BE1012033A3 - Bevestiging voor een riet. - Google Patents

Bevestiging voor een riet. Download PDF

Info

Publication number
BE1012033A3
BE1012033A3 BE9800448A BE9800448A BE1012033A3 BE 1012033 A3 BE1012033 A3 BE 1012033A3 BE 9800448 A BE9800448 A BE 9800448A BE 9800448 A BE9800448 A BE 9800448A BE 1012033 A3 BE1012033 A3 BE 1012033A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
reed
attachment
profile
connecting rod
top profile
Prior art date
Application number
BE9800448A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to BE9800448A priority Critical patent/BE1012033A3/nl
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to US09/701,580 priority patent/US6318412B1/en
Priority to CN99807185A priority patent/CN1117187C/zh
Priority to EP99926450A priority patent/EP1086266B1/de
Priority to JP2000553641A priority patent/JP4511727B2/ja
Priority to KR10-2000-7013410A priority patent/KR100539017B1/ko
Priority to CNB031368859A priority patent/CN1306089C/zh
Priority to DE59904965T priority patent/DE59904965D1/de
Priority to PCT/EP1999/003686 priority patent/WO1999064653A1/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1012033A3 publication Critical patent/BE1012033A3/nl
Priority to US09/984,123 priority patent/US6516834B2/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/02Construction of loom framework
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/60Construction or operation of slay
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/60Construction or operation of slay
    • D03D49/62Reeds mounted on slay

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Bevestiging voor een riet (1) op een ladebalk (12) van een weefmachine, waarbij een langwerpige verbindingsstaaf (14,34), die nagenoeg volgens een langsrichting (A) van het riet (1) is opgesteld, op een afstand van het riet (1) met de ladebalk (12) en met het bovenprofiel (4) van het riet (1) verbonden is, teneinde een beweging van het riet (1) volgens de langsrichting (A) te verhinderen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Bcvestiging voor een riet. 



  ------------------------- De uitvinding betreft een bevestiging   voos zen   riet op een ladebalk van een weefmachine, waarbij het onderprotiel van het riet aan de ladebalk is bevestigd. 



  Bij weefmachines is het gekend het onderprofiel van een riet met behulp van een klemverbinding, zoals een spieopspanning, aan een ladebalk te bevestigen. Bij hoge weefsnelheden-dit zijn weefsnelheden in de orde van grootte van duizend of meer inslagen per minuut-is vastgesteld dat de lamellen van een riet breken Ler hoogte van het onderprofiel van het riet. 



  Het is gekend aan   een   of aan beide einden van het riet een massieve stalen versterkingsstaaf, op een wijze analoog aan de lamellen van het riet, evenwijdig met deze lamellen tussen het bovenprofiel en het onderprofiel van het riet te voorzien. Een dergelijke versterkingsstaaf kan recht zijn of kan meerdere plooien bevatten. Indien een dergelijke versterkingsstaaf wordt voorzien aan de inslaginbrengzijde van het riet, wordt het juist naast de weefselrand of het riet opstellen van de   hoofdb1azerbuizen   en de inslagschaar bemoeilijkt. Indien een dergelijke versterkingsstaaf aan de overzijde van het riet wordt voorzien, wordt het juist naast de weefselrand of het riet opstellen van de inslagwachter en de strekinrichting bemoeilijkt. Dit resulteert meestal in een weefsel met relatief lange afvaleindjes.

   Tevens kunnen strepen ontstaan ter hoogte van de randen van het weefsel, die nabij een massieve stalen versterkingsstaaf zijn gelegen. 



  Bij hoge weefsnelheden kan een dergelijke versterkingsstaaf onvoldoende verhinderen, dat de lamellen van het riet ter hoogte van het onderprofiel van het riet breken. 



  Het doel van de uitvinding is een bevestiging voor een riet, 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 die toelaat dergelijke breuken van de lamellen van het riet te vermijden. 



  Tot dit doel bevat de bevestiging voor het riet een langwerpige verbindingsstaaf, die nagenoeg volgens een langsrichting van het riet is opgesteld, waarvan een einde op een afstand van het riet verbonden is met de ladebalk, en waarvan het andere einde verbonden is met het bovenprofiel van het riet, teneinde een beweging van het riet volgens de langsrichting te verhinderen. 



  De bevestiging volgens de uitvinding biedt   at8   voordeel dat het riet, in het bijzonder het bovenprofiel en de lamellen, volgens zijn langsrichting niet kan trillen, waardoor breuken van de lamellen ter hoogte van het onderprofiel vermeden worden. De langwerpige verbindingsstaaf laat verder toe, dat alle lamellen van het riet bij het aanslaan van een inslagdraad in een vlak loodrecht op de langsrichting van het riet kunnen vervormen, waardoor strepen in het weefsel en breuken van de lamellen ter hoogte van het onderprofiel van het riet door de impactbelasting van het aanslaan vermeden worden. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de bevestiging voor het riet een steunelement, dat op een afstand van het riet aan de ladebalk is bevestigd, en waaraan een einde van de verbindingsstaaf is bevestigd. Dit laat op een eenvoudige wijze toe, een einde van de verbindingsstaaf op een afstand van het riet met de ladebalk te verbinden. 



  Volgens een uitvoeringsvorm is, in geval van een luchtweefmachine, minstens   een   hoofdblazer of een inslagwachter en/of een strekinrichting, voorzien op een voornoemd steunelement. 



  Dit geeft voor gevolg dat voor de bevestiging volgens de uitvinding minder bijkomende onderdelen vereist zijn. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



  Volgens een uitvoeringsvorm is de verbindingsstaaf met het bovenprofiel van het riet via een staaf, die voorzien is in het bovenprofiel, verbonden. Dit laat toe een goede verbinding tussen het bovenprofiel en de verbindingsstaaf te vormen. 



  Volgens een uitvoeringsvorm is de verbindingsstaaf dun en balkvormig, en vertoont die een dikte in de orde van grootte van twee millimeter, een hoogte in de orde van grootte van vijftien millimeter en een lengte in de orde van grootte tussen honderd en tweehonderd millimeter, en bestaat uit staal. Dit verzekert dat de verbindingsstaaf bij de optredende krachten niet kan knikken en zodoende verhindert dat het riet volgens de langsrichting kan bewegen. 



  Teneinde de kenmerken van de uitvinding duidelijker naar voor te brengen wordt de uitvinding hieronder nader toegelicht aan de hand van tekeningen met uitvoeringsvoorbeelden, waarin : figuur 1 in isometrie een bevestiging voor het riet volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een doorsnede volgens vlak II in figuur 1 weergeeft ; figuur 3 een doorsnede volgens vlak III in figuur 1 weergeeft ; figuur 4 een doorsnede volgens vlak IV in figuur 1 weergeeft ; figuur 5 nog een bevestiging voor een riet volgens de uitvinding weergeeft. 



  In figuren 1 en 2 is een riet 1 weergegeven, dat een aantal U-vormige geprofileerde lamellen 2 bevat, die samen een geleidingskanaal 3 voor een inslagdraad vormen. De verschillende lamellen 2 worden in een bovenprofiel 4 en een onderprofiel 5 aangebracht. Deze lamellen 2 worden zowel ter 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 hoogte van het bovenprofiel   1   als ter hoogte van het onderprofiel 5 door   20genaamdp bindspiralen   7 en 8 op een bepaalde afstand van elkaar gehouden. Deze lamellen 2 worden hierbij samen met een bindspiraal 7 of 8 en steunstaafjes 9 of 10, aan het bovenprofiel 4 of het onderprofiel 5 gekleefd. 



    Hct   onderprofiel 5 wordt door middel van een spie 11 en bouten 13 aan een ladebalk 12 bevestigd. De ladebalk 12 wordt op een gekende wijze (niet weergegeven) evenwijdig aan de ladeas van de weeflade op ladebenen bevestigd, die op hun beurt bevestigd zijn op de ladeas. 



  De bevestiging voor het riet   1   volgens de uitvinding bevat tevens een langwerpige verbindingsstaaf 14 die nagenoeg volgens een langsrichting A van het riet 1 is opgesteld, teneinde een beweging van het riet 1 volgens de langsrichting A te verhinderen. De verbindingsstaaf 14 is ter hoogte van de inslaginbrengzijde van het riet 1 aangebracht. De verbindingsstaaf 14 bestaat bijvoorbeeld uit staal, is dun en balkvormig en vertoont een dikte (volgens de dwarsrichting B in figuur   1)   in de orde van grootte van twee millimeter, een hoogte in de orde van grootte van vijftien millimeter en een lengte in de orde van grootte tussen ongeveer honderd en tweehonderd millimeter. 



  Het einde 15 van de verbindingsstaaf 14 is op een afstand van het riet 1 met de ladebalk 12 verbonden. Hiertoe is het einde 15 van de verbindingsstaaf 14 door middel van een boutverbinding 16 en een bevestigingsstuk 17 verbonden met een steunelement 18, dat op een afstand van het riet 1 aan de ladebalk 12 is bevestigd. Het steunelement 18 is, analoog aan het onderprofiel 5 van het riet   1,   door middel van een spie 19 en bouten 20 aan een ladebalk 12 bevestigd. 



  In geval van een luchtweefmachine worden, zoals weergegeven in figuren 1 en 3, minstens   een   hoofdblazer en bijvoorbeeld 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 twee hoofdblazers 21 en 22 op het voornocmdc   stcunelement IS   voorzien. Hiertoe wordt de houder 23 voor beide hoofdblazers 21 en 22 met bouten 24 aan het steunelemcnt 18 bevestigd, terwijl de einden van de   buizen   25 en 26 van de hoofdblazers 21 en 22 door middel van een steun 27 en een bout 28 aan het steunelement 18 zijn bevestigd. 



  Het andere einde 29 van de verbindingsstaaf 14 is verbonden met het bovenprofiel 4 van het riet 1. Hiertoe wordt een staaf 30 in de holte van het bovenprofiel 4 voorzien, die zieh voorbij de lamellen 2 uitstrekt. Deze staaf 30 is nagenoeg even breed als de   bovcndelen   van de lamellen 2 van het riet   1,   die in de holte van het bovenprofiel 4 zijn gekleefd, zodat de staaf 30 analoog als de voornoemde lamellen 2, in de holte van het bovenprofiel 4 kan voorzien worden. Hierbij wordt de staaf 30 nabij de eerste lamel 2A van het riet 1 en het einde van de bindspiraal 7 in het bovenprofiel 4 voorzien. De steunstaafjes 9 strekken zieh over een bepaalde afstand voorbij de eerste lamel 2A en de bindspiraal 7 uit. De staaf 30 wordt samen met de steunstaafjes 9 aan het bovenprofiel 4 gekleefd.

   Bovendien kunnen de steunstaafjes 9 nog aan de staaf 30 gelast worden. 



  Een stevige bevestiging tussen de staaf 30 en het bovenprofiel 4 is vereist, daar deze bevestiging relatief grote krachten moet opnemen. Verder kan volgens een uitvoeringsvorm een steunstuk 32 aan de achterkant van het bovenprofiel 4 van het riet 1 gekleefd worden. 



  De verbindingsstaaf 14 wordt tussen de staaf 30 en het steunelement 32 voorzien, en wordt door een bout 31 tussen de staaf 30 en het steunstuk 32 geklemd. Bij voorkeur wordt een staaf 30 in staal aangewend, daar dit voordelig is om de verbindingsstaaf 14 met een bout 31 aan de staaf 30 te bevestigen. Bijvoorbeeld vertoont de verbindingsstaaf 14 een dikte die nagenoeg gelijk is aan de dikte van het achterste 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 been 33 (figuur 2) van het bovenprofiel 4. Dit laat toe dat de staaf 30 na het aanspannen van de bout 31 nagenoeg evenwijdig met het steunstuk 32 blijft. Deze oplossing is bijzonder geschikt om toegepast te worden bij rieten met een bovenprofiel 4 in aluminium of een ander relatief zwak en licht metaal. 



  Volgens een andere mogelijkheid wordt de verbindingsstaaf 14 rechtstreeks door middel van een bout aan het bovenprofiel 4 van het riet 1 bevestigd. Deze oplossing kan bijvoorbeeld aangewend worden in geval het bovenprofiel 4 van het riet 1 uit staal of een ander relatief sterk materiaal is vervaardigd. 



  In figuur 5 is een variante weergegeven die ook de voornoemde voordelen biedt, en waarbij een verbindingsstaaf 34 voorzien is aan de overzijde van het riet   1,   dit is aan de zijde van het riet 1 die tegenover de inslaginbrengzijde is gelegen. 



  De verbindingsstaaf 34 is, analoog als bij figuur   1,   met een einde 39 verbonden met het riet   1,   en met een einde 40 verbonden met een steunelement 35. Op het steunelement 35 wordt een schematisch weergegeven inslagwachter 36 en/of een strekinrichting 37 voorzien, die zodoende naast het riet 1 zijn opgesteld. De inslagwachter 36 wordt met een bout 41, en de strekinrichting 37 met een bout 42 aan het steunelement 35 bevestigd. 



  Het is duidelijk volgens nog een variante, zowel nabij de inslaginbrengzijde (figuur   1)   van het riet 1 een verbindingsstaaf 14 volgens de uitvinding, als nabij de overzijde (figuur 5) van het riet 1 een verbindingsstaaf 34 volgens de uitvinding, kan voorzien worden. 



  Het voorzien van een langwerpige verbindingsstaaf 14,34 laat hierbij toe te verhinderen dat het riet   1,   in het bijzonder 

 <Desc/Clms Page number 7> 

   het bovenprofiet    en de lamellen 2 van het riet   1,   tijdens het weven volgens de langsrichting A trilt. De verbindingsstaven 14 en/of 34 verhinderen dat dit bovenprofiel 4 naar de overzijde van het riet 1 beweegt, daar de verbindingsstaaf 14 weerstand biedt tegen trek en/of de verbindingsstaaf 34 weerstand biedt tegen druk. De verbindingsstaven 14 cn/of 34 verhinderen dat dit bovenprofiel 4 naar   d0 inslaginbrengzijde   toe beweegt, daar de verbindingsstaaf 14 weerstand tegen druk en/of de verbindingsstaaf 34 weerstand tegen trek biedt. Door hun atmetingen bieden de verbindingsstaven 14 en 34 tevens voldoende weerstand tegen knik.

   Met de krachten die optreden bij een weefsnelheid van 1200 aanslagen per minuut is berekend, dat een dunne verbindingsstaaf 14 of 34 met een dikte van ongeveer twee millimeter voldoende weerstand biedt tegen knik. 



  De langwerpige verbindingsstaven 14 en 34 volgens de uitvinding verhinderen niet, of slechts in beperkte mate, dat het naar de hoofdblazers 21,22 toe gelegen einde 6 van het riet 1 en/of het naar de inslagwachter 36 of de strekinrichting 37 toe gelegen einde 38 van het riet 1 beweegt volgens de dwarsrichting B. Dit is mogelijk daar de verbindingsstaven 14 en/of 34 een relatief grote lengte vertonen zodat de verbindingsstaven 14 en/of 34 geen grote weerstand vertonen tegen buiging volgens de dwarsrichting B, en zodoende een beweging van het riet 1 volgens de dwarsrichting B toelaten. Indien deze beweging van het riet 1 volgens dwarsrichting B zou verhinderd worden, kunnen strepen of onregelmatigheden ter hoogte van de weefselrand ontstaan. 



  Door het verhinderen van de bewegingen of trillingen van het bovenprofiel 4 volgens de langsrichting A, worden de lamellen 2 van het riet 1 ter hoogte van het onderprofiel 5 minder belast, zodat breuken van de lamellen 2 op deze plaats vermeden worden. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 



  Het is duidelijk dat de langwerpige verbindingsstaaf 14 of 34   n'iet noodzakelijk balkvormig   moet zijn. Volgens een variante uitvoeringsvorm bestaat de langwerpige verbindingsstaaf 14 of 34 bijvoorbeeld uit een ronde, een vierkante of een rechthoekige staaf, of een staaf met eender welke doorsnede, die een beweging van het riet 1 volgens de langsrichting A verhindert, en die een beweging van het riet 1 volgens de dwarsrichting B toelaat. 



  De bevestiging volgens de uitvinding beperkt zieh uiteraard niet tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen maar kan binnen het kader van de uitvinding volgens verschillende varianten uitgevoerd worden.

Claims (10)

  1. Conclusies 1. Bevestiging voor een riet (1) op een ladebalk (12) van een weefmachine, waarbij het onderprofiel (5) van het riet (1) aan de ladebalk (12) is bevestigd, daardoor gekenmerkt dat de bevestiging voor het riet (1) een langwerpige verbindingsstaaf (14, 34) bevat, die nagenocg volgens een langsrichting (A) van het riet (1) is opgesteld, waarvan een einde (15, 40) op een afstand van het riet (1) verbonden is met de ladebalk (12), en waarvan het andere einde (29, 39) verbonden is met het bovenprofiel (4) van het riet (1), teneinde een beweging van het riet (1) volgens de langsrichting (A) te verhinderen.
  2. 2. Bevestiging volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de bevestiging voor het riet (1) een steunelement (18, 35) bevat, dat op een afstand van het riet (1) aan de ladebalk (12) is bevestigd, en waaraan een einde (15, 40) van de verbindingsstaaf (14, 34) is bevestigd.
  3. 3. Bevestiging volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat, in geval van een luchtweefmachine, minstens een hoofdblazer (21, 22) voorzien is op het steunelement (18).
  4. 4. Bevestiging volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat, in geval van een luchtweefmachine, een inslagwachter (36) en/of een strekinrichting (37) voorzien zijn op het steunelement (35).
  5. 5. Bevestiging volgens een van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt de verbindingsstaaf (14, 34) met het bovenprofiel (4) van het riet (1) via een staaf (30), die voorzien is aan het bovenprofiel (4), is verbonden.
  6. 6. Bevestiging volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de staaf (30) nagenoeg even breed is als de bovendelen van de <Desc/Clms Page number 10> lamellen (2) van het riet (1), die in het bovenprofiel (4) zijn voorzien.
  7. 7. Bevestiging volgens conclusie 5 of 6, daardoor gekenmerkt dat de staaf (30) in het bovenprofiel (4) is gekleefd.
  8. 8. Bevestiging volgens een van de conclusies 5 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de staaf (30) en de steunstaafjes (9) van het riet (1) aan elkaar gelast zijn.
  9. 9. Bevestiging volgens een van de conclusies 1 tot 8, daardoor gekenmerkt dat de verbindingsstaaf (14, 34) bestaat uit staal, dun en balkvormig is.
  10. 10. Bevestiging volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de verbindingsstaaf (14, 34) een dikte in de orde van grootte van twee millimeter, een hoogte in de orde van grootte van vijftien millimeter en een lengte in de orde van grootte tussen ongeveer honderd en tweehonderd millimeter vertoont.
BE9800448A 1998-06-10 1998-06-10 Bevestiging voor een riet. BE1012033A3 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800448A BE1012033A3 (nl) 1998-06-10 1998-06-10 Bevestiging voor een riet.
CN99807185A CN1117187C (zh) 1998-06-10 1999-05-28 用来把织筘固定在筘座上的位置
EP99926450A EP1086266B1 (de) 1998-06-10 1999-05-28 Vorrichtung und verfahren zum befestigen eines webblattes an einem ladenbalken und webblatt zum durchführen des verfahrens
JP2000553641A JP4511727B2 (ja) 1998-06-10 1999-05-28 搭載梁に織りおさを固定する装置
US09/701,580 US6318412B1 (en) 1998-06-10 1999-05-28 Device for securing a weaving reed to a batten
KR10-2000-7013410A KR100539017B1 (ko) 1998-06-10 1999-05-28 직조기의 바디 보호장치
CNB031368859A CN1306089C (zh) 1998-06-10 1999-05-28 用来把织筘固定在织机的筘座上的方法及其织筘
DE59904965T DE59904965D1 (de) 1998-06-10 1999-05-28 Vorrichtung und verfahren zum befestigen eines webblattes an einem ladenbalken und webblatt zum durchführen des verfahrens
PCT/EP1999/003686 WO1999064653A1 (de) 1998-06-10 1999-05-28 Vorrichtung zum befestigen eines webblattes an einem ladenbalken
US09/984,123 US6516834B2 (en) 1998-06-10 2001-10-26 Reed with bracing arrangement

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800448A BE1012033A3 (nl) 1998-06-10 1998-06-10 Bevestiging voor een riet.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1012033A3 true BE1012033A3 (nl) 2000-04-04

Family

ID=3891298

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800448A BE1012033A3 (nl) 1998-06-10 1998-06-10 Bevestiging voor een riet.

Country Status (8)

Country Link
US (2) US6318412B1 (nl)
EP (1) EP1086266B1 (nl)
JP (1) JP4511727B2 (nl)
KR (1) KR100539017B1 (nl)
CN (2) CN1306089C (nl)
BE (1) BE1012033A3 (nl)
DE (1) DE59904965D1 (nl)
WO (1) WO1999064653A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1012033A3 (nl) * 1998-06-10 2000-04-04 Picanol Nv Bevestiging voor een riet.
KR100519604B1 (ko) * 2003-03-26 2005-10-10 주식회사 금강시스템 에어제트 직기의 바디살 떨림방지장치
JP5578879B2 (ja) * 2010-02-25 2014-08-27 デュプロ精工株式会社 古紙処理装置
CN104264343B (zh) * 2014-08-29 2015-11-18 深圳市海弘装备技术有限公司 一种钢筘定位夹持装置
KR102118330B1 (ko) * 2019-01-23 2020-06-03 삼성에스티에스(주) 직조기 리드 및 직조기 리드의 제조 방법

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2839528A1 (de) * 1978-09-11 1980-03-20 Schmeing Geb Flexibles webeblatt

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1682334A (en) * 1928-08-28 Konkad hatjser
US46381A (en) * 1865-02-14 Improvement in expansible reeds for warp-dressing and weaving
US2717007A (en) * 1952-05-27 1955-09-06 William M Battles Adjustable reed cap and shuttle guard
US2775985A (en) * 1954-04-08 1957-01-01 Clayton E Schmidt Combination loom lay and reed frame
US4015640A (en) * 1973-02-06 1977-04-05 Aktiengesellschaft Adolph Saurer High speed broad fabric loom reed construction
JPS58155386U (ja) * 1982-04-08 1983-10-17 株式会社豊田自動織機製作所 織機の筬打ち装置
JPS6141351A (ja) * 1984-07-31 1986-02-27 日産自動車株式会社 空気噴射式織機の緯糸端部処理装置
JPH02112442A (ja) * 1988-10-15 1990-04-25 Nissan Motor Co Ltd 空気噴射式織機の緯入れ装置
BE1012033A3 (nl) * 1998-06-10 2000-04-04 Picanol Nv Bevestiging voor een riet.
US6039087A (en) * 1998-09-30 2000-03-21 Steel Heddle Manufacturing Co. Reed assembly

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2839528A1 (de) * 1978-09-11 1980-03-20 Schmeing Geb Flexibles webeblatt

Also Published As

Publication number Publication date
US20020043291A1 (en) 2002-04-18
CN1117187C (zh) 2003-08-06
DE59904965D1 (de) 2003-05-15
JP2002517632A (ja) 2002-06-18
KR100539017B1 (ko) 2005-12-26
CN1306089C (zh) 2007-03-21
CN1515716A (zh) 2004-07-28
KR20010052426A (ko) 2001-06-25
EP1086266A1 (de) 2001-03-28
US6516834B2 (en) 2003-02-11
JP4511727B2 (ja) 2010-07-28
CN1305545A (zh) 2001-07-25
WO1999064653A1 (de) 1999-12-16
EP1086266B1 (de) 2003-04-09
US6318412B1 (en) 2001-11-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4790357A (en) Harness frame slat and heddle
US8454064B2 (en) Arrangement and method for attaching a bumper to side members of a vehicle
SU1701116A3 (ru) Ремизна планка ремизной рамки
US5466032A (en) Intrusion beam for reinforcing body panels of a vehicle and a vehicle door provided with such beam
BE1012033A3 (nl) Bevestiging voor een riet.
SE509041C2 (sv) Krockskyddsbalk för fordon
JP4621461B2 (ja) 綜絖子ならびに綜絖子のための支持レール
JP7139149B2 (ja) フレームスティーブ及びヘルドフレーム
CZ113193A3 (en) Adjustable connecting pull rod between a dobby machine and the first crank lever of a heald shaft control rods
BE1003628A5 (nl) Lancettenhouder.
US7500495B2 (en) End binder for a heald shaft
BE1003804A3 (nl) Inrichting voor het bevestigen van een onderdeel op de lade van een weefmachine.
WO2008091767A2 (en) Heddle frame with multi-directional adjustable brace
DE4023498C1 (nl)
US3348580A (en) Frame stave for a heddle frame
JP2006525439A (ja) 編機用ヘルドシャフト
JP5563675B2 (ja) ヘルドシャフトのためのプロフィールロッドおよびキャリヤロッド
US4706717A (en) Heddle frame for a high speed weaving machine
JP6309207B2 (ja) 補強ロッドを備えたヘルド枠用のシャフトロッド
BE1012164A3 (nl) Riet voor een weefmachine.
DE102004055381B3 (de) Schafstab für Webschäfte
HUT54570A (en) Holder of impact-fender for the doors and quarter panels of vehicle bodyworks
BE1015554A3 (nl) Bindingsinrichting voor een weefmachine en werkwijze voor het gebruik ervan.
US1686073A (en) Assighob
BE1012031A3 (nl) Riet voor een luchtweefmachine.