NL1002388C1 - Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi. - Google Patents

Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi. Download PDF

Info

Publication number
NL1002388C1
NL1002388C1 NL1002388A NL1002388A NL1002388C1 NL 1002388 C1 NL1002388 C1 NL 1002388C1 NL 1002388 A NL1002388 A NL 1002388A NL 1002388 A NL1002388 A NL 1002388A NL 1002388 C1 NL1002388 C1 NL 1002388C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
positioning member
sewing
stop
hook
control unit
Prior art date
Application number
NL1002388A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1002388A1 (nl
Inventor
Gustav Josephus Eisenkolb
Original Assignee
Eisenkolb Confectiemach Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eisenkolb Confectiemach Bv filed Critical Eisenkolb Confectiemach Bv
Priority to NL1002388A priority Critical patent/NL1002388C1/nl
Publication of NL1002388A1 publication Critical patent/NL1002388A1/nl
Priority to DE1997106501 priority patent/DE19706501B4/de
Priority to BE9700151A priority patent/BE1010151A7/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1002388C1 publication Critical patent/NL1002388C1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05BSEWING
    • D05B3/00Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing
    • D05B3/12Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing for fastening articles by sewing
    • D05B3/22Article-, e.g. button-, feed mechanisms therefor
    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05BSEWING
    • D05B3/00Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing
    • D05B3/12Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing for fastening articles by sewing
    • D05B3/18Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing for fastening articles by sewing hooks or eyelets
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2503/00Domestic or personal
    • D10B2503/02Curtains

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Sewing Machines And Sewing (AREA)

Description

Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi, waarbij de 5 inrichting een naaimachine omvat, een daarmee samenwerkende bevestigingsinrichting en een met de naaimachine en de bevestigingsinrichting verbonden besturingseenheid, waarbij de naaimachine een naaivlak omvat waarop een gordijnplooi plaatsbaar is, een naaldhouder met daarin een naald die met een heen-en-weer gaande 10 naaibeweging ten opzichte van het naaivlak beweegbaar is en een met de besturingseenheid verbonden schakelaar voor het activeren van de naaibeweging bij bediening van de schakelaar door een bedieningspersoon, en waarbij de bevestigingsinrichting is voorzien van een positioneringsorgaan, een met het positioneringsorgaan 15 verbonden aandrijfinrichting voor verplaatsing van het positioneringsorgaan vanuit een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie tot boven het naaivlak gelegen bevestigingspositie alsmede van een aanslag die beweegbaar is tussen een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie en een dwars op het naaivlak gelegen 20 aanslagvlak.
Een inrichting voor automatische bevestiging van gordijnhaken aan gordi jnplooien is bekend uit WO 94/11558 ten name van aanvraagster. In deze aanvrage wordt een inrichting beschreven waarin een voorraad gordijnhaken in een verticale toevoerhouder zijn 25 opgenomen. Een bevestigingsinrichting die bijvoorbeeld een pneumatische of hydraulische cilinder omvat met een grijperelement neemt één gordijnhaak uit de toevoerhouder en plaatst deze boven een naaivlak van een naaimachine. Hierbij wordt tegelijkertijd de gordijnhaak langs de haakdrager gepositioneerd. Na plaatsing van het 30 grijperelement van de bevestigingsinrichting onder de naaldhouder van de naaimachine, wordt een aan de naaimachine bevestigde aanslag van bovenaf in een aanslagvlak geplaatst. De bedieningspersoon kan daarna een gordijnplooi tegen de aanslag onder de naaldhouder leggen.
Hierdoor wordt bereikt dat de bovenrand van een gordijnplooi altijd 35 exact is gepositioneerd ten opzichte van het grijpelement en de bovenrand van de gordijnhaak. Na bedienen van een voetschakelaar, wordt de gordijnhaak ingeklemd onder de persvoet van de naaimachine en worden het positioneringsorgaan en de aanslag weer teruggetrokken 1002388 2 naar hun parkeerpositie. Vervolgens voert de naaimachine volautomatisch een voorgeprogrammeerd stikpatroon uit waarmee de haakdrager aan de gordijnplooi wordt bevestigd. Hierna kan handmatig de gordijnplooi onder de persvoet vandaan worden gehaald, hetgeen 5 wordt gedetecteerd door middel van een optische sensor. Na verwijdering van een gordijnplooi van onder de persvoet, brengt het positioneringsorgaan een nieuwe gordijnhaak onder de persvoet en wordt de aanslag opnieuw in positie gebracht.
De hierboven beschreven inrichting is gebleken op zeer snelle 10 en efficiënte wijze te werken bij het bevestigen van gordijnhaken aan gordijnplooien. Echter, door zijn volledige automatisering is de inrichting relatief complex en daardoor voor een groot aantal gebruikers relatief duur.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in 15 een inrichting voor het op snelle en efficiënte wijze bevestigen van haakdragers aan gordijnplooien, welke inrichting op relatief eenvoudige wijze is uitgevoerd. Het is tevens een doel van de uitvinding de vereenvoudiging van de inrichting door te voeren onder behoud van nauwkeurige positionering en efficiënte werking, bij een 20 optimaal bedieningsgemak.
Hiertoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat op periodieke wijze het positioneringsorgaan voorbij het aanslagvlak naar een nabij de naald gelegen ontvangpositie wordt bewogen zonder dat een haakdrager aan het postioneringsorgaan is 25 bevestigd en dat de aanslag in het aanslagvlak wordt geplaatst, waarbij na bediening van de schakelaar de besturingseenheid de naald ten minste een naaibeweging doet maken voor bevestiging van de op het positioneringsorgaan geplaatste haakdrager aan de gordijnplooi en waarbij na het doorvoeren van de ten minste ene naaibeweging, het 30 besturingsorgaan de aanslag en het positioneringsorgaan doet terug bewegen naar hun parkeerposities.
In de inrichting volgens de uitvinding wordt het positioneringsorgaan in zijn ontvangpositie geplaatst, die nabij de naald is gelegen zonder dat een gordijnhaak op het 35 positioneringsorgaan aanwezig is. Hierdoor kan het positioneringsorgaan zeer snel in positie worden gebracht zonder dat het risico bestaat dat een daarop geplaatste gordijnhaak van het positioneringsorgaan valt. Verder kan het positioneringsorgaan vanuit 1002388 3 een relatie£ ontoegankelijke positie tot boven het naaivlak worden ingebracht, langs een niet noodzakelijkerwijs rechtlijnige baan.
In de ontvangpositie van het positioneringsorgaan kan handmatig een haakdrager daarop worden bevestigd. Vervolgens kan door de 5 bedieningspersoon, onder gebruik van beide handen, een gordijnplooi onder het positioneringsorgaan en de daarop geplaatste haakdrager worden geplaatst. Hiertoe is de aanslag door de besturingseenheid, hetzij gelijktijdig met de plaatsing van het positioneringsorgaan in de bevestigingspositie, hetzij daarna, in het aanslagvlak gebracht, 10 zodat een voorbepaalde afstand tussen de bovenrand van de gordijnplooien en de haakpositie wordt verkregen.
Na bediening van de schakelaar, die bijvoorbeeld een voetschakelaar omvat doet de besturingseenheid de naald ten minste één naaibeweging maken. Hierdoor wordt de naalddrager in eerste 15 instantie op de gordijnplooi verankerd. Vervolgens kunnen dan het positioneringsorgaan en de aanslag worden weggenomen, zodat ruimte wordt gemaakt voor de naald, naaldhouder en de persvoet van de naaimachine om de haakdrager langs zijn gehele lengte tegen de gordijnplooi te stikken.
20 De onderhavige uitvinding berust op het inzicht dat door handmatige plaatsing van een gordijnhaak op het positioneringsorgaan terwijl dit in de ontvangstpositie is geplaatst, een zeer grote vrijheid aan ontwerp van het positioneringsorgaan en de aanslag mogelijk wordt gemaakt. Hierbij kan worden gedacht aan een rotatie 25 van de aanslag en het positioneringsorgaan in een vlak dat parallel ligt aan het naaivlak ter plaatsing van de aanslag in het aanslagvlak en het positioneringsorgaan in de ontvangpositie. Echter, eveneens kan worden ingezien dat de aanslag en het positioneringsorgaan ook vanuit een loodrecht op het naaivlak gelegen richting kunnen worden 30 gepositioneerd. In de inrichting volgens de uitvinding hoeft niet langer door het positioneringsorgaan een traject te worden overbrugd tussen de toevoerhouder van de gordijnhaken en de bevestigingspositie nabij de naaldhouder, zoals bekend uit de stand van de techniek. Tevens is het gevaar dat een haakdrager bij transport van het 35 positioneringsorgaan van dit orgaan valt voorkomen bij de inrichting volgens de uitvinding.
Doordat de haakdrager na bediening van de schakelaar met ten minste één steek aan de gordijnplooi wordt bevestigd, wordt iedere 1002388 4 haakdrager exact gepositioneerd en ook na het losnemen van het positioneringsorgaan, terwijl dit zich naar de parkeerpositie terugtrekt, op deze positie gehouden.
In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding 5 zijn het positioneringsorgaan en de aanslag met een gemeenschappelijke drager verbonden en zijn deze door de aandrijfinrichting gezamenlijk beweegbaar. Hierdoor wordt een zeer eenvoudige constructie verkregen, waarbij met slechts één aandrijfinrichting kan worden volstaan.
10 Een verdere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de inrichting is voorzien van een met de besturingsingeenheid verbonden sensor voor detectie van de aanwezigheid van een gordijnplooi op het naaivlak, waarbij na verwijdering van een gordijnplooi van het naaivlak, de sensor een 15 verwijderings-dectectie signaal afgeeft aan de besturingseenheid die na ontvangst van het detectiesignaal de aanslag en het positioneringsorgaan van parkeerposities verplaatst naar respectievelijk het aanslagvlak en de ontvangpositie.
Na verwijdering van een gordijnplooi van het naaivlak na het 20 aanbrengen van een haakdrager, komen de aanslag en het positioneringsorgaan weer terug in hun werkzame positie, zodat onmiddellijk een volgende haakdrager kan worden aangebracht.
In een verdere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding wordt met een sensor de aanwezigheid van een haakdrager op 25 het positioneringsorgaan bepaald. Hierbij is het positioneringsorgaan bijvoorbeeld onder de persvoet van de naaimachine doorgeschoven tot nabij de bedieningspersoon, voor het gemakkelijk aanbrengen van een haakdrager. Na detectie van de haakdrager wordt het positioneringsorgaan automatisch teruggebracht naar de 30 bevestigingspositie die verder van de bedieningspersoon is afgelegen. Hiertoe kan de naaldhouder bijvoorbeeld worden opgetild.
Enkele uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding zullen nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening. In de tekening toont: 35 Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding,
Figuur 2 een zijaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding waarbij de ontvangpositie van het positioneringsorgaan 1002388 5 verschilt van de bevestigingspositie,
Figuur 3 een uitvoeringsvorm waarbij de aanslag en het positioneringsorgaan niet onderling mechanisch zijn gekoppeld en Figuur 4 een aantal in gordijnplooien bevestigde haakdragers 5 voorzien van een gordijnhaak.
Figuur 1 toont de inrichting volgens de uitvinding omvattende een naaimachine 2 waarvan slechts op schematische wijze een persvoet 8, een naaldhouder 5 en een naald 7 zijn aangegeven, alsmede een optische sensor 11.
10 Een bevestigingsinrichting 3 voor het op semi-automatische wijze aanbrengen van haakdragers aan gordijnplooien omvat een aandrijfinrichting 13 in de vorm van een hydraulische of pneumatische cilinder, een drager 16 met aan het eind daarvan een grijper 21.
Een besturingseenheid 4, omvattende op zich bekende EEPROM 15 digitale logica is via elektrische contacten 27 en 28 verbonden met de naaimachine 2 en een, in de figuur niet getoonde, klep van de cilinder 13. Een voetschakelaar 29 is eveneens verbonden met de besturingseenheid 4. Voor de bevestiging van een haakdrager 31 langs de bovenkant van een gordijnplooi, zoals weergegeven in figuur 4, 20 wordt allereerst de grijper 21 vanuit de getoonde parkeerpositie naar een ontvangpositie gebracht. De ontvangpositie wordt in de figuur weergegeven door de positie van de met een onderbroken lijn weergegeven haakdrager 31 . Hierbij worden de grijper 21 en een aanslag 19, die beiden zijn bevestigd aan de drager 16 langs een 25 rechte baan verschoven. Hierbij verplaatst de drager 16 zich tussen twee geleiders 17, 17', en loopt deze door een sleuf 18. Na het plaatsen van de grijper 21 in de ontvangpositie, kan door een bedieningspersoon handmatig een haakdrager 31 op de grijper 21 worden bevestigd. Hierbij komt een gat 32 van de haakdrager 31 aan te 30 grijpen met een nok 23 van de grijper 21. Twee flexibele verende lippen, 25, 25' van de grijper 21 komen aan te grijpen met een zijdelingse vertanding 47 van de haakdrager 31.
Na handmatige plaatsing van de haakdrager 31 op de grijper 21, kan door een bedieningspersoon een gordijnplooi op het naaivlak 9 35 onder de persvoet 8 van de naaimachine worden gebracht. Hierbij komt de bovenrand van de gordijnplooi aan te liggen tegen de aanslag 19, die zich op dat moment in een aanslagvlak bevindt dat in de figuur loodrecht op het naaivlak 9 is gelegen en door de gestippelde lijn 35 1002388 6 gaat. Hierdoor wordt een constante afstand tussen de bovenrand van de plooien en de haakdrager 31 verkregen.
Vervolgens worden door het intrappen van de voetschakelaar 29 door de bedieningspersoon één of meer steken aangebracht met de naald 5 7, waardoor de haakdrager op voorlopige wijze is bevestigd aan de gordijnplooi en ten opzichte daarvan niet meer kan verschuiven. Hierna wordt door de besturingseenheid 4 een signaal afgegeven aan de cilinder 13 zodat deze de aanslag 19 en de grijper 21 naar de parkeerpositie terugtrekt. Na het terugtrekken van de grijper 21 en 10 de aanslag 19 geeft de besturingseenheid 4 een stuursignaal af naar de naaimachine 2, waarna de persvoet 8, de naaldhouder 5 en naald 7 zich op bekende wijze langs de haakdrager 31 bewegen om deze vast te stikken tegen de op het naaivlak 9 gelegen plooi.
Vervolgens kan de bevestigde gordijnhaak onder de persvoet 8 15 worden weggenomen. Een optische sensor 11 detecteert deze verwijdering en geeft een verwijderings-detectiesignaal af aan de besturingseenheid 4. Deze doet na ontvangst van het detectiesignaal van de optische sensor 11, die bijvoorbeeld kan zijn gevormd door een fotodiode, de cilinder 13, de aanslag 19 en de grijper 21 weer 20 terugbewegen naar hun ontvangpositie.
In figuur 2 is een uitvoeringsvorm getoond waarbij de grijper 21 en de aanslag 19 eerst tot voorbij de persvoet 8 van de naaimachine 2 in de ontvangpositie worden gebracht. Hierdoor kan in de getoonde ontvangpositie van de grijper 21 door de 25 bedieningspersoon op zeer eenvoudige wijze een haakdrager 31 op de grijper 21 worden aangebracht, zonder dat hierbij de persvoet 8, de naaldhouder 5 en de naald 7 een belemmering vormen. Met een verdere optische sensor 12 wordt plaatsing van een haakdrager 31 in de grijper 21 geregistreerd waarop de sensor 12 een haak-detectie 30 signaal afgeeft aan de besturingseenheid 4. Hierna wordt de cilinder 13 door de besturingseenheid 4 geactiveerd zodat de grijper 21 en de aanslag 19 zich naar de in de figuur gestippeld weergegeven bevestigingspositie terugbewegen. Hierbij ligt dan de aanslag 19 weer in het aanslagvlak 35 dat loodrecht ligt op het naaivlak 9. 35 Vervolgens worden dezelfde bewerkingen zoals hierboven zijn beschreven uitgevoerd. Bij de hierboven beschreven positionering van de haakdrager worden de persvoet 8, naaldhouder 5 en de naald 7 omhoog getrokken voor een vrije doorgang van de grijper 21.
1002388 7
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm waarbij een aanslag 41 niet mechanisch is verbonden met de grijper 21, maar wordt bediend door middel van een afzonderlijke cilinder 39. Hierbij blijft de cilinder 39 in zijn teruggetrokken toestand en blijft de aanslag 41 5 opgetrokken, totdat de grijper 21 in zijn ontvang- of bevestigingspositie is geplaatst. Daarna bedient de besturingseenheid 4 de cilinder 39 zodat de aanslag 41 in de richting van de in de figuur aangeven pijl wordt bewogen.
Het zij duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot 10 uitvoeringsvormen waarbij de aanslag en de grijper onderling mechanisch zijn verbonden. Verder is het niet noodzakelijk dat de grijper 21 in een rechte lijn naar de bevestigingspositie wordt gebracht. Het is eveneens mogelijk dat de grijper zich langs een baan beweegt die een component heeft die loodrecht staat op het naaivlak 15 9. Verder kunnen eveneens zowel de grijper 21 als de aanslag 19 via een rotatie in een vlak dat parallel is aan het naaivlak 9, in respectievelijk de bevestigingspositie en het aanslagvlak worden geplaatst. Het is verder denkbaar dat de grijper 21 en de aanslag 19 vanaf de onderzijde van het naaivlak 9, door een opening daarin naar 20 de bevestigingspositie, respectievelijk de aanslagpositie worden gebracht.
Figuur 4 toont tenslotte met de inrichting volgens de uitvinding gevormde gordijnplooien 43 in een gordijn 40. Hierbij is de haakdrager 31 langs een naad 42 ingestikt in een plooi 43. Hierbij 25 kan de haak 33 reeds op de haakdrager 31 zijn bevestigd, of kan deze haak 33 naderhand afzonderlijk worden aangebracht.
1 0 0 'L o 8 8

Claims (5)

1. Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi, waarbij de inrichting een naaimachine (2) omvat, een 5 daarmee samenwerkende bevestigingsinrichting (3) en een met de naaimachine (2) en de bevestigingsinrichting (3) verbonden besturingseenheid (4), waarbij de naaimachine een naaivlak (9) omvat waarop een gordijnplooi plaatsbaar is, een naaldhouder (5) met daarin een naald (7) die met een heen-en-weer gaande naaibeweging ten 10 opzichte van het naaivlak (9) beweegbaar is en een met de besturingseenheid (4) verbonden schakelaar (29) voor het activeren van de naaibeweging bij bediening van de schakelaar door een bedieningspersoon, en waarbij de bevestigingsinrichting is voorzien van een positioneringsorgaan (21), een met het positioneringsorgaan 15 verbonden aandrijfinrichting (13) voor verplaatsing van het positioneringsorgaan vanuit een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie tot boven het naaivlak gelegen bevestigingspositie alsmede van een aanslag (19,41) die beweegbaar is tussen een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie en een dwars op het naaivlak 20 gelegen aanslagvlak met het kenmerk, dat op periodieke wijze het positioneringsorgaan (21) voorbij het aanslagvlak naar een nabij de naald (7) gelegen ontvangpositie wordt bewogen zonder dat een haakdrager aan het postioneringsorgaan (21) is bevestigd en dat de aanslag (19,41) in het aanslagvlak wordt geplaatst, waarbij na 25 bediening van de schakelaar de besturingseenheid de naald ten minste een naaibeweging doet maken voor bevestiging van de op het positioneringsorgaan geplaatste haakdrager aan de gordijnplooi en waarbij na het doorvoeren van de ten minste ene naaibeweging, het besturingsorgaan (4) de aanslag (19,41) en het positioneringsorgaan 30 (21) doet terug bewegen naar hun parkeerposities.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het positioneringsorgaan (21) en aanslag (19,41) met een gemeenschappelijke drager (16) zijn verbonden en gezamenlijk 35 beweegbaar zijn door de aandrijfinrichting (13).
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een met de besturingsingeenheid verbonden 100^388 sensor (11) voor detectie van de aanwezigheid van een gordijnplooi op het naaivlak (19), waarbij na verwijdering van een gordijnplooi van het naaivlak, de sensor een verwijderings-dectectie signaal afgeeft aan de besturingseenheid (4) die na ontvangst van het detectiesignaal 5 de aanslag (19,41) en het positioneringsorgaan (21) vanuit hun respectieve parkeerposities verplaatst naar respectievelijk het aanslagvlak en de ontvangpositie.
4. Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een 10 gordijnplooi, waarbij de inrichting een naaimachine (2) omvat, een daarmee samenwerkende bevestigingsinrichting (3) en een met de naaimachine (2) en de bevestigingsinrichting (3) verbonden besturingseenheid (4), waarbij de naaimachine een naaivlak (9) omvat waarop een gordijnplooi plaatsbaar is, een naaldhouder (5) met daarin 15 een naald (7) die met een heen-en-weer gaande naaibeweging ten opzichte van het naaivlak (9) beweegbaar is en een met de besturingseenheid (4) verbonden schakelaar (29) voor het activeren van de naaibeweging bij bediening van de schakelaar door een bedieningspersoon, en waarbij de bevestigingsinrichting is voorzien 20 van een positioneringsorgaan (21), een met het positioneringsorgaan verbonden aandrijfinrichting (13) voor verplaatsing van het positioneringsorgaan vanuit een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie tot boven het naaivlak gelegen bevestigingspositie alsmede van een aanslag (19,41) die beweegbaar is tussen een van het 25 naaivlak verwijderde parkeerpositie en een dwars op het naaivlak gelegen aanslagvlak met het kenmerk, dat op periodieke wijze het positioneringsorgaan (21) voorbij het aanslagvlak naar een nabij de naald (7) gelegen ontvangpositie wordt bewogen zonder dat een haakdrager aan het postioneringsorgaan (21) is bevestigd en dat de 30 aanslag (19,41) in het aanslagvlak wordt geplaatst, waarbij de inrichting een sensor (12) omvat voor bepaling van de aanwezigheid van een haakdrager op het positioneringsorgaan (21), waarbij na plaatsing van een haakdrager op het positioneringsorgaan (21) de sensor een haak-detectie signaal afgeeft aan de besturingseenheid (4) 35 die het positioneringsorgaan daarna verplaatst van de ontvangpositie naar de bevestigingspositie. 1 1 ü 0 l s ö 8 Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een sensor (12) omvat voor bepaling van de aanwezigheid van een haakdrager op het positioneringsorgaan (21), waarbij na plaatsing van een haakdrager op het positioneringsorgaan (21) de sensor een haak-detectie signaal afgeeft aan de 5 besturingseenheid (4) die het positioneringsorgaan daarna verplaatst van de ontvangpositie naar de bevestigingspositie.
6. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de ontvangpositie van het positioneringsorgaan, samenvalt met de 10 bevestigingspositie. 1 0 0 L 3 8 8
NL1002388A 1996-02-19 1996-02-19 Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi. NL1002388C1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002388A NL1002388C1 (nl) 1996-02-19 1996-02-19 Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.
DE1997106501 DE19706501B4 (de) 1996-02-19 1997-02-19 Vorrichtung zur Befestigung eines Hakenträgers an einer Gardinenfalte
BE9700151A BE1010151A7 (nl) 1996-02-19 1997-02-19 Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002388A NL1002388C1 (nl) 1996-02-19 1996-02-19 Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.
NL1002388 1996-02-19

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1002388A1 NL1002388A1 (nl) 1996-05-30
NL1002388C1 true NL1002388C1 (nl) 1997-03-20

Family

ID=19762344

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002388A NL1002388C1 (nl) 1996-02-19 1996-02-19 Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1010151A7 (nl)
DE (1) DE19706501B4 (nl)
NL (1) NL1002388C1 (nl)

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9201957A (nl) * 1992-11-09 1994-06-01 Eisenkolb Confectiemach Bv Inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken naar een naaimachine.

Also Published As

Publication number Publication date
DE19706501A1 (de) 1997-08-21
NL1002388A1 (nl) 1996-05-30
DE19706501B4 (de) 2005-07-21
BE1010151A7 (nl) 1998-01-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5816177A (en) Material feeding, aligning cutting and edge finishing system
US4823660A (en) Label cutting device and method
US4157825A (en) Device for separating single textile workpieces from a stack
JPS61502476A (ja) タオルの整列、切断、および縁縫い装置
NL1002388C1 (nl) Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.
NL194883C (nl) Automatische inrichting voor het snijden van een weefselbaan en het tot een nieuwe weefselbaan verbinden van afgesneden stukken weefsel.
US5060588A (en) Method of attaching a strip of cloth with a zip-fastener component to a trouser forepart
ITMI942644A1 (it) Macchina automatica per l'etichettatura di calze, particolarmente per calze lunghe o a gambaletto o calze corte.
US4581876A (en) Box closer
US5018463A (en) Stacking device having clamps along a circulating conveyor for clamping, conveying, and stacking sewn articles from a sewing machine to a cloth holding stand
US4464160A (en) Method and apparatus for forming a hem in fabric flat goods
CN105880116B (zh) 一种适用于油边材料的夹持机构及夹持油边材料的方法
US4104977A (en) Fabric-feed control for sewing machine
NL193933C (nl) Draagbare inrichting voor het vastklemmen van hulzen. Inrichting voor het klemmen van een buisvormige fitting op het einde van een slang.
US4282820A (en) Workpiece-clamping assembly at sewing station
NL9201957A (nl) Inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken naar een naaimachine.
CN210998782U (zh) 一种取料机械爪
CN209323129U (zh) 数控缝制中心及自动收料机械手
US3485490A (en) Apparatus and method for stacking apparel and like articles
KR200405718Y1 (ko) 스팡글 테이프 자동 부착장치
KR0137639B1 (ko) 린네르 반송용 컨베이어
NL8701066A (nl) Inrichting voor gebruik bij het vastzetten van een ophangorgaan in een gordijnplooi en ophangorgaan geschikt voor gebruik van de inrichting.
CN211365150U (zh) Pe袋上料组件及pe袋包装系统
CN211391891U (zh) 扎带上料组件及pe袋包装系统
CN212042275U (zh) 一种触片折断装置

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Lapsed due to expiration of the term of protection

Effective date: 20020219