NL2000880C2 - Afsluitdeel en poort voorzien van een dergelijk afsluitdeel. - Google Patents

Description

Afsluitdeel en poort voorzien van een dergelijk afsluitdeel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afsluitdeel volgens de aanhef van conclusie 1.

5 Een dergelijk afsluitdeel dat typisch bedoeld is voor een schuifpoort wordt bijvoorbeeld beschreven in NL 1024939 op naam van Aanvraagster. Dit octrooi beschrijft een poort met een afsluitdeel dat verschuifbaar gemonteerd is ten opzichte van een aantal portaalvormige steunelementen. Het 10 afsluitdeel heeft een onderste balkvormig profielstuk en een getande bovenrand waartussen zich spijlen uitstrekken.

Verder beschrijven EP 0 128 248 en EP o 738 822 eveneens op naam van Aanvraagster, nog andere uitvoeringsvormen van schui fpoorten.

15 FR 1176938 beschrijft een afsluitdeel voor een hekwerk met een bovenste en onderste horizontaal profiel 4 waartussen een mat l is gemonteerd. Het hekwerk wordt op klassieke wijze opgespannen.

In de bestaande constructies is doorgaans een groot aan-20 tal spijlen vereist voor het verkrijgen van een poort met voldoende stijfheid. Verder zijn de bestaande schuifpoorten doorgaans vrij zwaar.

De onderhavige uitvinding heeft als doel het verschaffen van een afsluitdeel zoals beschreven in de inleiding, dat 25 eenvoudig te monteren is, en een lichte constructie met voldoende stijfheid vormt.

Daartoe onderscheidt de uitvinding zich door het kenmerk van conclusie 1.

Door het spannen van het afsluitmateriaal tussen de 30 boven- en onderligger met behulp van de steunen krijgt ook de bovenligger een dragende functie en wordt één stijf afsluitdeel verkregen dat licht is in vergelijking met de afsluitdelen van de schuifpoorten van de stand van de techniek, omwille van het gebruik van een relatief licht 2000880 2 afsluitmateriaal in plaats van bijvoorbeeld niet gespannen spijlen.

De term "in hoofdzaak in een vlak gelegen afsluitmateriaal" , hierna ook aangeduid als vlakvulling, moet ruim geï-5 nterpreteerd worden en duidt typisch op elk type afsluitma-teriaal dat geschikt is om gespannen te worden tussen twee liggers en zo extra stijfheid en stabiliteit verleent aan het afsluitdeel. Typisch wordt gedacht aan draadmatten, gaasmatten, strekmetaal, platen, een groep van naast elkaar 10 aange-brachte spijlen, en dergelijke. Ook de term "steun" moet ruim geïnterpreteerd worden en duidt typisch op drukschoren en elk ander type dragend element.

Voordelige uitvoeringsvormen worden beschreven in de afhankelijke conclusies 2-9.

15 Een mogelijke uitvoeringsvorm geschikt voor een draadmat heeft het kenmerk van conclusie 5. Voordelen hiervan worden hierna genoemd aan de hand van het uitvoeringsvoorbeeld van figuren 2-5. In het geval van een plaatvormig afsluitmateriaal of een strekmetaal kunnen bijvoorbeeld eenvoudige bout-20 moer constructies gebruikt worden voor deze verbinding.

Elke steun is bij voorkeur aan tenminste één einde voorzien van een schroefboring waarin telkens een drukbout, ook aangeduid als spanbout of nivelleerschroef, gedraaid is. De steunen worden zodanig gemonteerd dat de drukbout afsteunt 25 tegen de boven- of onderligger. Op die manier kan de afstand tussen de boven- en onderligger ingesteld worden door de bout tot op een geschikte hoogte in/uit de schroefboring te draaien.

In een nog verder ontwikkelde uitvoering is de 30 horizontale ligger waartegen de drukbouten drukken, voorzien van gaten die zodanig gelokaliseerd en gedimensioneerd zijn dat de bouten toegankelijk zijn voor een geschikt gereedschap waarmee de bout in/uit de schroefboring gedraaid kan worden.

3

De onder- en bovenliggers zijn typisch profielstukken welke op voordelige wijze uitgerust kunnen zijn met één of meer bevestigingsflenzen en/of -kanalen voor het verbinden van het afsluitmateriaal met de boven- en onderliggers. Ver-5 der zijn de boven- en onderliggers bij voorkeur voorzien van uitsparingen voor het daarin aanbrengen van de steunen.

Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm wordt het afsluit-materiaal centraal tussen boven- en onderligger gemonteerd, waarbij aan weerszijden van dit materiaal een reeks steunen 10 is voorzien. Op die manier verkrijgt men een symmetrische constructie met een goede krachtenverdeling. Bij voorkeur lopen de steunen aan tegenoverliggende zijden van het af-sluitmateriaal naar elkaar toe om de stabiliteit van de constructie te verhogen.

15 Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een schuif- of draaipoort omvattende een afsluitelement.

De uitvinding zal hieronder nader toegelicht worden aan de hand van een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld met verwijzing naar de tekeningen in bijlage. Het uitvoeringsvoor-20 beeld is zuiver illustratief en niet bedoeld om de bescher-mingsomvang te beperken. De tekening toont: in figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een schuif-poort volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; in figuur 2 de montage van de schuifpoort van figuur 1; 25 in figuur 3 een gedeeltelijk doorsnede aanzicht langs lijn III van figuur 1; in figuur 4 een gedeeltelijk doorsnede aanzicht langs lijn IV van figuur 1; in figuur 5 een detailaanzicht van de klemmiddelen 4,5 30 van figuren 3 en 4; en in figuur 6 een perspectivisch aanzicht van het uiteinde van een steun 6; in figuur 7 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een afsluitdeel volgens de 35 uitvinding.

4

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een schuifpoort 1 voor het afsluiten van een doorgang. De schuifpoort omvat tenminste een aantal steunelementen 17,18,19,20,21,22,23 en een verschuifbaar ten opzichte van deze steunelementen 5 gemonteerd afsluitdeel. Het afsluitdeel is in hoofdzaak opgebouwd uit een onderste balkvormig profielstuk 2, hierna aangeduid als de onderligger 2, een bovenste balkvormig profielstuk 3 met een getande bovenrand, hierna aangeduid als de bovenligger 3, een aantal daartussen geplaatste 10 drukschoren 6, en een tussen de boven- en onderligger opgespannen draadmat 12.

Om een beter inzicht te krijgen in de constructie van het afsluitdeel, zal nu de montage daarvan geïllustreerd worden aan de hand van figuur 2. In een eerste stap wordt de 15 onderste horizontale draad van een draadmat 12 door middel van klemmiddelen 4 verbonden met de onderligger 2. De klemmiddelen zullen in detail besproken worden aan de hand van figuren 3 tot 5 en zijn zodanig ingericht dat de draadmat 12 kan scharnieren ten opzichte van de onderligger 20 2. In figuur 1 is slechts één draadmat 12 getekend, maar de vakman zal begrijpen dat een tweede draadmat 12 op dezelfde wijze bevestigd kan worden aan de onderligger 2 naast de getekende draadmat 12. Deze draadmatten worden vervolgens in een verticale stand gebracht samen met een eerste reeks 25 drukschoren 6 die gelegen zijn aan een eerste zijde van de draadmatten 12. De drukschoren aan de andere zijde van de draadmatten 12, bevinden zich reeds in in hoofdzaak verticale stand in de onderligger 2. Vervolgens worden de twee draadmatten 12 met elkaar verbonden door middel van 30 verbindingsmiddelen 7.

Merk op dat in het geval van een andere vlakvulling zoals bijvoorbeeld een plaatmateriaal, dit ook rechtstreeks verticaal gemonteerd kan worden, bijvoorbeeld in een speciaal daartoe voorzien U-profiel in de onderligger.

5

Nadat de draadmatten 12 en drukschoren 6 in de opstaande stand zijn gebracht, wordt de bovenligger 3 aangebracht, waarbij de drukschoren 6 door openingen 40 in de bovenligger 3 gestoken worden. Vervolgens wordt de bovenste horizontale 5 draad van de draadmatten 12 door middel van klemmiddelen 5 verbonden met een centrale flens die zich uitstrekt over de lengte van de bovenligger 3. Met behulp van deze drukbouten 42 (zie figuur 4) kan de afstand tussen boven- en onderligger 2,3 vergroot worden om zo de matten in een 10 gespannen toestand te brengen. Merk op dat de steunen 6 een weinig schuin staan, waardoor de stabiliteit verder wordt verbeterd.

Tenslotte worden de verticale einddelen 8, 9, 10, 11 tegen de uiteinden van het afsluitdeel gemonteerd, waarbij 15 kopplaten 13-16 een overgang vormen tussen de liggers en de verticale einddelen. Deze einddelen kunnen vervolgens door middel van klemmiddelen 24, 25 verbonden worden met de uiterste verticale draden van de draadmatten 12.

Verder is de bovenligger 3 voorzien van een langssleuf 20 waarin een geleiding 19 die verbindbaar is met het boveneinde van de steunelementen 17, 23 beweegbaar is voor het geleiden van het afsluitdeel langs de steunelementen bij het openen/ sluiten van de poort. Ook de onderligger 2 is voorzien van een langwerpig kanaal 31 (zie figuur 3) dat 25 zich uitstrekt over de volledige lengte van de onderligger 2 en waarin typisch een wielconstructie aangebracht wordt voor het geleiden van de onderligger 2. Het steun- en geleidesysteem van de schuifpoort vormt echter geen onderdeel van de onderhavige uitvinding.

30 Nu zal een uitvoering van de nivelleermiddelen voor de drukschoren 6 toegelicht worden. In figuur 4 is te zien hoe de drukschoren 6, welke zich uitstrekken aan weerszijden van de draadmat 12 doorheen openingen 40 in de bovenligger 3 steken. De drukschoren 6 zijn aan hun boveneinde afgesloten 35 met een drukstuk 43 waarin een moer 44 is aangebracht. De 6 moer werkt samen met een drukbout 42 met een kop 45. Deze kop 45 is van buitenaf toegankelijk door openingen 46 in de boven-kant van de bovenligger 3. Doorheen deze openingen kan met een geschikt gereedschap de drukbout omhoog/omlaag 5 worden gedraaid (zie ook figuur 6) voor het omhoog/omlaag bewegen van de bovenligger 3 ten opzichte van de onderligger 2.

Verder is te zien in figuur 4 dat de getande bovenrand van het afsluitdeel opgebouwd is uit kamelementen 4 8 die in 10 een gleuf 49 van de bovenligger worden gedrukt. Op die manier verkrijgt men een klempassing tussen de kamelementen 48 en de bovenligger.

De bovenste horizontale draad van de staalmat 12 is door middel van een aantal klemmen 5, waarvan er één te zien is 15 in figuur 4, bevestigd aan een centrale naar onder gerichte flens 41 van de bovenligger 3. Het klemmiddel 5 is in detail getoond in figuur 5 en bestaat uit een beugelvormig element 51 met twee benen 52 met elk een opening 53 voor een bout-moersamenstel 54, 55.

20 De bovenligger 3 is verder bij zijn zijkanten voorzien van telkens een langskanaal 47 waarin een niet-getoond schuifelement aangebracht kan worden voor het geleiden van de bovenligger 3 langs de steunelementen.

Zoals te zien is in figuur 3 is de onderligger 2 25 eveneens voorzien van openingen 30 voor het daarin aanbrengen van de drukschoren 6. In de getoonde uitvoering zijn de drukschoren 6 aan een boveneinde voorzien van drukbouten, maar de vakman zal begrijpen dat een equivalente uitvoering mogelijk is, waarbij de drukbouten aan het 30 ondereinde of zowel aan het onder- als boveneinde, worden voorzien. De onderste horizontale draad van de draadmat 12 is door middel van identieke klemmiddelen 4 verbonden met een centrale verticale flens die voorzien is op de bovenkant van de onderligger 2.

7

Tenslotte toont figuur 7 een tweede variant waarin spijlen gebruikt worden als afsluitmateriaal. Bij de uiteinden van deze spijlen zijn twee diametraal tegenover elkaar gelegen gaten 70 aangebracht voor een horizontale rijgdraad 71 5 welke verder geleid wordt in een kanaal 72 van de boven/ onderligger 32 voor het realiseren van de verbinding daarmee. De spijlen kunnen aan hun uiteinden voorzien zijn van sleuven 73 voor opname daarin van een flens 74 van de boven/ 10 onderligger, teneinde de positionering van de gaten voor de rijgdraad te vereenvoudigen.

De vakman zal begrijpen dat vele andere bevestigingstechnieken gebruikt kunnen worden om de spijlen te bevestigen aan boven- en onderligger, zoals kliksystemen, 15 schroefsystemen, vervormingssystemen (zoals het uitzetten van de spijlen), etc.

Verder wordt opgemerkt dat tevens vele varianten van de nivelleermiddelen mogelijk zijn. Zo zouden de steunen uitgevoerd kunnen zijn in de vorm van telescopische buizen, etc.

20 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvarianten, en de vakman zal begrijpen dat vele modificaties en varianten mogelijk zijn zonder het kader van de uitvinding te verlaten, dat enkel bepaald wordt door de conclusies in bijlage.

2000880

Claims (12)

1. Afsluitdeel voor een poort omvattende een langwerpige horizontale onderligger en bovenligger en een daartussen in 5 hoofdzaak in een vlak gelegen afsluitmateriaal dat verbonden is met enerzijds de onderligger en anderzijds de bovenligger, met het kenmerk, dat het afsluitmateriaal opspanbaar is, en dat steunen aangebracht zijn tussen de boven- en onderligger, welke steunen voorzien zijn van 10 spanmiddelen, een en ander zodanig dat het afsluitmateriaal opspanbaar is tussen de bovenligger en de onderligger.

2. Afsluitdeel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spanmiddelen nivelleerraiddelen zijn voor het instellen van de afstand tussen de onderligger en de bovenligger.

3. Afsluitdeel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de nivelleermiddelen voor elke steun een drukbout met overeenstemmende schroefboring omvatten, welke schroefboring met drukbout voorzien zijn aan een einde van een steun, een en ander zodanig dat de drukbout in de gemonteerde toestand 20 drukt tegen één van de horizontale liggers.

4. Afsluitdeel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitmateriaal een materiaal is uit de volgende groep: mat (draadmat, gaasmat, etc.), een stel naast elkaar aangebrachte spijlen, een plaatmateriaal, 25 een strekmetaal.

5. Afsluitdeel volgens conclusie 4, waarbij het afsluitmateriaal een draadmat is, met het kenmerk, dat de onderste, respectievelijk bovenste draad van de draadmat door middel van beugelvormige elementen verbonden is met respectievelijk 30 de onderligger en de bovenligger.

6. Afsluitdeel volgens conclusie 4, waarbij het afsluitmateriaal bestaat uit een stel verticale spijlen, met het kenmerk, dat de spijlen verbonden zijn met de bovenligger, respectievelijk onderligger door middel van telkens een 35 horizontale rijgdraad doorheen het boveneinde van de spijlen 2 000880 en doorheen een horizontaal kanaal in de bovenligger, respectievelijk onderligger.

7. Afsluitdeel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de horizontale ligger waartegen de drukbouten afsteunen, 5 voorzien is van gaten ter hoogte van de drukbouten zodanig dat deze toegankelijk zijn voor een geschikt gereedschap.

8. Afsluitdeel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderligger en de bovenligger profielstukken zijn.

9. Afsluitdeel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderligger en de bovenligger voorzien zijn van uitsparingen voor het daarin plaatsen van de steunen.

10. Afsluitdeel volgens één der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de onderligger en bovenligger in een aantal op een steekafstand van elkaar gelegen punten, verbonden zijn met het afsluitmateriaal en dat de steunen voorzien zijn aan weerszijden van dit afsluitmateriaal.

11. Afsluitdeel volgens één der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de steunen, gezien van onder naar boven, een weinig schuin verlopen in de richting van het vlak van het afsluitmateriaal, en bij voorkeur een hoek maken met de verticale gelegen tussen 0° en 30°, nog meer bij voorkeur tussen 0° en 15°.

12. Poort omvattende tenminste één steunelement en een verschuifbaar of roteerbaar ten opzichte van dit steunelement gemonteerd afsluitdeel volgens een der voorgaande conclusies. 2 000 8 80