NL1007700C2 - Meeneemelement. - Google Patents

Meeneemelement. Download PDF

Info

Publication number
NL1007700C2
NL1007700C2 NL1007700A NL1007700A NL1007700C2 NL 1007700 C2 NL1007700 C2 NL 1007700C2 NL 1007700 A NL1007700 A NL 1007700A NL 1007700 A NL1007700 A NL 1007700A NL 1007700 C2 NL1007700 C2 NL 1007700C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
block
support member
element according
puller wire
spring
Prior art date
Application number
NL1007700A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Dekker
Harald Vahl
Original Assignee
Peter Dekker Installaties B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Peter Dekker Installaties B V filed Critical Peter Dekker Installaties B V
Priority to NL1007700A priority Critical patent/NL1007700C2/nl
Priority to EP98203981A priority patent/EP0920800A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1007700C2 publication Critical patent/NL1007700C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/22Shades or blinds for greenhouses, or the like
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Supports For Plants (AREA)

Description

Korte aanduiding : Meeneemelement.
De uitvinding heeft betrekking op een meeneemelement voor het verplaatsen van een scherm in een tuinbouwkas, waarbij het 5 meeneemelement aan te brengen is op een trekdraad en te verbinden is met het scherm, dat bij het in zijn lengterichting verplaatsen van de trekdraad met behulp van het meeneemelement mee te nemen is en waarbij de uitvoering zodanig is, dat bij het overschrijden van een bepaalde op het scherm uitgeoefende kracht de trekdraad ten opzichte van het 10 meeneemelement slipt.
In tuinbouwkassen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van schermen, die al naar gelang de weersomstandigheden geheel of gedeeltelijk kunnen worden uitgeschoven bijvoorbeeld voor het afschermen van zonnebestraling. Daarbij zijn de schermen gekoppeld met trek-15 draden, die voor het dicht schuiven resp. openschuiven van de schermen in de lengterichting verplaatsbaar zijn.
In vele gevallen zijn meerdere achter elkaar gelegen schermen met een trekdraad gekoppeld. Daarbij kan het gebeuren, dat een bepaald scherm korter is dan een ander scherm. In een dergelijk 20 geval wordt het kortere scherm met een trekdraad gekoppeld met een meeneemelement, dat bij het overschrijden van een bepaalde op dit scherm uitgeoefende kracht ten opzichte van de trekdraad slipt, zodat het kortere scherm niet verder door de trekdraad wordt meegenomen, terwijl de langere schermen nog wel door de trekdraad kunnen worden 25 verplaatst. Dit zal zowel bij het openschuiven als bij het dicht schuiven van de schermen plaats kunnen vinden.
Een hierbij toegepast bekend meeneemelement is voorzien van een drietal rollen waarlangs de trekdraad in een gebogen baan wordt geleid, waartoe de middelste van de drie rollen met behulp van een 30 instelschroef meer of minder ver tussen de beide buitenste rollen in te drukken is. Bij toepassing van een dergelijk meeneemelement wordt de draad verwrongen, hetgeen in de praktijk na verloop van tijd leidt tot beschadiging van de trekdraad, waardoor een beoogd slippen van het meeneemelement ten opzichte van de trekdraad niet meer mogelijk is. 35 Een verder nadeel is, dat het grote gevaar bestaat, dat de instelling van de middelste rol ten opzichte van de beide buitenste rollen met 1007700 2 behulp van de instel schroef zodanig plaatsvindt, dat een te grote kracht of een te geringe kracht op de trekdraad wordt uitgeoefend, hetgeen eveneens nadelig is voor een juiste werking van het meeneem-element.
5 In de Nederlandse octrooiaanvrage 8403306 is een meeneem element beschreven, waarbij de trekdraad in een bocht langs een drietal vast opgestelde geleidingsorganen wordt geleid. Hier wordt de trekdraad dus op soortgelijke wijze verwrongen als bij bovenbeschreven bekende inrichting met alle nadelen vandien.
10 Met de uitvinding wordt beoogd een meeneemelement van bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij de bovengenoemde nadelen kunnen worden vermeden.
Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het meeneemelement is voorzien van een tweetal blokken waartussen de 15 trekdraad rechtlijnig op te sluiten is, waarbij een eerste blok uitgevoerd is om ten opzichte van het scherm te worden vastgezet en het meeneemelement is voorzien van een veer, welke het tweede blok in een richting dwars op de lengterichting van de trekdraad naar het eerste blok duwt.
20 Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan de trekdraad rechtlijnig door het meeneemelement worden geleid, waarbij de wrijvingskrachten, die worden opgewekt door het klemmen van de trekdraad tussen de beide blokken voldoende zal zijn voor het meenemen van een scherm, terwijl indien het scherm een eindstand heeft 25 bereikt en de op het meeneemelement uitgeoefende trekkracht dan boven een bepaalde waarde komt, het meeneemelement ten opzichte van de trekdraad kan slippen, zonder dat daarbij een vervorming van de trekdraad dwars op zijn lengterichting plaatsvindt. Voor het tegen de trekdraad aandrukken van de beide blokken wordt uitsluitend gebruik 30 gemaakt van de veer, die zodanig kan worden berekend, dat met behulp van de blokken een beoogde klemkracht op de trekdraad wordt uitgeoefend, welke klemkracht niet nadelig kan worden gevarieerd door onjuiste montage. Gebleken is, dat de eventueel tijdens bedrijf optredende slijtage ter hoogte van de contactvlakken tussen de trek-35 draad en de beide blokken zodanig gering is, dat gedurende een lange 1007700 3 levensduur de uitgeoefende klemkracht nagenoeg niet wijzigt, zodat steeds een goede werking van het meeneemelement zal zijn gewaarborgd.
Doelmatig kunnen in een tuinbouwkas voorzien van meerdere achter elkaar gelegen schermen, die met behulp van meenemers zijn 5 gekoppeld aan een of meer trekdraden alle schermen met behulp van tenminste een meeneemelement van boven aangegeven soort met de trek-draad(en) worden gekoppeld. Bij het openen en sluiten van de schermen kan men dan de trekdraad(en) blijven verplaatsen, totdat alle meeneem-elementen ten opzichte van de trekdraad(en) slippen, waardoor een 10 volledig openen resp. sluiten van alle schermen kan worden gewaar borgd.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvormen.
Figuur 1 toont schematisch in perspectief een tuinbouwkas 15 voorzien van enige schermen.
Figuur 2 toont in perspectief onderdelen van een meeneemelement volgens de uitvinding op afstand van elkaar afgebeeld.
Figuur 3 toont een zijaanzicht op een op een trekdraad gemonteerd meeneemelement met daaraan bevestigd doekprofiel.
20 Figuur 4 toont een zijaanzicht op figuur 3.
Figuur 5 toont een bovenaanzicht op figuur 3 zonder doekprofiel.
Figuur 6 toont een met figuur 3 overeenkomend aanzicht met een ander aan het meeneemelement bevestigd doekprofiel.
25 Figuur 7 toont een zijaanzicht op figuur 6.
Figuur 8 toont een zijaanzicht op een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een meeneemelement volgens de uitvinding.
Figuur 9 toont een zijaanzicht op figuur 8.
Figuur 10 toont een zijaanzicht op een verdere mogelijke 30 uitvoeringsvorm van een meeneemelement volgens de uitvinding.
Figuur 11 toont een dwarsdoorsnede over het in figuur 10 afgebeelde meeneemelement.
Figuur 12 toont een onderaanzicht op het in figuur 10 afgebeelde meeneemelement.
35 Figuur 13 toont een 1 angsdoorsnede over het in figuur 10 afgebeelde meeneemelement.
1 0 0 7 7 0 0 4
In figuur 1 is schematisch een deel van een tuinbouwkas 1 afgebeeld, welke is voorzien van kolommen 2, die aan hun boveneinden liggers 3 ondersteunen. Op de liggers zijn dakkappen 4 aangebracht.
In het inwendige van de kas zijn schermen 4 en 5 aange-5 bracht, die in horizontale richting kunnen worden opengeschoven resp. dicht gevouwen. Hiertoe zijn met aan de uiteinden van de schermen aangebrachte doekbalken 6 trekdraden 7 verbonden, die met behulp van aandrijfmiddelen in hun lengterichting verplaatsbaar zijn.
De doekbalk 6 van het scherm 4 is daarbij met behulp van 10 bevestigingsmiddelen 8 vast met de trekdraden verbonden.
Het scherm 5 is, samenhangend met de opbouw van de kas voorzien in de beoogde verplaatsingsrichting volgens pijl A van de schermen korter uitgevoerd dan het scherm 4. Om toch een volledig openen en sluiten van het scherm 4 met behulp van de trekdraden 7 15 mogelijk te maken, terwijl ook het scherm 5 over de gewenste afstand te verplaatsen is voor het openen en weer samenvouwen van dit scherm is het scherm 5 met de trekdraden verbonden met behulp van meeneem-elementen 9, die, indien bijvoorbeeld de doekbalk 6 van het scherm 5 tegen een aanslag of dergelijke aankomt een slippen van de trekdraden 20 7 ten opzichte van de meeneemelementen 9 mogelijk maken, zowel bij het openen als bij het sluiten van het scherm 5.
Een uitvoeringsvorm van een dergelijk meeneemelement 9 is weergegeven in de figuren 2-5.
Zoals in het bijzonder uit figuur 2 blijkt omvat een 25 meeneemelement een tweetal blokken 10 en 11, die bij voorkeur uit een geschikte kunststof zullen zijn vervaardigd, alsmede een steunorgaan 12. Het steunorgaan 12 wordt gevormd door een in doorsnede C-vormig profiel met een basis 13, twee evenwijdig aan elkaar verlopende zich vanaf de basis 13 omhoog uitstrekkende zijwanden 14 en op de boven-30 einden van de zijwanden 14 aansluitende en naar elkaar toe afgebogen randen 15.
Het blok 11 heeft een in doorsnede rechthoekig deel 16, dat aan een uiteinde verlengd is met een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende vleugels 17, die aan hun boveneinden zijn ver-35 bonden door een rug 18 waarvan het bovenvlak in het verlengde ligt van het bovenvlak van het deel 16 van het blok 11.
1 0 0 7 7 0 ó 5
Nabij hun op het deel 16 aansluitende uiteinden steken de vleugels 17 enigszins onder het blok 11 uit. Verder zijn ter hoogte van de aansluiting van de vleugels 17 op het deel 16 van het blok 11 uitstekende neuzen 19 aan de zijkanten van de vleugels aangebracht.
5 Verder bezit het blok 11 aan zijn van de vleugels 17 afgekeerde uiteinden een onder het deel 16 van het blok 11 uitstekende neus 20. In het deel 16 van het blok 11 zijn een tweetal doorlopende boringen 21 aangebracht alsmede een blinde boring 22, welke zich gezien in figuur 2 vanaf het ondervlak van het blok 11 over een deel 10 van de hoogte van het blok 11 in het blok 11 uitstrekt. Dit blinde gat 22 is bestemd voor het opnemen van een drukveer 23, die in het blinde gat 22 kan worden gestoken, zoals aangeduid met behulp van de pijl B.
In het bovenvlak van het blok 11 is verder nog een zich in de lengterichting van het blok 11 uitstrekkende, in doorsnede drie-15 hoekige groef 24 gevormd.
Nadat de veer 23 in het blinde gat 22 van het blok 11 is aangebracht kan dit blok 11, zoals aangeduid met behulp van pijl C worden geschoven in de door de delen 13-14 begrensde ruimte van het steunorgaan 12, zodanig, dat de neuzen 19 tegen de gezien in figuur 2 20 linker uiteinden van de wanddelen 14 komen te liggen en de neus 20 ter hoogte van het gezien in figuur 2 rechter uiteinde van de basis 13 van het steunorgaan 12 komt te liggen. De veer 23 zal dan geneigd zijn om het blok 11 tegen de onderzijden van de omgebogen randen 15 te drukken.
25 Het blok 11 wordt aan zijn bovenzijde over een deel van zijn lengte begrensd door een horizontaal bovenvlak 25, dat overgaat in een schuin aflopend bovenvlak 25’ dat, zoals in het bijzonder uit figuur 5 duidelijk zal zijn, geleidelijk in breedte toeneemt. Op het bovenvlak 25 en het daarop aansluitende bovenvlak 25’ sluiten schuin 30 naar beneden verlopende zijwanden 25” aan waarvan, zoals uit figuur 5 duidelijk zal zijn, de onderranden in het verlengde van het breedste gedeelte van het bovenvlak 25’ verlopen.
Het deel 26 van het blok 10, dat lager is gelegen dan de onderste begrenzingsranden van de zijwanden 25”, is smaller uitge-35 voerd dan het daarboven gelegen deel van het blok 10 en in dit deel 26 1007700 6 van dit blok 10, dat zich slechts over een deel van de lengte van het blok 10 uitstrekt, zijn langsgroeven 26’ (figuur 3) aangebracht.
Aan het buiten het uiteinde van het deel 26 uitstekende gedeelte van het blok 10, dat door het schuin verlopende bovenvlak 25’ 5 wordt begrensd, zijn zich naar beneden toe uitstrekkende vleugels 27 aangebracht, die een weinig onder de onderzijde van het deel 26 van het blok uitsteken.
Nadat het blok 11 op de bovenbeschreven wijze in het steunorgaan 12 is aangebracht kan het steunorgaan 12 met blok 11 tegen 10 de onderzijde van de trekdraad 7 worden gedrukt, zodanig, dat de trekdraad 7 in de gleuf 24 komt te liggen. Daarbij kan het blok 11 tegen de veerkracht van de veer 23 in het steunorgaan 12 naar beneden worden gedrukt waarop, zoals aangeduid met behulp van de pijl D in figuur 2, het blok 10 in het steunorgaan kan worden geschoven. Bij het 15 inschuiven van het blok 10 in het steunorgaan 12 zullen de omgebogen randen 15 in de in het blok aangebrachte groeven 26’ schuiven tot de naar de groeven 26’ toegekeerde uiteinden van de vleugels 27 gezien in figuur 2 tegen het linker einde van het steunorgaan 12 aan komen te liggen. In deze stand is het onderste blok 11 tegen verschuiving ten 20 opzichte van het steunorgaan geborgd met behulp van de neuzen 19 en 20, die tegen de uiteinden van het steunorgaan 12 aanliggen. Verder liggen de buitenzijden van de opstaande wanddelen 14 van het steunorgaan 12 in een vlak met de buitenzijde van de daartegen aanliggende uiteinden van de vleugels 27 en de buitenzijden van de uiteinden van 25 de schuin verlopende zijvlakken 25, zodat het steunorgaan 12 geen hinderlijke buiten de blokken uitstekende delen heeft waardoor een vasthaken van het schermdoek aan het meeneemorgaan wordt verhinderd.
In de bovenbeschreven bevestigingsstand is het meeneem-element 9 reeds zodanig aan de trekdraad 7 bevestigd, dat het niet 30 nodig is om dit meeneemelement 9 bijvoorbeeld nog met de hand vast te houden.
Vervolgens kan een zo op een trekdraad 7 aangebracht meeneemelement 9 aan een doekbalk 6 worden bevestigd met behulp van een bout 30, die door een daarvoor in de doekbalk 6 aangebracht gat, 35 een van de in het blok 10 aangebrachte gaten 31 en een van de in het blok 11 aangebrachte gaten 21 alsmede door een in een van de in de 1007700 7 basis 13 van het steunorgaan 12 aangebrachte gaten 32 kan worden gestoken om te worden vastgezet met behulp van een moer 33.
Doordat de omgebogen randen 15 van het steunorgaan 12 zijn opgenomen in de in het blok 10 aangebrachte groeven 26’ kan het blok 5 10 tenminste nagenoeg niet in een richting dwars op de lengterichting van de trekdraad 7 ten opzichte van de trekdraad 7 bewegen. Het blok 11 kan daarentegen ten opzichte van het steunorgaan 12 in een richting loodrecht op de lengterichting van de trekdraad 7 verschuiven. Het blok 11 zal dan ook onder invloed van de veer 23 tegen de tussen de 10 beide blokken 10 en 11 opgesloten trekdraad 7 worden gedrukt. De kracht van de veer is daarbij zodanig bemeten, dat een voldoend grote klemkracht op de draad 7 wordt uitgeoefend om het scherm 5 mee te kunnen nemen tot bijvoorbeeld de doekbalk 6 tegen een aanslag of dergelijke aanloopt waarop de trekdraad 7 tussen de beide blokken 10 15 en 11 zal kunnen doorslippen. Een verwringing van de draad zal hierbij echter niet optreden. In de praktijk is gebleken, dat bij een juiste keuze van het materiaal voor de blokken 10 en 11 de door het slippen veroorzaakte slijtage verwaarloosbaar is, zodat steeds met behulp van de veer 23 de juiste klemkracht op de draad 7 zal worden uitgeoefend. 20 Daarbij is deze klemkracht niet te beïnvloeden tijdens de montage, daar de klemkracht wordt bepaald door de uitvoering van de veer en de lengte van het blinde gat 20 en een nadere instelling tijdens de montage van het meeneemelement op de trekdraad 7 niet nodig is.
Door de schuin toelopende wigvorm van het ten opzichte van 25 de doekbalk 6 in de richting van het scherm, gezien in figuur 3 naar links uitstekende uiteinde van het meeneemelement een door de afscherming van het steunorgaan 12 door de blokken 10 en 11 wordt beschadiging van het scherm vermeden.
Figuren 6 en 7 komen hoofdzakelijk overeen met de figuren 3 30 en 4. Zoals echter uit figuren 6 en 7 blijkt kan het meeneemelement bij verschillende soorten doekbalken worden gebruikt. Bij figuren 6 en 7 wordt namelijk in tegenstelling met de in figuren 3 en 4 weergegeven geprofileerde doekbalk 6 gebruik gemaakt van een ronde doekbalk 34, die is opgenomen in een met behulp van de bout 30 aan het meeneem-35 element bevestigde klembeugel 35.
1007700 8
Van het in de figuren 8 en 9 weergegeven meeneemelement 36 zijn het onderste blok 37 met de daarin opgenomen veer 38 alsmede het steunorgaan 39 in opbouw in hoofdzaak overeenkomend met het blok 11 en het steunorgaan 12 van het hierboven beschreven meeneemelement 9. Het 5 bovenste blok 40 van dit meeneemelement is echter voorzien van een op de bovenzijde van het steunorgaan 39 rustend deel 41, dat nabij zijn langsranden is voorzien van een tweetal zich langs de zijkanten van het steunorgaan 39 uitstrekkende vleugels 42, waarvan de naar elkaar toe afgebogen ondereinden 43 onder het steunorgaan 39 grijpen. Op deze 10 wijze is een uitvoeringsvorm verkregen, waarbij het steunorgaan en het onderste blok geheel zijn afgeschermd door de vleugels 42 van het bovenste blok 40.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 8 en 9 zal het ook denkbaar zijn om het steunorgaan 39 weg te laten, waarbij de 15 vleugels 42 van het bovenste blok 40 zich vlak langs de zijkanten van het onderste blok 37 kunnen uitstrekken. Tussen de onderzijde van het onderste blok en de naar elkaar toegekeerde uiteinden 43 van de vleugels kan dan bijvoorbeeld een 1 anggestrekte bladveer worden aangebracht, die met zijn langsranden op de naar elkaar toe afgebogen 20 randen 43 rust en welke in een ongespannen vorm een in zijn lengterichting afgebogen of kromlijnig verloop heeft, zodanig, dat deze bladveer, indien tussen de omgebogen randen 43 en de onderzijde van het blok 37 ingeklemd, gezien in figuur 9 een opwaartse kracht op het blok 37 in de richting van het met het scherm verbonden bovenste blok 25 40 zal uitoefenen.
Bij de in de figuren 10-12 weergegeven uitvoeringsvorm heeft een bovenste blok 44 een U-vormige dwarsdoorsnede en is daarbij voorzien van een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende vleugels 45 en 46, die nabij hun boveneinden zijn verbonden door een 30 verbindingsstuk 47.
Met behulp van een zich evenwijdig aan de vleugels 45 en 46 uitstrekkende, een geheel met het bovenblok 44 vormende rug 48 is met het bovenblok 44 een plaatvormig deel 49 verbonden, dat met behulp van een bout 50 kan worden vastgezet aan een met de in figuren 6 en 7 35 weergegeven doekbuis 34 overeenkomende doekbuis 51 of dergelijke voor verbinding van het bovenblok met het te verplaatsen scherm.
10 0 7 7 0 0 9
De trekdraad 7 ligt tussen de vleugels 45 en 46 tegen de onderzijde van het verbindingsstuk 47 aan, terwijl het onderste blok 52 althans grotendeels in de tussen de vleugels 44 en 46 gelegen ruimte is opgenomen.
5 In de in de figuren 10-13 weergegeven samengebouwde stand van het meeneemelement worden de beide blokken 45 en 52 samengehouden en in een richting loodrecht op de lengterichting van de trekdraad 7 naar elkaar toe gedrukt met behulp van een tweetal veren 53. Deze uit verend staaldraad gebogen veren 53 omvatten ieder een zich langs de 10 onderzijde van het onderste blok 52 uitstrekkend deel 54, dat de trekdraad 7 loodrecht kruist. Op het buiten de vleugel 45 resp. 46 uitstekende uiteinde van het deel 54 sluit een zich gezien in figuur 10 schuin omhoog in de richting van de trekdraad 7 uitstrekkend been 55 aan, dat via een gekromd gedeelte 56 is verbonden met een zich 15 tegengesteld schuin omhoog uitstrekkend been 57. De benen 57 zijn voorzien van afgebogen uiteinden 58, die op de bovenzijde van het verbindingsdeel 47 van het bovenste blok 44 rusten. Daarbij liggen de afgebogen uiteinden 58 tussen boven op het middendeel 47 van het bovenste blok 44 aangebrachte neuzen 59.
20 Het in zijaanzicht gezien in hoofdzaak een driehoekige vorm bezittende onderste blok 52 is voorzien van een tweetal uitstekende neuzen 60 waartussen de delen 54 van de veren 53 zijn gelegen. De benen 57 kunnen zoals in figuur 10 is weergegeven nog zijn opgesloten tussen aan de buitenzijden van de vleugels 45 en 46 aangebrachte 25 nokken 61.
Voor montage kan het bovenblok 44 op de trekdraad 7 worden geplaatst en kunnen de veren 53 met behulp van de omgebogen uiteinden 58 aan het bovenblok worden opgehangen. Ook is het mogelijk de veren 53 vooraf met het bovenblok te verbinden, bijvoorbeeld in de fabriek, 30 en deze combinatie voor montage op de trekdraad beschikbaar te stellen. Vervolgens kan het onderste blok 52 evenwijdig aan de trekdraad 7 worden verschoven, waarbij de trekdraad om te liggen in de in het bovenvlak van het onderste blok 52 aangebrachte in doorsnede V-vormige groef. Tijdens dit inschuiven van het onderste blok 52 in 35 het bovenste blok 54 zullen de delen 54 van de veren 53 langs het hellend verlopende ondervlak van het onderste blok 52 schuiven en op 1007700 10 een gegeven moment in de tussen de nokken 60 gelegen uitsparing snappen. Het zal duidelijk zijn, dat dan de beide blokken 44 en 52 met behulp van de veren 53 worden bijeengehouden en tevens met behulp van de veren 53 naar elkaar toe worden gedrukt voor het tussen de beide 5 blokken klemmen van de draad 7.
Zoals nog weergegeven in figuur 13 kunnen het bovenste blok 44 en het onderste blok 52 nog tegen verschuiving in de lengterichting van de trekdraad 7 worden geborgd, indien zij de voor gebruik geschikte stand ten opzichte van elkaar innemen, door aan de binnenzijde 10 van de vleugels 45 en 46 uitstekende nokken 62 aan te brengen, die in kunnen grijpen in uitsparingen, die zijn gelegen tussen aan de zijkanten van het onderste blok 52 aangebrachte uitstekende neuzen 62. Bij het inschuiven van het onderste blok 52 in de ruimte tussen de vleugels 45 en 46 van het bovenste blok 44 zullen de vleugels, indien 15 de nokken 62 in aanraking komen met de uitsteeksels 61, enigszins uit elkaar worden gedrukt, hetgeen bij vervaardiging van het bovenste blok 44 uit een geschikte kunststof op eenvoudige wijze te realiseren is. Nadat de nokken 61 de neuzen 62 zijn gepasseerd zullen de vleugels 45 en 46 weer terugspringen in de in figuur 13 weergegeven stand.
20 Eventueel kunnen de beide veren 53 een geheel met elkaar vormen door de delen 54 van beide veren op elkaar aan te laten sluiten.
1007700 i

Claims (21)

1. Meeneemelement voor het verplaatsen van een scherm in een tuinbouwkas, waarbij het meeneemelement aan te brengen is op een 5 trekdraad en te verbinden is met een scherm, dat bij het in zijn lengterichting verplaatsen van de trekdraad met behulp van het meeneemelement mee te nemen is en waarbij de uitvoering zodanig is, dat bij het overschrijden van een bepaalde op het scherm uitgeoefende kracht de draad ten opzichte van het meeneemelement slipt, met het 10 kenmerk, dat het meeneemelement is voorzien van een tweetal blokken waartussen de trekdraad rechtlijnig op te sluiten is, waarbij een eerste blok uitgevoerd is om ten opzichte van het scherm te worden vastgezet en het meeneemelement is voorzien van een veer, welke het tweede blok in een richting dwars op de lengterichting van de trek-15 draad naar het eerste blok duwt.
2. Meeneemelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de blokken worden ondersteund door een steunorgaan, zodanig, dat een eerste blok in op de trekdraad gemonteerde stand van het meeneemelement tegen verplaatsing ten opzichte van het steunorgaan in een 20 richting loodrecht op de lengterichting van de trekdraad zal zijn geborgd, terwijl het tweede blok met behulp van een tussen het tweede blok en het steunorgaan aangebrachte veer in de richting van het eerste blok wordt geduwd.
3. Meeneemelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 25 dat het steunorgaan wordt gevormd door een in doorsnede in hoofdzaak C-vormig profiel waarin het tweede blok is opgenomen.
4. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede blok is voorzien van met uiteinden van het steunorgaan samenwerkende aanslagen, die een verschuiving van het 30 tweede blok in de lengterichting van de trekdraad ten opzichte van het steunorgaan tegengaan.
5. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de veer is opgenomen in een in het tweede blok aangebrachte blinde boring.
5. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste blok is voorzien van groeven, waarin de , j o 7 7 0 0 naar elkaar toegekeerde uiteinden van het in doorsnede C-vormige steunorgaan zijn opgenomen.
7. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een boven het steunorgaan gelegen deel van het eerste 5 blok zich tot aan de zijkanten van het steunorgaan uitstrekt.
8. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste blok het steunorgaan nabij een uiteinde over tenminste een deel van de hoogte van het steunorgaan afdekt.
9. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat aan een uiteinde van het steunorgaan buiten het steunorgaan uitstekende delen van de op elkaar liggende blokken wigvormig toelopen.
10. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste blok is voorzien van zich langs de buiten- 15 zijden van het steunorgaan uitstrekkende vleugels waarvan omgebogen uiteinden zich onder een basisdeel van het steunorgaan uitstrekken.
11. Meeneemelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste blok is voorzien van zich langs de buitenzijden van het tweede blok uitstrekkende vleugels waarvan omgebogen einden zich onder 20 het tweede blok uitstrekken, terwijl tussen de omgebogen einden van de vleugels van het eerste blok en de daartegenover liggende zijde van het tweede blok een bladveer is aangebracht.
12. Meeneemelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de veer is voorzien van een tweetal delen, waarvan er een onder voor- 25 spanning aanligt tegen het eerste blok en de ander onder voorspanning aanligt tegen het tweede blok, waarbij de veer zodanig is gevormd, dat de beide tegen de blokken aanliggende delen van de veer de neiging hebben naar elkaar toe te bewegen om de blokken tegen elkaar te drukken.
13. Meeneemelement volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat een deel van de veer aanligt tegen een van het tweede blok afgekeerd buitenvlak van het eerste blok en een deel van de veer aanligt tegen een van het eerste blok afgekeerde buitenvlak van het tweede blok, terwijl de beide delen van de veer zijn verbonden door tenminste een 35 naast de blokken gelegen verbindingsstuk, dat is opgebouwd uit een ,007700 tweetal een hoek met elkaar insluitende benen, die onderling zijn verbonden door een gekromd verbindingsdeel.
14. Meeneemelement volgens een der conclusies 11-13, met het kenmerk, dat het onderste blok is gelegen tussen een tweetal zich 5 evenwijdig aan elkaar uitstrekkende vleugels van het eerste blok.
15. Meeneemel ement volgens de conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat een tweetal veren zijn aangebracht, waarbij de beide blokken tussen de verbindingsstukken van de veren zijn gelegen.
16. Meeneemelement volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat 10 de beide veren een geheel met elkaar vormen.
17. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies 12-14, met het kenmerk, dat het onderste blok, gezien in een richting loodrecht op de lengterichting van de trekdraad een in hoofdzaak driehoekige vorm heeft.
18. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in een van de blokken een V-vormige groef voor de trekdraad is aangebracht.
19. Meeneemelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat door de beide blokken een bout is gevoerd, die tevens 20 te benutten is voor het bevestigen van het meeneemel ement aan een scherm.
20. Werkwijze voor het openen en/of sluiten van meerdere achter elkaar gelegen schermen in een tuinbouwkas, waarbij de schermen met behulp van meeneemelementen zijn gekoppeld met een of meerdere trek- 25 draden, die in hun lengterichting verplaatsbaar is(zijn), met het kenmerk, dat bij het openen en/of sluiten van de schermen de trek- draad(en) wordt(en) verplaatst tot de trekdraad(en) ten opzichte van alle meenemers doorslipt(pen).
21. Tuinbouwkas voorzien van meerdere achter elkaar gelegen 30 schermen, die met behulp van meenemers elk zijn gekoppeld met een of meer trekdraden, die voor het openen en/of sluiten van de schermen in hun lengterichting verplaatsbaar is(zijn), met het kenmerk, dat iedere meenemer wordt gevormd door een meenemer volgens een der voorgaande conclusies 1-19. 1007700
NL1007700A 1997-12-05 1997-12-05 Meeneemelement. NL1007700C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007700A NL1007700C2 (nl) 1997-12-05 1997-12-05 Meeneemelement.
EP98203981A EP0920800A1 (en) 1997-12-05 1998-11-25 Carrier element for a screen in a greenhouse

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007700 1997-12-05
NL1007700A NL1007700C2 (nl) 1997-12-05 1997-12-05 Meeneemelement.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007700C2 true NL1007700C2 (nl) 1999-06-08

Family

ID=19766114

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007700A NL1007700C2 (nl) 1997-12-05 1997-12-05 Meeneemelement.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0920800A1 (nl)
NL (1) NL1007700C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023351C2 (nl) 2003-05-07 2004-11-09 Valk Systemen Bvvd Kas of warenhuis met een scherminstallatie, alsmede slipkoppeling daarvoor.
NL1023608C2 (nl) * 2003-06-05 2004-12-07 Alweco Scherminstallaties B V Verbindingsorgaan voor het verbinden van een profiel met een aandrijfmiddel.
NL2011572C2 (en) * 2013-10-08 2015-04-09 Alweco Groep B V Greenhouse, winding drum and winding drum assembly method.

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19952481A1 (de) * 1999-10-29 2001-05-10 Gerhard Reisinger Neues Gewächshaussystem mit Zusatzfunktionen
NL1022641C2 (nl) * 2003-02-11 2004-08-12 Steetec Installatie B V Kas of warenhuis met scherminstallatie.
NL1023577C2 (nl) * 2003-05-31 2004-12-01 Leen Huisman B V Tweezijdig werkende slipkoppeling en scherminrichting.
GB2421522B (en) 2004-12-21 2007-06-13 Daniel Cutler A covering system
GB2421520A (en) * 2004-12-21 2006-06-28 Daniel Cutler Moveable cover or awning
NL1030465C2 (nl) 2005-11-18 2007-05-21 Metaal En Kunststoffen Ind Sne Warenhuis of kas.
NL2002319C2 (nl) * 2008-12-12 2010-06-15 Valk Systemen Bvvd Werkwijze voor het installeren van een scherminrichting in een kas of warenhuis.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2055939A (en) * 1979-07-25 1981-03-11 Hopley B Shading method and means
DE3206244A1 (de) * 1982-02-20 1983-09-01 Gebr. Pöppelmann, Inhaber Josef Pöppelmann, Kunststoffwerk-Werkzeugbau, 2842 Lohne Schirmeinrichtung
DE3537611A1 (de) * 1984-10-31 1986-04-30 Luc Aalbrecht Tuinbouwtechniek B.V., s'-Gravenzande Drahtklemme
NL9400921A (nl) * 1993-07-09 1995-02-01 Bom P L J Beheer Bv Warenhuis.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2055939A (en) * 1979-07-25 1981-03-11 Hopley B Shading method and means
DE3206244A1 (de) * 1982-02-20 1983-09-01 Gebr. Pöppelmann, Inhaber Josef Pöppelmann, Kunststoffwerk-Werkzeugbau, 2842 Lohne Schirmeinrichtung
DE3537611A1 (de) * 1984-10-31 1986-04-30 Luc Aalbrecht Tuinbouwtechniek B.V., s'-Gravenzande Drahtklemme
NL8403306A (nl) 1984-10-31 1986-05-16 Luc Aalbrecht Tuinbouwtechniek Draadklem.
NL9400921A (nl) * 1993-07-09 1995-02-01 Bom P L J Beheer Bv Warenhuis.

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023351C2 (nl) 2003-05-07 2004-11-09 Valk Systemen Bvvd Kas of warenhuis met een scherminstallatie, alsmede slipkoppeling daarvoor.
NL1023608C2 (nl) * 2003-06-05 2004-12-07 Alweco Scherminstallaties B V Verbindingsorgaan voor het verbinden van een profiel met een aandrijfmiddel.
NL2011572C2 (en) * 2013-10-08 2015-04-09 Alweco Groep B V Greenhouse, winding drum and winding drum assembly method.
WO2015053621A1 (en) 2013-10-08 2015-04-16 Alweco Groep B.V. Greenhouse, winding drum and winding drum assembly method

Also Published As

Publication number Publication date
EP0920800A1 (en) 1999-06-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1007700C2 (nl) Meeneemelement.
NL1015305C2 (nl) Heen- en weergaande transporteurs met latvormige delen met drukafdichtingen.
NL8602265A (nl) Kabelgeleiding voor motorvoertuigschuifdaken.
NL9202171A (nl) Transportinrichting.
NL1016322C2 (nl) Open-dakconstructie voor een voertuig.
BE1002007A6 (nl) Dakkonstruktie voor serren en koppelelement hierbij aangewend.
EP1440921A1 (en) A conveyor, as well as conveyor belt
NL8000328A (nl) Inrichting voor het rekken van huiden.
NL8200250A (nl) Schuifdak voor een voertuig.
RU1834975C (ru) Направл юща дл струга шахтной струговой установки
NL9300990A (nl) Hek en werkwijze voor het vervaardigen van een drager voor een hek.
NL1012518C2 (nl) Kas of warenhuis met scherm.
BE1028104B1 (nl) Verticale schuifdeur en ophangsysteem
US6536585B1 (en) Conveyor, as well as conveyor
NL8402042A (nl) Uit een instelstrook en een of meer steunen bestaand stelsel.
NL193460C (nl) Draagorgaan voor het ophangen van een plafondgeraamte aan een draagconstructie.
NL8901915A (nl) Transportinrichting.
NL8900147A (nl) Warenhuis, nokprofiel en aangrijpprofiel daarvoor en werkwijze voor het bouwen van een warenhuis.
NL1020076C2 (nl) Warenhuis met koppeling tussen twee dekroeden.
NL2000880C2 (nl) Afsluitdeel en poort voorzien van een dergelijk afsluitdeel.
NL9301395A (nl) Spiraaltransporteur.
US3390484A (en) Fence gate
NL8105008A (nl) Sleepkettingaandrijving.
NL1011074C2 (nl) Transporteur, alsmede transportband en ketting voor een transportband.
NL1016707C1 (nl) Voedersysteem.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040701