In dit venster kunnen de instellingen ook nog gewijzigd worden.
Tenslotte kan een in een van beide ruimtes 21 of 22 geselecteerde afdrukopdracht worden verwijderd met toets 28.
Bovengenoemde functies kunnen ook worden opgeroepen door een opdracht te è 1008659 11 selekteren en een keuze te maken uit het menu “document” in de menubalk bovenaan het vester 20 of door te kiezen in een pop-up menu dat verschijnt bij een rechter-muis-klik op een opdrachtnaam.
De functies, toegelicht met verwijzing naar de toetsen 24 - 28, kunnen door de 5 gebruiker alleen worden toegepast op zijn eigen afdrukopdrachten.
Het menu “View” in de menubalk bovenaan het venster 20 biedt keus uit: • kiezen van de presentatievorm van automatische afdrukopdrachten (keuze uit welke informatie getoond wordt) • kiezen van de presentatievorm van interactieve afdrukopdrachten (als ikonen of in 10 een lijst, en indien een lijst is gekozen, welke informatie getoond wordt) • tonen van alle afdrukopdrachten van de gebruiker (over alle printers), met de printer waarop de opdracht aanwezig is, benevens deze informatie over de reeds afgewerkte afdrukopdrachten.
Deze laatste functie zal nu worden toegelicht aan de hand van Fig. 9.
15 Wanneer deze functie wordt geselecteerd, verschijnt op het beeldscherm van het werkstation het venster 30. Dit venster 30 bevat een ruimte 31 waarin een lijst van alle nog niet afgewerkte afdrukopdrachten van de betreffende gebruiker, op alle printers, wordt getoond, met hun status (waiting, busy, error) en de printer, waarop ze aanwezig zijn. In deze lijst staan zowel automatische als interactieve afdrukopdrachten en hun 20 soort wordt ook aangegeven. Met een dubbele muisklik op de naam van een afdrukopdracht in ruimte 31 wordt het Job Control-venster (Fig. 8) van de printer waarop de opdracht aanwezig is geopend, zodat de gebruiker de status van de opdracht in de wachtrij (indien het een automatische afdrukopdracht is) kan bekijken, de opdracht kan manipuleren, en de afdrukinstellingen kan inspecteren en/of 25 veranderen.
Voorts bevat het venster 30 een ruimte 32, waarin een lijst van alle afgewerkte afdrukopdrachten van de betreffende gebruiker, op alle printers, wordt getoond, met de printer, die ze verwerkt heeft. Een toets 33 is aangebracht onder de ruimte 32, waarmee de gebruiker een afdrukopdracht, nadat hij deze heeft geselecteerd door er 30 met de muis op te klikken, uit de lijst kan verwijderen.
Wanneer een lijst in ruimte 31 of 32 te lang is om in die ruimte te passen, verschijnt een scrollbar, waarmee de niet meer passende opdrachten alsnog bereikt kunnen worden.
De lijst van afgewerkte afdrukopdrachten in ruimte 32 kan ook een (hier niet 1008659 12 getoonde) statusindicatie geven. Bij een printer met meer dan een aflegvak weet de apparaatbesturing van de printer namelijk, in welk aflegvak de afdrukken zijn afgelegd, en deze informatie kan worden getoond in de lijst. De printer kan voorts voorzien zijn van sensoren om vast te stellen, of er zich afdrukken bevinden in de aflegvakken> In 5 dat geval kan de apparaatbesturing ook opmerken, dat een afgelegde stapel afdrukken uit het vak genomen wordt. Deze informatie kan eveneens getoond worden in de lijst in ruimte 32. De statusinformatie kan dan de vorm hebben van: “aanwezig in aflegvak X”, of: “verwijderd”
Met behulp van deze functie kan een gebruiker steeds te weten komen, waar zijn 10 afdrukopdrachten staan te wachten, of waar zijn afdrukken liggen, hetgeen vooral in een omgeving waar gebruik wordt gemaakt van vele printers erg handig is.
De monitorfunctie kan ook werken voor slechts een vastgestelde deelverzameling van alle printers in het systeem. Dit kan ingsteld worden bij configuratie van het systeem, of met behulp van een set-up functie van het 15 programma.
Het menu “monitor" in de menubalk bovenaan het venster 20 van Job Control biedt de mogelijkheid om een monitorfunctie voor de afdrukopdrachten van de betreffende gebruiker op de betreffende printer te activeren. Deze functie kan ook vanuit het startmenu van de desktop software worden opgeroepen en zal hierna 20 beschreven worden.
De monitorfunctie is bedoeld om de gebruiker op de hoogte te houden van de status van zijn automatische afdrukopdrachten. Hij kan actief zijn voor alle lopende opdrachten of voor een deel daarvan, te selecteren door de gebruiker.
De monitorfunctie kent drie toestanden: 25 · een eerste toestand (“actief): er is nog minimaal één opdracht van de verzameling niet afgewerkt: hierbij wordt ook het aantal nog niet afgewerkte opdrachten.
• een tweede toestand (“passief): alle opdrachten van de verzameling zijn afgewerkt of de verzameling is leeg.
• een derde toestand (“error”): een van de opdrachten heeft een fout veroorzaakt.
30 In reactie op het selecteren, in het startmenu van de desktop software, van de monitorfunctie, verschijnt op het beeldscherm van het werkstation een venster, waarin de gebruiker een, meer, of alle printers kan selecteren voor de monitorfunctie. Dit wordt getoond in Fig. 10. Nadat de gebruiker de toets “OK" heeft aangeklikt met de muis, verschijnt op het beeldscherm van het werkstation een venster, waarin de 1008659 13 gebruiker zijn voorkeuren voor de presentatievorm van de status van zijn persoonlijke afdrukopdrachten kan instellen (zie Fig. 11). Er zijn twee hoofdvormen van de presentatie, namelijk door middel van een permanent ikoon op het beeldscherm (“by 5 Icon") of door middel van boodschappen die op het beeldscherm verschijnen wanneer er iets in die status verandert (“by alerts”). In het laatste geval kan de gebruiker opgeven, bij welke toestandsveranderingen hij een boodschap wil ontvangen, om zo onnodige meldingen te voorkomen.
De gebruiker vult zijn voorkeuren in en drukt op de toets ΌΚ”, waarna de functie 10 geactiveerd is. In de ikoon-toestand verschijnt nu een ikoon op het beeldscherm.
Wanneer Job Monitoring wordt geactiveerd vanuit Job Control, wordt het keuzevenster van Fig. 10 overgeslagen (de printer van het Job Control-venster is automatisch geselecteerd), maar wordt meteen het venster van Fig. 11 getoond.
Fig. 12 toont monitor-ikonen. Een ikoon bevat, naast de naam van de printer 15 waarvoor het actief is, een symbool voor de toestand van een verzameling van afdrukopdrachten van de gebruiker op die printer. Voor de reeds genoemde drie toestanden worden in dit voorbeeld de volgende symbolen getoond: voor de eerste toestand (“actief): een afbeelding van een document met een pen; voor de tweede toestand (“passief): een afbeelding van een document; 20 voor de derde toestand (“error): een waarschuwingsbord voor een document.
De genoemde verzameling van afdrukopdrachten, die door de monitorfunctie wordt gevolgd, kan de volledig verzameling van opdrachten op de betreffende printer zijn, maar ook een deelverzameling. Deze deelverzameling kan alleen worden geselecteerd in het venster 20 van Job Control, ruimte 21, door het aanklikken met de 25 muis van de gewenste afdrukopdrachten, gevolgd door het aanklikken van het monitormenu in de menubalk. Wanneer Job Monitoring wordt opgeroepen vanuit het startmenu van de desktop software, bevat de verzameling altijd alle opdrachten. De monitorfunctie is dynamisch: er kunnen afdrukopdrachten worden toegevoegd aan een gemonitorde verzameling.
30 In reactie op een dubbele muisklik op een monitor-ikoon wordt het Job Control- venster van de betreffende printer geopend, zodat de gebruiker de volledige status van zijn opdrachten kan inspecteren.
Er kunnen ook meerdere ikonen tegelijk op het beeldscherm getoond worden, zodat de gebruiker de status van verschillende verzamelingen of printers tegelijk kan 1008659 14 inspecteren.
Ingeval de werkingswijze “by alerts” is geselecteerd, verschijnen er alleen meldingsvensters bij een door de gebruiker gekozen toestandsverandering van een afdrukopdracht uit de verzameling. Een voorbeeld van zo een venster wordt getoond in 5 Fig. 13.
Hoewel de uitvinding aan de hand van bovenstaand uitvoeringsvoorbeeld is beschreven, zal het de vakman duidelijk zijn, dat ook andere uitvoeringsvormen mogelijk zijn binnen de bewoordingen van de conclusies. Deze worden geacht binnen de bescherming van dit octrooi te vallen.
10 1008659

Claims (4)

1. Informatieverwerkings-systeem omvattende ten minste een werkstation, voorzien van een processor-eenheid, een 5 beeldscherm en bedieningsmiddelen zoals een toetsenbord en muis, ten minste een printer, voorzien van een besturingseenheid en een bedieningspaneel, en een digitaal netwerk waaraan de werkstations en de printers zijn aangesloten, waarin een werkstation is voorzien van een programma voor communicatie met 10 een printer voor het verzenden van afdrukopdrachten naar die printer en het opvragen of ontvangen van statusinformatie over die printer, welk programma middelen omvat voor het op het beeldscherm van het werkstation in de vorm van een symbolische afbeelding of ikoon vertonen van actuele statusinformatie over genoemde printer, met het kenmerk, dat de besturingseenheid van de printer is ingericht om afdrukopdrachten uit te voeren in hetzij een autonome, hetzij een commandogestuurde toestand, 20 waarbij de besturingseenheid in de autonome toestand uitvoering van een afdrukopdracht op eigen initiatief aanvangt en in de commandogestuurde toestand uitvoering van een reproductieproces, daaronder begrepen een afdrukopdracht, aanvangt in reactie op een startcommando vanaf het bedieningspaneel van de printer, en dat het programma in de gevallen, waarin de printer actief is in de genoemde 25 autonome toestand en waarin de printer actief is in de genoemde commandogestuurde toestand, verschillende ikonen vertoont.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarin een reproductieproces in de commandogestuurde toestand wordt gevormd door een kopieerproces, waarbij een 30 origineel document wordt gescand door een in de printer aanwezige scanner, waarbij digitale beeldgegevens worden gegenereerd, en een afdruk wordt gemaakt met behulp van de genoemde digitale beeldgegevens.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarin een reproductieproces In de 1008659 commandogestuurde toestand wordt gevormd door een interactief afdrukproces, waarbij een afdrukbestand dat via het netwerk is toegezonden en opgeslagen in een opslageenheid in de printer, door een bedienaar met behulp van het bedieningspaneel ! wordt geselecteerd en in reactie op een op de selectie volgend afdrukcommando wordt j 5 afgedrukt. i
4. Systeem volgens conclusie 1, waarin het ikoon voor de commandogestuurde toestand een menselijke figuur bevat. 1 008659 Γ J
NL1008659A 1998-03-20 1998-03-20 Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem. NL1008659C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008659A NL1008659C2 (nl) 1998-03-20 1998-03-20 Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem.
DE69914007T DE69914007T2 (de) 1998-03-20 1999-03-16 Anzeige des Druckerstatuses in einem Informationsverarbeitungssystem
EP99200801A EP0943987B1 (en) 1998-03-20 1999-03-16 Presentation of printer status in an information-processing system
JP7446999A JPH11327818A (ja) 1998-03-20 1999-03-18 情報処理システムにおけるプリンタ状態の提示
US09/272,558 US6618163B1 (en) 1998-03-20 1999-03-19 System and method for symbolically displaying printer status information

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008659 1998-03-20
NL1008659A NL1008659C2 (nl) 1998-03-20 1998-03-20 Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008659C2 true NL1008659C2 (nl) 1999-09-21

Family

ID=19766783

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008659A NL1008659C2 (nl) 1998-03-20 1998-03-20 Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US6618163B1 (nl)
EP (1) EP0943987B1 (nl)
JP (1) JPH11327818A (nl)
DE (1) DE69914007T2 (nl)
NL (1) NL1008659C2 (nl)

Families Citing this family (39)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1008657C2 (nl) * 1998-03-20 1999-09-21 Oce Tech Bv User interface voor een informatieverwerkings-systeem.
DE60026788T2 (de) * 1999-05-13 2006-10-12 Canon K.K. Vorrichtung zum Suchen eines Gerätes in einem Netzwerk
US7034954B1 (en) * 1999-05-20 2006-04-25 Canon Kabushiki Kaisha Print control apparatus capable of processing store print job and information processing apparatus capable of displaying store print job
SG97915A1 (en) * 1999-08-19 2003-08-20 Sony Corp Image processing method and apparatus, printing method and apparatus, image printing system and method and recording medium
US7107526B1 (en) * 2000-01-19 2006-09-12 Xerox Corporation Transparent injection of specific content into web pages viewed while browsing
JP3508671B2 (ja) * 2000-01-24 2004-03-22 セイコーエプソン株式会社 印刷ジョブの管理システム
US7644119B1 (en) * 2000-02-04 2010-01-05 Canon Kabushiki Kaisha Computer network scanning
EP1191434A4 (en) 2000-04-07 2003-07-09 Seiko Epson Corp CONTROL OF DISTRIBUTED PRINTERS
NL1015415C2 (nl) * 2000-06-13 2001-12-14 Ocu Technologies B V Werkwijze voor het verwerken van informatie, een systeem geschikt om deze werkwijze toe te passen en een computer programma element omvattend een programma code voor het toepassen van deze werkwijze.
JP3957998B2 (ja) * 2000-08-08 2007-08-15 キヤノン株式会社 印刷システム、画像処理装置及び情報処理装置
WO2002039246A2 (en) * 2000-11-07 2002-05-16 Hewlett-Packard Company Systems and method for remote management of printing devices
JP4092068B2 (ja) * 2000-11-10 2008-05-28 株式会社リコー 印刷制御装置、印刷装置、印刷システムおよび印刷制御用記録媒体
US20020075508A1 (en) * 2000-12-20 2002-06-20 Luman David J. Notification of print job status over a wireless link
US20030023326A1 (en) * 2001-07-02 2003-01-30 Pranav Shah Writing operator panels using direct scan
US7519909B2 (en) * 2001-08-10 2009-04-14 American Power Conversion Corporation Uninterruptible power supply (UPS) devices monitoring system
US7385610B2 (en) * 2001-10-18 2008-06-10 Hewlett-Packard Development Company, L.P. System and method for displaying graphics
JP3480844B2 (ja) * 2001-10-26 2003-12-22 株式会社リコー 文書管理装置、文書管理制御方法及び文書管理制御プログラム
US7703046B2 (en) * 2002-01-09 2010-04-20 American Power Conversion Corporation User interface providing UPS information
KR20040016146A (ko) * 2002-08-16 2004-02-21 삼성전자주식회사 데이타 처리를 위한 사용자 인터페이싱 방법 및 장치
US9106526B2 (en) 2003-03-21 2015-08-11 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Traversing firewalls
US7529823B2 (en) 2003-03-27 2009-05-05 Microsoft Corporation Notifications for shared resources
JP3944133B2 (ja) 2003-07-25 2007-07-11 キヤノン株式会社 情報処理装置及び情報処理方法及びプログラム並びにコンピュータ読み取り可能な記憶媒体
US20050088668A1 (en) * 2003-10-23 2005-04-28 Robert Sesek System to communicate the present status of a job queue
ES2767874T3 (es) * 2003-12-01 2020-06-18 Blackberry Ltd Método para proporcionar notificaciones de nuevos acontecimientos en un dispositivo de pantalla pequeña
JP3793197B2 (ja) * 2003-12-03 2006-07-05 キヤノン株式会社 情報処理装置、情報処理方法、情報処理プログラム並びに記憶媒体
US7694232B2 (en) 2004-08-03 2010-04-06 Research In Motion Limited Method and apparatus for providing minimal status display
JP2006056014A (ja) * 2004-08-17 2006-03-02 Konica Minolta Business Technologies Inc 画像形成のための装置、方法およびプログラム、並びに印刷指示のための装置、方法およびプログラム、並びに画像処理システム
JP2006215789A (ja) * 2005-02-03 2006-08-17 Fujitsu Ltd 状態表示装置,管理システム,状態表示制御用プログラムおよび同プログラムを記録したコンピュータ読取可能な記録媒体
JP4403997B2 (ja) * 2005-03-30 2010-01-27 ブラザー工業株式会社 レイアウト表示システム、レイアウト表示装置、およびレイアウト表示プログラム
JP4215021B2 (ja) * 2005-03-31 2009-01-28 ブラザー工業株式会社 端末装置、端末装置を備えたネットワークシステム、並びに端末装置、ホスト装置、ネットワークシステムの制御プログラム。
US20070058193A1 (en) * 2005-09-15 2007-03-15 Kabushiki Kaisha Toshiba System and method for detecting and releasing selected document processing jobs
JP2008071010A (ja) * 2006-09-13 2008-03-27 Sharp Corp 印刷機器監視方法及び印刷機器監視システム並びにそのプログラム
JP4780049B2 (ja) * 2007-06-29 2011-09-28 富士ゼロックス株式会社 情報処理システム及び情報処理プログラム
US20090164923A1 (en) * 2007-12-21 2009-06-25 Nokia Corporation Method, apparatus and computer program product for providing an adaptive icon
JP4643677B2 (ja) * 2008-03-21 2011-03-02 シャープ株式会社 印刷制御装置
JP5741058B2 (ja) * 2011-02-28 2015-07-01 株式会社リコー 印刷管理プログラム、印刷管理装置、印刷管理方法及び印刷システム
JP6000633B2 (ja) * 2012-05-14 2016-10-05 キヤノン株式会社 情報処理装置、プログラム及び制御方法
JP6772758B2 (ja) * 2016-10-21 2020-10-21 富士ゼロックス株式会社 印刷管理装置及びプログラム
EP3910465B1 (en) * 2020-05-13 2023-07-12 Canon Production Printing Holding B.V. Computer system for monitoring a plurality of printing systems

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0562995A2 (en) * 1992-03-23 1993-09-29 International Business Machines Corporation Graphical end-user interface for intelligent assistants
EP0750251A1 (en) * 1995-06-22 1996-12-27 Canon Kabushiki Kaisha Printer control with monitor function
US5727135A (en) * 1995-03-23 1998-03-10 Lexmark International, Inc. Multiple printer status information indication

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA2016397C (en) 1989-05-15 1994-07-05 Emily A. Green Method of monitoring the status of an application program
US5706411A (en) * 1992-11-09 1998-01-06 Microsoft Corporation Printer status user interface and methods relating thereto
US5550957A (en) * 1994-12-07 1996-08-27 Lexmark International, Inc. Multiple virtual printer network interface
NL1003360C2 (nl) 1996-06-17 1997-12-19 Oce Tech Bv Digitale reproduktie-inrichting met verbeterde bedieningseigenschappen.
US7177040B2 (en) * 1998-03-20 2007-02-13 Océ-Technologies B.V. Remote printer control

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0562995A2 (en) * 1992-03-23 1993-09-29 International Business Machines Corporation Graphical end-user interface for intelligent assistants
US5727135A (en) * 1995-03-23 1998-03-10 Lexmark International, Inc. Multiple printer status information indication
EP0750251A1 (en) * 1995-06-22 1996-12-27 Canon Kabushiki Kaisha Printer control with monitor function

Also Published As

Publication number Publication date
US6618163B1 (en) 2003-09-09
EP0943987A1 (en) 1999-09-22
DE69914007T2 (de) 2004-12-30
EP0943987B1 (en) 2004-01-07
DE69914007D1 (de) 2004-02-12
JPH11327818A (ja) 1999-11-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1008659C2 (nl) Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem.
NL1008660C2 (nl) User interface voor een informatieverwerkings-systeem, met opdrachtbewaking.
NL1008657C2 (nl) User interface voor een informatieverwerkings-systeem.
EP0978767B1 (en) Manipulation of energy conservation in image forming devices in a digital network
US7177040B2 (en) Remote printer control
JP4115280B2 (ja) 印刷待ち行列を使用する印刷システムの制御方法
US6850337B1 (en) Methods and arrangement for providing and using printer configuration status information
US7304753B1 (en) Systems for print job monitoring
US6678068B1 (en) Client print server link for output peripheral device
US7649642B2 (en) Customizable print media definition
CN1333330C (zh) 代理打印系统、信息处理设备以及控制方法
US6872015B2 (en) Coordinated concurrent printing of print jobs
EP1835714B1 (en) Printing via kickstart function
JP3772628B2 (ja) 画像処理装置
JPH10320344A (ja) ネットワークにおける入出力機器の指定プログラムを記録した記録媒体ならびにネットワークにおける入出力機器の指定システムおよび方法
JP4133277B2 (ja) ジョブ実行システム及びジョブ実行方法
US20020051186A1 (en) Information processing apparatus, device management apparatus, network system, method of coping with a device problem, and storage medium
US20050002065A1 (en) Facsimile and information processing apparatus
JP2009087206A (ja) 受付番号発券システム
JP6405419B2 (ja) 画像処理装置および画像形成装置
JPH0519727A (ja) 情報処理装置
JP2005327001A (ja) 専用端末及びその画面制御方法
JP3644597B2 (ja) 帳票出力管理システム及びこれを実現するためのコンピュータプログラム
JP2004013701A (ja) プリント注文データ生成装置
JP2019074920A (ja) 仲介装置及びプログラム

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041001