NL1012518C2 - Kas of warenhuis met scherm. - Google Patents

Description

Kas of warenhuis met scherm

De uitvinding betreft een kas of warenhuis, omvattende een door kolommen ondersteunde dragende constructie met onderling evenwijdige liggers, goten die zich 5 dwars over de liggers uitstrekken, nokken die door middel van roeden zijn ondersteund op de goten, tussen telkens een paar roeden, een goot en een nok opgenomen lichtdoorlatende panelen, alsmede een scherminstallatie omvattende tenminste een scherm dat is aangebracht tussen twee naburige liggers, welk scherm aan een van zijn randen is bevestigd aan de dragende constructie, en aan de tegenoverliggende rand is 10 bevestigd aan een schermprofiel dat evenwijdig tussen beide liggers verplaatsbaar is tussen een sluitstand waarin het scherm zich uitstrekt over de volledige afstand tussen die liggers, en een open stand waarin het scherm samengedrongen is, tenminste een zich dwars op het scherm uitstrekkend, langwerpig bedieningsorgaan waaraan het schermprofiel verschuifbaar door middel van een wrijvingsbevestiging is bevestigd, 15 welke wrijvingsbevestiging een klemstuk omvat, voorspanmiddelen voor het vooraf instellen van de door de wrijvingsbevestiging verschafte wrijving, alsmede middelen voor het aandrijven van elk bedieningsorgaan.

De schermprofielen zijn niet direct maar via de wrijvingsbevestigingen aan de bedieningsorganen, zoals een stang of een draad, verbonden. Voor een dergelijke, 20 verschuivingen tussen schermprofielen en bedieningsstangen of -draden toelatende bevestiging is gekozen onder meer met het oog op de bij temperatuurschommelingen optredende uitzettingsverschillen, en eventuele vaklengteverschillen. De bedieningsstangen of -draden zijn veelal uitgevoerd in staal, terwijl de evenwijdig daaraan lopende goten uit aluminium kunnen bestaan. De verschillen tussen de 25 uitzettingscoëfficiënten van aluminium en staal, de temperatuurschommelingen, alsmede de verschillen in temperatuur van de verschillende onderdelen zijn zodanig groot dat in bepaalde gevallen de schermen niet meer volledig gesloten kunnen worden. Vooral bij grotere kassen doet zich dit probleem in min of meer of ernstige mate voor.

Een kas waarbij met dit verschijnsel rekening is gehouden, is bekend uit NL-A-30 9400921. Elk schermprofiel daarvan is, in een eerste uitvoeringsvorm, bevestigd aan trekdraden door middel van een klem met twee bekken. Deze bekken grijpen onder voorspanning aan op de trekdraad. Hierbij zal, vanaf een bepaalde drempelwaarde, een verschuiving van het schermprofiel ten opzichte van de trekdraden optreden.

1 0 1 25 1 8¾ 2

Nadeel van deze constructie is dat de wrijving in de wrijvingsbevestiging te gering is om het scherm volledig te openen en samen te drukken tot een klein pakket. Bovendien leveren de trekdraden een minder stabiele bediening op die in elk geval geen drukkrachten toelaat.

5 Volgens een verdere uitvoeringsvorm zijn de schermprofielen bevestigd aan bedieningsstangen door middel van een klem met rollen die onder een zekere voorspanning aangrijpen op de bedieningsstangen.

Afhankelijk van de kracht waarmee de rollen op de bedieningsstang worden gedrukt, kan het schermprofiel verschuiven over de bedieningsstang. Deze bekende 10 bevestiging heeft het nadeel dat de bevestigingskracht onvoldoende is om het scherm, in de geopende stand, goed te kunnen samendrukken tot een klein pakket. Daarom is in de nabijheid van elke bevestiging een aanslag voorzien die, bij ongewenst verschuiven van de klem, de uiteindelijke aandrukking ovemeemt en aldus het volledig openen van het scherm waarborgt.

15 Een dergelijke uitvoering is omslachtig. Een verder nadeel is dat de drempelwaarde van de bevestigingskracht waarboven verschuiven optreedt, niet goed constant gehouden kan worden. De veelal in kunststof uitgevoerde rollen kunnen, na enige tijd in dezelfde positie op de bedieningsstang te zijn gedrukt, enigszins afgeplat raken. Het op gang brengen van de verschuiving vereist dan een grotere kracht.

20 Doel van de uitvinding is daarom een kas of warenhuis te verschaffen waarvan de wrijvingsbevestiging op meer betrouwbare wijze is uitgevoerd. Tevens moet de wrijving een beter reproduceerbare, meer constante drempelwaarde voor de wrijving waarbij verschuiven optreedt, mogelijk maken.

Dat doel wordt bereikt doordat de wrijvingsbevestiging tevens een schuifstuk 25 omvat, welk schuifstuk en het klemstuk onderlinge verschuivingen in de langsrichting van de bedieningsstang toelaten en zijn bevestigd aan telkens een van de bedieningsstang en het schermprofiel.

Volgens de uitvinding wordt de wrijvingsbevestiging verkregen door aparte, speciaal voor dat doel ontworpen onderdelen. De met elkaar samenwerkende 30 oppervlakken en de materialen kunnen daarbij gericht gekozen worden met het oog op de te vervullen functie.

Als gevolg daarvan kan op een meer betrouwbare en beter reproduceerbare wijze de drempelwaarde worden ingesteld waarboven verschuiven optreedt.

1 0 1 25 i 8 ’ 3

Het klemstuk kan twee bekken omvatten waarvan de naar elkaar gekeerde oppervlakken zijn gevormd overeenkomstig de uitwendige vorm van het zich tussen de klembekken bevindende schuifstuk. In het bijzonder kunnen de bekken elk aan een arm zijn verbonden, welke armen elk een gat bezitten waar doorheen een bout is gestoken, 5 welke bout een boutkop heeft die rust tegen een der armen, alsmede een van een moer voorzien schroefdraadgedeelte, en een zich tussen de andere arm en de moer uitstrekkende veer. Alternatieve bevestigingen, bijvoorbeeld met een bajonetsluiting, zijn ook mogelijk.

Bij voorkeur is het klemstuk bevestigd aan een schermprofiel, en het schuifstuk 10 aan een bedieningsstang of -draad. Een der armen (of beide armen) van het klemstuk is (zijn) bevestigd aan het schermprofiel.

Het schuifstuk omvat een pen die evenwijdig is aan de bedieningsstang of -draad, alsmede een bevestigingsbeugel die bevestigbaar is aan de bedieningsstang of -draad, welke pen onder voorspanning is opgenomen tussen de bekken.

15 De pen is bij voorkeur cilindrisch, en kan een geheel vormen met een ribbe die uitsteekt ten opzichte van zijn oppervlak. Door middel van de ribbe is de pen bevestigd aan een bevestigingsbeugel.

Het klemstuk en het schuifstuk kunnen, volgens een eerste uitvoering, direct met elkaar samenwerken. In dat geval moet de materiaalkeuze voor deze wrijvend met 20 elkaar samenwerkende onderdelen worden afgestemd op de gewenste, te verkrijgen drempelwaarde waarboven verschuiven optreedt. Indien een dergelijke materiaalkeuze minder gewenst is, of te grote beperkingen meebrengt wordt bij voorkeur tussen schuifstuk en het klemstuk een inzetstuk ingeklemd ter verschaffing van een vooraf bepaalde wrijvingscoëfficiënt.

25 Het inzetstuk kan nu speciaal met het oog op het verkrijgen van de juiste wrijving worden gekozen, zodanig dat voor het klemstuk en het schuifstuk een vrijere materiaalkeuze gemaakt kan worden.

Het inzetstuk bestaat bij voorkeur uit een kunststofmateriaal. Een goed onderling contact van het inzetstuk, schuifstuk en klemstuk kan worden bewerkstelligd doordat 30 het inzetstuk twee onderling door een elastisch scharnier, zoals een vlies, verbonden delen omvat die zich elk bevinden aan van elkaar afgekeerde zijden van de pen. De twee delen van het inzetstuk kunnen dankzij het tussengeplaatste vlies zich enigszins 1 o 125 1 0¾ 4 zetten met betrekking tot de wrijvingsoppervlakken van het klemstuk en het schuifstuk zodanig dat een goede aanligging is verzekerd.

De delen van het inzetstuk bezitten elk aan hun einden een naar het andere deel wijzende schraaprand. De schraapranden verhinderen dat vuil en vocht tussen de 5 wrijvend met elkaar samenwerkende oppervlakken zou komen, en de gewenste wrijving verloren zou gaan.

De uitvinding zal vervolgens worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een gedeelte van een kas volgens de uitvinding in perspectief.

10 Figuur 2 toont detail II van figuur 1.

Figuur 3 toont een detail van de wrijvingsbevestiging volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont een inzetstuk

De in figuur 1 weergegeven kas omvat reeksen kolommen 1, die elk de evenwijdige liggers 2 ondersteunen. De liggers 2 dragen op him beurt de goten 3, welke 15 goten 3 via roeden 4 de nokken 5 dragen. Tussen de roeden 4, nokken 5 en goten 3 zijn glaspanelen 6 opgenomen.

Tussen de naburige paren liggers 2 is telkens een in zijn geheel met 7 aangeduide schermconstructie 7 opgenomen. Deze schermconstructie 7 omvat een scherm 8, dat bijvoorbeeld een doek uit warmte-isolerend materiaal, lichtwerend materiaal en 20 dergelijke kan zijn. Elk scherm 8 is aan één rand bevestigd aan een vast profiel 9, dat bijvoorkeur onderdeel is van de dragende constructie. Aan de tegenoverliggende zijrand is elk scherm 8 bevestigd aan een schermprofiel 10, dat evenwijdig van en naar het profiel 9 heen en weer verplaatsbaar is. Het schermprofiel 10 is daartoe bevestigd aan een stang 11, die in zijn langsrichting door een (niet getoonde) aandrijving heen en 25 weer verplaatsbaar is.

Zoals getoond in het uiteengenomen aanzicht van figuur 2 is het schermprofiel 10 aan de aandrijfstang 11 verbonden door middel van de in zijn geheel met 12 aangeduide wrijvingsbevestiging. Deze wrijvingsbevestiging, die in zijaanzicht ook is weergegeven in figuur 3, omvat een schuiftuk 13 dat bevestigd is aan de 30 bedieningsstang 11, alsmede een klemstuk 14 dat bevestigd is aan het schermprofiel 10. Deze bevestiging is verkregen door de lippen 15 van het klemstuk 14 middels het kanaal 16 van het schermprofiel 10 door middel van (niet getoonde) bouten te bevestigen.

1 01 251 8* 5

Het schuifstuk 13 is door middel van de beugel met benen 17,18 vastgeklemd op de bedieningsstang 11. Het ene been 17 bezit een kop 45 met een uitsparing 19 waarin zich een moer 20 bevindt. Het andere been 18 bezit een flens 21 voorzien van tenminste een gat 22 waar doorheen de bout 23 is gestoken. Door de bout 23 aan te 5 draaien in de moer 20, worden de benen 17, 18 stevig vastgeklemd rond de bedieningsstang 11. Alternatieve bevestigingen zoals met een bajonetsluiting (niet getoond) zijn ook mogelijk.

De kop 45 bezit verder een flens 24 waaraan de cilindrische pen 25 is bevestigd.

Het klemstuk 14 bezit een tweetal armen 26,27, die enerzijds elk een bek 28, 29 10 dragen, en die anderzijds door een elastisch scharnier 30 aan elkaar zijn verbonden. Aan de arm 26 zijn de bevestigingslippen 15 gevormd.

De bekken 28,29 van het klemstuk 14 worden onder verende voorspanning in de richting naar elkaar toegedrukt aangehouden door middel van de voorspaninrichting 31. De voorspaninrichting 31 omvat een bout 32, waarvan de kop op de arm 26 rust. De 15 bout 32 is gestoken door de gaten 33 en 34 van de armen 26, 27. Aan het eind van de bout 32 is een spanmoer 35 voorzien, die via de schroefVeer 36 de armen 26, 27 onder veervoorspanning naar elkaar toedrukt. Alternatieve bevestigingen zoals met een bajonetsluiting (niet getoond) zijn ook mogelijk.

In de bekken 28,29 is het in zijn geheel met 37 aangeduide inzetstuk uit kunststof 20 opgenomen. Dit inzetstuk 37 omvat twee delen 38, 39, die in één geheel door middel van een vlies 40 aan elkaar zijn verbonden. Aan hun tegenover het vlies liggende randen 40 bezitten deze delen elk een kraag 41, die gehaakt is rond de uiteinden van de bekken 28,29.

Zoals weergegeven in figuur 4 bezit het inzetstuk 37 aan zijn uiteinden bij 25 voorkeur schraapranden 42, die aanliggen tegen het uitwendig oppervlak van de pen 25. Deze schraapranden 42 zorgen ervoor dat vuil, vocht en dergelijke de met elkaar samenwerkende wrijvingsoppervlakken van de pen 25 en van het inzetstuk 37 niet kunnen bereiken, zodanig dat de gewenste wrijvende werking gehandhaafd blijft.

Aan de uiteinden bezit het inzetstuk 37 verder uitwendige flenzen 43, door 30 middel waarvan het inzetstuk 37 op zijn plaats gehouden wordt binnen de bekken 28, 29.

1012518*

Claims (15)

1. Kas of warenhuis, omvattende een door kolommen (1) ondersteunde dragende constructie met onderling evenwijdige liggers (2), goten (3) die zich dwars over de 5 liggers (2) uitstrekken, nokken (5) die door middel van roeden (4) zijn ondersteund op de goten (3), tussen telkens een paar roeden (6), een goot (3) en een nok (5) opgenomen lichtdoorlatende panelen (6), alsmede een scherminstallatie (7) omvattende tenminste een scherm (8) dat is aangebracht tussen twee naburige liggers (2), welk scherm (8) aan een van zijn randen is bevestigd aan de dragende constructie, en aan de 10 tegenoverliggende rand is bevestigd aan een schermprofiel (10) dat evenwijdig tussen beide liggers (2) verplaatsbaar is tussen een sluitstand waarin het scherm (8) zich uitstrekt over de volledige afstand tussen die liggers (2), en een open stand waarin het scherm (8) samengedrongen is, tenminste een zich dwars op het scherm (8) uitstrekkend langwerpig bedieningsorgaan (11) waaraan het schermprofiel 15 verschuifbaar door middel van een wrijvingsbevestiging (12) is bevestigd, welke wrijvingsbevestiging een klemstuk (14) omvat, voorspanmiddelen (31) voor het vooraf instellen van de door de wrijvingsbevestiging (12) verschafte wrijving, alsmede middelen voor het aandrijven van elk bedieningsorgaan, met het kenmerk dat de wrijvingsbevestiging (12) tevens een schuifstuk (13) omvat, welk schuifstuk (13) en het 20 klemstuk (14) onderlinge verschuivingen in de langsrichting van het bedieningsorgaan (11) toelaten en zijn bevestigd aan telkens een van het bedieningsorgaan (11) en het schermprofiel (10).

2. Kas of warenhuis volgens conclusie 1, waarbij het klemstuk (14) twee bekken 25 (28, 29) omvat waarvan de naar elkaar gekeerde oppervlakken zijn gevormd overeenkomstig de uitwendige vorm van het zich tussen de klembekken (28, 29) bevindende schuifstuk (13).

3. Kas of warenhuis volgens conclusie 2, waarbij de bekken (28, 29) een geheel 30 vormen onder insluiting van een elastisch scharnier (30).

4. Kas of warenhuis volgens conclusie 2 of 3, waarbij de bekken (28, 29) onder verende voorspanning in de richting naar elkaar aangedrukt gehouden worden. 1 0 1 25 1 8«»

5. Kas of warenhuis volgens conclusie 4, waarbij de bekken (28, 29) elk aan een arm (26, 27) zijn verbonden, welke armen (26, 27) elk een gat (33, 34) bezitten waar doorheen een bout (32) is gestoken, welke bout (32) een boutkop heeft die rust tegen 5 een der armen (26), alsmede een van een moer (35) voorzien schroefdraadgedeelte, en zich tussen de andere arm (27) en de moer (35) een veer (36) uitstrekt.

6. Kas of warenhuis volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het klemstuk (14) is bevestigd aan een schermprofiel (10), en het schuifstuk (13) aan een 10 bedieningsorgaan (11).

7. Kas of warenhuis volgens conclusie 5 of 6, waarbij een der armen (26) van het klemstuk (14) is bevestigd aan het schermprofiel (10).

8. Kas of warenhuis volgens conclusie 6 of 7, waarbij het schuifstuk (13) een pen (25) omvat die evenwijdig is aan het bedieningsorgaan (11), alsmede een bevestigingsbeugel (17,18) die bevestigbaar is aan het bedieningsorgaan (11).

9. Kas of warenhuis volgens conclusie 8, waarbij de pen (25) cilindrisch is en een 20 geheel vormt met een ribbe (24) die uitsteekt ten opzichte van zijn oppervlak, en door middel van die ribbe (24) is bevestigd aan een bevestigingsbeugel (17,18).

10. Kas of warenhuis volgens conclusie 8 of 9, waarbij de pen (25) is opgenomen tussen de bekken (28,29). 25

11. Kas of warenhuis volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tussen het schuifstuk (13) en het klemstuk (14) een inzetstuk (37) is ingeklemd ter verschaffing van een vooraf bepaalde wrijvingscoëfficiënt.

12. Kas of warenhuis volgens conclusie 11, waarbij het inzetstuk (37) uit een kunststofmateriaal bestaat. 1 0 1 25 1 8·*

13. Kas of warenhuis volgens conclusie 11 of 12, waarbij het inzetstuk (37) twee onderling door een elastisch scharnier, zoals een vlies (40), verbonden delen (38) omvat die zich elk bevinden aan van elkaar afgekeerde zijden van de pen (25).

14. Kas of warenhuis volgens conclusie 13, waarbij beide delen (38, 39) van het inzetstuk (37) elk aan hun einden een naar het andere deel wijzende schraaprand (42) bezitten.

15. Kas of warenhuis volgens conclusie 13 of 14, waarbij het inzetstuk (37) aan 10 beide einden een naar buiten wijzende flens (42) heeft door middel waarvan het inzetstuk (37) onverschuifbaar is vastgehouden ten opzichte van de bekken (28,25) van het klemstuk (14). 101 251 8-1