NL1002646C2 - Inrichting voor het snijden van een stijf nog niet uitgehard poriën- betonblok. - Google Patents
Inrichting voor het snijden van een stijf nog niet uitgehard poriën- betonblok. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1002646C2 NL1002646C2 NL1002646A NL1002646A NL1002646C2 NL 1002646 C2 NL1002646 C2 NL 1002646C2 NL 1002646 A NL1002646 A NL 1002646A NL 1002646 A NL1002646 A NL 1002646A NL 1002646 C2 NL1002646 C2 NL 1002646C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cutting
- bridge
- rail
- cutting device
- tooth
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B26—HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
- B26D—CUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
- B26D1/00—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
- B26D1/01—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work
- B26D1/04—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member
- B26D1/06—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member wherein the cutting member reciprocates
- B26D1/08—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member wherein the cutting member reciprocates of the guillotine type
- B26D1/09—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a linearly-movable cutting member wherein the cutting member reciprocates of the guillotine type with a plurality of cutting members
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B26—HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
- B26D—CUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
- B26D1/00—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor
- B26D1/01—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work
- B26D1/547—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a wire-like cutting member
- B26D1/553—Cutting through work characterised by the nature or movement of the cutting member or particular materials not otherwise provided for; Apparatus or machines therefor; Cutting members therefor involving a cutting member which does not travel with the work having a wire-like cutting member with a plurality of wire-like cutting members
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B11/00—Apparatus or processes for treating or working the shaped or preshaped articles
- B28B11/14—Apparatus or processes for treating or working the shaped or preshaped articles for dividing shaped articles by cutting
- B28B11/145—Apparatus or processes for treating or working the shaped or preshaped articles for dividing shaped articles by cutting for dividing block-shaped bodies of expanded materials, e.g. cellular concrete
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Forests & Forestry (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Devices For Post-Treatments, Processing, Supply, Discharge, And Other Processes (AREA)
- Processing Of Stones Or Stones Resemblance Materials (AREA)
Description
Korte aanduiding : Inrichting voor het snijden van een stijf nog niet uitgehard poriën-betonblok.
De uitvinding betreft een inrichting voor het in het 5 bijzonder in lengterichting snijden van een stijf, nog niet uitgehard poriën-betonblok.
Dergelijke inrichtingen worden bijvoorbeeld beschreven in de Duitse Offenlegungsschriften 1087960 en 1229433. Zij bezitten in het algemeen een stilstaand snijbed en een in lengterichting van het 10 snijbed verplaatsbaar verticaal staand snijraam met verticaal of schuin gestelde voorgespannen snijdraden, waarbij de snijdraden in het snijbed door langsspleten worden geleid.
Het ongehinderd doorvoeren van de snijdraden door het snijbed heeft bij de stand van de techniek constructief een aanzien-15 lijke inspanning voor de onderbouw van het snijbed vereist, zodat de snijinrichtingen in het bijzonder door de inrichtingen van de onderbouw duur, gecompliceerd en storingsgevoelig zijn.
Opgave van de uitvinding is een in het snijbedgebied eenvoudig werkende, ongecompliceerd opgebouwde, voor storing onge-20 voelige robuuste inrichting voor het snijden van een nog stijf niet uitgehard betonblok te verschaffen.
Deze opgave wordt opgelost door de kenmerken van de conclusie 1. Gunstige verdere vormgevingen van de uitvinding worden gekenmerkt in de onderconclusies. Aan de hand van de tekening wordt de 25 uitvinding in het volgende bij wijze van voorbeeld nader uiteengezet.
Figuur 1 toont een perspectivische weergave van de snij- inrichting.
Figuren 2 en 3 tonen een doorsnede door een zijgedeelte van de snijinrichting telkens met een weergave van een vergroot detail 30 "A".
De nieuwe snijinrichting bezit een fundament 1 en op verticaal staande legerruggen 2 van het fundament 1 gelegerde, evenwijdig aan elkaar geleide railstrengen 3 van een rail, zodat een in doorsnede U-vormige binnenruimte tussen de legerruggen en het funda-35 ment 1 wordt gevormd. Op iedere rail streng 3 steunt zich een draagbalk 4 met twee in lengterichting van de rail op afstand van elkaar aange- 1002646 2 brachte, daaraan of daarin gelegerde railwielen 5 af. In het gebied van het langsmidden van de bijvoorbeeld uit een U-profiel bestaande draagbalk 4 zitten de verticale raamruggen 6 van een rechthoekig snijraam, dat in hoofdzaak uit deze verticale raamruggen 6 en een 5 bovenste traverse 8 evenals een bij voorkeur in de afmetingen geringere onderste traverse 9 is opgebouwd. Tussen de traversen 8 en 9 zijn meerdere verticaal verlopende, op bepaalde zijdelingse afstand rasterachtig aangebrachte snijdraden 10 gespannen.
De aandrijving van het op de railstrengen 3 in pijlrichting 10 11 en terug verplaatsbare snijraam 7 is conventioneel en niet weer gegeven. Eveneens niet weergegeven -aangezien gebruikelijk- is een bij voorkeur toegepaste inrichting, die de snijdraden 10 bij het snijden in een zagende op en neerwaartse beweging kan verplaatsen.
Tussen de railstrengen 3 zijn meerdere in lengterichting 15 van de railstrengen op afstand aangebrachte, zich dwars daarop uit strekkende snijbed-draagbruggen 12 met hun brugkolommen 13 op het fundament 1 of dergelijke aangebracht, waarbij iedere snijbed-draag-brug 12 in hoofdzaak bestaat uit de beide brugkolommen 13 en de brug-balk 14.
20 Op iedere snijbed-draagbrug 12 rust een roosterhefbrug 15, welke in hoofdzaak bestaan uit de hefbrugkolommen 18 en de hefbrugbalk 17. De hefbrugkolommen 18 zijn op doelmatige wijze in het gebied boven de snijbed-draagbrugkolommen 13 op de snijbed-draagbrugbal ken 14 gelegen en zijn uitgevoerd als knikgewrichthefboom. Zij bestaan 25 dienovereenkomstig telkens uit een bovenste aan de hefbrugbalk 17 aangekoppelde hefboomarm 19 en een onderste aan de draagbrugbalk 14 van het snijbed aangekoppelde hefboomarm 20, waarbij tussen de hef-boomarmen 19, 20 het knikgewricht 21 is aangebracht. De onderste hefboomarm 20 is uitgevoerd als hniehefboom, waarbij de ene arm van de 30 kniehefboom de hefboomarm 20 is en de andere kniehefboomarm 22 in richting railstreng 3 wijst en zijdelings buiten de brugkolom 13 uitsteekt. De kniehefboom is in het toppunt van de hoek in een op de draagbrugbalk 14 van het snijbed zittende legersteun 23 om een evenwijdig aan de lengterichting van de railstreng verlopende horizontale 35 as zwenkbaar gelegerd, waarbij de zwenkas van de aankoppeling van de bovenste hefboomarm 19 en van het knikgewricht 21 eveneens evenwijdig 1002646 3 aan de rail strengen en horizontaal ligt. Aan het vrije einde van de kniehefboomarm 22 bevindt zich op doelmatige wijze een kogel kop 24, wiens taak verder hieronder uiteengezet wordt.
Tussen de draagbrugbalk 14 van het snijbed en de hefbrug-5 balk 17 zijn ten minste twee drukveerelementen 16 gespannen, waarbij deze drukveerelementen 16 zich tussen de hefbrugkolommen 18 bevinden en bij voorkeur telkens een drukveerelement 16 in de nabijheid naast een hefbrugkolom 18 is aangebracht. De drukveren van de drukveerelementen 16 houden de hefbrugkolommen 18 in hun gestrekte basisstand 10 (figuur 2). Indien de kniehefboomarmen 22 van een hefbrug 15 aan weerszijden gelijktijdig naar boven gedrukt worden knikt de brugkolom in en wordt de hefbalk 17 tegen de kracht van de drukveerelementen 16 naar onderen getrokken (figuur 3).
Iedere hefbalk 17 draagt een verticaal naar boven uitge-15 richte, gelijkmatig uitgevoerde tandlijst 25 met tandkuilen 26 en tanduitsteeksels 27. De tandkuilen 26 en tanduitsteeksels 27 van alle hefbruggen 15 liggen in lengterichting evenwijdig aan de railstrengen 3 met elkaar in lijn en vormen in deze richting een tandrij resp. een gatenrij. Op iedere tandrij is een roosterstaaf 28 gelegen, zodat een 20 horizontaal liggend snijbedrooster uit zijdelings naburige op afstand aangebrachte roosterstaven 28 wordt gevormd. Iedere roosterstaaf 28 bestaat uit een U-profiel staaf met de beide U-beenstaven 30 en de bodemrug 31 (detail "A" in figuren 2, 3). Op doelmatige wijze komt de tussenafstand tussen de beenstaven 30 van een tandrij en de diepte van 25 het U-profiel van de U-profiel staaf van een roosterstaaf 28 overeen met een tandhoogte van een tanduitsteeksel 27, zodat de -tanduitsteeksels 27 vormsluitend ingrijpen in de inwendige ruimte van het U-profiel en telkens een beenrug 30 van twee naburige roosterstaven 28 in een tandkuil 26 steekt. Een tandkuil 26 is daarbij breder uitge-30 voerd dan de dubbele dikte van een beenrug 30, zodat tussen naburige roosterstaven 28 een evenwijdig aan de rail ruggen 3 resp. roosterstaven 28 verlopende spleet 32 vrij blijft. De spleten 32 zijn zodanig opgesteld, dat zij in snijrichting 11 beschouwd in lijn liggen met snijdraden 10.
35 Aan de naar het rooster 29 toegekeerde binnenzijde van iedere draagbalk 4 zit een geleidingsblok 33, welke een stuk in de 1002646 4 binnenruimte van het fundament steekt. Ieder geleidingsblok 33 bezit aan de zijde van de binnenruimte een zich in lengterichting uitstrekkende geleidingsbaan in de vorm van een groefvormige geleidings-kromme-uitsparing 34, die rond gebogen of trapeziumboogvormig of 5 dergelijke naar boven gebogen verloopt (zie figuur 1). Het begin en het einde van de geleidingsbaanuitsparing 34 is in lengterichting open; zij zijn in de nabijheid van de kogel koppen 24 van de hefboom-armen 22 aangebracht, zodat de kogel koppen 24 in de geleidingsbaan 34 in kunnen bewegen indien de hefbrugkolommen gestrekt zijn (figuur 2). 10 De hoogte van de kromme van de geleidingsbaan 34 is groter dan de gesommeerde afmetingen van de dikte van de traverse 9 en de hoogte van een roosterstaaf 28 bedragen, waarbij de traverse 9 is aangebracht in een vlak, dat een weinig boven de tanduitsteeksels 27 ligt (figuur 3, detail "A").
15 De nieuwe snijinrichting werkt als volgt:
Op het snijbedrooster 29 wordt een nog plastisch poriënbetonblok 35 geplaatst. Daarbij bevindt het snijraam 7 zich in zijn uitgangsstand voor het rooster 29 (figuur 1). Dan wordt het snijraam 7 verplaatst in pijlrichting 11. Indien de kogelkoppen 24 van een 20 hefbrug 15 in de geleidingsbaan 34 (figuur 2) geraken wordt de hefbalk 15 naar onderen getrokken, zodat een spleet 36 tussen de roosterstaven 28 en de tanduitsteeksels 27 wordt gevormd, door welke de traverse 9 met een weinig speling past en door welke de traverse tijdens het verder vooruitdrijven van het snijraam 7 wordt heengeleid (figuur 3, 25 detail "A"). Indien de traverse de hefbrug 15 heeft gepasseerd wordt de hefbrug door de geleidingsbaan 34 naar boven tegen de roosterstaven 28 gedrukt. Deze handeling herhaalt zich bij iedere hefbrug, zodat de traverse 9 vrij onder het snijbedrooster 29 kan worden verplaatst. De snijdraden 10 bewegen daarbij vrij door een spleet 32 tussen twee 30 naburige roosterstaven 28 (figuur 3, detail "A").
Met de nieuwe snijinrichting kunnen dicht bij elkaar liggende sneden op de afstand van de spleten 32 of verder uit elkaar liggende sneden met een meervoud van de afstand van de spleten 32 tot stand worden gebracht. De inrichting is in zo verre variabel, aange-35 zien de spleten 32 dicht nabij elkaar aangebracht zijn. De nieuwe 1002646 5 inrichting werkt in de onderbouw zuiver mechanisch en is dan ook slechts weinig storingsgevoelig. De inrichting is bovendien eenvoudig te onderhouden en uit gedeeltelijk eenvoudig te vervaardigen en gedeeltelijk in de handel verkrijgbare delen opgebouwd.
1 0 0 2 6 A 6
Claims (15)
1. Inrichting voor het snijden van een stijf, nog niet uitgehard poriën-betonblok met een stilstaand snijbed uit rooster- 5 staven en een in lengterichting van het snijbed verplaatsbaar zich omhoog uitstrekkend snijraam met in verticale vlakken voorgespannen snijdraden, waarbij de snijdraden in het snijbed door langsspleten worden geleid, met het kenmerk, dat de roosterstaven (28) van het rooster (29) los zijn gelegen op meerdere roosterhefbruggen (15), die 10 zich dwars uitstrekken op de railstrengen (3) en die in hoofdzaak bestaan uit hefbrugkolommen (18) en hefbrugbalken (17), waarbij de hefbrugkolommen (18) een knikgewricht (21) bezitten.
2. Snijinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat iedere hefbrugkolom (18) uit een bovenste aan de hefbrugbalk (17) 15 aangekoppelde hefboomarm (19) en een onderste aan de draagbrugbalk (14) van het snijbed aangekoppelde hefboomarm bestaat, waarbij tussen de hefboomarmen (19, 20) het knikgewricht (21) is aangebracht.
3. Snijinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de onderste hefboomarm (20) is uitgevoerd als kniehefboom, waarbij de ene 20 arm van de kniehefboom de hefboomarm (20) is en de andere kniehefboom-arm (22) in richting railstreng (3) wijst en zijdelings buiten de brugkolom (18) uitsteekt.
4. Snijinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kniehefboom in het toppunt van de hoek in een legersteun (23) om een 25 evenwijdig aan de lengterichting van de railstreng verlopende horizontale as zwenkbaar gelegerd is, waarbij de zwenkas van de aankoppe-ling van de bovenste hefboomarm (19) en van het knikgewricht (21) eveneens evenwijdig aan de railstrengen en horizontaal ligt.
5. Snijinrichting volgens een of meer van de conclusies 2 tot 30 4, met het kenmerk, dat zich aan het vrije einde van de kniehefboomarm (22) een kogel kop (24) bevindt.
6. Snijinrichting volgens een of meer van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat tussen de railstrengen (3) meerdere in lengterichting van de railstrengen op afstand aangebrachte, zich dwars 35 daarop uitstrekkende snijbed-draagbruggen (12) met hun brugkolommen (13) op het fundament (1) of dergelijke afsteunen, waarbij iedere 1002646 snijbed-draagbrug (12) in hoofdzaak uit de beide brugkolommen (13) en de brugbalk (14) bestaat en de hefbrugkolommen (18) op de desbetreffende snijbed-draagbrugbalk (14) rusten.
7. Snijinrichting volgens een of meer van de conclusies 2 tot 5 6, met het kenmerk, dat tussen de sni jbed-draagbrugbalk (14) en de hefbrugbalk (17) ten minste twee drukveerelementen (16) zijn gespannen, waarbij de drukveerelementen (16) zich op doelmatige wijze tussen de hefbrugkolommen (18) bevinden.
8. Snijinrichting volgens een of meer van de conclusies 1 tot 10 7, met het kenmerk, dat iedere hefbalk (17) een verticaal naar boven uitgerichte, gelijkmatig uitgevoerde tandlijst (15) met tandkuilen (26) en tanduitsteeksels (27) draagt, en de tandkuilen (26) en de tanduitsteeksels (27) van alle hefbruggen (15) in lengterichting evenwijdig aan de rail strengen (3) met elkaar in lijn liggen en in deze 15 richting een tandrij resp. een kuilrij vormen, en dat op iedere tandrij een roosterstaaf (28) steunt, waaruit het horizontaal liggende snijbedrooster uit zijdelings naburige op afstand aangebrachte roosterstaven (28) wordt gevormd.
9. Snijinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 20 iedere roosterstaaf (28) uit een U-profiel staaf met de beide U-been- staven (30) en de bodemrug (31) bestaat en de tanduitsteeksels (27) vormsluitend ingrijpen in de binnenruimte van het U-profiel en telkens een beenrug (30) van twee naburige roosterstaven (28) in een tandkuil (26) steekt, waarbij een tandkuil (26) breder uitgevoerd is dan de 25 dubbele dikte van een beenrug (30) bedraagt, waaruit de langsspleten (32) in het rooster (29) resulteren, die zodanig opgesteld zijn, dat zij in snijrichting beschouwd in lijn liggen met snijdraden (10) van het snijraam (7).
10. Snijinrichting volgens een of meer van de conclusies 1 tot 30 9, met het kenmerk, dat de nieuwe snijinrichting uit een fundament (1) met verticaal staande legerruggen (2) is opgebouwd, waarbij de leger-ruggen (2) evenwijdig aan elkaar geleide railstrengen (3) van een rail dragen.
11. Snijinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat 35 op iedere railstreng (3) zich een draagbalk (4) met twee in lengterichting van de rail op afstand van elkaar aangebrachte, daaraan of 1002646 daarin gelegerde railwielen (5) afsteunt, in het gebied van het langsmidden van de bijvoorbeeld uit een U-profiel bestaande draagbalk (4) de verticale raamruggen (6) van een rechthoekig snijraam (7) zitten, dat in hoofdzaak uit deze verticale raamruggen (6) en een 5 bovenste traverse (8) evenals een bij voorkeur in de afmetingen geringere onderste traverse (9) is opgebouwd, waarbij tussen de traversen (8) en (9) in loodrechte vlakken de snijdraden (10) rastervormig gespannen zijn.
12. Snijinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 10 het snijraam (7) op de rail strengen (3) aangedreven verplaatsbaar uitgevoerd is.
13. Snijinrichting volgens een of meer van de conclusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat de snijbed-draagbruggen (12) tussen de railstrengen (3) zijn gelegen.
14. Snijinrichting volgens een of meer van de conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat aan de naar het rooster (29) toegekeerde binnenzijde van iedere draagbalk (4) een geleidingsblok (33) zit, dat een stuk in de binnenruimte van het fundament steekt, waarbij ieder geleidingsblok (33) aan de zijde van de binnenruimte een zich in 20 lengterichting uitstrekkende geleidingsbaan in de vorm van een groef-vormige geleidingskromme-uitsparing (34) bezit, die aangebracht zijn in de nabijheid van de kogelkoppen (24) van de hefboomarmen (22), zodat de kogelkoppen (24) in de geleidingsbaan (34) ingevoerd kunnen worden indien de hefbrugkolommen (18) gestrekt zijn.
15. Snijinrichting volgens een of meer van de conclusies 1 tot 14, met het kenmerk, dat de hoogte van de kromme van de geleidingsbaan (34) groter is dan de gesommeerde afmetingen van de dikte van de traverse (9) en van de hoogte van een roosterstaaf (28) bedragen, waarbij de traverse (9) is aangebracht in een vlak, dat een weinig 30 boven de tanduitsteeksels (27) ligt. 1002646
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19511746 | 1995-03-30 | ||
DE1995111746 DE19511746A1 (de) | 1995-03-30 | 1995-03-30 | Vorrichtung zum Schneiden eines steifen, noch nicht gehärteten Porenbetonblocks |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1002646A1 NL1002646A1 (nl) | 1996-10-01 |
NL1002646C2 true NL1002646C2 (nl) | 1997-07-25 |
Family
ID=7758205
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1002646A NL1002646C2 (nl) | 1995-03-30 | 1996-03-19 | Inrichting voor het snijden van een stijf nog niet uitgehard poriën- betonblok. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
CZ (1) | CZ92896A3 (nl) |
DE (1) | DE19511746A1 (nl) |
NL (1) | NL1002646C2 (nl) |
PL (1) | PL313552A1 (nl) |
SK (1) | SK40296A3 (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE19515758C1 (de) * | 1995-04-28 | 1996-10-02 | Ytong Ag | Vorrichtung zum Schneiden eines steifen, noch nicht gehärteten Porenbetonblocks |
HU227132B1 (hu) * | 2004-04-19 | 2010-07-28 | Tibor Brettschneider | Elõre gyártott építési elemek, eljárás ilyen elemekbõl modulrendszerû külsõ térelhatároló szerkezet gyártására, valamint ezekbõl épülethomlokzat készítése, továbbá eljárás építési elemek elõállítására |
DE102008055740A1 (de) * | 2008-11-04 | 2010-05-06 | Xella Baustoffe Gmbh | Verfahren und Schneideinrichtung zum Schneiden von schneidfesten Leichtbetonkuchen in Leichtbetonformkörper sowie Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Leichtbetonformkörpern |
CN103056962A (zh) * | 2012-12-25 | 2013-04-24 | 张家港保税区多元机械设备制造有限公司 | 一种固定式纵向式切割机 |
CN104842440B (zh) * | 2015-04-16 | 2017-03-15 | 东岳机械集团有限公司 | 一种生产蒸压加气砌块用u型架防尘切割车 |
CN105082333A (zh) * | 2015-07-30 | 2015-11-25 | 重庆市泰日建材有限公司 | 一种加气砖用切割装置 |
CN112692974A (zh) * | 2019-12-19 | 2021-04-23 | 宋文奇 | 应用于加气混凝土成型后的可调节型切割设备 |
CN110861203B (zh) * | 2019-12-23 | 2021-03-23 | 江苏润鼎智能装备科技有限公司 | 坯体两端去废料装置 |
CN111958849B (zh) * | 2020-09-14 | 2022-07-12 | 乐陵市顺鑫顺新型建材有限公司 | 一种砖块切割钢丝自动上油去料机构 |
CN114274191B (zh) * | 2021-11-08 | 2024-09-24 | 安徽靖童科技农业发展有限公司 | 一种可调间距的肉类食品切割装置 |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL79354C (nl) * | 1951-04-05 | |||
DE1087960B (de) * | 1959-05-23 | 1960-08-25 | Josef Hebel Gasbetonwerk | Vorrichtung zum Schneiden und Abheben von plastischen Koerpern aus Leichtbeton |
DE1229433B (de) * | 1965-06-10 | 1966-11-24 | Hebel Gasbetonwerk Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Zerteilen von Bloecken aus plastischem Material, insbesondere Porenbetonbloecken |
-
1995
- 1995-03-30 DE DE1995111746 patent/DE19511746A1/de not_active Withdrawn
-
1996
- 1996-03-19 NL NL1002646A patent/NL1002646C2/nl not_active IP Right Cessation
- 1996-03-27 SK SK40296A patent/SK40296A3/sk unknown
- 1996-03-29 PL PL31355296A patent/PL313552A1/xx unknown
- 1996-03-29 CZ CZ96928A patent/CZ92896A3/cs unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1002646A1 (nl) | 1996-10-01 |
SK40296A3 (en) | 1997-08-06 |
CZ92896A3 (en) | 1997-02-12 |
PL313552A1 (en) | 1996-10-14 |
DE19511746A1 (de) | 1996-10-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1002646C2 (nl) | Inrichting voor het snijden van een stijf nog niet uitgehard poriën- betonblok. | |
GB2259924A (en) | "Fencing" | |
DE2906080A1 (de) | Fahrzeughebebuehne | |
KR20010022851A (ko) | 문 또는 게이트 닫힘장치 | |
NL1014937C2 (nl) | Meerlaags parkeerinrichting en parkeersysteem. | |
DE4239486C2 (de) | Hubtor mit staffelbaren Sektionen | |
NL1007700C2 (nl) | Meeneemelement. | |
NL8602313A (nl) | Tot een boogvorm samengesteld zonwering. | |
DE3619096A1 (de) | Vorrichtung zum halten und transportieren von formteilen | |
EP0462609A1 (de) | Abdeckung für längliche Montagegruben | |
DE3910751C2 (nl) | ||
AT401956B (de) | Schiebetor | |
DE102018102752B4 (de) | Heber mit mindestens einer vertikal verfahrbaren Hubplattform mit einem Riemenantrieb | |
DE3015648A1 (de) | Vorrichtung zum lagenweisen entstapeln insbesondere aus langgestreckten profilhoelzern geschichteter stapel | |
NL9002531A (nl) | Inrichting voor het vervaardigen van voorgespannen betonnen dwarsliggers voor spoorrails, alsmede dwarsliggers vervaardigd onder toepassing van deze inrichting. | |
US3390484A (en) | Fence gate | |
DE3437720A1 (de) | Vertikale speichervorrichtung, insbesondere fuer kraftfahrzeuge | |
JPH11311074A (ja) | シャッター | |
EP0514809B1 (de) | Förderanlage für als Stückgut ausgebildetes Fördergut | |
DE19531945C2 (de) | Hubtor mit staffelbaren Sektionen | |
DE19654444A1 (de) | Schranke | |
EP1118716B1 (en) | Apparatus for the maintenance of viaducts | |
EP0831189B1 (de) | Parkeinrichtung mit zwei Plattformen übereinander | |
DE102016015471A1 (de) | Terrassenüberdachung | |
DE3709240C2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 19970522 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20001001 |