NL9000904A - Werkwijze en inrichting voor het omhullen van vleesproducten. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het omhullen van vleesproducten

Ondanks een belangrijke vooruitgang in de techniek van het omsluiten van vleesemulsies in buisachtige omhulsels, zijn kleine luchtbelletjes aanwezig in het vlees en in plooien binnenin het omhulsel. Deze luchtbelletjes verkorten de houdbaarheid van het vlees.

Sommige grote vleesverwerkende machines (mengmachines, gehaktmolens enz.) gebruiken een vacuümsysteem om de lucht uit het daarin verwerkte vlees te verwijderen. Wanneer echter de in dergelijke machines verwerkte vleesemulsie gemengd wordt om het luchtverwijderingsproces te vergemakkelijken, wordt aan het vlees schade berokkend.

Deze uitvinding beoogt derhalve voornamelijk een werkwijze en inrichting voor het omsluiten van vleesproducten te verschaffen, waarbij luchtbelletjes zowel in de vleesemulsie als in het omhulsel doeltreffend worden verwijderd, zodat het gerede, in een omhulsel omsloten vleesproduct, zowel in het vlees als in het omhulsel, grotendeels vrij van luchtbelletjes zal zijn.

Deze en andere oogmerken zullen duidelijk zijn voor deskundigen.

De werkwijze volgens de uitvinding omvat het omsluiten van een vleesproduct en het daaruit verwijderen van luchtdeeltjes middels het dwingen van een plastische vleesemulsie door een van een uitlaateinde voorzien vulhoorn, waarop in nauw verband daarmee een langwerpig omhulsel verschuifbaar is aangebracht, zodat de door het uitlaateinde van de hoorn geëxtrudeerde vleesemulsie het langwerpige omhulsel vult aangrenzend aan het uitlaateinde.

De ruimte tussen de hoorn en het omhulsel wordt onder een negatieve druk gesteld, zodat lucht in de ruimte tussen het omhulsel en de door het uitlaateinde geëxtrudeerde vleesemulsie verwijderd zal worden.

De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een machine voor het omsluiten van vleesproducten, omvattende een frame, een pomporgaan op het frame voor het onder druk pompen van vleesemulsie en een holle langwerpige vulhoorn, die zodanig verbonden is met het pomporgaan, dat vleesemulsie onder druk in de vulhoorn kan vloeien. De vulhoorn heeft een uitlaateinde en is geschikt gemaakt voor het opnemen van een langwerpig omhulsel op zijn buitenoppervlak, waarbij het omhulsel geschikt gemaakt is om met de vanuit het uitlaateinde van de vulhoorn geëxtrudeerde vleesemulsie gevuld te worden. Een vacuumbuis strekt zich uit door de vulhoorn en is gschikt gemaakt om in verbinding te staan met het buitenoppervlak van de vulhoorn. De vacuumbuis verwijdert lucht tussen het uitlaateinde van de hoorn en het omhulsel, en verwijdert lucht uit de vleesemulsie, die vanuit het uitlaateinde van de vulhoorn in het omhulsel wordt geëxtrudeerd.

De uitvinding zal nu nader besproken worden aan de hand van de in de tekening weergegeven voorbeelduitvoeringen.

Fig. 1 toont in perspectief de vleesomhullende inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een schematisch bovenaanzicht op een grotere schaal van de vleesomhullende hoofdonderdelen.

Fig. 3 toont een op grotere schaal in doorsnede weergegeven aanzicht volgens de lijn III-III van fig. 2.

Fig. 4 toont een op grotere schaal in doorsnede weergegeven aanzicht volgens de lijn IV-IV van fig. 2.

Fig. 5 toont een op grotere schaal in doorsnede weergegeven aanzicht volgens de lijn V-V van fig. 4.

Fig. 6 toont een in doorsnede weergegeven aanzicht volgens de lijn VI-VI van fig. 5.

Fig. 7 toont een gedeeltelijk perspectievisch aanzicht van het afgifteeindè van de vulhoorn, af geheeld op grotere schaal.

Fig. 8 is een in doorsnede weergegeven aanzicht gelijksoortig aan dat van fig. 6, maar toont een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, voorzover deze betrekking heeft op de vacuumleiding.

De vleesomsluitende machine 10 is/ behalve voor wat betreft de hieronder beschreven bijzondere onderdelen volgens deze uitvinding, in wezen bekend uit het Amerikaanse octrooischrift Nr. 3,115,668. De machine 10 omvat vier steunpoten 12 en een vleesemul-siepomp 14, die verbonden is met een toevoer van vleesemulsie (niet getoond). Een bekend vulhoornblok 16 is aan de pomp 14 bevestigd, en de vulhoorn 18 strekt zich op verschuifbare wijze uit door het blok 16. De vulhoorn 18 heeft een vooraan gelegen uitlaateinde 20 en een achteraan gelegen einde 22.

Een gebruikelijke klembus 21 is aangebracht op de machine 10 binnen een gebruikelijk klembushuis 24. Een gebruikelijke schakelvormer 26 is voor de klembus 21 op de machine 10 aangebracht. Een gebruikelijke transporteur 28 is stroomafwaarts van de afgiftehoorn 30 met de machine 10 verbonden. Een gebruikelijke verschuifbare drijfstang 32 is verbonden met de machine 10 en geschikt gemaakt, zoals hieronder wordt beschreven, om een geplooid omhulsel 34 voorwaarts verschuivend op de vulhoorn 18 te verplaatsen. Het omhulsel 34 heeft een vooraan gelegen einde 36 en een achteraan gelegen einde 38.

De voorgaande constructie is geheel bekend op machines volgens de stand der techniek en de beschreven constructie omvat, op zich zelf, niet de onderhavige uitvinding.

Bekende vleesomsluitende machines laten het terugtrekken van de vulhoorn 18 in achterwaartse richting door het blok 16 toe, zodat het uitlaateinde 20 van de vulhoorn zich achterwaarts uit de klembus 21 terug kan trekken. Het geplooide omhulsel 34 kan dan telescopisch op de hoorn 18 worden aangebracht, waarbij het vooraan gelegen einde 36 van het omhulsel door de klembus 21 wordt getrokken. Het is gebruikelijk dat vlees onder druk vanuit het uitlaateinde van de hoorn in het omhulsel geëxtrudeerd wordt en dat het omhulsel op toenemende wijze door de klembus heen wordt getrokken, terwijl de gevulde schakels 54 worden gevormd. De klembus 21 draait het omhulsel rond en de afzonderlijke schakels worden op bekende wijze door de schakelvormer 26 gevormd. Het is gebruikelijk dat de vleesemulsie 46 wordt geëxtrudeerd onder een druk van tussen de 100 en 600 psi (ongeveer 690 a 4140 kPa).

Een vacuumleiding 40A verbonden met de vacuumpomp (niet getoond) loopt tot in het vulhoornblok 16, waar deze het achteraan gelegen einde van de vulhoorn 18 binnengaat. De leiding 40A sluit vervolgens aan op de leiding 40B, welke in langsrichting voorwaarts naar het uitlaateinde van de hoorn loopt. De soldeerver-binding 41 verbindt de leidingen 4OB en 40C. Zoals het best in fig. 5 getoond, houdt leiding 40G op aangrenzend aan punt 42, waar de leiding 40 aansluit op de ringvormige groef 44 aan de buitenzijde van het vooraan gelegen uitlaateinde van de hoorn 18. De leidingen 40B en 40C moeten bij voorkeur tegen het inwendige zijwandoppervlak van de hoorn 18 rusten.

Wanneer - zie fig. 5 - de vleesemulsie 46 zich door de hoorn 18 verplaatst en wanneer een vacuum wordt getrokken op leidingen 40A, 40B en 40C, dan heeft de negatieve druk rondom de groef 44 de neiging het segment 48 van het omhulsel 34 in een nauwe aangrijping met het buitenoppervlak van hoorn 18, naast en achter de groef 44, te trekken. De druk van de uit de hoorn 18 tredende vleesemulsie dwingt echter het segment 50 van het omhulsel 34 in buitenwaartse richting van het oppervlak van de hoorn 18 (voor de groef 44) vandaan, waardoor de vleesemulsie in de ruimte 52 onder negatieve druk wordt gesteld. Het gevolg is dat de luchtbelletjes in de ruimte 52, hetzij binnenin de vleesemulsie in de ruimte 52 hetzij elders in de ruimte 52 (indien de ruimte niet volledig gevuld is), door het vacuum worden afgevoerd naar de vacuumleiding 40C.

De vacuumleiding 40C' in fig. 8 bevindt zich op een langwerpige gleuf 54 in de vulhoorn 18, waarin een holle vacuumbuis 56 is ingevoegd en op zijn plaats gesoldeerd is. De leiding 40C' kan, net als leiding 40C (fig. 7), op punt 42 eindigen, en het andere uiteinde ervan is ter plaatse van verbinding 41 verbonden met leiding 40B (fig. 3). Door deze constructie van leiding 40C' wordt het schoonmaken van de hoorn 18 vergemakkelijkt. Bij leiding 40C' wordt geen ringvormige groef 44 gebruikt.

Deze verwijdering of althans aanzienlijke vermindering van lucht in het vooraan gelegen deel van het omhulsel en in de uittredende vleesemulsie verbetert het resulterende vleesproduct in hoge mate, met inbegrip van de houdbaarheid daarvan.

Derhalve zal begrepen worden dat zeker alle gestelde oogmerken van deze uitvinding verwezenlijkt worden.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het omhullen van een vleesproduct en het verwijderen van lucht daaruit/ set het kenmerk, dat een plastische emulsie door een van een uitlaateinde voorziene vulhoorn gedwongen wordt/ op welke hoorn een langwerpig omhulsel verschuifbaar in nauw verband daarmee zodanig aangebracht is, dat de door het uitlaateinde geëxtrudeerde vleesemulsie het langwerpige omhulsel vult aangrenzend aan het uitlaateinde, en dat de ruimte tussen het uitlaateinde van de hoorn en het omhulsel onder een negatieve druk gesteld wordt, teneinde lucht tussen de hoorn en het omhulsel en lucht in de door de uitlaat geëxtrudeerde emulsie te verwijderen om het gevulde omhulsel nagenoeg vrij van luchtbelletjes te maken.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lanwerpige omhulsel zich in geplooide toestand op de hoorn bevindt en een vooraan gelegen einde aangrenzend aan het uitlaateinde heeft, evenals een achteraan gelegen einde, waarbij de ruimte tussen de hoorn en het vooraan gelegen einde van het omhulsel onder een negatieve druk wordt gesteld.

3. Werkwijze voor het omhullen van een emulsieproduct, met het kenmerk, dat tegelijkertijd een emulsieproduct door het uitlaateinde van een vulhoorn in een langwerpig omhulsel wordt geëxtrudeerd en het emulsieproduct onder een negatieve druk wordt gesteld wanneer dit het omhulsel binnengaat, teneinde luchtbelletjes uit het emulsieproduct te verwijderen.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het omhulsel verschuifbaar op de hoorn, in nauw verband daarmee, aangebracht is, en dat de ruimte tussen het uitlaateinde van de hoorn en het omhulsel onder de negatieve druk wordt gesteld teneinde lucht tussen het omhulsel en de hoorn te verwijderen.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de negatieve druk bewerkstelligd wordt door het trekken van een vacuum vanuit een vacuumleiding binnen de vulhoorn, welke leiding in verbinding staat met een opening aan het buitenoppervlak van de vulhoorn naast het uitlaateinde daarvan, waarbij ervoor gezorgd wordt dat het omhulsel zich nauwsluitend aan het oppervlak van de vulhoorn hecht aan de tegengesteld aan het uitlaateinde van de vulhoorn gelegen zijde van de opening, teneinde het inwendige van het omhulsel van de negatieve druk af te sluiten, behalve aangrenzend aan het uitlaateinde van de vulhoorn.

6. Inrichting voor het omsluiten van emulsiepoduc-ten, gekenmerkt door een frame; een pomporgaan (14) op het frame voor het onder druk pompen van emulsie; een holle, langwerpige vulhoorn (18) die zodanig verbonden is met het pomporgaan, dat emulsie onder druk in de vulhoorn kan vloeien, waarbij de vulhoorn voorzien is van een uitlaateinde (20), en een achteraan gelegen einde (22) en eveneens geschikt is gemaakt voor het opnemen van een langwerpig omhulsel (34) op zijn buitenoppervlak en waarbij het omhulsel geschikt is gemaakt om te worden gevuld met vanuit het uitlaateinde van de vulhoorn geëxtrudeerde emulsie; en door een va-cuumorgaan, dat geschikt gemaakt is om in verbinding te worden gebracht met de ruimte (52) tussen het omhulsel en het zich naast het uitlaateinde van de vulhoorn bevindende buitenoppervlak daarvan voor het verwijderen van lucht tussen het uitlaateinde van de hoorn en het omhulsel, alsmede uit de vleesemulsie die vanuit het uitlaateinde in het omhulsel geëxtrudeerd wordt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, eet het kenmerk, dat het vacuumorgaan verbonden is met een langwerpige va-cuumleiding (40C), die in langsrichting door de vulhoorn (18) loopt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de vulhoorn (18) voorzien is van een ringvormige groef (44) op het buitenoppervlak en aangrenzend aan het uitlaateinde (20), daarvan, waarbij de ringvormige groef verbonden is met de va-cuumleiding (40C).

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de vacuumleiding (40C) een aanzienlijk kleinere doorsnede heeft dan de doorsnede van de vulhoorn (18) en dat de vacuumleiding aangrenzend aan het inwendige oppervlak van de vulhoorn gelegen is.

10. Inrichting volgens conclusie 7 eet het ken-aerk, dat de vacuumleiding (400 een langwerpige buis (40C) is, die door een langwerpige gleuf (54) in de vulhoorn (18) loopt en binnenin deze langwerpige gleuf bevestigd is.