BE1010151A7 - Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi. - Google Patents

Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi. Download PDF

Info

Publication number
BE1010151A7
BE1010151A7 BE9700151A BE9700151A BE1010151A7 BE 1010151 A7 BE1010151 A7 BE 1010151A7 BE 9700151 A BE9700151 A BE 9700151A BE 9700151 A BE9700151 A BE 9700151A BE 1010151 A7 BE1010151 A7 BE 1010151A7
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sewing
positioning member
stop
hook
curtain
Prior art date
Application number
BE9700151A
Other languages
English (en)
Inventor
Gustav Josephus Eisenkolb
Original Assignee
Eisenkolb Confectiemach Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eisenkolb Confectiemach Bv filed Critical Eisenkolb Confectiemach Bv
Application granted granted Critical
Publication of BE1010151A7 publication Critical patent/BE1010151A7/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05BSEWING
    • D05B3/00Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing
    • D05B3/12Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing for fastening articles by sewing
    • D05B3/22Article-, e.g. button-, feed mechanisms therefor
    • DTEXTILES; PAPER
    • D05SEWING; EMBROIDERING; TUFTING
    • D05BSEWING
    • D05B3/00Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing
    • D05B3/12Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing for fastening articles by sewing
    • D05B3/18Sewing apparatus or machines with mechanism for lateral movement of the needle or the work or both for making ornamental pattern seams, for sewing buttonholes, for reinforcing openings, or for fastening articles, e.g. buttons, by sewing for fastening articles by sewing hooks or eyelets
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2503/00Domestic or personal
    • D10B2503/02Curtains

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Sewing Machines And Sewing (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi. De inrichting omvat een naaimachine, een daarmee samenwerkende bevestigingsinrichting en een met de naaimachine en de bevestigingsinrichting verbonden besturingseenheid. Op een naaivlak van de naaimachine kan een gordijnplooi worden geplaatst. Vervolgens wordt een positioneringsorgaan van de bevestigingsinrichting, in de vorm van bijvoorbeeld een grijper in een ontvangpositie gebracht. Door de bedieningspersoon kan een gordijnhaak handmatig op de grijper worden aangebracht. Een aanslag kan gelijktijdig met de grijper in een aanslagvlak worden opgesteld, of na plaatsing van de grijper in de ontvangpositie. Na bediening van een voetschakelaar door de bedieningspersoon, wordt allereerst de haakdrager aan het gordijn bevestigd met een of meer steken waarna de positioneringsinrichting en de aanslag naar hun parkeerposities worden teruggebracht. Door toepassing van de inrichting wordt een semi-automatische bevestiging van haakdragers aan gordijnplooien verkregen die hoewel zeer eenvoudig, zeer effeciënt en snel is.

Description

Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi, waarbij de inrichting een naaimachine omvat, een daarmee samenwerkende bevestigingsinrichting en een met de naaimachine en de bevestigingsinrichting verbonden besturingseenheid, waarbij de naaimachine een naaivlak omvat waarop een gordijnplooi plaatsbaar is, een naaldhouder met daarin een naald die met een heen-en-weer gaande naaibeweging ten opzichte van het naaivlak beweegbaar is en een met de besturingseenheid verbonden schakelaar voor het activeren van de naaibeweging bij bediening van de schakelaar door een bedieningspersoon, en waarbij de bevestigingsinrichting is voorzien van een positioneringsorgaan, een met het positioneringsorgaan verbonden aandrijfinrichting voor verplaatsing van het positioneringsorgaan vanuit een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie tot boven het naaivlak gelegen bevestigingspositie alsmede van een aanslag die beweegbaar is tussen een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie en een dwars op het naaivlak gelegen aanslagvlak.
Een inrichting voor automatische bevestiging van gordijnhaken aan gordi jnplooien is bekend uit WO 94/11558 ten name van aanvraagster. In deze aanvrage wordt een inrichting beschreven waarin een voorraad gordijnhaken in een verticale toevoerhouder zijn opgenomen. Een bevestigingsinrichting die bijvoorbeeld een pneumatische of hydraulische cilinder omvat met een grijperelement neemt één gordijnhaak uit de toevoerhouder en plaatst deze boven een naaivlak van een naaimachine. Hierbij wordt tegelijkertijd de gordijnhaak langs de haakdrager gepositioneerd. Na plaatsing van het grijperelement van de bevestigingsinrichting onder de naaldhouder van de naaimachine, wordt een aan de naaimachine bevestigde aanslag van bovenaf in een aanslagvlak geplaatst. De bedieningspersoon kan daarna een gordijnplooi tegen de aanslag onder de naaldhouder leggen. Hierdoor wordt bereikt dat de bovenrand van een gordijnplooi altijd exact is gepositioneerd ten opzichte van het grijpelement en de bovenrand van de gordijnhaak. Na bedienen van een voetschakelaar, wordt de gordijnhaak ingeklemd onder de persvoet van de naaimachine en worden het positioneringsorgaan en de aanslag weer teruggetrokken naar hun parkeerpositie. Vervolgens voert de naaimachine volautomatisch een voorgeprogrammeerd stikpatroon uit waarmee de haakdrager aan de gordijnplooi wordt bevestigd. Hierna kan handmatig de gordijnplooi onder de persvoet vandaan worden gehaald, hetgeen wordt gedetecteerd door middel van een optische sensor. Na verwijdering van een gordijnplooi van onder de persvoet, brengt het positioneringsorgaan een nieuwe gordijnhaak onder de persvoet en wordt de aanslag opnieuw in positie gebracht.
De hierboven beschreven inrichting is gebleken op zeer snelle en efficiënte wijze te werken bij het bevestigen van gordijnhaken aan gordijnplooien. Echter, door zijn volledige automatisering is de inrichting relatief complex en daardoor voor een groot aantal gebruikers relatief duur.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een inrichting voor het op snelle en efficiënte wijze bevestigen van haakdragers aan gordijnplooien, welke inrichting op relatief eenvoudige wijze is uitgevoerd. Het is tevens een doel van de uitvinding de vereenvoudiging van de inrichting door te voeren onder behoud van nauwkeurige positionering en efficiënte werking, bij een optimaal bedieningsgemak.
Hiertoe is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat op periodieke wijze het positioneringsorgaan voorbij het aanslagvlak naar een nabij de naald gelegen ontvangpositie wordt bewogen zonder dat een haakdrager aan het postioneringsorgaan is bevestigd en dat de aanslag in het aanslagvlak wordt geplaatst, waarbij na bediening van de schakelaar de besturingseenheid de naald ten minste een naaibeweging doet maken voor bevestiging van de op het positioneringsorgaan geplaatste haakdrager aan de gordijnplooi en waarbij na het doorvoeren van de ten minste ene naaibeweging, het besturingsorgaan de aanslag en het positioneringsorgaan doet terug bewegen naar hun parkeerposities.
In de inrichting volgens de uitvinding wordt het positioneringsorgaan in zijn ontvangpositie geplaatst, di,e nabij de naald is gelegen zonder dat een gordijnhaak op het positioneringsorgaan aanwezig is. Hierdoor kan het positioneringsorgaan zeer snel in positie worden gebracht zonder dat het risico bestaat dat een daarop geplaatste gordijnhaak van het positioneringsorgaan valt. Verder kan het positioneringsorgaan vanuit een relatief ontoegankelijke positie tot boven het naaivlak worden ingebracht, langs een niet noodzakelijkerwijs rechtlijnige baan.
Zn de ontvangpositie van het positioneringsorgaan kan handmatig een haakdrager daarop worden bevestigd. Vervolgens kan door de bedieningspersoon, onder gebruik van beide handen, een gordijnplooi onder het positioneringsorgaan en de daarop geplaatste haakdrager worden geplaatst. Hiertoe is de aanslag door de besturingseenheid, hetzij gelijktijdig met de plaatsing van het positioneringsorgaan in de bevestigingspositie, hetzij daarna, in het aanslagvlak gebracht, zodat een voorbepaalde afstand tussen de bovenrand van de gordijnplooien en de haakpositie wordt verkregen.
Na bediening van de schakelaar, die bijvoorbeeld een voetschakelaar omvat doet de besturingseenheid de naald ten minste één naaibeweging maken. Hierdoor wordt de naalddrager in eerste instantie op de gordijnplooi verankerd. Vervolgens kunnen dan het positioneringsorgaan en de aanslag worden weggenomen, zodat ruimte wordt gemaakt voor de naald, naaldhouder en de persvoet van de naaimachine om de haakdrager langs zijn gehele lengte tegen de gordijnplooi te stikken.
De onderhavige uitvinding berust op het inzicht dat door handmatige plaatsing van een gordijnhaak op het positioneringsorgaan terwijl dit in de ontvangstpositie is geplaatst, een zeer grote vrijheid aan ontwerp van het positioneringsorgaan en de aanslag mogelijk wordt gemaakt. Hierbij kan worden gedacht aan een rotatie van de aanslag en het positioneringsorgaan in een vlak dat parallel ligt aan het naaivlak ter plaatsing van de aanslag in het aanslagvlak en het positioneringsorgaan in de ontvangpositie. Echter, eveneens kan worden ingezien dat de aanslag en het positioneringsorgaan ook vanuit een loodrecht op het naaivlak gelegen richting kunnen worden gepositioneerd. In de inrichting volgens de uitvinding hoeft niet langer door het positioneringsorgaan een traject te worden overbrugd tussen de toevoerhouder van de gordijnhaken en de bevestigingspositie nabij de naaldhouder, zoals bekend uit de stand van de techniek. Tevens is het gevaar dat een haakdrager bij transport van het positioneringsorgaan van dit orgaan valt voorkomen bij de inrichting volgens de uitvinding.
Doordat de haakdrager na bediening van de schakelaar met ten minste één steek aan de gordijnplooi wordt bevestigd, wordt iedere haakdrager exact gepositioneerd en ook na het losnemen van het positioneringsorgaan, terwijl dit zich naar de parkeerpositie terugtrekt, op deze positie gehouden.
In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding zijn het positioneringsorgaan en de aanslag met een gemeenschappelijke drager verbonden en zijn deze door de aandrijfinrichting gezamenlijk beweegbaar. Hierdoor wordt een zeer eenvoudige constructie verkregen, waarbij met slechts één aandrijfinrichting kan worden volstaan.
Een verdere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de inrichting is voorzien van een met de besturingsingeenheid verbonden sensor voor detectie van de aanwezigheid van een gordijnplooi op het naaivlak, waarbij na verwijdering van een gordijnplooi van het naaivlak, de sensor een verwijderings-dectectie signaal afgeeft aan de besturingseenheid die na ontvangst van het detectiesignaal de aanslag en het positioneringsorgaan van parkeerposities verplaatst naar respectievelijk het aanslagvlak en de ontvangpositie.
Na verwijdering van een gordijnplooi van het naaivlak na het aanbrengen van een haakdrager, komen de aanslag en het positioneringsorgaan weer terug in hun werkzame positie, zodat onmiddellijk een volgende haakdrager kan worden aangebracht.
In een verdere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding wordt met een sensor de aanwezigheid van een haakdrager op het positioneringsorgaan bepaald. Hierbij is het positioneringsorgaan bijvoorbeeld onder de persvoet van de naaimachine doorgeschoven tot nabij de bedieningspersoon, voor het gemakkelijk aanbrengen van een haakdrager. Na detectie van de haakdrager wordt het positioneringsorgaan automatisch teruggebracht naar de bevestigingspositie die verder van de bedieningspersoon is afgelegen. Hiertoe kan de naaldhouder bijvoorbeeld worden opgetild.
Enkele uitvoeringsvormen van een inrichting volgens de uitvinding zullen nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening. In de tekening toont:
Figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding,
Figuur 2 een zijaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding waarbij de ontvangpositie van het positioneringsorgaan verschilt van de bevestigingspositie,
Figuur 3 een uitvoeringsvorm waarbij de aanslag en het positioneringsorgaan niet onderling mechanisch zijn gekoppeld en
Figuur 4 een aantal in gordijnplooien bevestigde haakdragers voorzien van een gordijnhaak.
Figuur 1 toont de inrichting volgens de uitvinding omvattende een naaimachine 2 waarvan slechts op schematische wijze een persvoet δ, een naaldhouder 5 en een naald 7 zijn aangegeven, alsmede een optische sensor 11.
Een bevestigingsinrichting 3 voor het op semi-automatische wijze aanbrengen van haakdragers aan gordijnplooien omvat een aandrijfinrichting 13 in de vorm van een hydraulische of pneumatische cilinder, een drager 16 met aan het eind daarvan een grijper 21.
Een besturingseenheid 4, omvattende op zich bekende EEPROM digitale logica is via elektrische contacten 27 en 26 verbonden met de naaimachine 2 en een, in de figuur niet getoonde, klep van de cilinder 13. Een voetschakelaar 29 is eveneens verbonden met de besturingseenheid 4. Voor de bevestiging van een haakdrager 31 langs de bovenkant van een gordijnplooi, zoals weergegeven in figuur 4, wordt allereerst de grijper 21 vanuit de getoonde parkeerpositie naar een ontvangpositie gebracht. De ontvangpositie wordt in de figuur weergegeven door de positie van de met een onderbroken lijn weergegeven haakdrager 31 . Hierbij worden de grijper 21 en een aanslag 19, die beiden zijn bevestigd aan de drager 16 langs een rechte baan verschoven. Hierbij verplaatst de drager 16 zich tussen twee geleiders 17, 17', en loopt deze door een sleuf 18. Na het plaatsen van de grijper 21 in de ontvangpositie, kan door een bedieningspersoon handmatig een haakdrager 31 op de grijper 21 worden bevestigd. Hierbij komt een gat 32 van de haakdrager 31 aan te grijpen met een nok 23 van de grijper 21. Twee flexibele verende lippen, 25, 25' van de grijper 21 komen aan te grijpen met een zijdelingse vertanding 47 van de haakdrager 31.
Na handmatige plaatsing van de haakdrager 31 op de grijper 21, kan door een bedieningspersoon een gordijnplooi op het naaivlak 9 onder de persvoet 8 van de naaimachine worden gebracht. Hierbij komt de bovenrand van de gordijnplooi aan te liggen tegen de aanslag 19, die zich op dat moment in een aanslagvlak bevindt dat in de figuur loodrecht op het naaivlak 9 is gelegen en door de gestippelde lijn 35 gaat. Hierdoor wordt een constante afstand tussen de bovenrand van de plooien en de haakdrager 31 verkregen.
Vervolgens worden door het intrappen van de voetschakelaar 29 door de bedieningspersoon één of meer steken aangebracht met de naald 7, waardoor de haakdrager op voorlopige wijze is bevestigd aan de gordijnplooi en ten opzichte daarvan niet meer kan verschuiven. Hierna wordt door de besturingseenheid 4 een signaal afgegeven aan de cilinder 13 zodat deze de aanslag 19 en de grijper 21 naar de parkeerpositie terugtrekt. Na het terugtrekken van de grijper 21 en de aanslag 19 geeft de besturingseenheid 4 een stuursignaal af naar de naaimachine 2, waarna de persvoet 8, de naaldhouder 5 en naald 7 zich op bekende wijze langs de haakdrager 31 bewegen om deze vast te stikken tegen de op het naaivlak 9 gelegen plooi.
Vervolgens kan de bevestigde gordijnhaak onder de persvoet 8 worden weggenomen. Een optische sensor 11 detecteert deze verwijdering en geeft een verwijderings-detectiesignaal af aan de besturingseenheid 4. Deze doet na ontvangst van het detectiesignaal van de optische sensor 11, die bijvoorbeeld kan zijn gevormd door een fotodiode, de cilinder 13, de aanslag 19 en de grijper 21 weer terugbewegen naar hun ontvangpositie.
In figuur 2 is een uitvoeringsvorm getoond waarbij de grijper 21 en de aanslag 19 eerst tot voorbij de persvoet 8 van de naaimachine 2 in de ontvangpositie worden gebracht. Hierdoor kan in de getoonde ontvangpositie van de grijper 21 door de bedieningspersoon op zeer eenvoudige wijze een haakdrager 31 op de grijper 21 worden aangebracht, zonder dat hierbij de persvoet 8, de naaldhouder 5 en de naald 7 een belemmering vormen. Met een verdere optische sensor 12 wordt plaatsing van een haakdrager 31 in de grijper 21 geregistreerd waarop de sensor 12 een haak-detectie signaal afgeeft aan de besturingseenheid 4. Hierna wordt de cilinder 13 door de besturingseenheid 4 geactiveerd zodat de grijper 21 en de aanslag 19 zich naar de in de figuur gestippeld weergegeven bevestigingspositie terugbewegen. Hierbij ligt dan de aanslag 19 weer in het aanslagvlak 35 dat loodrecht ligt op het naaivlak 9. Vervolgens worden dezelfde bewerkingen zoals hierboven zijn beschreven uitgevoerd. Bij de hierboven beschreven positionering van de haakdrager worden de persvoet 8, naaldhouder 5 en de naald 7 omhoog getrokken voor een vrije doorgang van de grijper 21.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm waarbij een aanslag 41 niet mechanisch is verbonden met de grijper 21, maar wordt bediend door middel van een afzonderlijke cilinder 39. Hierbij blijft de cilinder 39 in zijn teruggetrokken toestand en blijft de aanslag 41 opgetrokken, totdat de grijper 21 in zijn ontvang- of bevestigingspositie is geplaatst. Daarna bedient de besturingseenheid 4 de cilindér 39 zodat de aanslag 41 in de richting van de in de figuur aangeven pijl wordt bewogen.
Het zij duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot uitvoeringsvormen waarbij de aanslag en de grijper onderling mechanisch zijn verbonden. Verder is het niet noodzakelijk dat de grijper 21 in een rechte lijn naar de bevestigingspositie wordt gebracht. Het is eveneens mogelijk dat de grijper zich langs een baan beweegt die een component heeft die loodrecht staat op het naaivlak 9. Verder kunnen eveneens zowel de grijper 21 als de aanslag 19 via een rotatie in een vlak dat parallel is aan het naaivlak 9, in respectievelijk de bevestigingspositie en het aanslagvlak worden geplaatst. Het is verder denkbaar dat de grijper 21 en de aanslag 19 vanaf de onderzijde' van het naaivlak 9, door een opening daarin naar de bevestigingspositie, respectievelijk de aanslagpositie worden gebracht.
Figuur 4 toont tenslotte met de inrichting volgens de uitvinding gevormde gordijnplooien 43 in een gordijn 40. Hierbij is de haakdrager 31 langs een naad 42 ingestikt in een plooi 43. Hierbij kan de haak 33 reeds op de haakdrager 31 zijn bevestigd, of kan deze haak 33 naderhand afzonderlijk worden aangebracht.

Claims (6)

1. Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi, waarbij de inrichting een naaimachine (2) omvat, een daarmee samenwerkende bevestigingsinrichting (3) en een met de naaimachine (2) en de bevestigingsinrichting (3) verbonden besturingseenheid (4), waarbij de naaimachine een naaivlak (9) omvat waarop een gordijnplooi plaatsbaar is, een naaldhouder (5) met daarin een naald (7) die met een heen-en-weer gaande naaibeweging ten opzichte van het naaivlak (9) beweegbaar is en een met de besturingseenheid (4) verbonden schakelaar (29) voor het activeren van de naaibeweging bij bediening van de schakelaar door een bedieningspersoon, en waarbij de bevestigingsinrichting is voorzien van een positioneringsorgaan (21), een met het positioneringsorgaan verbonden aandrijfinrichting (13) voor verplaatsing van het positioneringsorgaan vanuit een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie tot boven het naaivlak gelegen bevestigingspositie alsmede van een aanslag (19,41) die beweegbaar is tussen een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie en een dwars op het naaivlak gelegen aanslagvlak met het kenmerk, dat op periodieke wijze het positioneringsorgaan (21) voorbij het aanslagvlak naar een nabij de naald (7) gelegen ontvangpositie wordt bewogen zonder dat een haakdrager aan het postioneringsorgaan (21) is bevestigd en dat de aanslag (19,41) in het aanslagvlak wordt geplaatst, waarbij na bediening van de schakelaar de besturingseenheid de naald ten minste een naaibeweging doet maken voor bevestiging van de op het positioneringsorgaan geplaatste haakdrager aan de gordijnplooi en waarbij na het doorvoeren van de ten minste ene naaibeweging, het besturingsorgaan (4) de aanslag (19,41) en het positioneringsorgaan (21) doet terug bewegen naar hun parkeerposities.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het positioneringsorgaan (21) en aanslag (19,41) met een gemeenschappelijke drager (16) zijn verbonden en gezamenlijk beweegbaar zijn door de aandrijfinrichting (13).
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een met de besturingsingeenheid verbonden sensor (11) voor detectie van de aanwezigheid van een gordijnplooi op het naaivlak (19), waarbij na verwijdering van een gordijnplooi van het naaivlak, de sensor een verwijderings-dectectie signaal afgeeft aan de besturingseenheid (4) die na ontvangst van het detectiesignaal de aanslag (19,41) en het positioneringsorgaan (21) vanuit hun respectieve parkeerposities verplaatst naar respectievelijk het aanslagvlak en de ontvangpositie.
4. Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi, waarbij de inrichting een naaimachine (2) omvat, een daarmee samenwerkende bevestigingsinrichting (3) en een met de naaimachine (2) en de bevestigingsinrichting (3) verbonden besturingseenheid (4), waarbij de naaimachine een naaivlak (9) omvat waarop een gordijnplooi plaatsbaar is, een naaldhouder (5) met daarin een naald (7) die met een heen-en-weer gaande naaibeweging ten opzichte van het naaivlak (9) beweegbaar is en een met de besturingseenheid (4) verbonden schakelaar (29) voor het activeren van de naaibeweging bij bediening van de schakelaar door een bedieningspersoon, en waarbij de bevestigingsinrichting is voorzien van een positioneringsorgaan (21), een met het positioneringsorgaan verbonden aandrijfinrichting (13) voor verplaatsing van het positioneringsorgaan vanuit een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie tot boven het naaivlak gelegen bevestigingspositie alsmede van een aanslag (19,41) die beweegbaar is tussen een van het naaivlak verwijderde parkeerpositie en een dwars op het naaivlak gelegen aanslagvlak met het kenmerk, dat op periodieke wijze het positioneringsorgaan (21) voorbij het aanslagvlak naar een nabij de naald (7) gelegen ontvangpositie wordt bewogen zonder dat een haakdrager aan het postioneringsorgaan (21) is bevestigd en dat de aanslag (19,41) in het aanslagvlak wordt geplaatst, waarbij de inrichting een sensor (12) omvat voor bepaling van de aanwezigheid van een haakdrager op het positioneringsorgaan (21), waarbij na plaatsing van een haakdrager op het positioneringsorgaan (21) de sensor een haak-detectie signaal afgeeft aan de besturingseenheid (4) die het positioneringsorgaan daarna verplaatst van de ontvangpositie naar de bevestigingspositie.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting een sensor (12) omvat voor bepaling van de aanwezigheid van een haakdrager op het positioneringsorgaan (21), waarbij na plaatsing van een haakdrager op het positioneringsorgaan (21) de sensor een haak-detectie signaal afgeeft aan de besturingseenheid (4) die het positioneringsorgaan daarna verplaatst van de ontvangpositie naar de bevestigingspositie.
6. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat de ontvangpositie van het positioneringsorgaan, samenvalt met de bevestigingspositie.
BE9700151A 1996-02-19 1997-02-19 Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi. BE1010151A7 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002388 1996-02-19
NL1002388A NL1002388C1 (nl) 1996-02-19 1996-02-19 Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010151A7 true BE1010151A7 (nl) 1998-01-06

Family

ID=19762344

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700151A BE1010151A7 (nl) 1996-02-19 1997-02-19 Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1010151A7 (nl)
DE (1) DE19706501B4 (nl)
NL (1) NL1002388C1 (nl)

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9201957A (nl) * 1992-11-09 1994-06-01 Eisenkolb Confectiemach Bv Inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken naar een naaimachine.

Also Published As

Publication number Publication date
DE19706501A1 (de) 1997-08-21
NL1002388C1 (nl) 1997-03-20
NL1002388A1 (nl) 1996-05-30
DE19706501B4 (de) 2005-07-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0778369B1 (en) Material feeding, aligning, cutting and edge finishing system
US4823660A (en) Label cutting device and method
US3704884A (en) Stacking device for flexible workpieces
JPS61502476A (ja) タオルの整列、切断、および縁縫い装置
BE1010151A7 (nl) Inrichting voor bevestiging van een haakdrager aan een gordijnplooi.
NL194883C (nl) Automatische inrichting voor het snijden van een weefselbaan en het tot een nieuwe weefselbaan verbinden van afgesneden stukken weefsel.
US4187793A (en) Automatic stitch cutting device
US5060588A (en) Method of attaching a strip of cloth with a zip-fastener component to a trouser forepart
US3985067A (en) Labelling machine for garments
ITMI942644A1 (it) Macchina automatica per l'etichettatura di calze, particolarmente per calze lunghe o a gambaletto o calze corte.
US4581876A (en) Box closer
EP0805887A1 (en) Locker patch attachment system
US5018463A (en) Stacking device having clamps along a circulating conveyor for clamping, conveying, and stacking sewn articles from a sewing machine to a cloth holding stand
NL9201957A (nl) Inrichting voor het automatisch toevoeren van gordijnhaken naar een naaimachine.
US4104977A (en) Fabric-feed control for sewing machine
US4282820A (en) Workpiece-clamping assembly at sewing station
US5189967A (en) Apparatus for feeding labels to a sewing site of an industrial sewing machine
US3338192A (en) Bag tagger
DE202007002298U1 (de) Vorrichtung zur automatischen Qualitätsbewertung von Warntextilien
US3485490A (en) Apparatus and method for stacking apparel and like articles
KR200405718Y1 (ko) 스팡글 테이프 자동 부착장치
CN211365150U (zh) Pe袋上料组件及pe袋包装系统
KR102009606B1 (ko) 슬링벨트 재단장치
NL8701066A (nl) Inrichting voor gebruik bij het vastzetten van een ophangorgaan in een gordijnplooi en ophangorgaan geschikt voor gebruik van de inrichting.
CN215362251U (zh) 一种自动贴标机构

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *EISENKOLB CONFECTIEMACHINES B.V.

Effective date: 20030219