NL9201957A - Inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken naar een naaimachine. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken naar een naaimachine

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken, die elk bestaan uit een strip en een daarmee instelbaar verbonden haak, naar een naaimachine die gordijnplooien aan de gordijnhaken kan vastnaaien.

Beoogd wordt een dergelijke inrichting te verschaffen waarmee met grote snelheid en nauwkeurige positionering gordijnhaken aan geplooide gordijnen kunnen worden aangebracht. Een ander doel is de hoogtepositie van de eigenlijke haak ten opzichte van de bovenrand van het gordijn automatisch te kunnen instellen. Tenslotte dient de inrichting betrekkelijk simpel en goedkoop te zijn.

Volgens de uitvinding omvat de in de aanhef genoemde inrichting hiertoe een opslaghouder voor de gordijnhaken, middelen om van een gordijnhaak, die via de opslaghouder is aangevoerd, de haak ten opzichte van de strip in een gewenste positie te brengen, middelen om een gordijnhaak over een vastgestelde afstand naar een gewenste positie te schuiven, een op en neer verplaatsbaar aanslagorgaan waartegen een gordijnplooi kan worden aangeduwd in een gewenste positie onder een naaimachine, en middelen om het aanslagorgaan neerwaarts te verplaatsen zodra de gordijnhaak in de gewenste positie is geplaatst.

De opslaghouder kan bestaan uit een in hoofdzaak verticaal kokerprofiel die aan een basisplaat van de inrichting losneembaar te bevestigen is en waarin de gordijnhaken op elkaar liggend kunnen worden opgeslagen.

Bij voorkeur kan een tegen veerwerking wegdrukbare nok in een opening in een strip van een gordijnhaak grijpen om deze strip tijdelijk tegen te houden, en omvat de inrichting voorts een duworgaan dat de haak ten opzichte van de tijdelijk tegengehouden strip kan verplaatsen en een aan het duworgaan bevestigde aanslag die tegen een instelbare pen kan aanslaan.

De gewenste positie van een gordijnhaak onder een naaimachine kan worden bereikt indien de verplaatsingsmiddelen van de gordijnhaken bestaan uit een pneumatisch of hydraulisch zuiger-cilindersamenstel, een door deze cilinder te verplaatsen stang die is voorzien van twee vingers die om een strip van een gordijnhaak kunnen grijpen, en voorts een op de bevestigde stang een nok die kan aanslaan tegen een schakelaar ter bediening van de verplaatsingsmiddelen van genoemd aanslagorgaan.

De uitvinding zal nu aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een belangrijk deel van de inrichting.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht op grotere schaal van een deel van de in figuur 1 weergegeven inrichting.

Figuur 3 toont een horizontale doorsnede door de opslaghouder in een neutrale stand van de haakpositioneringsmiddelen.

Figuur 4 toont een met figuur 3 te vergelijken horizontale doorsnede doch nu in de stand waarin de haak is gepositioneerd.

Figuur 5 toont een met een figuur 3 te vergelijken doorsnede waarbij een gordijnhaak wordt verplaatst naar de gewenste stand onder een naaimachine.

Figuur 6 toont een detail in horizontale doorsnede waarmee de positionering van de haak ten opzichte van gordijnhangstrip en de verplaatsing van de gehele gordijnhaak kan worden duidelijk gemaakt.

Figuur 7 toont een aanzicht van een deel van de automatische toevoerinrichting en van de naaimachine.

Figuur 8 toont een perspectivisch aanzicht van de geplooide bovenrand van een gordijn met daarin aangebrachte gordijnhaken.

De weergegeven inrichting is bestemd om gordijnhaken automatisch naar een gewenste positie onder een naaimachine te voeren, in welke positie een gordijnplooi over een aangevoerde gordijnhaak wordt geschoven en die gordijnplooi aan de gordijnhaak wordt vastgenaaid.

Elke gordijnhaak bestaat uit een langwerpige kunststof strip 1 met aan twee zijden een zaagtandprofiel 2 en met een eindflens 3 waarover een slede 4 met haak 5 verschuifbaar is. Twee vanaf de slede 4 uitstekende weerhaakpennen 6 kunnen zodanig in de zaagtandprofielen grijpen dat de slede 4 met haak slechts in de richting van de pijl in figuur 4 verschuifbaar is en niet in tegengestelde richting.

De toevoerinrichting omvat een bodemplaat 7. daarop gemonteerde pneumatische cilinders 8 en 9 respectievelijk voor verstelling van de haak 5 ten opzichte van de strip 1 en voor verplaatsing van de gordijnhaak naar een positie onder een naaimachine, en een profielblok 11 waarin een opslaghouder 12 voor de gordijnhaken kan worden geschoven. In figuur 1 is te zien hoe de gordijnhaken op elkaar gestapeld in de houder 12 liggen. De onderste gordijnhaak van de voorraad ligt op de bodemplaat 7 waarbij een veerkrachtig wegdrukbare nok 13 van de bodemplaat in een opening 14 van de strip 1 van de haak grijpt en de gordijnhaak tijdelijk op zijn plaats houdt.

De pneumatische cilinder 8 heeft een zuigerstang 18 waaraan enerzijds een strook 19 met afgerond vooreinde 21 en anderzijds een nok 22 is vastgelast. Naast de verplaatsingsbaan van de nok 22 bevindt zich een op de plaat 7 bevestigde doos 23 met naast elkaar liggende openingen waarin een pen 24 kan worden gestoken. De nok 22 kan bij uitschuiven van de zuigerstang 18 in aanraking komen met de pen 24 en aldus de uitschuiflengte beperken. Zodra de zuigerstang 18 uit de cilinder 8 schuift, neemt het gebogen vooreinde 21 van de strook 19 de haak 5 mee en schuift deze haak voorwaarts totdat de nok 22 met de pen 24 in aanraking komt. De haak 5 heeft dan een positie ten opzichte van de strip 1 bereikt die is vastgelegd door de keus van het gat in het blok 23 waarin de pen 24 is gestoken.

Vervolgens wordt de pneumatische cilinder 9 bediend, waardoor een via een magneet 20 met de zuiger van die cilinder verbonden stang 25 wordt uitgeschoven, welke stang 25 aan het vooreinde is voorzien van twee vingers 26 die om de strip 1 van een gordijnhaak komen te vallen. De gordijnhaak wordt naar voren geduwd tot een op de zuigerstang 25 gelast nok 27 aanslaat tegen een schakelaar 28, die een pneumatische cilinder 29 bedient (figuur 7) waardoor een met de zuigerstang van die cilinder verbonden aanslagorgaan 31 in de neerwaartse stand volgens figuur 7 wordt gebracht. Het einde van het orgaan 31 is vorkvormig en valt over het uiteinde van de stang 25.

Een gordijnplooi wordt door een bedieningspersoon zodanig verplaatst dat het vlakke stripdeel van de aangevoerde gordijnhaak 1 tot en met 6 in de plooi valt. Het aanslagorgaan 31 dient als positioneringsorgaan voor de gordijnplooi. Zodra deze plooi de gewenste stand ten opzichte van de gordijnhaak inneemt, wordt door de bedieningspersoon de naaimachineklem bedient om stof en gordijnhaak vast te zetten en wordt een signaal gegeven waardoor de stang 25 naar zijn uitgangsstand terugkeert, het aanslagorgaan 31 door de cilinder 49 omhoog wordt verplaatst en de naaimachine 32 de gordijnhaak aan de gordijnplooi vastnaait. Het resultaat van deze bewerking is in figuur 8 waar te nemen.

De beschreven inrichting maakt het mogelijk de hoogtepositie van de haak 5 ten opzichte van de bovenrand van het gordijn geheel automatisch in te stellen en de gordijnhaak met grote snelheid en continue positionerings-nauwkeurigheid aan het gordijn vast te naaien. De kostprijs van de bewerking zal relatief gering zijn.

Claims (4)

1. Inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken, die elk bestaan uit een strip (1) en een daarmee instelbaar verbonden haak (5), naar een naaimachine die gordijnplooien aan de gordijnhaken kan vas tnaaien, omvattende: een opslaghouder (12) voor de gordijnhaken, middelen (13. 14, 8, 18, 19. 22, 23. 24) om van een gordijnhaak, die via de opslaghouder is aangevoerd, de haak (5) ten opzichte van de strip (1) in een gewenste positie te brengen, middelen (9, 20, 25. 26) om een gordijnhaak over een vastgestelde afstand naar een gewenste positie te schuiven, een op en neer verplaatsbaar aanslagorgaan (31) waartegen een gordijnplooi kan worden aangeduwd in een gewenste positie onder een naaimachine, en middelen (27, 28, 29) om het aanslagorgaan (31) neerwaarts te verplaatsen zodra de gordijnhaak in de gewenste positie is geplaatst.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk. dat genoemde opslaghouder bestaat uit een in hoofdzaak verticaal kokerprofiel dat aan een basisplaat (7) van de inrichting losneembaar te bevestigen is en waarin de gordijnhaken op elkaar liggend kunnen worden opgeslagen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen om van een gordijnhaak de haak ten opzichte van de strip in de gewenste positie te brengen, bestaan uit een tegen veerkracht wegdrukbare nok (13) die in een opening (14) in een strip (1) van een gordijnhaak kan grijpen om deze strip tijdelijk tegen te houden, een duworgaan (8, 18, 19) dat de haak (5) ten opzichte van de tijdelijk tegengehouden strip (1) kan verplaatsen, en een aan het duworgaan bevestigde aanslag (22) die tegen een instelbare pen (24) kan aanslaan.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen om een gordijnhaak over een vastgestelde afstand naar een gewenste positie te schuiven bestaan uit een pneumatisch of hydraulisch zuiger-cilindersamenstel (9). een door deze cilinder te verplaatsen stang (25) die is voorzien van twee vingers (26) die om een strip (1) van een gordijnhaak kunnen grijpen, en van een op de stang (25) bevestigde nok (27) die kan aanslaan tegen een schakelaar (28) ter bediening van de verplaatsingsmiddelen (29) van genoemd aanslagorgaan (31).