BE1027117B1 - Parkeerhulpstuk voor fietsen - Google Patents

Abstract

Parkeerhulpstuk (1) voor fietsen, waarbij het parkeerhulpstuk (1) bevestigbaar is aan een paneel omvattende een kader met een bovenprofiel (3), een onderprofiel (4) en twee zijprofielen (5) en omvattende spijlen (6) die het bovenprofiel (3) met het onderprofiel (4) verbinden, waarbij het parkeerhulpstuk (1) losmaakbaar bevestigbaar is aan een genoemd paneel en dat het parkeerhulpstuk (1) een eerste bevestigingselement (7) omvat voor het bevestigen van het parkeerhulpstuk (1) aan een genoemd paneel, waarbij dit eerste bevestigingselement (7) in gebruik minstens één opneemruimte omvat waarin één of meerdere spijlen (6) van een genoemd paneel opneembaar zijn en een samenstel van een paneel en een dergelijk parkeerhulpstuk (1).

Description

PARKEERHULPSTUK VOOR FIETSEN Deze uitvinding betreft enerzijds een parkeerhulpstuk voor fietsen, waarbij het parkeerhulpstuk minstens één klemsysteem omvat waarin een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is voor het minstens gedeeltelijk fixeren van dit voorwiel en waarbij het parkeerhulpstuk bevestigbaar is aan een paneel omvattende een kader met een bovenprofiel, een onderprofiel en twee zijprofielen en omvattende spijlen die het bovenprofiel met het onderprofiel verbinden en die zich opeenvolgend en op een afstand van elkaar uitstrekken.

Deze uitvinding betreft ook een samenstel van een paneel en een dergelijk parkeerhulpstuk, waarbij dit paneel omvat een kader met een bovenprofiel, een onderprofiel en twee zijprofielen en omvat spijlen die het bovenprofiel met het onderprofiel verbinden en die zich opeenvolgend en op een afstand van elkaar uitstrekken. Dit klemsysteem kan bijvoorbeeld twee klemelementen omvatten waartussen een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is voor het zo minstens gedeeltelijk fixeren van dit voorwiel.

In een specifieke uitvoeringsvorm maakt dit paneel deel uit van een dranghek (nadar). De uitvinding betreft dan ook specifiek een dergelijk parkeerhulpstuk dat voorzien is om bevestigd te worden aan een dranghek en een samenstel van een dranghek en een dergelijk parkeerhulpstuk. Een dranghek omvat een paneel met een kader en spijlen, waarbij het kader omvat een bovenprofiel, een onderprofiel en twee zijprofielen en de spijlen zich opstaand, op een afstand van elkaar, nagenoeg evenwijdig aan elkaar, nagenoeg loodrecht op het bovenprofiel en het onderprofiel en evenwijdig aan de zijprofielen uitstrekken en zo het bovenprofiel met het onderprofiel verbinden. Het kader en de spijlen vormen hier dus het paneel en het dranghek omvat dan verder steunen om dit paneel te ondersteunen, zodat het dranghek met behulp van de steunen zo plaatsbaar is op een ondergrond dat het paneel zich opstaand uitstrekt. Het kader en de spijlen van een dergelijk dranghek strekken zich in gebruik uit volgens een lengterichting en een opstaande richting, zodat meerdere dranghekken samen een barrière kunnen vormen met een zekere lengte en een zekere hoogte.

In de meeste gevallen is deze opstaande richting nagenoeg de verticale richting, maar er zijn ook dranghekken gekend die voorzien zijn om een schuine hoek maken met de verticale richting.

De spijlen en de zijprofielen strekken zich in gebruik uit volgens de opstaande richting en het bovenprofiel en het onderprofiel strekken zich in gebruik uit volgens de lengterichting.

De genoemde profielen van het kader hebben bijvoorbeeld een cirkelvormige doorsnede en kunnen dan worden aangeduid met de term ‘buizen’. Ze kunnen ook een rechthoekige doorsnede hebben en kunnen dan worden aangeduid met de term ‘staven’. Om zich te verplaatsen, wordt er soms gebruik gemaakt van een fiets.

Bij (tijdelijke) evenementen, zoals festivals, parades, stoeten en sportwedstrijden, zoals wielerwedstrijden, betekent dit dat er voldoende parkeerruimte voor fietsen moet worden voorzien.

Deze parkeerruimtes nemen een zekere hoeveelheid plaats in en ook moet er voorzien worden in aangepaste infrastructuur zoals bijvoorbeeld tijdelijke fietsrekken.

Voor gemeenten en organisatoren van evenementen betekent dit dat men tijdelijke fietsrekken moet gaan huren of dat men tijdelijke fietsrekken moet gaan kopen.

Bij de aankoop van tijdelijke fietsrekken, moet men ook voorzien in voldoende stockageruimte waarin men deze tijdelijke fietsrekken kan plaatsen bij niet gebruik.

Deze tijdelijke fietsrekken moeten ook geplaatst worden en terug weggehaald worden, wat arbeidsintensief en vaak omslachtig is.

Deze tijdelijke fietsrekken zijn ook niet altijd even compact stapelbaar, waardoor er hiervoor relatief veel stockageruimte nodig is wanneer men deze niet gebruikt.

Om dit probleem op te lossen bestaan er nu reeds dranghekken waarbij er ter hoogte van het onderprofiel en tussen twee opeenvolgende spijlen, bijkomende elementen gelast zijn aan het dranghekken.

Deze bijkomende elementen doen hier dienst als klemelementen waartussen een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is voor het minstens gedeeltelijk fixeren van dit voorwiel.

Voor de eenvoud worden deze dranghekken met de genoemde bijkomende elementen hier verder aangeduid als fietsdranghekken. Wanneer een voorwiel zich uitstrekt tussen deze bijkomende elementen, strekt dit voorwiel zich hier uit tussen de opeenvolgende spijlen. Het voordeel hier is dat deze fietsdranghekken relatief compact stockeerbaar zijn in vergelijking met bestaande tijdelijke fietsrekken en deze ook eenvoudig plaatsbaar en terug wegneembaar zijn. Echter deze fietsdranghekken nemen nog steeds relatief veel plaats in en deze fietsdranghekken omvatten ook veel materiaal waardoor de huurprijs of de aankoopprijs relatief hoog is. Bij evenementen gaat men vaak ook ruimtes gaan afzetten met behulp van gewone dranghekken. Degene die de dranghekken plaatst, moet hier goed vooraf weten waar men de gewone dranghekken plaatst en waar men de fietsdranghekken plaatst. Dit zorgt dan ook vaak voor problemen. Een bijkomend nadeel is dat het mogelijk is om voorwielen langs beide zijden van het fietsdranghek aan te brengen doorheen de genoemde bijkomende elementen, terwijl het niet altijd de bedoeling is dat de fietsen zich aan weerszijden van het fietsdranghek bevinden.

Fietsdranghekken zijn ook minder geschikt om dienst te doen als barrière gezien de voorwielen zich doorheen de fietsdranghekken uitstrekken. Het is dan ook een doel van de uitvinding om op een eenvoudigere en betere manier te kunnen voorzien in tijdelijke parkeerplaatsen voor fietsen.

Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een parkeerhulpstuk voor fietsen, waarbij het parkeerhulpstuk minstens één klemsysteem omvat waarin een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is voor het minstens gedeeltelijk fixeren van dit voorwiel en waarbij het parkeerhulpstuk bevestigbaar is aan een paneel omvattende een kader met een bovenprofiel, een onderprofiel en twee zijprofielen en omvattende spijlen die het bovenprofiel met het onderprofiel verbinden en die zich opeenvolgend en op een afstand van elkaar uitstrekken, waarbij het parkeerhulpstuk losmaakbaar bevestigbaar is aan een genoemd paneel en waarbij het parkeerhulpstuk een eerste bevestigingselement omvat voor het bevestigen van het parkeerhulpstuk aan een genoemd paneel, waarbij dit eerste bevestigingselement in gebruik minstens één opneemruimte omvat waarin één of meerdere spijlen van een genoemd paneel opneembaar zijn. Bij voorkeur omvat het klemsysteem minstens twee klemelementen waartussen een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is voor het minstens gedeeltelijk fixeren van dit voorwiel.

Hier is het parkeerhulpstuk losmaakbaar bevestigbaar aan panelen omvattende het genoemde kader en de genoemde spijlen. Dergelijke panelen maken bijvoorbeeld deel uit van een hekken, dranghekken (nadars), omheiningen, enz. Bij voorkeur is het parkeerhulpstuk voorzien om bevestigd te worden aan een dranghek. Bij (tijdelijke) evenementen gaat men vaak ruimtes gaan opdelen/afschermen met behulp van genoemde panelen. Zo kan men bijvoorbeeld gebruik maken van dranghekken. Gemeenten en organisatoren zijn vaak reeds in het bezit van deze genoemde panelen. Ook kan men eenvoudig dranghekken en dergelijke huren. Dit betekent dat om te voorzien in (tijdelijke) parkeerplaatsen voor fietsen, men hier enkel bijkomend hoeft te voorzien in parkeerhulpstukken volgens de uitvinding. Dergelijke parkeerhulpstukken kunnen hier veel kleiner worden uitgevoerd dan bestaande tijdelijke fietsrekken, waardoor deze eenvoudig stockeerbaar zijn en deze ook minder materiaal omvatten en dus goedkoop kunnen worden vervaardigd. Het vormen van (tijdelijke) parkeerplaatsen voor fietsen is hier ook zeer eenvoudig. Zo kan men bijvoorbeeld één of meerdere personen de opdracht geven om dranghekken te gaan plaatsen en kan men dan later de parkeerhulpstukken gaan bevestigen aan de dranghekken. Hierdoor is de kans kleiner dat de parkeerplaatsen op plaatsen worden gevormd, waar dit niet gewenst is. Door te werken met dergelijke parkeerhulpstukken heeft men bovendien een grote flexibiliteit. Mocht blijken dat er plots te weinig parkeerplaatsen zijn tijdens het verloop van het evenement, kan men hier eenvoudig nog bijkomende parkeerhulpstukken gaan bevestigen aan de aanwezige genoemde panelen, bijvoorbeeld aan de panelen van dranghekken. Door een parkeerhulpstuk te gaan bevestigen aan een genoemd paneel, vormt men hier als het ware een fietsrek. Het genoemde paneel strekt zich in gebruik bij voorkeur uit volgens een opstaande richting, bijvoorbeeld de verticale richting.

Bij voorkeur strekt het genoemde paneel zich nagenoeg uit volgens een vlak en bij voorkeur is het parkeerhulpstuk dan zo uitgevoerd dat, na het bevestigen van het parkeerhulpstuk aan het genoemde paneel, het klemsysteem zich hoofdzakelijk uitstrekt aan één kant van het genoemde vlak.

Hier kan men dan eenvoudig gaan 5 beslissen waarbij men de parkeerplaatsen gaat voorzien, namelijk aan één kant/zijde van het genoemde paneel of aan beide zijden van het genoemde paneel.

Wanneer men de parkeerplaatsen slechts voorziet aan één genoemde zijde, dan kan het genoemde paneel nog dienst doen als barrière.

Wanneer het genoemde paneel deel uitmaakt van een dranghek, betekent dit dat het dranghek zijn functie van barrière nog kan gaan uitvoeren.

Door te voorzien in het genoemde eerste bevestigingselement dat voorzien is om verbonden te worden met één of meerdere spijlen, kan men eenvoudig ervoor zorgen dat het klemsysteem zich opstaand uitstrekt waardoor het zeer eenvoudig wordt om een voorwiel (deels) te fixeren.

Men kan hier voorzien dat het eerste bevestigingselement door één persoon aanbrengbaar is aan de spijlen en dit al dan niet met behulp van een handwerktuig.

Zo kan het eerste bevestigingselement bijvoorbeeld uit twee stukken bestaan die met behulp van een bout en een moer bevestigbaar zijn aan elkaar voor het zo bevestigen van het eerste bevestigingselement aan een genoemd paneel.

Het eerste bevestigingselement kan bijvoorbeeld één of meerdere gootvormige elementen omvatten die elk een genoemde opneemruimte omvatten die klembaar aanbrengbaar is op de respectievelijke spijl, zodat een gedeelte van een spijl klembaar opneembaar is in de genoemde opneemruimte.

Het eerst bevestigingselement kan echter ook elementen omvatten waartussen één of meerdere spijlen opneembaar zijn.

Tussen deze elementen strekken zich dan de genoemde één of meerdere opneemruimtes uit in gebruik en een gedeelte van de spijlen is opneembaar in deze één of meerdere opneemruimtes.

Verder bij voorkeur, wanneer het genoemde paneel zich nagenoeg uitstrekt volgens een vlak, strekt het eerste bevestigingselement zich aan weerszijden van de spijlen uit, gezien volgens dit vlak.

Dit zorgt voor een zeer stevige verbinding tussen het parkeerhulpstuk en het genoemde paneel. Nog meer bij voorkeur omvat het eerste bevestigingselement in gebruik minstens één genoemde opneemruimte die een doorgang vormt waardoorheen één of meerdere opeenvolgende spijlen zich uitstrekken in gebruik. Zo kan, wanneer het paneel zich uitstrekt volgens een lengterichting en een opstaande richting in gebruik, waarbij de spijlen zich uitstrekken volgens deze opstaande richting, het eerste bevestigingselement twee plaatjes omvatten en twee stellen van een bout en een moer om deze twee plaatjes met elkaar te verbinden. Deze twee plaatjes zijn dan elk voorzien zijn om zich aan weerszijden van de spijlen uit te strekken en evenwijdig aan een vlak dat zich uitstrekt volgens de opstaande richting en de lengterichting, waarbij twee opeenvolgende spijlen voorzien zijn om zich tussen deze plaatjes uit te strekken en waarbij elk stel van een bout en moer zich in gebruik uitstrekt aan de buitenzijde van een respectievelijke spijl, zodat een opneemruimte tussen de plaatjes en de genoemde stellen wordt gevormd, waardoorheen de genoemde twee opeenvolgende spijlen zich uitstrekken. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het parkeerhulpstuk een tweede bevestigingselement dat steunend op het kader van een genoemd paneel, verbindbaar is met dit kader. Het parkeerhulpstuk is hier voorzien om te steunen op een genoemd paneel en dit met behulp van het genoemde tweede bevestigingselement. Dit verzekert een stevige verbinding met een genoemd paneel, zodat tijdens het gebruik van het parkeerelement en dus tijdens het aanbrengen een voorwiel en het terug uithalen van het voorwiel, het parkeerelement steeds goed ondersteund wordt en dus niet zal loskomen van een genoemd paneel indien dit niet gewenst is.

Verder bij voorkeur is het tweede bevestigingselement voorzien om verbonden te worden met het onderprofiel van een genoemd paneel en omvat het hiervoor een gootvormig element waarin een deel van het onderprofiel aanbrengbaar is. Hier is het parkeerhulpstuk dus voorzien om te steunen op het onderprofiel van een genoemd paneel. Zo is het parkeerhulpstuk dan bijvoorbeeld voorzien om te steunen op het onderprofiel van het kader van een dranghek. Dit betekent dat men hier eenvoudig het klemsysteem zo kan gaan voorzien dat de onderzijde ervan zich uitstrekt ter hoogte van het onderprofiel.

Dit is een zeer geschikte hoogte om voorwielen (deels) te gaan fixeren.

Een genoemd paneel strekt zich bij voorkeur uit volgens een bepaalde lengterichting, waarbij het onderprofiel zich uitstrekt volgens deze lengterichting.

Bij voorkeur is een deel van het genoemde onderprofiel, gezien volgens de lengterichting, opneembaar in het gootvormige element.

Verder delen de spijlen bij voorkeur, gezien volgens de lengterichting, het onderprofiel op in meerdere profielsecties, en is de lengte van het gootvormige element kleiner dan of nagenoeg gelijk aan de lengte van een genoemde profielsectie en is een genoemde profielsectie voorzien is om opgenomen te worden in het genoemde gootvormige element.

Wanneer de lengte van het gootvormige element nagenoeg gelijk is aan de lengte van een genoemde profielsectie, kan het tweede bevestigingselement niet of slechts een weinig gaan verschuiven volgens de lengterichting van het onderprofiel, waardoor men eenvoudig kan voorzien in een stabiele verbinding tussen het parkeerhulpstuk en een genoemd paneel.

Nog verder bij voorkeur is het gootvormige element vormpassend met het onderprofiel van een genoemd paneel uitgevoerd, zodat het onderprofiel klembaar opneembaar is in het gootvormige element.

Zo kan het onderprofiel bijvoorbeeld buisvormig zijn en een cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben.

Het gootvormige element is dan bij voorkeur vormpassend aan het onderprofiel.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het eerste bevestigingselement plaatvormige elementen waartussen twee opeenvolgende spijlen van een genoemd paneel opneembaar zijn.

Het parkeerhulpstuk is hier stevig verbonden met een genoemd paneel gezien het hier moeilijk kan gaan roteren rondom een genoemde spijl en dit doordat het parkeerhulpstuk aan twee opeenvolgende spijlen bevestigd is.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is het eerste bevestigingselement slechts voorzien om verbonden te worden met één spijl.

In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het eerste bevestigingselement in gebruik twee doorgangen waardoorheen respectievelijk twee opeenvolgende spijlen van een genoemd paneel voorzien zijn om zich uit te strekken. Zo kan, wanneer het genoemde paneel zich uitstrekt volgens een vlak, het eerste bevestigingselement twee genoemde plaatvormige elementen omvatten, waarbij deze plaatvormige elementen dan voorzien zijn om zich evenwijdig aan dit vlak uit te strekken, waarbij het eerste bevestigingselement dan nog bijkomende plaatjes/onderdelen omvat ter vorming van de twee genoemde doorgangen.

Het parkeerhulpstuk omvat bij voorkeur slecht één klemsysteem, waarbij dit klemsysteem verder bij voorkeur twee klemelementen omvat waartussen een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is. Hier kan men dan slechts één fiets gaan parkeren met behulp van één parkeerhulpstuk. Het voordeel hiervan is dat het parkeerhulpstuk zeer compact kan worden uitgevoerd. Van zodra men namelijk voorziet in twee of meerdere klemsystemen, moet men deze klemsystemen op een zekere afstand van elkaar gaan voorzien zodat de verschillende fietsen op een voldoende afstand van elkaar geparkeerd kunnen worden, wat nefast is voor de compactheid van het parkeerhulpstuk. Bovendien kan men hier eenvoudig gaan bepalen hoeveel parkeerhulpstukken er per genoemd paneel worden voorzien.

Ook verder bij voorkeur omvat het parkeerhulpstuk slechts één genoemd eerste en één genoemd tweede bevestigingselement en strekken deze bevestigingselementen zich op een afstand van elkaar uit volgens een opstaande richting in gebruik. Bij voorkeur strekt het paneel zich dan ook uit volgens deze opstaande richting in gebruik. Dit zorgt voor een eenvoudig verbinding, gezien men slechts op twee plaatsen het parkeerhulpstuk moet gaan verbinden met een genoemd paneel en ook voor een stevige verbinding, gezien deze verbindingselementen zich op een voldoende afstand van elkaar uitstrekken. Bij voorkeur, wanneer het klemsysteem twee genoemde klemelementen omvat, zijn deze twee klemelementen direct verbonden met het eerste en het tweede verbindingselement en dit bijvoorbeeld via lassen. In gebruik strekken de bovenzijden van de klemelementen zich dan bij voorkeur uit ter hoogte van het eerste bevestigingselement en strekken de onderzijden van de klemelementen zich uit ter hoogte van het tweede bevestigingselement. De klemelementen worden dan goed ondersteund over hun volledige hoogte.

Het doel van de uitvinding wordt eveneens bereikt door te voorzien in een samenstel van een paneel en een parkeerhulpstuk, waarbij dit paneel omvat een kader met een bovenprofiel, een onderprofiel en twee zijprofielen en omvat spijlen die het bovenprofiel met het onderprofiel verbinden en die zich opeenvolgend en op een afstand van elkaar uitstrekken en waarbij dit paneel voorzien is om zich in gebruik opstaand uit te strekken, waarbij het parkeerhulpstuk losmaakbaar bevestigbaar is aan het paneel en het parkeerhulpstuk een parkeerhulpstuk is zoals hierboven beschreven. De voordelen en voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven voor het parkeerhulpstuk zijn dus ook van toepassing voor dit samenstel. Het parkeerhulpstuk is hier bij voorkeur zo uitgevoerd dat het zeer geschikt is om op een stabiele en stevige wijze verbonden te worden met het paneel. Dit paneel kan bijvoorbeeld deel uitmaken van een dranghek. In een voorkeurdragende strekt het paneel zich in gebruik uit volgens een eerste vlak dat zich uitstrekt volgens een lengterichting en een opstaande richting, en strekt het klemsysteem van het parkeerhulpstuk zich in gebruik hoofdzakelijk uit aan één zijde van dit eerste vlak. Het paneel en in het bijzonder de spijlen vormen hier dan geen obstakels voor het (gedeeltelijk) fixeren van een voorwiel van een fiets. Ook kan men hier eenvoudig gaan kiezen aan welke kant van het paneel men het parkeerhulpstuk bevestigd. Zo kan het samenstel meerdere parkeerhulpstukken omvatten waarbij er dan kan geopteerd worden om de parkeerhulpstukken zo aan te brengen dat de klemsystemen zich allen aan dezelfde kant van het paneel uitstrekken of de klemsystemen zich aan weerszijden van het paneel gaan uitstrekken. Bij voorkeur strekt het paneel zich in gebruik uit volgens een eerste vlak dat zich uitstrekt volgens een lengterichting en een opstaande richting, waarbij het onderprofiel zich uitstrekt volgens de lengterichting, en waarbij het parkeerhulpstuk een genoemd tweede bevestigingselement omvat dat steunend op het onderprofiel, verbindbaar is met dit onderprofiel en het tweede bevestigingselement hiervoor een genoemd gootvormig element omvat waarin een deel van het onderprofiel, gezien volgens de lengterichting, opneembaar is.

Verder bij voorkeur delen de spijlen, gezien volgens de lengterichting, het onderprofiel op in meerdere profielsecties, en is de lengte van het gootvormige element kleiner dan of nagenoeg gelijk aan de lengte van een genoemde profielsectie en is een genoemde profielsectie voorzien is om opgenomen te worden in het genoemde gootvormige element. Wanneer de lengte van de genoemde profielsectie nagenoeg gelijk is aan de lengte van het gootvormige element, betekent dit dat in gebruik het parkeerhulpstuk nagenoeg niet zal kunnen bewegen volgens de lengterichting, waardoor de verbinding tussen het parkeerhulpstuk en het paneel een zeer stabiele verbinding is.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekt het paneel zich uit volgens een eerste vlak dat zich uitstrekt volgens een lengterichting en een opstaande richting in gebruik en strekken de spijlen in gebruik zich nagenoeg uit volgens dit eerste vlak en omvat het eerste bevestigingselement twee plaatvormige elementen, waarbij deze twee plaatvormige elementen voorzien zijn om in gebruik zich zo aan weerszijden van de spijlen uit te strekken en nagenoeg evenwijdig aan het eerste vlak, dat twee opeenvolgende spijlen zich tussen deze plaatvormige elementen uitstrekken. Met behulp van het eerste bevestigingselement wordt hier vermeden dat het parkeerhulpstuk in gebruik loskomt van het paneel volgens een richting loodrecht op het eerste vlak. Bij het aanbrengen van een voorwiel en het er terug uithalen van het voorwiel, worden er krachten uitgeoefend volgens richting nagenoeg loodrecht op dit eerste vlak. Het eerste bevestigingselement kan deze krachten gaan opvangen.

Verder bij voorkeur omvat het eerste bevestigingselement een tussenstuk dat voorzien is zich, gezien volgens de lengterichting en in gebruik, centraal uit te strekken tussen de twee plaatvormige elementen volgens een tweede vlak die een hoek maakt met het genoemde eerste vlak, waarbij de afmeting van dit tussenstuk, gezien volgens de lengterichting, kleiner is of nagenoeg gelijk is aan de overeenkomstige afmeting tussen de genoemde twee opeenvolgende spijlen. Hierdoor wordt beweging van het parkeerhulpstuk volgens de lengterichting vermeden in gebruik.

Ook verder bij voorkeur omvat het eerste bevestigingselement eindplaatjes die zich in gebruik en gezien volgens de lengterichting ter hoogte van een respectievelijk uiteinde van een genoemd plaatvormig element uitstrekken en die verbonden zijn met het plaatvormig element, waarbij deze eindplaatjes zich uitstrekken volgens een derde vlak die een hoek maakt met het genoemde eerste vlak. Hierdoor wordt beweging van het parkeerhulpstuk volgens de lengterichting vermeden in gebruik. Verder in een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm vormen de plaatvormige elementen, de eindplaatjes en het tussenstuk in gebruik twee doorgangen waardoorheen de genoemde twee opeenvolgende spijlen voorzien zijn om zich uit te strekken. Dit zorgt voor een zeer stevige en stabiele verbinding. In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm maakt het paneel deel uit van een dranghek. Het samenstel kan één of meerdere genoemde parkeerhulpstukken omvatten en kan ook één of meerdere genoemde panelen omvatten. Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een parkeerhulpstuk en een samenstel volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van dit parkeerhulpstuk en dit samenstel aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij - figuur 1 een perspectiefvoorstelling is van een parkeerhulpstuk volgens de uitvinding; - figuur 2 een andere perspectiefvoorstelling is van het parkeerhulpstuk weergegeven in figuur 1; - figuur 3 een perspectiefvoorstelling is van een dranghek waaraan meerdere parkeerhulpstukken zoals weergegeven in figuur 1 zijn bevestigd; - figuur 4 een perspectiefvoorstelling is van een detail van het dranghek en de parkeerhulpstukken weergegeven in figuur 4.

Het parkeerhulpstuk (1) weergegeven in figuren 1 en 2 is voorzien om bevestigd te worden aan een dranghek. Dit is zichtbaar in figuren 3 en 4. Het parkeerhulpstuk (1) omvat een klemsysteem met twee buisvormige klemelementen (2) waartussen een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is voor het minstens gedeeltelijk fixeren van dit voorwiel. Verder omvat dit parkeerhulpstuk (1) een eerste bevestigingselement (7) en een tweede bevestigingselement (8). De twee buisvormige klemelementen (2) zijn voorzien om in gebruik zich opstaand uit strekken en het bovenste uiteinde van elk klemelement (2) is gelast aan het eerste bevestigingselement (7) en het onderste uiteinde van elke klemelement (2) is gelast aan het tweede bevestigingselement (8). Het parkeerhulpstuk (1) is zo uitgevoerd dat de klemelementen (2) zich steeds aan één kant van het dranghek uitstrekken wanneer het parkeerhulpstuk (1) bevestigd is aan het dranghek.

Het tweede bevestigingselement (8) is een gootje met een opneemruimte en het eerste bevestigingselement (7) omvat twee bevestigingsonderdelen en een stel van een bout en een moer (11) om deze twee bevestigingsonderdelen met elkaar te verbinden. Het ene bevestigingsonderdeel is één plaatvormig element (9) en het andere bevestigingsonderdeel omvat één plaatvormig element (9) en twee tussenstukken (10) die verbonden zijn met het laatstgenoemde plaatvormige element (9). Deze tussenstukken (10) strekken zich nagenoeg loodrecht uit op dit plaatvormige element

(9) en zijn elk verbonden met een tegenover elkaar liggende rand van het plaatvormige element (9) en strekken zich centraal uit gezien volgens deze randen.

Verder, wanneer de twee bevestigingsonderdelen met elkaar verbonden zijn met behulp van de bout en de moer, strekken de genoemde twee plaatvormige elementen (9) zich nagenoeg evenwijdig aan elkaar uit en is een opneemruimte aanwezig tussen deze twee plaatvormige elementen (9). De klemelementen (2) zijn gelast aan het genoemde ene bevestigingsonderdeel.

Het parkeerhulpstuk (1) is voorzien om bevestigd te worden aan een dranghek.

Het dranghek omvat een paneel en twee steunen (12) waarmee het dranghek zo plaatsbaar is op een ondergrond dat het paneel zich opstaand uitstrekt.

Wanneer het dranghek geplaatst wordt op een nagenoeg horizontaal grondvlak, dan strekt het paneel zich nagenoeg uit volgens een verticaal vlak.

Het paneel omvat een kader met een bovenprofiel (3), een onderprofiel (4) en twee zijprofielen (5) en omvat ook spijlen (6) die het bovenprofiel (3) met het onderprofiel (4) verbinden en die zich opeenvolgend en op een afstand van elkaar uitstrekken.

Het onderprofiel (4) en het bovenprofiel (3) strekken zich uit volgens een lengterichting (A) en de zijprofielen (5) en de spijlen (6) strekken zich uit volgens een opstaande richting (B) die zich nagenoeg loodrecht uitstrekt op de lengterichting (A). De spijlen (6) delen het onderprofiel (4) op in meerdere profielsecties, gezien volgens de lengterichting (A). De lengte van een genoemd tussenstuk (10) en de lengte van het tweede bevestigingselement (8) komen nagenoeg overeen met de lengte van een genoemde profielsectie.

Dit zorgt er voor dat het parkeerhulpstuk (1), nadat het bevestigd is aan het dranghek, niet of slechts een weinig kan verschuiven volgens de lengterichting (A). Om het parkeerhulpstuk (1) te bevestigen aan het dranghek, kan men als volgt te werk gaan.

Men maakt eerst de twee bevestigingsonderdelen van het eerste bevestigingselement (7) van elkaar los, indien deze verbonden zijn met elkaar met behulp van het stel van de bout en de moer (11). Dan brengt men het tweede bevestigingselement (8) zo aan op een profielsectie van het onderprofiel (4), dat de profielsectie zich uitstrekt in de opneemruimte van het tweede bevestigingselement (8) en het tweede bevestigingselement (8) steunt op het onderprofiel (4). De opneemruimte is bij voorkeur vormpassend met het onderprofiel (4) zodat de profielsectie klembaar opneembaar is in het tweede bevestigingselement (8). Hier bepaalt men ook aan welke kant van het dranghek de klemelementen (2) zich zullen uitstrekken.

Dan brengt men het genoemde ene bevestigingsonderdeel zo aan tegenaan twee tegenover elkaar liggende spijlen (6) ter hoogte van de genoemde kant waar de klemelementen (2) zich uitstrekken, dat het plaatvormige element (9), dat het genoemde ene bevestigingsonderdeel vormt, zich nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan een vlak dat zich uitstrekt volgens de lengterichting (A) en de opstaande richting (B). Dan bevestigt men het genoemde andere bevestigingsonderdeel aan het ene bevestigingsonderdeel met behulp van de moer en de bout en dit door de tussenstukken (10) aan te brengen tussen de genoemde twee spijlen (6) vanaf de andere kant waar de klemelementen (2) zich niet bevinden en dit totdat het plaatvormige element (9) van het andere bevestigingsonderdeel zich tegenaan de spijlen (6) uitstrekt.

De twee genoemde spijlen (6) strekken zich hier uit tussen de genoemde plaatvormige elementen (9) en deze plaatvormige elementen (9) begrenzen dus een opneemruimte waarin de genoemde spijlen (6) opgenomen zijn.

Zoals weergegeven in de figuren 3 en 4 zijn meerdere parkeerhulpstukken (1) bevestigd aan het dranghek en dit aan weerskanten van het dranghek.

Claims (18)

CONCLUSIES

1. Parkeerhulpstuk (1) voor fietsen, waarbij het parkeerhulpstuk (1) minstens één klemsysteem omvat waarin een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is voor het minstens gedeeltelijk fixeren van dit voorwiel en waarbij het parkeerhulpstuk (1) bevestigbaar is aan een paneel omvattende een kader met een bovenprofiel (3), een onderprofiel (4) en twee zijprofielen (5) en omvattende spijlen (6) die het bovenprofiel (3) met het onderprofiel (4) verbinden en die zich opeenvolgend en op een afstand van elkaar uitstrekken, met het kenmerk dat het parkeerhulpstuk (1) losmaakbaar bevestigbaar is aan een genoemd paneel en dat het parkeerhulpstuk (1) een eerste bevestigingselement (7) omvat voor het bevestigen van het parkeerhulpstuk (1) aan een genoemd paneel, waarbij dit eerste bevestigingselement (7) in gebruik minstens één opneemruimte omvat waarin één of meerdere spijlen (6) van een genoemd paneel opneembaar zijn.

2. Parkeerhulpstuk (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het parkeerhulpstuk (1) een tweede bevestigingselement (8) omvat dat steunend op het kader van een genoemd paneel, verbindbaar is met dit kader.

3. Parkeerhulpstuk (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het tweede bevestigingselement (8) voorzien is om verbonden te worden met het onderprofiel (4) van een genoemd paneel en hiervoor een gootvormig element omvat waarin een deel van het onderprofiel (4) aanbrengbaar is.

4. Parkeerhulpstuk (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het gootvormige element vormpassend met het onderprofiel (4) van een genoemd paneel is uitgevoerd, zodat het onderprofiel (4) klembaar opneembaar is in het gootvormige element.

5. Parkeerhulpstuk (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste bevestigingselement (7) twee plaatvormige elementen (9) omvat waartussen twee opeenvolgende spijlen (6) van een genoemd paneel opneembaar zijn.

6. Parkeerhulpstuk (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste bevestigingselement (7) in gebruik twee doorgangen omvat waardoorheen respectievelijk twee opeenvolgende spijlen (6) van een genoemd paneel voorzien zijn om zich uit te strekken.

7. Parkeerhulpstuk (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het parkeerhulpstuk (1) slecht één klemsysteem omvat, waarbij dit klemsysteem bij voorkeur twee klemelementen (2) omvat waartussen een deel van een voorwiel van een fiets opneembaar is.

8. Parkeerhulpstuk (1) volgens conclusie 2 en 7, met het kenmerk dat het parkeerhulpstuk (1) slechts één genoemd eerste bevestigingselement (7) en één genoemd tweede bevestigingselement (8) omvat en deze bevestigingselementen (7, 8) zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens een opstaande richting (B) in gebruik.

9. Samenstel van een paneel en een parkeerhulpstuk (1), waarbij dit paneel omvat een kader met een bovenprofiel (3), een onderprofiel (4) en twee zijprofielen (5) en omvat spijlen (6) die het bovenprofiel (3) met het onderprofiel (4) verbinden en die zich opeenvolgend en op een afstand van elkaar uitstrekken en waarbij dit paneel voorzien is om zich in gebruik opstaand uit te strekken, met het kenmerk dat het parkeerhulpstuk (1) losmaakbaar bevestigbaar is aan het paneel en het parkeerhulpstuk (1) een parkeerhulpstuk (1) is volgens één of meerdere van de conclusies 1 tot 8.

10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk dat het paneel in gebruik zich hoofdzakelijk uitstrekt volgens een eerste vlak dat zich uitstrekt volgens een lengterichting (A) en een opstaande richting (B), en dat het klemsysteem van het parkeerhulpstuk (1) zich in gebruik hoofdzakelijk uitstrekt aan één zijde van het genoemde vlak.

11. Samenstel volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk dat het paneel in gebruik zich hoofdzakelijk uitstrekt volgens een eerste vlak dat zich uitstrekt volgens een lengterichting (A) en een opstaande richting (B), waarbij het onderprofiel (4) zich uitstrekt volgens de lengterichting (A), en waarbij het parkeerhulpstuk (1) een genoemd tweede bevestigingselement (8) omvat dat steunend op het onderprofiel (4), verbindbaar is met dit onderprofiel (4) en het tweede bevestigingselement (8) hiervoor een genoemd gootvormig element omvat waarin een deel van het onderprofiel (4), gezien volgens de lengterichting (A), opneembaar is.

12. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de spijlen (6), gezien volgens de lengterichting (A), het onderprofiel (4) opdelen in meerdere profielsecties, en dat de lengte van het gootvormige element kleiner is dan of nagenoeg gelijk is aan de lengte van een genoemde profielsectie en een genoemde profielsectie voorzien is om opgenomen te worden in het genoemde gootvormige element.

13. Samenstel volgens één van de conclusies 9 tot 12, met het kenmerk dat het paneel in gebruik zich hoofdzakelijk uitstrekt volgens een eerste vlak dat zich uitstrekt volgens een lengterichting (A) en een opstaande richting (B) en de spijlen (6) in gebruik zich nagenoeg uitstrekken volgens dit eerste vlak en dat het eerste bevestigingselement (7) twee plaatvormige elementen (9) omvat, waarbij deze twee plaatvormige elementen (9) voorzien zijn om in gebruik zich zo aan weerszijden van de spijlen (6) uit te strekken en nagenoeg evenwijdig aan het genoemde vlak, dat twee opeenvolgende spijlen (6) zich tussen deze plaatvormige elementen (9) uitstrekken.

14. Samenstel volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het eerste bevestigingselement (7) een tussenstuk (10) omvat dat voorzien is zich, gezien volgens de lengterichting (A) en in gebruik, centraal uit te strekken tussen de twee plaatvormige elementen (9) volgens een tweede vlak die een hoek maakt met het genoemde eerste vlak, waarbij de afmeting van dit tussenstuk (10), gezien volgens de lengterichting (A), kleiner is of nagenoeg gelijk is aan de overeenkomstige afmeting tussen de genoemde twee opeenvolgende spijlen (6).

15. Samenstel volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk dat het eerste bevestigingselement (7) eindplaatjes omvat, die zich in gebruik en gezien volgens de lengterichting (A), ter hoogte van een respectievelijk uiteinde van een genoemd plaatvormig element (9) uitstrekken en verbonden zijn met het plaatvormige element (9), waarbij deze eindplaatjes zich uitstrekken volgens een derde vlak die een hoek maakt met het genoemde eerste vlak.

16. Samenstel volgens conclusie 14 en 15, met het kenmerk dat de plaatvormige elementen (9), de eindplaatjes en het tussenstuk (10) in gebruik twee doorgangen vormen waardoorheen de genoemde twee opeenvolgende spijlen (6) voorzien zijn om zich uit te strekken.

17. Samenstel volgens één van de conclusies 9 tot 16, met het kenmerk dat het paneel deel uitmaakt van een dranghek.

18. Samenstel volgens één van de conclusies 9 tot 17, met het kenmerk dat het samenstel meerdere genoemde parkeerhulpstukken (1) omvat.