NL8301749A - Dakdrager voor automobielen. - Google Patents

Dakdrager voor automobielen. Download PDF

Info

Publication number
NL8301749A
NL8301749A NL8301749A NL8301749A NL8301749A NL 8301749 A NL8301749 A NL 8301749A NL 8301749 A NL8301749 A NL 8301749A NL 8301749 A NL8301749 A NL 8301749A NL 8301749 A NL8301749 A NL 8301749A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
closing
locking
roof rack
bracket
door
Prior art date
Application number
NL8301749A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gieber Guenter
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gieber Guenter filed Critical Gieber Guenter
Publication of NL8301749A publication Critical patent/NL8301749A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R9/00Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like
    • B60R9/08Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like specially adapted for sports gear
    • B60R9/12Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like specially adapted for sports gear for skis

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)

Description

* —-" 1 * ·—-
Dakdrager voor autancbielen
De uitvinding betreft een dakdrager voor automobielen voor de bevestiging van daklasten zoals ski's of dergelijke, die een dwars over het autcmcbieldak verlopende, vast daarmee te verbinden draagbeugel en daarop aangebrachte sluitbeugels erarat, 5 die met de draagbeugel op te sluiten zijn. Bekende dergelijke dakdragers dienen bijvoorbeeld voor het opnemen van ski's, rijwielen en surfplanken of van andere daklasten. Meestal worden op het wagen-dak twee dakdragers evenwijdig aan elkaar aangebracht, cm een toereikende bevestiging van de daklast te garanderen. Er kunnen 10 echter ook slechts éên dakdrager of meer dan twee dakdragers optreden.
dn een onbevoegd af nemen van de dakdragers en/of van de daklast van de dakdragers te verhinderen, zijn reeds afsluitbare dakdragers bekend. Bij deze afsluitbare dakdragers zijn sluitbeugels 15 aangebracht, die over de daklast heen grijpen en die door middel van cilindersloten met de draagconstructie van de dakdrager op te sluiten zijn. Zijn op het wagendak twee dakdragers aangebracht, dan vereist dit in de regel vier cilindersloten, die telkens ontsloten en afgesloten moeten worden. De behandeling is daardoor 20 betrekkelijk geccnpliceerd. Bij cilindersloten treedt ook steeds het gevaar van het bevriezen op.
Het oogmerk van de uitvinding is derhalve te voorzien in dakdragers, die bij een stabiele constructie en bedrijfs-zékere wijze van werken af te sluiten zijn, zonder dat aan de 25 dakdragers sloten aangebracht moeten worden.
Volgens de uitvinding wordt het gestelde oogmerk in eerste aanleg gerealiseerd doordat voor de opsluiting tussen sluitbeugel en draagbeugel opsluitelementen optreden, die naar de gesloten deur stekende blokkeerinrichtingen omvatten, die bij 30 gesloten autcmbbieldeur het losnemen van de cpsluiting verhinderen en bij geopende deur toelaten. Volgens een verder kenmerk van de uitvinding treden als opsluitelanenten een in de richting naar 8301749 * % 2 de deur verschuifbare sluitbeugel met cpsluithaken en aan de steunpoot aangebrachte of daarmee verbonden qpsluitorganen die achter de cpsluithaken grijpen op, waarbij de cpsluithaken door de verschuiving van de sluitbeugel in de richting naar de deur 5 van het cpsluitorgaan losneembaar zijn, en als bldkkeeriririchting is·"' aan de sluitbeugel een in de deurspleet stekend blokkeer-element (haak), aangebracht. Een verder uitvoeringsvoorbeeld is gekenmerkt doordat aan de steunpoot van de draag beugel een in de langsrichting van de steunpoot in de richting naar de deur 10 verschuifbare veerbelaste grendel optreedt, terwijl de grendel als blokkeerinrichting een in de deurspleet stekend blokkeerelement (haak) cmvat, en de opsluitelementen tussen sluitbeugel en draag-beugel aan de sluitbeugel zomede aan· de grendel aangebracht zijn, waarbij de opsluitelementen bij het sluiten van de sluitbeugel 15 zo met elkaar in ingrijping kanen, dat de sluitbeugel in zijn sluitstand vastgezet is, en bij verschuiving van de grendels de opsluitelementen (vallen, kammen) buiten ingrijping kernen, zodat de opsluiting voor het verschuiven van de grendel naar onder losneembaar is. De dakdrager kan volgens de uitvinding ook gekenmerkt 20 zijn doordat de sluitbeugel een in een geleiding geleide, in de · richting naar de autamobieldeur boogvormig uit de sluitbeugel te schuiven grendel cmvat, waarbij in de grendel en aan de steunpoot van de draagbeugel opsluitelementen aangebracht zijn, die bij het sluiten van de sluitbeugel zo met elkaar in ingrijping 25 komen, dat de sluitbeugel in zijn sluitstand vastgezet is, en dat de opsluitelementen door de verschuifbeweging van de grendel tegen elkaar in te verschuiven zijn, zodat de opsluiting door het boogvormige verschuiven van de grendel bij geopende deur losneembaar is. Verdere voorkeursuitvoeringen van de uitvinding zijn aan de 30 volgconclusies en de hierna volgende beschrijving te ontlenen.
In het volgende wordt de uitvinding aan de hand van de tekening met enkele uitvoeringsvoorbeelden nader beschreven.
Fig. 1 toont het aanzicht van een dakdrager op een auto-mobieldak in doorsnede; 35 fig. 2 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de nieuwe dakdrager bij geopende stand, gedeeltelijk in doorsnede? 8301749 3 · f * fig. 3 is een detailaanzicht van de dakdrager volgens fig. 2; fig. 4 is een doorsnede volgens 17-17 in fig. 3? fig. 5 is de schematische voorstelling van het aanzicht 5 van een detail van een gewijzigde uitvoeringsvorm van de constructie volgens conclusie 2; fig. 6 tooit schematisch het zijaanzicht van een antomobieldak met twee dakdragers; fig. 7 en 8 zijn schematische voorstellingen van een 10 verder uitvoeringsvoorbeeld; fig. 9 en 10 zijn detailaanzichten; fig. 11 is een doorsnede over een verder uitvoerings- voorbeeld; fig. 12 is een aanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld 15 volgens fig. 11; fig. 13 is een doorsnede volgens XIII-XIII in fig. 12; fig. 14 is een doorsnede over een verder uitvoerings- voorbeeld; fig. 15 is een doorsnede volgens X7-X7 in fig. 14; 20 fig. 16 en 17 zijn detailaanzichten; fig. 18 is een zijaanzicht van een dakdrager in geopende toestand; fig. 19 is een doorsnede over een verder uitvoerings- voorbeeld; 25 fig. 20 t/m 22 zijn doorsneden volgens XX-XX, XXI-XXX en XXH-XXU; en fig. 23 t/m 27 tonen een verder verkieslijk uitvoerings- voorbeeld.
In fig. 1 is in doorsnede schematisch een wagendak 1 30 voorgesteld, dat langs de randen met regengoten 2 afsluit. Op het wagendak is een dakdrager in de vorm van een skidrager 3 aangebracht, die een draagbeugel 4 cmvat, welke aan beide zijden door tussenkomst van steunpoten 5 langs de regengoten 2 afgesteund is. Op de draagbeugel 4 zijn sluitbeugels 7 aangebracht, die 35 cm het scharnier 6 naar boven in open stand of naar onder in 8301749 4 ï * t opsluitstand gezwenkt kunnen worden. De daklast, zoals bijvoorbeeld ski' Sr worden tussen de draagbeugel en de sluitbeugels ingeklemd.
De sluitbeugels reiken met hun buitenste einden schuin naar onder en kunnen daar passend opgesloten worden, zoals in het navolgende 5 nader beschreven is. De onderhavige uitvinding betreft in de eerste plaats het bereik van de buiteneinden van de sluitbeugels en van de steunpoten. De vormgeving van de dakdrager in het bereik de van de opname van de daklast en'aanbrenging van het scharnier 6 enz.
kan qp bij de telkens optredende daklast passende wijze op 10 willekeurige wijze uitgevoerd worden.
In fig. 2 is een uitvoeringsvoorbeeld van een dakdrager volgens de uitvinding gedeeltelijk in doorsnede voorgesteld. Met is hier weer l^het wagenbak aangegeven, waarop de gesloten deur 8 aansluit.
Tussen de rand van het wagenbak 1 en van de deur 8 treedt een 15 deurspleet 9 op, in het bereik waarvan eventueel een zachte dichting (hier niet voorgesteldl zich bevinden kan.
Aan de draagbeugel 4 is door middel van schroeven 10 de steunpoot 5 bevestigd. De steunpoot 5 is in doorsnede bij benadering U-vormig gebogen (zie fig. 4) en loopt naar de regengoot 2 toe 20 in een vlakke steunvoet 11 uit. De 'steunvoet 11 grijpt in de regengoot 2 en kan daaraan door de bevestigingsstrip 12 en de bevestigingsschroef 13 bevestigd worden. De bevestigingsstrip 12 grijpt cm de regengoot heen en heeft aan het boveneinde een verlengstuk 14, dat in een uitsparing 15 van de steunpoot 5 grijpt, 25 waardoor de bevestigingsstrip geleid is (zie fig. 2).
De zijwangen 17 van de U-vormige steunpoot 5 hebben telkens een opsluituitsparing 16. Aan beide wangen 17 is een stuk van het materiaal naar binnen gebogen, waardoor opsluitorganen 34 gevormd zijn. Cp dezelfde wijze is een opsluiting 18 gevormd, 30 waarin een veer 19 ingrijpt, die met druk tegen de opsluiters 18 voorgespannen is. De veer 19 is in hoofdzaak U-vormig uitgevoerd, zie daartoe fig. 3.
De sluitbeugel 7 heeft bij de voorgestelde uitvoeringsvorm aan het boveneinde daarvan een scharnier 20, waardoor deze 35 ten opzichte van het dwars over het wagenbak verlopende deel 21 8301749 - 5 * af verzwenkbaar is. De sluitbeagel 7 is als naar onder open U-vormig profiel uitgevoerd. Tussen de beide wangen 21 van de sluitbeugel strekt zich daarmee verbonden de cpsluitbout 23 uit. Door middel van nieten 24 is een huls 25 met de sluitbeugel verbonden. De 5 wanden van de huls 25 ansluiten de cpsluitbout 23 naar beide zijden over een bepaald gedeelte van de uitgestrektheid in langsrichting van de cpsluitbout 23 (zie daartoe fig. 3} „ Verder zijn in de huls 25 twee opsluitbeugels 26 aangebracht, waarvan de basis door de nieten 24 eveneens vast met de sluitbeagel 7 en de huls 25 ver-10 bonden is. De benen van opsluitbeugels 26 zijn aan hun einden naar buiten gebogen, waardoor opsluithaken 27 gevormd zijn. De opsluithaken 27 steken over de hulswanden heen uit. De opsluit-beugel bestaat uit veerstaaldraad, en de benen van de opsluitbeugel zijn naar buiten voorgespannen, zodat deze in ruststand de in fig.
15 3 weergegeven stand innemen.
De sluitbeugel heeft aan het buiteneinde daarvan een naar de wagen 1 toe afgebogen haak 28, die daarmee door de schroef 29 vastverbonden is.
De in het voorgaande beschreven constructie werkt op 2ö de volgende wijze. Cfti de dakdrager te sluiten, wordt de sluit» gg beugel 7 neergeklapt en anlaag getrokken. De cpsluitbout 23 'raakt daarbij langs de neus 30 van de opsluituitsparing 26, in de qp-sluituitsparing 16 en in de stand, zoals deze gestippeld met het verwijzingsdjfer 31 weergegeven is. De haak 28 kant daarbij in 25 de eveneens gestippeld in fig. 2 weergegeven stand onder de regengoot 2 maar grijpt nog niet in de deurspleet 9. Bij deze stand is de dakdrager wel opgesloten, maar nog niet afgesloten.
De cpsluitbout 23 wordt door de veer 19 in de weergegeven stand 31 gedrukt en met een zékere kracht vastgehouden. Voor het losnsnen 30 van deze qpsluitverbinding is het alleen nodig, de sluitbeugel 7 cmlaag te trekken, waardoor de qpsluitbout 23 over de neus 3Q glijdt, waarna de sluitbeugel 7 weer cnhoog geklapt kan worden.
Door veerkracht kan de gehele sluitbeugel een voorspanning in de richting van de pijl 91 verkrijgen.
35 Voor het afsluiten van de dakdrager wordt op de daarin 8301749 % ’* 6 opgesloten sluitbeugel 7 druk in de richting van de pijl 32 uitgeoefend, waardoor de qpsluitfaout 23 uit de stand 31 in de . stand 33 tegen de druk van de veer 19 verschoven, wordt. Bij deze verschuifbeweging lopen de qpsluithaken 26 met. de buiteneinden 5 daarvan tegen de afsluiting 34 op, worden deze naar binnen gedrukt en worden deze tenslotte : in de opsluiting 34 opgesloten, zoals dit in fig. 4 gestippeld voorgesteld is. Verder treedt bij deze beweging volgens de pijl 32 de haak 28 de deurspleet 9 binnen.
Bij deze stand kan de sluitbeugel 7 niet meer omlaag getrokken 10 worden, daar dit door de haak 28 verhinderd wordt, die daarbij tegen de gesloten deur 8 stoot. De dakdrager is zodoende op bedrijfszekere wijze afgesloten.
Voor het openen van de dakdrager moet de deur 8 geopend worden, waarna de sluitbeugel 7 neergetrokken, de opsluitbout 23 15 buiten ingrijping met de opsluituitsparing 16 gebracht en de sluitbeugel 7 weer in de hoogte gswaicfckan worden.
In het bereik van de haak 28 heeft de bevestigingsstrip een uitsparing 35, waardoor voor de haak 28 voldoende ruimte ter beschikking staat.
20 Bij het in het voorgaande beschreven neertrekken van de sluitbeugel 7 in vergrendelde stand worden de als val dienende en achter het opsluitorgaan 34 grijpende opsluithaken 27 ten opzichte van dit opsluitorgaan 34 naar beneden verschoven, tot zij uit deze daarachter grijpende stand glijden en zodoende de sluitbeugel 25 7 weer vrijgeven.
De haak 28 is voor de bevestiging door middel van de schroef 29 van een spanning voorzien, waardoor de drager aan verschillende Kfz—typen aangepast kan worden. De beide benen zijn van verschillende lengte, waardoor de verschillende breedten van 30 de regengoten gecompenseerd kunnen worden. Bovendien kan de haak zowel aan de binnenzijde als ook aan de buitenzijde van de sluitbeugel bevestigd worden. Gebruikelijke beveiligingsinrichtingen tegen onbedoeld losnemen van de vastschroeving bij de schroef 29 zijn hier niet voorgesteld. Een afschroeven van de haak 28 is 35 bij vergrendelde dakdrager niet mogelijk, daar de moer van de 8301749 * lï 7 schroef 29 nu van binnen toegankelijk is. Hetzelfde geldt ode voor de bevestigingsschroef 13, die in vergrendelde toestand door de sluitbeugel 7 af gedekt is.
In fig. 5 is schematisch, een andere uitvoeringsvorm 5 van de in fig. 2 voorgestelde opsluituitsparing 16 voorgesteld.
Sr treden hier twee uitsparingen op, te weten een opsluituitsparing 36 en een afsluituitsparing 37. Bij deze uitvoering vervallen de delen 25 en 26 (huls en opsluitbeugel 1 aan de sluitbeugel, en kan ook de opsluiting 34 aan de steunpoot vervallen. Voor het op-10 sluiten wordt de sluitbeugel met de opsluitbout 23 in de opsluituitsparing 36 ingehangen. Een afsluiten van de drager gebeurt door inhangen van de opsluitbout 23 en de afsluituitsparing 37, waartoe het echter nodig is, de deuren 8 te openen, cm de haak 28 de nodige ruimte te geven. Na het sluiten van de 15 deur is de dakdrager eveneens afgesloten. De beweging van de opsluiting in de afsluiting is hier nu bij open wagendeur mogelijk, waartegenover bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 t/m 4 deze beweging ook bij gesloten deur uitgevoerd kan warden.
De haak 28 kan ter vermijding van beschadigingen van 20 de wagendeur van een op te schuiven kunststofkap voorzien zijn.
Ook aan de steunvoet 11 kunnen dergelijke voorzieningen getroffen worden.
Bij tweedeurige autonbbielen kan het voorkanen, dat een dakdrager zich niet in het bereik van een deur bevinden kan, 25 zoals dit in fig. 6 weergegeven is. Bij de dakdrager 38, die boven de deur 8 aangebracht is, gebeurt de afsluiting zoals in het voorgaande beschreven. De achterste dakdrager 39 ligt buiten het bereik van de deur 8 en wordt volgens de uitvinding door tussenkomst van een verbindingsstangenstelsel 40 door de voorste 30 dakdrager 38 afgesloten. De constructie ter plaatse van de steunpoot van de dakdrager 38 is in fig. 7 αχ de overeenkomstige constructie ter plaatse van de steunpoot van de dakdrager 39 is in fig. 8 voorgesteld.
De in fig. 7 voorgestelde voorste dakdrager correspondeert 35 met de constructie volgens fig. 2 en 5, waarbij in aanvulling 8301749 * * 8 daarop een afsluithefbocra 41 aangebracht Is. Wordt de opsluitbout 23 (de bijbehorende sluithefbocmconstructie is met het oog op de eenvoud van de voorstelling niet weergegeven) in de afsluit-uitsparing 37 gebracht, dan wordt automatisch de hefboom 41 5 in de richting van.de steunpoot 5 ver zwenkt. De zwenkbeweging wordt qp het verbindingsstangenstelsel 40 en op een klinkhefbocm 42 in de achterste dakdrager 39 overgebracht. De klinkhefbocm 42 inde heeft aan het einde daarvan een haak 43, die ''afsluitstand cm de in de afsluituitsparing 37 ingehangen opsluitbout 23 grijpt en 10 deze vasthoudt. Bij de bijbehorende, hier niet voorgestelde sluit-beugel van da dakdrager 39 vervalt de veer 19 en de haak 28.
• Het verbindingsstangenstelsel 40 is als torsievrije buis uitgevoerd, die in. open kunststof legers 44 gelegerd is. (Fig. 9, 101. Voor het grijpen van de afsluithefbocm 41 en van de klinkhefbocm 42 door 15 de bijbehorende steunpoot zijn openingen 95 van kunststof lij sten 96 voorzien, die een slijtage door scheuren verhinderen moeten.
Zoals in fig. 8 te zien is, bedekt de haak 43 de opsluit-uitsparing 36, zodat de opsluitbout 23 in de achterste dakdrager nu in de afsluituitsparing 37 ingehangen kan worden.
20 In fig. 11 t/m 18 is een verdere uitvoeringsvorm van de dakdrager volgens de uitvinding voorgesteld. In de voorstelling van fig. 11 t/m 13 is de dakdrager gesloten en afgesloten. Dezelfde constructiedelen zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als in de voorafgaande fig. 1 t/m 10.
25 De steunpoot 5 is U-vormig uitgevoerd (zie ock fig. 13) en loopt aan het ondereinde naar de regengoot toe in de brede steunvoet 11 uit. Een bevestigingsstrip 45 grijpt ook hier cm de regengoot 2. De bevestigingsstrip 45 strékt zich langs de steunpoot 5 uit en is ter plaatse van het bovenste gedeelte daarvan U-vormig 30 uitgevoerd (zie fig. 13). De bevestigingsstrip 45 reikt tot aan een draaischarnier 46, waardoor de bevestigingsstrip 45 zwenkbaar is, zoals dit in fig. 18 voorgesteld is.
Boven de bevestigingsstrip 45 is aan de steunpoot 5 een snelspanner 47 aangebracht, die uit een hefboom 48 en een 35 beweegbaar verbindingsorgaan 49 bestaat. De hefboom 48 is zwenk- 8301749 r * 9 baar cm het leger 50.
Zoals in fig. 12 te zien is, verbindt het beweegbare verbindingsorgaan 49 de hefbocm 48 met de bevestigingsstrip 45.
Het beweegbare verbindingsorgaan 49 is als meermalen af gebogen 5 staaldraad uitgeveerd, en de einden 51 steken zowel door boringen in de bevestigingsstrip 45 als ook door sleuven 52 in de steunpoot 5. De sleuven 52 dienen als geleiding voor de einden 51 en de bevestigingsstrip 45.
Bij de stand volgens fig. 18, dus bij neergeklapte 10 hefboom 48, kan de drager op de dakrand van de wagen opgezet worden, en bij draaiing van de hefbocm 48 in de richting van de pijl 53 wordt de bevestigingsstrip na het neerklappen daarvan tegen de dakgoot 2 door het beweegbare verbindingsorgaan 49 crrihoog getrokken, tot het haakvormige einde van de bevestigingsstrip 45 15 stevig cm de regengoot grijpt en de dakdrager vasthoudt, zoals difc in fig. 11 voorgesteld is. Bij het openen van de hefbocm 48 stoot deze zoals in fig. 18 weergegeven, tegen de bovenrand van de op de bevestigingsstrip 45 aangebrachte grendel 57, waardoor dit gehele constructiedeel cm het draagschamier 46 gezwenkt 20 wordt.
In het onderste deel van de bevestigingsstrip 45 is een aihoog en naar binnen gericht verlengstuk 54 aangebracht, dat in de uitsparing 55 van de steunpoot 5 grijpt, waardoor de bevestigingsstrip aan de steunpoot vastgehouden wordt. Dit verleng-25 stuk. 54 kcmt bij het losnemen van de snelspanner 47 weer buiten aangrijping, zodat de bevestigingsstrip 45 met het onderste deel daarvan weer naar buiten gezwenkt kan worden, zoals in fig. 18 voorgesteld is.
Aan de bevestigingsstrip 45 is een geleidingslijst 56 30 aangebracht. De geleidingslijst verloopt in de langsrichting van de steunpoot 5. Cp de geleidingslijst 56 zit verschuifbaar de grendel 57. In de geleidingslijst 56 is een schroefveer 58 aangebracht, die enerzijds tegen de veeropzet 59 van de geleidingslijst 56 en anderzijds tegen het sluitstuk 60 af gesteund is. Hat sluit-35 stuk 60 is vast met de grendel 57 verbonden. De schroefveer 58 8301749 10 drukt door tussenkomst van het sluitstuk 60 de grendel 57 in zijn bovenste eindstand. Het sluitstuk 60 is in fig. 16, 17 afzonderlijk voorgesteld.
In de grendel 57 is een in hoofdzaak U-vormige draadveer 5 61 aangebracht, waarvan de gebogen einden- aan weerszijden aan het boveneinde van de grendel 57 uitsteken en karaten 62 vormen, die verend naar buiten voorgespannen zijn. Door druk van buiten kunnen deze verende kammen 62 naar binnen in de grendel gedrukt worden.
10 De sluitbeugel 7 is in doorsnede U-vormig en in de richting naar de steunpoot toe open. In de sluitbeugel 7 zijn aan het deel, dat het dragefbeen overdekt, symmetrisch ten opzichte van de langshartlijn aan weerszijden wigvormige vallen 63 aangebracht, zoals deze in fig. 15 bij een ander uitvoeringsvoorbeeld 15 in doorsnede voorgesteld zijn. De tegen elkaar in gerichte wig-vlakken 64 verlopen evenwijdig aan de langshartlijn van de sluitbeugel en voeren naar opsluituitsparingen 65.
Bij het sluiten van de sluitbeugel 7 onder druk tegen de steunpoot 5 kernen de wigvlakken 64 van de vallen 63 over de 20 einden resp. kammen 62 van de draadveer 61 te liggen? deze worden door de wigvlakken 64 naar binnen gedrukt en snappen bij het bereiken van de sluitstand als gevolg van de verende voorspanning daarvan in de opsluituitsparingen 65 van de vallen 63.
Deze stand is in fig. 15 met betrekking tot een over-25 eenkomstige uitvoeringsvorm van de uitvinding voorgesteld. Uit deze stand kan de sluitbeugel 7 niet meer terugbewogen worden, zodat deze afgesloten is.
Voor het ontgrendelen van de sluitbeugel 7 moet de grendel 57 zo ver naar beneden verschoven worden, dat de kammen 62 van de 30 draadveer 61 vrijkomen van de vallen 63, d.w.z. uit de opsluit-sparing 65 getrokken worden. De afmetingen van de vallen 63 en van de kammen 63 zijn zodanig bemeten, dat voor het ontgrendelen van de sluitbeugel een verschuiving vereist is, die groter is dan de deurspleetbreedte.
35 Aan het ondereinde van de grendel 57 is de haak 66 8301749 r 4 η bevestigd, die in de deurspleet 9 grijpt en, evenals bij de in bet voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, bij gesloten deur het openen van de dakdrager verhindert.
De haak 66 is aan de grendel 57 bevestigd net een 5 schroef 67, die een vierkante steel heeft, welke in vierkante openingen van de beide delen grijpt. Daardoor wordt verhinderd, dat bij het aantrekken van de buiten liggende zeskante moer 68 de schroef verdraaid wordt. De haak 66 wordt in het geval van de bevestiging daarvan aan de binnenzijde van de grendel 57 met 10 zijn profiel zijdelings geleid, en bij bevestiging aan de buitenzijde van de grendel 57 wordt deze aan de onderkant daarvan geleid, zodat de haak niet schuin aangeschroefd kan worden.
Over de grendel 57 bevindt zich de afdekking 69, die het onderste deel van de grendel af dekt en van een greep 15 70 voorzien is. De afdekking 69 is van onder in de grendel inge hangen en ter plaatse van het bovenste deel met het naar binnen vooruitspringende verlengstuk 92 zo diep in de opening 93 van de grendel gesnapt, dat een losnemen van de afdekking 69 alleen bij geopende sluitbeugel 7 mogelijk is. De greep 70 dient er toe, 20 de afdekking en daarmee de grendel 57 gemakkelijker omlaag te kunnen trekken, wanneer de. deur 8 van de wagen geopend is.
Ook de constructie volgens fig. 11 t/m 12 kan zo uitgevoerd worden, dat bij aanbrenging van meerdere dakdragers een van deze dakdragers zo aan het wagendak aangebracht kan worden, 25 dat deze zich niet in het bereik van een deur bevindt en toch, door tussenkomst van een verbindingsstangenstelsel, afgesloten kan worden. De constructie volgens fig. 14 en 15 is na de in het voorgaande beschreven uitvoeringen zander meer duidelijk. Door het verbindingsstangenstelsel (overeenkomstig aan het verbindings-30 stangenstelsel in fig. 6) worden de grendels telkens aan dezelfde wagenzijde met elkaar verbonden. Het verbindingsstangenstelsel omvat een buisvormige spil 71, welke aan beide zijden in telkens een naaf 72 verschuifbaar gelegerd is. Door een in de naafboring vooruitspringende veer 73, wslke in een langsgroef van de spil 71 grijpt, 35 kant de meeneraing bij een draaibeweging tot stand. Hetzelfde effect 8301749 12 kan ook door een ander meenemerprofiel verkregen 'worden.
De naaf 72 draagt aan het buiteneinde een boltap 74, welke in. een potvormig leger 75 gelegerd is. Dit leger 75 is met spreidklauwen in de opening 76 in de steunpoot 5 verankerd.
5 Op grond van de veiligheid wordt het voor het uitnemen van dit leger vereiste samendrukken van de spreidklauwen door de zich daartussen bevindende geleidingslijst 56 verhinderd, zodat dit leger alleen bij uitgezwenkte bevestigingsstrip 45 uitgenomen kan worden.
De boltap 74 is in het leger 75 draaibaar en zwenkbaar 10 gelegerd. De zwenkbaar dient ter compensatie van de schuine stand van de steunpoot 5, welke door de kronning van het wagendak (in zijaanzicht beschouwdl veroorzaakt wordt.
Aan de boltap 74 is de hefboom 77 aangebracht, en deze hefboom 77 steekt door de opening 76 heen in de uitsparing 15 76 van het sluitstuk 60. Bij verschuiving van het sluitstuk 60 wordt de hefboom 77 verzwenkt en daardoor de naaf 77 en de spil 71 verdraaid.
De zonet beschreven constructie volgens fig. 14, 15 wordt aan elke dakdrager aangebracht , die boven de wagendeur 20 bevestigd wordt (overeenkomstig aan de dakdrager 38 volgens fig. 6).
De achterste dakdrager (overeenkomstig aan de dakdrager 39 volgens fig. 6} kan dezelfde constructie, zoals in fig. 14, 15 voorgesteld, hébben, waarbij evenwel de haak 66 achterwege gelaten wordt. Bij gesloten voordeur worden door tussenkomst van het 25 verbindingsstangenstelsel de grendels van beide dakdragers geblokkeerd of kunnen deze bij geopende deur gemeenschappelijk verschoven worden, waardoor een openen van de dakdrager mogelijk is.
Zoals reeds in het voorgaande vermeld, is in fig. 16 en 17 het sluitstuk 60 nader voorgesteld. Bet sluitstuk is in fig. 11 t/m 30 15 in één stuk uitgevoerd, d.w.z. het met M aangemerkte, gestippeld weergegeven deel is massief uitgevoerd. Dit met M aangemerkte middenste deel van het sluitstuk kan ock weggelaten worden. Het onderste deel 79 wordt dan aan de binnenzijde van de grendel 57 bevestigd en dient als steun voor de schroefveer 58. Het bovenste 35 deel 80 van het sluitstuk met de uitsparing 78 wordt aan de binnenzijde van de sluitbeugel 7 bevestigd bij elke stand, waarin het zich 8301749 13 bij een uitvoering van het sluitstuk in één stuk zou bevinden.
Bij de sluitstand van de sluitbeugel 7 wordt door tussenkomst van het verbindingsstangsnstelsel, zoals in het voorgaande beschreven, de zo uitgevoerde dakdrager eveneens geblokkeerd, ai 5 de grendel 57 kan nu verschoven worden, wanneer de sluitbeugel 7 aan de voorste dakdrager geopend is en derhalve het verbindings-stangenstelsel niet meer blokkeert.
In fig. 19 t/m 22 is een verder uitvoeringsvoorbeeld voor de dakdrager volgens de uitvinding voorgesteld. Hier is 10 aan de sluitbeugel 7 in een boogvormige geleiding 81 een eveneens boogvormige grendel 82 verschuifbaar aangebracht, in het inwendige van de grendel 82 bevindt zich de veer 83 met verende kannen 84, Tegenover de kannen 84 bevindt zich aan de steunpoot 5 bevestigd een opsluitorgaan 85 met wigvlakken 86. Bij druk tegen de sluit-15 beugel 7 worden de kammen 84 door de wigvlakken 86 naar binnen in de grendel 82 gedrukt tot zij in de cpsluituitsparingen 87 snappen, waardoor de dakdrager opgesloten en ook afgesloten is.
De grendel 82 heeft een greep 88, die door een opening in de sluitbeugel 7 naar buiten uitsteekt. Door tussenkomst van de 20 greep 88 kan de grendel boogvormig verschoven worden, welke verschuiving echter door de gesloten deur 8 verhinderd wordt resp. zodanig beperkt wordt, dat de kannen 84 niet buiten ingrijping met de opsluituitsparingen 87 van het opsluitorgaan 85 komen kunnen. Berst moeten de deuren van de wagen geopend worden, cm een voldoende 25 ver verschuiven van de grendel 82 te veroorloven. De grendel kan door een veer (hier niet voorgesteldl naar boven voorgespannen zijn.
De aanbrenging van de bevestigingsstrip 89 aan de steunvoet 11 correspondeert net die bij de uitvoeringsvorm volgens 30 fig. 2.
Bij een gewijzigde versie van de uitvoeringsvorm volgens fig. 19 t/m 22 kan de geleiding voor de boogvormige grendel aan daarvan de steunpoot of de bevestigingsstrip'aangebracht zijn, waarbij de opsluitorganen voor de kammen aan de sluitbeugel optreden. Het is 35 duidelijk, dat dan het overeenkomstige opsluitorgaan voor de 8301749 Λ 14 kannen 84 aan de sluitbeugel 7 aangebracht is. Daarbij moet er constructief in zijn voorzien dat de bevestigingsschroef 90 voor de bevestigingsstrip 89 alleen dan aangehaald kan worden, wanneer de grendel 82 zich in een ver anlaag geschoven stand bevindt, 5 wanneer dus zekergesteld is, dat na het vasttrekken van de bevestigingsschroef 90 de opsluiting tussen sluitbeugel 7 en steunpoot 5 losgenomen kan worden. Bij verkeerde montage (bijvoorbeeld niet boven een deurl zou anders na het insnappen van de opsluitinrichting een openen van de dakdrager ónmogelijk 10 zijn.
In fig. 23 t/m 27 is een verder uitvoeringsvoorbeeld van de dakdrager volgens de uitvinding voorgesteld, waarbij de constructie overeenkomstig is aan die van fig. .11 en op de daar gegeven beschrijving voor een goed begrip gewezen kan worden.
15 Het schuin omlaag gerichte einddeel van de sluitbeugel 7, dat de steunpoot 5 overdekt, is met het over de daklast grijpende deel van de sluitbeugel 7 beweegbaar verbonden.
Overeenkomstige constructiedelen zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.
20 Ben verschil met de constructie van fig. 11 is dat de sluitbeugel 7 in een stuk met de vallen 63 uitgevoerd is, zodat beide delen gemeenschappelijk door spuitgieten vervaardigd kunnen worden. Voorts is de grendel 57 in een stuk met de afdekking 69 uitgevoerd. De geleiding voor de verschuifbeweging van de grendel 25 57 is zodanig gevormd, dat uit de bevestigingsstrip 45 geleidings- lijsten 97, 98 uitgebogen zijn, die in bijpassende groeven van de grendel 57 grijpen. Als tegensteun voor de drukveer 58 is uit de bevestigingsstrip 45 een verlengstuk 99 uitgebogen.
De sluitbeugel 7 draagt een naar binnen wijzend wigvormig 30 verlengstuk 94, dat bij het sluiten van de sluitbeugel achter de snelspanner 47 grijpt. Door dit verlengstuk 94 wordt de omhoog gerichte slultkracht van de sluitbeugel afgevangen en het opsluit-mechanisme tussen sluitbeugel 7 en draagbeugel 4 ontlast. Door een passende keuze van de wigvorm kan de grootte van de op het 35 opsluitmechanisme inwerkende kracht ingesteld worden. Is het 830 1 74 9 15 * verlengstuk haaks op de sluitbeugel 7 aangebracht, dan wordt de kracht in zijn geheel cpgenemen.
Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden en de bijbehorende tekeningen is de dakdrager telkens zo voorgesteld, 5 dat de sluitbeugel over de daklast grijpt, zodat bij gesloten stand van de dakdrager de daklast, zoals bijvoorbeeld ski's, tussen sluitbeugel en draagbeugel vastgehouden wordt. De sluitbeugel kan binnen het kader van de uitvinding ook zo aangebracht worden, dat deze alleen de steunpoot afdekt en daarmee een beveiliging 10 tegen onbevoegde toegang tot de dakdrager voorstelt. De daklast kan door gebruikelijke middelen qp de draagbeugel bevestigd worden. Hat is zo mogelijk, dakdragers van het type volgens de uitvinding op de wijze van een bouwkast voor daklasten van uiteenlopende typen aan te brengen.
15 Voor automobielen zonder regengoten kan de dakdrager volgens de uitvinding ook zo uitgevoerd worden, dat deze aan veranteringselementen van het wagenbak of direct daarmee verbonden wordt.
Ten aanzien van de uitvoeringsvorm volgens fig. 2-10 20 wordt nog vermeld, dat de cpsluituitsparingen 16 en opsluitorganen 34 ook aldus uitgevoerd kunnen worden, dat de randen van de bevestigingsstrippen 12 naar zijwangen overeenkomstig aan de wangen 22 opgebogen worden. Voorts kunnen bij deze uitvoeringsvorm, eveneens spaninrichtingen voor de bevestigingsstrippen 12 aange-25 bracht worden, waarbij de cpsluituitsparingen 16 en opsluitorganen 34 dan ook aan de spaninrichting aangebracht kunnen zijn.
De in fig. 1 voorgestelde opsluitorganen 34 zijn bij de weergegeven uitvoeringsvorm direct aan de steunpoot 5 aangebracht. Dergelijke opsluitorganen zouden binnen het kader van da 30 onderhavige uitvinding natuurlijk ook indirect met de steunpoot verbanden en bijvoorbeeld aan de bevestigingsstrippen 12 of aan het spanelement aangebracht kunnen worden, die immers op hun beurt met de steunpoot verbonden zijn.
Kort samengevat is volgens de uitvinding voorzien in een 35 dakdrager voor automobielen voor de bevestiging van daklasten 8301749 16 - zoals ski's of dergelijke, die een dwars over het automdbieldak verlopende, vast daarmee te verbinden draagbeugel en daarop aangebrachte sluitbeugels omvat, die met de draagbeugel af te sluiten zijn, waarbij de afsluitfunctie van de deuren van de 5 automobiel voor een afsluiten of beveiligen van de dakdrager benut wordt. Dit wordt bereikt doordat voor de afsluiting tussen sluitbeugel 7 en draagbeugel 4>. 5 qpsluitelementen optreden, die naar de gesloten deur stekende blokkeerinrichtingen 28, 66, 82 omvatten, die bij gesloten autcmobieldeur 8 het losnemen van de 10 opsluiting verhinderen en bij geopende deur toelaten. Met name fig. 11 geeft hiervan een duidelijke voorstelling, 8301749 17 1 wagendak 2 regengoten 3 dakdrager 4 draagbeugel 5 5 steunpoten 6 scharnier 7 sluitbeugel 8 deur 9 deurspleet 10 10 schroeven 11 steunvoet 12 bevestigingsstrip 13 bevestigingsschroef 14 verlengstuk 15 15 uitsparing 16 cpsluituitsparing 17 wangen van de steunpoot 18 opsluiting 19 veer 20 20 scharnier 21 deel van de sluitbeugel 22 wangen 23 cpsluitbout 24 nieten 25 25 huls 26 qpsluitbeugel 27 opsluithaak 28 haak 29 schroef 3Q 30 neus 31 stand 32 pijl 33 stand 34 opsluitorgaan 35 35 uitsparing 36 opsluituitsparing 830 1 749 «Γ» * r 18 37 afsluituitsparing 38 dakdrager 39 dakdrager 40 verbindingsstangenstelsel 5 41 afsluithefbocm 42 klinkhefbocm 43 haak 44 leger 45 bevestigtogsstrip 10 46 draaischarnier 47 snelspanner 48 hefboom 49 beweegbaar verbindingsorgaan 50 leger 15 51 einden 52 sleuven 53 pijl 54 verlengstuk 55 uitsparing 20 56 geleidingslijst 57 grendel 58 schroefveer 59 veeropzet 60 sluitstuk 25 61 draadveer 62 kannen 63 vallen 64 wigvlakken 65 opsluituitsparingen 30 66 haak 67 schroef 68 moer 69 afdekking 70 greep 35 71 spil 72 naaf 8301749 19- 73 veer 74 boltap 75 leger 76 opening 5 77 hefboom 78 uitsparing 79 onderste deel 80 bovenste deel fig. 16 81 geleiding 10 82 grendel 83 veer 84 kammen 85 opsluitorgaan 86 wigvlakken 15 87 opsluituitsparing 88 greep 89 bevestigingsstrip 90 bevestigingsschroef 91 pijl in fig. 2 20 92 verlengstuk fig. 11 93 opening fig. 11 94 wigvorndg verlengstuk 95 opening 96 kunststofgestel 25 97> geleidingslijsten 98.
99 verlengstuk 8301749

Claims (20)

1. Dakdrager voor automobielen voor de bevestiging van daklasten zoals ski's of dergelijke, die een dwars over het autancbieldak verlopende, vast daarmee te verbinden draagbeugel en daarop aangebrachte sluitbeugels onvat, die met de draagbeugel 5 op te sluiten zijn, gekenmerkt doordat voor de opsluiting tussen sluitbeugel (7) en draagbeugel (4, 5} opsluitelementen optreden, die naar de gesloten deur (81 stekende blokkeerinrichtingen (28, 66, 821 omvatten, die big gesloten autanobieldeur (81 het losnemen van de opsluiting verhinderen en bij geopende deur toelaten.
2. Dakdrager volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat als opsluitelementen een in de richting naar de deur (8) verschuifbare sluitbeugel (7) met opsluithaken (271 en aan de steunpoot (5) aangébrachte of daarmee verbonden opsluitorganen (341 die achter de opsluithaken (271 grijpen optreden, waarbij 15 de opsluithaken (7) door de verschuiving van de sluitbeugel in de richting naar de deur (81 van het opsluitorgaan (341 losneembaar zijn, en als blokkeerinrichting aan de sluitbeugel (71 een in de deurspleet (9} stekend blokkeerelenent (haak 281 aangebracht is (fig. 2 t/m 10).
3. Dakdrager volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de opsluitorganen (341 in opsluituitsparingen (161 optreden, waarbij de opsluituitsparingen (161 in de richting naar de wagendeur toe open uitgevoerd zijn en aan de sluitbeugel (71 een in de opsluituitsparingen (16) grijpende opsluitbout (231 25 optreedt.
4. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 3, gekenmerkt doordat de opsluitbout. (231 en de opsluit-beugels (26) die de opsluithaken (27). vormen, in een vast met de sluitbeugel (7) verbonden huls (25) aangebracht zijn, en de 30 qpsluitbeugels (25) in de richting naar de bijbehorende opsluitorganen (34) verend voorgespannen zijn.
5. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 4, gekenmerkt doordat een de sluitbeweging (pijl 32) rammende veer (19) optreedt.
6. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies 8301749 1 t/m 5, gekenmerkt doordat de opsluituitsparlng (16) voor een opsluitstand (31) en een afsluitsfcand (33) van de opsluit-bout (23) ingericht is, waarbij bij. opsluitstand (31) het blokkeereleraent (haak 281 buiten de gesloten deur (8) en bij 5 afsluitstand (38) bij gelijktijdig insnappen van de qpsluithaak (27) in de cpsluitorganen (34) het blokkeerelement (haak 28) in de deurspleet (9) aangebracht is.
7. Dakdrager volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat de opsluitstand (31) en afsluitstand (33) in twee afzenderlijke 10 uitsparingen (36, 37) aangebracht zijn (fig, 5).
8. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies 1 t/m 7, gekenmerkt doordat aan de draagöeugel (4, 5) een afsluithefbocm (41) optreedt, die door de opsluitbeweging (pijl 321 van de sluitbeugel (7) te verzwenken is en voor de overbrenging 15 van de zwenkbeweging van de afsluithefbocm (41) een draaivast daarmee verbonden verbindingsstangenstelsel (40) naar een verdere dakdrager (39) optreedt, waarbij de sluitbeugel van de andere dakdrager door een met het verbindingsstangenstelsel (40). eveneens draaivast verbonden klinkhefboan (42) af te sluiten is (fig. 6 t/m 20 9).
9. Dakdrager volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat het verbindingsstangenstelsel in legers (44) zwenkbaar gelegerd is.
10. Dakdrager volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat aan de steunpoot (5) van de draagbeugel (4) een in de langsrichting 25 van de steunpoot in de richting naar de deur (8) verschuifbare veerbelaste grendel (87) optreedt, terwijl de grendel (57) als blokkeerinrichting een in de deurspleet (9) stekend blckkeerelanent (haak 66) cravat, en de cpsluitelementen tussen sluitbeugel en draagbeugel aan de sluitbeugel (7) zomede aan de grendel (57) 30 aangebracht zijn, waarbij de opsluitelanenten bij het sluiten van de sluitbeugel zo met elkaar in ingrijping kernen, dat de sluitbeugel in zijn sluitstand vastgezet is, en bij verschuiving van de grendel (57) de cpsluitelementen (vallen 63, kammen 62) buiten ingrijping kanen, zodat de opsluiting door verschuiven van de grendel (57) 35 naar beneden losneembaar is. 8301749 J * & Η
11. Dakdrager volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat de grendel (471 aan. de steunpoot (51 door middel van geleidings-lijsten (561 Langs een bevestigingsstrlp (45) geleid wordt en de veer (581 enerzijds tegen de bevestigingsstrip (451 en anderzijds 5 door tussenkomst van een sluitstuk (601 tegen de grendel (57) afgesteund is.
12. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies 10 en .11, gekenmerkt doordat de grendel (571 een daarmee verschuifbare afdekking (69) anvat, die op verkieslijke wijze een 10 greep (70) draagt.
13. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies 10 t/m 12, gekenmerkt doordat de bevestigingsstrip (451 verschuifbaar aangebracht is en voor de verschuiving de bevestigingsstrip door tussenkomst van een beweegbaar verbindingsorgaan (49) met 15 een hefboom (481 verbonden is.
14. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies 10 t/m 13, gekenmerkt doordat het sluitstuk (601 een opsluituit-sparing (781. voor de ingrijping van een hefboom (771. omvat, en de hefboom (77) roet een naar een andere dakdrager voerend ver- 20 bindingsstangenstelsel (40) verbonden is, waardoor het sluitstuk (60) en daarmee de grendel (571 van beide dakdragers voor wat betreft bun schuifbeweging gekoppeld resp, geblokkeerd zijn.
15. Dakdrager volgens conclusie 14, gekenmerkt doordat het sluitstuk (60) tweedelig uitgevoerd is, waarbij het gedeelte 25 (801 van het sluitstuk (601, dat het einde van de hefboom (771 opneemt, aan de binnenzijde van de sluitbeugel (71 bevestigd is en het onderste deel (791 aan de grendel bevestigd is.
16. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de in de deurspleet (91 stekende haak (28, 30 661 verschillende beenlengten omvat, zodat de haak naar verkiezing met zijn langere of kortere been aan de buiten- of binnenzijde van de grendel resp. van de sluithefbocm te bevestigen is.
17. Dakdrager volgens een der voorgaande conclusies 10 t/m 16, gekenmerkt doordat de afdekking (691 en de vallen (631 35 in een stuk uitgevoerd zijn. 8301749 * 23 &
18. Dakdrager volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de sluitbeugel (71 een. in een geleiding (81} geleide, in de richting naar de autxinobieldeur boogvormig uit de sluithefbocm te schuiven grendel (821 cravat, waarbij in de grendel (82} en 5 aan de steunpoot (51 van de draagbeugel (41 opsluitelementen aangebracht zijn, die bij liet sluiten van de sluitbeugel (7) zo met elkaar in ingrijping kanen, dat de sluitbeugel (7) in zijn sluitstand vastgezet is, en de qpsluitelanenten (84, 851 door de versdiuifbeweging van de grendel tegen elkaar in verschuifbaar 10 zijn, zodat de opsluiting door het boogvormig verschuiven van de grendel bij geopende deur losneembaar is.
19. Dakdrager volgens conclusie 18, gekenmerkt doordat de geleiding voor de boogvormige grendel aan de steunpoot (51 of de bevestigingsstrip (89) daarvan aangebracht is en de qpsluit- 15 organen voor de kammen (841 aan de sluitbeugel (7) optreden.
20. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8301749
NL8301749A 1982-05-18 1983-05-17 Dakdrager voor automobielen. NL8301749A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT0195682A AT374421B (de) 1982-05-18 1982-05-18 Lastentraeger zur befestigung von schiern oder anderen sportgeraeten
AT195682 1982-05-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8301749A true NL8301749A (nl) 1983-12-16

Family

ID=3524679

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8301749A NL8301749A (nl) 1982-05-18 1983-05-17 Dakdrager voor automobielen.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4461414A (nl)
JP (1) JPS5932536A (nl)
AT (1) AT374421B (nl)
BE (1) BE896688A (nl)
CA (1) CA1202935A (nl)
CH (1) CH662317A5 (nl)
DE (2) DE3315335A1 (nl)
ES (1) ES281868Y (nl)
FR (1) FR2527148B1 (nl)
NL (1) NL8301749A (nl)
SE (1) SE447888B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU574669B2 (en) * 1983-03-29 1988-07-14 Unistrut Australia Pty Limited Vehicle roof rack
DE3432067A1 (de) * 1984-08-31 1986-03-06 Franz Dipl.-oec.Ing.(grad.) 8900 Augsburg Wünstel Autodach-lasttraeger
US4717055A (en) * 1986-05-21 1988-01-05 Alex San Juan Bracket for truck mounting ski or surfboard rack
DE3726200C3 (de) * 1987-08-06 1998-06-10 Eberhard Tittel Aufsatzteil, insbesondere zum Halten von Ski, Surfbrettern oder dergleichen, für eine Trägerstange einer außen an einem Kraftfahrzeug anzubringenden Trägerkonstruktion
US5226570A (en) * 1991-07-16 1993-07-13 Fabio Pedrini Self-centering roof rack
SE9301823L (sv) * 1993-05-28 1994-10-17 Thule Ind Ab Lastbärarfot

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3132780A (en) 1961-01-27 1964-05-12 Market Forge Company Vehicle-carrying rack
US3348747A (en) * 1966-02-25 1967-10-24 Dav Ski carrier
DE1956208U (de) * 1966-12-13 1967-02-23 Fritz Maier Sicherheits-skihaltevorrichtung fuer fahrzeuge, insbesondere kraftfahrzeuge.
US3614342A (en) * 1969-06-02 1971-10-19 Ampex Bidirectional tape transport with reversible head mechanism driven by lapstan motor
DE2548675C3 (de) * 1975-10-30 1978-06-22 Lothar 7560 Gaggenau Werner Dachlastenträger für Kraftfahrzeuge
US4166560A (en) * 1977-10-20 1979-09-04 Siegfried Milke Cargo carrier for motor vehicles
EP0005811A1 (de) * 1978-05-30 1979-12-12 Dieter Frey Kraftfahrzeug-Dachträger für die Befestigung von Skiern und anderem Transportgut
DE2852489A1 (de) * 1978-12-05 1980-06-19 Daimler Benz Ag Sicherungsbuegel fuer dachtraeger o.dgl.
DE2925994A1 (de) * 1979-06-27 1981-04-02 Heinrich Wunder GmbH & Co KG, 8060 Dachau Befestigungsvorrichtung fuer tragbuegel oder gepaecktraeger fuer kraftfahrzeuge
DE2933718A1 (de) 1979-08-21 1981-03-12 Audi Nsu Auto Union Ag, 7107 Neckarsulm Dachgepaecktraeger
EP0032198A1 (en) * 1979-12-19 1981-07-22 La PREALPINA S.A.S. di Destefanis Maria & C. Cartop carrier connector for flush-mounted door cars
CH639033A5 (fr) * 1980-09-24 1983-10-31 Raymond Cornioley Porte-skis pour vehicule automobile.

Also Published As

Publication number Publication date
SE8302669D0 (sv) 1983-05-10
CH662317A5 (de) 1987-09-30
DE3315335A1 (de) 1983-11-24
AT374421B (de) 1984-04-25
ES281868U (es) 1985-04-01
DE3348310C2 (nl) 1992-10-15
DE3315335C2 (nl) 1989-07-13
ES281868Y (es) 1985-11-01
FR2527148A1 (fr) 1983-11-25
SE8302669L (sv) 1983-11-19
US4461414A (en) 1984-07-24
CA1202935A (en) 1986-04-08
FR2527148B1 (fr) 1987-01-30
BE896688A (fr) 1983-09-01
ATA195682A (de) 1983-09-15
SE447888B (sv) 1986-12-22
JPS5932536A (ja) 1984-02-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9254735B2 (en) Tonneau cover latch system
EP2303641B1 (en) Rack tower for securing crossbars on top of a vehicle
US5573161A (en) Article carrier crossbar with split stanchion clamp
CA1309696C (en) Adjustable cross rail for luggage carrier
US7111764B2 (en) Clamp assembly for securing a ladder to a vehicle rack
US6030021A (en) Bed cover assembly for a vehicle bed
EP0464104A1 (en) BRACKET ARRANGEMENT.
US5411196A (en) Article carrier
US6523730B2 (en) Locking device for ladders
EP3594065A1 (en) Load carrier
US5641108A (en) Bicycle and ski carrier for attachment to an automobile receiver hitch
US6321961B1 (en) Bicycle retention bracket
US6739487B2 (en) Vertically engageable carrier foot
US6305589B1 (en) Vertically engageable carrier foot
CA2961044A1 (en) Adjustable ladder rack
NL8301749A (nl) Dakdrager voor automobielen.
US6662982B1 (en) Device at a roof-mounted load carrier for vehicles
US6435599B2 (en) Device for tensioning side tarpaulin having abutment element securing tightener independent of side tarpaulin tension
US20010009637A1 (en) Apparatus and system for securing cargo
US4981320A (en) Pickup truck tailgate lock
US5353615A (en) Automobile steering lock
CZ280426B6 (cs) Krycí uzávěr příčného nosníku střešního nosiče zavazadel
US6398090B1 (en) Guided securement arrangement in a load carrier
EP0329136B1 (de) Gepäckträger für Zweiradfahrzeuge
EP1064170B1 (en) Load-carrier device for motor vehicle roofs

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed