NL1013362C2

NL1013362C2 - Inrichting en werkwijze voor het instellen van de haakhoogte en toevoeren van gordijnhaken.

Info

Publication number: NL1013362C2
Application number: NL1013362A
Authority: NL
Inventors: Petrus Johannes Mari Goudsmits; Petrus Cornelius M Waterschoot
Original assignee: Prowa Products Bv
Priority date: 1999-10-21
Filing date: 1999-10-21
Publication date: 2001-04-24
Also published as: CA2388495A1; ATE298377T1; WO2001031106A1; DE60020985D1; EP1226300A1; EP1226300B1; AU1311601A; US6736079B1; JP2003512869A

Description

Inrichting en werkwijze voor het instellen van de haakhoogte en toevoeren van gordijnhaken

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het toevoeren van gordijnhaken, 5 die elk bestaan uit een strip en een daarmee verbonden haakdeel, aan een naaimachine, die de strip van een toegevoerde gordijnhaak aan een gordijn kan naaien, omvattende: een voorraadhouder voor de gordijnhaken, verplaatsingsmiddelen voor het in een rechte lijn naar een gewenste positie voor het vastnaaien van de strip verplaatsen van steeds één gordijnhaak, en instelmiddelen voor het automatisch instellen van de onderlinge 10 positie van strip en daarmee verbonden haakdeel. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het toevoeren van gordijnhaken, die elk bestaan uit een strip en een daarmee verbonden haakdeel, aan een naaimachine, die de strip van een toegevoerde gordijnhaak aan een gordijn kan naaien.

15 Het langs een rechte bewegingsbaan automatisch toevoeren van gordijnhaken aan een naaimachine is onder andere bekend uit EP 0 637 345. Ook het tijdens het invoertraject instellen van de haakhoogt, dat wil zeggen de onderlinge instelling van een uit een strip en een haakdeel bestaande gordijnhaak, is bekend uit deze publicatie. Het gebruik van de beschreven inrichting is in het bijzonder voordelig omdat dit leidt tot een 20 verminderde werklast bij het in gordijnen naaien van gordijnhaken. Nadelen van de stand van techniek zijn dat de bestaande inrichtingen relatief veel ruimte innemen dat zij minder nauwkeurig functioneren, in het bijzonder de haakhoogte-instelling is niet volledig beheersbaar.

25 Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde inrichting en werkwijze voor het automatisch op hoogte stellen en aanvoeren van gordijnhaken waarmee onder handhaving van de bestaande voordelen de nadelen volgens de stand der techniek worden ondervangen.

30 De uitvinding verschaft daartoe een inrichting van het in aanhef genoemde type met het kenmerk dat de instelmiddelen een gordijnhaak met een cirkelsegmentvormige baan transporteren van een positie nabij de onderzijde van de voorraadhouder naar de rechte lijn waarin de verplaatsingsmiddelen een gordijnhaak verplaatsen, tijdens het doorlopen van welke cirkelsegmentvormige transportbaan de gewenste onderlinge positie van 1013362 -2- haakdeel en strip wordt ingesteld. Het middels een cirkelsegmentvormige baan verplaatsen van de gordijnhaken alvorens deze met een rechte lijn naar de naaimachine te verplaatsen heeft meerdere voordelen. Zo ontstaat er een grotere keuzevrijheid ten aanzien van de plaatsing van de voorraadhouder voor gordijnhaken; deze hoeft immers 5 niet meer boven de lineaire aanvoerbaan naar de naaimachine gelokaliseerd te zijn. In het bijzonder in de veelal volle gordijnateliers waarin de te verwerken gordijnen veel ruimte boeven leidt dit tot een aanzienlijke verbetering in de benutting van de beschikbare ruimte. Ook kan de lineaire toevoer naar de naaimachine compacter worden uitgevoerd. Deze tot op heden vaak hinderlijk uitkragende toevoermiddelen kunnen 10 compacter worden uitgevoerd.

Een andere voordeel van de inrichting overeenkomstig de uitvinding is dat hiermee het eerste deel van het aanvoertraject (cirkelsegmentvormige baan) inclusief de haakhoogte instelling ontkoppeld is van het tweede deel van het aanvoertraject (lineaire baan). Dit 15 impliceert dat terwijl de verplaatsingsmiddelen voor het langs een rechte lijn verplaatsen van gordijnhaken in bedrijf zijn een opvolgende gordijnhaak reeds de cirkelsegmentvormige transportbaan kan doorlopen waarbij deze gelijktijdig op hoogte wordt gesteld. Het eerste deel van het transport inclusief de haakhoogte instelloing hoeft hierdoor geen deel uit te maken van het kritische pad bij het toevoeren en instellen van 20 gordijnhaken. De inrichting overeenkomstig de uitvinding kan hierdoor sneller werken zodat de arbeidsproductiviteit kan toenemen. Nog een voordeel van het instellen van de haakhoogte buiten het lineaire transporttraject naar de naaimachine is dat dit een meer zekere borging mogelijk maakt van de strip van de gordijnhaak, waardoor ook de instelling van de positie van het haakdeel op de strip een grotere mate van 25 beheersbaarheid kent.

In een voorkeursuitvoering bestaat de voorraadhouder uit een verticale buis waarin de gordijnhaken op elkaar gestapeld worden gebufferd. Een dergelijke buffering van haken is reeds bekend en kan ook worden toegepast in combinatie met de inrichting 30 overeenkomstig de uitvinding. Dit maakt de uitwisselbaarheid van reeds bestaande voorraadhouders met de inrichting volgens de uitvinding mogelijk. Voordeel van de uitvinding is dat de relatief volumineuze voorraadhouders op een voor een naaister 1013362 -3- optimale positie kunnen worden geplaatst zodat een houder niet hinderlijk is tijdens gebruik van de inrichting en dat ook het vullen of uitwisselen van een voorraadhouder eenvoudig is.

5 In een andere voorkeursuitvoering van de inrichting eindigt de cirkelsegmentvormige baan van de instelmiddelen in of nabij de rechte lijn waarin de verplaatsingsmiddelen een gordijnhaak verplaatsen. Aldus sluiten het cirkelsegmentvormige en het lineaire tranrporttraject op elkaar aan en is geen extra overzetter benodigd.

10 In weer een ander voorkeursuitvoering omvatten de instelmiddelen: ten minste één roteerbare schijf, welke schijf is ingericht voor het dragen van een gordijnhaak, en een met de schijf samenwerkend aanslag voor aangrijping op het haakdeel van de gordijnhaak tijdens het verdraaien van de roteerbare schijf. Een dergelijke schijf kan zijn voorzien van borgmiddelen voor het fixeren van de positie van de strip van een 15 door de schijf gedragen gordijnhaak. Voor het verkrijgen van de gewenste haakhoogte- instelling kan een uiterste werkpositie van de aanslag instelbaar zijn, bijvoorbeeld door middel van een in meerdere posities instelbaar instelorgaan. Dergelijke instelmiddelen zijn relatief eenvoudig te vervaardigen en zijn betrouwbaar in het gebruik. Wanneer tussen het instelorgaan en de aanslag een overbrenging is opgenomen met een 20 overbrengverhouding van een verplaatsing van het instelorgaan naar een verplaatsing van de aanslag voor instelling van de uiterste werkpositie die kleiner is dan 1 dan is het mogelijk met een vergrote nauwkeurigheid de inrichting af te stellen. Maattoleranties ontstaan tijdens het vervaardigen van de inrichting of ten gevolge van slijtage kunnen aldus worden verkleind (bijvoorbeeld middels regelmatige hernieuwde fijnafstelling van 25 de inrichting). De overbrengverhouding maakt een nauwkeurige besturing van de aanslag mogelijk met het hiemit resulterende gevolg dat de haakhoogte instelling extra nauwkeurig kan zijn.

Ook de instelmiddelen afzonderlijk, zoal bovengaand beschreven als deel uitmakend 30 van de inrichting overeenkomstig de uitvinding, 1013862 -4-

De uitvinding verschaft bovendien een werkwijze van het in aanhef genoemde type omvattende achtereenvolgens de stappen: A het van een voorraadhouder langs een cirkelsegmentvormige baan aanvoeren van een gordijnhaak, tijdens het doorlopen van welke cirkelsegmentvormige baan een gewenste onderlinge positie van de strip en het 5 haakdeel wordt ingesteld, en B het langs een, op de cirkelsegmentvormige baan aansluitende, lineaire baan verder verplaatsen van de gordijnhaak met ingestelde haakhoogte naar een naaimachine. In een voorkeurstoepassing van deze werkwijze wordt voor het doorlopen van stap A de gewenste onderlinge positie van de strip en het haakdeel bepaald door instelling van de middelen voor het langs de 10 cirkelsegmentvormige baan aanvoeren van gordijnhaken. Tevens bij voorkeur sluit de oriëntatie van de gordijnhaak na het doorlopen van stap A aan op de oriëntatie waarin de gordijnhaak volgens stap B verder wordt verplaatst. De voordelen van deze wekwijze zijn reeds bovengaand beschreven aan de hand van de inrichting overeenkomstig de uitvinding en de voorkeursuitvoeringen daarvan.

15

De onderhavige uitving zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: fig. 1: een bovenaanzicht op een gordijnhaak met instelbare haakhoogte, fig. 2: een perspectivisch aanzicht op een deel van een gordijn met ingenaaide 20 gordijnhaken, fig. 3: een perspectivisch aanzicht op een schematische weergave van de inrichting overeenkomstig de uitvinding in combinatie met een naaimachine, eri fig. 4: een bovenaanzicht op een variant op de instelmiddelen die deel uitmaken van de inrichting getoond in figuur 3.

25

Figuur 1 toont een gordijnhaak 1, doorgaans vervaardigd uit kunststof, welke een strip 2 met een vertanding 3 en een haakdeel 4 omvat. Het haakdeel 4 grijpt aan op de vertanding 3 van de strip 2 op een instelbare positie. In de stip 2 zijn twee uitsparingen 5 aangebracht voor het positioneren van de strip 2.

Figuur 2 toont twee gordijnhaken 1 welke in plooien 6 van een gordijn 7 zijn genaaid. Voor het vereenvoudigd innaaien van de gordijnhaken 1 worden deze automatisch aan TÖ13362 30 -5- een naaimachine toegevoerd waarbij gelijktijdig de gewenste haakhoogte wordt ingesteld door het ten opzichte van de strip 2 verschuiven van het haakdeel 4 tot een gewenste onderlinge positie is bereikt.

5 Figuur 3 geeft een schematisch aanzicht op een inrichting 8 overeenkomstig de uitvinding in combinatie met een naaimachine 9. In deze figuur niet weergegeven gordijnhaken 1 worden gebufferd in een verticale voorraadhouder 10 welke voorraadhouder 10 aan onderzijde aansluit op een roteerbare schijf 11 welke deel uitmaakt van instelmiddelen 12. De roteerbare schijf 11 is verdraaibaar met een 10 elektromotor 13 welke zich aan onderzijde van de roteerbare schijf 11 bevindt. Tussen de elektromotor 13 en de roteerbare schijf bevindt zich een tweede schijf 14 welke star verbonden is met een aanslag 15 die door een sleuf 16 in de roteerbare schijf 11 steekt. De aanslag 15 grijpt aan op het haakdeel 4 van een op de roteerbare schijf 11 gelegen gordijnhaak 17. Middels een instelorgaan 18 is een uiterste rotatiestand van de tweede 15 schij f 14,en dus ook van de aanslag 15, bepaald.

Met een cirkelsegmentvormige baan 19, die middels een onderbroken lijn is weergegeven, wordt een vanuit de voorraadhouder 10 aangevoerde gordijnhaak 17 door het verdraaien van de roteerbare schijf 11 naar de weergegeven stand verplaatst. Tijdens 20 het doorlopen van de cirkelsegmentvormige baan 19 door de roteerbare schijf 11 draait ook de tweede schijf 14 mee, althans totdat deze wordt tegengehouden door het instelorgaan 18. Tijdens verplaatsing van de gordijnhaak 17 grijpt de aanslag 15 aan op het haakdeel 4 zodat dit haakdeel 4 verplaatst wordt ten opzichte van de strip 2 van de gordijnhaak 17. De eindpositie van het haakdeel 4 ten opzichte van de strip 1 wordt 25 bepaald door de uiterste stand van de aanslag 15 welke correspondeert met de positie van het instelorgaan 18 welke de bewegingsvrijheid van de tweede schijf 14 beperkt.

Na het doorlopen van de cirkelsegmentvormige baan 19 grijpt een stang 20, die bijvoorbeeld is voorzien van niet weergegeven vingers, aan op de gordijnhaak 17. De 30 stang wordt met behulp van een cilinder 21 langs een lineaire baan 22 (eveneens weergegeven middels een onderbroken lijn) tot onder een naaivoet 23 van de naaimachine 9 bewogen. De gordijnhaak kan nu worden vastgenaaid aan een gordijn 7.

101336f -6-

Hierbij zij opgemerkt dat de retourbeweging van de stang 20 reeds kan aanvangen nadat de positie van de gordijnhaak 17 door de naaivoet 23 is gefixeerd.

Figuur 4 toont de instelmiddelen 12 in een bovenaanzicht. Op de bovenzijde van de 5 roteerbare schijf 11 is een schaalverdeling 24 aangebracht waarmee de plaatsing van het instelorgaan 18 wordt gekoppeld met een benoemde haakhoogte-instelling. Opgemerkt bij deze figuur zij dat de positie van de voorraadhouder 10 afwijkt ten opzichte van de in figuur 3 weergegeven situatie. Naast de sleuf 16 in de roteerbare schijf 11 is ook de door deze sleuf 16 stekende aanslag 15 duidelijk zichtbaar. Tevens toont deze figuur 10 snelkoppelmiddelen 25 voor het losneembaar met een draagframe 26 verbinden van de voorraadhouder 10 zodanig dat deze zich op korte afstand boven de roteerbare schijf 11 bevindt. De voorraadhouder 10 is aldus verbonden met de vaste wereld en roteert niet mee met de schijven 11,14.

15 Alhoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van slechts enkele uitvoeringsvoorbeelden zal het eenieder duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot de beschreven en getoonde uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een vakman nog vele variaties mogelijk.

f013362

Claims

1. Inrichting voor het toevoeren van gordijnhaken, die elk bestaan uit een strip en een daarmee verbonden haakdeel, aan een naaimachine, die de strip van een 5 toegevoerde gordijnhaak aan een gordijn kan naaien, omvattende: - een voorraadhouder voor de gordijnhaken, - verplaatsingsmiddelen voor het in een rechte lijn naar een gewenste positie voor het vastnaaien van de strip verplaatsen van steeds één gordijnhaak, en - instelmiddelen voor het automatisch instellen van de onderlinge positie van strip en 10 daarmee verbonden haakdeel, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een gordijnhaak met een cirkelsegmentvormige baan transporteren van een positie nabij de onderzijde van de voorraadhouder naar de rechte lijn waarin de verplaatsingsmiddelen een gordijnhaak verplaatsen, tijdens het doorlopen van welke 15 cirkelsegmentvormige transportbaan de gewenste onderlinge positie van haakdeel en strip wordt ingesteld.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de voorraadhouder bestaat uit een verticale buis waarin de gordijnhaken op elkaar gestapeld worden gebufferd. 20

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin de cirkelsegmentvormige baan van de instelmiddelen eindigt in of nabij de rechte lijn waarin de verplaatsingsmiddelen een gordijnhaak verplaatsen.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarin de instelmiddelen omvatten: ten minste één roteerbare schijf, welke schijf is ingericht voor het dragen van een gordijnhaak, en een met de schijf samenwerkend aanslag voor aangrijping op het haakdeel van de gordijnhaak tijdens het verdraaien van de roteerbare schijf.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de roteerbare schijf is voorzien van borgmiddelen voor het fixeren van de positie van de strip van een door de schijf gedragen gordijnhaak. 1Π1336Ϊ -8-

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij een uiterste werkpositie van de aanslag instelbaar is.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de uiterste werkpositie van de aanslag 5 instelbaar is met een in meerdere posities vergrendelbaar instelorgaan.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij er tussen het instelorgaan en de aanslag een overbrenging is opgenomen met een overbrengverhouding van een verplaatsing van het instelorgaan naar een verplaatsing van de aanslag voor instelling van de uiterste 10 werkpositie die kleiner is dan 1.

9. Instelmiddelen zoals deel uitmakend van de inrichting volgens een der voorgaande conclusies.

10. Werkwijze voor het toevoeren van gordijnhaken, die elk bestaan uit een strip en een daarmee verbonden haakdeel, aan een naaimachine, die de strip van een toegevoerde gordijnhaak aan een gordijn kan naaien, omvattende achtereenvolgens de stappen: A het van een voorraadhouder langs een cirkelsegmentvormige baan aanvoeren van een 20 gordijnhaak, tijdens het doorlopen van welke cirkelsegmentvormige baan een gewenste onderlinge positie van de strip en het haakdeel wordt ingesteld, en B het langs een, op de cirkelsegmentvormige baan aansluitende, lineaire baan verder verplaatsen van de gordijnhaak met ingestelde haakhoogte naar een naaimachine.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij voor het doorlopen van stap A de gewenste onderlinge positie van de strip en het haakdeel wordt bepaald door instelling van de middelen voor het langs de cirkelsegmentvormige baan aanvoeren van gordijnhaken.

12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij de oriëntatie van de gordijnhaak na het doorlopen van stap A aansluit op de oriëntatie waarin de gordijnhaak volgens stap B verder wordt verplaatst. T0133 6 2