NL1035130C2 - Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling. - Google Patents

Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling. Download PDF

Info

Publication number
NL1035130C2
NL1035130C2 NL1035130A NL1035130A NL1035130C2 NL 1035130 C2 NL1035130 C2 NL 1035130C2 NL 1035130 A NL1035130 A NL 1035130A NL 1035130 A NL1035130 A NL 1035130A NL 1035130 C2 NL1035130 C2 NL 1035130C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
slip
clamping
slip coupling
closing part
Prior art date
Application number
NL1035130A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1035130A1 (nl
Inventor
Petrus Leonardus Jozef Bom
Original Assignee
Bordeso Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bordeso Bv filed Critical Bordeso Bv
Priority to NL1035130A priority Critical patent/NL1035130C2/nl
Publication of NL1035130A1 publication Critical patent/NL1035130A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1035130C2 publication Critical patent/NL1035130C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/22Shades or blinds for greenhouses, or the like
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G11/00Means for fastening cables or ropes to one another or to other objects; Caps or sleeves for fixing on cables or ropes
    • F16G11/10Quick-acting fastenings; Clamps holding in one direction only
    • F16G11/101Quick-acting fastenings; Clamps holding in one direction only deforming the cable by moving a part of the fastener
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Closing And Opening Devices For Wings, And Checks For Wings (AREA)

Description

Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling 5 De uitvinding heeft betrekking op een huis voor een slipkoppeling. De uitvinding heeft tevens betrekking op een slipkoppeling voor het koppelen van een scherminrichting met een aandrijfelement, in het bijzonder in een warenhuis. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het gebruik van 10 een dergelijke slipkoppeling.
De uitvinding heeft betrekking op enkele aspecten van een verbeterde slipkoppeling, waaronder een betere aangrijping, een meer eenvoudige opbouw, een werkwijze voor het verbeteren van het koppelen van een scherm aan een aandrijfinrichting en 15 op een werkwijze voor het vervaardigen van een huis voor een dergelijke slipkoppeling.
Het is bekend in warenhuizen scherminrichtingen toe te passen welke geopend en gesloten kunnen worden, bijvoorbeeld teneinde invloed uit te oefenen op het klimaat in het 20 warenhuis. Een scherminrichting is opgenomen in of nabij het dak van het warenhuis, dat veelal een gestel omvat dat uit kolommen en liggers bestaat. Het dek wordt door de liggers ondersteund. De scherminrichting omvat schermdoeken, schermprofielen en/of slipkoppelingen. Via de slipkoppelingen 25 zijn de schermprofielen verbonden aan aandrijfelementen, zoals stalen buizen of draadelementen. De aandrijfelementen kunnen worden voortbewogen door middel van één of meer in het warenhuis aangebracht aandrijfmiddel. Door deze koppeling kunnen de schermen worden gesloten, waarbij de schermen de 30 ruimte tussen de liggers bedekken en tevens worden geopend, waarbij het scherm in het schermprofiel wordt samengedrukt tegen de liggers. Verschillende schermen zijn mogelijk, zoals een verduisterend scherm of een insectenscherm of andere 1035130 2 soorten schermen. Door middel van de slipkoppeling kan rekening worden gehouden met verschillen in lengte tussen de liggers en/of eventuele voorwerpen die aanwezig zijn, die een verdere beweging van het scherm blokkeren. Door het slippen 5 kan op eenvoudige wij ze rekening worden gehouden met de variaties in afstand en tussen dwarsspanten en liggers, die inherent aanwezig zijn. Ondanks die verschillen en dankzij de slipkoppeling kunnen verschillende scherminrichtingen met één aandrijving worden geopend en gesloten.
10 Er zijn slipkoppelingen bekend, zoals bijvoorbeeld uit NL
9400921. Hier wordt een aandrijfelement opgenomen in het lichaam van de slipkoppeling via een uitsparing en wordt door rollen geklemd. Eén van de aan de weerszijden van het aandrijfelement in het huis van de slipkoppeling opgenomen 15 klemelementen wordt dwars op de richting van het aandrijfelement geleid en wordt onder voorspanning gehouden met een buiten het huis aangebrachte schroef die via een drukschroefveer een rolleger, waarin de desbetreffende rol is gelegerd, neerwaarts op het aandrijfelement drukt.
20 Het doel van de uitvinding is een slipkoppeling te verbeteren. Volgens een eerste aspect wordt een slipkoppeling vervaardigd die kleiner is. Volgens een ander aspect wordt een slipkoppeling en huis daarvoor verschaft waarin meer functies geïntegreerd zijn. Volgens nog een ander aspect 25 wordt een slipkoppeling vervaardigd die gemakkelijk geplaatst kan worden tussen scherminstallatie en aandrijfelement. Volgens nog een verder aspect van de uitvinding wordt het vervaardigen van de slipkoppeling en het huis daarvoor vereenvoudigd.
30 Tenminste één doel van de uitvinding wordt gehaald door middel van een huis voor een slipkoppeling dat tenminste één wand omvat waarin een uitsparing is aangebracht voor het daarin opnemen van een door het huis lopend aandrijfelement.
3
De uitsparing strekt zich door een deel van het huis heen uit. De uitsparing loopt bij voorkeur van één zijwand naar een andere zijwand van het huis. Daarbij is in het huis een eerste opneemruimte gevormd voor een eerste klemelement en is 5 in het huis tevens een tweede opneemruimte voor een tweede klemelement gevormd. De opneemruimtes bevinden zich aan weerszijde van de uitsparing, waardoor het door het huis lopende aandrijfelement door de klemelementen van beide zijden kan worden aangegrepen en bij voorkeur kan worden 10 geklemd. In het huis is tenminste één geleiding gevormd voor ten minste een van de klemelementen, die dwars op de richting van de uitsparing voor het aandrijfelement is gericht. Hierdoor is in het huis van de slipkoppeling de geleiding voor tenminste één van de klemelementen geïntegreerd, 15 waardoor de slipkoppeling aanzienlijk kan worden vereenvoudigd. Het vormen van de respectievelijke opneemruimtes alsmede de geleiding voor één van de klemelementen is mogelijk door het huis van de slipkoppeling te vormen in een matrijs, bij voorkeur door spuitgieten, en 20 gebruik makend van uithardende materialen, zoals een plastic, in het bijzonder een polymeriserend materiaal, zoals polypropyleen. In de matrijs kunnen de wanden van het huis worden gevormd, waarin de uitsparing is aangebracht, alsmede de opneemruimtes en de geleiding voor het klemelement. In een 25 voorkeursuitvoeringsvorm is in het huis tevens een derde opneemruimte voor een veermiddel gevormd, waardoor het veermiddel in het huis kan worden opgenomen. Dit vereenvoudigt de opbouw van de slipkoppeling en er zijn buiten het huis geen externe elementen, waardoor alle 30 werkende elementen van de slipkoppeling in het huis kunnen worden opgenomen. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de derde opneemruimte in hoofdzaak gelegen in het verlengde van de eerste en tweede opneemruimte. Bij voorkeur ligt de 4 uitsparing voor het aandrij felement eveneens in het verlengde van de eerste, tweede en derde opneemruimte. Hierdoor wordt een huis verkregen, waarbij het aandrijfelement van twee kanten kan worden aangegrepen en geklemd, waarbij een deel 5 van de klemspanning wordt opgewekt door het veermiddel en waardoor de veerdruk in hoofdzaak in het midden van de kabel plaatsvindt en zodoende een veel meer evenredige/precieze belasting op het aandrijfelement, in het bijzonder de kabel wordt verkregen, in tegenstelling tot slipblokjes volgens de 10 stand van de techniek.
Het is gunstig volgens een verdere uitvoeringsvorm dat het huis een open zijde heeft. Via de open zijde kunnen veermiddelen en klemelementen in het huis worden aangebracht, in het bijzonder in de respectievelijke opneemruimtes. De 15 open zijde van het huis is in hoofdzaak afsluitbaar met een sluitdeel. Hiermee wordt een gesloten huis verkregen, waarbij de buitenzijde van het huis wordt gevormd door de wanddelen van het thuis alsmede het aangebrachte sluitdeel. De diverse werkende onderdelen van de slipkoppeling zijn in hoofdzaak in 20 het binnenste van het huis opgenomen. Tevens staat de openzijde toe het aandrijfelement in het huis in de uitsparing te plaatsen. De uitsparing wordt gevormd en het aandrijfelement wordt opgesloten door de openzijde te sluiten.
25 Bij voorkeur ligt het sluitdeel, wanneer deze is aangebracht en verbonden is met het huis, in het verlengde van de tweede en derde opneemruimte. De open zijde bevindt zich in het verlengde van de tweede en derde opneemruimte. Hierdoor is het mogelijk via de open zijde de 30 respectievelijke elementen in het huis aan te brengen.
Allereerst kan het veermiddel vanaf de open zijde in de derde opneemruimte worden aangebracht, vervolgens het tweede klemelement en daarna eventueel het eerste klemelement. In 5 een uitvoeringsvorm is het sluitdeel tevens het eerste klemelement.
Het heeft verder de voorkeur dat het huis voorzien is van een geleiding voor het sluitdeel, waarbij de geleiding is 5 ingericht voor het schuivend aanbrengen van het sluitdeel. Door de geleiding kan het sluitdeel op eenvoudige wijze en telkens positievast worden geplaatst en is duidelijk aan de gebruiker van de slipkoppeling op welke wijze het sluitdeel moet worden aangebracht. De geleiding kan tijdens het vormen, 10 in het bijzonder het gieten in een matrijs als onderdeel van het huis in het huis worden gevormd. Zoals aangegeven wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een spuitgiettechniek.
Het heeft verder de voorkeur dat de geleiding voor het sluitdeel zich in hoofdzaak uitstrekt parallel aan de 15 richting van de uitsparing. Hierdoor is het sluitdeel beweegbaar in een richting parallel aan de uitsparing, waardoor bijvoorbeeld het huis waarin het aandrijfelement is opgenomen geleidbaar is in een richting parallel aan de uitsparing en zodoende het sluitelement beweegbaar is 20 parallel aan het aandrijfelement en zodoende gemakkelijk kan worden bevestigd. Wanneer bijvoorbeeld het sluitdeel met de vaste wereld verbonden is, of op een andere wijze niet gemakkelijk beweegbaar is, kan het huis, met het aandrijfelement opgenomen in de uitsparing, bewogen worden 25 parallel aan het aandrijfelement en kan naar het vaste sluitdeel worden toe bewogen en het sluitdeel kan in de geleiding worden geschoven. Bij de koppeling van het sluitdeel op het huis met aandrijfelement heeft de slipkoppeling nog geen klemmende toestand. De slipkoppeling 30 heeft ook een ontspannen toestand.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de geleiding twee parallelle banen. De banen kunnen bijvoorbeeld een U-vorm hebben met tenminste één flens. Hierdoor kan een rand van het 6 afsluitelement volledig worden opgenomen in de baan. Dat verschaft extra stevigheid.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is elke baan voorzien van een hakende flens, waarbij de flensen aangrijpbaar zijn door 5 een afstandmiddel op het sluitdeel. Het afstandmiddel is ingericht zodanig dat de afstand tussen de flensen gelijk gehouden kan worden. Het afstandmiddel wordt bij voorkeur gevormd door twee haken. De hakende flensen die in elkaar haken met het afstandmiddel zorgen ervoor dat het sluitdeel 10 niet, bijvoorbeeld onder druk van de veermiddelen, van de open zijde van het huis kan afschieten. De hakende elementen zorgen voor extra stevigheid van het huis bij voorkeur in een richting dwars op de schuifrichting van de geleiding.
Het heeft verder de voorkeur dat het huis een opening 15 heeft waarin een bedieningselement voor instelling van de klemmiddelen opneembaar is. De opening is in hoofdzaak in het verlengde gelegen van de eerste, tweede en derde opneemruimte. Door een bedieningselement in de opening te plaatsen, kan de door de veermiddelen op de klemelementen 20 uitgeoefende drukkracht worden gevarieerd met bediening van het bedieningselement. Het bedieningselement is van buiten het huis aangrijpbaar en is bijvoorbeeld een draaiknop. Hierdoor wordt een huis voor een slipkoppeling verkregen dat multifunctioneel is.
25 Het huis heeft bij voorkeur de opening aan de van de open zijde afkeerde zijde.
Het is verder voordelig wanneer de opening is voorzien van tenminste twee gleuven in een omtreksrand van de opening voor het opnemen van overeenkomstige nokken van het 30 bedieningselement. Hierdoor wordt een bajonet-achtige sluiting verkregen. Door de nokken in de gleuven te voeren en vervolgens een draaiing te maken, zijn de nokken opgesloten 7 en is het bedieningselement in zijn gebruikspositie geplaatst.
Het is verder voordelig dat het huis rondom de opening een naar binnen toe uitstekende nok heeft, die een aantal van 5 de opening weg gerichte zaagtandvormige nokken omvat.
Hierdoor wordt een vertanding verkregen waarmee de insteekdiepte van het bedieningselement ten opzichte van de opening wordt geregeld, en waarmee, wanneer de veermiddelen en de klemelementen zijn aangebracht in het huis, de veerdruk 10 op die klemelementen kan worden ingesteld. Eén en ander zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het huis een ten minste via een verbreekbare brug buiten het huis en voor de opening geplaatst bedieningselement. Dit bedieningselement 15 samen met de brug is in één matrijs met het huis gevormd. Hierdoor wordt het vervaardigen van het huis met het bedieningselement op zeer kosten efficiënte wijze uitgevoerd. Bovendien wordt een huis met bedieningselement verkregen waarbij de opening van dat huis gedeeltelijk is afgesloten 20 met dat bedieningselement waardoor via de open zijde van dat huis, de respectievelijke klemelementen en veermiddelen in het huis kunnen worden geplaatst op het bedieningselement dat buiten het huis uitsteekt. Verbreking van de brug maakt het in de opening opnemen van het bedieningselement mogelijk.
25 Bij voorkeur heeft het bedieningselement twee met gleuven in de omtreksrand van de opening overeenkomstige nokken. Hierdoor kan het bedieningselement slechts op één manier in de opening worden opgenomen, namelijk wanneer de gleuven zijn uitgericht met de nokken van het bedieningselement.
30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een slipkoppeling voor het koppelen van een scherminrichting in een warenhuis aan een aandrijfelement zoals een draad. De slipkoppeling omvat een huis dat voorzien is van ten minste 8 een uitsparing waarin het aandrijfelement opneembaar is. Het aandrijfelement loopt bij voorkeur van een eerste zijde van het huis naar een andere zijde van het huis door een uitsparing. De slipkoppeling omvat verder een koppelmiddel 5 voor koppeling aan de scherminrichting. Het koppelmiddel is voorzien van een geschikt middel om met de scherminrichting te worden gekoppeld, in het bijzonder met het schermprofiel of met de doeklijst van de scherminrichting. Bij voorkeur zijn in het huis veermiddelen opgenomen die gekoppeld zijn 10 met een eerste beweegbaar in het huis opgenomen klemelement. Het eerste klemelement wordt door de veermiddelen bij voorkeur voorgespannen tegen een tweede klemelement. Het tweede element kan in het huis zijn opgenomen of kan onderdeel zijn van het huis of kan in een andere 15 uitvoeringsvorm worden gevormd door een element los van het huis. Het aandrijfelement kan tussen de klemelementen worden opgenomen. De uitsparing strekt zich ook uit tussen de klemelementen. Het huis heeft bij voorkeur een geleiding voor het eerste klemelement die in hoofdzaak dwars op de richting 20 van de uitsparing voor het aandrijfelement is gericht. De geleiding is in hoofdzaak gelijk gericht aan de lijn van de klemelementen en de veermiddelen, welke in de opneemruimtes van het huis zijn opgenomen. Hierdoor wordt een slipkoppeling verkregen, waarbij op het aandrijfelement werkende 25 klemelementen alsmede de veermiddelen opgenomen zijn in het huis van de slipkoppeling, en zijn op voordelige wijze op één lijn aangebracht met het aandrijfelement daartussen. Hierdoor wordt een directe kracht op het aandrijfelement uitgeoefend, welke meer nauwkeurig instelbaar is.
30 Het heeft verder de voorkeur dat het huis een opening heeft waarin een bedieningselement voor de veermiddelen is opgenomen, waarbij de veermiddelen op het bedieningselement afsteunen. Het bedieningselement is in de opening brengbaar 9 en kan ten opzichte van die opening bewegen, in het bijzonder in en uit het huis van de slipkoppeling. Hierdoor zullen de veermiddelen in het huis bewegen, in het bijzonder in dezelfde richting als de beweegbaarheid van het 5 bedieningselement waardoor de drukkracht op de klemelementen kan worden vergroot. Het bedieningselement is in de opening aan te brengen. De opening wordt daardoor gedeeltelijk afgesloten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het huis voorzien 10 rondom de opening van een naar binnen toe stekende aanslag, waarbij die aanslag een aantal van de opening weg gerichte zaagtandvormige nokken omvat. Deze nokken vormen steunoppervlakken voor het bedieningselement. Door de zaagtandvorm kunnen de nokken het bedieningselement 15 ondersteunen in een telkens meer of minder het huis ingebrachte positie, waardoor een instelling wordt verkregen van het veermiddel. Het bedieningselement is bij voorkeur voorzien van eigen nokken, welke op de zaagtandvormige nokken aanliggen.
20 De slipkoppeling heeft volgens een voorkeursuitvoeringsvorm klemelementen welke voorzien zijn van een kanaal voor het aandrijfelement en van een nok die opneembaar is in het kanaal. Het aandrijfelement wordt opgenomen in het kanaal en bevindt zich tussen de nok die ook 25 in het kanaal uitsteekt en de bodem van dat kanaal. Hierdoor is het aandrijfelement nauwkeurig geleid door het huis van de slipkoppeling en kan het geen schade aanbrengen bij plotselinge bewegingen en tevens wordt de relatieve positionering van het aandrijfelement ten opzichte van de 30 klemelementen in hoofdzaak hierdoor vastgelegd, waardoor een nauwkeurige uitrichting van de klemkracht op de klemelementen mogelijk wordt.
10
Het is verder voordelig dat de slipkoppeling een huis heeft met een open zijde, en de slipkoppeling verder een sluitdeel omvat dat de openzijde in hoofdzaak afsluit, waarbij de klemelementen, het tussen de klemelementen 5 opgenomen aandrijfelement en de veermiddelen in het huis worden opgesloten, wanneer het sluitdeel wordt geplaatst.
Door het aanbrengen van het sluitdeel worden de werkende elementen van de slipkoppeling opgesloten in het huis. Het aandrijfelement wordt in de uitsparing van het huis 10 aangebracht en tussen de klemelementen opgenomen. Wanneer ook het veermiddel is aangebracht in het huis, wordt het sluitdeel geplaatst. Wanneer het sluitdeel is aangebracht, kan het worden gebruikt als afsteunmiddel voor één van de klemelementen, waartegen het klemelement onder voorspanning 15 van het veermiddel, drukt met het aandrijfmiddel element daartussen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het sluitdeel schuifbaar in een geleiding van het huis. De geleiding is in het huis gevormd. Het huis kan door spuitgieten worden 20 gevormd.
De geleiding strekt zich in hoofdzaak uit parallel aan de uitsparing. Hierdoor wordt de kracht die dwars op de uitsparing en op het aandrijfelement wordt aangebracht, mogelijk aangebracht in de richting van het sluitdeel. Het 25 sluitdeel kan hierdoor als afsteuning voor de klemelementen worden gebruikt.
Bovendien is een dergelijk bewegen gemakkelijk wanneer het sluitdeel eerst is verbonden met een vaste inrichting, bijvoorbeeld met de doeklijst van de scherminrichting, en 30 vervolgens wordt verbonden met het huis van de slipkoppeling, welke reeds is aangebracht op het aandrijfelement. Het huis met het opgenomen aandrijfelement is beweegbaar in de richting van het aandrijfelement en kan bewogen worden naar 11 het vaste sluitdeel en het sluitdeel kan in de geleiding worden geleid parallel aan die uitsparing.
Bij voorkeur is de geleiding in hoofdzaak gecentreerd op de uitsparing. Ook hierdoor wordt de verbinding tussen een 5 vast aangebracht sluitdeel en het huis waarin het aandrijfelement reeds is opgenomen, vergemakkelijkt.
Het aangebrachte sluitdeel ligt in hoofdzaak op één lijn met tenminste een klemelement en veermiddelen. Hierdoor wordt het sluitdeel een afsteunvlak.
10 In een nog meer voorkeur hebbende vorm heeft het sluitdeel koppelmiddelen voor koppeling met een scherminrichting, in het bijzonder met een schermprofiel of de doeklijst van een scherminrichting. Het heeft verder de voorkeur dat de koppelmiddelen van het sluitdeel een 15 zwaluwstaart-achtige vorm hebben. Hierdoor kan een koppeling worden gemaakt met een zwaluwstaart-achtige opneemruimte die gevormd is in de doeklijst of het schermprofiel van de scherminrichting. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een gewalst schermprofiel als doeklijst, kan een dergelijke 20 zwaluwstaart-achtige opneemruimte gemakkelijk worden gewalst in de doeklijst en hierdoor worden de totale kosten voor het vervaardigen van een scherminrichting met slipkoppeling aanzienlijk verminderd. Daarnaast kan een dergelijke koppeling tussen sluitdeel en schermprofiel gemakkelijk 25 worden gemaakt, doordat het sluitdeel allereerst haaks op de zwaluwstaart-vorm van het schermprofiel wordt geplaatst en daarna een kwartslag wordt gedraaid, waarbij de poten van de zwaluwstaart in de zwaluwstaart-achtige opneemruimte aangrijpt.
30 In een voorkeur hebbende vorm is het sluitdeel tevens een klemelement. Door het aanbrengen van het sluitdeel wordt het tweede klemelement in de daarvoor bestemde opneemruimte van het huis gepositioneerd. Hierdoor kan ook het eerste 12 klemelement en het aandrijfelement direct afsteunen op het sluitdeel. Het aandrijfelement is in de daartussen liggende uitsparing opgenomen. Het sluitdeel heeft bij voorkeur de nok die in het kanaal van het andere klemelement uitsteekt.
5 De slipkoppeling is bij voorkeur voorzien van een sluitdeel dat schuifbaar is in de geleiding van het huis parallel aan de richting van de uitsparing voor het aandrijfelement, en het eerste klemelement vormt een dat een vergrendelmiddel voor dat sluitdeel wanneer het klemelement 10 in zijn werkende positie, dat wil zeggen onder voorspanning van de veermiddelen, wordt gebracht in de slipkoppeling. Het klemelement vergrendelt het sluitdeel op de aangebrachte positie. Verschillende wijzen voor het uitvoeren van het vergrendelmiddel zijn mogelijk. Volgens een voorkeur hebbende 15 uitvoeringsvorm is het klemelement voorzien van een nok die uitsteekt naar het andere klemelement en het andere klemelement heeft een opneemruimte waarin die nok wordt opgenomen waardoor een beperking van de beweging van de klemelementen ten opzichte van elkaar wordt verkregen. De 20 klemelementen worden hierdoor ten opzichte van elkaar gedeeltelijke vergrendeld.
In een uitvoeringsvorm is het klemelement in een geleiding aangebracht die slechts twee vrijheidsgraden toestaat, waardoor de combinatie van klemelementen met nok en 25 opneemruimte voor die nok ook slechts een bewegingsvrijheid in twee richtingen heeft. Doordat het sluitdeel schuifbaar is in een geleiding van het huis, heeft dit sluitdeel ook slechts twee vrijheidsgraden. Wanneer de twee vrijheidsgraden haaks op elkaar gericht zijn, wordt door het aanbrengen van 30 het sluitdeel en de vergrendeling met het andere klemelement een slipblokje verkregen, waarbij het sluitdeel en de klemelementen ten opzichte van elkaar vast gepositioneerd zi jn.
13
De uitvinding heeft verder betrekking op een warenhuis. Het warenhuis omvat een gestel uit kolommen en evenwijdige liggers die ondersteund worden door de kolommen. Een op de liggers ondersteund dek draagt een dakconstructie. In het 5 warenhuis is verder een scherminrichting opgenomen die bestaat uit schermdoeken, schermprofielen, slipkoppelingen en via de slipkoppelingen met de schermprofielen verbonden aandrijfelementen. De schermdoeken zijn aan een eind bijvoorbeeld vast verbonden met een ligger. Het 10 tegenoverliggende einde is bijvoorbeeld verbonden met een schermprofiel, en zijn door middel van een schermprofiel overbrengbaar tussen een gesloten stand waarin telkens de ruimte tussen de liggers wordt bedekt en een geopende stand waarin de doeken worden samengedrukt tussen het schermprofiel 15 en ligger. De slipkoppelingen van de scherminrichting werken met elkaar samen door middel van een veer verkregen slipkracht op het aandrijfelement voor het verplaatsen van het schermprofiel. Diverse aandrijfelementen kunnen in de kas zijn aangebracht. De diverse aandrijfelementen kunnen door 20 middel van één aandrijving als geheel worden bewogen.
Hierdoor zal het geheel van scherminrichting verplaatsen. De slipkoppeling is uitgevoerd omvattende één van de maatregelen zoals hierboven aangegeven. In een andere uitvoeringsvorm is het huis uitgevoerd volgens één van de bovenstaande 25 maatregelen.
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het koppelen van een scherminrichting in een warenhuis aan een aandrijfelement. Een schermprofiel van een scherminrichting wordt verschaft. De slipkoppeling wordt verschaft en heeft 30 een uitsparing waarin het aandrijfelement kan worden opgenomen. Het aandrijfelement wordt aan weerszijde omgeven door klemelementen die zijn opgenomen in het huis van de slipkoppeling en de klemelementen worden met een veer die op 14 één lijn ligt met de klemelement gespannen op het aandrijfelement. Hierdoor wordt een slipkracht op het aandrijfelement uitgeoefend, waarbij als het aandrijfelement wordt verplaatst, de scherminrichting zal worden verplaatst 5 behalve wanneer een tegenwerkende kracht tegen de verplaatsing groter is dan de slipkracht, die wordt uitgeoefend door de klemelementen door middel van de veer. De slipkoppeling wordt gevormd door het huis te verbinden met een sluitdeel, dat is bevestigd aan schermprofiel van de 10 scherminrichting. Het sluitdeel sluit de open zijde van het huis af. Het sluitdeel is echter eerst bevestigd aan het schermprofiel, en pas hierna wordt het met het huis verbonden. Het is bijzonder voordelig bij het vervaardigen van een koppeling tussen de scherminrichting en het 15 aandrijfelement, omdat het sluitdeel op gemakkelijke wijze eerst met het schermprofiel kan worden verbonden, bijvoorbeeld via een zwaluwstaart-achtige koppeling en vervolgens met het huis kan worden verbonden waardoor het huis wordt afgesloten en een slipkoppeling wordt gevormd, 20 waarbij in de slipkoppeling door de uitsparing van de slipkoppeling het aandrijfelement is opgenomen.
Het huis wordt bij voorkeur door spuitgieten in een matrijs gevormd. Hierdoor kan het huis tegen lage kosten en in grote aantal worden gemaakt. Een dergelijk in een matrijs 25 gevormd huis is tevens uit te rusten met een geleiding voor bijvoorbeeld het sluitdeel. Het huis wordt bij voorkeur gevormd met een open zijde die met een sluitdeel kan worden afgesloten.
Het is verder voordelig dat het huis in een matrijs is 30 gevormd met een opening, die in hoofdzaak op een lijn ligt met de klemelementen en de veer.
Het is voordelig dat het huis wordt gevormd met een door middel van een brug daaraan verbonden bedieningselement dat 15 is uitgericht met de opening van het huis. De brug kan na vorming van de slipkoppeling, na het aanbrengen van het sluitdeel op het huis worden verbroken, waarbij het bedieningselement in één werkstap in de opening wordt 5 opgenomen door deze daarin te duwen en waardoor de spanning op de veermiddelen en dus op het aandrijfelement wordt verkregen. Eén en ander zal nader worden verduidelijkt aan de hand van de bijgesloten tekeningen, waarin
Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht toont 10 van een warenhuis volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Figuur 2 een zij-aanzicht toont van een slipkoppeling volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, 15 Figuur 3 een geëxplodeerd aanzicht toont van een slipkoppeling volgens de uitvoeringsvorm van figuur 2,
Figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont van een huis volgens een uitvoeringsvorm van de 20 uitvinding,
Figuur 5 een onderaanzicht toont van een huis volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding,
Figuur 6a een tweede uitvoeringsvorm toont van een huis voor een slipkoppeling volgens de uitvinding, 25 Figuur 6b een dwarsdoorsnede toont van het monteren van een slipkoppeling aan een schermprofiel, Figuren 6a-6d vier stappen tonen voor het monteren van een slipkoppeling tussen de scherminrichting en aandrijfelement, 30 Figuur 7 een zij-aanzicht toont van een stap van de werkwijze voor het monteren van een slipkoppeling volgens de uitvinding aan een scherminrichting, en 16
Figuur 8 een doorsnede van een gekoppelde slipkoppeling volgens een uitvoeringsvorm toont.
Figuur 1 toont een warenhuis 1. Het warenhuis heeft een 5 aantal staanders 2 dat een dak 3 ondersteunt. Tussen de staanders is een ligger 4 aangebracht. Het dak 3 omvat een aantal goten 5,6,7 die zich uitstrekken in een lengterichting en tussen de goten aangebrachte nokken 8,9 waarbij tussen de goten en de nokken telkens dakpanelen, hier ruiten 10 zijn 10 aangebracht. Tussen nok en goot is een roede 11 geplaatst.
Een zijwand 13 van de kas 1 omvat staanders en overeenkomstige ruiten 14. De constructie van het dak is in niets beperkend voor de uitvinding.
Tussen de ligger 4 en 19 strekt zich in de lengterichting 15 20 een scherminrichting 21 uit. In figuur 1 is de scherminrichting 21 in een half-open/half-gesloten toestand getoond.
Tussen de liggers 4 en 19 zijn draden 23 gespannen, welke een scherminrichting deels kunnen dragen. Tevens is tussen de 20 liggers een aandrijfelement 24, hier een eindloze draad gespannen, welke via slipkoppelingen 25 met de doeklijst 26 van de scherminrichting 21 is verbonden. De draad 24 kan een staaldraad zijn. De draad 24 wordt door middel van een aandrijving 27 aangedreven en is zodoende beweegbaar in de 25 langsrichting volgens pijl 20. Bij een beweging richting zijwand 13 zal het scherm gesloten worden, en zal bijvoorbeeld de lichtinval via het dak 3 op de inhoud van de kas worden beperkt. De aandrijving 27 kan ook in de tegenovergestelde richting bewegen, waarbij het scherm 29 30 samengedrukt wordt tussen de doeklijst 26 en de ligger 4. Het scherm 29 is met de ligger 4 verbonden. In de gesloten toestand ligt de doeklijst 26 aan op ligger 19. Voor het overige wordt voor de werking van scherminrichtingen verwezen 17 naar de stand van de techniek, waarin verschillende soorten scherminrichtingen getoond zijn. In het bijzonder wordt verwezen naar Nederlands octrooi 1 030 165 en l 030 731 van dezelfde aanvrager, waarbij de inhoud van die genoemde 5 octrooipublicaties onderdeel is van de huidige aanvrage.
In figuur 2 wordt een detail volgens II in figuur 1 getoond. Figuur 2 toont een zij-aanzicht van de slipkoppeling 25.
Te zien is dat het aandrijfelement gevormd door een 10 stalen draad door de slipkoppeling 25 heen loopt. In de slipkoppeling 25 is een uitsparing aanwezig waardoorheen het aandrijfelement 24 kan worden opgenomen. De uitsparing strekt zich in deze uitvoeringsvorm uit van een ene zijde 32 naar een andere zijde 33 van de slipkoppeling 25.
15 Het scherm 29 is gekoppeld met het schermprofiel 26 dat in de getoonde uitvoeringsvorm een gewalst stalen profiel is, voorzien van diverse coatingen. Het gewalste profiel kan op het werk worden gemaakt. De verbinding met het scherm 29 is niet in detail getoond, maar daarvoor kan een clip worden 20 gebruikt die wordt geplaatst in de hoeken 34,35 van de onderzijde van de doeklijst 26. Verder is de doeklijst 26 uitgevoerd met een bij voorkeur rubberen strook 38, welke aan de voorzijde van de doeklijst 26 is aangebracht, en welke is voorzien van twee flappen 39,40, waardoor de aansluiting op 25 ligger 19 lichtdicht gemaakt kan worden.
De slipkoppeling 25 grijpt aan op aandrijfelement 24 en kan de scherminrichting en in het bijzonder schermdoek 29 van de geopende positie naar de gesloten positie brengen, waarbij de lichtinval wordt beperkt. De slipkoppeling grijpt met een 30 bepaalde slipkracht aan op het aandrijfelement 24. Zonder een weerstand tegen te komen, kan de doeklijst 26 geheel richting ligger 19 worden bewogen. Wanneer echter een weerstand optreedt, bijvoorbeeld doordat een ladder aangebracht is in 18 het dak of wanneer de afstanden tussen de respectievelijke liggers in het warenhuis niet gelijk is, kan de slipkoppeling 25 bepaalde slip toelaten, waardoor die bepaalde doeklijst niet verder zal bewegen, terwijl andere doeklijsten van 5 andere scherminrichting in het dak verder bewegen. Hierdoor is het mogelijk met één aandrijving een aantal scherminrichtingen aan te drijven, zoals getoond in figuur 1, waarbij zowel scherminrichting 21 als scherminrichting 30 met éné aandrijving 24 wordt bewogen. In een andere 10 uitvoeringsvorm kunnen meer dan twee scherminrichtingen worden aangedreven.
Figuur 2 toont het huis 45 van de slipkoppeling. Huis 45 is via een koppelmiddel 46 verbonden met een zwaluwstaart-achtige opneemruimte 47 van het gewalste profiel 26.
15 Koppelmiddel 46 is zwaluwstaart-vormig overeenkomstig met de opneemruimte 47. Aan de hand van figuur 6a wordt het aanbrengen van het koppelmiddel 46 getoond. In figuur 6a is het koppelmiddel 46 een kwartslag gedraaid getoond ten opzichte van de in figuur 2 getoonde uitvoering, en dus een 20 kwartslag gedraaid ten opzichte van de opneemruimte 47. Door een kwartslagdraai volgens pijl 48 te maken, nadat het koppelmiddel 46 volgens pijl 50 in de opneemruimte 47 is aangebracht, zullen de vleugels 52,53 worden opgenomen in de respectievelijke hoeken van de opneemruimte 47. Hierdoor 25 wordt een klemmende verbinding verkregen.
Figuur 2 toont verder dat een bovenoppervlak van de slipkoppeling 25 een oppervlak heeft die vrijwel overeenstemt met de onderzijde van het schermprofiel 26. De krachtoverbrenging van aandrijfelement via slipkoppeling naar 30 het schermprofiel wordt hierdoor efficiënt verkregen.
De slipkoppeling wordt gekoppeld door het huis 45, het daarop aangebrachte sluitdeel 60 en tevens is zichtbaar het bedieningselement 61, dat is uitgevoerd als draaiknop.
19
Figuur 3 toont de opbouw van de slipkoppeling volgens de eerste uitvoeringsvorm. Het sluitdeel 60 is een door spuitgieten gevormd element dat voorzien is van raamvormige kaders en in de langs- en dwarsrichting zich uitstrekkende 5 verstevigende wanden. Op het sluitdeel 60 is het koppelmiddel 46 aangebracht, welk koppelmiddel uitgevoerd is met nokken 52,53 die enigszins afgerond uitgevoerd zijn. Hierdoor wordt het in de zwaluwstaart-achtige opneemruimte draaien met een kwartslag van het koppelmiddel 46 vergemakkelijkt.
10 Koppelmiddel 46 heeft een met een paddestoel of kerstboom vergelijkbare vorm en is aangebracht op het bovenoppervlak 64 van het sluitdeel 60.
Sluitdeel 60 heeft een door spuitgieten verkregen lichaam van een plastic, zoals een polymeer, waarbij op het lichaam 15 een zijvlak 65 is gevormd dat dient als afsluitvlak van de slipkoppeling, zoals later zal worden uitgelegd. Bovenvlak 64 is het bovenvlak van de slipkoppeling dat aanligt op schermprofiel 26.
Het sluitelement 60 is in deze uitvoeringsvorm tevens het 20 koppelmiddel dat de slipkoppeling verbindt met de scherminrichting. Dit integreren van functies is bijzonder efficiënt en maakt de opbouw van de slipkoppeling en het plaatsen van de slipkoppeling aan de scherminrichting makkelij ker.
25 Het lichaam van het sluitdeel 60 heeft een aantal versterkingsribben 67,68 die het bovenvlak 64 aan een onderzijde verbinden met een door het lichaam van sluitdeel 60 lopend profieldeel 69 dat aan de onderzijde uitsteekt. De aan de onderzijde uitstekende rand vormt een nok 70. Deze 30 steekt uit over de hele lengte van het sluitdeel 60 aan de onderzijde. Met pijl 71 is de lengterichting aangegeven. Nokken 67 en 68 verbinden het bovenvlak 64 met de wand 69, maar steken niet uit naar onder voorbij de nok 70.
20
In figuur 3 is tevens het klemelement 80 is bij voorkeur een door spuitgieten verkregen klemdeel dat uit een plastic, zoals een polymeer is samengesteld. Diverse verschillende harde plastics komen in aanmerking voor gebruik voor het 5 vormen van het klemelement 80. Het klemelement heeft in deze uitvoeringsvorm een middendeel 81 dat een in hoofdzaak ronde doorsnede heeft, en een zich in de lengterichting 71 uitstrekkend kanaal 82 dat zich deels door het midden van klemelement 80 uitstrekt. Het kanaal 82 is U-vormig. Het is 10 van boven toegankelijk. Verder omvat het klemelement een aantal versterkingsdelen 83,84 welke nokken 85,86 vormen die uitsteken boven de bovenzijde 88 van het U-vormige kanaal 82. In de gemonteerde toestand steken de nokken 85,86 uit tussen de nokken 67,68 van het afsluitdeel 60. Tussen de nokken 15 67,68 is een opneemruimte 90 gevormd. Deze opneemruimte 90 heeft een lengte 91 in de lengterichting 71 die kleiner is dan de lengte 92 in de lengterichting aan weerszijden van de nokken 85,86. De nokken 85,86 kunnen dus in opneemruimte 90 worden opgenomen en kunnen enigszins ten opzichte van elkaar 20 verschuiven in de lengterichting 71 in de aangebrachte positie. Het afsluitdeel 60 wordt ten opzichte van het klemelement 80 in de lengterichting deels vergrendeld en houdt slechts een beperkte bewegingsvrijheid in de lengterichting over afhankelijk van het verschil tussen de 25 lengte 91 en 92.
Nok 70 van afsluitelement 60 wordt opgenomen in het kanaal 82 en steekt uit naar de bodem van het U-vormige kanaal 82.
In een andere uitvoeringsvorm wordt bijvoorbeeld de nok 30 67 die naar beneden toe uitsteekt opgenomen tussen de nokken 85,86. Daardoor wordt de bewegingsvrijheid in de richting 71 van de twee elementen 60,80 ten opzichte van elkaar beperkt.
21
In beide gevallen vormen de naar boven toe uitstekende en naar onder toe uitstekende nokken over en weer vergrendelmiddelen voor het beperken van de bewegingsvrijheid van de elementen ten opzichte van elkaar in de lengterichting 5 71.
Zonder de desbetreffende nokken zou het sluitelement 60 met nok 70 in kanaal 82 kunnen worden opgenomen en in de lengterichting 71 bewegen.
In figuur 3 is verder een spiraalveer 100 getoond, welke 10 het veermiddel volgens de uitvinding vormt.
In figuur 3 is het huis 45 getoond. Het huis 45 heeft een open zijde 110, welke zijde kan worden afgesloten met het sluitdeel 60 en waarbij de oppervlakken 65,64 van sluitdeel 60 een deel van het het buitenoppervlak van de gevormde 15 slipkoppeling zullen vormen.
Huis 45 is verder voorzien van een gleuf 111, waarin een aandrijfelement zoals een draad 24 kan worden opgenomen.
Het huis 45 is door spuitgieten gevormd. Bij voorkeur wordt een plastic gebruikt. Bij voorkeur wordt een polymeer 20 gebruikt.
Het huis is hol en omvat een aantal opneemruimtes 112.
Het holle huis 45 kan in holte 112 het veermiddel 100 opnemen, alsmede klemelement 80 en de onderzijde van het sluitelement 60.
25 Het holle huis 45 heeft een aantal opneemruimtes die boven elkaar gelegen zijn. In het ronde deel 115 dat hol is, is het veermiddel 100 opgenomen. Het ronde deel 115 is deels cilindrisch gevormd waarvan een deel 116 in figuur 3 zichtbaar is. De holle verticale cilindervorm vormt een 30 geleiding in de verticale richting voor de buitenwand 81 van het klemdeel 80. Het klemdeel 80 wordt dus in dit deel opgenomen en wordt tegelijkertijd door het wanddeel 116 22 geleid. In het huis 45 opgenomen kan het klemdeel 80 alleen bewegen in de verticale richting volgens pijl 118.
Wanneer nokken 85,86 samenwerken / gedrukt worden tegen/rondom de nokken 67,68 van het sluitdeel 60, zal het 5 sluitdeel geheel vastgezet zijn en niet meer kunnen bewegen.
In figuur 4 is een perspectivisch aanzicht vanaf een onderzijde volgens pijl IV in figuur 3 getoond. Te zien is de ronde zijwand 115. De onderzijde nabij 119 is voorzien van een opening 120 welke in hoofdzaak rond is. De ronde opening 10 120 maakt het mogelijk een bedieningselement 21 in de vorm van een knop in deze opening op te nemen. Het bedieningselement heeft twee nokken 123,124 aan weerszijden van het ronde, door spuitgieten gevormde lichaam van het bedieningselement 61. Nokken 123,124 kunnen worden opgenomen 15 in de gleuven 126,127 die in de omtreksrand 128 van de opening 120 zijn aangebracht en die overeenkomen qua grootte. De nok kan zodoende volgens pijl 130 in de opening 120 worden gebracht.
Bij het naar binnenbewegen van het bedieningselement 20 beweegt de nok 123 door de gleuf 127 en kan, na het verkrijgen van een bepaalde afstand in de richting 130, vervolgens worden verdraaid volgens pijl 131 getoond in figuur 4. De nok 123 zal daarbij over de helling 132 van de aan de binnenzijde van de opening gevormde aanslag 133 25 glijden en bij verder roteren volgens pijl 131 de zaagtand 134 bereiken. Wanneer de nok voorbij de zaagtand 134 volgens pijl 131 beweegt, zal de nok 123 enigszins terugschieten tegengesteld aan pijl 130 maar zal draaien in de richting tegengesteld aan pijl 131 door de zaagtand 134 worden 30 tegengegaan. Onder invloed van de veerkracht tegengesteld aan pijl 130 is in deze positie het bedieningselement 61 waarvan de nokken 123,124 op de als een zaagtand gevormde helling van aanslag 133 aan de binnenzijde van de opening werken als een 23 instelbare drukknop, waarmee de afstand tussen de binnenzijde 138 van het bedieningselement ten opzichte van bijvoorbeeld het sluitelement kan worden gevarieerd.
Aan de binnenzijde 138 van bedieningselement 61, welke 5 hol is, kan het veermiddel 100 worden opgenomen. Door rotatie volgens pijl 131 van het bedieningselement 61 wordt de afstand tussen de binnenzijde 138 ten opzichte van een daarboven bevindend element, zoals het sluitelement 60 verkleind, en zal de veerspanning als gevolg van de 10 opgesloten veer 100 groter worden.
In figuur 5 wordt een bovenaanzicht van het huis 45 gegeven volgens V in figuur 3. Zichtbaar is de opening 120. Tevens is de aanslag 133 te zien welke aan weerszijden van de gleuven 127,126 is gevormd. De zaagtandvormige nokken 15 134,139,140 zijn eveneens zichtbaar. Met de zaagtand vormige nok 134,139,140 wordt een bedieningselement 61 verkregen dat in drie standen kan worden geplaatst, wat overeenkomt met een instelling van de veer 100 in een zichtbare instelling. Het bedieningselement 161 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van drie 20 pijlvormige aanduidingen 150 welke bijvoorbeeld voorzien zijn van de getallen 1,2 en 3. Wanneer één van de pijlen gericht is op de pijl 151 welke aangebracht is nabij de omtreksrand 128 van de opening 120, zal de gebruiker gemakkelijk kunnen aflezen in welke stand, lees welke veerspanning/ 25 slipkoppeling, de slipkoppeling staat. Hierdoor is het ook makkelijk voor de gebruiker van de slipkoppeling om alle slipkoppelingen van de scherminrichting in te stellen met dezelfde slipkracht. Hierdoor wordt het mogelijk om op nauwkeurige wijze de afstemming van de slipkracht tussen 30 slipblokjes onderling mogelijk te maken.
In figuur 3 is verder zichtbaar dat het sluitdeel 60 voorzien is van twee flensen 180,181 die zich uitstrekken in de lengterichting 71 aan de zijkanten van het sluitdeel 60.
24
Deze haken kunnen worden opgenomen in een geleiding 185 die gevormd is in het huis 45. De geleiding 185 strekt zich eveneens in de lengterichting 71 en is parallel aan de richting van het kanaal 82 wanneer deze is opgenomen in de 5 verticale geleiding gevormd door zijwand 116. Het is mogelijk het sluitdeel 60 met de flensen 180,181 aan te brengen door schuiven in geleidingsbaan 185 door het sluitdeel 60 in de lengterichting te verschuiven.
In figuur 5 is tevens de zijde 190 zichtbaar van het huis 10 45 welke wordt afgesloten met oppervlak 65 van sluitdeel 60.
In de zijde 190, welke een wand van het huis 45 vormt, is de U-vormige opening 191 gevormd waardoorheen het aandrijfelement kan worden opgenomen. Het aandrijfelement kan door de uitsparing 91 via het kanaal 82 door de gleuf 111 15 geleid worden en loopt zo door het huis van de slipkoppeling.
Figuur 6a toont een eerste stap in een werkwijze voor het monteren van de slipkoppeling tussen een scherminrichting 21 en een aandrijfelement 24. Een gewalste doeklijst 26 vormt een schermprofiel en is in het dak opgenomen. Dit kan worden 20 ondersteund door geleidingsmiddelen zoals draden 23 getoond in figuur 1. Het schermprofiel kan door middel van clip verbonden zijn met het schermdoek. Dat is niet getoond in figuur 6a.
In figuur 6a is het sluitdeel 60 getoond dat voorzien is 25 van koppelmiddel 46 met de zwaluwstaartkoppeling. Deze koppeling is besproken aan de hand van figuur 2.
In figuur 6a is getoond dat het sluitdeel 60 op het schermprofiel 26 wordt gemonteerd door deze een kwartslag te draaien volgens pijl 49 nadat deze volgens pijl 50 met het 30 koppelmiddel 46 in de opneemruimte 47 is aangebracht.
Hierdoor wordt de zwaluwstaartkoppeling volgens figuur 2 verkregen.
25
Een andere stap in de werkwijze is het voorbereiden van het huis 45 welke gevormd is door spuitgieten. In een voorkeursuitvoeringsvorm is in één matrijs het huis 45 gevormd samen met de bedieningselementen 61 dat via een 5 kleine brug 200 aan het huis 45 is verbonden. Het bedieningselement 61 is uitgericht met de opening 120 in het huis 45. Daarbij zijn tevens de nokken 123,124 uitgericht met de gleuven 126 respectievelijk 127.
Het zo voorgevormde holle huis 45 met bedieningselementen 10 61 wordt "gevuld" met het veermiddel 100 en het eerste klemelement. Veermiddel 110 wordt aangebracht in de uitsparing in het huis 45 en wordt daarbij opgenomen in een ruimte die gevormd is het ronde deel 115. Veermiddel 110 zal met zijn onderzijde 201 worden opgenomen in het binnenste 138 15 van bedieningselementen 61 en zal daarbij dus door de opening 120 heen naar buiten steken. De veer 110 kan echter niet verder bewegen, omdat deze wordt opgevangen in een holle ruimte 138 van bedieningselement 61.
Bovenop het in het holle lichaam 45 aangebrachte 20 veermiddel 110 wordt het eerste klemelement 80 gestapeld.
Eerste klemelement 80 wordt opgenomen in de holte van lichaam 45 in een opneemruimte die zich bevindt boven de opneemruimte van de veer 110. De opneemruimtes bevinden zich in een rechte lijn. Het bedieningselement bevindt zich in een rechte lijn 25 met de veer en het klemelement.
In figuur 6c wordt de volgende stap voor de werkwijze van het koppelen van een aandrijfelement aan een scherminrichting 21 getoond. Het aandrijfelement 25 wordt opgenomen in de gleuf 111 en uitsparing 191 aan weerszijden van het huis 45. 30 Daarbij wordt het aandrijfelement gelijk opgenomen in het kanaal 82 van klemelement 80. Dat gebeurt door de voorbereide slipkoppeling volgens figuur 6b volgens pijl 210 tegen aandrijfelement 25 aan te brengen en het aandrijfelement op 26 te nemen in de respectievelijke uitsparingen. In figuur 6c is het kanaal 82 zichtbaar alsmede uitsparing 191.
In figuur 6c is ook de tussentoestand of ontspannen toestand van het nog niet onder veerspanning staande 5 slipblokje volgens figuur 6b zichtbaar. De onderzijde 201 van de veer 110 ligt aan op het binnenste 138 van het bedieningselement 61. Er is zelfs een tussenruimte 212 aanwezig tussen de veer en het klemelement 80. Het klemelement 80 ligt met de onderzijde 102 van kanaal 82 aan 10 op een binnenwand 144 en 145 van het holle huis 45.
Het aandrijfelement 25 is opgenomen in de uitsparing van het huis, en zodoende is het mogelijk om het gedeeltelijk gevormde slipblok volgens pijl 214 te bewegen, terwijl het aandrijfelement 25 in de uitsparing is opgenomen.
15 Aandrijfelement 25 loopt door gleuf 111 en opening 191.
Het sluitdeel 60 dat met het schermprofiel 26 is verbonden, kan met het half-voorbereide slipelement 215 worden verbonden doordat de flens 181 wordt opgenomen in de respectievelijke baan 185 (niet getoond in figuur 6c) van het 20 huis 45. Doordat de baan 185 in hoofdzaak parallel is aan de richting van de uitsparing en dus aan de richting van het aandrijfelement 25 is de verplaatsing volgens 214 mogelijk zelfs wanneer het sluitelement 60 reeds is verbonden met de scherminrichting 21 en daarbij in hoofdzaak niet van zijn 25 plaats kan worden bewogen. Hierdoor wordt een meer eenvoudige vorming van de slipkoppeling verkregen. Bovendien is de veer 110 nog niet gespannen. Er is dus nog geen veerspanning aanwezig die het inschuiven volgens pijl 214 van de flens 181 in de baan 185 tegenhoudt.
30 De volgende stap in de werkwijze is het verbreken van de brug 200, dat getoond is in figuur 6d en figuur 7. Door de brug 200 te verbreken, bijvoorbeeld door een kracht 220 daarop uit te oefenen, zal het bedieningselement bewegen door 27 de opening met de nokken 123,124 opgenomen in de overeenkomstige gleuven van de omtreksrand van de opening. Daarbij wordt allereerst de afstand 212 tussen veermiddel 110 en de onderzijde van klemelement 80 overwonnen. Vervolgens 5 wordt het klemelement 80 naar boven bewogen volgens pijl 220 waarbij, als het sluitelement 60 in zijn gesloten positie, zoals getoond in figuur 6d, is gebracht de nokken 67,68 liggen rondom de nokken 85,86. De nokken 85,86 bewegen omhoog en worden opgenomen tussen de nokken 67,68. Hierdoor wordt 10 beweging van het sluitelement in de richting van pijl 221 voorkomen. De nokken 85,86 worden opgenomen in de tussenruimte tussen 67,68 en vergrendelen het sluitelement 60 in de positie getoond in figuur 6d.
Terwijl het bedieningselement 220 nog verder in de 15 opening wordt geduwd, bijvoorbeeld met de hand of met een geschikt gereedschap, zullen de nokken 123,124, terwijl een veerspanning door veer 100 wordt opgebouwd een zodanige positie innemen dat zij kunnen worden verdraaid volgens pijl 131, waarbij die nokken over de aanslag 133 zal kunnen 20 schuiven en naar een positie voorbij de zaagrand 134 kan worden bewogen. In deze positie wordt een eerste toestand verkregen met een klemkracht. De bedieningsknop 61 kan verder worden gedraaid volgens pijl 131 naar een tweede positie met een tweede grotere klemkracht. De ontspannen toestand is 25 omgezet tot een gespannen/klemmende toestand. De bedieningsknop kan nog verder gedraaid worden volgens 131 naar een derde positie waarbij een nog grotere klemkracht wordt uitgeoefend.
De klemkracht wordt uitgeoefend tussen de klemelementen. 30 De klemelementen worden hier gevormd door klemdeel 80 en sluitdeel 60. Van sluitdeel 60 is het in bijzonder de nok 70 die uitsteekt in kanaal 82, waarbij het aandrijfelement is opgenomen tussen de nok 70 en de kanaalbodem 82. Over een 28 grote lengte, in de getoonde uitvoeringsvorm vrijwel de hele lengte van de uitsparing voor het aandrijfelement 25 in het slipblokje, wordt het aandrijfelement 25 aan weerszijden aangegrepen. De veermiddelen en de klemelementen 80,60 zijn 5 in één lijn aangebracht en het aandrijfelement 25 is exact daartussen opgenomen. Het aandrijfelement is gecentreerd ten opzichte van de klemelementen. De veerkracht door de veer 110 wordt direct overgebracht op het klemelement 80 en daardoor is deze instelling vrij nauwkeurig en kan de verdraaiing in 10 drie posities een redelijke gelijkmatige verdeling van de klemkracht veroorzaken. Dat is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de slipblokjes van de stand van de techniek.
Figuur 7 is het verbreken van de brug 200 in detail getoond.
15 Figuur 8 toont het slipblok 230 in de gemonteerde toestand. Aandrijfelement 25 is opgenomen in de uitsparing 231 die zich uitstrekt van de ene zijde 33 naar de andere zijde 34 van het slipblokje 230. De veer 110 is nu enigszins samengedrukt en oefent een veerkracht uit op het klemblok 80 20 dat het aandrijfelement 25 klemmend opneemt tussen de bodem van het kanaal 82 en de nok 70 van het sluitelement 60.
In figuur 8 is tevens de hellende bovenzijde van aanslag 133 nabij de opening 120 van het huis 45 getoond.
Alhoewel de uitvinding getoond is aan de hand van een 25 voorkeursuitvoeringsvorm, zal het de vakman duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding diverse en andere uitvoeringsvormen mogelijk zijn. Met de uitvoeringsvorm worden ene aantal voordelen gehaald die zich telkens lenen voor octrooibescherming en kunnen worden beschermd via 30 afsplitsingen. Allereerst heeft het slipblok volgens de uitvinding een bijzonder eenvoudige opbouw. Het slipblok kan tegen lage kosten worden gevormd, in het bijzonder door spuitgieten. Het slipblok volgens de uitvinding bestaat uit 29 slechts drie onderdelen die door plaatsing in elkaar kunnen worden opgenomen, waarbij de plaatsing en uiteindelijk de met de veerkracht opgewekte klemkracht tevens de vergrendeling van die stukken ten opzichte van elkaar met zich meebrengen.
5 Dat is een bijzonder voordeel boven de stand van de techniek. Een bijzondere gunstige klemkracht wordt verkregen doordat de klemelementen en het veermiddel op één lijn liggen. Een bijzonder voordelige uitvoering is het feit dat het sluitdeel tevens het klemelement is. Een bijzonder aspect is tevens het 10 gebruik van een nok in samenwerking met een kanaal waarmee enerzijds het aandrijfelement door de hele lengte van het slipblok wordt gepositioneerd en anderzijds over die hele lengte een aangrijping en dus klemming wordt uitgeoefend, waardoor het mogelijk is om zonder aanvullende materialen, 15 maar met alleen gebruik van het spuitgegoten plastic de klemkracht kan worden verkregen.
Het zal de vakman duidelijk zijn dat diverse afwijkingen mogelijk zijn binnen de hierboven aangegeven concepten. De uitvinding heeft dan ook betrekking op de uitvinding volgens 20 de conclusies en alle equivalenten daarvan.
1035130

Claims (34)

1. Werkwijze voor het koppelen van een scherminrichting in een warenhuis aan een aandrijfelement, 5 waarbij een schermprofiel van een scherminrichting wordt verschaft, een slipkoppeling wordt verschaft met een uitsparing waarin het aandrijfelement wordt opgenomen, aan weerszijde omgeven door klemelementen opgenomen in een huis van de slipkoppeling waarbij de klemelementen met een veer in 10 lijn liggend met de klemelement worden gespannen, waarbij de slipkoppeling wordt gevormd door het huis te verbinden met een sluitdeel, dat is bevestigd aan schermprofiel van de scherminrichting.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het huis door spuitgieten in een matrijs is gevormd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het huis is gevormd met een openzijde, die met het sluitdeel 20 wordt afgesloten.
4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, waarbij het huis in een matrijs is gevormd met een opening, die in hoofdzaak op een lijn ligt met de klemelementen en de 25 veer.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij een bedieningselement met een brug verbonden is aan het huis, uitgericht met de opening, waarbij de brug na vorming van de 30 slipkoppeling wordt verbroken, waarbij het bedieningselement in een werkstap in de opening wordt opgenomen. 1035130
6. Sluitdeel voor het afsluiten van een openzijde van een slipkoppeling omvattende een door spuitgieten gevormd deel dat voorzien is van ten minste twee randen die in respectievelijke geleidingsbanen van een slipkoppeling 5 schuifbaar zijn, waarbij het afsluitdeel tevens is ingericht als klemdeel voor het klemmen van een aandrijfelement en is ingericht als koppelmiddel voor het koppelen van de slipkoppeling aan de scherminrichting.
7. Huis voor een slipkoppeling gevormd in matrijs omvattende een wand voorzien van ten minste een uitsparing voor het opnemen van een door het huis lopend aandrijfelement, een in het huis gevormde eerste opneemruimte voor een eerste klemelement en een in het huis gevormde 15 tweede opneemruimte voor een tweede klemelement, waarbij de opneemruimtes zich aan weerszijde van de uitsparing bevinden, een in het huis gevormde geleiding voor ten minste een van de klemelementen, die dwars op de richting van de uitsparing voor het aandrijfelement is gericht, en een in het huis 20 gevormde derde opneemruimte voor een veermiddel, waarbij de derde opneemruimte in hoofdzaak in het verlengde van de eerste en tweede opneemruimte ligt, waarbij het huis een open zijde heeft, die in hoofdzaak afgesloten is met een sluitdeel volgens conclusie 6. 25
8. Huis volgens conclusie 7, waarbij de uitsparing in hoofdzaak in het verlengde van de eerste, tweede en derde opneemruimte ligt
9. Huis volgens conclusie 7, waarbij de openzijde in het verlengde van de tweede en derde opneemruimte ligt.
10. Huis volgens conclusie 7 of 9, waarbij het huis voorzien is van een geleiding voor het sluitdeel, waarbij de geleiding is ingericht voor het schuivend aanbrengen van het sluitdeel 5
11. Huis volgens conclusie 10, waarbij de geleiding voor het sluitdeel zich uitstrekt in hoofdzaak parallel aan de richting van de uitsparing
12. Huis volgens conclusie 10 of 11, waarbij de geleiding twee parallelle banen omvat
13. Huis volgens conclusie 12, waarbij elke baan voorzien is van een hakende flens, waarbij de flensen 15 aangrijpbaar zijn voor een afstandmiddel, zodanig dat de afstand tussen de flensen gelijk gehouden kan worden
14. Huis volgens één van de voorgaande conclusies 7-13, waarbij het huis een opening heeft, waarin een 20 bedieningselement voor instelling van de klemmiddelen opneembaar is, waarbij de opening in hoofdzaak in het verlengde van de eerste, tweede en derde opneemruimte ligt
15. Huis volgens conclusie 14, waarbij de van de 25 opening afkeerde zijde van het huis een open zijde is die afsluitbaar is met een sluitmiddel
16. Huis volgens conclusie 14 of 15, waarbij de opening voorzien is van ten minste twee gleuven in een 30 omtreksrand van de opening voor het opnemen van overeenkomstige nokken van het bedieningselement
17. Huis volgens een van de conclusies 14-16, waarbij in het huis rondom de opening een naar binnen toe stekende aanslag is gevormd, die een aantal van de opening weg gerichte zaagtandvormige nokken omvat 5
18. Huis volgens een van de conclusies 16-18, waarbij het huis een via ten minste een verbreekbare brug buiten het huis en voor de opening geplaatst bedieningselement omvat
19. Huis volgens conclusie 18, waarbij het bedieningselement ten minste twee met gleuven in de omtreksrand van de opening overeenkomstige nokken heeft
20. Slipkoppeling voor het koppelen van een 15 scherminrichting in een warenhuis aan een aandrijfelement zoals een draad, omvattende een sluitelement volgens conclusie 6, een huis voorzien van ten minste een uitsparing waarin het aandrijfelement opneembaar is en van ten minste een koppelmiddel voor koppeling aan de scherminrichting, 20 waarbij in het huis veermiddelen opgenomen zijn die gekoppeld zijn met een eerste beweegbaar in het huis opgenomen klemelement, waarbij de veermiddelen het eerste klemelement voorspannen tegen een tweede klemelement, waarbij het aandrijfelement tussen de twee klemelementen opneembaar is, 25 waarbij het huis een geleiding voor het eerste klemelement heeft die in hoofdzaak dwars op de richting van de uitsparing voor het aandrijfelement is gericht, waarbij de klemelementen en de veermiddelen opgenomen zijn in opneemruimtes van het huis, die in hoofdzaak op een lijn liggen, waarbij het huis 30 een openzijde heeft, het sluitdeel de openzijde in hoofdzaak afsluit, waarbij de klemelementen, het tussen de klemelementen opgenomen aandrijfelement en de veermiddelen in het huis worden opgesloten.
21. Slipkoppeling volgens conclusie 20, waarbij het huis een opening omvat, waarin een bedieningselement voor de veermiddelen is opgenomen, waarbij de veermiddelen op het bedieningselement afsteunen. 5
22. Slipkoppeling volgens conclusie 21, waarbij in het huis rondom de opening een naar binnen toe stekende aanslag is gevormd, die een aantal van de opening weg gerichte zaagtandvormige nokken omvat. 10
23. Slipkoppeling volgens een van de conclusies 20-22, waarbij de klemelementen voorzien zijn van een kanaal voor het aandrijfelement en van een nok opneembaar in het kanaal. 15
24. Slipkoppeling volgens conclusie 20, waarbij het sluitdeel schuifbaar is in een geleiding van het huis.
25. Slipkoppeling volgens conclusie 24, waarbij de 20 geleiding zich uitstrekt in hoofdzaak parallel aan de uitsparing.
26. Slipkoppeling volgens conclusie 25, waarbij de geleiding in hoofdzaak gecentreerd is op de uitsparing. 25
27. Slipkoppeling volgens een van de conclusies 20- 26, waarbij het aangebrachte sluitdeel in hoofdzaak op een lijn ligt met het klemelement en veermiddelen.
28. Slipkoppeling volgens een van de conclusies 20- 27, waarbij het sluitdeel tevens koppelmiddelen omvat voor koppeling met een scherminrichting, in het bijzonder met een schermprofiel van een scherminrichting.
29. Slipkoppeling volgens conclusie 28, waarbij de koppelmiddelen van het sluitdeel een zwaluwstaart achtige vorm hebben.
30. Slipkoppeling volgens een van de conclusies 20- 29, waarbij het sluitdeel een klemelement is.
31. Slipkoppeling volgens een van de conclusies 20- 30, waarbij het sluitdeel schuifbaar is in de geleiding van 10 het huis parallel aan de richting van de uitsparing voor het aandrijfelement, en dat een van de klemelement een vergrendelmiddel vormt dat het sluitdeel op zijn aangebrachte positie in hoofdzaak vastzet.
32. Slipkoppeling volgens conclusie 31, waarbij dat ten minste een van de klemelementen ten minste een nok heeft, die uitsteekt naar het andere klemelement, en waarbij het andere klemelement een opneemruimte omvat waarin de nok wordt opgenomen, waardoor een beperking van de beweging van de 20 klemelementen ten opzichte van elkaar wordt verkregen.
33. Warenhuis omvattende een gestel uit kolommen, evenwijdige liggers ondersteund door de kolommen, een op de liggers ondersteund dek, alsmede een scherminrichting 25 bestaande uit schermdoeken, schermprofielen, slipkoppelingen en via de slipkoppelingen met de schermprofielen verbonden aandrijfelementen, welke schermdoeken aan een eind vast zijn ten opzichte van een ligger, en aan het tegenoverliggende eind zijn verbonden met een schermprofiel, door middel van 30 een schermprofiel overbrengbaar zijn tussen een gesloten stand waarin zij telkens de ruimte tussen de liggers bedekken en een geopende stand waarin zij door het daaraan verbonden schermprofiel zijn samengedrukt tegen de ligger, welke slipkoppelingen met een door middel van een veer verkregen slipkracht samenwerken met een aandrijfelement voor het verplaatsen van het schermprofiel, waarbij de slipkoppeling een huis volgens een van de conclusies 7-19 omvat. 5
34. Warenhuis volgens conclusie 33, waarbij de slipkoppeling een slipkoppeling volgens een van de conclusies 20-32 omvat. 10 1035130
NL1035130A 2006-09-12 2008-03-05 Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling. NL1035130C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035130A NL1035130C2 (nl) 2006-09-12 2008-03-05 Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032479 2006-09-12
NL1032479A NL1032479C2 (nl) 2006-09-12 2006-09-12 Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling.
NL1035130 2008-03-05
NL1035130A NL1035130C2 (nl) 2006-09-12 2008-03-05 Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1035130A1 NL1035130A1 (nl) 2008-04-10
NL1035130C2 true NL1035130C2 (nl) 2014-01-28

Family

ID=38057491

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032479A NL1032479C2 (nl) 2006-09-12 2006-09-12 Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling.
NL1035130A NL1035130C2 (nl) 2006-09-12 2008-03-05 Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032479A NL1032479C2 (nl) 2006-09-12 2006-09-12 Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL1032479C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2009720C2 (nl) * 2012-10-29 2014-05-01 Holland Scherming B V Werkwijze en schermsysteem voor het aanbrengen van een scherm aan een bouwwerk.

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1007261A3 (nl) * 1993-07-09 1995-05-02 Bom P L J Beheer Bv Warenhuis.
US6327753B1 (en) * 1999-12-16 2001-12-11 Kennedy W. Rushing Cable clamp

Also Published As

Publication number Publication date
NL1035130A1 (nl) 2008-04-10
NL1032479C2 (nl) 2008-03-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20210079684A1 (en) Fence System
BE1020433A3 (nl) Paneel.
US8196638B2 (en) Pleated screen apparatus
US20150361718A1 (en) Retractable flexible-panel door
DK2820222T3 (en) Covering device for a building and having a positionable handle device
KR101573426B1 (ko) 건축물 개구부용 커버링들 상의 헤드레일들을 위한 록 레버 장착 브래킷
RU2622945C2 (ru) Строительная панель с механической замковой системой
US5257961A (en) Guide channel for receiving and guiding guide chains for energy lines
JP2007170170A (ja) 異形材レールシステム
MX2007016273A (es) Sistema de rodillo de puerta.
HUE029352T2 (en) floor tiles
US6948278B1 (en) Adjustable tilt-latch for a sash window
NL1034769C2 (nl) Spanraam voor in het bijzonder schildersdoek.
NL1035130C2 (nl) Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling.
US20100139199A1 (en) Wedge set, especially for use in fastening floor joists
EP1449998A2 (en) Fitting for a window
EP4245943A1 (en) System for fastening slats
ATE454812T1 (de) Schale mit griff
AU2014200046A1 (en) Covering of Building's Opening
EP0920800A1 (en) Carrier element for a screen in a greenhouse
NL1033981C2 (nl) Klikverbindingssysteem.
KR20210125952A (ko) 데크 조립 및 틈새마감구
GB2491019A (en) Flood barrier with mounting means
NL1015605C1 (nl) Platensamenstel en een plaat daarvoor.
NL1012518C2 (nl) Kas of warenhuis met scherm.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed