NL8402323A - Ploeg. - Google Patents

Ploeg. Download PDF

Info

Publication number
NL8402323A
NL8402323A NL8402323A NL8402323A NL8402323A NL 8402323 A NL8402323 A NL 8402323A NL 8402323 A NL8402323 A NL 8402323A NL 8402323 A NL8402323 A NL 8402323A NL 8402323 A NL8402323 A NL 8402323A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plow
frame
tractor
polygon
hinged
Prior art date
Application number
NL8402323A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8402323A priority Critical patent/NL8402323A/nl
Priority to EP19850201210 priority patent/EP0169619B1/en
Priority to DE8585201210T priority patent/DE3577031D1/de
Priority to DE19853525983 priority patent/DE3525983A1/de
Publication of NL8402323A publication Critical patent/NL8402323A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B15/00Elements, tools, or details of ploughs
    • A01B15/14Frames
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B17/00Ploughs with special additional arrangements, e.g. means for putting manure under the soil, clod-crushers ; Means for breaking the subsoil
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B3/00Ploughs with fixed plough-shares
    • A01B3/36Ploughs mounted on tractors
    • A01B3/40Alternating ploughs
    • A01B3/42Turn-wrest ploughs

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

*
2613/Ned/JP
C. van der Lely N.V., Maasland Ploeg
De uitvinding heeft betrekking op een ploeg, voorzien van een gestel dat ten minste één aankoppelpunt voor aankoppeling van de ploeg aan een trekker en ten minste één ploeglichaam heeft.
5 Ploegen van deze soort dienen veelal alvorens zij in het werk worden gesteld op een bepaalde werkdiepte te worden ingesteld, welke werkdiepte men tijdens het bedrijf niet kan wijzigen.
Dit betekent dat men praktisch geen mogelijkheid 10 heeft de instelling van de ploeg aan op het veld voorkomende wisselende omstandigheden, bijvoorbeeld voor wat de grondsoort of het vochtigheidsgehalte van de grond betreft, aan te passen.
De uitvinding beoogt nu een voorziening te 15 treffen waarbij men indien noodzakelijk, op simpele wijze een aanpassing van de instelling van de ploeg vanaf een trekker kan verkrijgen.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat het ploeglichaam vanaf de trekker ten opzichte van het 20 gestel in hoogterichting verstelbaar is.
Op deze wijze kan men, indien gewenst, de werkdiepte van de ploeg aan de heersende omstandigheden aanpassen, zonder dat men daarvoor de trekker behoeft te verlaten.
25 Een verder facet van de uitvinding betreft een ploeglichaam dat met behulp van een scharnierende veelhoek aan het gestel is aangebracht. Bij toepassing van deze voorziening kan het ploeglichaam uitgaande van een bepaalde werkdiepte tijdens het bedrijf, bijvoorbeeld 30 bij het stoten op een obstakel, uitwijken. Hierbij kunnen twee ploeglichamen aan eenzelfde scharnierende veelhoek zijn aangebracht zodat deze twee ploeglichamen om eenzelfde scharnieras ten opzichte van het gestel in hoogterichting verstelbaar zijn.
35 . Een facet van de uitvinding betreft verder een nabij het ploeglichaam aangebrachte, de diepte 8402323 - 2 - bepalende aanslag. Deze aanslag is volgens de uitvinding verzwenkbaar zodat deze aanslag kan worden toegepast bij een wentelploeg, waarbij voor elk van de ploeglichamen een aanslag aanwezig is, die afwisselend in en buiten 5 werking kan worden gesteld door middel van een verstelmechanisme. Het verstelmechanisme wordt bediend tijdens het wentelen van de ploeg , waarbij het zorgt voor een verplaatsing van de aanslag.
Aan de hand van een in de tekening weergegeven 10 uitvoeringsvoorbeeld, zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een ploeg weer volgens de uitvinding
Fig. 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl 15 II in fig. 1
Fig. 3 geeft op grotere schaal een zijaanzicht weer van de laatste vier ploeglichamen van de ploeg, waarbij voor de laatste twee ploeglichamen standen zijn weergegeven, waarin de ploeglichamen vanaf de trekker brengbaar zijn.
20 Fig. 4 geeft op grotere schaal de wijze weer waarop een ploeglichaam door middel van een scharnierende vierhoek is aangebracht
Fig. 5 geeft een aanzicht weer voglens de pijl V in fig. 4.
25 De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder een ploeg, die is uitgevoerd als een wentelploeg.
De ploeg omvat een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende gestelbalk 1, waarvan 30 de langsas zoals uit fig. 1 blijkt een hoek van + 30° met de voortbewegingsrichting A insluit.
Aan een zijde van de gestelbalk 1 zijn op onderling gelijke afstand vijf steunen 2 en 2A aangebracht, een en ander zodanig, dat een voorste steun 2 zich nabij 35 de voorzijde van de gestelbalk 1 en een achterste steun 2A zich aan de achterzijde van de gestelbalk 1 bevindt (figi 1). De steunen 2 omvatten elk een opwaarts gerichte steunplaat 3, die althans nagenoeg vierkant is en in de 8402323 ίΦ- ·» - 3 - hoeken is bevestigd door middel van bouten 4, die samenwerken met aan de andere zijde van de gestelbalk gelegen steun-strippen 5. Voor de steun 2A is eenzelfde bevestiging aanwezig. Elke steun 2 omvat verder een gebogen plaat 6 5 die nabij de voorzijde op de steunplaat 3 is bevestigd en zich voor een deel in hoofdzaak in de voortbewegingsrichting A uitstrekt, een en ander zodanig dat tussen een steunplaat 3 en de laatstgenoemde plaat 6 een ruimte ontstaat (fig. 1). Tussen de steunplaat 3 en de plaat 6 zijn 10 d.m.v. dwarsassen 7 die zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekken rechte armen 8 verzwenkbaar aangebracht, welke armen zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A naar achteren uitstrekken en d.m.v. een borgpen 7A t.o.v. de assen 7 zijn vastgezet.
15 De dwarsassen 7, zijn zoals uit fig. 2 en 4 blijkt althans nagenoeg recht boven elkaar gelegen. De achtereinden van de armen 8 zijn door middel van zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende dwarsassen 9 verzwenkbaar aangebracht tussen de benen van een beugel 10. De benen 20 van de respectieve beugels 10 strekken zich althans nagenoeg ·.
in de voortbewegingsrichting A uit. Elk van de dwarsassen 9 is in de benen van een beugel 10 ondersteund, terwijl elk van de armen 8 is voorzien van een bus 11 waardoor de as 9 is gestoken. Een arm 8 is op een dwarsas 9 vastgezet door 25 middel van een borgpen 7A.
Het achtereinde van elke beugel 10 is aangebracht aan een rechthoekige bus 11 die om een gemeenschappelijke drager 12 voor twee ploeglichamen 13 is aangebracht. De drager 12 heeft een recht verloop en strekt zich althans 30 nagenoeg in vertikale richting uit. Elke bus 11 is voorzien van een opening voor het einde van een onder veerwerking staande pen 14 die eveneens kan worden gestoken in een van een aantal boven elkaar gelegen gaten 15 in de drager 12.
De pen 14 is gevoerd door een opening in een haaks omgezet 35 steundeel 16 dat op de bus 10 is bevestigd. Tussen het deel 16 en een op de pen 14 aangebrachte door middel van een borgpen op zijn plaats gehouden aanslag 17 is om de pen een veer 18 gelegen. De aanslag 17 rust, bij aangebrachte pen, tegen de buitenzijde van de bus 11 (fig. 5).
. 8402323 r * - 4 -
Door de vers telbaarse id van de bussen 11 t.o.v. de drager 12 kan men de onderlinge afstand tussen de dwarsassen, die althans nagenoeg boven elkaar zijn gelegen wijzigen.
De dwarsassen 7 en 9 vormen scharnierassen van een 5 scharnierende veelhoek 19 die bij dit uitvoeringsvoorbeeld een scharnierende vierhoek is en althans nagenoeg evenwijdig aan een vertikaal vlak in de voortbewegingsrichting A is gelegen. Aan de naar de gestelbalk 1 toegekeerde zijde is het midden van elke drager 12 voorzien van een zich 10 althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende steunplaat 20 die zich althans nagenoeg loodrecht op een bus uitstrekt en vanaf de bevestiging enigszins schuin naar voren verloopt (fig. 5). De onder- en bovenzijde van de plaat 20 is voorzien van een verstevigingsrib 21 15 die zich althans nagenoeg nabij het midden bevindt.
Met elke plaat 20 kan eep van een paar aanslagen 22 samenwerken ter begrenzing van een neerwaartse beweging van een in bedrijf zijnd ploeglichaam 13.
Elk van de aanslagen 22 is plaatvormig. De 20 plaatvormige aanslagen sluiten met elkaar een hoek van + 30° in en zijn zodanig aan een althans nagenoeg verticale as 23 bevestigd dat de breedste zijde zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekt. De as 23 vormt een schar-nieras, die is gelegerd in met de steunplaat 3 en de plaat 25 6 verbonden oren 24, die zich bevinden nabij de bóven- en onderzijde aan de voorzijde van de steunen 2.
De steun 2 voor het voorste paar ploeg- % lichamen is wel uitgevoerd voor het ondersteunen van een as 23, echter is hier geen as 23 aanwezig. Zoals uit fig.
30 4 blijkt heeft elke plaatvormige aanslag in hoofdzaak de vorm van een rechthoekige driehoek waarbij de kortste recht-hoekzijde op de as 23 is bevestigd. In verband met het feit, dat een plaatvormige aanslag 22 voor elk ploeglichaam 13 van een paar aanwezig is, zijn de plaatvormige aanslagen 35 22 van een paar spiegelbeeldig aangebracht (fig. 4). Ter begrenzing van de neerwaartse beweging van een ploeglichaam 13 werkt de zijde van de plaatvormige aanslag 22, die de hypotenusa omvat met de plaat 20 op de drager 12 samen.
De hypotenusa gaat hiertoe aan de zijde van de grootste 8402323 3 * - 5 - rechthoekszijde over in een zijde van een uitstekend deel 25 dat aan de tegenover gelegen zijde in het verlengde , van de grootste rechthoekzijde is gelegen. Het is dit uitstekend deel 25 dat ter begrenzing van de neerwaartse beweging 5 van een in bedrijf zijnd ploeglichaara 13 met de plaat 20 samenwerkt.
Teneinde voor het andere ploeglichaam 3 van een paar de andere plaatvormige aanslag 22 in de operationele stand te brengen is een verstelmechanisme aanwezig. Het XO verstelmechanisme omvat armen 26 op de boveneinden van elk van de assen 23, welke armen d.m.v. een borgpen vast met de resp. assen zijn verbonden. Elk van de armen 26 is scharnierend verbonden met een stang 27 die zich in de langsrichting van de gestelbalk 1 aan de bovenzijde 15 hiervan uitstrekt. Het voorste einde van de stang 27 dat zich ter hoogte van de tweede steun 2 op de gestelbalk 1 bevindt is verzwenkbaar verbonden met een stang 28 die « nabij zijn voorzijde scharnierend is verbonden met een arm 29. De arm 29 is met zijn andere einde verzwenkbaar 20 aangebracht aan een oor 30 dat is bevestigd op een aan ’ de voorzijde van de gestelbalk aanwezige dwarsdrager 31.
De dwarsdrager 31 is met zijn andere einde door middel van een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende steun 32 met de gestelbalk 1 verbonden (fig. 1).
25 De scharnieras, die is aangebracht tussen de arm 29 en · het vooreinde van de stang 28 is gevoerd in een geleide-baan 33 die zich langs de omtrek van een as 34 over + 180° uitstrekt. De as 34 strekt zich in de voortbewegingsrichting A uit en is bevestigd aan een bok 35, die met 30 de driepuntshefinrichting van een trekker koppelbaar is.
De as 34 maakt deel uit van een niet-nader weergegeven mechanisme voor het wentelen van de ploeg. Tussen de onderste arm 8 en de bovenste arm 8 van de scharnierende vierhoek 19 voor de laatste drie van de vijf paren ploeglichamen 35 13 is een dubbelwerkende hydraulische verstelcilinder 36 aangebracht. Ds verstelcilinder 36 is aan een zijde scharnierend bevestigd aan een oor 37 op de onderste arm 8 en aan de andere zijde scharnierend bevestigd aan een oor 38 op de bovenste arm 8. Elke cilinder 36 is door middel 8402323 - 6 - t* v van leidingen die zich langs de gestelbalk 1 naar voren uitstrekken verbindbaar met het hydraulisch circuit van een trekker.
De werking van de in het voorgaande beschreven 5 ploeg is als volgt:
Tijdens het bedrijf is de ploeg door middel van de bok 35 met de driepuntshefinrichting van de trekker gekoppeld en zijn de respectieve hydraulische verstel-cilinders 36 door middel van de geleidingen op het hydrau-10 lisch circuit van de trekker aangesloten. Nadat een bepaalde diepte is ingesteld wordt de ploeg d.m.v. de trekker voortbewogen in een richting volgens pijl A, waarbij de onderste ploeglichamen 13 van de respectieve paren op elkaar aansluitende grondbalken uitsnijden en keren. Hierbij wordt 15 een naar beneden bewegen van de ploeglichamen 13 voorkomen (handhaving ingestelde diepte) door middel van de plaatvormige aanslagen 22 die nabij een ploeglichaam zijn gelegen en die zich in een stand bevinden waarbij het deel 25 kan samenwerken met de plaat 20 die aan de binnenzijde nabij 20 het midden van de drager 12 is aangebracht.
, Tijdens het bedrijf wordt elk werkzaam ploeglichaam 13 ondersteund door middel van de scharnierende vierhoek 19 die de dwarsassen 7 en 9 en de zich naar achteren uitstrekkende rechte armen 8 omvat. Hierbij is de afstand 25 tussen de scharnierassen aan de voorzijde kleiner dan de afstand tussen de scharnierassen aan de achterzijde. Een en ander heeft to gevolg dat indien een ploeglichaam 13 % op een obstakel stoot dit ploeglichaam naar boven kan uitwijken, waarbij tevens in afhankelijkheid van de afstand tussen 30 de achterste assen (bij grotere afstand, meer naar achteren bewegen) een meer of minder naar achteren bewegen kan plaatsvinden, zodat het ploeglichaam over of langs het obstakel kan bewegen en beschadiging wordt voorkomen.
Zoals reeds vermeld kan de afstand tussen de 35 achterste door de dwarsassen 9 gevormde scharnierassen worden gewijzigd dcor het verstellen van de bussen 11 met behulp van de onder veerwerking staande pennen 14.-De drie achterste paren ploeglichamen 13 kan men met behulp van de hydraulische verstelcilinders 36 in hoogterichtins 8402323 *· *· - 7 - vanaf de trekker verstellen, een en ander zodanig dat men hierbij deze werkzame ploeglichamen ondieper kan laten werken, hetgeen van voordeel kan zijn indien langs slootran-den en afrasteringen moet worden gewerkt: waarbij de laatste 5 voor dan niet onnodig diep wordt. De verstelling van de ploeglichamen kan snel plaatsvinden. Ook kan men de laatste drie paren ploeglichamen zodanig in hoogterichting bewegen, dat de onderste ploeglichamen buiten bedrijf worden gesteld, zodat men alleen met ploeglichamen van de voorste paren 10 kan samenwerken.
Vanzelfsprekend is het ook mogelijk voor de voorste twee ploeglichamen een hydraulische verstelcilinder aan te brengen zodat men ook hierbij een hoogteinstelling kan verkrijgen. Bij het in hoogterichting bewegen van de 15 ploeglichamen wordt geen hinder ondervonden van de aanslagen 22 daar deze slechts een beweging naar beneden begrenzen.
Indien de ploeg wordt gewenteld voor de volgende werkgang wordt via de stangen 27 en 28 en de armen 26 de plaatvormige aanslag 22 (fig. 1 achterste afb) buiten bedrijf gesteld 20 en de andere plaatvormige aanslag 22 door verzwenken van de as 23 in een stand gebracht waar bij het deel 25 van deze aanslag met de plaat 20 kan samenwerken. De verstelling van de stangen 27 en 28 vindt plaats m.b.v. de geleidebaan 35. Uitgaande van de in fig. 1 weergegeven stand beweegt 25 de scharnieras tussen de stang 28 en de arm 29 zich bij het wentelen door de geleidebaan 33 naar voren waardoor via de stangen 28 en 29 de assen 23 zodanig verzwenken dat de in fig. 1 voorste aanslagen in een stand worden verzwenkt waarin ze met een plaat 20 kunnen samenwerken 30 en ook in de nieuwe werkstand een beweging van de ploeglichamen 13 naar beneden worden begrensd.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
Conclusies 8402323

Claims (25)

1. Ploeg voorzien van een gestel dat ten minste één aankoppelpunt voor aankoppeling van de ploeg aan een trekker en ten minste één ploeglichaam heeft, met het kenmerk, dat het ploeglichaam vanaf de trekker ten opzichte van het gestel 5 in hoogterichting verstelbaar is.
2. Ploeg volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ploeglichaam door middel van een scharnierende veelhoek aan het gestel is aangebracht.
3. Ploeg voorzien van een gestel dat ten minste één 10 aankoppelpunt voor aankoppeling van de ploeg aan een trekker en ten minste één ploeglichaam heeft, met het kenmerk, dat het ploeglichaam met behulp van een scharnierende veelhoek aan het gestel is aangebracht.
4. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat de ploeg een wentelploeg is en ten minste twee ploeglichamen om eenzelfde scharnieras ten opzichte van het gestel in hoogterichting verstelbaar en in meerdere standen vastzetbaar zijn.
5. Ploeg voorzien van een gestel dat ten minste één 20 aankoppelpunt voor aankoppeling van de ploeg aan een trekker en ten minste één ploeglichaam heeft met het kenmerk, dat de ploeg een wentelploeg is, voorzien van ten minste twee ploeglichamen, die om een zelfde scharnieras ten opzichte van het gestel in hoogterichting verstelbaar en xn meerdere standen 25 vastzetbaar zijn.
6. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij een ploeglichaam een aanslag is aangebracht, die de diepte van het ploeglichaam bepaalt.
7. Ploeg voorzien van een gestel dat ten minste een 30 aankoppelpunt voor aankoppeling van de ploeg aan een trekker en ten minste één ploeglichaam heeft, met het kenmerk, dat nabij een ploeglichaam een de diepte bepalende aanslag is aangebracht.
8. Ploeg volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, 35 dat de aanslag verzwenkbaar rs.
9. Ploeg voorzien van een gestel dat ten minste één aankoppelpunt voor aankoppeling van de jjloeg aan een trekker 8402323 * -=* - 9 - en ten minste één ploeglichaam heeft, met het kenmerk, dat het ploeglichaam door middel van een verzwenkbare aanslag wordt ondersteund.
10. Ploeg volgens een der voorgaande conclusies 2 -5 9, met het kenmerk, dat een scharnierende veelhoek waarmee een ploeglichaam aan het gestel is aangebracht assen omvat, die zich dwars op de voortbewegingsrichting van de ploeg en in althans nagenoeg horizontale richting uitstrekken.
11. Ploeg volgens een der conclusies 2-10, met het 10 kenmerk, dat een scharnierende veelhoek zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting uitstrekt.
12. Ploeg volgens een der conclusies 2 - 11, met het kenmerk, dat de scharnierende veelhoek een vierhoek is.
13. Ploeg volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat 15 de afstand tussen de voorste scharnierassen kleiner is dan tussen de achterste scharnierassen van de scharnierende veelhoek.
14. Ploeg volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de afstand tussen de achterste scharnierassen van de schar- 20 nierende veelhoek instelbaar is.
15. Ploeg volgens een der conclusies 2 - 14, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn met behulp waarvan de stand van een scharnierende veelhoek vanaf de trekker kan worden gewijzigd.
16. Ploeg volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de scharnierende veelhoek twee rechte armen omvat, die zich althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting van de ploeg uitstrekken en tussen de armen een verstelcylinder aanwezig is, die met het hydraulisch circuit van een de ploeg voortbe-30 wegende trekker verbindbaar is.
17. Ploeg volgens een der conclusies 2-16, met het kenmerk, dat de scharnierende veelhoek is aangebracht tussen een steun op een gestelbalk van de ploeg en een zich in opwaartse richting uitstrekkende drager voor een ploeglichaam.
18. Ploeg volgens een der conclusies 14 - 17, met het kenmerk, dat de achterste scharnierassen van de scharnierende veelhoek zijn aangebracht aan bussen die ten opzichte van een zich in opwaartse richting uitstrekkende drager voor een ploeglichaam verstelbaar zijn. 8402323 • -Γ V - 10 -
19. Ploeg volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat een bus door middel van een onder veerwerking staande pen en een aantal boven elkaar gelegen gaten in de drager in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar is.
20. Ploeg volgens een der conclusies 17 - 19, met het kenmerk, dat de drager aan elk van de einden is voorzien van een ploeglichaam, een en ander zodanig, dat de ploeg een wen-telploeg is.
21. Ploeg volgens een der conclusies 6-20, met het 10 kenmerk, dat een drager voor een ploeglichaam is voorzien van een steun, die kan samenwerken met een aanslag.
22. Ploeg volgens conclusies 21 en 20, met het kenmerk, dat twee aanslagen onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn aangebracht aan een as die althans nagenoeg verticaal is gele- 15 gen, welke as is verbonden met een verstelmechanisme, dat bij het wentelen van de ploeg wordt bediend.
23. Ploeg volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het verstelmechanisme tenminste een stang omvat, die met behulp van een geleidebaan wordt verplaatst en zich nabij de 20 voorzijde van de ploeg bevindt en de stang door middel van armen verzwenkbaar is verbonden met de respectieve verticale assen.
24. Ploeg volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat een stang aan de voorzijde een as omvat, die beweegbaar is 25 aangebracht in een geleidebaan die een tot het wentelmecha-nisme van de ploeg behorende as over + 180° omgeeft, een en ander zodanig, dat bij het wentelen van de ploeg een verplaatsing van de stang in zijn langsrichting plaats vindt.
25. Ploeg zoals beschreven in het voorgaande en weer-30 gegeven in de figuren. -o-o-o-o-o-o- 8402323
NL8402323A 1984-07-23 1984-07-23 Ploeg. NL8402323A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8402323A NL8402323A (nl) 1984-07-23 1984-07-23 Ploeg.
EP19850201210 EP0169619B1 (en) 1984-07-23 1985-07-19 A plough
DE8585201210T DE3577031D1 (de) 1984-07-23 1985-07-19 Pflug.
DE19853525983 DE3525983A1 (de) 1984-07-23 1985-07-20 Pflug

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8402323 1984-07-23
NL8402323A NL8402323A (nl) 1984-07-23 1984-07-23 Ploeg.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402323A true NL8402323A (nl) 1986-02-17

Family

ID=19844257

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402323A NL8402323A (nl) 1984-07-23 1984-07-23 Ploeg.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0169619B1 (nl)
DE (2) DE3577031D1 (nl)
NL (1) NL8402323A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2964292B1 (fr) * 2010-09-06 2013-09-27 Kuhn Huard Sa Charrue avec un dispositif pour soulever au moins un age
CN103518427A (zh) * 2013-10-31 2014-01-22 刘旭玲 一种翻转犁的悬挂连接装置
DK178793B1 (en) * 2015-07-08 2017-02-20 Agro Intelligence Aps A plough system and a method for ploughing
EP3729932B1 (en) * 2019-04-25 2023-11-08 CNH Industrial Sweden AB Agricultural implement
EP3729939A1 (en) * 2019-04-25 2020-10-28 CNH Industrial Sweden AB Method for adjusting the working depth of an agricultural implement and an agricultural plough
CN116671282B (zh) * 2023-07-20 2024-05-24 黑龙江德沃科技开发有限公司 一种翻转犁过载保护装置及其使用方法

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL89902C (nl) * 1900-01-01
DE483094C (de) * 1928-11-13 1929-09-26 Otto Marius Ludvigsen Halter fuer Vorpflug, Pflugmesser und Vorderrad an Pfluegen
GB928424A (en) * 1960-04-28 1963-06-12 Viktor Lemken Reversible plough for attachment to the three-point linkage of tractors
FR1423380A (fr) * 1964-02-04 1966-01-03 Eberhardt Geb Dispositif pour la modification de la largeur de travail d'une charrue portée à plusieurs socs
US3481407A (en) * 1966-09-15 1969-12-02 Deere & Co Plow
US3517748A (en) * 1968-08-26 1970-06-30 Int Harvester Co Two-way plow trip
US3662840A (en) * 1969-01-21 1972-05-16 Massey Ferguson Inc Two-way plow with hydraulic trip and reset
FR2173784B1 (nl) * 1972-03-02 1976-01-16 Thieme Gerard Fr
FR2293863A1 (fr) * 1974-12-13 1976-07-09 Int Harvester France Charrue reversible a dispositif de securite
SE444103B (sv) * 1982-12-17 1986-03-24 Sture Norelius Anordning vid en plog innefattande ett flertal individuellt hoj- och senkbart anbringande plogkroppar

Also Published As

Publication number Publication date
EP0169619A2 (en) 1986-01-29
EP0169619A3 (en) 1987-07-29
DE3525983A1 (de) 1986-01-30
DE3577031D1 (de) 1990-05-17
EP0169619B1 (en) 1990-04-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100520A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402323A (nl) Ploeg.
NZ204080A (en) Plow with adjustable plowstrip width and steerable support wheel
NL192948C (nl) Inrichting voor het uit de bodem snijden van zoden.
NL8402106A (nl) Ploeg.
NL8402540A (nl) Ploeg.
NL8402585A (nl) Ploeg.
NL8503156A (nl) Maaiinrichting.
NL8500187A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7907081A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0196729B1 (en) A plough
NL8101017A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403424A (nl) Ploeg.
NL192594C (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine.
NL8001263A (nl) Landbouwwerktuig, in het bijzonder grondbewerkingsmachine.
NL7905254A (nl) Landbouwwerktuig.
NL9200243A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8500976A (nl) Zwenkarm voor de aanbouw van een grondbewerkingswerktuig aan de voorzijde van een landbouwtrekker.
NL1003921C2 (nl) Machinecombinatie.
US1390578A (en) Tractor gang-plow
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602429A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8500997A (nl) Ploeg.
NL8703013A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed