NL1009573C2 - Inrichting en werkwijze voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn en een inbrengbek. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn en een inbrengbek. Download PDF

Info

Publication number
NL1009573C2
NL1009573C2 NL1009573A NL1009573A NL1009573C2 NL 1009573 C2 NL1009573 C2 NL 1009573C2 NL 1009573 A NL1009573 A NL 1009573A NL 1009573 A NL1009573 A NL 1009573A NL 1009573 C2 NL1009573 C2 NL 1009573C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
curtain
pleat
hook
gripping members
insertion jaw
Prior art date
Application number
NL1009573A
Other languages
English (en)
Inventor
Gustav Josephus Eisenkolb
Original Assignee
Eisenkolb Confectiemach Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eisenkolb Confectiemach Bv filed Critical Eisenkolb Confectiemach Bv
Priority to NL1009573A priority Critical patent/NL1009573C2/nl
Priority to AU48042/99A priority patent/AU4804299A/en
Priority to PCT/NL1999/000425 priority patent/WO2000001870A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1009573C2 publication Critical patent/NL1009573C2/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05BSEWING
    • D05B3/00Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing
    • D05B3/12Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing for fastening articles by sewing
    • D05B3/18Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing for fastening articles by sewing hooks or eyelets
    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05BSEWING
    • D05B35/00Work-feeding or -handling elements not otherwise provided for
    • D05B35/08Work-feeding or -handling elements not otherwise provided for for ruching, gathering, casing, or filling lace, ribbons, or bindings; Pleating devices; Cuttlers; Gathering feet; Crimpers; Curlers; Rufflers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Sewing Machines And Sewing (AREA)

Description

»
Titel: Werkwijze en inrichting voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn en een inbrengbek.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het automatisch vastnaaien van 5 gordijnhaken aan een gordijn omvattende: - het in hoofdzaak in horizontale richting aanvoeren van gordijnstof tussen in hoofdzaak parallel en verplaatsbaar ten opzichte van elkaar aangebrachte grijporganen, - het in aangrijping brengen van de grijporganen met de gordijnstof, - het vervolgens naar elkaar toe bewegen van de grijporganen, zodat in het gordijn een 10 plooi wordt gevormd, - het aanbrengen van een gordijnhaak in de gordijnplooi, - het over bij benadering 90° draaien van de grijporganen, samen met de daartussen geklemde plooi, - het toevoeren van de plooi met daarin de gordijnhaak naar een naaimachine, 15 - het fixeren van de plooi en de gordijnhaak met fixeermiddelen, - het van de plooi weg bewegen van de grijporganen en het bewegen daarvan naar de beginstand, voor het daartussen ontvangen van een volgend part van de gordijnstof, en - het vastnaaien van de plooi en de gordijnhaak met behulp van de naaimachine.
20 Een werkwijze van het bovengenoemde soort is bekend uit de het Japanse octrooi 10137476 (Brother). Volgens de bekende werkwijze wordt in een gordijnstof automatisch een plooi gevormd, waarna in de plooien een gordijnhaak wordt aangebracht. Vervolgens wordt de plooi samen met de gordijnhaak vastgenaaid, met behulp van een naaimachine. Bij de bekende werkwijze wordt met behulp van grijporganen een plooi gevormd. De 25 grijporganen, met daartussen de plooi, worden vervolgens toegevoerd aan een naaimachine. Daar wordt een gordijnhaak in de plooi gestoken met behulp van een inrichting voor het toevoeren van gordijnhaken die bekend is uit EP-B-0637345 (Eisenkolb). Om een gordijnhaak in de plooi te kunnen aanbrengen zijn twee naastgelegen grijporganen voorzien van een uitsparing. In deze uitsparing kan een gordijnhaak worden 30 ontvangen.
Het inbrengen van de haak in de plooi kost enige tijd. Gedurende deze tijd wordt de naaimachine niet gebruikt. De naaimachine moet wachten tot het moment dat de haak in 1009573 2 de plooi is aangebracht. Dat betekent dat bij de inrichting en de werkwijze volgens de stand van de techniek het plaatsen van de haak in de plooi, voorafgaande aan het vastnaaien van de plooi en de haak, gepaard gaat met tijdverlies.
5 Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een werkwijze en een inrichting waarbij het inbrengen van de haak in een plooi de productiecyclus van het naaien van een plooi niet verlengt.
Dat doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat dat het in de plooi aanbrengen van 10 de gordijnhaak plaatsvindt met behulp van een inbrengbek die deel uitmaakt van de grijporganen waarbij men de gordijnhaak in de inbrengbek plaatst voorafgaand aan het in aangrijping brengen van de grijporganen met de gordijnstof.
Aan de uitvinding ligt het idee ten grondslag, dat de bekken van de grijporganen tijdens een productiecyclus van elke plooi in contact gebracht moeten worden met de gordijnstof. 15 Door één van deze bekken te benutten voor het aanvoeren van de gordijnhaken, kan worden bereikt dat het naaiproces van een plooi niet wordt verlengd door het inbrengen van een gordijnhaak in een plooi.
Volgens de uitvinding is het voordelig dat men de gordijnhaak in de inbrengbek plaatst op 20 het moment dat de grijporganen weg worden bewogen van de plooi, in de richting van de beginstand daarvan.
Door de gordijnhaak in de inbrengbek te plaatsen voordat de grijporganen met de gordijnstof in aangrijping is, liefst op het moment dat de grijporganen wegbewegen van de 25 plooi in de richting van de beginstand daarvan, kan worden bereikt dat de gordijnhaak in de inbrengbek wordt geplaatst op het moment dat de naaimachine bezig is met het vastnaaien van een vorige gordijnhaak aan een gordijnplooi. Op geen enkele manier zal dan de cyclustijd van het naaien van de plooi worden verlengd. 1 1009573
De uitvinding betreft verder een inrichting, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, omvattende: - vouwmiddelen voor het automatisch vouwen van een plooi in een gordijn, welke vouwmiddelen twee of meer grijporganen omvatten die in hoofdzaak evenwijdig aan 3 elkaar en zodanig verplaatsbaar ten opzichte van elkaar zijn aangebracht dat de onderlinge afstand instelbaar is, welke grijporganen elk twee bekken omvatten, voor het aan weerszijden aangrijpen van het gordijn, waarbij een plooi wordt gevormd in het gordijn door de in aangrijping gebrachte grijporganen naar elkaar te bewegen, 5 - middelen voor het automatisch in de gordijnplooi aanbrengen van een gordijnhaak, en - een naaimachine voor het aan het gordijn vastnaaien van een in een gordijnplooi aangebrachte gordijnhaak.
De inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de middelen voor het 10 automatisch in een gordijnplooi aanbrengen van een gordijnhaak een inbrengbek omvatten die een onderdeel vormt van de grijporganen, welke inbrengbek is voorzien van een uitsparing voor het daarin opnemen en houden van een aangevoerde gordijnhaak voor het toevoeren van een gordijnhaak naar een plooi met behulp van de inbrengbek.
15 Volgens het hierboven genoemde Japanse octrooi 10137476 (Brother) kan een gordijnhaak worden ontvangen tussen naastgelegen bekken van ingrijporganen. Deze kunnen een ingebrachte gordijnhaak in de plooi houden.
Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat toevoermiddelen aanwezig zijn om een 20 gordijnhaak vanaf een voorraad gordijnhaken in de uitsparing te geleiden. Daarbij is het mogelijk dat de toevoermiddelen een gordijnhaak in de uitsparing van de inbrengbek kunnen voeren voordat de vouwmiddelen een plooi in het gordijn vormen.
Het is daarbij voordelig dat de grijporganen zijn te kantelen van een in hoofdzaak verticale 25 positie waarin de bekken boven elkaar zijn geplaatst, naar een in hoofdzaak horizontale positie waarin de bekken van de respectievelijke grijporganen naast elkaar zijn geplaatst, waarbij de bekken in de horizontale stand beweegbaar zijn in de richting van de toevoermiddelen voor een gordijnhaak, een en ander zodanig dat de bewegingsbaan van de toevoermiddelen aansluit op de inbrengbek.
30
Door deze maatregelen wordt bereikt dat de gordijnhaak in de inbrengbek wordt ingébracht op het moment dat de grijporganen weg worden bewogen van een gevouwen plooi. Daardoor worden de grijporganen als het ware klaargemaakt voor het vormen van 1009573 4 de volgende plooi. Daardoor kost het plaatsen van een haak in de grijporganen geen extra productietijd. Verder wordt bewerkstelligd dat de gordijnhaak nauwkeurig in de plooi wordt gepositioneerd. Gordijnhaken worden doorgaans van een buigzaam materiaal, zoals kunststof vervaardigd. Wanneer deze gordijnhaken in een inmiddels gevouwen plooi 5 worden gestoken, kan de positionering van de haak in de plooi afwijken van een gewenste stand, omdat de gordijnhaak zelf kan verbuigen.
Wanneer de gordijnhaak samen met de grijporganen in aangrijping wordt gebracht met de gordijnstof, wordt bereikt dat een positionering van de haak ten opzichte van de gordijnstof gewaarborgd is. De haak wordt in dat geval immers samen met de 10 grijporganen op de stof geplaatst. Dergelijke grijporganen zijn doorgaans vervaardigd van metaal en zijn daarom relatief stijf.
Verder betreft de uitvinding een inbrengbek voor de inrichting volgens de uitvinding. De bek wordt gekenmerkt doordat deze een centrale plaat omvat met uitsparing voor het 15 opnemen van een gordijnhaak en een aan weerszijden van de centrale plaat aangebrachte zij plaat.
De onderhavige uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van tekeningen, waarin: 20
Figuur 1 een aanzicht is van een inbrengbek volgens de onderhavige uitvinding, met daarin een gordijnhaak geplaatst.
Figuur 2 een aanzicht is van vier naast elkaar opgestelde grijporganen met daartussen de 25 gordijnstof.
Figuur 3 een dwarsdoorsnede is van de grijporganen met daartussen de gevormde plooi, in een horizontale positie.
30 Figuur 4 een bovenaanzicht is van een grijporgaan met daarin geplaatst een gordijnhaak. Figuur 5 schematisch het plaatsen van een gordijnhaak in de inbrengbek toont.
1009573 5
In figuur 1 is de inbrengbek volgens de onderhavige uitvinding te zien. De inbrengbek 1 vormt een van de bekken van de grijporganen 20 die gebruikt wordt in een inrichting voor het automatisch aanbrengen van plooien in gordijnstof. De inbrengbek omvat een centrale plaat 2 die voorzien is van een uitsparing 3 waarin een gordijnhaak 4 geplaatst kan 5 worden. De uitsparing 3 is vrij toegankelijk vanaf (in de tekening) de linkerzijde (pijl C). Dat betekent dat de gordijnhaak 4 in de richting tegenovergesteld aan die van pijl C uit de inbrengbek 1 kan worden bewogen.
De inbrengbek 1 omvat evenals de overige grijporganen 20 twee zijplaten 5 waarvan de 10 functie zal worden besproken met verwijzing naar figuur 2. De zijplaten 5 zijn aan een zijde daarvan voorzien van afschuiningen 6 die dienst doen voor het geleiden van een haak 4 die in de inbrengbek 1 wordt geplaatst. Bovendien is de, in de tekening, onderste zijplaat 5 voorzien van geleidingsnokken 7 die verder voor een goede geleiding van de haak 4 zorgen wanneer deze in de inbrengbek 1 wordt geplaatst. Om te voorkomen dat de 15 haak 4 met behulp van een inbrengorgaan (niet weergegeven) terug kan bewegen uit de inbrengbek, is een aanslag 8 aangebracht. Deze aanslag 8 kan beweegbaar zijn in een (in de tekening weergegeven) verticale richting. Daardoor beweegt de aanslag 8 omlaag wanneer de haak in de inbrengbek wordt bevestigd, en veert deze terug naar een aanslagpositie, wanneer de haak volledig langs de aanslag 8 is bewogen. Omdat het 20 materiaal van een gordijnhaak 4 doorgaans buigzaam is, is het ook mogelijk deze aanslag vast te maken aan de inbrengbek 1. In dat geval vervormt de gordijnhaak 4 bij het passeren van de aanslag 8. Na het passeren van de aanslag 8, veert de vervormde haak 4 weer terug in de uitgangstoestand en wordt de haak achter de aanslag vastgehouden.
De bovenste en onderste zijplaten zijn bovendien voorzien van uitsparingen 9 in de 25 bovenrand daarvan. De werking van deze uitsparingen 9 wordt verder toegelicht aan de hand van figuur 3.
In figuur 2 is de werking weergegeven van de grijporganen 20. Deze grijporganen 20 omvatten een bovenste bek 21, en een onderste bek 22. In figuur 2 is het tweede 30 grijporgaan vanaf links aan de onderzijde voorzien van de inbrengbek 1. De werking van de grijporganen 20 is als volgt. De grijporganen 20 zijn in hoofdzaak parallel en op afstand van elkaar geplaatst. Tussen deze grijporganen kan een part van een doek, zoals een gordijn 25 worden geklemd. De zijplaten 5 van de verschillende bekken 22 zijn 1009573 6 daarbij zo uitgevoerd dat deze enigszins uitsteken boven de centrale platen 2 van de bekken. Door het aandrukken van de bovenste bek 21 op de onderste bek 22 zal het gordijn 25 al enigszins in de "plooistand" worden gedwongen. Met de grijporganen 20 in aangrijping met het gordijn 25, worden deze vervolgens naar elkaar toebewogen.
5 Daardoor worden tussen de grijporganen 20 plooien gevormd.
Omdat in de inbrengbek 1 al een haak 4 aanwezig is, zal bij het vormen van de betreffende plooi op deze manier al een haak in die plooi aanwezig zijn.
10 In figuur 4 is het geval weergegeven dat de volgens figuur 2 tot stand gebrachte plooien worden aangevoerd naar een naaimachine. De naald van de naaimachine zal doorgaans verticaal geplaatst zijn, daarom worden voordat een naaihandeling kan plaatsvinden de grijporganen 20 allereerst in een horizontale positie bewogen. In figuur 3 is goed te zien dat de haak 4 door de inrichting en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding al bij 15 het naaien in een plooi aanwezig zal zijn. Om vervolgens een naaihandeling te kunnen uitvoeren moeten de verschillende bovenste en onderste bekken 21,22 en de inbrengbek 1 uit aangrijping worden gebracht met het materiaal van het geplooide gordijn. Om er voor te zorgen dat de plooi niet uit elkaar valt, wordt deze plooi eerste gefixeerd met behulp van een doorboorelement 30. Als alternatief of gelijktijdig kan ook een aandrukelement 31 20 worden gebruikt.
Het aanbrengen van doorboorelementen 30 door het geplooide gordijnmateriaal en gelijktijdig door de haak 4 is ook weergegeven in figuur 4. Wanneer de plooi en de daarin geplaatste haak op deze manier zijn gefixeerd, kunnen de onderste bekken 22, de 25 inbrengbek 1 en de bovenste bekken 21 worden wegbewogen zonder dat de plooien uit elkaar vallen. Vervolgens kan de van een haak 4 voorziene plooi onder een naaimachine worden vastgenaaid. Het wegbewegen van de verschillende bekken vindt plaats in de richting A, zoals weergegeven door de pijlen in figuur 4. 1 1009573
In figuur 5 is vervolgens het geval weergegeven dat de bekken respectievelijk 21,22 en 1 uit aangrijping zijn gebracht met het materiaal van het gordijn 25. Om de bekken geheel vrij te bewegen van het materiaal van het gordijn 25, worden de bekken niet alleen bewogen in de richting A, maar ook in de richting B. Vervolgens kunnen deze bekken 7 weer worden gedraaid in de verticale positie daarvan. Op het moment dat deze bekken worden bewogen in de richting B, zoals weergegeven in figuur 5, kan met behulp van aanvoermiddelen (niet weergegeven) volgens de stand van de techniek een volgende gordijnhaak 4 worden gepositioneerd in de inbrengbek 1. De beweging volgens de pijl B 5 moet door de bekken, waaronder de inbrengbek 1, worden gemaakt. Door juist op dit moment in de cyclus een haak 4 in de inbrengbek 1 te plaatsen, wordt bereikt dat het plaatsen van de haak 4 in de inbrengbek zonder tijdsverlies kan plaats vinden.
Begrepen moet worden dat met de werkwijze en de inrichting volgens de onderhavige 10 uitvinding wordt bereikt dat de haak 4 in de inbrengbek 1 wordt geplaatst voorafgaande aan het aangrijpen van de verschillende bekken met het materiaal van het gordijn 25. Met andere woorden de haak 4 wordt aangebracht in de inbrengbek 1 voorafgaande aan een nieuwe cyclus van het maken van gordijnplooien.
1009573

Claims (7)

1. Werkwijze voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn omvattende: - het in hoofdzaak in horizontale richting aanvoeren van gordijnstof tussen in hoofdzaak 5 parallel en verplaatsbaar ten opzichte van elkaar aangebrachte grijporganen, - het in aangrijping brengen van de grijporganen met de gordijnstof, - het vervolgens naar elkaar toe bewegen van de grijporganen, zodat in het gordijn een plooi wordt gevormd, - het aanbrengen van een gordijnhaak in de gordijnplooi, 10. het over bij benadering 90° draaien van de grijporganen, samen met de daartussen geklemde plooi, - het toevoeren van de plooi met daarin de gordijnhaak naar een naaimachine, - het fixeren van de plooi en de gordijnhaak met fixeermiddelen, - het van de plooi weg bewegen van de grijporganen en het bewegen daarvan naar de 15 beginstand, voor het daartussen ontvangen van een volgend part van de gordijnstof, en - het vastnaaien van de plooi en de gordijnhaak met behulp van de naaimachine, met het kenmerk, dat - het in de plooi aanbrengen van de gordijnhaak (4) plaatsvindt met behulp van een inbrengbek (1) die deel uit maakt van de grijporganen, waarbij men de gordijnhaak (4) in 20 de inbrengbek (1) plaatst voorafgaand aan het in aangrijping brengen van de grijporganen (20) met de gordijnstof (25).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men de gordijnhaak (4) in de inbrengbek (1) plaatst op het moment dat de grijporganen weg worden bewogen van de 25 plooi, in de richting van de beginstand daarvan.
3. Inrichting, kennelijk bestemd voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende: - vouwmiddelen voor het automatisch vouwen van een plooi in een gordijn, welke 30 vouwmiddelen twee of meer grijporganen omvatten die in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar en zodanig verplaatsbaar ten opzichte van elkaar zijn aangebracht dat de onderlinge afstand instelbaar is, welke grijporganen elk twee bekken omvatten, voor het aan weerszijden aangrijpen van het gordijn, waarbij een plooi wordt gevormd in het gordijn 1009573 door de in aangrijping gebrachte grijporganen naar elkaar te bewegen, - middelen voor het automatisch in de gordijnplooi aanbrengen van een gordijnhaak, en - een naaimachine voor het aan het gordijn vastnaaien van een in een gordijnplooi aangebrachte gordijnhaak, met het kenmerk, dat 5 de middelen voor het automatisch in een gordijnplooi aanbrengen van een gordijnhaak een inbrengbek omvatten die een onderdeel vormt van de grijporganen, welke inbrengbek is voorzien van een uitsparing voor het daarin opnemen en houden van een aangevoerde gordijnhaak voor het toevoeren van een gordijnhaak naar een plooi met behulp van de inbrengbek. 10
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat toevoermiddelen aanwezig zijn om een gordijnhaak (4) vanaf een voorraad gordijnhaken in de uitsparing (3) te geleiden.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de toevoermiddelen een 15 gordijnhaak (4) in de uitsparing (3) van de inbrengbek (1) kunnen voeren voordat de vouwmiddelen een plooi in het gordijn (25) vormen.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij de grijporganen zijn te kantelen van een in hoofdzaak verticale positie waarin de bekken van de grijporganen (20) boven elkaar zijn 20 geplaatst, naar een in hoofdzaak horizontale positie waarin de bekken naast elkaar zijn geplaatst, met het kenmerk, dat de bekken (21, 22, 1) in de horizontale stand beweegbaar zijn in de richting van de toevoermiddelen voor een gordijnhaak (4), een en ander zodanig dat de bewegingsbaan van de toevoermiddelen aansluit op de inbrengbek (1). 1 1009573
7. Inbrengbek (1) voor een inrichting volgens conclusie 3 of 4, omvattende: een centrale plaat (2) met uitsparing (3) voor het opnemen van een gordijnhaak (4) en een aan weerszijden van de centrale plaat (2) aangebrachte zijplaat (5).
NL1009573A 1998-07-06 1998-07-06 Inrichting en werkwijze voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn en een inbrengbek. NL1009573C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009573A NL1009573C2 (nl) 1998-07-06 1998-07-06 Inrichting en werkwijze voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn en een inbrengbek.
AU48042/99A AU4804299A (en) 1998-07-06 1999-07-06 Method and device for automatically sewing curtain hooks into a curtain, and an insertion jaw
PCT/NL1999/000425 WO2000001870A1 (en) 1998-07-06 1999-07-06 Method and device for automatically sewing curtain hooks into a curtain, and an insertion jaw

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009573A NL1009573C2 (nl) 1998-07-06 1998-07-06 Inrichting en werkwijze voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn en een inbrengbek.
NL1009573 1998-07-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009573C2 true NL1009573C2 (nl) 2000-01-19

Family

ID=19767436

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009573A NL1009573C2 (nl) 1998-07-06 1998-07-06 Inrichting en werkwijze voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn en een inbrengbek.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU4804299A (nl)
NL (1) NL1009573C2 (nl)
WO (1) WO2000001870A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6251675B1 (en) 1989-05-25 2001-06-26 Duke University Methods utilizing mutant rev genes encoding transdominant repressors of HIV replication
NL1025686C2 (nl) * 2004-03-10 2005-09-20 Eisenkolb Confectiemach Bv Inrichting en werkwijze voor het vormen van een plooi in een baan materiaal.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH534243A (de) * 1969-10-16 1973-02-28 Dietler Hugo Verfahren zur Faltenherstellung bei Gardinen, Vorhängen und anderen Arbeitsstücken, und Vorrichtung zur Ausübung des Verfahrens
CH642412A5 (en) * 1979-07-05 1984-04-13 Hugo Dietler Process for making pleats in curtains, draperies and the like and apparatus for carrying it out
EP0475913A1 (en) * 1990-07-26 1992-03-18 Stefano Grillo Equipment to sew at a predetermined distance the hooks to the edge of a curtain
JPH10137476A (ja) * 1996-11-08 1998-05-26 Brother Ind Ltd カーテンヒダ縫製装置

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9201957A (nl) 1992-11-09 1994-06-01 Eisenkolb Confectiemach Bv Inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken naar een naaimachine.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH534243A (de) * 1969-10-16 1973-02-28 Dietler Hugo Verfahren zur Faltenherstellung bei Gardinen, Vorhängen und anderen Arbeitsstücken, und Vorrichtung zur Ausübung des Verfahrens
CH642412A5 (en) * 1979-07-05 1984-04-13 Hugo Dietler Process for making pleats in curtains, draperies and the like and apparatus for carrying it out
EP0475913A1 (en) * 1990-07-26 1992-03-18 Stefano Grillo Equipment to sew at a predetermined distance the hooks to the edge of a curtain
JPH10137476A (ja) * 1996-11-08 1998-05-26 Brother Ind Ltd カーテンヒダ縫製装置

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 098, no. 010 31 August 1998 (1998-08-31) *

Also Published As

Publication number Publication date
WO2000001870A1 (en) 2000-01-13
AU4804299A (en) 2000-01-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1051841A (en) Packaging machines
US5868539A (en) Process and device for the manufacture of a book
JP2008528323A (ja) スクリーン印刷装置
NL1009573C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het automatisch vastnaaien van gordijnhaken aan een gordijn en een inbrengbek.
US4143476A (en) Device for arranging and transporting articles of laundry
US3699741A (en) Automatic bag packing apparatus for check-out
US3828989A (en) Textile folding apparatus
JPH069148A (ja) 折り畳まれた印刷物を開く方法及び装置
CN112168014B (zh) 食物抓取机构及食物烹饪设备
US5018463A (en) Stacking device having clamps along a circulating conveyor for clamping, conveying, and stacking sewn articles from a sewing machine to a cloth holding stand
JP3446071B2 (ja) 印刷物を開きかつ更に運搬する装置
CN213940527U (zh) 食物抓取机构及食物烹饪设备
US4951586A (en) Sewing machine attachment for aligning a reinforcement member in a hem
CN110653472A (zh) 铁丝网片加工装置
US3963548A (en) Apparatus and method of forming hemmed curtains and the like
NL8601914A (nl) Werkwijze en inrichting voor het inzetten van een ritssluitingbandsegment in de randgebieden van twee stofbanen.
JPH07152B2 (ja) 生地付きスライドファスナーチェーンの整列方法とその装置
US5954006A (en) Apparatus for folding a cloth conveyed continuously along a conveying surface of a conveying device
JPH07237799A (ja) シート状物引出し装置のクランプ機構
JP3150934B2 (ja) 布類の投入装置
CN216631672U (zh) 一种拉头成像检测设备
CN116495272B (zh) 立式服装套袋设备
CN220844458U (zh) 折卡钉标机的送料装置
DK160568B (da) Apparat til at laegge rulle- eller vasketoej, der skal rulles eller stryges, paa en transportoers foedebaand
JP2007169847A (ja) カーテンの襞形成・安定化装置及び襞形成・安定化方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20180705