BE1026979B1 - Omheining - Google Patents

Omheining Download PDF

Info

Publication number
BE1026979B1
BE1026979B1 BE20195042A BE201905042A BE1026979B1 BE 1026979 B1 BE1026979 B1 BE 1026979B1 BE 20195042 A BE20195042 A BE 20195042A BE 201905042 A BE201905042 A BE 201905042A BE 1026979 B1 BE1026979 B1 BE 1026979B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
screen
groove
suspension element
post
holder
Prior art date
Application number
BE20195042A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026979A1 (nl
Inventor
Ralph Rogge
Original Assignee
Xalu Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Xalu Bvba filed Critical Xalu Bvba
Priority to BE20195042A priority Critical patent/BE1026979B1/nl
Publication of BE1026979A1 publication Critical patent/BE1026979A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026979B1 publication Critical patent/BE1026979B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H17/00Fencing, e.g. fences, enclosures, corrals
    • E04H17/14Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts
    • E04H17/1413Post-and-rail fences, e.g. without vertical cross-members
    • E04H17/1447Details of connections between rails and posts
    • E04H17/1452Details of connections between rails and posts the ends of the rails are fixed on the lateral sides of the posts
    • E04H17/1456Details of connections between rails and posts the ends of the rails are fixed on the lateral sides of the posts the ends of the rails being located in vertical channels extending along a substantial portion of the length of the post
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H17/00Fencing, e.g. fences, enclosures, corrals
    • E04H17/14Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts
    • E04H17/16Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts using prefabricated panel-like elements, e.g. wired frames
    • E04H17/168Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts using prefabricated panel-like elements, e.g. wired frames using panels fitted in grooves of posts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04HBUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
    • E04H17/00Fencing, e.g. fences, enclosures, corrals
    • E04H17/14Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts
    • E04H17/16Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts using prefabricated panel-like elements, e.g. wired frames
    • E04H17/165Fences constructed of rigid elements, e.g. with additional wire fillings or with posts using prefabricated panel-like elements, e.g. wired frames using panels with rigid filling and frame

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Fencing (AREA)

Abstract

Omheining omvattende schermen (1) en palen (2), waarbij elk scherm (1) twee tegenover elkaar gelegen zijranden (3) omvat en dat elke genoemde paal (2) minstens verbindbaar is met één genoemd scherm (1) en hiervoor minstens één groef (4) omvat waarin een randdeel van dit scherm (1) omvattende een genoemde zijrand (3), opneembaar is, waarbij de omheining voor elke paal (2) omvat een houder (5), die zo in een vaste positie verbindbaar is met de paal (2) dat de houder (5) in gebruik zich uitstrekt in de groef (4), en een ophangelement (6) waarbij het ophangelement (6) in de houder (5) aanbrengbaar is voor het ophangen van het scherm (1) in de groef (4) van de paal (2), waarbij dit ophangelement (6) zich, volgens de lengterichting (A) van het scherm (1), uitstrekt voorbij de genoemde zijrand (3) en werkwijze voor het installeren van een dergelijke omheining.

Description

OMHEINING Deze uitvinding betreft omheining omvattende één of meerdere schermen en één of meerdere langwerpige palen voor het positioneren en vasthouden van de één of meerdere schermen, waarbij elk scherm in gebruik zich uitstrekt volgens een hoogterichting en een lengterichting en zo omvat een bovenrand, een onderrand en twee tegenover elkaar gelegen zijranden die zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting en dat elke genoemde paal minstens verbindbaar is met één genoemd scherm en hiervoor minstens één groef omvat die zich nagenoeg uitstrekt volgens de hoogterichting van het respectievelijke scherm in gebruik en waarin een randdeel van dit scherm omvattende een genoemde zijrand, opneembaar is zodat dit scherm in de groef van de paal wordt vastgehouden in gebruik.
Deze uitvinding betreft ook een werkwijze voor het installeren van een dergelijke omheining.
Omheiningen bestaande uit palen met groeven en schermen, zoals tuinschermen of tuinpanelen, waarvan de randdelen omvattende de zijranden opneembaar zijn in deze groeven, worden meer en meer geplaatst. Dergelijke omheiningen worden als esthetisch gezien omdat er geen zichtbare verbindingselementen zijn en er een vlotte overgang is tussen de schermen en de palen. De groeven van de palen houden de schermen in positie. Het plaatsen van een dergelijke omheining en zeker het plaatsen van de palen, ter vorming van de omheining, is echter minder eenvoudig. Het is namelijk zo dat de positie van de palen, de positie van de schermen zal bepalen. Het is dan ook belangrijk dat de palen op de gewenste hoogte worden geplaatst en ook steeds verticaal worden geplaatst. Zeker op oneffen terreinen of terreinen met een zekere helling, brengt dit problemen met zich mee.
Het is dan ook een doel van de uitvinding om een dergelijke omheining te vervaardigen die eenvoudiger installeerbaar is.
Dit doel wordt bereikt door te voorzien in een omheining omvattende de in de eerste paragraaf weergegeven kenmerken waarbij de omheining voor elke paal omvat een houder, die zo in een vaste positie verbindbaar is met de paal dat de houder in gebruik zich uitstrekt in de groef, en een ophangelement dat voorzien is om verbonden te worden met het respectievelijke scherm of deel uitmaakt van het respectievelijke scherm, waarbij het ophangelement in de houder aanbrengbaar is voor het ophangen van het scherm in de groef van de paal, waarbij dit ophangelement zich, volgens de lengterichting van het scherm, uitstrekt voorbij de genoemde zijrand en zo een uitstekend element vormt.
De houder strekt zich in gebruik, dus bij een gemonteerde/geïnstalleerde omheining, uit in de groef. Gezien de groef zich in gebruik nagenoeg uitstrekt volgens de hoogterichting, zal de houder zich dus uitstrekken in de groef op een bepaalde positie gezien volgens de hoogterichting. Met andere woorden de houder strekt zich op een bepaalde hoogte uit in de groef, waardoor met behulp van de houder en het ophangelement, de positie van het scherm in de groef wordt vastgelegd, zijnde de hoogte van het scherm in de groef, en dus de positie van het scherm ten opzichte van de paal wordt bepaald. Dit betekent dat bij het plaatsen van de palen, deze plaatsing eenvoudiger kan plaatsvinden gezien niet enkel de paal de positie van het scherm zal bepalen. Men kan hier voorzien in een groef waarbij de houder op verschillende posities/hoogtes in de groef bevestigbaar is. Dit betekent dat deze omheining zeer geschikt is om gebruikt te worden bij oneffen terreinen of terreinen met een zekere helling. De verbinding tussen een genoemd scherm en een genoemde paal is hier een esthetische verbinding, gezien de verbindingselementen niet of nagenoeg niet zichtbaar zijn in de gemonteerde toestand van de omheining. Het ophangelement strekt zich uit voorbij de genoemde zijrand. Dit betekent dat het ophangelement een uitstekend element vormt van het scherm, waardoor het eenvoudig is om het ophangelement in de houder aan te brengen en zo dus het scherm te bevestigen aan de paal.
De omheining kan bijvoorbeeld twee genoemde palen omvatten die elk één genoemde groef omvatten en dus dienst doen als eindpalen.
De omheining kan verder één of meerdere genoemde palen omvatten die elk twee genoemde groeven omvatten en die dus verbindbaar zijn met twee schermen en dus dienst doen als tussenpalen.
Het aantal schermen van de omheining komt dan overeen met het aantal tussenpalen + 1. Per groef is er dan één houder en alle schermen omvatten of zijn voorzien van elk twee ophangelementen die met een respectievelijke zijrand verbonden zijn.
De plaatsing van een dergelijke omheining kan als volgt plaatsvinden.
Men plaatst eerst een eindpaal in de grond.
Dan bevestigt men een genoemde houder aan de paal en dit in de gewenste positie in de groef en hangt men een genoemd scherm op in deze groef met behulp van het respectievelijke ophangelement, zodat het respectievelijke randdeel van het scherm zich in de groef bevindt.
Daarna voorziet men in een genoemde tussenpaal.
Dan bevestigd men één houder in één van de groeven van deze tussenpaal op de gewenste positie.
Deze tweede paal kan men van langs onderen gaan schuiven over het randdeel van het scherm dat zich tegenover het eerstgenoemde randdeel bevindt totdat het respectievelijke ophangelement wordt aangebracht in de houder die bevestigd is aan deze tussenpaal.
Dan verankert men reeds (gedeeltelijk) deze tussenpaal in de grond.
Dan bevestigt men een houder op de gewenste positie in de groef van de tweede paal waarin er zich nog geen scherm bevindt, en kan men dan een tweede genoemd scherm gaan aanbrengen in deze groef enz.
Bij het installeren van de omheining kunnen er reeds palen voorzien worden waarbij de houders reeds bevestigd zijn aan de palen en zich uitstrekken in de respectievelijke groeven.
Deze bevestiging kan dan bijvoorbeeld een losmaakbare bevestiging zijn en verder bij voorkeur kunnen de houders nog verschuifbaar zijn opgesteld in de groef gezien volgens de lengterichting van de groef.
Op deze manier kan men dan eenvoudig de houders gaan verbinden in een vaste positie ten opzichte van de paal en dit op de gewenste hoogte.
De groef omvat bij voorkeur twee tegenover elkaar gelegen wanden, zijnde opstaande wanden, die in gebruik zich elk uitstrekken volgens de hoogterichting en delengterichting van het scherm dat zich deels uitstrekt in deze groef.
Bij voorkeur is het scherm plaatvormig en heeft het een zekere dikte, zijnde de afmeting loodrecht op het vlak gevormd door de hoogterichting en de lengterichting.
De afstand tussen de genoemde wanden van de groef komt dan bij voorkeur nagenoeg overeen met de dikte van het scherm zodat het scherm in gebruik van de omheining nagenoeg geklemd is in de groef.
De groef is hier dan vormpassend met het scherm of omvat een onderdeel dat vormpassend is met het scherm.
Bij voorkeur strekt het ophangelement zich, gezien volgens een richting die zich loodrecht uitstrekt op een vlak dat zich uitstrekt volgens de lengterichting en de hoogterichting, binnen de afmetingen van het scherm uit.
Het ophangelement dat deel uitmaakt van het scherm of dat verbonden is met het scherm, zal dan niet uitsteken voorbij het scherm gezien volgens de genoemde richting.
Dit zorgt voor een eenvoudige plaatsing van het randdeel in de groef en dit betekent ook dat de groef zo kan worden uitgevoerd dat minstens een deel van de groef vormpassend is met randdeel zoals hierboven beschreven, zodat het randdeel goed geklemd wordt in de groef.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm steunt het ophangelement in gebruik op de houder en omvat de houder een opneemruimte waarin het ophangelement minstens gedeeltelijk opneembaar is volgens een opneemrichting, waarbij in gebruik deze opneemrichting zich nagenoeg uitstrekt volgens de hoogterichting en de opneemruimte van bovenaf toegankelijk 1s en dus van bovenaf toegankelijk 1s voor het ophangelement.
Op deze manier kan men het ophangelement van bovenaf gaan aanbrengen in de houder of de houder van onder gaan aanbrengen totdat het ophangelement zich minstens gedeeltelijk in de opneemruimte uitstrekt.
In gebruik zal het ophangelement dan ondersteund worden door de houder.
Men kan hier dus het ophangelement van bovenaf gaan aanbrengen in de houder gezien volgens de opneemrichting.
Dit wordt bijvoorbeeld uitgevoerd wanneer men een scherm bevestigd aan een reeds gedeeltelijk geïnstalleerde paal.
Men kan hier echter ook het ophangelement van onderaan gaan aanbrengen tot het ophangelement zich minstensgedeeltelijk in de opneemruimte uitstrekt. Dit kan worden uitgevoerd wanneer men een paal wenst te bevestigen aan een scherm dat reeds bevestigd is aan één paal. Wanneer de houder in een vaste positie bevestigd is aan de paal, strekt deze opneemrichting zich bij voorkeur uit volgens de lengterichting van de groef. 5 Verder bij voorkeur omvat het ophangelement een vastzetdeel dat een einddeel vormt van het ophangelement dat voorzien is het verst verwijderd te zijn van de respectievelijke zijrand van het scherm, en is het vastzetdeel voorzien zich uit te strekken in de opneemruimte en omvat de houder een wand die mee de opneemruimte begrenst en voorzien is zich uit te strekken tegenover de respectievelijke zijrand, waarbij deze wand een gleufvormige opening omvat die toegang verschaft tot de opneemruimte, waarbij het ophangelement volgens de opneemrichting plaatsbaar is in deze opening, waarbij, gezien volgens de lengterichting, en in gebruik, het ophangelement zich uitstrekt doorheen deze opening en waarbij, in gebruik en gezien volgens een richting die zich loodrecht uitstrekt op een vlak die zich uitstrekt volgens de lengterichting en de hoogterichting, de afmetingen van de gleufvormige opening kleiner zijn de corresponderende afmetingen van het vastzetdeel. De vormgeving van het ophangelement en de vormgeving van de houder, zorgt er hier voor dat, wanneer het ophangelement is bevestigd aan de houder om zo het scherm te bevestigen aan de paal, het scherm zich niet kan gaan verwijderen uit de groef gezien volgens de lengterichting. Het vastzetelement en de houder zorgen ervoor dat het scherm goed wordt vastgehouden in de groef. Met behulp van een gleufvormige opening wordt ook het aanbrengen van het ophangelement in de houder vereenvoudigd.
Verder ook bij voorkeur omvat de houder een veerelement voor het houden van het ophangelement in de opneemruimte. Dit veerelement zal er voor zorgen dat eens het ophangelement (gedeeltelijk) in de opneemruimte is aangebracht om zo het scherm te verbinden met de paal, het ophangelement zich niet zomaar terug kan verplaatsen uit de opneemruimte en de verbinding tussen het scherm en de paal niet zomaar kan loskomen tijdens het gebruik van de omheining. Dit veerelement kan zo zijn opgesteld dat het veerelement het opnemen van het ophangelement in de opneemruimte volgensde opneemrichting niet gaat hinderen, maar enkel het terug loskomen van het ophangelement volgens de opneemrichting, eens die in de opneemruimte is aangebracht, gaat hinderen.
Wanneer men het scherm dan terug wenst los te koppelen van de paal, kan men voorzien in een gereedschap waarmee het veerelement verplaatsbaar is, zodat men het scherm eenvoudig terug kan gaan loskoppelen indien nodig.
Verder bij voorkeur omvat de houder een eerste onderdeel en een met het eerste onderdeel verbindbaar tweede onderdeel, waarbij het eerste onderdeel het veerelement omvat en de twee onderdelen samen, wanneer ze met elkaar verbonden zijn, de opneemruimte vormen.
Het veerelement kan bijvoorbeeld uit verenstaal vervaardigd zijn.
Het ene onderdeel kan men dan volledig uit verenstaal vervaardigen terwijl het andere onderdeel uit een ander materiaal zoals aluminium vervaardigd kan worden.
Dit zorgt ervoor dat de houder goed zijn functie kan gaan uitvoeren.
Zo kan het ene genoemde onderdeel een plaatvormig element zijn, en het tweede onderdeel vervaardigd zijn uit aluminium en de bovengenoemde gleufvormige opening omvatten, waarbij dit tweede onderdeel tegenaan het ene genoemde onderdeel wordt geplaatst en eraan wordt bevestigd en zo de genoemde opneemruimte ontstaat.
Deze twee onderdelen kunnen dan samen met behulp van één of meerdere verbindingselementen zoals bij voorbeeld een bout en een moer of een schroef, bevestigd worden aan elkaar en dit op de gewenste locatie in de groef.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm 1s de houder verschuifbaar opgesteld in de groef, bij voorkeur geleidbaar verschuifbaar opgesteld in de groef.
Het is hier eenvoudig om de houder in de gewenste positie te verbinden met de paal.
Verder bij voorkeur is de houder verschuifbaar opgesteld in de groef volgens de lengterichting van de groef.
Zo kan men dan eenvoudig de houder gaan bevestigen aan de paal op de gewenste hoogte.
De groef kan een rail omvatten waarin de houder verschuifbaar en geleidbaar is opgesteld.
Deze rail zal dan het verschuiven van de houder gaan bijstaan, wat het verschuiven vereenvoudigd.
Deze rail kan zich tegenaan het gedeelte van de groef uitstrekken waarin het randdeel van het scherm voorzien is om in opgenomen teworden. De houder is bijvoorbeeld met behulp van een bout en een moer verbindbaar met de paal, waarbij, wanneer de bout en moer niet volledig zijn aangespannen, de houder verschuifbaar is in de groef om zo eenvoudig de houder op de gewenste hoogte te gaan plaatsen in de groef en waarbij, wanneer de bout en de moer volledig zijn aangespannen, de houder verbonden is met de paal in een vaste positie en deze positie ook blijft innemen zolang de bout en de moer niet terug minder worden aangespannen. De groef kan hier een rail omvatten waarin de houder verschuifbaar is opgesteld en een tegenaan deze rail gelegen bijkomende rail omvatten waarin de moer opneembaar IS.
Bij voorkeur omvat de groef één of meerdere scheidingselementen die de groef opdelen in minstens twee rails die zich nagenoeg volgens de lengterichting van de groef uitstrekken, zich naast elkaar uitstrekken en op elkaar aansluiten waarbij een eerste rail voorzien is voor het ontvangen van het genoemde randdeel van het scherm en de houder aanbrengbaar is in een tweede rail en voorzien is om zich grotendeels in deze tweede rail uit te strekken, waarbij deze tweede rail, gezien volgens de lengterichting van het scherm en in gebruik, zich uitstrekt tussen de eerste rail en een gedeelte van de paal. De houder is hier bij voorkeur verschuifbaar opgesteld in deze tweede rail volgens de lengterichting van de groef. De vorm van de houder correspondeert bij voorkeur met de vorm van de tweede rail of met de vorm van de tweede rail en de positie van de scheidingselementen. De vorm van de eerste rail correspondeert bij voorkeur met de vorm van het genoemde randdeel dat voorzien is zich uit te strekken in deze eerste rail zodat het scherm klembaar opneembaar is in de groef. Dergelijke palen zijn ook eenvoudig te vervaardigen. Zo kan men (aluminium) profielen gaan extruderen met dergelijke twee- of meerdelige groeven. De paal omvat dan een dergelijk profiel of is dan een dergelijk profiel. Verder bij voorkeur omvat de groef een derde rail, waarbij de tweede rail zich uitstrekt tussen de eerste en de derde rail. Deze derde rail kan bijvoorbeeld geschikt zijn voor het ontvangen van één of meerdere bevestigingselementen waarmee de houderbevestigbaar is aan de paal.
Zo kan de derde rail, indien de houder bevestigd wordt aan de paal met behulp van een moer en een bout, geschikt zijn om de moer te ontvangen.
Ook verder bij voorkeur hebben de eerste en de tweede rail samen een U-vormige doorsnede met twee opstaande wanden en zijn de scheidingselementen twee plaatvormige elementen die elk verbonden zijn met een opstaande wand en zich nagenoeg loodrecht uitstrekken op het vlak dat zich uitstrekt volgens de hoogterichting en de lengterichting van het scherm.
Een dergelijke vorm is zeer geschikt wanneer de schermen plaatvormig zijn.
Een paal omvattende dergelijke rails kan zeer eenvoudig via extrusie bekomen worden.
Zo kan de paal bijvoorbeeld geëxtrudeerd zijn en vervaardigd zijn uit aluminium.
De paal omvat dan bij voorkeur een extrusie aluminium profiel.
De vorm van de houder kan zo zijn aangepast dat de houder een deel omvat dat voorzien is om zich uit te strekken tussen de twee scheidingselementen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten één of meerdere palen van de genoemde één of meerdere palen, twee genoemde groeven die zich tegenover elkaar uitstrekken, zodat deze één of meerdere palen verbindbaar zijn met twee schermen.
Deze palen zijn dan voorzien om dienst te doen als tussenpaal van de omheining.
Bij voorkeur omvatten één of meerdere palen van de genoemde één of meerdere palen slechts één genoemde groef, en doen ze dienst als eindpalen.
Het doel wordt ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het installeren van een omheining zoals hierboven weergegeven, waarbij de palen en de schermen afwisselend worden geplaatst, zodat om één genoemd scherm te verbinden met een eerste en een tweede genoemde paal, eerst de eerste paal minstens gedeeltelijk wordt verankerd in een ondergrond, daarna het scherm bevestigd wordt aan deze eerste paal, waarna de tweede paal bevestigd wordt aan het scherm en minstens gedeeltelijk verankerd wordt in de ondergrond.
Hier kan men dan scherm per scherm gaan plaatsen en zo eenvoudig het scherm op de gewenste hoogte/inclinatie gaan plaatsen, waardoor deze werkwijze zeer geschikt is om een omheining op een eenvoudig manier teplaatsen en dit ook op een oneffen terrein of op een hellend terrein.
In een alternatieve werkwijze worden eerst de palen geplaatst, om daarna de schermen te plaatsen.
Verder bij voorkeur is een genoemde houder aangebracht in de genoemde groeven van de eerste en de tweede paal en worden deze houders in een vaste positie bevestigd in elk van deze groeven, en dit voor de eerste paal voorafgaand aan of na het minstens gedeeltelijk verankeren van deze eerste paal in de ondergrond, en dit voor de tweede paal voorafgaand aan het bevestigen van de tweede paal aan het scherm, waarbij het scherm ter hoogte van elke zijrand een genoemd ophangelement omvat of een genoemd ophangelement bevestigd wordt aan elke zijrand en dat om het scherm te bevestigen aan de eerste paal, een randdeel omvattende de ene genoemde zijrand zo wordt aangebracht in de groef dat het respectievelijke ophangelement van bovenaf wordt aangebracht in de respectievelijke houder en dat om de tweede paal te bevestigen aan het scherm, de groef van de tweede paal zo wordt aangebracht rondom een randdeel van het scherm omvattende de andere genoemde zijrand dat de respectievelijke houder van onderaan geschoven wordt tot het respectievelijke ophangelement in deze houder is aangebracht.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een omheining een werkwijze volgens deze uitvinding.
De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij -figuur I een opengewerkt perspectief is van de bovenzijde van een paal en een houder van een omheining volgens de uitvinding; -figuur 2 een detail is van figuur 1;
-figuur 3 een doorsnede weergeeft van een paal waaraan een houder bevestigd 1s en dit ter hoogte van de bevestiging van de houder aan de paal; -figuur 4 een vooraanzicht is van een deel van een scherm van de omheining volgens de uitvinding;
-figuur 5 een vooraanzicht is van een paal en een scherm verbonden met de paal en dit ter hoogte van het ophangelement en de houder, waarbij ter hoogte van de effectieve verbinding van het ophangelement en de houder een doorsnede is weergegeven;
-figuur 6 een detail is van figuur 5; -figuren 7 tot 10 perspectiefvoorstellingen zijn van de omheining tijdens het plaatsen van de omheining op een terrein.
De omheining, zoals hier weergegeven in de figuren 7 tot 10, omvat 3 palen (2) en twee schermen (1). Elk scherm (1) is identiek en plaatvormig.
Het scherm (1) strekt zich uit volgens een lengterichting (B) en een hoogterichting (A), waarbij de hoogterichting (A) in gebruik voorzien is zich verticaal uit te strekken.
Elk scherm (1) omvat bovenaan een bovenrand, onderaan een onderrand en twee zijranden (3) die zich tegenover elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting (B). Elk scherm (1) omvat twee randdelen die elk een genoemde zijrand (3) omvatten en die elk voorzien zijn zich uit te strekken in een groef (4) van een genoemde paal (2) (zie verder). Elk scherm (1) omvat twee ophangelementen (6) die elk zo respectievelijk met een zijrand (3) verbonden zijn dat ze uitstekende elementen vormen die uitsteken voorbij het scherm (1) volgens de lengterichting (B) en waarvan de afmetingen, gezien volgens een richting loodrecht op een vlak volgens de lengterichting (B) en de hoogterichting (A), zich binnen de afmetingen van het scherm (1) uitstrekken.
Elk ophangelement (6) omvat een vastzetdeel (8) dat zich het verst uitstrekt van de zijrand (3) en een smaller centraal deel dat zich tussen het vastzetdeel (8) en de zijrand (3) uitstrekt gezien volgens de lengterichting (B).
De omheining omvat drie palen (2), zijnde twee eindpalen (2) die elk één groef (4) omvatten en één tussenpaal (2) die twee tegenover elkaar gelegen groeven (4) omvat. Al deze groeven (4) zijn identiek. Deze palen (2) omvatten elk een aluminium profiel dat via extrusie is bekomen en dat de genoemde één of twee groeven (4) omvat. Elke paal (2) omvat ook een afdekplaatje (13) om het profiel bovenaan af te dekken. De palen (2) zijn langwerpig en de groeven (4) strekken zich uit volgens de lengterichting van de palen (2). In gebruik strekken de palen (2) zich verticaal uit, waardoor deze palen (2) zich volgens de hoogterichting (A) van het scherm (1) uitstrekken.
Elke groef (4) omvat drie naast elkaar gelegen onderdelen, zijnde een eerste, een tweede en een derde rail (124, 12b, 12c). De eerste rail (12a) sluit aan op de tweede rail (12b) en de tweede rail (12b) sluit aan op de derde rail (12c). Zoals zichtbaar in figuur 2 is de derde rail (12c) het meest centraal gelegen, strekt de tweede rail (12b) zich uit tussen de eerste en de derde rail (124, 12c) en vormt de eerste rail (12a) het buitenste gedeelte van de groef (4).
Het genoemde randdeel van het scherm (1) strekt zich uit in de eerste rail (12a) in gebruik. De houder (5) strekt zich hoofdzakelijk uit in de tweede rail (12b) in gebruik. De derde rail (12c) heeft een U-vormige doorsnede met twee opstaande wanden en een wand die deze opstaande wanden met elkaar verbindt. De eerste rail (12a) en de tweede rail (12b) vormen samen een U-vorige doorsnede met twee opstaande wanden (17) die in gebruik zich uitstrekken volgens vlakken die zich uitstrekken volgens de hoogterichting (A) en de lengterichting (B) van het scherm (1), dat zich uitstrekt in de eerste rail (12a), en de afstand tussen deze opstaande wanden (17) gezien volgens een richting loodrecht op de genoemde vlakken komt overeen met de corresponderende afmeting van het scherm (1), zijnde de dikte van het scherm (1), zodat het scherm (1) geklemd is in de eerste rail (12a). De eerste rail (124) is gescheiden van de tweede rail (12b) door twee plaatvormige scheidingselementen (11) die elk verbonden zijn met een respectievelijke laatstgenoemde opstaande wand (17) en die zich elk uitstrekken volgens een vlak dat zich loodrecht uitstrekt op een vlak dat zich uitstrekt volgens dehoogterichting (A) en de lengterichting (B) van het scherm (1). De eerste rail (12a) ende tweede rail (12b) zijn breder dan de derde rail (120). De houder (5) is opgebouwd uit twee onderdelen (Sa, 5b) die met elkaar verbindbaar zijn met behulp van een moer (16) en een bout (15). Het eerste onderdeel (Sa) is plaatvormig, is vervaardigd uit verenstaal en omvat een veerelement (10). Het eerste onderdeel (5a) sterkt zich in gebruik uit in de tweede rail (12b). Het tweede onderdeel (5b) is voorzien zich tegen het eerste onderdeel (5a) uit te strekken en zo samen met het eerste onderdeel (5a) een opneemruimte (7) te begrenzen waarin het ophangelement (6) gedeeltelijk aanbrengbaar is volgens een opneemrichting, waarbij deze opneemrichting overeenkomt met de lengterichting van de paal (2) en het ophangelement (6) van bovenaf aanbrengbaar is in deze opneemruimte (7). Het tweede onderdeel (5b) is vervaardigd uit aluminium en omvat een gedeelte dat voorzien is zich volledig uit te strekken in de tweede rail (12b) en een gedeelte dat voorzien is zich tussen de genoemde scheidingselementen (11) uit te strekken.
Deze houder (5) is met behulp van de genoemde moer (16) en bout (15) bevestigbaar in de tweede rail (12b) en wanneer de moer (16) en bout (15) niet volledig zijn aangespannen, is de houder (5) verschuifbaar in de tweede rail (12b) en dit volgens de lengterichting van de paal (2). Zo kan men eenvoudig de houder (5) op de gewenste hoogte brengen en dan op deze hoogte de bout (15) en de moer (16) verder aanspannen zodat de houder (5) een vaste positie inneemt in de groef (4) in gebruik.
Verder omvat het tweede onderdeel (5b) een wand met een gleufvormige opening (9), die toegang verschaft tot de opneemruimte (7), waarin het centraal deel van het ophangelement (6) volgens de opneemrichting plaatsbaar is en waardoorheen het centraal deel van het _ophangelement (6) voorzien is zich uit te strekken in gebruik volgens de lengterichting (B), waarbij, in gebruik en gezien volgens een richting die zich loodrecht uitstrekt op een vlak die zich uitstrekt volgens de lengterichting (B) en de hoogterichting (A), de afmetingen van de gleufvormige opening (9) kleiner zijn de corresponderende afmetingen van het vastzetdeel (8). De moer (16) strekt zich in de derde rail (12c) uit.
Het veerelement (10) helpt mee verhinderen dat het vastzetdeel (8) zich terug uit de opneemruimte (7) begeeft, eens het ophangelement (6) aangebracht is in de houder (5).
Een mogelijke werkwijze volgens de uitvinding om deze omheining te installeren op een terrein wordt weergegeven in figuren 7 tot 10. Eerst wordt een eindpaal (2) verankerd in de ondergrond, daarna wordt een genoemd scherm (1) bevestigd aan de eindpaal (2), dan wordt de tussenpaal (2) bevestigd aan dit scherm (1) en verankerd en wordt het andere genoemde scherm (1) bevestigd aan de tussenpaal (2). Figuur 7 geeft de situatie weer waarbij de stappen tot en met het verankeren van de tussenpaal (2) reeds zijn uitgevoerd en waarbij het andere scherm (1) wordt bevestigd aan de tussenpaal (2). De houder (5), die zich uitstrekt in de groef (4) van de tussenpaal (2) waarin er nog geen scherm (1) is aangebracht, wordt eerst op de gewenste hoogte bevestigd aan de paal (2) in een vaste positie en dit door de bout (15) en moer (16) te gaan aanspannen wanneer de houder (5) zich op de gewenste hoogte uitstrekt.
Dan brengt men het respectievelijk randdeel van het tweede scherm (1) van bovenaan aan in deze groef (4) totdat het respectievelijke ophangelement (6) is aangebracht in de respectievelijke houder (5) en dus totdat het vaszetdeel (8) zich uitstrekt in de opneemruimte (7) en het centraal deel van het ophangelement (6) zich uitstrekt doorheen de gleufvormige opening (9) en steunt op het tweede onderdeel (5b) van de houder (5). Voorafgaand aan het bevestigen van het tweede scherm (1) aan de tussenpaal (2) wordt reeds een put (14) gegraven waarin de tweede eindpaal (2) dient te komen.
Eens het tweede scherm (1) bevestigd is aan de tussenpaal (2) wordt hetresultaat bekomen zichtbaar in figuur 8. De houder (5), die zich uitstrekt in de groef (4) van de tweede eindpaal (2) wordt op de gewenste hoogte bevestigd aan deze paal (2) in een vaste positie en dit door de bout (15) en moer (16) te gaan aanspannen wanneer de houder (5) zich op de gewenste hoogte uitstrekt.
Dan bevestigd men de tweede eindpaal (2) aan het tweede scherm (1) en dit door de groef (4) van de eindpaal (2) van onderaan aan te brengen rondom het respectievelijk randdeel van het tweede scherm (1) en dit tot het respectievelijke ophangelement (6) is aangebracht in de respectievelijke houder (5). De tweede eindpaal (2) bevindt zich dan met zijn onderkant in de put (14), zoals weergegeven in figuur 10. Als laatste stap wordt deze tweede eindpaal (2) verankerd in de ondergronddoor de genoemde put (14) op te vullen.

Claims (14)

CONCLUSIES
1. Omheining omvattende één of meerdere schermen (1) en één of meerdere langwerpige palen (2) voor het positioneren en vasthouden van de één of meerdere schermen (1), waarbij elk scherm (1) in gebruik zich uitstrekt volgens een hoogterichting (A) en een lengterichting (B) en zo omvat een bovenrand, een onderrand en twee tegenover elkaar gelegen zijranden (3) die zich op een afstand van elkaar uitstrekken gezien volgens de lengterichting (B) en dat elke genoemde paal (2) minstens verbindbaar is met één genoemd scherm (1) en hiervoor minstens één groef (4) omvat die zich nagenoeg uitstrekt volgens de hoogterichting (A) van het respectievelijke scherm (1) in gebruik en waarin een randdeel van dit scherm (1) omvattende een genoemde zijrand (3), opneembaar is zodat dit scherm (1) in de groef (4) van de paal (2) wordt vastgehouden in gebruik, met het kenmerk dat de omheining voor elke paal (2) omvat een houder (5), die zo in een vaste positie verbindbaar 1s met de paal (2) dat de houder (5) in gebruik zich uitstrekt in de groef (4), en een ophangelement (6) dat voorzien is om verbonden te worden met het respectievelijke scherm (1) of deel uitmaakt van het respectievelijke scherm (1), waarbij het ophangelement (6) in de houder (5) aanbrengbaar is voor het ophangen van het scherm (1) in de groef (4) van de paal (2), waarbij dit ophangelement (6) zich, volgens de lengterichting (A) van het scherm (1), uitstrekt voorbij de genoemde zijrand (3).
2. Omheining volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het ophangelement (6) zich, gezien volgens een richting die zich loodrecht uitstrekt op een vlak dat zich uitstrekt volgens de lengterichting (B) en de hoogterichting (A), binnen de afmetingen van het scherm (1) uitstrekt.
3. Omheining volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het ophangelement (6) in gebruik steunt op de houder (5) en de houder (5) een opneemruimte (7) omvat waarin het ophangelement (6) minstens gedeeltelijk opneembaar isvolgens een opneemrichting, waarbij in gebruik deze opneemrichting zich nagenoeg uitstrekt volgens de hoogterichting (A) en de opneemruimte (7) van bovenaf toegankelijk is.
4. Omheining volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het ophangelement (6) een vastzetdeel (8) omvat dat een einddeel vormt van het ophangelement (6) dat voorzien is het verst verwijderd te zijn van de respectievelijke zijrand (3) van het scherm (1), en dat het vastzetdeel (8) voorzien is zich uit te strekken in de opneemruimte (7) en dat de houder (5) een wand omvat die mee de opneemruimte (7) begrensd en voorzien is zich uit te strekken tegenover de respectievelijke zijrand (3), waarbij deze wand een gleufvormige opening (9) omvat die toegang verschaft tot de opneemruimte (7), waarin het ophangelement (6) volgens de opneemrichting plaatsbaar is en waardoorheen het ophangelement (6) voorzien is zich uit te strekken in gebruik volgens de lengterichting (B), waarbij, in gebruik gezien volgens een richting die zich loodrecht uitstrekt op een vlak die zich uitstrekt volgens de lengterichting (B) en de hoogterichting (A), de afmetingen van de gleufvormige opening (9) kleiner zijn de corresponderende afmetingen van het vastzetdeel (8).
5. Omheining volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de houder (5) een veerelement (10) omvat voor het houden van het ophangelement (6) in de opneemruimte (7).
6. Omheining volgens conclusie 5, met het kenmerk de houder (5) een eerste onderdeel (5a) en een met het eerste onderdeel (Sa) verbindbaar tweede onderdeel (5b) omvat, waarbij het eerste onderdeel (5a) het veerelement (10) omvat en de twee onderdelen (54, 5b) samen, wanneer ze met elkaar verbonden zijn, de opneemruimte (7) vormen.
7. Omheining volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder (5) verschuifbaar is opgesteld in de groef (4).
8. Omheining volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de groef (4) één of meerdere scheidingselementen (11) omvat die de groef (4) opdelen in minstens twee rails (12a, 12b) die zich nagenoeg volgens de lengterichting van de groef (4) uitstrekken, zich naast elkaar uitstrekken en op elkaar aansluiten, waarbij een eerste rail (12a) voorzien is voor het ontvangen van het genoemde randdeel van het scherm (1) en de houder (5) aanbrengbaar is in een tweede rail (12b) en voorzien is om zich grotendeels in de tweede rail (12b) uit te strekken, waarbij deze tweede rail (12b), gezien volgens de lengterichting (B) in gebruik, zich uitstrekt tussen de eerste rail (12a) en een gedeelte van de paal (2).
9. Omheining volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de groef (4) een derde rail (12c) omvat, waarbij de tweede rail (12b) zich uitstrekt tussen de eerste en de derde rail (12a, 120).
10. Omheining volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de eerste en de tweede rail (124, 12b) samen een U-vormige doorsnede hebben met twee opstaande wanden (17) en de scheidingselementen (11) twee plaatvormige elementen zijn die elk verbonden zijn met een opstaande wand (17) en zich in gebruik nagenoeg loodrecht uitstrekken op het vlak dat zich uitstrekt volgens de hoogterichting (A) en de lengterichting (B) van het scherm (1).
11. Omheining volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat één of meerdere palen (2) van de genoemde één of meerdere palen (2), twee genoemde groeven (4) omvatten die zich tegenover elkaar uitstrekken, zodat deze één of meerdere palen (2) verbindbaar zijn met twee schermen (1).
12. Omheining volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat één of meerdere palen (2) van de genoemde één of meerdere palen (2) slechts één genoemde groef (4) omvatten en dienst doen als eindpaal (2).
13. Werkwijze voor het installeren van een omheining volgens één van de conclusies 1 tot 12, met het kenmerk dat de palen (2) en de schermen (1) afwisselend worden geplaatst, zodat om één genoemd scherm (1) te verbinden met een eerste en een tweede genoemde paal (2), eerst de eerste paal (2) minstens gedeeltelijk wordt verankerd in een ondergrond, daarna het scherm (1) bevestigd wordt aan deze eerste paal (2), waarna de tweede paal (2) bevestigd wordt aan het scherm (1) en minstens gedeeltelijk verankerd wordt in de ondergrond.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk dat een genoemde houder (5) is aangebracht in de genoemde groeven (4) van de eerste en de tweede paal (2) en dat deze houders (5) in een vaste positie bevestigd worden in elk van deze groeven (4), en dit voor de eerste paal (2) voorafgaand aan of na het minstens gedeeltelijk verankeren van deze eerste paal (2) in de ondergrond, en dit voor de tweede paal (2) voorafgaand aan het bevestigen van de tweede paal (2) aan het scherm (1), waarbij het scherm (1) ter hoogte van elke zijrand (3) een genoemd ophangelement (6) omvat of een genoemd ophangelement (6) bevestigd wordt aan elke zijrand (3) en dat om het scherm (1) te bevestigen aan de eerste paal (2) een randdeel omvattende de ene genoemde zijrand (3) zo wordt aangebracht in de groef (4) dat het respectievelijke ophangelement (6) van bovenaf wordt aangebracht in de respectievelijke houder (5) en dat om de tweede paal (2) te bevestigen aan het scherm (1), de groef (4) van de tweede paal (2) zo wordt aangebracht rondom een randdeel van het scherm (1) omvattende de andere genoemde zijrand (3) dat de respectievelijke houder (5) van onderaan geschoven wordt tot het respectievelijke ophangelement (6) in deze houder (5) is aangebracht.
BE20195042A 2019-01-24 2019-01-24 Omheining BE1026979B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195042A BE1026979B1 (nl) 2019-01-24 2019-01-24 Omheining

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195042A BE1026979B1 (nl) 2019-01-24 2019-01-24 Omheining

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026979A1 BE1026979A1 (nl) 2020-08-17
BE1026979B1 true BE1026979B1 (nl) 2020-08-24

Family

ID=65268706

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195042A BE1026979B1 (nl) 2019-01-24 2019-01-24 Omheining

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1026979B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2003106788A1 (en) * 2002-06-12 2003-12-24 Gunnebo Troax Ab A system for screening off and a method of mounting thereof
DE202009014463U1 (de) * 2009-08-10 2010-02-18 Staudinger Gmbh Schutzzaun
WO2013089560A2 (en) * 2011-12-12 2013-06-20 New Timber B.V. Garden screen and decking
EP3399123A1 (fr) * 2017-05-05 2018-11-07 Zhejiang Yotrio Group Co., Ltd Kit pour réaliser une clôture, procédé de montage de la clôture a l aide de ce kit et clôture ainsi montée

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2003106788A1 (en) * 2002-06-12 2003-12-24 Gunnebo Troax Ab A system for screening off and a method of mounting thereof
DE202009014463U1 (de) * 2009-08-10 2010-02-18 Staudinger Gmbh Schutzzaun
WO2013089560A2 (en) * 2011-12-12 2013-06-20 New Timber B.V. Garden screen and decking
EP3399123A1 (fr) * 2017-05-05 2018-11-07 Zhejiang Yotrio Group Co., Ltd Kit pour réaliser une clôture, procédé de montage de la clôture a l aide de ce kit et clôture ainsi montée

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026979A1 (nl) 2020-08-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2007950C2 (nl) Tuinscherm en loopdek.
CA2870710C (en) Fence rail and bracket system
US4666115A (en) Plant hanger
EP0263648A2 (en) Outdoor courtesy bench
BE1026979B1 (nl) Omheining
EP0559705A1 (en) A shelf support system
FR3074206A1 (fr) Dispositif de fixation de lamelles a panneau grillage rigide, kit de fixation de lamelles a panneau grillage rigide et cloture occultante equipee d’un tel kit
US20080193217A1 (en) Trench grate assembly with debris chute
FR2934000A1 (fr) Dispositif de protection dite grimpante
NL8502427A (nl) Bevestigingsinrichting voor het aan een voorwand monteren van sanitair, armaturen, buisdelen en leidingen.
NL8903018A (nl) Inrichting voor de verbinding van de dragers van demonteerbare vakwerkbouwsels.
FR2524521A1 (fr) Systeme de suspension et d'accrochage de dalles pour la realisation de faux plafond
FI109448B (fi) Laite paneelielementeistä rakennettavassa paneeliseinässä
WO2014181046A1 (fr) Systeme d'echafaudage et procede d'installation d'un tel systeme d'echafaudage sur une construction
EP2525019A1 (fr) Dispositif de lestage d'un garde-corps
FR2873729A1 (fr) Dispositif de fixation d'elements de bardage
NL2007430C2 (nl) Stelsel en werkwijze voor het met bakken met planten en/of panelen bedekken van een structuur zoals een wand of dak, alsmede een geluidsscherm voorzien van een dergelijk stelsel.
FR2461140A1 (fr) Ensemble de menuiserie modulaire, destine notamment a l'installation de stands d'exposition ou de bureaux
FR2724196A1 (fr) Dispositif de fixation d'un mat en forme de cylindre creux et mat apte a etre installe a l'aide d'un tel dispositif
NL1005434C2 (nl) Gevelbekledingssamenstel en werkwijze voor het bekleden van een gevel.
BE1029589B1 (nl) Samenstel van een scherminrichting en bevestigingsmiddelen ter bevestiging van een schermkast van deze scherminrichting
NL2012943B1 (nl) Kleminrichting met twee onderling scharnierbare profielen.
BE1027117B1 (nl) Parkeerhulpstuk voor fietsen
NL1006021C2 (nl) Centrale console voor een verkeersrotonde.
EP3619379A1 (fr) Ensemble d'elements de structure destines a former un parking aerien a etages, et parking aerien a etages correspondant

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200824

PD Change of ownership

Owner name: XALU INVEST BV; BE

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: CARDOEN ANNELIES

Effective date: 20240404