BE1010007A3 - Weefkader voor weefmachines. - Google Patents

Weefkader voor weefmachines. Download PDF

Info

Publication number
BE1010007A3
BE1010007A3 BE9600049A BE9600049A BE1010007A3 BE 1010007 A3 BE1010007 A3 BE 1010007A3 BE 9600049 A BE9600049 A BE 9600049A BE 9600049 A BE9600049 A BE 9600049A BE 1010007 A3 BE1010007 A3 BE 1010007A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
profile
siphon
heddles
contact
weaving frame
Prior art date
Application number
BE9600049A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE9600049A priority Critical patent/BE1010007A3/nl
Priority to PCT/EP1997/000178 priority patent/WO1997026396A1/de
Priority to EP97901536A priority patent/EP0874930B1/de
Priority to DE59701221T priority patent/DE59701221D1/de
Priority to JP52568897A priority patent/JP4146898B2/ja
Priority to US09/101,300 priority patent/US6009918A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1010007A3 publication Critical patent/BE1010007A3/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C9/00Healds; Heald frames
    • D03C9/06Heald frames
    • D03C9/0608Construction of frame parts
    • D03C9/0616Horizontal upper or lower rods
    • D03C9/0633Heald bars or their connection to other frame parts
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C9/00Healds; Heald frames
    • D03C9/06Heald frames
    • D03C9/0691Arrangements of means for damping or noise reduction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Window Of Vehicle (AREA)

Abstract

Weefkader die hevelprofielen (6,7) en tussen de hevelprofielen (6,7) voorziene hevels (10) bevat, waarbij de hevels (10) teneinde schokken, trillingen en lawaai te vermijden volgens hun langsrichting (A) slechts met een bovenste of met een onderste aanslagzijde (15,20,26,29;16,21,27,30) van één enkel hevelprofiel (6,7) kunnen contact maken.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Weefkader voor weefmachines. 



  --------------------------- De huidige uitvinding betreft een weefkader die hevelprofielen en tussen de hevelprofielen aangebrachte hevels bevat. 



  Het is gekend bij weefkaders hevels tussen hevelprofielen, ook genaamd hevelroeden, te voorzien. De hevels worden hierbij met hun twee einden gekoppeld met de hevelprofielen teneinde toe te laten de hevels samen met de weefkaders te laten bewegen. In een verticale stand van de weefkaders kunnen de hevels hierbij contact maken met de aanslagzijde van het bovenste hevelprofiel of met de aanslagzijde van het onderste hevelprofiel. Daar de hevels en het weefkader onder invloed van warmte uitzetten en bepaalde fabricatietoleranties vertonen en daar de hevels verplaatsbaar langsheen de hevelprofielen moeten zijn, bijvoorbeeld om het herstellen van kettingdraden toe te laten, worden de hevels met een speling van 2   ä   3 millimeter tussen de aanslagzijde van het bovenste hevelprofiel en de aanslagzijde van het onderste hevelprofiel bevestigd. 



  Wanneer een weefkader zieh in een bovenste positie bevindt maken de hevels contact met de aanslagzijde van het bovenste hevelprofiel. Wanneer vervolgens het weefkader naar beneden beweegt, zullen de hevels onder invloed van de spanning in de kettingdraden en van traagheidskrachten op een bepaald ogenblik loskomen van de aanslagzijde van het bovenste hevelprofiel en vervolgens in contact komen met de aanslagzijde van het onderste hevelprofiel. Analoog zullen, bij het naar boven bewegen van het weefkader, de hevels op een bepaald ogenblik loskomen van de aanslagzijde van het onderste hevelprofiel en vervolgens in contact komen met de aanslagzijde van het 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 bovenste hevelprofiel.

   Dit loskomen van de hevels van het ene hevelprofiel en vervolgens, na een vrije relatieve beweging volgens hun langsrichting over een afstand van 2   ä   3 millimeter ten opzichte van de hevelprofielen, in contact komen met het andere hevelprofiel veroorzaakt schokken die aanleiding geven tot lawaai en trillingen van de hevels. Op lange termijn zullen deze schokken en de daarbij horende trillingen ook oorzaak zijn voor het breken van de hevels en/of voor het breken van de weefkaders. 



  Het doel van de uitvinding is een weefkader die de voornoemde nadelen niet vertoont en waarbij de hevels minder aan schokken en bijhorende trillingen onderhevig zijn en minder lawaai produceren. 



  Tot dit doel betreft de uitvinding een weefkader waarbij de hevels in een verticale stand van het weefkader contact kunnen maken met een bovenste aanslagzijde of met een onderste aanslagzijde van het ene hevelprofiel en waarbij bij een beweging van de hevels volgens hun langsrichting tussen de voornoemde aanslagzijden van het voornoemde hevelprofiel, de hevels volgens hun langsrichting vrij kunnen bewegen ten opzichte van het andere hevelprofiel. 



  De uitvinding biedt als voordeel dat gezien de hevels van het weefkader bij een langsbeweging slechts contact kunnen maken met een enkel hevelprofiel, de speling tussen de hevels en dit hevelprofiel en de daaruit resulterende vrije beweging volgens hun langsrichting van de hevels ten opzichte van dit hevelprofiel klein kan gekozen worden en zodoende schokken en bijhorende trillingen en lawaai van de hevels vermeden worden. De voornoemde speling is slechts vereist om de hevels langsheen dit hevelprofiel te kunnen verplaatsen. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Bovendien komen bij gebruik van weefkaders volgens de uitvinding minder draadbreuken ter hoogte van de weefkaders voor dan bij gebruik van gekende weefkaders, hetgeen het rendement van de weefmachine ten goede komt. 



  Bij voorkeur is de speling van de hevels tussen de bovenste en de onderste aanslagzijde van het hevelprofiel waarmee de hevels contact kunnen maken in de orde van grootte van één millimeter of kleiner dan   een   millimeter. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 schematisch een weefkader volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een doorsnede volgens lijn 11-11 in figuur 1 weergeeft ; figuur 3 de doorsnede van figuur 2 in een andere stand weergeeft ; figuren 4 tot 23 per twee, in twee standen analoog aan figuren 2 en 3, variante uitvoeringsvormen weergeven ; figuur 24 het weefkader van figuren 22 en 23 in een zicht analoog aan figuur 1 weergeeft. 



  In figuren 1 tot 3 is schematisch een weefkader 1 volgens de uitvinding weergegeven. Dit weefkader 1 bevat twee zijsteunen 2 en 3 die verbonden zijn door dwarssteunen 4 en 5. Op een bepaalde afstand van iedere dwarssteun 4,5 wordt aan iedere dwarssteun 4,5 een hevelprofiel 6,7 met bevestigingsstukken 8 en bouten 9 bevestigd. Tussen de hevelprofielen 6 en 7 worden hevels 10 aangebracht. Aan de zijkanten van de hevelprofielen 6 en 7 worden afneembare kragen 11 voorzien die 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 verhinderen dat de hevels 10 van de hevelprofielen 6,7 kunnen schuiven. De hevels 10 bevatten een draadoog 12 voor het geleiden van niet in de figuren weergegeven kettingdraden. 



  Zoals verduidelijkt in figuren 2 en 3 bevatten de hevels 10 aan hun beide uiteinden een opening 13 en 14 die een hevelprofiel 6 en 7 omsluit. De grootte van de openingen 13 en 14 is hierbij identiek, terwijl het bovenste hevelprofiel 6 een grotere hoogte vertoont dan het onderste hevelprofiel 7. In de stand van figuur 2 maakt de opening 13 van de hevel 10 contact met de bovenste aanslagzijde 15 van het hevelprofiel 6 en is er een speling volgens de langsrichting A van de hevel 10 tussen de opening 13 en de onderste aanslagzijde 16 van het hevelprofiel 6. In de stand van figuur 3 maakt de opening 13 contact met de onderste aanslagzijde 16 van het hevelprofiel 6 en is er een speling volgens de langsrichting A van de hevel 10 tussen de opening 13 en de bovenste aanslagzijde 15. 



  De hevelprofielen 6 en 7 worden met behulp van de bevestigingsstukken 8 en de bouten 9 op een bepaalde afstand van de dwarssteunen 4 en 5 bevestigd, zodanig dat het hevelprofiel 7 geen contact kan maken met de opening 14. De opening 14 en het hevelprofiel 7 vertonen hierbij onderlinge afmetingen die zodanig zijn dat de speling tussen de opening 14 en het hevelprofiel 7 volgens de langsrichting A van de hevel 10 in de standen van figuren 2 en 3 zowel langs de bovenzijde als langs de onderzijde minstens dubbel zo groot is als de speling volgens de langsrichting A tussen de opening 13 en het hevelprofiel 6. Hierdoor kunnen de hevels 10 volgens hun langsrichting A bewegen tussen de aanslagzijden 15 en 16 van het hevelprofiel 6 en kunnen de hevels 10 volgens hun langsrichting A vrij bewegen ten opzichte van het hevelprofiel 7. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  De speling volgens de langsrichting A van de opening 13 van de hevels 10 tussen de bovenste aanslagzijde 15 en de onderste aanslagzijde 16 van het hevelprofiel 6, met andere woorden de afstand waarover de hevels 10 volgens hun langsrichting A kunnen bewegen tussen de posities waarbij deze contact maken met de bovenste of onderste aanslagzijden 15 en 16, is in de orde van grootte van   een   millimeter. Bij voorkeur is de voornoemde speling kleiner dan   een   millimeter en in de orde van grootte van een halve millimeter of nog kleiner. 



  De openingen 13 en 14 kunnen volgens een richting loodrecht op de langsrichting A contact maken met beide hevelprofielen 6 en 7 teneinde te verhinderen dat de hevels 10 volgens deze richting zieh zouden verplaatsen. Het is duidelijk dat het hevelprofiel 7 hierbij alleen dient om te verhinderen dat de hevels 10 ter hoogte van dit hevelprofiel 7 zieh zouden verplaatsen in een richting loodrecht op de langsrichting A. 



  In figuren 4 en 5 is een variante weergegeven waarbij de openingen 13 en 14 volgens de langsrichting A van de hevels 10 een verschillende hoogte vertonen, terwijl de hevelprofielen 6 en 7 een gelijke hoogte vertonen. Hierbij zijn de hevelprofielen 6 en 7 en de hevels 10 tevens zodanig ten opzichte van elkaar voorzien dat de hevels 10 contact kunnen maken met een bovenste aanslagzijde 15 of met een onderste aanslagzijde 16 van het hevelprofiel 6 en waarbij bij een beweging van de hevels 10 volgens hun langsrichting A tussen de voornoemde aanslagzijden 15 en 16 de hevels 10 volgens hun langsrichting A vrij kunnen bewegen ten opzichte van het hevelprofiel 7. 



  In figuren 6 en 7 is een variante uitvoeringsvorm weergegeven waarbij zowel de hevelprofielen 6 en 7 en de openingen 13 en 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 14 respectievelijk volgens de langsrichting A van de hevels 10 een gelijke hoogte vertonen. Bij deze uitvoeringsvorm wordt ter hoogte van de opening 13 van alle hevels 10 een inlegstuk 17 voorzien zodat de bovenzijde van de opening 13 van de hevel 10 contact kan maken met de bovenste aanslagzijde 15 van het hevelprofiel 6 en de hevel 10 via de bovenzijde van het inlegstuk 17 contact kan maken met de onderste aanslagzijde 16 van het hevelprofiel 6. Hierbij kan het hevelprofiel 7 eveneens volgens de langsrichting A van de hevels 10 niet samenwerken met de opening 14 in de hevel 10. 



  In figuren 8 en 9 is een variante uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de hevels 10 aan hun beide uiteinden voorzien zijn van C-vormige haken 18 en 19 die de hevelprofielen 6 en 7 omsluiten. De hevelprofielen 6 en 7 en de haken 18 en 19 vertonen hierbij volgens de langsrichting A van de hevels 10 een verschillende hoogte. Hierbij kan de C-vormige haak 19 contact maken met de bovenste aanslagzijde 20 of met de onderste aanslagzijde 21 van het hevelprofiel 7, terwijl de C-vormige haak 18 volgens de voornoemde langsrichting A geen contact kan maken met het hevelprofiel 6. 



  De keuze of de hevels 10 contact kunnen maken met het bovenste of met het onderste hevelprofiel 6 of 7 is bij voorkeur functie van de binding. Bij bindingen waarbij meer weefkaders 1 in de benedengaap staan, zoals een   een-twee   binding, een   een-drie   binding, een twee-drie binding, is contact met het onderste hevelprofiel 7 voorkeurdragend. Bij bindingen waarbij meer weefkaders in de bovengaap staan, zoals een   twee-een   binding, een   drie-een   binding, een drie-twee binding, is contact met het bovenste hevelprofiel 6 voorkeurdragend. 



  In figuren 10 en 11 is een variante uitvoeringsvorm 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 weergegeven waarbij de hevels 10 aan hun beide uiteinden voorzien zijn van J-vormige haken 22 en 23 die ingrijpen in uitsparingen 24,25 voorzien in de hevelprofielen 6 en 7. De haak 22 kan hierbij contact maken met een bovenste aanslagzijde 26 of met een onderste aanslagzijde 27 van het hevelprofiel 6 terwijl de haak 23 volgens de langsrichting A van de hevels 10 geen contact kan maken met het hevelprofiel 7. Hierbij kan de haak 23 met voldoende speling volgens de langsrichting A van de hevels 10 verplaatst worden in de uitsparing 25 in het hevelprofiel 7. Hierbij vertonen de haken 22 en 23 gelijke afmetingen. 



  In figuren 12 en 13 is een variante van figuren 10 en 11 weergegeven waarbij de J-vormige haak 22 een grotere hoogte vertoont dan de J-vormige haak 23 zodat de haak 22 met de aanslagzijden 26 en 27 van het hevelprofiel 6 kan in contact komen en de haak 23 volgens de langsrichting A vrij kan bewegen in het hevelprofiel 7 wanneer de haak 22 tussen de aanslagzijden 26 en 27 beweegt. Hierbij vertonen de hevelprofielen 6 en 7 gelijke afmetingen. 



  In figuren 14 en 15 is nog een variante weergegeven waarbij de hevels 10 voorzien zijn van een inlegstuk 28 waarmee de hevels 10 contact kunnen maken met het hevelprofiel 7. 



  Zodoende kunnen de hevels 10 rechtstreeks contact maken met de aanslagzijde 29 van het hevelprofiel 7 en kunnen de hevels 10 via het inlegstuk 28 contact maken met de aanslagzijde 30 van het hevelprofiel 7. Hierbij kan het hevelprofiel 6 volgens de langsrichting A niet samenwerken met de hevels 10. 



  Hierbij vertonen de hevelprofielen 6 en 7 en de haken 22 en 23 respectievelijk gelijke afmetingen. 



  In figuren 16 en 17 is een variante weergegeven waarbij de 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 hevels 10, net als in de uitvoeringsvorm van figuren 10 tot 13, met behulp van een J-vormige haak 22 kunnen contact maken met aanslagzijden 26 en 27 van het hevelprofiel 6, terwijl ter hoogte van het hevelprofiel 7 de hevels 10 aan hun uiteinde zijn voorzien van een open haak 31 die volgens de langsrichting A van de hevels 10 vrij omheen het hevelprofiel 7 kan bewegen. De aanslagzijde 26 van het hevelprofiel 6 wordt hierbij gevormd door een inlegprofiel 32 dat zieh over de volledige breedte van het hevelprofiel 6 uitstrekt en dat vast bevestigd is aan dit hevelprofiel 6. 



  In figuren 18 en 19 is nog een variante uitvoeringsvorm weergegeven waarbij aan het hevelprofiel 7 twee inlegprofielen 33 en 34 vast zijn bevestigd die zieh volgens de breedte van het hevelprofiel 7 uitstrekken en die respectievelijk de bovenste en de onderste aanslagzijde 29, 30 van dit hevelprofiel 7 vormen die in contact kunnen komen met de haak 23 van alle hevels 10. De haak 22 van de hevels 10 kan hierbij volgens de langsrichting A niet in contact komen met het hevelprofiel 6. 



  In figuren 20 en 21 is een variante uitvoeringsvorm weergegeven waarbij tussen het hevelprofiel 6 en de opening 13 van de hevel 10 een staafvormig element 35 is aangebracht. De hevels 10 kunnen rechtstreeks contact maken met de bovenste aanslagzijde 15 van het hevelprofiel 6 en kunnen via dit element 35 contact maken met de onderste aanslagzijde 16 van het hevelprofiel 6. Dit element 35 is niet vast verbonden met het hevelprofiel 6 en is ook niet vast verbonden met de hevels 10. Dit element 35 strekt zieh hierbij uit over de volledige breedte van het hevelprofiel 6 zodanig dat alle hevels 10 via dit element 35 contact kunnen maken met het hevelprofiel 6. Hierbij kan het hevelprofiel 7 volgens de 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 langsrichting A niet samenwerken met de hevels 10. 



  In figuren 22 tot 24 is een variante uitvoeringsvorm van figuren 20 en 21 weergegeven waarbij tussen het hevelprofiel 6 en de opening 13 van de hevels 10 een slangvormig element 36 is aangebracht. De hevels 10 kunnen via dit element 36 contact maken met een aanslagzijde 16 van het hevelprofiel 6 en kunnen rechtstreeks contact maken met een andere aanslagzijde 15 van het hevelprofiel 6. De hevels 10 kunnen volgens hun langsrichting A geen contact maken met het hevelprofiel 7. Dit element 36 kan uitzetten onder invloed van een fluidum dat in het element 36 wordt gebracht. Hiertoe is dit element 36 verbonden met een eenheid 37 die door een stuureenheid 38 gestuurd wordt en die fluidum aan het element 36 kan toevoeren teneinde het element 36 te laten uitzetten.

   Het fluidum bestaat bij voorbeeld uit water en de eenheid 37 uit een pomp die water onder druk in het element 36 kan pompen. 



  Volgens een andere mogelijkheid bestaat het fluidum uit perslucht en de eenheid 37 uit een aantal kleppen waarlangs perslucht van een persluchtbron al dan niet naar het element 36 kan toegevoerd worden. 



  Zoals verduidelijkt in figuur 24 strekt het element 36 zich hierbij uit tussen de kragen 11 van het hevelprofiel 6, meer speciaal over nagenoeg de volledige breedte van het hevelprofiel 6. De kragen 11 vertonen een vorm zodanig dat het element 36 met zekerheid met alle hevels 10 kan samenwerken, daar het element 36 langer is dan de breedte van het hevelprofiel 6 dat in contact kan komen met de hevels 10. 



  Wanneer een fluidum in het element 36 wordt gebracht dwingt het element 36, zoals weergegeven in figuur 23, de hevels 10 rechtstreeks in contact te komen met de bovenste aanslagzijde 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 15 van het hevelprofiel 6 en via dit element 36 met de onderste aanslagzijde 16 van het hevelprofiel 6. Dit laat toe de hevels 10 zonder speling ten opzichte van het hevelprofiel 6 te bevestigen waardoor de vrije beweging van de hevels 10 volgens hun langsrichting ten opzichte van het hevelprofiel 6 onbestaande is en zodoende schokken, trillingen en lawaai van de hevels 10 worden vermeden. 



  Wanneer men het fluidum uit het element 36 laat ontsnappen, neemt het element 36 een positie in zoals weergegeven in figuur 22, waarbij de hevels 10 gemakkelijk langsheen het hevelprofiel 6 kunnen verschuiven. Dit is vereist voor het toelaten om een gebroken kettingdraad te herstellen. 



  Bij voorkeur wordt de eenheid 37 bij het weven door de stuureenheid 38 gestuurd zodat een fluidum aan het slangvormig element 36 wordt toegevoerd en de hevels 10 zieh in een stand bevinden zoals weergegeven in figuur 23. Wanneer een kettingdraadbreuk wordt vastgesteld, en de weefmachine wordt gestopt, wordt bij voorkeur de eenheid 37 zodanig door de stuureenheid 38 gestuurd dat het fluidum uit het element 36 kan ontsnappen en de hevels 10 zieh in een stand zoals weergegeven in figuur 22 bevinden. Wanneer vervolgens de weefmachine wordt gestart, stuurt de stuureenheid 38 de eenheid 37 zodanig dat pas na enkele seconden terug fluidum aan het element 36 wordt toegevoerd, om terug de stand zoals weergegeven in figuur 23 te bekomen.

   Dit laat toe dat de hevels 10, na verschoven te zijn langsheen het hevelprofiel 6 teneinde een kettingdraadbreuk te herstellen, terug hun positie van voor de kettingdraadbreuk innemen vooraleer de hevels 10 door het element 36 terug in contact gedwongen worden met het hevelprofiel 6. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



  Hiertoe bevat de stuureenheid 38 middelen die afhankelijk van de toestand van de weefmachine, dit is normaal weven, niet weven na een kettingdraadbreuk of starten met weven na een kettingdraadbreuk, de eenheid 37 zodanig sturen dat al dan niet fluidum aan het element 36 wordt toegevoerd. De toestand van de weefmachine wordt bepaald aan de hand van signalen voor een kettingdraadbreuk of voor het starten van de weefmachine. 



  De openingen 13 of 14, de haken 18 of 19 en 22 of 23 die volgens de langsrichting A geen contact kunnen maken met een betreffend hevelprofiel 6 of 7 dienen alleen om te verhinderen dat de hevels 10 zieh volgens een richting loodrecht op de langsrichting A ten opzichte van het betreffende hevelprofiel 6 of 7 kunnen verplaatsen. De openingen 13 of 14, de haken 18 of 19 en 22 of 23 die volgens de langsrichting A wel contact kunnen maken met de aanslagzijden een hevelprofiel 6 of 7 dienen uiteraard ook om te verhinderen dat de hevels 10 zieh volgens een richting loodrecht op de langsrichting A ten opzichte van het betreffende hevelprofiel 6 of 7 kunnen verplaatsen. Door het verhinderen van de beweging volgens een richting loodrecht op de langsrichting A wordt tevens verhinderd dat de hevels 10 kunnen kantelen. 



  De inlegstukken 17 en 28, de inlegprofielen 32,33 en 34 en de elementen 35 en 36 kunnen bestaan uit een kunststof die sleetvast is. Dit is tevens voordelig voor het lawaai. 



  Het weefkader volgens de uitvinding beperkt zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.

Claims (10)

Conclusies.
1. Weefkader die hevelprofielen (6, 7) en tussen de hevelprofielen (6, 7) voorziene hevels (10) bevat, daardoor gekenmerkt dat de hevels (10) in een verticale stand van het weefkader (1) contact kunnen maken met een bovenste aanslagzijde (15, 20, 26, 29) of met een onderste aanslagzijde (16, 21, 27, 30) van het ene hevelprofiel (6, 7), en waarbij bij een beweging van de hevels (10) volgens hun langsrichting (A) tussen de voornoemde aanslagzijden (15, 20, 26, 29 ; 16, 21, 27, 30) van het voornoemde hevelprofiel (6, 7) de hevels (10) volgens hun langsrichting (A) vrij kunnen bewegen ten opzichte van het andere hevelprofiel (6, 7).
2. Weefkader volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de speling van de hevels (10) tussen de bovenste en de onderste aanslagzijde (15, 20, 26, 29 ; 16, 21, 27, 30) van het hevelprofiel (6, 7) waarmee de hevels (10) contact kunnen maken in de orde van grootte is van een millimeter.
3. Weefkader volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de speling van de hevels (10) tussen de bovenste en de onderste aanslagzijde (15, 20, 26, 29 ; 16, 21, 27, 30) van het hevelprofiel (10) waarmee de hevels (6, 7) contact kunnen maken kleiner is dan een millimeter.
4. Weefkader volgens een der conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat de hevels (10) voorzien zijn van een inlegstuk (17, 28) dat contact kan maken met een aanslagzijde (16, 30) van een hevelprofiel (6, 7).
5. Weefkader volgens een der conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat een aanslagzijde (26, 29, 30) van een hevel- <Desc/Clms Page number 13> profiel (6, 7) gevormd wordt door een aan het hevelprofiel (6, 7) bevestigd inlegprofiel (32, 33, 34) dat zieh volgens breedte van het hevelprofiel (6, 7) uitstrekt.
6. Weefkader volgens een der conclusies 1 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de hevels (10) via een tussen de hevels (10) en een hevelprofiel (6) voorzien element (35, 36) contact kunnen maken met een aanslagzijde (15) van het hevelprofiel (6).
7. Weefkader volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het element (36) slangvormig is en onder invloed van een fluidum kan uitzetten.
8. Weefkader volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het element (36) de hevels (10) in contact kan dwingen met de bovenste en de onderste aanslagzijde (15, 16) van een hevelprofiel (6).
9. Weefkader volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat het element (36) verbonden is met een door een stuureenheid (38) gestuurde eenheid (37) die fluidum aan het element (36) kan toevoeren teneinde het element (36) te laten uitzetten.
10. Weefkader volgens een der conclusies 7 tot 9, daardoor gekenmerkt dat de stuureenheid (38) voorzien is van middelen die toelaten afhankelijk van de toestand van de weefmachine, al dan niet fluidum aan het element (36) toe te voeren.
BE9600049A 1996-01-19 1996-01-19 Weefkader voor weefmachines. BE1010007A3 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600049A BE1010007A3 (nl) 1996-01-19 1996-01-19 Weefkader voor weefmachines.
PCT/EP1997/000178 WO1997026396A1 (de) 1996-01-19 1997-01-16 Webschaft für eine webmaschine
EP97901536A EP0874930B1 (de) 1996-01-19 1997-01-16 Webschaft für eine webmaschine
DE59701221T DE59701221D1 (de) 1996-01-19 1997-01-16 Webschaft für eine webmaschine
JP52568897A JP4146898B2 (ja) 1996-01-19 1997-01-16 織機用のヘドルフレーム
US09/101,300 US6009918A (en) 1996-01-19 1997-01-16 Power loom

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600049A BE1010007A3 (nl) 1996-01-19 1996-01-19 Weefkader voor weefmachines.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010007A3 true BE1010007A3 (nl) 1997-11-04

Family

ID=3889482

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600049A BE1010007A3 (nl) 1996-01-19 1996-01-19 Weefkader voor weefmachines.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US6009918A (nl)
EP (1) EP0874930B1 (nl)
JP (1) JP4146898B2 (nl)
BE (1) BE1010007A3 (nl)
DE (1) DE59701221D1 (nl)
WO (1) WO1997026396A1 (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19932685A1 (de) * 1999-07-13 2001-01-18 Grob Horgen Ag Horgen Weblitzensystem
DE19962977B4 (de) * 1999-12-24 2012-03-08 Picanol N.V. Webschaft für eine Webmaschine
FR2812007B1 (fr) * 2000-07-24 2002-11-29 Burckle Et Cie Ets Cadre de lisse pour machine a tisser equipe d'un dispositif amortisseur de lisses et dispositif amortisseur de lisses
DE10206130B4 (de) 2002-02-14 2016-09-01 Groz-Beckert Kg Webschaft mit mindestens einer Weblitze
DE10260024B4 (de) * 2002-12-19 2007-03-29 Groz-Beckert Kg Weblitze
DE10260051B4 (de) * 2002-12-19 2006-10-05 Groz-Beckert Kg Webschaft
DE10260075B4 (de) 2002-12-19 2007-02-01 Groz-Beckert Kg Schaftrahmen und Webschaft für Webmaschinen
FR2849067B1 (fr) * 2002-12-24 2005-04-29 Staubli Sa Ets Lisse, cadre de lisses et metier a tisser equipe d'un tel cadre
DE10329219B4 (de) * 2003-06-28 2007-04-05 Groz-Beckert Kg Schaftstab mit beweglichem Litzendämpfungselement
FR2857675B1 (fr) * 2003-07-18 2006-01-13 Staubli Sa Ets Cadre lisses et metier a tisser pourvu d'au moins un tel cadre
JP4961101B2 (ja) * 2003-07-18 2012-06-27 シュトイブリー・ファベルゲ ヘルド枠と少なくとも1個のこのヘルド枠を備えた織機
FR2857674B1 (fr) * 2003-07-18 2006-03-17 Staubli Sa Ets Cadre de lisse et metier a tisser pourvu d'au moins un tel cadre
DE10342577B4 (de) * 2003-09-15 2005-07-21 Groz-Beckert Kg Litze mit vermindertem Spiel
DE10349646A1 (de) * 2003-10-21 2005-06-02 Picanol N.V. Webschaft
TWM286956U (en) * 2005-10-14 2006-02-01 Cooler Master Co Ltd Heat dissipation structure
CN103710813A (zh) * 2013-12-25 2014-04-09 吴江市恒艺丝绸整理厂 一种能自减振的综框
CN105019095B (zh) * 2015-07-28 2016-08-24 苏州市丹纺纺织研发有限公司 一种动能传递式综框

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL31734C (nl) *
DE9413705U1 (de) * 1994-08-25 1994-10-20 Textilma Ag Schaftvorrichtung

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3895655A (en) * 1974-04-12 1975-07-22 Rockwell International Corp Harness frame for looms
US4106529A (en) * 1976-10-22 1978-08-15 Steel Heddle Manufacturing Company Heddle frame

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL31734C (nl) *
DE9413705U1 (de) * 1994-08-25 1994-10-20 Textilma Ag Schaftvorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
JP2000503356A (ja) 2000-03-21
JP4146898B2 (ja) 2008-09-10
EP0874930B1 (de) 2000-03-08
WO1997026396A1 (de) 1997-07-24
US6009918A (en) 2000-01-04
DE59701221D1 (de) 2000-04-13
EP0874930A1 (de) 1998-11-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1010007A3 (nl) Weefkader voor weefmachines.
US5839481A (en) Procedure and a selector device of the movable hooks of a shed-forming mechanism and a jacquard type loom force balancing of hooks in a jacquard loom
US5743308A (en) Double lift weave system
BE1005708A3 (nl) Weefmachine met twee onderling verplaatsbare weefmachinegedeelten.
EP1783254A1 (en) Warp yarn weaving device for selvedge formation in weaving looms
BE1018732A3 (nl) Drie-dimensionaal heveloog.
BE1015048A4 (nl) Inrichting voor het bevestigen van terugtrekveren in een harnas van een jacquardweefmachine.
BE1021506B1 (nl) Module geschikt voor inbouw in een jaquardmachine
US3155118A (en) Loom harness
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
CN1724732B (zh) 梭口形成机构、三位织造系统及配备该系统的织机
BE1016228A3 (nl) Verbindingsstang voor een aandrijfsysteem.
BE1015720A3 (nl) Lancetinrichting voor een dubbelstukweefmachine en dubbelstukweefmachine voorzien van dergelijke lancetinrichting.
FR2535743A1 (fr) Systeme de commande de lisses pour un metier a tisser a foule a ondulation mouvante
JPS5834578B2 (ja) 開口装置
BE1015554A3 (nl) Bindingsinrichting voor een weefmachine en werkwijze voor het gebruik ervan.
KR20060038993A (ko) 종광 프레임 및 적어도 하나의 종광 프레임을 구비한제직기계
BE1017831A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het weven van poolweefsels met verbeterde garentoevoer.
US3058495A (en) Harness for cross weaving
US4088158A (en) Heddle rod hanger assembly
BE1012033A3 (nl) Bevestiging voor een riet.
BE903190A (nl) Werkwijze voor de artikelwissel in een weverij en inrichting erbij aangewend
KR101019726B1 (ko) 직기 종광틀의 개구운동 안내구
US2483857A (en) Harness frame for looms
US1748001A (en) Harness-tape-selvage motion for looms

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20130131