NL2011649C2 - Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen op een dak. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen op een dak. Download PDF

Info

Publication number
NL2011649C2
NL2011649C2 NL2011649A NL2011649A NL2011649C2 NL 2011649 C2 NL2011649 C2 NL 2011649C2 NL 2011649 A NL2011649 A NL 2011649A NL 2011649 A NL2011649 A NL 2011649A NL 2011649 C2 NL2011649 C2 NL 2011649C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping element
clamping
roof
foregoing
tensioning
Prior art date
Application number
NL2011649A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2011649B3 (nl
Inventor
Jeroen Vogel
Original Assignee
Esdec B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Esdec B V filed Critical Esdec B V
Priority to NL2011649A priority Critical patent/NL2011649B3/nl
Publication of NL2011649C2 publication Critical patent/NL2011649C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2011649B3 publication Critical patent/NL2011649B3/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02SGENERATION OF ELECTRIC POWER BY CONVERSION OF INFRARED RADIATION, VISIBLE LIGHT OR ULTRAVIOLET LIGHT, e.g. USING PHOTOVOLTAIC [PV] MODULES
    • H02S20/00Supporting structures for PV modules
    • H02S20/20Supporting structures directly fixed to an immovable object
    • H02S20/22Supporting structures directly fixed to an immovable object specially adapted for buildings
    • H02S20/23Supporting structures directly fixed to an immovable object specially adapted for buildings specially adapted for roof structures
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24SSOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
    • F24S25/00Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
    • F24S25/60Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules
    • F24S25/61Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules for fixing to the ground or to building structures
    • F24S25/613Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules for fixing to the ground or to building structures in the form of bent strips or assemblies of strips; Hook-like connectors; Connectors to be mounted between building-covering elements
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24SSOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
    • F24S25/00Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
    • F24S25/60Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules
    • F24S2025/6003Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules by clamping
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24SSOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
    • F24S25/00Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
    • F24S25/60Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules
    • F24S2025/6008Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules by using toothed elements
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B10/00Integration of renewable energy sources in buildings
    • Y02B10/10Photovoltaic [PV]
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B10/00Integration of renewable energy sources in buildings
    • Y02B10/20Solar thermal
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/40Solar thermal energy, e.g. solar towers
    • Y02E10/47Mountings or tracking
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/50Photovoltaic [PV] energy

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen op een dak
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen. De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel van een dergelijke inrichting en een object, in het bijzonder een zonnepaneel. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen.
Het bevestigen van zonnepanelen op een schuin dak kan op diverse wijze geschieden. Het is gebruikelijk om hiervoor een draag structuur te gebruiken die wordt bevestigd, veelal geschroefd, op een vaste dakconstructie van een dak. Een dergelijke bevestiging is relatief omslachtig en tijdrovend, en derhalve relatief kostbaar, en leidt bovendien tot blijvende schade aan het dak. Als voordeliger alternatief is het tevens bekend om zonnepanelen te bevestigen op een draagstructuur welke is voorzien van haken ingericht voor samenwerking met één of meerdere panlatten en opliggende dakpannen van een dak. De panlatten vormen daarbij de in hoofdzaak horizontale dragers van de vaste dakconstructie die op zogenaamde tengels van de vaste dakconstructie zijn bevestigd, en vormen derhalve een solide basis voor bevestiging van zonnepanelen op een dak. De haakconstructie kan relatief eenvoudig worden bevestigd en leidt doorgaans niet tot permanente beschadiging van het dak. Doordat de dikte van het samenstel van een panlat en een opliggende dakpan sterk kan variëren, worden de haken van de draagstructuur doorgaans voldoende ruim uitgevoerd, zodat de haken op zoveel mogelijk daken toepasbaar zijn. Echter, deze overdimensionering van de haken kan leiden tot speling tussen de haak en het samenstel van panlat en dakpan, hetgeen kan leiden tot ongewenste ontkoppeling van de zonnepanelen van de panlatten en/of klapperen van de zonnepanelen op het dak als gevolg van weersinvloeden. Bovendien blijft het zonnepaneel op deze wijze gevoelig voor diefstal. Een te nauwe dimensionering van de haak kan echter leiden tot beschadiging, en in het bijzonder breuk, van met name de dakpan waaraan de haak wordt bevestigd.
De uitvinding heeft als doel het verschaffen van een verbeterde inrichting voor het bevestigen van object, in het bijzonder zonnepanelen, op een dak.
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting van het in aanhef genoemde type, omvattende: ten minste één eerste klemelement en ten minste één tweede klemelement, welke klemelementen zijn ingericht voor aangrijping op overliggende zijden van een dakdeel, in het bijzonder een samenstel van een panlat en een opliggende dakpan, waarbij het ten minste ene eerste en/of tweede klemelement is ingericht voor koppeling met een object, in het bijzonder een zonnepaneel, en ten minste één met zowel het eerste klemelement alsook het tweede klemelement samenwerkend spanelement ingericht voor naar elkaar kunnen toe bewegen van ten minste een deel het eerste klemelement en ten minste een deel van het tweede klemelement voor het kunnen reguleren van een door de klemelementen op het dakdeel uitgeoefende klemkracht. Het geniet de voorkeur om objecten, in het bijzonder zonnepanelen, te bevestigen op latten van een (schuin) dak. Doorgaans zullen hiervoor de panlatten en dakpannen van een dak worden gebruikt, doch het zou tevens denkbaar zijn om hiervoor de tengels of eventuele verdere latten of delen van een dak, die mogelijk later op het dak zijn aangebracht, aan te wenden voor het bevestigen van een zonnepaneel, daar deze latten tevens deel uitmaken van een vaste dakconstructie, en daardoor eveneens stabiliteit kunnen geven. Bovendien wordt de stabiliteit van de zonnepanelen ten opzichte van het worden vergroot door de onderliggende draagstructuur, in casu de inrichting overeenkomstig de uitvinding, te fixeren ten opzichte van de (pan)latten middels het laten omklemmen of inklemmen van het dakdeel, waarvan ten minste een deel behoort bij de vaste dakconstructie. In het bijzonder wordt het dakdeel gevormd door het samenstel van ten minste één - bij de vaste dakconstructie behorende - (pan)lat en ten minste één dakpan. Door deze klemming wordt het object, in het bijzonder het zonnepaneel, gefixeerd ten opzichte van het dakdeel en daarmee ten opzichte van de vaste dakconstructie alsook het dak als zodanig. Hierdoor is het object, in het bijzonder het zonnepaneel, significant minder gevoelig voor weersinvloeden alsmede voor diefstal. Door de afstand tussen beide klemelementen wijzigbaar is kan de inrichting relatief eenvoudig worden aangepast aan de dikte van een specifiek dakdeel ten opzichte waarvan de inrichting dient te worden gefixeerd. Een verder voordeel van de inrichting overeenkomstig de uitvinding is dat de wijze van klemmen relatief eenvoudig en derhalve gebruiksvriendelijk is door toepassing van een bijzonder spanelement dat is ingericht voor naar elkaar kunnen toe bewegen en/of van elkaar af bewegen van ten minste een deel het eerste klemelement en ten minste een deel van het tweede klemelement voor het kunnen reguleren van een door de klemelementen op de panlat uitgeoefende klemkracht. Aldus zal door het tijdens de onderlinge verplaatsing van de klemelementen de klemkracht op de panlat worden gereguleerd. Dit maakt het mogelijk om eerst de klemelementen te positioneren om het in te klemmen dakdeel, waarna de klemelementen naar elkaar toe kunnen worden bewogen middels het spanelement, waardoor inklemming van het betreffende dakdeel kan worden gerealiseerd. Dit leidt niet alleen tot een grote gebruiksvriendelijkheid die een eenvoudige en snelle, en derhalve goedkope, installatie mogelijk maakt, maar maakt het tevens mogelijk om relatief grote klemkrachten te kunnen laten uit oefenen op de panlat doordat de klemkracht mechanisch wordt gereguleerd. Deze constructie van de inrichting is substantieel voordeliger dan een constructie waarin de klemelementen onderling vrijelijk verplaatsbaar zijn en onderling kunnen worden gefixeerd bijvoorbeeld middels een schroef die geen bijdrage levert aan het reguleren van de klemkracht. In deze laatste uitvoeringsvorm, die buiten de beschermingsomvang valt van de conclusies van dit octrooischrift, zouden de klemelement vooreerst middels de schroef ten opzichte van elkaar worden gefixeerd, afhankelijk van de dikte van het in te klemmen dakdeel, waarna de onderling gefixeerde klemelementen worden geschoven over het dakdeel. Een dergelijke installatie is buitengewoon tijdrovend, doordat de afstand tussen de klemelementen op voorhand nauw dient te worden bepaald en te worden gefixeerd. Bovendien leidt het schuiven van de onderling gefixeerde klemelementen over het dakdeel relatief eenvoudig tot beschadiging van het dakdeel, en zelfs tot breuk van met name de dakpan waarmee de klemelementen samenwerken, hetgeen ongewenst is. Daarnaast kan de klemkracht minder goed worden gereguleerd, doordat deze op voorhand reeds wordt bepaald door het ten opzichte van elkaar vastschroeven van de klemelementen. Voomoemde inferieure inrichting geniet derhalve niet de voorkeur. Doelbewust is ervoor gekozen om de klemkracht te laten reguleren door het spanelement door, middels het spanelement, de klemelementen te verplaatsen ten opzichte van elkaar. Hierdoor kan een substantieel grotere klemkracht worden bereikt. Bovendien is installatie van de inrichting bijzonder eenvoudig door dat de klemelementen in een soort van geopende toestand over het in te klemmen dakdeel worden aangebracht, waarna, middels het spanelement, de klemelementen naar elkaar kunnen worden toe bewogen onder inklemming het betreffende dakdeel. Bovendien kan op deze wijze beschadiging van het dakdeel worden tegengegaan. Aldus maakt de inrichting overeenkomstig de uitvinding het mogelijk om een zonnepaneel of andersoortig object, op relatief snelle, eenvoudige, en derhalve goedkope wijze te bevestigen op een dak, waarbij de gerealiseerde klemverbinding bovendien relatief sterk kan worden uitgevoerd.
In het navolgende wordt met name gerefereerd naar een inrichting voor het dragen van één of meerdere zonnepanelen, doch het is tevens denkbaar om andersoortige objecten te laten dragen door de inrichting. Verder wordt in het navolgende met name gerefereerd naar een inrichting die is ingericht om te worden bevestigd aan één of meerdere panlatten, doch het dient duidelijk te zijn dat hieronder wordt verstaan dat de inrichting mogelijk tevens en gelijktijdig een ander deel van een dak, in het bijzonder één of meerdere dakpannen, zal inklemmen. Tevens is het denkbaar dat in plaats van panlatten ook andersoortige latten of andere, eventueel later aangebrachte componenten, van de vaste dakconstructie kunnen worden toegepast voor het eraan bevestigen van de inrichting overeenkomstig de uitvinding. Echter, het is ook denkbaar dat het dakdeel slechts wordt gevormd door een (deel van een) (pan)lat, waardoor de inrichting slechts de (pan)lat zal inklemmen. Verder dient de term dakpan ruim te worden geïnterpreteerd, waaronder naast conventionele dakpannen tevens elke vorm van dakbedekking wordt verstaan voor het (waterdicht) afschermen van de onderliggende vaste dakconstructie. De inrichting overeenkomstig de uitvinding is aldus ingericht voor het inklemmen van een dakdeel dat een brede definitie kent, en aldus één of meerdere onderdelen van een dak kan omvatten.
In een voorkeursuitvoering is het eerste klemelement voorzien van een eerste aangrijpzijde ingericht voor aangrijping op een panlatzijde en is het tweede klemelement voorzien van een tweede aangrijpzijde ingericht voor aangrijping op een van de panlat afgekeerde zijde van een opliggende dakpan, waarbij het spanelement is ingericht voor het aanpassen van de afstand tussen de eerste aangrijpzijde en de tweede aangrijpzijde. De eerste aangrijpzijde en tweede aangrijpzijde zijn doorgaans in hoofdzaak parallel georiënteerd. De richting waarin de aangrijpzijden zich uitstekken komt bij voorkeur in hoofdzaak overeen met de richting waarin de zijden van de panlat en de dakpan zich uitstrekken, waardoor een intensief contact tussen de klemelementen en de panlat kan worden gerealiseerd. Overigens strekken de zijden van de panlat waarop wordt aangegrepen zich doorgaans uit in de richting waarin het dak zich uitstrekt. Doorgaans zal de tweede aangrijpzijde aanliggen tegen een dakpanzijde die is afgekeerd van de onderliggende panlat; deze dakpanzijde wordt tevens aangeduid als de bovenste zijde van het dakdeel. De eerste aangrijpzijde zal doorgaans aanliggen tegen een overliggende latzijde die wordt aangeduid als een onderste latzijde. Een omgekeerde positionering van het eerste klemelement en het tweede klemelement is echter tevens denkbaar. Het spanelement, of althans een deel daarvan, strekt zich bij voorkeur uit in een richting die in hoofdzaak loodrecht staat op een door een aangrijpzijde opgespannen vlak. Het spanelement staat derhalve bij voorkeur dwars op de aangrijpzijden, alsook dwars op het dak als zodanig. Een dergelijke oriëntatie vergemakkelijkt doorgaans het naar elkaar toe verplaatsen van de aangrijpzijden voor het kunnen realiseren en reguleren van de klemmende kracht die door de inrichting wordt uitgeoefend op de panlat. Het is denkbaar dat het spanelement is ingericht voor het naar elkaar toe dringen van de eerste aangrijpzijde en de tweede aangrijpzijde, waardoor de inrichting van nature geneigd zal zijn om een klemmende kracht te realiseren. Hierbij kan gebruikt worden gemaakt van één of meerdere mechanische veren die deel kunnen uitmaken van het ten minste ene spanelement. Verder is het voordelig ingeval ten minste één aangrijpzijde ten minste gedeeltelijk geprofileerd is uitgevoerd, teneinde de inklemming verder te kunnen verbeteren om ongewenste ontkoppeling te kunnen tegengaan.
Doorgaans zal ten minste één klemelement in hoofdzaak gehoekt zijn uitgevoerd. Een dergelijke vormgeving laat toe dat het klemelement relatief nauw kan aansluiten op een - in dwarsdoorsnede doorgaans tevens gehoekt vormgegeven - panlat en/of dakpan. Bij nadere voorkeur is ten minste een deel van ten minste één klemelement in hoofdzaak L-vormig is vormgegeven. Daarbij zal de lange zijde van het L-vormig vormgegeven (deel van het) klemelement doorgaans worden aangewend als aangrijpzijde voor aangrijping op de panlat en/of de dakpan. Bij voorkeur vormt het samenstel van het eerste klemelement en het tweede klemelement ten minste gedeeltelijk een U-vormige constructie. Middels deze constructie zullen doorgaans althans twee zijden van de panlat worden aangegrepen, hetgeen de inklemming van het dakdeel, in het bijzonder het samenstel van de panlat en een opliggende dakpan, verder kan stabiliseren.
Het spanelement kan zeer divers van aard zijn. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat het spanelement ten minste één klemelement doorsteekt. Doorgaans vergemakkelijkt een dergelijke doorsteking het naar elkaar toe bewegen van de klemelementen, of althans delen daarvan. Bovendien kan op deze wijze de inrichting relatief compact worden uitgevoerd, hetgeen vanuit praktisch oogpunt voordelig is. Het klemelement kan het spanelement daarbij gedeeltelijk of volledig rondom omsluiten. Het is veelal voordelig ingeval het spanelement is verbonden met ten minste één klemelement. Een dergelijke verbinding gaat tegen dat het spanelement zich ongewenst verwijderd van het klemelement, waardoor de inrichting onbruikbaar zou worden. Het is tevens denkbaar dat de klemelementen op elkaar aangrijpen, of zelfs met elkaar zijn verbonden, eventueel onder tussenkomst van het spanelement. Het spanelement kan zijn voorzien van schroefdraad ingericht voor samenwerking met een schroefdraad van een ander deel van de inrichting, in het bijzonder een klemelement of een andersoortige onderdeel van de inrichting. De schroefdraad van het spanelement kan worden gevormd door een inwendige schroefdraad ingericht voor samenwerking met een uitwendige schroefdraad van voomoemd andere deel van de inrichting. Echter, het is tevens denkbaar dat ten minste een deel van het spanelement wordt gevormd door een schroef voorzien van een uitwendige schroefdraad ingericht voor samenwerking met een inwendige schroefdraad van een ander deel van de inrichting, in het bijzonder een klemelement of een andersoortig deel van de inrichting. Dit houdt de inrichting constructief relatief eenvoudig, terwijl de inrichting relatief eenvoudig klemmend kan worden aangebracht om het dakdeel, waarbij de klemkracht op traploze wijze kan worden ingesteld. Een traploze (continue) instelling van de klemkracht kan tevens met een andersoortig spanelement worden bewerkstelligd. Als alternatief is het bijvoorbeeld denkbaar dat het spanelement een moer voorzien van een inwendige schroefdraad omvat ingericht voor samenwerking met de uitwendige schroefdraad van de bout.
Het is tevens denkbaar dat het spanelement is ingericht voor het in één richting doorlaten van een pen en voor het in een tegenoverliggende richting blokkeren van de pen. Door deze eenrichtingsbeweging, bij voorkeur in hoofdzaak parallel aan de onderlinge verplaatsingsrichting van de klemelementen kan tevens de klemkracht worden gereguleerd, waarbij de klemelementen tevens wordt verhinderd om zich van elkaar af te bewegen. De pen kan zijn voorzien van een uitwendig profiel, zoals een schroefdraad of zaagtandprofiel. De pen kan deel uitmaken van één van de klemelementen en/of kan deel uitmaken van het spanelement. Het blokkeren van de pen in een richting kan geschieden door het spanelement één of meerdere vergrendelpinnen te laten omvatten. Het is tevens denkbaar dat het spanelement één of meerdere vergrendelringen, zoals tandringen (met verende binnenvertanding) ook wel aangeduid als tandveerringen, omvatten ingericht voor voomoemde samenwerking met de pen, waarbij de vergrendelringen de pen zodanig omsluiten dat beweging van de pen ten opzichte van de één of meerdere vergrendelringen slechts in één richting mogelijk is.
In een voorkeursuitvoering is ten minste een deel van het spanelement zwenkbaar verbonden met ten minste één klemelement. Middels zwenken van het spanelement kunnen de klemelementen ten opzichte van elkaar worden opgespannen, waardoor inklemming van het dakdeel kan plaatsvinden. Overigens kan het spanelement ook hierbij in hoofdzaak zijn opgebouwd uit een moer en een bout, om de effectieve lengte van het spanelement te kunnen instellen daarmee - op voorhand - de klem kracht te kunnen reguleren. Het is tevens denkbaar dat ten minste een deel van het spanelement veerkrachtig is uitgevoerd. In situaties kan een dergelijke uitvoeringsvorm bijzonder gebruiksvriendelijk en praktisch zijn. Diverse illustratieve uitvoeringsvormen van de inrichting overeenkomstig de uitvinding, en in het bijzonder het spanelement, zijn weergegeven in de figuren en beschreven in de bijbehorende figuurbeschrijving.
Zoals reeds aangegeven is het ten minste ene eerste klemelement en/of tweede klemelement is ingericht voor koppeling met een object, in het bijzonder een zonnepaneel. Deze koppeling kan direct of indirect zijn. Bij een directe koppeling zal het klemelement direct zijn verbonden met een zonnepaneel, doorgaans met een frame van het zonnepaneel. Bij een indirecte koppeling zal het klemelement onder tussenkomst van één of meerdere tussenliggende koppeldelen zijn verbonden met het zonnepaneel. Deze tussenliggende koppeldelen kunnen deel uitmaken van de inrichting overeenkomstig de uitvinding, doch dit is niet noodzakelijk. In een voorkeursuitvoering is het tweede klemelement voorzien van een koppelstructuur voor bevestiging van de inrichting aan het zonnepaneel. De koppelstructuur is bij voorkeur losneembaar gekoppeld met het tweede klemelement, bij nadere voorkeur doch niet noodzakelijkerwijs middels een klikverbinding (snapverbinding). Een dergelijke snapverbinding is reeds beschreven in het Nederlandse octrooischrift NL1028379, waarvan de inhoud door verwijzing ernaar deel uitmaakt van dit octrooischrift. Het is echter tevens denkbaar de koppelstructuur integraal deel te laten uitmaken van het tweede klemelement dan wel om de koppelstructuur te schroeven en/of op andere wijze te bevestigen op het tweede klemelement.
De klemelementen kunnen onderling roteerbaar (scharnierbaar) met elkaar zijn verbonden, eventueel via het spanelement. Doch bij voorkeur zijn de klemelementen in hoofdzaak lineair verplaatsbaar ten opzichte van elkaar. Een dergelijke lineaire verplaatsing beperkt doorgaans de ruimte die benodigd is voor het kunnen installeren van de inrichting om een dakdeel.
Het spanelement is bij voorkeur manueel bedienbaar voor het manueel kunnen aanpassen van de afstand tussen een deel van het eerste klemelement en een deel van het tweede klemelement. Tijdens het manueel aanspannen van het spanelementen zullen delen van de klemelementen doorgaans naar elkaar toe bewegen, waardoor tevens de klemkracht wordt gereguleerd. Het manueel bedienen van het spanelement heeft aldus een direct effect op de grootte van de klemmende kracht die door de inrichting wordt uitgeoefend.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van ten minste één inrichting overeenkomstig de uitvinding en een met de ten minste ene inrichting verbonden object, in het bijzonder een zonnepaneel. Daarbij grijpen het eerste klemelement en het tweede klemelement bij voorkeur onder spanning aan op een dakdeel, doorgaans een panlat en een opliggende dakpan, zodanig dat het object ten opzichte van het dakdeel wordt gefixeerd.
De uitvinding heeft verder betrekking op een eerste klemelement ten gebruike in een inrichting overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op een tweede klemelement ten gebruike in een inrichting overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een spanelement ten gebruike in een inrichting overeenkomstig de uitvinding.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen, op een dak, in het bijzonder door gebruikmaking van een inrichting overeenkomstig de uitvinding, omvattende de stappen: A) het positioneren van een samenstel van een eerste klemelement en een tweede klemelement om een dakdeel, in het bijzonder een samenstel van een lat en een dakpan, van een dak, B) het middels een spanelement naar elkaar toe laten bewegen van ten minste een deel van het eerste klemelement en ten minste een deel van het tweede klemelement onder inklemming van het dakdeel, en C) het met ten minste één klemelement koppelen van een object, in het bijzonder een zonnepaneel. Voordelen en uitvoeringsvarianten van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze beschreven.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve figuren, waarin: figuur 1 een schematische weergave van een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding toont; figuur 2 een schematische weergave van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding toont; figuur 3 een schematische weergave van een derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding toont; figuur 4 een schematische weergave van een vierde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding toont; figuur 5 een schematische weergave van een vijfde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding toont; figuur 5 a een schematische weergave van een verdere variant van de inrichting overeenkomstig de uitvinding; figuur 6 een perspectivisch aanzicht toont van een samenstel van de uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 4 en een met de inrichting verbonden zonnepaneel, waarbij het samenstel is bevestigd op een schuin dak; en figuur 7 een dwarsdoorsnede van het samenstel zoals getoond in figuur 6.
Figuur 1 toont een inrichting (1) voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen, op een dak, omvattende een eerste klemelement (2) en een tweede klemelement (3), welke klemelementen (2, 3) zijn ingericht voor aangrijping op overliggende zijden van een lat van een dakdeel, in het bijzonder een samenstel van een panlat en een opliggende dakpan, waarbij het tweede klemelement (3) is ingericht voor koppeling met een object, in het bijzonder een zonnepaneel. De inrichting (1) is thans voorzien van een met zowel het eerste klemelement (2) alsook het tweede klemelement (3) samenwerkend spanelement (4), uitgevoerd als bout of schroef (5), ingericht voor het kunnen aanpassen van de onderlinge afstand tussen ten minste een deel het eerste klemelement (2) en ten minste een deel van het tweede klemelement (3) voor het kunnen reguleren van een door de klemelementen op het dakdeel uitgeoefende klemkracht· Een eerste aangrijpzijde (6) van het eerste klemelement (2) is geprofileerd, voor een betere aangrijping van het eerste klemelement (2) op de panlat, en het tweede klemelement (3) is ingericht voor aangrijping op de panlat, en is doorgaans voorzien van een koppelstructuur (7). Door middel van deze koppelstructuur kan een object, zoals een zonnepaneel, door middel van de inrichting (1) aan een (schuin) dak worden bevestigd.
In figuur 1 zijn de twee klemelementen (2, 3) onderling scharnierbaar verbonden door een scharnier (8). Door middel van het aan- dan wel losdraaien van de bout of schroef (5) kan de afstand tussen het eerste klemelement (2), of althans het onderste gedeelte daarvan, en het tweede klemelement (3) worden veranderd, waarmee de klemkracht waarmee de inrichting (1) aan een dakdeel is bevestigd kan worden aangepast.
Figuur 2 toont een soortelijke inrichting (10) als in figuur 1 voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen, op een dak, omvattende een eerste klemelement (11) en een tweede klemelement (12), welke klemelementen (11, 12) zijn ingericht voor aangrijping op overliggende zijden van een dakdeel, in het bijzonder op een van een opliggende dakpan afgekeerde zijde van een panlat alsook op een van de panlat afgekeerde zijde van de dakpan, van een dak, waarbij het tweede klemelement (12) is ingericht voor koppeling met een object, in het bijzonder een zonnepaneel. De inrichting (10) is thans voorzien van een met zowel het eerste klemelement (11) alsook het tweede klemelement (12) samenwerkend spanelement (13), uitgevoerd als worm/wormwiel combinatie (14), ingericht voor het kunnen aanpassen van de onderlinge afstand tussen het eerste klemelement (11) en het tweede klemelement (12) voor het kunnen reguleren van een door de klemelementen op het dakdeel uitgeoefende klemkracht. Een eerste aangrijpzijde (15) van het eerste klemelement (11) is geprofileerd, voor een betere aangrijping van het eerste klemelement (11) op de panlat, en het tweede klemelement (12) is voorzien van een koppelstructuur (16). Door middel van deze koppelstructuur kan een object, zoals een zonnepaneel, door middel van de inrichting (10) aan een panlat worden bevestigd.
De afstand tussen het eerste klemelement (11) en het tweede klemelement (12) kan worden aangepast door middel van het verdraaien van het wormwiel (14A). De roterende beweging wordt daarbij omgezet in een onderlinge verplaatsing van de klemelementen (11, 12) over de worm (14B), waarbij de klemkracht die de klemelementen (11, 12) gezamenlijk op de panlat uitoefenen kan worden aangepast.
Figuur 3 toont een variant op de inrichting zoals getoond in figuur 2. In plaats van een worm wordt de afstand tussen het eerste klemelement (11) en het tweede klemelement (12) aangepast door middel van een tandheugel/rondsel combinatie (17). Bij het verdraaien van het met het eerste klemelement (11) verbonden rondsel (17A) beweegt het eerste klemelement (11) over de met het tweede klemelement (12) verbonden tandheugel (17B).
Figuur 4 toont een variant op de inrichting zoals getoond in figuur 2 en figuur 3. In plaats van een worm of tandheugel wordt de afstand tussen het eerste klemelement (11) en het tweede klemelement (12) aangepast door middel van een schroefverbinding (18). Bij het verdraaien van de met het tweede klemelement (12) verbonden bout (18A), die van uitwendige schroefdraad is voorzien, draait de bout in of uit de met inwendige schroefdraad uitgeruste opening (18B). Daardoor beweegt het tweede klemelement (11) ten opzichte van het eerste klemelement en kan de afstand tussen beide klemelementen (11, 12) worden aangepast.
Figuur 5 toont wederom om een variant op de inrichting zoals getoond in figuren 2, 3 en 4. De afstand tussen het eerste klemelement (11) en het tweede klemelement (12) kan hier worden aangepast door middel van een veerkrachtige spanner (19). De veerkrachtige spanner (19) is zowel met het eerste (11) als het tweede klemelement (12) verbonden en oefent een kracht uit waarbij beide klemelementen (11, 12) naar elkaar toe worden bewogen om een klemkracht uit te oefenen op een zich tussen de beide klemelementen (11, 12) bevindend dakdeel, doorgaans een samenstel van althans een panlat en een dakpan. Door middel van een hefboom (20) kan de kracht uitgeoefend door de veerkrachtige spanner worden beperkt dan wel geheel worden opgeheven, waarbij de inrichting (10) van de panlat kan worden gehaald ofwel op de panlat kan worden aangebracht.
Figuur 5a toont wederom om een variant op de inrichting 10 zoals getoond in figuren 2, 3 en 4. De in figuur 5a getoonde inrichting 40 overeenkomstig de uitvinding omvat een eerste klemelement 41 dat in hoofdzaak L-vormig is vormgegeven. Het eerste klemelement is aan een lange binnenzijde voorzien van een profiel 42 ingericht voor aangrijping op een panlat van een dak. Een korte zijde van het eerste klemelement 41 ligt aan tegen een in dit uitvoeringsvoorbeeld tevens L-vormig vormgegeven tweede klemelement 43. Beide klemelementen 41, 43 worden onderling verbonden middels een brugprofiel 44. Het brugprofiel 44 is voorzien van een mechanische veer 45 die een vergrendelpin 46 van het brugprofiel dringt tegen een geprofileerde bovenzijde 47 van het tweede klemelement 43. Het profiel 47 van het tweede klemelement 43 is zaagtandvormig vormgegeven, waarbij de vergrendelpin 46 is ingericht om hierop aan te grijpen, zodanig dat verplaatsing van het eerste klemelement 41 en het tweede klemelement 43 naar elkaar toe mogelijk is terwijl het van elkaar af bewegen van de klemelementen 41, 43 wordt verhinderd door de vergrendelpin 46 die aangrijpt op het zaagtandprofiel 47. Een lange zijde van het tweede klemelement 43 is ingericht voor aangrijping op een dakpan. Tijdens het naar elkaar toe verplaatsen van de klemelementen 41, 43 zal aldus de klemkracht die op het samenstel van panlat en dakpan kunnen worden gereguleerd. Het tweede klemelement 43 is middels een schroef 48 en bout 49 verbonden met een hoekprofiel 50 ter bevestiging, direct of indirect, aan een zonnepaneel.
Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht op en figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van een samenstel (30) van de uitvoeringsvorm van de inrichting (10) volgens figuur 4 en een met de inrichting (10) verbonden zonnepaneel (31), waarbij het samenstel (30) is bevestigd op een schuin dak (32). Het dak (32) omvat een vaste dakconstructie waarvan slechts één horizontale panlat (33) is getoond. Op de vaste dakconstructie zijn dakpannen (34) gelegd. De inrichting (10) haakt om zowel de panlat (33) alsook de dakpan (34), waarbij het samenstel van de panlat (33) en de dakpan (34) wordt ingeklemd door beide klemelementen (11, 12) van de inrichting (10). De klemkracht kan traploos worden gereguleerd middels de verstelbout (18A). Het tweede klemelement (12) is verbonden met een koppelstructuur (35) die in dit uitvoeringvoorbeeld wordt gevormd door een hoekprofiel (35A) en een draagbalk (35B), waarbij het zonnepaneel (31) op de draagbalk wordt gemonteerd. Doorgaans zal een zonnepaneel (31) worden gedragen door meerdere inrichtingen (10) overeenkomstig de uitvinding. Daarbij zal tevens iedere draagbalk (35B) worden ondersteund door meerdere inrichtingen (10).
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.

Claims (29)

1. Inrichting voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen, op een dak, omvattende: ten minste één eerste klemelement en ten minste één tweede klemelement, welke klemelementen zijn ingericht voor aangrijping op overliggende zijden van een dakdeel, in het bijzonder een samenstel van een lat en een dakpan, van een dak, waarbij het ten minste ene tweede klemelement is ingericht voor koppeling met een object, in het bijzonder een zonnepaneel, en ten minste één met zowel het eerste klemelement alsook het tweede klemelement samenwerkend spanelement ingericht voor het naar elkaar toe kunnen bewegen van ten minste een deel het eerste klemelement en ten minste een deel van het tweede klemelement voor het kunnen reguleren van een door de klemelementen op het dakdeel uitgeoefende klemkracht.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste klemelement is voorzien van een eerste aangrijpzijde ingericht voor aangrijping op een panlatzijde en waarbij het tweede klemelement is voorzien van een tweede aangrijpzijde ingericht voor aangrijping op een van de panlat afgekeerde zijde van een dakpan, waarbij het spanelement is ingericht voor het aanpassen van de afstand tussen de eerste aangrijpzijde en de tweede aangrijpzijde.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het spanelement zich uitstrekt in een richting die in hoofdzaak loodrecht staat op een door een aangrijpzijde opgespannen vlak.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij het spanelement is ingericht voor het naar elkaar toe dringen van de eerste aangrijpzijde en de tweede aangrijpzijde.
5. Inrichting volgens een der conclusies 2-4, waarbij ten minste één aangrijpzijde ten minste gedeeltelijk geprofileerd is uitgevoerd.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het spanelement ten minste één klemelement doorsteekt.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het spanelement is verbonden met ten minste één klemelement.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één klemelement in hoofdzaak gehoekt is uitgevoerd.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij ten minste een deel van ten minste één klemelement in hoofdzaak L-vormig is vormgegeven.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het samenstel van het eerste klemelement en het tweede klemelement ten minste gedeeltelijk U-vormig is vormgegeven.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klemelementen op elkaar aangrijpen.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het spanelement is voorzien van schroefdraad ingericht voor samenwerking met een schroefdraad van een ander deel van de inrichting, in het bijzonder een klemelement.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij ten minste een deel van het spanelement wordt gevormd door een bout voorzien van een uitwendige schroefdraad ingericht voor samenwerking met een inwendige schroefdraad van een ander deel van de inrichting, in het bijzonder een klemelement.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij het spanelement een bout voorzien van een inwendige schroefdraad omvat ingericht voor samenwerking met de uitwendige schroefdraad van de schroef.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van het spanelement zwenkbaar is verbonden met ten minste één klemelement.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een deel van het spanelement veerkrachtig is uitgevoerd.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede klemelement is voorzien van een koppelstructuur voor bevestiging van de inrichting aan het object, in het bijzonder het zonnepaneel.
18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de koppelstructuur losneembaar gekoppeld is met het tweede klemelement.
19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klemelementen in hoofdzaak lineair verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar.
20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de klemelementen onderling met elkaar zijn verbonden.
21. Inrichting volgens conclusie 20, waarbij de klemelementen onderling schamierbaar met elkaar zijn verbonden.
22. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het spanelement manueel bedienbaar is voor het manueel kunnen aanpassen van de afstand tussen een deel van het eerste klemelement en een deel van het tweede klemelement.
23. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen een deel van het eerste klemelement en een deel van het tweede klemelement op in hoofdzaak traploze wijze kan worden ingesteld met behulp van het spanelement.
24. Samenstel van ten minste één inrichting volgens een der voorgaande conclusies en een met de ten minste ene inrichting verbonden object, in het bijzonder een zonnepaneel.
25. Samenstel volgens conclusie 24, waarbij het eerste klemelement en het tweede klemelement onder voorspanning aangrijpen op een dakdeel, zodanig dat het object ten opzichte van het dakdeel wordt gefixeerd.
26. Eerste klemelement ten gebruike in een inrichting volgens een der conclusies 1-23.
27. Tweede klemelement ten gebruike in een inrichting volgens een der conclusies 1-23.
28. Spanelement ten gebruike in een inrichting volgens een der conclusies 1-23.
29. Werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen, op een dak, in het bijzonder door gebruikmaking van een inrichting volgens een der conclusies 1-23, omvattende de stappen: A) het positioneren van een samenstel van een eerste klemelement en een tweede klemelement om een dakdeel, in het bijzonder een samenstel van een panlat en een dakpan, van een dak, B) het middels een spanelement naar elkaar toe laten bewegen van ten minste een deel van het eerste klemelement en ten minste een deel van het tweede klemelement onder inklemming van het dakdeel, en C) het met ten minste één klemelement koppelen van een object, in het bijzonder een zonnepaneel.
NL2011649A 2013-10-18 2013-10-18 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen op een dak. NL2011649B3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011649A NL2011649B3 (nl) 2013-10-18 2013-10-18 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen op een dak.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011649 2013-10-18
NL2011649A NL2011649B3 (nl) 2013-10-18 2013-10-18 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen op een dak.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2011649C2 true NL2011649C2 (nl) 2015-04-23
NL2011649B3 NL2011649B3 (nl) 2024-03-06

Family

ID=53396096

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2011649A NL2011649B3 (nl) 2013-10-18 2013-10-18 Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen op een dak.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2011649B3 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2018345B1 (nl) * 2017-02-08 2018-09-03 Esdec B V Dakbevestigingselement voor het op een dak bevestigen van een draagrail voor zonnepanelen
WO2021086185A1 (en) * 2019-10-31 2021-05-06 Esdec B.V. Roof hook
EP4148980A1 (en) * 2021-09-13 2023-03-15 BluBase B.V. Tile hook

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2018345B1 (nl) * 2017-02-08 2018-09-03 Esdec B V Dakbevestigingselement voor het op een dak bevestigen van een draagrail voor zonnepanelen
WO2021086185A1 (en) * 2019-10-31 2021-05-06 Esdec B.V. Roof hook
EP4148980A1 (en) * 2021-09-13 2023-03-15 BluBase B.V. Tile hook
NL2029180B1 (nl) * 2021-09-13 2023-03-23 Kwws B V Dakpanhaak

Also Published As

Publication number Publication date
NL2011649B3 (nl) 2024-03-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN102449410B (zh) 用于将承载轨固定在屋顶挂钩上的装置
NL2018346B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het fixeren van zonnepanelen op een draagrail voor zonnepanelen
CA2984283C (en) Arrangement for fastening a panel in a slot using two opposite wedges
NL2011649C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bevestigen van objecten, in het bijzonder zonnepanelen op een dak.
US9893677B1 (en) Bottom clamp for mounting solar panels to roofs
TWI547009B (zh) 固定座及衛星天線模組
KR20120110104A (ko) 보조부재
EP2182132B1 (de) Dachfenster, insbesondere Wohndachfenster mit spezieller Dämmanordnung
US20100116589A1 (en) Gutter protection and ladder support apparatus
JP5863879B2 (ja) 横葺屋根用の屋根上設置物取付金具
JP6238616B2 (ja) ハゼ式折板屋根用の面状物品固定金具
EP1893446B1 (en) Load carrier for fixed roof rail
JP5313408B1 (ja) 太陽電池モジュールの取付装置
JP5199225B2 (ja) 支持装置、及び竪樋の外壁取付方法
EP1722057A2 (en) Adjustable Support Device for Door and Window Hinges
JP2013199824A (ja) 梯子固定装置
DK3138984T3 (en) Panelsystem
EP2314952B1 (en) System for affixing solar panels
GB2428897A (en) Fastening system for mounting a sensor on a rail
JP5054732B2 (ja)
JP6923953B2 (ja) 横葺屋根用の屋根上設置物取付金具
DE50312930D1 (de) Montagewinkelvorrichtung für Dachfenster
NL1012518C2 (nl) Kas of warenhuis met scherm.
DE19724445A1 (de) Mehrteiliger Dachrandabschluß an der Traufe eines Terrassendaches
CN102022062B (zh) 一种无框车门车窗玻璃夹紧件

Legal Events

Date Code Title Description
LD Partial surrender of patent by the proprietor

Free format text: SURRENDER, PARTIAL - RENUNCIATION

Effective date: 20240304