NL8801028A - Open dakconstructie voor een voertuig. - Google Patents

Description

NL 34.743-Me/tk *-

Open dakconstructie voor een voertuig

De uitvinding heeft betrekking op een open dakconstructie voor een voertuig met een dakopening, voorzien van een althans gedeeltelijk doorzichtig paneel voor het naar keuze afsluiten of ten minste gedeeltelijk vrijgeven van de 5 dakopening, en van een zonnescherm, dat onder het paneel via ten minste een aan beide zijden van het zonnescherm aangebracht glijorgaan langs geleidingsrails verschuifbaar is, waarbij het glijorgaan ten opzichte van het zonnescherm beweegbaar is voor het in, resp. buiten ingrijping met de 10 bijbehorende geleidingsrail brengen hiervan.

Bij een bekende uitvoering van een dergelijke open dakconstructie is het zonnescherm aan beide langszijden uitgevoerd met twee glijorganen die met behulp van schroeven en moeren aan het zonnescherm zijn bevestigd. De schroeven 15 steken daarbij door het zonnescherm, die daartoe in de dwarsrichting langgerekte gaten bezitten. Ten gevolge hiervan kunnen de glijorganen over een afstand ten opzichte van het zonnescherm worden versteld ten einde deze in, respectievelijk buiten ingrijping met de bijbehorende geleidingsrail te 20 brengen. Hierdoor kan het zonnescherm bij het monteren vrij eenvoudig in de geleidingsrails worden aangebracht. Wanneer het zonnescherm op zijn plaats is gebracht met de glijorganen in de bijbehorende geleidingsrails worden de schroeven of moeren aangedraaid zodat de glijorganen vast aan het zonne-25 scherm zijn bevestigd.

De onderhavige uitvinding beoogt een open dakconstructie van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij het zonnescherm nog eenvoudiger is te monteren en een onberispelijke montage is gewaarborgd.

30 Hiertoe wordt de open dakconstructie volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het glijorgaan aan ten minste êên zijde van het zonnescherm in de gemonteerde toestand van het zonnescherm ten opzichte hiervan vrij beweegbaar blijft en door een veerelement in de richting van 35 de bijbehorende geleidingsrail is belast.

Op deze wijze behoeft het glijorgaan of behoeven de glijorganen bij het monteren van het zonnescherm slechts met de hand tegen de veerdruk in te worden bewogen, waarna .8801028 * -2 - het glijorgaan in de geleidingsrail kan worden gebracht. Wanneer het glijorgaan vervolgens wordt losgelaten, drukt het veerorgaan het bijbehorende glijorgaan op de juiste plaats in de geleidingsrail, zodat het zonnescherm altijd 5 goed is gemonteerd en niet door een onzuivere montage of fabricagetoleranties kan gaan rammelen of zelfs losraken. De veerbelasting op het glijorgaan in de richting van de geleidingsrail zorgt er tevens voor dat een zekere druk door het glijorgaan op de geleidingsrail wordt uitgeoefend. Dit 10 heeft tot voordeel, dat een schuifweerstand tussen het zonnescherm en de geleidingsrail ontstaat, die voorkomt dat het zonnescherm verschuift bij versnellingen of vertragingen van het voertuig, zoals bij het remmen hiervan. Zodoende zijn geen aanvullende maatregelen hiervoor nodig. De 15 veerbelasting van het veerorgaan kan zodanig worden gekozen dat enerzijds een ongewenst verschuiven van het zonnescherm wordt voorkomen en anderzijds een eenvoudige lichte bediening van het zonnescherm is gewaarborgd.

In de uitvoering van de open dakconstructie, 20 waarbij het glijorgaan in hoofdzaak in het vlak van het zonnescherm verschuifbaar is, is het volgens de uitvinding gunstig indien een staafveer als veerelement tussen het glijorgaan en het zonnescherm is aangebracht.

Op deze wijze is een zeer eenvoudige en goedkope 25 constructie van het glijorgaan en het veerelement mogelijk.

Voorts is het van voordeel wanneer het veerelement zowel in het vlak van het zonnescherm, als in een richting naar het zonnescherm toe, een kracht op het glijorgaan uitoefent.

30 Hierdoor dient het veerelement tevens als beves tigingsmiddel voor het glijorgaan zodat geen afzonderlijke middelen voor het bevestigen van het glijorgaan op hetzonnescherm noodzakelijk zijn, terwijl het veerelement te allen tijde zorgt voor een rammelvrije ingrijping tussen het glij-35 orgaan en het zonnescherm.

Dit is bij toepassing van een staafveer eenvoudig te realiseren doordat de staafveer aan zijn uiteinden op het zonnescherm aangrijpt en tussen zijn uiteinden op een grotere afstand tot het zonnescherm over het glijorgaan is geleid.

40 Een zeer eenvoudige uitvoering van het glijorgaan - 8801028 % -3 - is daardoor gekenmerkt dat het glijorgaan bestaat uit een langgerekt blokje met evenwijdige langszijden, terwijl het blokje tussen geleidingsribben op het zonnescherm is geleid.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de 5 hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de open dakconstructie volgens de uitvinding weergeeft.

Figuren 1-3 zijn zeer schematische langsdoorsneden van een open dakconstructie, waarbij verschillende standen van het paneel en het zonnescherm zijn geïllustreerd.

10 Figuur 4 is een bovenaanzicht van het zonnescherm volgens de uitvinding in de gemonteerde toestand hiervan.

Figuur 5 is een op grotere schaal weergegeven explosie-aanzicht van een detail van het zonnescherm volgens fig. 4.

15 Figuur 6 toont hetzelfde detail als fig. 5, waarbij de onderdelen evenwel in de gemonteerde toestand zijn weergegeven.

Figuur 7 is een doorsnede volgens de lijn VII-VII in fig. 4, op grotere schaal.

20 De fig. 1-3 tonen een open dakconstructie voor een voertuig, dat met een uitsparing 1 in het vaste dak 2 is uitgevoerd. Deze open dakconstructie omvat een van een doorzichtig materiaal, zoals glas, vervaardigd paneel 3 en een onder dit paneel 3 aangebracht zonnescherm 4.

25 Het paneel 3 is vanuit de sluitstand in de dakuit- sparing 1 (fig. 1) in een omlaag verzwenkte stand brengbaar, waarin het paneel 3 onder het vaste dak 1 naar een geheel of gedeeltelijk geopende stand verschuifbaar is (fig. 2) en van daar weer terug naar de sluitstand verplaatsbaar is. Het 30 paneel 3 kan voorts vanuit de sluitstand in een schuin achterwaarts omhoog hellende ventilatiestand worden verzwenkt (fig. 3) en vanuit deze ventilatiestand weer terug naar de sluitstand worden verplaatst.

Het zonnescherm 4 kan in de sluitstand van het 35 paneel 3 met de hand achterwaarts worden verschoven en weer terug naar de voorste stand worden verplaatst. Bij het achterwaarts onder het vaste dak 2 verschuiven van het paneel 3 wordt het zonnescherm 4 door een niet-weergegeven meeneeminrichting mee achterwaarts verschoven. In de venti- 40 latiestand volgens fig. 3 kan het zonnescherm 4 eveneens met t 880 1 028 -4 - de hand achterwaarts worden verplaatst.

In fig. 4 is te zien, dat het zonnescherm aan beide langszijden is uitgevoerd met twee glijorganen 5, één nabij de voorrand en één nabij de achterrand van het zonne-5 scherm 4, welke glijorganen 5 in ingrijping zijn met in de langsrichting van het voertuig verlopende geleidingsrails 6 ten behoeve van de verschuiving van het zonnescherm 4. Ten einde het zonnescherm 4 met de hand te kunnen verstellen, is het zonnescherm 4 nabij de voorrand voorzien van een beneden-10 waarts geopende indrukking die als handvat 7 dienst doet (zie ook fig. 1-3).

De fig. 5, 6 en 7 tonen in detail de constructie van één van de glijorganen 5. Het glijorgaan 5 bestaat uit een in hoofdzaak rechthoekig blokje met twee evenwijdige 15 langszijden. Het glijorgaan is verschuifbaar geleid tussen twee in de dwarsrichting loodrecht op de geleidingsrails 6 verlopende geleidingsribben 8 op het zonnescherm 4, welke geleidingsribben 8 op de langszijden van het glijorgaan 5 aangrijpen.

20 In de gemonteerde toestand van het glijorgaan 5 grijpt een als veerelement dienende staafveer 9 op het glijorgaan 5 aan. Daartoe bezit het glijorgaan 5 een dwarsin-keping 10 aan zijn bovenzijde, waarin de staafveer 9 tussen zijn uiteinden in is geleid. De staafveer 9 bezit aan zijn 25 uiteinden omgebogen einddelen 11, waarmede de staafveer 9 onder haakorganen 12 op het zonnescherm 4 grijpt. Doordat de inkeping 10 in het glijorgaan 5 op een grotere afstand van de aangrenzende rand van het zonnescherm 4 en van het vlak van het zonnescherm 4 is gelegen dan de haakorganen 12 wordt 30 de staafveer 9 in de gemonteerde toestand zodanig gebogen, dat de staafveer 9 een naar de aangrenzende rand van het zonnescherm 4 en derhalve naar de bijbehorende geleidingsrail 6 en een naar het zonnescherm 4 toegerichte kracht op het glijorgaan 5 uitoefent (zie hiervoor ook fig. 7). Op deze 35 wijze zorgt de staafveer 9 niet alleen voor het onder veer-belasting houden van het glijorgaan 5 tegen de geleidingsrail 6, doch tevens voor het op het zonnescherm 4 bevestigen van het glijorgaan 5. Zijdelingse schouders 13 aan het van de bijbehorende geleidingsrail 6 afgekeerde uiteinde van het 40 glijorgaan 5 kunnen aangrijpen op het achterste uiteinde van k 880 1 028 -5 - *> de geleidingsribben 8 voor het glijorgaan 5, waardoor de uitwijking van het glijorgaan 5 in zijwaartse richting wordt begrensd.

In fig. 7 is de dwarsdoorsnede van de geleidings-5 rail 6 voor het glijorgaan 5 te zien. De geleidingsrail 6 bestaat uit een in de richting van het zonnescherm 4 geopend profiel met een onderste althans ongeveer horizontale flens 14 voor het ondersteunen van het zonnescherm 4 en een bovenste althans ongeveer horizontale flens 15 met een 10 bovenwaarts gekeerd einddeel 16. Het glijorgaan 5 bezit aan zijn naar de geleidingsrail 6 toegekeerde uitteinde een neus 17 met een geringere hoogte dan het overige deel van het glijorgaan 5. Deze neus 17 grijpt in het profiel van de geleidingsrail 6 tussen de flenzen 15 en 14 en grijpt met 15 zijn bovenvlak op de onderzijde van de flens 15 aan. Het voorvlak van het geleidingsorgaan 5 boven de neus 17 is in ingrijping met het bovenwaarts gekeerde einddeel 16 en wordt door de staafveer 9 daarmede in aanraking gehouden. Hierdoor ontstaat bij een verschuiving van het zonnescherm 4 een 20 wrijving tussen het bovenwaarts gekeerde einddeel 16 van de geleidingsrail 6 en het glijorgaan 5, waardoor een remmende werking op het zonnescherm 4 wordt uitgeoefend. Dit verhindert een ongewenst naar voren schuiven van het zonnescherm 4 bij het hard remmen van het voertuig. In de gemon-25 teerde toestand van het zonnescherm 4 liggen de langszijden hiervan op een afstand van de bodem van het binnenwaarts geopende profiel van de geleidingsrail 6.

Het monteren van het zonnescherm 4 gaat als volgt.

In de ongemonteerde toestand van het zonnescherm 4 bevinden 30 de glijorganen 5 zich in de maximaal naar buiten verschoven stand volgens fig. 6, waarbij de schouders 13 hiervan in ingrijping zijn met de geleidingsribben 8. De glijorganen 5 aan een langszijde van het zonnescherm 4 worden dan in de bijbehorende geleidingsrail 6 geplaatst, waarna de glijorga-35 nen 5 aan de tegenover gelegen langszijde van het zonnescherm 4 met de hand tegen de veerdruk van de staafveren 9 in binnenwaarts van de bijbehorende geleidingsrail 6 af worden gedrukt, waardoor de glijorganen 5 buiten ingrijping met de bijbehorende geleidingsrail 6 komen en het zonnescherm 4 op 40 de onderste flens 14 van de geleidingsrail 6 kan worden .8801028 -6 - geplaatst. Vervolgens worden de glijorganen 5 losgelaten, waardoor de neuzen 17 van de glijorganen 5 door de staafveren 9 in het profiel van de geleidingsrail 6 worden gedrukt totdat de glijorganen 5 in ingrijping komen met het boven-5 waarts gekeerde einddeel 16 van de geleidingsrail 6. De schouders 13 aan het van de geleidingsrail 6 afgekeerde uiteinde van de glijorganen 5 bevinden zich dan nog op een afstand van het achterste uiteinde van de geleidingsribben 8 op het zonnescherm 4.

10 Zoals uit het voorgaande duidelijk zal zijn, ver schaft de uitvinding een open dakconstructie voor een voertuig, waarvan het zonnescherm zeer gemakkelijk is te monteren zonder de kans op montagefouten, terwijl de glijorganen in hun gemonteerde toestand vrij verschuifbaar blijven ten 15 opzichte van het zonnescherm en onder belasting van een veer-orgaan tegen de geleidingsrails worden gedrukt, waardoor een onberispelijke montage is gewaarborgd. Dit alles wordt bereikt met een zeer eenvoudige constructie van de glijorganen.

20 De uitvinding is niet beperkt tot het in de φ tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd. Zo kan de uitvinding ook worden toegepast bij andere typen zonnedaken, zoals spoilerdaken of schuifdaken.

. 880 1 028

Claims (7)

1. Open dakconstructie voor een voertuig met een dakopening, voorzien van een althans gedeeltelijk doorzichtig paneel voor het naar keuze afsluiten of ten minste gedeeltelijk vrijgeven van de dakopening, en van een zonnescherm, 5 dat onder het paneel via ten minste een aan beide zijden van het zonnescherm aangebracht glijorgaan langs geleidingsrails verschuifbaar is, waarbij het glijorgaan ten opzichte van het zonnescherm beweegbaar is voor het in, respectievelijk buiten ingrijping met de bijbehorende geleidingsrail brengen 10 hiervan, met het kenmerk, dat het glijorgaan aan ten minste êên zijde van het zonnescherm in de gemonteerde toestand van het zonnescherm ten opzichte hiervan vrij beweegbaar blijft en door een veerelement in de richting van de bijbehorende geleidingsrail is belast.

2. Open dakconstructie volgens conclusie 1, waarbij het glijorgaan in hoofdzaak in het vlak van het zonnescherm verschuifbaar is, met het kenmerk, dat een staafveer als veerelement tussen het glijorgaan en het zonnescherm is aangebracht.

3. Open dakconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het veerelement zowel in het vlak van het zonnescherm, als in een richting naar het zonnescherm toe, een kracht op het glijorgaan uitoefent.

4. Open dakconstructie volgens conclusie 2 en' 3, 25 met het kenmerk, dat de staafveer aan zijn uiteinden op het zonnescherm aangrijpt en tussen zijn uiteinden op een grotere afstand tot het zonnescherm over het glijorgaan is geleid.

5. Open dakconstructie volgens een der conclusies 30 2-4, met het kenmerk, dat het glijorgaan bestaat uit een langgerekt blokje met evenwijdige langszij-den, terwijl het blokje tussen geleidingsribben op het zonnescherm is geleid.

6. Open dakconstructie volgens conclusie 5, met 35 het kenmerk, dat het van de bijbehorende geleidingsrail afgekeerde uiteinde van het glijorgaan een schouder bezit, die op het van de geleidingsrail afgekeerde uiteinde van een van de geleidingsribben kan aangrijpen voor het begrenzen van de uitwijking van het glijorgaan. .880102a ƒ -8-

7. Open dakconstructie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de geleidingsrail bestaat uit een in de richting van het zonnescherm geopend profiel met een onderste althans ongeveer horizontale flens voor het onder-5 steunen van het zonnescherm en een bovenste althans ongeveer horizontale flens met een bovenwaarts gekeerd einddeel, waarmede het glijorgaan verschuifbaar in ingrijping is. .8801028