NL8302007A

NL8302007A - Poort.

Info

Publication number: NL8302007A
Application number: NL8302007A
Authority: NL
Original assignee: Heras Holding
Priority date: 1983-06-06
Filing date: 1983-06-06
Publication date: 1985-01-02
Also published as: DE3375811D1; EP0128248A1; ZA844209B; EP0128248B1; US4610109A

Description

* a . 1 t *

Hw/Mv/3 Heras Poort

De uitvinding heeft betrekking op een poort ter afsluiting van een doorgang, in hoofdzaak bestaande uit tenminste één post en een ten opzichte van die post beweegbaar deel, dat is gevormd door een saraenstel staande spijlen, 5 welke door een dwarsverband onderling zijn verbonden.

Poorten van het in de aanhef beschreven type zijn over het algemeen gevormd als een rechthoekig raamwerk, waartussen de spijlen zijn opgenomen. Dergelijke raamwerken dienen voldoende stijf te zijn om vervormingen in het verti-10 kale vlak te voorkomen. Dit vraagt derhalve een relatief zware konstruktie met veel materiaal. Een verder bezwaar is dat een dergelijke poort in de fabriek kant en klaar moet worden vervaardigd en vervolgens naar de plaats van gebruik moet worden getransporteerd, hetgeen transportproblemen met zich 15 meebrengt in verband met de hanteerbaarheid en de benodigde transportruimte.

De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren te ondervangen en verschaft daartoe een poort die zich onderscheidt doordat het dwarsverband bestaat uit een ligger met 20 tenminste twee openingen, in elk waarvan een spijl opneembaar is, waarbij elke spijl is voorzien van verbindingsmiddelen voor de bevestiging aan de ligger.

Doordat de konstruktie thans is beperkt tot nagenoeg één hoofdligger en vertikaal staande spijlen, kan 25 het transport in ongemonteerde toestand plaatsvinden, waarbij de eindmontage op de plaats van gebruik geschiedt. De eindmontage is relatief simpel uit te voeren en kan aanvullende laswerkzaamheden overbodig maken. De samenstellende elementen kunnen apart in de fabriek tegen corrosie ten gevolge van 30 weersinvloeden beschermd worden, zonder dat deze bescherming bij de eindmontage kapot gaat.

8302007 *· i -2-

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is als verbindingsmiddel één enkel staafvormig element door alle spijlen heen gevoerd en aan weerseinden aan een verankerings-orgaan van de ligger bevestigd. Hierdoor wordt de montage 5 aanzienlijk vergemakkelijkt.

Bovendien kan volgens een verder kenmerk van de uitvinding het element onder voorspanning aan de ligger zijn bevestigd, waardoor het element tevens bijdraagt aan de versterking van de ligger.

10 Bij voorkeur is de ligger als kokerprofiel uitgevoerd, waarbij het spanelement in het profiel is opgenomen. Naast een verhoging van het esthetisch uiterlijk verkrijgt men hier tevens een goede bescherming van het spanelement.

15 In een uitvoeringsvorm kan het verankerings- element tegen een kopvlak van de ligger zijn getrokken, welk verankeringselement een scharnierdeel voor het aan de post te bevestigen scharnier draagt. Met deze uitvoeringsvorm kan een draaipoort worden gerealiseerd, welke zich ten opzichte van 20 de bekende draaipoorten onderscheidt doordat thans een verti-kale belasting op de ligger tot gevolg heeft dat de ligger omlaag wordt gedrukt, waarbij het voorspanelement de krachten opneemt, welk element de ligger weer omhoog brengt als de belasting is opgeheven. Hierdoor wordt een zeer "flexibele" 25 poortkonstruktie verkregen, en blijft het scharnier onbelast.

In een andere uitvoeringsvorm is de ligger uitgevoerd met een looprail voor de geleiding van een aan althans één post gemonteerd leiorgaan, bijvoorbeeld rol, schuifstuk of dergelijke- 30 Op deze wijze is met eenvoudige middelen een schuifpoort te realiseren.

Volgens de uitvinding kan de ligger bovendien een open kokerprofiel hebben, waarin tandheugeldelen opneembaar zijn, zodanig dat de tanden uit het profiel wijzen. Met 35 deze maatregelen kan de lengte van de tandheugel, welke dient voor het motorisch heen en weer schuiven van de schuifpoort, gemakkelijk aan de lengte van de ligger worden aangepast.

8302007 , il ' Λ '"Λ -3-

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen volgens uit de hieronderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekening toont: 5 Pig. 1 een perspektivisch aanzicht van een draaipoort volgens de uitvinding,

Pig. 2 een perspektivisch aanzicht van de draaipoort uit fig. 7 op vergrote schaal,

Fig. 3 een perspektivisch aanzicht van het in j.0 de draaipoort van fig. 1 toegepaste spanelement,

Fig. 4 een perpspektivisch aanzicht van een schuifpoort volgens de uitvinding,

Pig. 5 een dwarsdoorsnede van de ligger toegepast bij de schuifpoort uit fig. 4, 15 Fig. 6 een perspektivisch aanzicht van een deel van het profiel uit fig.'5.

In de fig. 1 t/m 3 bestaat het draaihek in hoofdzaak uit een horizontale ligger 1, welke is voorzien van een serie in langsrichting daarvan aangebrachte doorgaande 20 gaten, in elk waarvan spijlen 2 in vertikale zin op te nemen zijn. De ligger is aan één einde bevestigd aan een scharnier 3, welke is gedragen door een post 4 terzijde van de doorgang. Op post 4 kan op de bekende wijze een hekwerk 5 aansluiten.

25 De horizontale ligger 1 is een kokerprofiel, zie fig. 2, welke in het boven- en ondervlak is voorzien van de serie gaten voor het opnemen van de spijlen 2. In het kokerprof iel 1 is een bevestigingselement in de vorm van een spandraad of -staaf 6 opgenomen, welke door dwarsgaten 7 van ' 30 elke spijl 2 is gevoerd. Het ene einde van de spanstaaf 6 is voorzien van een vast daaraan bevestigd kopdeel of knop 7, welke in een zadelsteun 8 past. De steun 8 is bevestigd aan een kopplaat 9, met een omtreksrug 10 die schuifbaar in het kokerprofiel 1 past, waarbij het kopvlak van het kokerprofiel 35 1 tegen een uitstekend randdeel 11 rust. De plaat 9 met om- treksring 10 en randdeel 11 zijn bevestigd aan een scharnier-vleugel 12.

Het andere einde van het spanelement of spanstaaf 6 is uitgevoerd met spanmiddelen 13 welke afsteunen op 8302007 i i -4- een einddeel 14, dat eveneens met de schacht 15 daarvan, binnen in het kokerprofiel 1 past en met de kraag 16 tegen het eindvlak van het kokerprofiel rust. Het schachtdeel 15 is verdiept uitgevoerd, zodanig dat de spanmiddelen 13 geheel 5 binnen het einddeel 14 vallen. De opening van het schachtdeel 15 kan worden afgesloten met een deksel 17.

Het samenstellen van de hierboven beschreven poort vindt als volgt plaats.

Verondersteld wordt dat alle onderdelen op de 10 plaats van gebruik dienen te worden samengesteld. De koker 1 wordt daarvoor eerst voorzien van spijlen 2, door deze in de serie gaten van de koker heen te voeren. De spijlen 2 worden zodanig in de koker 1 aangebracht, dat de doorgaande gaten 7 ongeveer op lijn van elkaar liggen, waarvan het spanelement 6 15 door de gaten 7 kan worden gêvoerd. Vervolgens wordt het ene einde, dat reeds kan zijn voorzien van de knop 7 in de zadel-steun 8 van het einddeel 9 gelegd, waarna de rand 10 in de koker 1 wordt geschoven. Vervolgens wordt het andere einde van het element 6 door het betreffende gat van het einddeel 20 14 geleid, waarna de staaf door willekeurige spanmiddelen bijvoorbeeld de getoonde moer 13, welke op een draadeinde van de staaf 6 is aangebracht, kan worden vastgedraaid. Na het bereiken van de gewenste voorspanning in het element 6 kan nog een borgmoer worden geplaatst.

25 Tenslotte kan de ligger 1 met de daaraan vast getrokken scharniervleugel 12 op de samenwerkende scharnier-delen van scharnier 3 van de post 4 worden gehangen. De deksel 17 sluit de opening van het einddeel 14 af.

Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn dat de 30 montage van het hek volgens de uitvinding op uiterst eenvoudige wijze kan plaatsvinden. Het met de hierboven beschreven draaipoort verkregen voordeel is bovendien dat bij een verti-kale belasting in de richting van de pijl V, zie fig. 2, het vrije einde van de ligger 1 zover omlaag kan bewegen totdat 35 het ondereinde van de uiterste spijl de grond raakt. Dit heeft slechts een geringe verlenging van het spanelement 6 tot gevolg waarbij de ligger 1 ten opzichte van de scharniervleugel 12 kan verzwenken omdat de koker ten opzichte van de 8302007 -5- £ * rand 10 verschuift. Bij het opheffen van de belasting zal het spanelement 6 de ligger weer omhoogtrekken, waardoor het hek de oorspronkelijke stand weer inneemt. Hiermee wordt niet alleen een eenvoudig te monteren poort, maar tevens een 5 "flexibele" poort verkregen, die bij overmatige belasting het scharnier niet doet vervormen en na die belasting de oude vorm weer inneemt. Het zal tevens duidelijk zijn dat de locatie van de spijlen 2 ten opzichte van de ligger 1 nauwkeurig wordt bepaald door de plaats van de dwarsgaten 7 en het span-10 element 6 waardoor de spijlen 2 op de juiste hoogte blijven.

Volledigheidshalve zij vermeldt dat het boveneinde van de spijlen onderling nog kan worden verbonden door een willekeurige spanstaaf of -draad 18. Bij grote vertikale afmetingen is het tevens mogelijk om een tweetal liggers een 15 boven elkaar elkaar aan te brengen. Bij voorkeur ligt de onderste ligger ongeveer op de gemiddelde bumperhoogte van voertuigen, zodat bij een aanrijding de op de poort uitgeoefende krachten door de ligger 1 worden opgenomen.

De fig. 4 t/m 6 laten een andere uitvoerings-20 vorm zien, en wel een zogeheten schuifpoort.

Ook deze schuifpoort is voorzien van een horizontale ligger 21, welke is uitgevoerd met een aantal doorgaande gaten in elk waarvan een spijl 22 is op te nemen. Tussen de spijlen 22 zijn voorafvervaardigde hekraraen 22' en 25 22’1 te bevestigen op elke willkeurige plaats. De montage en de bevestiging van de spijlen 2 vindt op overeenkomstige wijze als hierboven beschreven plaats. Zo is elke spijl uitgevoerd met een dwarsgat 23, waardoorheen een spanelement 24 heen te voeren is. Het spanelement 24 is aan weerseinden zo-30 als hierboven beschreven bevestigd aan kopelementen 25 en kan op dezelfde wijze worden voorgespannen.

Opgemerkt zij dat het spanelement 24 niet in het bovenste deel van de kokerligger 21 is aangebracht, maar in het onderste gedeelte daarvan, waarbij de koker voorts is 35 voorzien van geleidingsruggen 26 waarin extra spanelementen 27 zijn geplaatst. Deze spanelementen 27 zijn op overeenkomstige wijze als het spanelement 24 aan de kopdelen 25 bevestigd. Deze laatste spanelementen 27 dragen bij aan de stijfheid van de ligger 21, hetgeen vooral bij grote overspan- 8302007 -6- ningen, bijvoorbeeld vijftien meter, van belang is. Het profiel 21 uit fig. 5 is aan één zijde uitgevoerd met gelei-dingsmiddelen 28, bestaande uit een boven en onderribb^^niet een gewelfd binnenvlak, waarin een rol 29 opneemb^af is. De 5 rol 29 is draaibaar gelagerd rond de as A-A opmeen asstomp 30, welke is voorzien van een flens 31 v^r de bevestiging aan een post 32 respectievelijk 33. Boeten 32 en 33 staan op enige afstand van· elkaar en het zal duideijk zijn dat bij het verschuiven van de poort het profiel 31 langs de posten 32 en 10 33 heen en weer verrolbaar is doordat de rollen 29 in het geleidingsprofiel 28 kunnen afrollen.

De heen en weergaande schuifbeweging van de poort kan worden gerealiseerd door- middel van een tandheugel-tandrondselsysteem 34, waarbij het rondsel 35 door een aan de 15 post 32 bevestigde motor 36 aangedreven is.

Volgens een kenmerk van de uitvinding is de tandheugel 37 van de tandoverbrenging 34 hier uitgevoerd als elementen 37' met vaste lengte. Deze elementen, bijvoorbeeld van 1 meter lengte worden in een. kokervormig, naar beneden 20 open profiel 38 geschoven, totdat dit profiel 38 over de volle lengte is gevuld. Een overtollig deel van het tandheugel-element 37’ kan worden afgezaagd, zodat op deze wijze eenvoudig de gewenste lengtes kunnen worden gerealiseerd. Ook met deze voorgeschreven tandheugeloverbrenging 34 kan een eenvou-25 dige montage worden gewaarborgd omdat slechts de uiterste tandheugelelementen 37’ behoeven te worden vastgezet in het profiel 38. Dit vastzetten kan op willekeurige wijze plaatsvinden, bijvoorbeeld door een lasbewerking. Het verdient de voorkeur om deze elementen 37' op te sluiten tussen de kop-30 elementen 25.

Opgemerkt zij nog dat aan de van het gelei-dingsprofiel 28 afgekeerde zijde van het kokerprofiel 21, ruggen 39 kunnen zijn aangebracht, waartussen borden of andere organen, zoals handgrepen plaatsbaar zijn.

35 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Zo kan de vorm van de spijlen 22 willekeurig zijn, bijvoorbeeld aan de bovenzijde naar binnen en/of naar buiten gekromd. De spijlen kunnen daarbij een puntvorm hebben, terwijl tevens naast elkaar liggende spijlen 40 door verbuiging aan elkaar bevestigbaar zijn.

8302007 9 * * * -7-

Hefc doorgaande gat in de ligger 21 behoeft niet Htrikt vertikaal te staan, maar kan tevens schuin verlopen, zoda^de spijlen 22 een schuine stand innemen, zowel in het vlak loodrecht op de ligger 21 als in lengte-richting 5 daarvan.

De uiterste spijlen 22 kunnen aan de onderzijde zijn voorzien van loopwielen of schuifschoenen.

De ligger 21 behoeft 'niet als koker te zijn uitgevoerd maar kan elk willekeurig_^dwSrsprofiel vertonen en 10 zelfs massief zijn.

8302007

Claims

1. Poort ter afsluiting van een doorgang, in hoofdzaak bestaande uit tenminste één post en een ten opzichte van die post beweegbaar deel, dat is gevormd door een samenstel staande spijlen, welke door een dwarsverband onder-5 ling zijn verbonden, met het kenmerk, dat het dwarsverband bestaat uit tenminste één ligger met tenminste twee ope-ningen, in elk waarvan een spijl opneembaar is, waarbij elke spijl is voorzien van verbindingsmiddelen voor de bevestiging aan de ligger.

2. Poort volgens conclusie 1, met het ken merk, dat als verbindingsmiddel één enkel staafvormig element door alle spijlen heen is gevoerd en aan weerseinden via een verankeringsorgaan aan de ligger is bevestigd.

3. Poort volgens conclusie 1 en 2, met het 15 kenmerk, dat het element onder voorspanning aan de ligger is bevestigd.

4. Poort volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat één der verankeringselementen tegen een kopvlak van de ligger is getrokken, welk ene verankeringsele- 20 ment een scharnierdeel voor het aan de post te bevestigen scharnier draagt.

5. Poort volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de ligger een looprail vertoont voor de geleiding van een aan tenminste één post gemonteerd leiorgaan, 25 bijvoorbeeld rol, schuifstuk of dergelijke.

6. Poort volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de looprail een deel van het als profiel uitgevoerde ligger vormt.

7. Poort volgens conclusie 5 en 6, met het 30 kenmerk, dat de ligger een goot profiel vertoont, waarin tandheugeldelen plaatsbaar zijn, zodanig dat de tanden van die delen uit het profiel wijzen. 8302007 -9-

8. Poort volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ligger aan de buitenzijde is uitgevoerd met langsribben voor het opnemen van hulpele-menten, zoals aanwijzingsborden, handgrepen en dergelijke.

9. Poort volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de ligger als een kokerpro-fiel is uitgevoerd, waarin het spanelement is opgenomen. 8302007