NL8402585A - Ploeg. - Google Patents

Ploeg. Download PDF

Info

Publication number
NL8402585A
NL8402585A NL8402585A NL8402585A NL8402585A NL 8402585 A NL8402585 A NL 8402585A NL 8402585 A NL8402585 A NL 8402585A NL 8402585 A NL8402585 A NL 8402585A NL 8402585 A NL8402585 A NL 8402585A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plow
main frame
frame beam
bodies
adjustment
Prior art date
Application number
NL8402585A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Texas Industries Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Texas Industries Inc filed Critical Texas Industries Inc
Priority to NL8402585A priority Critical patent/NL8402585A/nl
Priority to EP19850201333 priority patent/EP0173400B1/en
Priority to DE8585201333T priority patent/DE3571184D1/de
Priority to FR8512674A priority patent/FR2569328B1/fr
Priority to DE19853530107 priority patent/DE3530107C2/de
Publication of NL8402585A publication Critical patent/NL8402585A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B3/00Ploughs with fixed plough-shares
    • A01B3/36Ploughs mounted on tractors
    • A01B3/40Alternating ploughs
    • A01B3/42Turn-wrest ploughs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B15/00Elements, tools, or details of ploughs
    • A01B15/14Frames
    • A01B15/145Frames the plough blades being connected to the plough beam for unisono adjustment of the furrow width

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

·“ . * Τ 315/Ned./JP
Texas Industries Inc., Willemstad, Curasao.
"Ploeg"
De uitvinding heeft betrekking op een ploeg, voorzien van een gestel waaraan twee of meer ploeglichamen zijn aangebracht, welke ploeglichamen voor het veranderen van de werkbreedte van de ploeg om een opwaartse as verzwenkbaar 5 zijn.
Bij bekende ploegen van deze soort, kan tijdens het bedrijf de werkbreedte van de ploeg worden gewijzigd, zodat een niet-rechte voor kan worden rechtgemaakt, terwijl verder de ploegbreedte kan worden aangepast aan de breedte 10 van een nog te ploegen overblijvende strook van het veld.
Ook is het mogelijk om door het wijzigen van de werkbreedte van de ploeg onder handhavirig van dezelfde diepte het vermogen dat benodigd is te wijzigen, κ
De bekende ploegen hebben het nadeel dat de ploeg-15 lichamen op een bepaalde werkbreedte zijn afgesteld. Praktisch alle ploeglichamen zijn geschikt om een strook van +40 cm. te ploegen. Echter is zo'n ploeglichaam dan minder geschikt om een strook van 30 cm. of een strook van 50 cm. te bewerken. Zo zal een ploeglichaam bedoeld voor het bewer-20 ken van een strook grond met een breedte van 50 cm. - indien dit wordt gebruikt om een strook grond van 30 cm. te ploegen - de grond te veel zijwaarts werpen.
Met de constructie volgens de uitvinding kunnen de bovengenoemde nadelen nu worden opgeheven doordat midde-25 len aanwezig zijn met behulp waarvan de hoek van ten minste één ploeglichaam ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de ploeg verstelbaar is. Met behulp van deze constructie kan - indien een ploeglichaam in een stand wordt gebracht waarbij de werkbreedte is gewijzigd - de hoek die de voorzij-30 de van het ploeglichaam met de voortbewegingsrichting van de ploeg insluit, worden gewijzigd, een en ander zodanig dat de stand van het ploeglichaam aan de nieuwe werkbreedte is aangepast. Zo kan een ploeglichaam dat een strook van 30 cm. bewerkt, in een stand worden gebracht waarbij de voorzijde 35 met de voortbewegingsrichting een hoek van + 23° insluit, terwijl het zelfde ploeglichaam bij het bewerken van een strook grond van 50 cm., zodanig kan worden ingesteld dat 8402585 - 2 - de voorzijde een hoek van + 42° met de voortbewegingsrich-ting van de ploeg insluit. Op deze wijze kan met behulp van de constructie volgens de uitvinding de ploeg gunstig aan verschillende werkomstandigheden en ook aan de gewenste rij-5 snelheid worden aangepast.
Een tweede aspect van de uitvinding betreft een ploeg voorzien van een gestel dat een hoofdgestelbalk omvat, waaraan een aantal ploeglichamen zijn aangebracht en de hoofdgestelbalk in een aantal standen schuin ten opzichte van de 10 voortbewegingsrichting van de ploeg verstelbaar is, waarbij het gestel een gestelbalk omvat, die zich in de langsrichting van de hoofdgestelbalk uit'strekt en via een tussenarm schar-nierbaar aan de hoofdgestelbalk is aangebracht. Met behulp van deze ondersteuning van de hoofdgestelbalk kan men voor 15 het wijzigen van de werkbreedte van de ploeg een effectieve verstelling van de hoofdgestelbalk verkrijgen.
Vólgens een verder facet van de uitvinding omvat de ploeg een gestel dat een hoofdgestelbalk heeft waaraan een aantal ploeglichamen zijn aangebracht en .de hoofdgestel-20 balk in een aantal standen schuin ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de ploeg verstelbaar is, waarbij het vooreinde van de hoofdgestelbalk door middel van een korte scharnierverbinding aan een dwarsbalk is aangebracht, terwijl een verstelbalk aanwezig is, die ongeveer in het midden van 25 de hoofdgestelbalk is aangebracht en eveneens een verbinding vormt tussen de hoofdgestelbalk en de dwarsbalk. Met behulp van deze constructie wordt een zodanige geleiding van de hoofdgestelbalk bij zijn verstelling mogelijk, dat deze in zijn geheel tevens enigszins zijdelings wordt verplaatst.
30 Door een en ander wordt de positie van de hoofdgestelbalk ten opzichte van het trekkerspoor gewijzigd, hetgeen van voordeel is in verband met de ligging van het trekpunt en eveneens indien men de ploeg in een transportstand wil brengen.
De uitvinding betreft tevens een ploeg voorzien 35 van een gestel dat een hoofdgestelbalk omvat, waaraan een aantal ploeglichamen zijn aangebracht en de hoofdgestelbalk in een aantal standen schuin ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de ploeg verstelbaar is, waarbij de ploeg een ondersteuningswiel omvat dat gezamenlijk met een steun- 8402585 - 3 - orgaan voor het opnemen van zijdelingse krachten om een opwaartse as verstelbaar is. Met behulp van deze constructie wordt bereikt dat de ondersteuning van de ploeg tegelijkertijd met een instelling van de nieuwe werkbreedte wordt ge- .
5 wijzigd, een en ander zodanig dat in de nieuwe werkstand van de ploeg deze eveneens zo effectief mogelijk wordt ondersteund .
Aan de hand van een in de tekening weergegeven uit-voeringsvoorbeeld, zal de uitvinding hieronder nader uiteen 10 worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een als een meer-scharige wentelploeg uitgevoerde ploeg, voorzien van een constructie volgens de uitvinding en in een stand, waarin de ploeg de grootste werkbreedte heeft.
15 Figuur 2 geeft een zijaanzicht weer van de in fig.
1 afgeheelde ploeg.
Figuur 3 geeft in bovenaanzicht een ploeg volgens de uitvinding weer in een stand waarin deze de kleinste werkbreedte heeft.
20 Figuur 4 geeft op grotere schaal een ondersteuning voor een paar ploeglichamen weer.
Figuur 5 geeft een aanzicht weer volgens de lijn V - V in fig. 1.
De in de figuren afgebeelde inrichting betreft een 25 landbouwwerktuig, in het bijzonder een ploeg.
De ploeg, die is uitgevoerd als een meerscharige wentelploeg, omvat een zich althans, nagenoeg in horizontale V.
richting uitstrekkende hoofdgestelbalk waarvan de langs-hartlijn met de voortbewegingsrichting A een hoek van +30° 30 insluit. De hoofdgestelbalk 1 omvat een U-profiel 2, dat uit plaat is gevormd en zodanig is opgesteld, dat de benen van de U zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekken. De einden van de benen van de U zijn haaks omgezet en door middel van bouten 3 bevestigd aan een plaat 4, die zich 35 over de gehele lengte van de gestelbalk 1 uitstrekt en althans nagenoeg evenwijdig is gelegen aan het zich tussen de benen bevindende gedeelte van het U-profiel 2.
Op gelijke afstand van elkaar zijn door middel van steunen 2A en de bouten 3, waarmee de plaat 4 tegen de omge- 84 0 258 5 ί * - 4 - zette einden van de benen van het U-profiel is bevestigd, assen 5 aangebracht, die zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekken. Zoals uit de figuren 1 en 2 blijkt, zijn in totaal vijf assen 5 op deze wijze aangebracht, waar-5 bij één as nabij het vooreinde van de hoofdgestelbalk 1 en één as nabij het achtereinde hiervan is gelegen.
Tussen het door middel van de bouten 3 vastgezette boven- en ondereinde van de respectieve assen 5 is om elke as 5 een bus 6 aangebracht, die aan de zijde van de hoofdge-10 stelbalk 1 is voorzien van een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende stripvormige arm 7. De arm 7 is door een sleuf 8 in de plaat 4 resp. het tussen de benen gelegen gedeelte van het U-profiel 2 gevormd en steekt buiten de hoofdgestelbalk 1 uit.
15 Aan de tegenover gelegen zijde is de bus 6 nabij het midden voorzien van een althans nagenoeg horizontaal gelegen as 9, waarvan de langshartlijn zich in het verlengde van de langshartlijn van de stripvormige arm 7 uitstrekt.
Elke as 9 vormt een ondersteuning voor een paar 20 boven elkaar gelegen ploeglichamen 10. De ploeglichamen van de paren zijn gezamenlijk afwisselend inzetbaar, waarbij zij links- resp. rechtswerkend zijn. Onder links- resp. rechts-werkend wordt hier verstaan, dat in de voortbewegingsrichting A gezien grond naar links resp. naar rechts wordt verplaatst.
25 Elk van de ploeglichamen 10 van een paar omvat een rister 11 en een schaar 12 en is aangebracht aan een draag-arm 13. Elke draagarm 13 strekt zich vanaf een ploeglichaam 10 over een gedeelte in althans nagenoeg verticale richting naar beneden resp. naar boven uit. Het betreffende gedeelte 30 gaat via een knik over in een gedeelte dat schuin naar boven resp. naar onderen en naar voren is gericht, welk gedeelte op zijn beurt via een knik overgaat. in een althans nagenoeg horizontaal gelegen, naar voren gericht gedeelte dat aan de voorzijde verzwenkbaar is aangebracht om de as 9. Het einde 35 van de as 9 is door middel van een moer 14 en spieën 15 voorzien van een aanslag 16, die een beweging van het zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende gedeelte van de draagarm 13 voor het in de figuren onderste ploeglichaam 10 van elk paar tijdens het bedrijf begrenst.
840258¾ - 5 -
Met behulp van de aanslag 16 wordt tevens een opsluiting voor de verzwenkbaar om de as 9 aangebrachte vooreinden van de respectieve draagarmen 13 verkregen. Voor de draagarm 13 van het bovenste ploeglichaam 10 van elk paar 5 is een aanslag 17 aanwezig, die zich nabij het andere einde van de as 9 en nabij de as 5 bevindt en aan de bus 6 is aangebracht .
Nabij de achterzijde van de draagarm 13 voor het onderste ploeglichaam 10 is op het gedeelte dat zich naar 10 boven en naar voren uitstrekt een plaatvormige steun 18 aangebracht, die zich in opwaartse richting uitstrekt. De steun 18 is nabij zijn bovenzijde voorzien van een tap 19, waarom een gebogen einde van een bladveer 20 is aangebracht. De blad-veer 20 strekt zich althans nagenoeg in horizontale richting 15 uit en is met zijn vooreinde via een gebogen deel aangebracht om een tap 21, die is bevestigd nabij de bovenzijde van een oor 22, dat is bevestigd nabij de voorzijde van de draagarm 13 voor het bovenste ploeglichaam 10.
Zoals uit fig. 2 blijkt, is de bladveer 20 licht 20 naar boven gekromd, een en ander zodanig dat een verend mechanisme aanwezig is, dat de respectieve draagarmen 13 tegen de aanslag 16 resp. 17 drukt.
Elk van de stripvormige armen 7 is door middel van een pen 23 verzwenkbaar aangebracht tussen twee holle profie-25 len, die op enige afstand van elkaar zijn aangebracht en zich althans nagenoeg evenwijdig aan de hoofdgestelbalk 1 uitstrekken. De profielen vormen een verstelstang 24,een en ander zodanig dat door èen verplaatsing van de verstelstang in een richting althans nagenoeg evenwijdig aan de langshartlijn van 30 de hoofdgestelbalk 1, een verdraaiing van de bussen 6 om de respectieve assen 5 en daarmee een verstelling van de respectieve ploeglichamen 10 kan worden verkregen. De verstelstang 24 en de armen 7 behoren tot middelen die een verstelmechanisme vormen voor de ploeglichamen 10. De verstelling kan over een 35 hoek van + 20° plaatsvinden. De respectieve zwenkassen gevormd door de assen 5 bevinden zich in bovenaanzicht gezien nabij de voorste punt van de schaar 12 van een ploeglichaam.
De door de holle profielen gevormde verstelstang 24 is vanaf de voorzijde gerekend tussen het derde en vierde 8402585 * f -s - 6 - paar ploeglichamen 10 scharnierend verbonden met een einde van een hydraulische verstelcylinder 25.
De voorzijde van de hoofdgestelbalk 1 is door middel van een zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting 5 uitstrekkende pen 25 scharnierend verbonden met een schommel-stuk 27, dat twee boven elkaar gelegen strippen omvat en met zijn andere einde door middel van een pen 28, die zich evenwijdig aan de pen 26 uitstrekt scharnierend is verbonden met een althans nagenoeg horizontaal gelegen dwarsbalk 29. Het 10 schommelstuk 27 vormt een korte scharnierverbinding voor de hoofdgestelbalk, waardoor het vooreinde van deze gestelbalk tevens een bewegingsmogelijkheid in dwarsrichting is gegeven.
De dwarsbalk 29 is door middel van een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende,althans nagenoeg horizon-15 tale as 30 verbonden met een bok 31, die is voorzien van een driepuntsbevestiging voor aankoppeling van de ploeg aan de hefinrichting van een trekker. Het andere einde van de dwarsbalk 29 is door middel van een zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting uitstrekkende pen 32 scharnierend 20 verbonden met een naar achteren gerichte, verstelbare balk 33, die zich in de langsrichting van de hoofdgestelbalk 1 uitstrekt en aan zijn achtereinde door middel van een eveneens opwaarts gerichte, bij voorkeur verticale pen 34 scharnierend is verbonden met een tussenarm 35. De arm 35 is met zijn an-25 dere einde door middel van een opwaarts gerichte, bij voorkeur verticale pen 36 scharnierend verbonden met de hoofdgestelbalk 1 ter hoogte van het midden van deze gestelbalk.
De voorzijde van de met de verstelstang 24 verbonden verstelcylinder 25 is scharnierend met het midden van de arm 35 ver-30 bonden (fig. 1),
Vanaf de voorzijde gerekend is juist vóór het midden aan de naar de hoofdgestelbalk 1 gekeerde zijde de balk 33 voorzien van een oor 37 waaraan door middel van een zich in opwaartse richting, bij voorkeur verticale richting uitstrek-35 kende pen 38 een verbindingsdeel 39 is aangebracht. Het verbindingsdeel 39 is met zijn andere einde door middel van een zich evenwijdig aan de pen 38 uitstrekkende pen 40 scharnierend verbonden met de hoofdgestelbalk 1. Hierbij is de scharnierende verbinding ten opzichte van de voortbewegingsrichting 84 0 2 5 8 5 y * - 7 - vóór de scharnierende verbinding met de balk 33 gelegen, ongeveer ter hoogte van het voorste paar ploeglichamen 10
Tussen het scharnierpunt van de dwarsbalk 29 met de zich naar achteren uitstrekkende balk 33 en de scharnieren-5 de verbinding tussen de hoofdgestelbalk 1 en het verbindingsstuk 39, is een hydraulische verstelcylinder 40A verzwenkbaar aangebracht. Aan de achterzijde is de hoofdgestelbalk 1 voorzien van een arm 41, die naar achteren is gericht en om een zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekkende 10 pen 42 ten opzichte van het achtereinde van de hoofdgestelbalk 1 verzwenkbaar is.
Aan de arm 41 is aan de van de ploeglichamen 10 afgekeerde zijde door middel van een zich dwars op de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende, althans nagenoeg horizon— 15 tale as 42A een arm 43 aangebracht, die aan zijn andere einde is voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkende as 44 voor een loopwiel 45. De arm 41 is verder nabij het vrije einde voorzien van een zich in opwaartse richting uitstrekkende steun 46, die tot boven en onder de arm 20 reikt. Nabij de boven- resp. onderzijde is de steun 46 voorzien van een as 47, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt. Om elke as 47 is een tuimelaar 48 verzwenkbaar. De tuimelaars 48 omvatten aan de naar elkaar toegekeerde zijden een korte arm die verzwenkbaar is aangebracht 25 aan een deel 49 dat midden tussen de assen 47 is gelegen en is voorzien van een van schroefdraad voorziene opening, waardoor het einde ie gevoerd van een schroefspindel 50. De schroef-spindel 50 is ondersteund door middel van een op de arm 41 aangebrachte steun 51.
30 De respectieve tuimelaars 48 omvatten verder een lange arm, die zich schuin naar achteren uitstrekt en aan zijn vrije einde is voorzien van een as 52. De langshartlij-nen van de assen 52 zijn tijdens het bedrijf in een vlak gelegen, dat zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegings-35 richting A uitstrekt. De langshartlijnen van de respectieve assen 52 sluiten verder een hoek van + 45° met de horizontaal in.
Elke as 52 draagt een steunorgaan 53, dat wordt gèvormd door een wiel, hetwelk aan de omtrek een rand en een 8402585 8 -
• V
daarop aansluitende afgeknotte kegel heeft, met een tophoek van + 20°, een en ander zodanig dat tijdens het bedrijf de omtrek tegen de binnenzijde van een voor kan komen te rusten, en aldus met behulp van dit steunorgaan via de ploeglichamen 5 10 de zijdelings op de ploeg werkende reactiekrachten kunnen worden opgenomen. Door de aanwezigheid van de als wielen uitgevoerde steunorganen 53 kan men ploeglichamen toepassen, die geen zoolijzer hebben, zodat hierdoor de verstelbaarheid om de opwaarts gerichte assen 5 niet wordt belemmerd.
10 De arm 41 draagt aan zijn vooreinde een steun 54, die door middel van een opwaarts gerichte, bij voorkeur althans nagenoeg verticale pen 55 scharnierend is verbonden met een zich naar voren uitstrekkende verstelstang 56.De verstel-stang 56 is aan de voorzijde d.m.v. een op dezelfde wijze als de 15 pen 55 aangebrachte pen 57 scharnierend verbonden met een oor 58,dat nabij het midden van de dwarsbalk 29 aan de achterzijde hiervan is aangebracht,waarbij de .verstelstang een scherpe hoek insluit met de hoofdgestelbalk 1 (fig. 1). Tussen de dwarsbalk 29 en de bok 31 is een niet nader weergegeven wentelmecha-20 nisme van bekende constructie aangebracht, een en ander zodanig dat aan het einde van een werkgang na het heffen van de ploeg, deze in een werkstand kan worden gebracht, waarbij de rechts werkende ploeglichamen van de respectieve paren in een werkstand komen.
25 De werking van de in het voorgaande beschreven ploeg is als volgt.
Tijdens het bedrijf is de bok 31 met de driepunts-hefinrichting van een trekker gekoppeld en zijn de respectieve hydraulische verstelcylinders 25 en 40 via niet nader weerge-30 geven leidingen op het hydraulisch circuit van de trekker aangesloten.
Bij een bepaalde werkdiepte, die men op niet nader weergegeven wijze met behulp van het loopwiel 45 kan instellen, kan de in fig. 1 weergegeven ploeg in een richting volgens 35 pijl A worden voortbewogen, waarbij de in het werk zijnde ploeglichamen 10 de grond naar links verplaatsen. Elk van de ploeglichamen 10 is zo uitgevoerd, dat het rister 11 aan de zijde van de te bewerken grond buiten de schaar uitsteekt, zodat de opstaande wand van de voor althans voor een deel 84 0 2 58 5 • > > - 9 - een schuin verloop krijgt in de richting van de nog te ploegen grond.
De werkbreedte, die de ploeg heeft indien de hoofd-gestelbalk 1 de in fig. 1 met getrokken lijnen weergegeven 5 stand inneemt, kan worden verkleind door het verzwenken van de hoofdgestelbalk om de korte scharnierende verbinding, gevormd door de pennen 26 en 28 en het schommelstuk 27. Deze verzwenking kan vanaf de trekker worden uitgevoerd door bekrachtiging van de verstelcylinder 40A. Indien deze cylinder 10 wordt, bekrachtigd, begint de hoofdgestelbalk 1 onder een gelijktijdige zijwaartse verplaatsing te verzwenken, waarbij deze gestelbalk uiteindelijk in de in fig. 3 weergegeven stand kan komen.
Door de specifieke ondersteuning van de gestelbalk, 15 die de op afstand van elkaar gelegen scharnierpennen 26 en 28, de verstelbalk 33, de tussenarm 35 en het verbindingsdeel 39 omvat, verplaatst bij de verstelling van de hoofdgestelbalk zich zowel de voorzijde als de achterzijde, waarbij de verplaatsing van de laatste groter is. Bij de verstelling 20 van de hoofdgestelbalk werken het verbindingsdeel 39 en de balk 33 als een geleiding, waardoor een nauwkeurige verstelling van de hoofdgestelbalk en daarmee een nauwkeurige instelling van de gewenste werkbreedte bereikbaar is. Doordat het vooreinde van dé hoofdgestelbalk 1 zich tijdens de verstelling 25 in de richting van de verstelbalk verplaatst (fig. 1 en 3) neemt de ploeg in de in fig. 3 weergegeven stand ten opzichte van de trekker een gunstige positie in voor het transport.
In bovengenoemde uitgangsstand (aangegeven in fig.1), dat wil zeggen bij de grootste werkbreedte van de ploeg 30 (2.50 m.), is een ploeglichaam 10 zodanig opgesteld dat een strook van 50 cm. wordt aangegrepen en de voorzijde een hoek van + 42° insluit met de voortbewegingsrichting A. Tijdens de verzwenking van de hoofdgestelbalk 1 en daarmee de via de tussenarm 35 met de hoofdgestelbalk 1 verbonden balk 33, 35 wordt op de verstelstang 24 een zodanig kracht uitgeoefend dat deze via de armen 7 de ploeglichamen 10 gelijktijdig om de assen 5 verzwenkt, waarbij deze tenslotte in de in fig.3 weergegeven stand belanden (+ 20° versteld). In deze stand is de positie van de ploeglichamen 10 opnieuw maximaal aan- 840 258 5 -~10 - # -v gepast aan de ingestelde werkbreedte en sluiten de ploeglichamen met de voorzijde een hoek van + 23° in met de voortbewe-gingsrichting A, waarbij zij een strook met een breedte van + 30 cm. aangrijpen (werkbreedte ploeg 1,50 m.) Het geheel 5 is zodanig bemeten en ten opzichte van elkaar opgesteld, dat ook in tussengelegen standen van de hoofdgestelbalk 1 de ploeg-lichamen 10 de gunstigste stand innemen. Indien men andere grondsoorten wil bewerken, of indien de weersomstandigheden verschillen, kan men door middel van de verstelcylinder 25 10 de stand van de ploeglichamen 10 verder aanpassen. Dit kan men eveneens doen teneinde met een grotere of kleinere snelheid te werken of teneinde het benodigd vermogen te wijzigen.
De verstelstang 56 is zodanig aangebracht, dat bij een verzwenking van de hoofdgestelbalk 1 de stand van de naar 15 achteren gerichte arm 41 ten opzichte.van de voortbewegings-richting A gelijk blijft, dat wil zeggen althans nagenoeg evenwijdig aan deze.
Indien tijdens het bedrijf het werkzame ploeglichaam 10 van een paar op een obstakel stoot, kan dit ploeglichaam 20 door middel van zijn draagarm 13 om de as 9 in hoogterichting verzwenken, waarbij de stand van het bovengelegen inactieve ploeglichaam 10 zich praktisch niet wijzigt. Op deze wijze kan men met behulp van een enkel verend mechanisme, dat de zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekkende bladveer 20 25 omvat, een zodanig uitwijken van een ploeglichaam 10 verkrijgen, dat dit snel in zijn oorspronkelijke stand terug kan komen, daar de te verplaatsen massa relatief gering is.
Met behulp van de schroefspindel 56, die door zijn naar achteren gerichte opstelling gemakkelijk toegankelijk 30 is, kan de stand van de steunorganen 53 aan de voorkomende omstandigheden worden aangepast.
Zoals reeds vermeld kan men aan het einde van de werkgang na de ploeg geheven te hebben, door middel van een niet nader weergegeven bekend wentelmechanisme een wente-35 ling over + 180° teweegbrengen, waardoor de andere naar rechts werkende ploeglichamen 10 van de respectieve paren in bedrijf kunnen worden gesteld. Hierbij dient dan tevens het loopwiel 45 om de dwarsas 42 A te worden verzwenkt en in de nieuwe werk-stand te worden gebracht, waarna eventueel het in bedrijf 8402585 - 11 - komende steunorgaan 53 nog kan worden versteld.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch strekt zich ook uit tot datgene wat in de figuren is weergegeven.
-Conclusie s- 8402585

Claims (32)

1. Ploeg voorzien van een gestel waaraan twee of meer ploeglichamen zijn aangebracht, welke ploeglichamen voor het veranderen van de werkbreedte van de ploeg om een opwaartse as verzwenkbaar zijn, met het kenmerk, dat middelen aanwezig 5 zijn met behulp waarvan de hoek van ten minste één ploeg-lichaam ten opzichte van de voortbewegingsrichting verstelbaar is.
2. Ploeg volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ploeglichamen zijn aangebracht aan een hoofdgestelbalk, die 10 verzwenkbaar en in meerdere standen schuin ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de ploeg instelbaar is en het gestel een verstelbalk omvat, die zich in de langsrichting van de hoofdgestelbalk uitstrekt en door middel van een tussenarm scharnierbaar met de hoofdgestelbalk is verbonden.
3. Ploeg voorzien van een gestel dat een hoofdgestelbalk omvat, waaraan een aantal ploeglichamen zijn aangebracht en de hoofdgestelbalk in een aantal standen schuin ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de ploeg verstelbaar is, met het kenmerk, dat het gestel een verstelbalk omvat, die 20 zich in de richting van de hoofdgestelbalk uitstrekt en via een tussenarm scharnierbaar aan de hoofdgestelbalk is aangebracht .
4. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vooreinde van de hoofdgestelbalk door middel 25 van een korte scharnierverbinding nabij een einde van een dwarsbalk is aangebracht en de verstelbalk, die scharnierbaar nabij het 'andere einde van de dwarsbalk is aangebracht door middel van de tussenarm nabij het midden scharnierend met de hoofdgestelbalk is verbonden.
5. Ploeg voorzien van een gestel, dat een hoofdgestelbalk omvat, waaraan een aantal ploeglichamen zijn aangebracht, en de hoofdgestelbalk in een aantal standen schuin ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de ploeg verstelbaar is, met het kenmerk, dat het vooreinde van de hoofdgestelbalk door 35 . middel van een korte scharnierverbinding aan een dwarsbalk is aangebracht, terwijl een verstelbalk aanwezig is die ongeveer in het midden van de hoofdgestelbalk is aangebracht en eveneens een verbinding vormt tussen de hoofdgestelbalk en 8402585 - 13 - de dwarsbalk.
6. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoofdgestelbalk zodanig scharnierend is ondersteund dat bij een verzwenking zowel de voor- als de achter- 5 zijde dwars op de voortbewegingsrichting van de ploeg wordt verplaatst.
7. Ploeg volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de verplaatsing aan de achterzijde groter is dan aan de voorzijde.
8. Ploeg volgens een der conclusies 4-7, met het ken-10 merk, dat het vooreinde van de hoofdgestelbalk door middel van twee op afstand van elkaar gelegen scharnierpunten met de dwarsbalk is verbonden.
9. Ploeg volgens een der conclusies 4-8, met het kenmerk, dat tussen de verstelbare balk en het voorste deel van 15 de hoofdgestelbalk een verbindingsdeel scharnierend is aangebracht.
10. Ploeg volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat tussen het scharnierpunt van de verstelbalk met de dwarsbalk en het scharnierpunt van het verbindingsdeel met de hoofdgestelbalk, 20 een hydraulische verstelcylinder aanwezig is.
11. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ploeglichamen gelijktijdig om een opwaartse as verstelbaar zijn voor het wijzigen van de hoek tussen de voorzijde van een ploeglichaam en de voortbewegingsrichting.
12. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een verstelmechanisme voor de gelijktijdige verstelling van de ploeglichamen aanwezig is dat een zich langs de hoofdgestelbalk uitstrekkende verstelstang omvat.
13. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de verstelstang is verbonden met de tussenarm, welke zich tussen de verstelbalk en de hoofdgestelbalk bevindt.
14. Ploeg volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat tussen de verstelstang en de tussenarm een hydraulische verstelcylinder aanwezig is.
15. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij een maximale werkbreedte van de ploeg een ploeglichaam een werkbreedte heeft van 50 cm., terwijl bij een minimale werkbreedte van de ploeg de werkbreedte van een ploeglichaam + 30 cm. bedraagt. 8402585 Λ / =* - 14 -
16. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat bij een maximale werkbreedte van de ploeg de voorzijde van een ploeglichaam een hoek met de voortbewegings-richting van de ploeg insluit van + 42°, terwijl bij een mini- 5 male werkbreedte de voorzijde van het ploeglichaam met de voortbewegingsrichting van de ploeg een hoek insluit van + 23°.
17. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een ploeglichaam een schaar en een rister omvat.
18. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is uitgevoerd als een wentelploeg met ten minste twee paren boven elkaar gelegen ploeglichamen, die per paar om een opwaartse as verzwenkbaar zijn.
19. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de ploeglichamen van een paar om een as, die zich in althans nagenoeg horizontale richting uitstrekt,verzwenkbaar zijn en tussen de ploeglichamen van een paar een verende ver- i binding aanwezig is, een en ander zodanig dat hierdoor de ploeglichamen tegen een aanslag worden gehouden en vanuit de 20 stand tegen veerwerking naar achteren kunnen uitwijken.
20. Ploeg volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de verende verbinding een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende bladveer omvat, die tussen draagarmen voor de ploeglichamen is aangebracht.
21. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ploeg is voorzien van een ondersteuningswiel en een steunorgaan voor het opnemen van de zijdelingse krachten, welke tezamen om een opwaarts gerichte as verzwenkbaar zijn.
22. Ploeg voorzien van een gestel dat een hoofdgestelbalk omvat, waaraan een aantal ploeglichamen zijn aangebracht en de hoofdgestelbalk in een aantal standen schuin ten opzichte van de voortbewegingsrichting van de ploeg verstelbaar is, met het kenmerk, dat de ploeg een ondersteuningwiel omvat dat 35 gezamenlijk met een steunorgaan voor het opnemen van zijdelingse krachten om een opwaartse as verstelbaar is.
23. Ploeg volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat het ondersteuningswiel en het steunorgaan zijn aangebracht aan een zich naar achteren uitstrekkende arm, die verstelbaar 8402585 - 15 - is door middel van een verstelstang, die zich in de langs-richting van de hoofdgestelbalk uitstrekt en met deze hoofd-gestelfaalk een hoek insluit.
24. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat de verstelstang scharnierend is verbonden met een dwarsbalk waaraan tevens de verstelbare hoofdgestelbalk is aangebracht.
25. Ploeg volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de i verstelstang nabij het midden van de dwarsbalk scharnierend 10 is aangebracht.
26. Ploeg volgens een der conclusies 21 - 25, met het kenmerk, dat het ondersteuningswiel om een althans nagenoeg horizontale as verzwenkbaar is voor het brengen in twee werk-standen van de ploeg.
27. Ploeg volgens een der conclusies 21 - 26, met het kenmerk, dat twee boven elkaar gelegen steunorganen aanwezig zijn, die om een draaiingsas draaibaar zijn, welke draaiingsassen in een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkend vlak zijn gelegen.
28. Ploeg volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de draaiingsassen van de steunorganen een hoek insluiten met de horizontaal.
29. Ploeg volgens een der conclusies 21 - 28, met het kenmerk, dat de steunorganen zijn uitgevoerd als een wiel dat 25 aan de omtrek de vorm heeft van een afgeknotte kegel. I
30. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies 21-29, met het kenmerk, dat de steunorganen door middel van een zich althans nagneoeg in horizontale richting uitstrekkende schroef- I spindel verstelbaar zijn. I
31. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies 4-30, I met het kenmerk, dat de dwarsbalk om een althans nagenoeg ho- rizontale as verzwenkbaar ten opzichte van een bok is aange- H bracht, welke bok is voorzien van een driepuntsbevestiging H voor aankoppeling van de ploeg aan de driepuntshefinrichting H 35 van een trekker. H
32. Ploeg zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. H -o-o-o-o-o- 8402585 I
NL8402585A 1984-08-24 1984-08-24 Ploeg. NL8402585A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8402585A NL8402585A (nl) 1984-08-24 1984-08-24 Ploeg.
EP19850201333 EP0173400B1 (en) 1984-08-24 1985-08-20 A plough
DE8585201333T DE3571184D1 (en) 1984-08-24 1985-08-20 A plough
FR8512674A FR2569328B1 (fr) 1984-08-24 1985-08-23 Charrue multicorps semi-portee reversible a corps de labour orientables par rapport a la direction d'avancement
DE19853530107 DE3530107C2 (de) 1984-08-24 1985-08-23 Pflug

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8402585 1984-08-24
NL8402585A NL8402585A (nl) 1984-08-24 1984-08-24 Ploeg.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402585A true NL8402585A (nl) 1986-03-17

Family

ID=19844364

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402585A NL8402585A (nl) 1984-08-24 1984-08-24 Ploeg.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0173400B1 (nl)
DE (2) DE3571184D1 (nl)
FR (1) FR2569328B1 (nl)
NL (1) NL8402585A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8715285U1 (de) * 1987-11-18 1988-01-21 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co KG, 4446 Hörstel Pflugrahmen
DE102012108229A1 (de) * 2012-09-05 2014-06-26 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co. Kg Drehpflug
DE102012108233A1 (de) 2012-09-05 2014-06-26 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co. Kg Drehpflug
CN103238383B (zh) * 2013-05-16 2015-09-16 银川金商通机械制造有限公司 调幅液压翻转犁及用于改变翻转犁幅宽的调幅装置
CN106576444A (zh) * 2016-10-26 2017-04-26 安徽省新田农业机械制造有限公司 翻转犁犁体安装结构
CN107343395A (zh) * 2017-08-15 2017-11-14 山东滨州国草生态科技有限公司 一种组合式深松犁
DE102020123706A1 (de) * 2020-09-10 2022-03-10 Amazonen-Werke H. Dreyer SE & Co. KG Aufsatteldrehpflug
CN112400364A (zh) * 2020-12-09 2021-02-26 四川美术学院 一种农业机械犁田设备

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE271395C (nl) *
US1547291A (en) * 1924-11-10 1925-07-28 Bechdholt Frederick Plow
DE1191152B (de) * 1963-03-23 1965-04-15 Eicher Traktor Landmasch Arbeitsbreiten-Einstellvorrichtung fuer einen Schlepperanbaupflug
US3662840A (en) * 1969-01-21 1972-05-16 Massey Ferguson Inc Two-way plow with hydraulic trip and reset
US4030552A (en) * 1973-06-14 1977-06-21 Glen Armon Watts Plow trip
US4098346A (en) * 1976-10-01 1978-07-04 Deere & Company Steering for plow with adjustable plow bottoms
US4141419A (en) * 1977-03-21 1979-02-27 Iowa State Univ. Research Foundation, Inc. Method and apparatus for controlling the approach angle of a plow unit in response to speed variations
DE2818031C2 (de) * 1978-04-25 1983-01-20 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Anbaudrehpflug
US4161986A (en) * 1977-09-19 1979-07-24 International Harvester Company Plow and plow mounting bracket therefor
FR2488479A1 (fr) * 1980-08-12 1982-02-19 Int Harvester France Charrue multi-socs a largeur variable
DE3151302A1 (de) * 1981-04-15 1982-11-04 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Pflug mit einer schnitt- und zugpunkteinstellung
FR2517505A1 (fr) * 1981-12-08 1983-06-10 Int Harvester France Charrue equipee d'un dispositif diminuant la resistance a l'avancement par le sol
FR2523398B1 (fr) * 1982-03-19 1987-01-23 Case Sa Ji Charrue multi-socs a largeur de travail variable
NO149906C (no) * 1982-05-10 1984-07-18 Kverneland As Anordning ved jordbruksredskaper
DE3218631A1 (de) * 1982-05-18 1983-11-24 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Drehpflug mit einer waehrend des ackerns zu betaetigenden schnittbreiteneinstellung
NO152231C (no) * 1982-06-28 1985-08-28 Kverneland As Anordning ved jordbruksredskap, saerlig flerskjaersplog

Also Published As

Publication number Publication date
EP0173400B1 (en) 1989-06-28
DE3571184D1 (en) 1989-08-03
DE3530107A1 (de) 1986-03-06
FR2569328A1 (fr) 1986-02-28
FR2569328B1 (fr) 1988-06-10
DE3530107C2 (de) 1996-04-18
EP0173400A1 (en) 1986-03-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100520A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402585A (nl) Ploeg.
NZ204080A (en) Plow with adjustable plowstrip width and steerable support wheel
NL8402540A (nl) Ploeg.
US3115191A (en) Two-way plow with disks for coulters and moldboards
NL8402106A (nl) Ploeg.
NL8402323A (nl) Ploeg.
US3559745A (en) Multiple bottom plow
EP0196729B1 (en) A plough
NL193084C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8500187A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403424A (nl) Ploeg.
NL8001263A (nl) Landbouwwerktuig, in het bijzonder grondbewerkingsmachine.
NL192594C (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine.
NL7907081A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0114156A2 (en) A reversible plough
NL8102623A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US3534821A (en) Land leveling implement
NL8500976A (nl) Zwenkarm voor de aanbouw van een grondbewerkingswerktuig aan de voorzijde van een landbouwtrekker.
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US1390578A (en) Tractor gang-plow
NL8500997A (nl) Ploeg.
NL8500996A (nl) Ploeg.
NL9101330A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed