NL1008657C2 - User interface voor een informatieverwerkings-systeem. - Google Patents

User interface voor een informatieverwerkings-systeem. Download PDF

Info

Publication number
NL1008657C2
NL1008657C2 NL1008657A NL1008657A NL1008657C2 NL 1008657 C2 NL1008657 C2 NL 1008657C2 NL 1008657 A NL1008657 A NL 1008657A NL 1008657 A NL1008657 A NL 1008657A NL 1008657 C2 NL1008657 C2 NL 1008657C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
user
printer
print jobs
print
printers
Prior art date
Application number
NL1008657A
Other languages
English (en)
Inventor
Robertus Cornelis Wil Tillaart
Monica Maria Wilhelmina Roosen
Original Assignee
Oce Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Tech Bv filed Critical Oce Tech Bv
Priority to NL1008657A priority Critical patent/NL1008657C2/nl
Priority to EP99200769A priority patent/EP0943986B1/en
Priority to DE69908462T priority patent/DE69908462T2/de
Priority to JP7447099A priority patent/JPH11327848A/ja
Priority to US09/272,240 priority patent/US6856413B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1008657C2 publication Critical patent/NL1008657C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING OR CALCULATING; COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F3/00Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
    • G06F3/12Digital output to print unit, e.g. line printer, chain printer
    • G06F3/1201Dedicated interfaces to print systems
    • G06F3/1202Dedicated interfaces to print systems specifically adapted to achieve a particular effect
    • G06F3/1203Improving or facilitating administration, e.g. print management
    • G06F3/1207Improving or facilitating administration, e.g. print management resulting in the user being informed about print result after a job submission
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING OR CALCULATING; COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F3/00Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
    • G06F3/12Digital output to print unit, e.g. line printer, chain printer
    • G06F3/1201Dedicated interfaces to print systems
    • G06F3/1223Dedicated interfaces to print systems specifically adapted to use a particular technique
    • G06F3/1237Print job management
    • G06F3/1259Print job monitoring, e.g. job status
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING OR CALCULATING; COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F3/00Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
    • G06F3/12Digital output to print unit, e.g. line printer, chain printer
    • G06F3/1201Dedicated interfaces to print systems
    • G06F3/1278Dedicated interfaces to print systems specifically adapted to adopt a particular infrastructure
    • G06F3/1285Remote printer device, e.g. being remote from client or server
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING OR CALCULATING; COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F3/00Input arrangements for transferring data to be processed into a form capable of being handled by the computer; Output arrangements for transferring data from processing unit to output unit, e.g. interface arrangements
    • G06F3/12Digital output to print unit, e.g. line printer, chain printer
    • G06F3/1201Dedicated interfaces to print systems
    • G06F3/1202Dedicated interfaces to print systems specifically adapted to achieve a particular effect
    • G06F3/121Facilitating exception or error detection and recovery, e.g. fault, media or consumables depleted
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S707/00Data processing: database and file management or data structures
    • Y10S707/99941Database schema or data structure
    • Y10S707/99943Generating database or data structure, e.g. via user interface

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Human Computer Interaction (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Accessory Devices And Overall Control Thereof (AREA)
  • Digital Computer Display Output (AREA)
  • User Interface Of Digital Computer (AREA)

Description

Océ-Technologies B.V., te Venlo
User interface voor een informatieverwerkings-systeem 5 De uitvinding betreft een informatieverwerkings-systeem, omvattende ten minste een werkstation voor een gebruiker en een aantal printers waarop afdrukbestanden die op een werkstation zijn gemaakt kunnen worden afgedrukt.
Bij gebruik van een dergelijk systeem is het voor een gebruiker vaak een probleem om te onthouden, naar welke printer hij een bepaald afdrukbestand heeft 10 verzonden. Een mogelijkheid om een afdrukopdracht terug te vinden is inspectie van de afzonderlijke printqueues, maar dit is een tijdrovende bezigheid. Bovendien verdwijnen afdrukopdrachten die zijn afgewerkt, uit de printqueue en zijn dan helemaal niet meer terug te vinden. Dan rest de gebruiker niets anders dan bij elke printer te gaan kijken, of zijn afdrukken daar liggen.
15 De uitvinding komt tegemoet aan de beschreven behoefte aan informatie, doordat het programma dat in het werkstation actief is voor communicatie met de printers middelen omvat voor - het verzamelen van informatie over de status van afdrukopdrachten van de genoemde gebruiker bij een voorafbepaalde pluraliteit van printers 20 - het bijhouden van een geactualiseerd overzicht van de afdrukopdrachten van de genoemde gebruiker, en - het op het beeldscherm van het werkstation presenteren van het geactualiseerde overzicht van afdrukopdrachten van de genoemde gebruiker, met voor elke afdrukopdracht ten minste een identificatie van de printer waarnaar die afdrukopdracht 25 is verzonden.
Op deze wijze kan de gebruiker snel een overzicht krijgen van al zijn uitstaande afdrukopdrachten en de printer waarnaar zij verzonden zijn, ook als ze reeds afgewerkt zijn.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voor nog niet afgewerkte 30 afdrukopdrachten hun actuele status gegeven. Dit kan de vorm hebben van: "wachtend, in bewerking, heeft een fout veroorzaakt", of ook hun volgnummer in hun printqueue. Een status kan ook worden gegeven voor reeds afgewerkte afdrukopdrachten. Hier zal de status de bijvoorbeeld de vorm hebben van het aflegvak, waarin de afdrukken zijn gelegd, dan wel "verwijderd", wanneer de printer met daartoe 1008657 2 geëigende en op zich bekende middelen heeft vastgesteld, dat het aflegvak waarin de afdrukken waren afgelegd, is leeggemaakt.
In een verdere uitvoeringsvorm worden afgewerkte afdrukopdrachten pas uit het overzicht verwijderd, wanneer de gebruiker deze selecteert en een ! 5 verwijdercommando geeft. Dit heeft voordelen boven het automatisch na een bepaald tijdsverloop verwijderen. Op deze wijze kan de gebruiker de lijst ook gebruiken als geheugensteun dat hij de afdrukken van een bepaalde opdracht nog moet ophalen.
Het overzicht van afdrukopdrachten kan worden gepresenteerd voor een voorafbepaalde pluraliteit van printers in het systeem, maar ook voor alle printers. Dit 10 kan bijvoorbeeld worden ingesteld bij configuratie, maar eventueel ook door een selectie van bepaalde printers in een set-up procedure.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van het onderstaande uitvoeringsvoorbeeld en met verwijzing naar de volgende figuren:
Fig. 1 toont een informatieverwerkend systeem waarin de uitvinding is gesitueerd; 15 Fig. 2 toont een schematisch overzicht van de software volgens de uitvinding;
Fig. 3-13 tonen informatievensters die op het beeldscherm van het werkstation worden getoond door de software volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een systeem van werkstations WS en printers PR, verbonden door een lokaal netwerk N. Werkstations zijn bijvoorbeeld PC’s en zijn in elk geval uitgerust 20 met een proceseenheid, een beeldscherm, een toetsenbord en een muis. De printers zijn digitale kopieermachines, elk omvattende een scanner, een printer, een bedieningseenheid en een aansluiteenheid (Digital Access Controller of DAC) voor aansluiting aan het netwerk en het verwerken van afdrukopdrachten die vanuit de werkstations worden toegezonden. Daarnaast kunnen ook apparaten gebruikt worden 25 die alleen een printerfunctie hebben, maar die wel een besturingssysteem hebben dat is aangepast aan de in het vervolg beschreven functionaliteit. Al deze apparaten, kopieermachines en printers, worden in het vervolg “printer" genoemd. Gebruikers die vanuit hun werkstation een bepaald gegevensbestand willen laten afdrukken, kunnen daarvoor een keuze maken uit een aantal of zelfs alle printers van het systeem.
30 Ten behoeve van communicatie met de printers en presentatie van informatie daarover aan de gebruikers is in elk aangesloten werkstation een programma actief, dat hier verder wordt aangeduid met de term “desktop software”. Dit programma is gepersonaliseerd, dat wil zeggen, hij werkt in opdracht van één gebruiker, die zich bij het opstarten heeft geïdentificeerd en zijn autorisatiecode heeft ingegeven.
' 1008657 3
De desktop software, verder ook wel kortweg “desktop" genoemd, is opgebouwd uit een aantal deelprogramma's, schematisch weergegeven in blok 100 van Fig. 2. De kern van de desktop software wordt gevormd door een deelprogramma, aangeduid met “virtuele printer*, dat met de aangesloten printers communiceert en van elk 5 daarvan eigenschappen en status bijhoudt, voor zover van belang voor de gebruiker van het werkstation. Zoals in de volgende beschrijving zal worden toegelicht, kan een gebruiker kiezen, hoeveel informatie hij over de toestand van aangesloten printers en van de daarop te verwerken afdrukbestanden hij zich wil laten presenteren en op welk moment. De gegevensuitwisseling over deze zaken tussen de desk top software en de 10 printers is beperkt tot datgene dat noodzakelijk is voor de wensen van de gebruiker.
Op deze wijze wordt voorkomen dat het netwerk zwaarder wordt belast dan nodig is en wordt bovendien de verwerkingscapaciteit van het werkstation niet meer belast dan nodig, doordat slechts de relevante informatie in het werkstation aanwezig is en verwerkt hoeft te worden.
15 Het “virtuele printef-programma is voorzien van een bedienlngsprogramma, verder “user interface” (UI) genaamd, dat de communicatie van de gebruiker met de desktop software op een voor de gebruiker begrijpelijke manier regelt, in de vorm van toetsaanslagen op het toetsenbord en vensters op het beeldscherm, waarin informatie wordt gepresenteerd en waarin de gebruiker elementen met behulp van 20 muisbewegingen kan selekteren en bedienen. Voorts is de desktop software voorzien van een communicatieprogramma COM voor het regelen van gegevenstransport van en naar de printers via het netwerk.
Voorts is in blok 200 van Fig. 2 een schematische opzet van de communicatieprogrammatuur in de DAC van de printers weergegeven. Deze wordt vooral gevormd 25 door een “information server" IS, die bedoeld is voor het ontvangen uit en het verzenden naar werkstations van digitale informatie, zoals statusinformatie over de printer zelf en over de afdrukopdrachten die de printer verwerkt. De information server houdt gegevens bij over de door elke desktop gewenste informatie en verzendt slechts die informatie die ook werkelijk gewenst is, en op het moment waarop deze gewenst is. 30 De information server is voorts voorzien van een communicatieprogramma COM voor het regelen van gegevenstransport van en naar de desktops via het netwerk.
Bestanden van digitale gegevens die via het netwerk naar een printer worden gezonden om daardoor te worden afgedrukt, zijn hetzij van een eerste, hetzij van een 1008657 4 tweede soort. Bestanden van de eerste soort, hierna genoemd: automatische afdrukopdrachten, dienen onmiddellijk, dat wii zeggen zonder verdere actie van een bedienaar bij de printer, te worden afgedrukt, terwijl bestanden van de tweede soort, hierna genoemd: interactieve afdrukopdrachten, alleen moeten worden opgeslagen in 5 het geheugen van de printer en pas moeten worden afgedrukt, wanneer een bedienaar bij de printer door middel van selectie met behulp van de bedieningsmiddelen daar expliciet om vraagt. Uit een aan het bestand toegevoegd attribuut blijkt, tot welke soort het behoort.
De verwerking van een gegevensbestand van de eerste soort wordt in deze 10 beschrijving verder genoemd: automatisch afdrukken (AP).
De verwerking van een gegevensbestand van de tweede soort wordt verder genoemd: interactief afdrukken (IP). Dit laatste gaat als volgt in zijn werk.
Een af te drukken gegevensbestand voor interactief afdrukken dat door een werkstation via het netwerk is verzonden, wordt door de DAC ontvangen. Deze 15 extraheert uit het bestand een aantal voorafbepaalde identificatiegegevens, zoals de naam van de eigenaar en de naam van het bestand zelf. Het bestand wordt vervolgens onveranderd opgeslagen op een opslageenheid, zoals een harde schijf (disk), in de printer, waarna het apparaat wat deze opdracht betreft overgaat in de stand-by toestand.
20 De DAC beheert een administratie, waarin de identificatiegegevens van alle af te drukken gegevensbestanden die staan opgeslagen zijn opgenomen. Wordt een nieuw bestand via het netwerk toegevoerd, dan voegt de DAC de identificatiegegevens daarvan op naam van de eigenaar/verzender toe aan de administratie.
De disk tezamen met de genoemde administratie van de DAC vormen als het 25 ware een verzameling van “logische opslagruimtes” voor gegevensbestanden, waarbij elke logische opslagruimte is toegewezen aan een gebruiker. Het opslaan in de logische opslagruimte van een gebruiker betekent dus in feite dat het bestand wordt opgeslagen op de disk en ingeschreven in de administratie op naam van die gebruiker. Een logische opslagruimte kan beveiligd zijn dooreen voor de eigenaar/gebruiker 30 specifieke code, dat wil in praktijk zeggen, dat een bedienaar slechts informatie kan krijgen over de in een bepaalde logische opslagruimte opgeslagen bestanden, nadat hij deze code heeft ingegeven via de bedieningsmiddelen van de printer.
Wanneer nu een bedienaar een bepaald bestand voor interactief afdrukken wil laten afdrukken, dan dient hij dit bestand met behulp van het bedieningspaneel van de - 1008657 5 printer te selecteren en een afdrukcommando te geven door een starttoets in te drukken. In reactie daarop wordt het gegevensbestand opgehaald van de disk en^ omgezet in afdrukbare gegevens, welke door de printer worden verwerkt tot een afdruk. Een interactief afdrukbestand kan door de verzender worden beveiligd met een 5 code. Deze code heeft de vorm van een attribuut aan het afdrukbestand. Indien een gebruiker dit bestand interactief wil afdrukken, dan moet hij de beveiligingscode intoetsen op het bedieningspaneel voordat het bestand wordt afgedrukt.
Als een gegevensbestand interactief is afgedrukt, blijft het in principe opgeslagen op de disk en ingeschreven in de administratie totdat het door de gebruiker zelf of door 10 de beheerder van de printer wordt verwijderd.
De beheerder van de printer kan het apparaat in een toestand brengen, waarin automatische afdrukopdrachten niet worden geaccepteerd. In dat geval worden binnenkomende automatische afdrukopdrachten door de printer omgezet In interactieve afdrukopdrachten en opgeslagen op de disk.
15 Zoals reeds is vermeld, zijn althans een aantal van de printers in dit systeem in feite digitale kopieermachines, die ook een kopie kunnen maken van een origineel document door het te scannen en de daarbij gegenereerde digitale beeldgegevens af te drukken.
Er zijn dus opdrachten die door een gebruiker aan het apparaat zelf in gang 20 gezet worden (kopieer- en interactieve afdrukopdrachten) en opdrachten die op afstand vanuit bijvoorbeeld een werkstation (PC) worden gegeven (een automatische afdrukopdracht). De printer werkt in het eerstgenoemde geval In een commandogestuurde toestand waarin de inrichting een reproductieproces aanvangt in reaktie op een startcommando vanaf het bedieningspaneel, en in het tweede geval in 25 een autonome toestand waarin de inrichting op eigen initiatief een reproductieproces aanvangt.
Het is voor een gebruiker die naar het apparaat gelopen is om daar met de toetsen een opdracht te starten, zeer frustrerend, wanneer juist voordat hij deze opdracht wil beginnen een op afstand gestarte automatische afdrukopdracht begint. Hij 30 moet dan wachten, totdat deze op afstand gestarte opdracht is afgelopen, of althans deze opdracht onderbreken met een “tussendoor”-mechanisme, voordat hij zijn kopie kan maken. Dit komt in praktijk vaak voor, vooral op een veelgebruikt apparaat, en levert ergernis en vertraging van het werk op.
Om de positie van de gebruiker aan het apparaat zo goed mogelijk te lOOPfr-’ 6 beschermen, gaat het apparaat, op het waarnemen van een fysieke interactie van een bedienaar met het apparaat, over in de commandogestuurde toestand en/of blijft daar gedurende een vooraf bepaalde eerste wachttijd in. Tijdens deze wachttijd kan het apparaat niet overgaan in de autonome toestand. Dit biedt de gebruiker bij het 5 apparaat de mogelijkheid om door enige interactie, bijvoorbeeld door een toets in te drukken of een of meer documenten in de inlegbak van het apparaat te leggen, voor zichzelf tijd te scheppen om in rust zijn opdracht te beginnen.
Bovendien blijft het apparaat na afloop van de uitvoering van een opdracht in de commandogestuurde toestand, gedurende een voorafbepaalde tweede wachttijd in de 10 commandogestuurde toestand.
Hierdoor wordt voorkomen, dat de gebruiker, wanneer hij nog meer kopieer- of interactieve afdrukopdrachten wil afwerken, niet door een automatische afdrukopdracht overvallen worden. Ook tijdens de genoemde tweede wachttijd kan de inrichting niet in de autonome toestand overgaan. De tweede wachttijd kan gelijk zijn aan de eerste.
15 Een praktische waarde voor wachttijden is bijvoorbeeld 30 seconden tot 2 minuten.
De bovengenoemde desktop software zal nu verder beschreven worden.
De desktop software omvat de volgende modules: • een overzicht van alle beschikbare aangesloten printers met een indicatie van hun status (hierna genoemd: Devices Overview) 20 · een overzicht van lopende afdrukopdrachten met mogelijkheid om in te grijpen in de instellingen per opdracht (hierna genoemd: Job Control) • informatievoorziening over de progressie van lopende afdrukopdrachten (hierna genoemd: Job Monitoring).
De door de drie modules van de desktop software gepresenteerde 25 toestandsinformatie is dynamisch, dat wil zeggen, hij wordt onmiddellijk aangepast, zodra er een verandering in de gepresenteerde toestand optreedt.
Het zij hier nogmaals vermeld dat de desktop software gepersonaliseerd is en dat daarom de informatievoorziening en besturingsmogelijkheden zijn gericht op de wensen van één specifieke gebruiker.
30 De drie genoemde programmamodules kunnen worden gestart vanuit een algemeen startmenu dat verschijnt bij het selecteren, op het beeldscherm van het werkstation, van de desktop software, en zullen nu achtereenvolgens beschreven worden.
Fig. 3 toont een venster 10 dat op het beeldscherm van het werkstation wordt 1 in n 3657
J
7 getoond nadat de gebruiker in de desktop software de optie “Devices Overview” heeft geselecteerd. In dit venster wordt voor iedere printer een symbool getoond, dat de status van die printer aangeeft. Voorbeelden daarvan worden getoond in Fig. 3. Bovendien staat bij ieder symbool een korte omschrijving van de printer, zodat het 5 duidelijk is, om welke printer het gaat.
Een eerste symbool 11 is een gestyleerde afbeelding van de printer. Dit symbool wijst erop, dat de betreffende printer beschikbaar is voor afdrukopdrachten en momenteel niets doet. Een tweede symbool 12 toont de printer met daaroverheen een stapel papieren, en beduidt, dat dit apparaat bezig is met een automatische 10 afdrukopdracht in de autonome toestand. Symbool 13 toont de printer met een persoon ervoor, waarmee wordt aangegeven, dat het apparaat zich in de commandogestuurde toestand bevindt en dus hetzij bezig is met een kopieer- of een interactieve adrukopdracht, hetzij in de bovenbeschreven eerste of tweede wachttijd verkeert, waarin het geen automatische afdrukopdrachten kan starten. Symbool 14 is 15 een afbeelding van de printer met daarover gesuperponeerd een waarschuwingsbord, hetgeen betekent dat deze printer in storingstoestand verkeert. Voorts is symbool 15 een ongedetailleerde afbeelding van de printer, aangevende, dat deze printer weliswaar aangesloten is, maar op dit moment niet beschikbaar is voor kopieer- of afdrukopdrachten.
20 Aan de hand van deze symbolen kan een gebruiker beslissen, naar welke printer hij zijn afdrukopdracht zal verzenden, en bovendien, wanneer hij een kopieer- of interactieve afdrukopdracht wil gaan uitvoeren, of het appraat van zijn keuze vrij is. Daarbij is de gedifferentieerde weergave van de bezet-toestand, namelijk bezet in de autonome toestand en bezet in de commandogestuurde toestand, bijzonder handig, 25 omdat een automatische afdrukopdracht zonder probleem tussentijds kan worden gestopt door een gebruiker aan het apparaat, om in een “tussendoor”-toestand een kopieer- of interactieve afdrukopdracht uit te voeren, maar het passeren van een andere gebruiker aan het apparaat doorgaans meer overtuigingskracht vereist.
De gebruiker kan een van de symbolen, en daarmee een van de printers, 30 selecteren en dan met hetzij een menu in de bovenbalk van het venster, hetzij met een pop-up menu op de rechter-muisknop, een van de volgende functies oproepen: • tonen van de wachtende afdrukopdrachten voor de betreffende printer; in deze functie worden automatische en Interactieve afdrukopdrachten afzonderlijk getoond en ze kunnen ook gemanipuleerd worden. Deze functie maakt deel uit van de 1008657 8 programma-module “Job Control” en zal daar uitvoerig worden beschreven. Voorts is deze functie ook op te roepen met een dubbele muisklik op het symbool van een printer.
• tonen van de eigenschappen en status van de betreffende printer.
5 · oproepen van een monitorfunctie, die tijdens het werk informatie op het beeldscherm geeft over de status van de betreffende printer.
• het definiëren van de betreffende printer als default-printer.
In de bovengenoemde functie waarin de eigenschappen en status van de printer worden getoond, verschijnt op het beeldscherm een venster met deze informatie, 10 waarbij de informatie is verdeeld over drie tabkaarten die door selectie van hun tab zichtbaar kunnen worden gemaakt, zoals weergegeven in Fig. 4 A, B en C. Op een eerste tabkaart wordt de voorraad afdrukpapier in de bakken van de printer getoond, op de tweede tabkaart wordt de actuele werkingstoestand van de printer beschreven en op de derde tabkaart staat informatie over de geïnstalleerde functionaliteit.
15 In reactie op selectie van de bovengenoemde monitorfunctie verschijnt op het beeldscherm van het werkstation een venster, waarin de gebruiker zijn voorkeuren voor de presentatievorm van de statusgegevens van de printer kan instellen (zie Fig. 5). Er zijn twee hoofdvormen van de presentatie, namelijk met een permanent ikoon op het beeldscherm (“by icon”) en met boodschappen die op het beeldscherm verschijnen 20 op het moment dat er een toestandsverandering van de printer optreedt (“by alerts”).
Wanneer de monitoring met ikonen is ingesteld, wordt in het ikoon een symbolische afbeelding van de status, juist zoals weergegeven in Fig. 3, getoond. Een voorbeeld van zo’n ikoon wordt gegeven in Fig. 6A. Ook kan een gebruiker de status van verschillende printers tegelijk laten bijhouden. In dat geval wordt er voor elke 25 gemonitorde printer een ikoon getoond op het scherm, zoals weergegeven In Fig. 6B. Door een dubbele muisklik op een ikoon wordt de functie van het tonen van de wachtende afdrukopdrachten voor de betreffende printer opgeroepen. Hiervoor wordt weer verwezen naar de beschrijving van de programmamodule “Job Control”.
Bij monitoring door middel van boodschappen kan de gebruiker opgeven, bij 30 welke toestandsveranderingen hij een boodschap wil ontvangen, om zo onnodige meldingen te voorkomen. Een voorbeeld van een dergelijke boodschap wordt getoond in Fig. 7.
Fig. 8 toont de relevante opmaak van het beeldscherm van het werkstation, nadat de gebruiker in de desktop software de optie “Job Control” voor het bijhouden 1 0ü 9 van een overzicht van lopende afdrukopdrachten heeft geselecteerd.
Hier worden een aantal vensters 20 A, B en C getoond, die elk voor een printer, waar op dat moment een afdrukopdracht van de gebruiker aanwezig is, gelden. Er worden dus zoveel vensters getoond als er printers zijn waar op dat moment 5 afdrukopdrachten van de gebruiker aanwezig zijn.
Wanneer deze functie vanuit de module “Device overview" was aangeroepen, zou alleen het venster voor de daar geselecteerde printer zijn getoond.
Een venster 20 omvat een ruimte 21 voor automatische afdrukopdrachten, een ruimte 22 voor interactieve afdrukopdrachten van de gebruiker en een ruimte 23 voor 10 specificatie van de actieve afdrukopdracht. Voorts zijn een aantal “toetsen", die met de muls bediend kunnen worden, aanwezig.
Ruimte 21 bevat de wachtrij van automatische afdrukopdrachten van de gebruiker, met hun status (nummer in de wachtrij), naam, en andere, door de gebruiker tijdens een set-up te selecteren gegevens. Door links onder de ruimte 21 een 15 schakelaarbox aan te klikken, kan de gebruiker ook alle wachtende automatische afdrukopdrachten, dus ook van andere gebruikers, laten presenteren. In dat geval worden zijn eigen opdrachten weergegeven op een van de andere onderscheidbare wijze, bijvoorbeeld gekleurd. Wanneer de Job Control module vanuit de module “Devices Overview” wordt aangeroepen voor een bepaalde printer, is de presentatie 20 van alle wachtende automatische afdrukopdrachten, dus ook van andere gebruikers, de default-instelling.
Ruimte 22 bevat een overzicht van wachtende interactieve afdrukopdrachten van de gebruiker, hier weergegeven met ikonen met een naam, wat overeenkomt met het karakter deze opdrachten, die immers niet in een wachtrij staan, maar pas actief 25 worden als de gebruiker ze op het bedieningspaneel start. Om meer informatie over deze opdrachten te krijgen, kan de gebruiker ze ook in een gedetailleerde lijst laten presenteren.
Ruimte 23 toont de gegevens van de op dat moment actieve afdrukopdracht, of indien er geen opdracht actief is, de toestand van de printer (“idle”, “error”). In de 30 ruimte staan de volgende gegevens: soort opdracht (kopieeropdracht, automatische afdrukopdracht, interactieve afdrukopdracht), aantal afdrukken, naam van de eigenaar van de opdracht en de naam van de opdracht. Naast de ruimte 23 Is een toets 24 waarmee de actieve opdracht kan worden afgebroken (“abort”).
Met de toets 25 kan een in de ruimte 22 geselecteerde interactieve
"^65T
10 afdrukopdracht worden omgezet in een automatische en worden toegevoegd aan de wachtrij in ruimte 21, met de toets 26 kan een in ruimte 21 geselecteerde automatische afdrukopdracht worden omgezet in een interactieve en worden verplaatst naar ruimte 22.
5 Met de toets 27 kunnen van een in een van beide ruimtes 21 of 22 geselecteerde afdrukopdracht de afdrukinstellingen getoond worden. Hetzelfde wordt bereikt door een dubbele muisklik op de opdrachtnaam. In reaktie hierop wordt een venster geopend op het beeldscherm van het werkstation, waarop alle instellingen staan aangegeven. In dit venster kunnen de instellingen ook nog gewijzigd worden.
10 Tenslotte kan een in een van beide ruimtes 21 of 22 geselecteerde afdrukopdracht worden verwijderd met toets 28.
Bovengenoemde functies kunnen ook worden opgeroepen door een opdracht te selekteren en een keuze te maken uit het menu “documenf in de menubalk bovenaan het vester 20 of door te kiezen in een pop-up menu dat verschijnt bij een rechter-muis-15 klik op een opdrachtnaam.
De functies, toegelicht met verwijzing naar de toetsen 24 - 28, kunnen door de gebruiker alleen worden toegepast op zijn eigen afdrukopdrachten.
Het menu “View” in de menubalk bovenaan het venster 20 biedt keus uit: • kiezen van de presentatievorm van automatische afdrukopdrachten (keuze uit welke 20 informatie getoond wordt) • kiezen van de presentatievorm van interactieve afdrukopdrachten (als ikonen of in een lijst, en indien een lijst is gekozen, welke informatie getoond wordt) • tonen van alle afdrukopdrachten van de gebruiker (over alle printers), met de printer waarop de opdracht aanwezig is, benevens deze informatie over de reeds 25 afgewerkte afdrukopdrachten.
Deze laatste functie zal nu worden toegelicht aan de hand van Fig. 9.
Wanneer deze functie wordt geselecteerd, verschijnt op het beeldscherm van het werkstation het venster 30. Dit venster 30 bevat een ruimte 31 waarin een lijst van alle nog niet afgewerkte afdrukopdrachten van de betreffende gebruiker, op alle printers, 30 wordt getoond, met hun status (waiting, busy, error) en de printer, waarop ze aanwezig zijn. In deze lijst staan zowel automatische als interactieve afdrukopdrachten en hun soort wordt ook aangegeven. Met een dubbele muisklik op de naam van een afdrukopdracht in ruimte 31 wordt het Job Control-venster (Fig. 8) van de printer waarop de opdracht aanwezig is geopend, zodat de gebruiker de status van de !1 ! 1008657 i 11 opdracht in de wachtrij (indien het een automatische afdrukopdracht is) kan bekijken, de opdracht kan manipuleren, en de afdrukinstellingen kan inspecteren en/of veranderen.
Voorts bevat het venster 30 een ruimte 32, waarin een lijst van alle afgewerkte 5 afdrukopdrachten van de betreffende gebruiker, op alle printers, wordt getoond, met de printer, die ze verwerkt heeft. Een toets 33 is aangebracht onder de ruimte 32, waarmee de gebruiker een afdrukopdracht, nadat hij deze heeft geselecteerd door er met de muis op te klikken, uit de lijst kan verwijderen.
Wanneer een lijst in ruimte 31 of 32 te lang is om in die ruimte te passen, 10 verschijnt een scrollbar, waarmee de niet meer passende opdrachten alsnog bereikt kunnen worden.
De lijst van afgewerkte afdrukopdrachten in ruimte 32 kan ook een (hier niet getoonde) statusindicatie geven. Bij een printer met meer dan een aflegvak weet de apparaatbesturing van de printer namelijk, in welk aflegvak de afdrukken zijn afgelegd, 15 en deze informatie kan worden getoond in de lijst. De printer kan voorts voorzien zijn van sensoren om vast te stellen, of er zich afdrukken bevinden in de aflegvakken> In dat geval kan de apparaatbesturing ook opmerken, dat een afgelegde stapel afdrukken uit het vak genomen wordt. Deze informatie kan eveneens getoond worden in de lijst in ruimte 32. De statusinformatie kan dan de vorm hebben van: “aanwezig in aflegvak X”, 20 of: “verwijderd”
Met behulp van deze functie kan een gebruiker steeds te weten komen, waar zijn afdrukopdrachten staan te wachten, of waar zijn afdrukken liggen, hetgeen vooral in een omgeving waar gebruik wordt gemaakt van vele printers erg handig is.
De monitorfunctie kan ook werken voor slechts een vastgestelde 25 deelverzameling van alle printers in het systeem. Dit kan ingsteld worden bij configuratie van het systeem, of met behulp van een set-up functie van het programma.
Het menu “monitor" in de menubalk bovenaan het venster 20 van Job Control biedt de mogelijkheid om een monitorfunctie voor de afdrukopdrachten van de 30 betreffende gebruiker op de betreffende printer te activeren. Deze functie kan ook vanuit het startmenu van de desktop software worden opgeroepen en zal hierna beschreven worden.
De monitorfunctie is bedoeld om de gebruiker op de hoogte te houden van de status van zijn automatische afdrukopdrachten. Hij kan actief zijn voor alle lopende 1008657 12 opdrachten of voor een deel daarvan, te selecteren door de gebruiker.
De monitorfunctie kent drie toestanden: • een eerste toestand (“actief): er is nog minimaal één opdracht van de verzameling niet afgewerkt; hierbij wordt ook het aantal nog niet afgewerkte opdrachten.
5 · een tweede toestand (“passief”): alle opdrachten van de verzameling zijn afgewerkt of de verzameling is leeg.
• een derde toestand (“error"): een van de opdrachten heeft een fout veroorzaakt.
In reactie op het selecteren, in het startmenu van de desktop software, van de monitorfunctie, verschijnt op het beeldscherm van het werkstation een venster, waarin 10 de gebruiker een, meer, of alle printers kan selecteren voor de monitorfunctie. Dit wordt getoond in Fig. 10. Nadat de gebruiker de toets ΌΚ” heeft aangeklikt met de muis, verschijnt op het beeldscherm van het werkstation een venster, waarin de gebruiker zijn voorbeuren voor de presentatievorm van de status van zijn persoonlijke 15 afdrukopdrachten kan instellen (zie Fig. 11). Er zijn twee hoofdvormen van de presentatie, namelijk door middel van een permanent ikoon op het beeldscherm (“by icon”) of door middel van boodschappen die op het beeldscherm verschijnen wanneer er iets in die status verandert (“by alerts”). In het laatste geval kan de gebruiker opgeven, bij welke toestandsveranderingen hij een boodschap wil ontvangen, om zo 20 onnodige meldingen te voorkomen.
De gebruiker vult zijn voorkeuren in en drukt op de toets ΌΚ”, waarna de functie geactiveerd is. In de ikoon-toestand verschijnt nu een ikoon op het beeldscherm.
Wanneer Job Monitoring wordt geactiveerd vanuit Job Control, wordt het keuzevenster van Fig. 10 overgeslagen (de printer van het Job Control-venster is 25 automatisch geselecteerd), maar wordt meteen het venster van Fig. 11 getoond.
Fig. 12 toont monitor-ikonen. Een ikoon bevat, naast de naam van de printer waarvoor het actief is, een symbool voor de toestand van een verzameling van afdrukopdrachten van de gebruiker op die printer. Voor de reeds genoemde drie toestanden worden in dit voorbeeld de volgende symbolen getoond: 30 voor de eerste toestand (“actief): een afbeelding van een document met een pen; voor de tweede toestand (“passief): een afbeelding van een document; voor de derde toestand (“error): een waarschuwingsbord voor een document.
De genoemde verzameling van afdrukopdrachten, die door de monitorfunctie wordt gevolgd, kan de volledig verzameling van opdrachten op de betreffende printer ’’ 1008657 13 zijn, maar ook een deelverzameling. Deze deelverzameling kan alleen worden geselecteerd in het venster 20 van Job Control, ruimte 21, door het aanklikken met de muis van de gewenste afdrukopdrachten, gevolgd door het aanklikken van het monitormenu In de menubalk. Wanneer Job Monitoring wordt opgeroepen vanuit het 5 startmenu van de desktop software, bevat de verzameling altijd alle opdrachten. De monitorfunctie is dynamisch: er kunnen afdrukopdrachten worden toegevoegd aan een gemonitorde verzameling.
In reactie op een dubbele muisklik op een monitor-ikoon wordt het Job Control-venster van de betreffende printer geopend, zodat de gebruiker de volledige status van 10 zijn opdrachten kan inspecteren.
Er kunnen ook meerdere ikonen tegelijk op het beeldscherm getoond worden, zodat de gebruiker de status van verschillende verzamelingen of printers tegelijk kan inspecteren.
Ingeval de werkingswijze “by alerts” is geselecteerd, verschijnen er alleen 15 meldingsvensters bij een door de gebruiker gekozen toestandsverandering van een afdrukopdracht uit de verzameling. Een voorbeeld van zo een venster wordt getoond in Fig. 13.
Hoewel de uitvinding aan de hand van bovenstaand uitvoeringsvoorbeeld is beschreven, zal het de vakman duidelijk zijn, dat ook andere uitvoeringsvormen 20 mogelijk zijn binnen de bewoordingen van de conclusies. Deze worden geacht binnen de bescherming van dit octrooi te vallen.
1008657

Claims (5)

1. Informatieverwerkings-systeem omvattende ten minste een werkstation, voorzien van een processor-eenheid, een 5 beeldscherm en bedieningsmiddelen zoals een toetsenbord en muis, een aantal printers, elk voorzien van een besturingseenheid, en een digitaal netwerk waaraan de werkstations en de printers zijn aangesloten, waarin een werkstation is voorzien van een voor een bepaalde gebruiker gepersonaliseerd programma voor communicatie met een printer voor het verzenden 10 van afdrukopdrachten naar die printer en het opvragen of ontvangen van statusinformatie uit die printer, welk programma middelen omvat voor - het verzamelen van informatie over de status van afdrukopdrachten van de genoemde gebruiker bij een voorafbepaalde pluraliteit van printers 15. het bijhouden van een geactualiseerd overzicht van de afdrukopdrachten van de genoemde gebruiker, en - het op het beeldscherm van het werkstation presenteren van het geactualiseerde overzicht van afdrukopdrachten van de genoemde gebruiker, met voor elke afdrukopdracht ten minste een identificatie van de printer waarnaar die 20 afdrukopdracht is verzonden.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarin het genoemde programma afdrukopdrachten die reeds zijn afgewerkt afzonderlijk presenteert op het beeldscherm van het werkstation. 25
3. Systeem volgens conclusie 1, waarin het genoemde programma afdrukopdrachten die nog niet zijn afgewerkt presenteert op het beeldscherm van het werkstation met informatie over hun actuele status. 30
4. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarin het genoemde programma voorzien is van middelen om afdrukopdrachten die reeds zijn afgewerkt uit het gepresenteerde overzicht te verwijderen op een commando van de gebruiker, gegeven met de bedieningsmiddelen voor een gespecificeerde 1008657 afdrukopdracht.
5. Systeem volgens conclusie 1, waarin de genoemde voorafbepaalde pluraliteit van printers alle aangesloten printers 5 omvat. . , . üÖ57
NL1008657A 1998-03-20 1998-03-20 User interface voor een informatieverwerkings-systeem. NL1008657C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008657A NL1008657C2 (nl) 1998-03-20 1998-03-20 User interface voor een informatieverwerkings-systeem.
EP99200769A EP0943986B1 (en) 1998-03-20 1999-03-15 User interface for an information-processing system
DE69908462T DE69908462T2 (de) 1998-03-20 1999-03-15 Benutzer-Schnittstelle für Informationsverarbeitungssystem
JP7447099A JPH11327848A (ja) 1998-03-20 1999-03-18 情報処理システム用ユ―ザインタフェ―ス
US09/272,240 US6856413B1 (en) 1998-03-20 1999-03-19 User interface for an information-processing system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008657A NL1008657C2 (nl) 1998-03-20 1998-03-20 User interface voor een informatieverwerkings-systeem.
NL1008657 1998-03-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008657C2 true NL1008657C2 (nl) 1999-09-21

Family

ID=19766781

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008657A NL1008657C2 (nl) 1998-03-20 1998-03-20 User interface voor een informatieverwerkings-systeem.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US6856413B1 (nl)
EP (1) EP0943986B1 (nl)
JP (1) JPH11327848A (nl)
DE (1) DE69908462T2 (nl)
NL (1) NL1008657C2 (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7034954B1 (en) * 1999-05-20 2006-04-25 Canon Kabushiki Kaisha Print control apparatus capable of processing store print job and information processing apparatus capable of displaying store print job
DE60001937T2 (de) * 1999-05-21 2004-01-29 Matsushita Electric Industrial Co Ltd Digitaler drucker
WO2001077809A1 (en) 2000-04-07 2001-10-18 Seiko Epson Corporation Control of distributed printers
JP3720740B2 (ja) 2000-09-12 2005-11-30 キヤノン株式会社 分散印刷システム、分散印刷制御方法、記憶媒体、及びプログラム
US20030007171A1 (en) * 2001-07-09 2003-01-09 Simpson Shell Sterling Document production management in a distributed environment
NL1018634C2 (nl) 2001-07-25 2003-01-28 Oce Tech Bv Werkwijze voor het vervaardigen van documenten, afdrukinrichting aangepast om deze werkwijze uit te voeren en een computer programma element omvattend een programma code voor het uitvoeren van de werkwijze.
US7312886B2 (en) * 2001-12-03 2007-12-25 Canon Kabushiki Kaisha Printer control method, information processing apparatus, program, and storage medium
GB2384898B (en) * 2002-01-31 2005-05-18 Hewlett Packard Co Method and apparatus for embodying documents
KR100432367B1 (ko) * 2003-04-30 2004-05-20 푸른정보기술(주) 네트웍/로컬/공유 프린터들의 관리 및 인쇄 제어시스템
US20050125364A1 (en) * 2003-12-04 2005-06-09 Edmondson David J. Apparatus, and associated method, for dynamically pricing content responsive to quantitative demand indicia
JP4432798B2 (ja) * 2005-02-24 2010-03-17 セイコーエプソン株式会社 印刷システムおよびその管理方法
JP4207050B2 (ja) * 2005-06-27 2009-01-14 コニカミノルタビジネステクノロジーズ株式会社 画像形成装置
JP2007172087A (ja) * 2005-12-19 2007-07-05 Brother Ind Ltd 仮想オブジェクトを登録するためのプログラム、該プログラムを記憶する記憶媒体、仮想オブジェクト登録方法、及び情報処理装置
JP2008065369A (ja) * 2006-09-04 2008-03-21 Sharp Corp 端末装置、画像形成装置、ホールドプリントジョブ報知方法、画像形成システム、アプリケーションプログラムおよび記録媒体
JP2008226118A (ja) 2007-03-15 2008-09-25 Brother Ind Ltd 画像形成システム、及び使用状況表示用プログラム
US8482745B2 (en) * 2007-04-16 2013-07-09 Bottomline Technologies (De) Inc. System and method for transferring a portion of a document print sequence output by a print job source to an automated data processing system
JP2018084856A (ja) * 2016-11-21 2018-05-31 セイコーエプソン株式会社 表示装置、表示方法

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5493408A (en) * 1992-02-28 1996-02-20 Fuji Xerox Co., Ltd. Image processing system having facilitated communication between an image data transmitter and an image processor
US5727135A (en) * 1995-03-23 1998-03-10 Lexmark International, Inc. Multiple printer status information indication

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5220674A (en) * 1987-07-17 1993-06-15 Digital Equipment Corporation Local area print server for requesting and storing required resource data and forwarding printer status message to selected destination
US5081595A (en) * 1990-09-28 1992-01-14 Xerox Corporation Paper supply tray status in electronic printers
US5113355A (en) * 1990-10-10 1992-05-12 Fuji Xerox Co., Ltd. Printer control system
US5521710A (en) * 1994-04-12 1996-05-28 Xerox Corporation Method of applying electronically stored labels from a source job to a destination job in a printing system
US5559933A (en) * 1994-04-22 1996-09-24 Unisys Corporation Distributed enterprise print controller
JP3596559B2 (ja) * 1995-03-29 2004-12-02 富士ゼロックス株式会社 印刷指示装置
JP3016505B2 (ja) * 1995-05-11 2000-03-06 富士ゼロックス株式会社 画像形成装置
JP3710518B2 (ja) * 1995-06-01 2005-10-26 東芝テック株式会社 ネットワークプリントシステム
US5787237A (en) * 1995-06-06 1998-07-28 Apple Computer, Inc. Uniform interface for conducting communications in a heterogeneous computing network
AU1985397A (en) * 1996-03-01 1997-09-16 Fmr Corp. Open systems printing
US5873659A (en) * 1996-04-24 1999-02-23 Edwards; Steve Michael Method and apparatus for providing a printer having internal queue job management
KR100231026B1 (ko) * 1996-07-01 1999-11-15 김광호 전자렌지의 전원차단장치
JPH1058796A (ja) * 1996-08-21 1998-03-03 Fuji Xerox Co Ltd サービス利用許諾管理機能付き複合機
DE69729169T2 (de) * 1996-12-27 2005-06-09 Canon K.K. Drucksystem
US5974234A (en) * 1997-04-15 1999-10-26 Xerox Corporation Centralized print server for interfacing one or more network clients with a plurality of printing devices
US5832191A (en) * 1997-04-30 1998-11-03 Hewlett-Packard Company Method and apparatus for automatically enabling communication with a network printer
US6046816A (en) * 1997-07-01 2000-04-04 Adobe Systems Incorporated Print data flow operation standardized test technique
US6335795B1 (en) * 1997-09-15 2002-01-01 International Business Machines Corporation Method for customizing print attribute choices based on selected model, media, and printer
US6453127B2 (en) * 1997-09-26 2002-09-17 Nexpress Solutions Llc Establishment at a remote location of an internet/intranet user interface to a copier/printer
US5978559A (en) * 1997-10-07 1999-11-02 Xerox Corporation User interface for distributed printing system
NL1008659C2 (nl) * 1998-03-20 1999-09-21 Oce Tech Bv Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem.
US7177040B2 (en) * 1998-03-20 2007-02-13 Océ-Technologies B.V. Remote printer control
US6373585B1 (en) * 1998-08-26 2002-04-16 International Business Machines Corporation Load balancing for processing a queue of print jobs
US6529286B1 (en) * 1998-12-22 2003-03-04 Canon Kabushiki Kaisha Dynamic printing interface for routing print jobs in a computer network
US6678068B1 (en) * 1999-03-11 2004-01-13 Electronics For Imaging, Inc. Client print server link for output peripheral device

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5493408A (en) * 1992-02-28 1996-02-20 Fuji Xerox Co., Ltd. Image processing system having facilitated communication between an image data transmitter and an image processor
US5727135A (en) * 1995-03-23 1998-03-10 Lexmark International, Inc. Multiple printer status information indication

Also Published As

Publication number Publication date
JPH11327848A (ja) 1999-11-30
US6856413B1 (en) 2005-02-15
EP0943986B1 (en) 2003-06-04
EP0943986A1 (en) 1999-09-22
DE69908462T2 (de) 2004-05-13
DE69908462D1 (de) 2003-07-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1008659C2 (nl) Statuspresentatie van printers in een informatieverwerkings-systeem.
NL1008660C2 (nl) User interface voor een informatieverwerkings-systeem, met opdrachtbewaking.
NL1008657C2 (nl) User interface voor een informatieverwerkings-systeem.
EP0978767B1 (en) Manipulation of energy conservation in image forming devices in a digital network
US7177040B2 (en) Remote printer control
JP4115280B2 (ja) 印刷待ち行列を使用する印刷システムの制御方法
US6850337B1 (en) Methods and arrangement for providing and using printer configuration status information
US6678068B1 (en) Client print server link for output peripheral device
US7304753B1 (en) Systems for print job monitoring
US7649642B2 (en) Customizable print media definition
US20090315847A1 (en) Input apparatus having touch panel operation accepting method, and operation accepting program embodied on computer readable medium
US20040126167A1 (en) Coordinated concurrent printing of print jobs
EP1835714B1 (en) Printing via kickstart function
EP2863266A1 (en) Device for display control over settings object, method for displaying settings object, and computer program
JP4133277B2 (ja) ジョブ実行システム及びジョブ実行方法
JPH10320344A (ja) ネットワークにおける入出力機器の指定プログラムを記録した記録媒体ならびにネットワークにおける入出力機器の指定システムおよび方法
EP1244054B1 (en) Print queue managing method and printer
JPH0519727A (ja) 情報処理装置
JP2024065777A (ja) 画像形成装置
EP1617322A2 (en) Customizable print media definition

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041001