NL8703013A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8703013A
NL8703013A NL8703013A NL8703013A NL8703013A NL 8703013 A NL8703013 A NL 8703013A NL 8703013 A NL8703013 A NL 8703013A NL 8703013 A NL8703013 A NL 8703013A NL 8703013 A NL8703013 A NL 8703013A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
soil cultivation
cultivation machine
hinged
polygon
Prior art date
Application number
NL8703013A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19851085&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8703013(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8703013A priority Critical patent/NL8703013A/nl
Priority to DE8888202824T priority patent/DE3868885D1/de
Priority to EP19880202824 priority patent/EP0321031B2/en
Publication of NL8703013A publication Critical patent/NL8703013A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B35/00Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing
    • A01B35/20Tools; Details
    • A01B35/30Undercarriages
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B61/00Devices for, or parts of, agricultural machines or implements for preventing overstrain

Description

*
C. van der Lely N.V., Maasland GRONDBEWERKINGSMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een draaggestel, dat met een trekker koppelbaar is en waaraan door middel van scharnierende verbindingen een gesteIdee1 in hoogterichting beweegbaar is 5 aangebracht, welk gesteldeel een aantal naast elkaar gelegen bewerkingsorganen draagt, welke scharnierende verbindingen een scharnierende veelhoek omvatten.
Bij grondbewerkingsmachines van deze soort kan het gesteldeel door middel van de scharnierende verbindingen, 10 indien de bewerkingsorganen obstakels in de grond ontmoeten, naar boven uitwijken. Echter kan het bij deze constructie voorkomen, dat het gesteldeel door zijn scharnierende ondersteuning tijdens het bedrijf niet altijd even stabiel is, waardoor de werking van de bewerkingsorganen ongunstig kan 15 worden beïnvloed. Met de constructie volgens de uitvinding kan dit nadeel worden opgeheven doordat een scharnierende veelhoek zodanig is uitgevoerd, dat een scharnierende beweging van deze veelhoek wordt tegengewerkt. Met behulp van deze constructie kan men op compacte wijze een scharnierende 20 verbinding creëren, die tijdens het bedrijf in aanmerkelijke mate de stabiliteit van het gesteldeel vergroot en desondanks, indien nodig, een beweging van het gesteldeel mogelijk maakt.
Aan de hand van een in de tekeningen weergegeven 25 uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewer-kingsmachine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding; 30 Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de pijl II in figuur 1, terwijl
Figuur 3 op grotere schaal een deel van een scharnierende veelhoek weergeeft, welke veelhoek is voorzien van de constructie volgens de uitvinding.
87030 13 2
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, welke machine een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend draaggestel 1 omvat.
5 Het draaggestel 1 is samengesteld uit twee gestelbalken 2 en 3, die op afstand achter elkaar zijn gelegen en zich althans nagenoeg horizontaal en dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekken. De gestelbalken 2 en 3 zijn nabij de einden en aan weerszijden van het midden op gelijke afstand hiervan met 10 elkaar verbonden door middel van zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende steunen 4. Aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de middelste steunen 4 zijn de zich in opwaartse richting uitstrekkende benen bevestigd van een bok 5, welke benen eveneens zijn aangebracht op de voorste 15 gestelbalk 2. De bok 5 is aan de bovenzijde voorzien van een aankoppelpunt 6 voor de bovenste arm van de driepuntshef-inrichting van een trekker, terwijl aan weerszijden van de steunen 4 op de voorste gestelbalk 2 paren platen zijn aangebracht, die elk een aankoppelpunt 7 vormen voor de onderste 20 armen van de driepuntshefinrichting van een trekker. De gestelbalk 2 is aan de einden en nabij de naar elkaar gekeerde zijden van de middelste steunen 4 aan de achterzijde voorzien van lippen 8, waaraan een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 9 is aangebracht, een en 25 ander zodanig, dat de respectieve assen 9 in eikaars verlengde zijn gelegen (figuur 1). Om de buitenste assen 9 zijn vrij verzwenkbaar armen 10 aangebracht, die zich naar achteren uitstrekken. Aan de nabij de middelste steunen 4 gelegen assen 9, zijn armen 11 verzwenkbaar, welke armen deel 30 uitmaken van een draagraam, dat verder een dwarsbalk 12 omvat, welke dwarsbalk tussen naar beneden gerichte gedeelten van de armen 11 is aangebracht. Nabij het midden is de dwarsbalk 12 voorzien van een schuin naar achteren en naar beneden gerichte steun 13, die eindigt in een vork 14. De benen van 35 de vork 14 zijn voorzien van assen 15, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A en althans nagenoeg horizontaal uitstrekken en met behulp waarvan een einde van twee in eikaars verlengde gelegen rollen 16 vrij draaibaar is onder- 87030 1 3 > 3 * steund. De rollen 16 zijn aan het andere einde eveneens vrij draaibaar ondersteund door middel van een as 15, die aan een arm 10 is aangebracht en in het verlengde van de eerstgenoemde assen 15 is gelegen. Elk van de buitenste armen 10 5 voor de rollen 16 is in hoogterichting beweegbaar aangebracht tussen twee platen 17, die zich vanaf een einde van de gestelbalk 3 schuin naar beneden en naar voren uitstrekt, terwijl elk van de armen 11 beweegbaar is tussen twee op afstand van elkaar gelegen platen 18, die aan de naar voren 10 gerichte zijde van de gestelbalk 3 zijn bevestigd. De respectieve platen 17 en 18 zijn elk voorzien van drie achter elkaar gelegen, opwaarts verlopende rijen gaten 19, welke rijen zijn gelegen op een cirkelboog met middelpunt op de langshartlijn van de respectieve zwenkassen 9 voor de armen 15 10 en 11; de opstelling van de gaten in de respectieve rijen is weergegeven in figuur 2. Met behulp van pennen 20, die op de bovenzijde van de respectieve armen 10 en 11 rusten, kan men de stand van de rollen 16 ten opzichte van het draag-gestel 1 instellen. Met behulp van een aan de onderzijde van 20 de buitenste armen 10 aanbrengbare pen 20 wordt dan de stand van de buitenste armen gefixeerd. Tijdens het bedrijf is daardoor voor de rollen aan de naar elkaar gekeerde zijden een zekere flexibiliteit aanwezig, hetgeen bij een werk-breedte van 4,5 m, die de machine volgens het uitvoerings-25 voorbeeld heeft, gewenst kan zijn. Aan de achterzijde van de armen 11 bevindt zich een aanslag die tijdens het transport een te ver naar beneden bewegen voorkomt, doordat deze aanslag met de bovenzijde van de gestelbalk 3 in aanraking komt.
Tussen de gestelbalken 2 en 3 van het draaggestel 1 is, zoals 30 uit figuur 1 blijkt, een gesteldeel 21 aangebracht, dat kokervormig is en een rechthoekige dwarsdoorsnede heeft (figuur 2). Het gesteldeel 21 is aan de bovenzijde voorzien van opwaarts gerichte steunplaten 22, die zodanig zijn aangebracht, dat zij met de buitenzijden van de steunen 4 in 35 aanraking zijn (figuur 1). Zoals uit figuur 2 blijkt, zijn de steunplaten 22 driehoekig, waarbij zij met hun basis op de bovenzijde van het gesteldeel 21 zijn bevestigd. De steunplaten 22 zijn elk nabij het midden op enige afstand boven de 8703013 * 4 drager voorzien van een zich dwars op de voortbewegings-richting A uitstrekkende, althans nagenoeg horizontale as 23 waarom een arm 24 is aangebracht, die zich naar voren uitstrekt. Het vooreinde van de arm 24 is vrij verzwenkbaar aan 5 de gestelbalk 2 aangebracht door middel van een as 25, die zich evenwijdig uitstrekt aan de as 23. De bovenzijde van elke steunplaat 22 is voorzien van een U-vormige steun 26 met naar voren gerichte benen. Door het tussen de benen van de U-vormige steun 26 gelegen deel is met speling een stang 27 10 gevoerd, die eveneens met speling is gevoerd door het tussen de benen gelegen deel van een identiek opgestelde steun 26 op een zich naar boven uitstrekkende plaat 28, die is bevestigd op de bovenzijde van de gestelbalk 2 (figuur 3). Aan weerszijden van de U-vormige steunen 26 is de stang 27 omgeven 15 door een uit elastisch materiaal, bij voorkeur rubber, bestaande cilindervormige buffer 29. De aan de binnenzijde van de U-vormige steunen 26 gelegen buffers 29 zijn opgesloten tussen de U-vormige steunen en aanslagen 30, die zich bevinden aan de einden van een over de stang verschuifbare 20 bus 31 (figuur 3). De buitenste buffers 29 zijn aangebracht tussen de U-vormige steunen 26 en aanslagen 32 op de stang 27, welke aanslagen door middel van moeren 33, die met schroefdraad op de einden van de stang kunnen samenwerken, verplaatsbaar zijn. Door middel van de verstelbare aanslagen 25 32 kan men de reactiekracht, die een scharnierende beweging tegenwerkt, vergroten of verkleinen. De arm 24 en de stang 27 vormen een scharnierende veelhoek in de vorm van een parallellogram 34. Door middel van de buffers 29 uit elastisch materiaal en de speling in de doorvoer voor de stang 30 27, zijn imaginaire scharnierpunten aanwezig, waarbij de buffers een scharnierende beweging van het parallellogram tegengaan. Aan de achterzijde is elke steunplaat 22 ter hoogte van de door de stang 27 gevormde bovenste arm van het parallellogram 34 voorzien van een zich in dwarsrichting 35 uitstrekkende aanslag 35, die met de bovenzijde van een steun 4 kan samenwerken, een en ander zodanig dat tijdens het transport het gesteldeel 21 niet te ver naar beneden kan bewegen. Tussen de, in de voortbewegingsrichting A van de 87030 1 3 5 * machine gezien, linker buitenste steunplaat 22 op het gesteldeel 21 en een nabij het midden op het gesteldeel 1 aan-gebrachte steunplaat 22 is door middel van lippen 36 en assen 37 een stabilisatiestang 38 aangebracht. In het gesteldeel 21 5 zijn op gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm de opwaartse, bij voorkeur verticaal gerichte assen 39 van bewerkings-organen 40 ondersteund. Elk van de bewerkingsorganen 40 omvat een drager 41, die op het onder uit het gesteldeel 21 stekende einde van een as 39 is aangebracht en nabij zijn 10 einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewer-kingselementen 42 in de vorm van tanden. Binnen het kokervormig gesteldeel 21 is op elke as 39 een tandwiel 43 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkings-15 organen 40 met elkaar in aandrijvende verbinding zijn. Nabij het midden is de as 39 van een bewerkingsorgaan 40 naar boven verlengd en reikt tot in een tandwielkast 44, waarin deze as via een conische tandwieloverbrenging in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A 20 uitstrekkende as. De betreffende as staat via een aan de achterzijde van de tandwielkast aanwezige toerenvariator 45 in aandrijvende verbinding met een zich in de voortbewegings-richting A uitstrekkende as 46, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt.
25 De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.
Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de aankoppelpunten 6 en 7 met de bovenste, respectievelijk onderste, armen van de hefinrichting van een trekker verbon-30 den en kan vanaf de aftakas van de trekker via een tussenas en de in het voorgaande beschreven overbrenging een aandrijving van de bewerkingsorganen 40 worden verkregen, waarbij naast elkaar gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde zin roteren (figuur 1) en met hun bewerkingselementen 42 ten 35 minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. De werk-diepte van de bewerkingsorganen 40 kan door middel van de in eikaars verlengde gelegen rollen 16 met behulp van de pennen 20 en de in de respectieve paren platen 17 en 18 aanwezige 87030 1 3 6 gaten 19 worden ingesteld. Tijdens het bedrijf wordt het gesteldeel 21, dat de bewerkingsorganen 40 draagt, door middel van de als parallellogrammen 34 uitgevoerde scharnierende veelhoeken in een stand gehouden zoals in figuur 2 is weerge-5 geven, waarbij, zoals vermeld, de rollen de werkdiepte bepalen. Door middel van de parallellogramconstructies 34 volgens de uitvinding, zijn de bovenste imaginaire scharnierpunten gevormd door de respectieve doorvoerpunten van de stang 27 door de steunen 26, verend belast, een en ander zodanig dat 10 een scharnierende beweging van de parallellogramconstructies 34 wordt tegengegaan. Hierdoor wordt een doelmatige stabiliteit van het gesteldeel 21, dat de bewerkingsorganen 40 draagt, verkregen. Bij het stoten van één of meer bewerkingsorganen 40 op harde voorwerpen, zoals stenen, is des-15 ondanks een omhoog uitwijken van het gesteldeel 21 met de bewerkingsorganen mogelijk, waarbij, na het uitwijken, het geheel weer snel in zijn uitgangsstand terugkomt.
Zoals vermeld kan men met behulp van de moeren 33 de elasticiteit van de buffers 29 vergroten of verkleinen en 20 daarmede de scharnierende beweeglijkheid van de parallellogrammen 34.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
87030 13

Claims (17)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een draag- gestel, dat met een trekker koppelbaar is en waaraan door middel van scharnierende verbindingen een gesteldeel in hoog-terichting beweegbaar is aangebracht, welk gesteldeel een 5 aantal naast elkaar gelegen bewerkingsorganen draagt, welke scharnierende verbindingen een scharnierende veelhoek omvatten, met het kenmerk, dat een scharnierende veelhoek zodanig is uitgevoerd, dat een scharnierende beweging van deze veelhoek wordt tegengewerkt.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste één scharnierpunt van de scharnierende veelhoek een scharnierende beweging van de veelhoek tegenwerkt.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, 15 met het kenmerk, dat de scharnierende veelhoek twee scharnierpunten omvat, die een scharnierende beweging van de veelhoek tegengewerken.
• 4. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 1 - 3, met het kenmerk, dat de betreffende scharnierpunten 20 zich nabij de bovenzijde van de scharnierende veelhoek bevinden.
5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de betreffende scharnierpunten zich bevinden nabij de einden van een tot de scharnierende veel- 25 hoek behorende arm.
6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 2-5, met het kenmerk, dat een scharnierpunt elastisch materiaal omvat.
7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 en 30 conclusie 5, met het kenmerk, dat de arm wordt gevormd door een stang, die met speling is gevoerd door een steun op het draaggestel respectievelijk het gesteldeel en aan weerszijden van een steun elastisch materiaal om de stang is aangebracht.
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 7, met 35 het kenmerk, dat het elastisch materiaal is opgesloten tussen een steun en een aanslag, die zich op de stang bevindt. 8703013
9. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat telkens een aanslag aanwezig is nabij een einde van een bus, die tussen de steunen om de stang is aangebracht.
10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat aan de buitenzijde van de steunen het elastisch materiaal is opgesloten tussen een steun en een verstelbare aanslag op de stang.
11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat een scharnierende veelhoek is uit gevoerd als een parallellogram.
12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11 en een der voorgaande conclusies 7 - 10, met het kenmerk, dat de stang de bovenste arm vormt van het parallellogram.
13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat ter hoogte van de bovenste arm van de parallellogramconstructie een aanslag aanwezig is, die kan samenwerken met een steun op het met een trekker te koppelen gesteldeel.
14. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het gesteldeel en het draaggestel een stabilisatiestang is aangebracht welke met één einde verzwenkbaar is aangebracht aan het draaggestel en met zijn andere einde verzwenkbaar is bevestigd aan een steun 25 op het gesteldeel.
15. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat achter de bewerkingsorganen twee in eikaars verlengde gelegen rollen aanwezig zijn, die nabij het midden door twee op afstand van elkaar gelegen 30 armen verzwenkbaar aan het draaggestel zijn aangebracht.
16. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen om opwaarts gerichte assen draaibaar zijn en tijdens het bedrijf motorisch worden aangedreven en het draaggestel door middel 35 van een driepuntsbevestiging met een driepuntshefinrichting van een trekker koppelbaar is.
17. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 67030 13 .*M
NL8703013A 1987-12-14 1987-12-14 Grondbewerkingsmachine. NL8703013A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8703013A NL8703013A (nl) 1987-12-14 1987-12-14 Grondbewerkingsmachine.
DE8888202824T DE3868885D1 (de) 1987-12-14 1988-12-09 Bodenbearbeitungsmaschine.
EP19880202824 EP0321031B2 (en) 1987-12-14 1988-12-09 A soil cultivating machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8703013A NL8703013A (nl) 1987-12-14 1987-12-14 Grondbewerkingsmachine.
NL8703013 1987-12-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8703013A true NL8703013A (nl) 1989-07-03

Family

ID=19851085

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8703013A NL8703013A (nl) 1987-12-14 1987-12-14 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0321031B2 (nl)
DE (1) DE3868885D1 (nl)
NL (1) NL8703013A (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE420963C (de) * 1925-01-23 1925-11-05 Masch Ag Neumarkt A D Rott Messerparallelogramm fuer Hackmaschinen
FR1114553A (fr) * 1954-11-16 1956-04-13 Dispositif d'attache inférieure d'un amortisseur télescopique de suspension
FR1122656A (fr) * 1955-02-28 1956-09-11 Perfectionnements aux bineuses, houes et objets analogues
NL7710636A (nl) * 1977-09-29 1979-04-02 Patent Concern Nv Grondbewerkingsmachine.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0321031A1 (en) 1989-06-21
DE3868885D1 (de) 1992-04-09
EP0321031B1 (en) 1992-03-04
EP0321031B2 (en) 1995-07-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8500396A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8401507A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
NL8402540A (nl) Ploeg.
NL193084C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL8703013A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8101017A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9200243A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7907081A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8500187A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301236A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192594C (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine.
NL8402323A (nl) Ploeg.
NL8101312A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403369A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9300659A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8700952A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602430A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602429A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8402020A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed.
NL8601943A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed