NL8401491A - Werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze en drukinrichting die de genoemde inrichting bevat. - Google Patents

Description

N.0. 32480 1

Werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze en drukinrichting die de genoemde inrichting bevat.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd door middel van een magnetisch ontwikkelingspoeder voor het vormen van een beeld uit poeder. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een 5 inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze, alsmede een drukinrichting die een dergelijke inrichting bevat.

Het principe van het drukken van documenten, waarbij van een latent beeld wordt uitgegaan, dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, komt overeen met het drukprincipe, waarbij wordt uitgegaan van een la-10 tent beeld dat op een fotogeleidend oppervlak is gevormd.

Het drukken van documenten, waarbij wordt uitgegaan van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, bestaat in hoofdzaak uit: - het vooraf door magnetische veldvariaties voortbrengen van een 15 latent beeld op een magnetisch oppervlak met een uniform magnetisch veld, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van magnetische regi-stratiekoppen die met een informatiebron zijn verbonden, of van een magnetische veldvariatie van een bijzonder oppervlak met een laag Curie-punt, welke variatie tot stand wordt gebracht door lokale verwar-20 ming door middel van bijvoorbeeld een laser die met een informatiebron is verbonden. Het voortgebrachte latente beeld bevat de ontvangen informatie, die een tekst, tekeningen.... kan zijn - het ontwikkelen van het aldus gevormde latente beeld door middel van een magnetisch ontwikkelingspoeder, waarbij de deeltjes van het 25 ontwikkelingspoeder door het latente beeld worden vastgehouden om een beeld uit poeder te vormen, - het overbrengen van het aldus verkregen beeld uit poeder op een ondersteuning, zoals papier.

Werkwijzen en inrichtingen voor het ontwikkelen van latente beel-30 den die op een magnetisch oppervlak zijn gevormd, zijn bijvoorbeeld beschreven in de Franse octrooischriften en octrooiaanvragen onder de nummers: 76-08 424, 77-31 966, 78-11 216, 79-04 616.

De Franse octrooiaanvrage 76-08 424 die gepubliceerd is onder nummer 2.305.764 heeft betrekking op een nagnetische drukmachine die een 35 magnetische borstel omvat met een konstruktie voor in het bijzonder het overdragen van het ontwikkelingspoeder tot nabij een magnetische trom- 8401491 2 * * mei, teneinde het latente beeld te ontwikkelen, dat op het magnetische oppervlak is gevormd. De konstruktie van de magnetische borstel is zodanig, dat de door de magnetische borstel opgewekte componenten van het magnetische veld aan het magnetische oppervlak zeer klein zijn, opdat 5 het op het magnetische oppervlak gevormde, latente beeld niet wordt verstoord. Deze konstruktie is met betrekking tot het latente beeld bevredigend, maar de drukmachine volgens deze octrooiaanvrage omvat geen middel voor het verwijderen van overtollig ontwikkelingspoeder dat in het gebied van het poederbeeld aanwezig kan zijn voorafgaand aan het 10 overbrengen daarvan op een ondersteuning.

De Franse octrooiaanvragen 77-31 966 en 78-11 216 die respectievelijk zijn gepubliceerd onder de nummers 2.408.462 en 2.388.317 beschrijven meer in het bijzonder inrichtingen voor het ontwikkelen van een latent beeld op een magnetisch oppervlak, waarbij het ontwikke-15 lingspoeder uit een reservoir wordt afgenomen door middel van een magnetische borstel die boven het magnetische oppervlak is geplaatst, welk poeder wordt overgebracht, teneinde het latente beeld te ontwikkelen, dat op het magnetische oppervlak is gevormd. Teneinde het latente beeld niet door het magnetische veld dat door de magnetische borstel wordt 20 opgewekt, te wijzigen, bevindt de magnetische borstel bij deze inrichtingen zich op afstand van het magnetische oppervlak, terwijl een hellend orgaan tussen de magnetische borstel en de magnetische trommel is aangebracht, teneinde het ontwikkelingspoeder voort te bewegen, totdat het latente beeld op de magnetische trommel verschijnt. Bovendien 25 draait bij dergelijke inrichtingen de magnetische borstel met een betrekkelijk hoge snelheid, teneinde het opstijgen van het poeder naar het magnetische oppervlak mogelijk te maken, hetgeen het ontsnappen van het poeder in de drukinrichting vergemakkelijkt.

De ontwikkelingslnrichtingen volgens deze octrooiaanvragen bevat-30 ten bovendien geen middelen voor het verwijderen van overtollig ontwikkelingspoeder, dat in het gebied van het poederbeeld aanwezig kan zijn voorafgaand aan het overbrengen daarvan op een ondersteuning.

De Franse octrooiaanvrage 79-04 616 die gepubliceerd is onder nummer 2.449.911 beschrijft een werkwijze en inrichting voor het ontwikke-35 len van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, waarbij het magnetische oppervlak zelf het ontwikkelingspoeder uit een reservoir afneemt, terwijl het oppervlak in aanraking met het zich daarin bevindende ontwikkelingspoeder passeert.

Met deze inrichting is er echter geen risico dat het latente beeld 40 door een magnetisch veld wordt gewijzigd, omdat deze geen magnetische 8401431 * * i 3 borstel bevat, echter heeft de Inrichting het nadeel dat een ontroeren van het ontwikkelingspoeder in het reservoir niet mogelijk is en dat overtollig ontwikkelingspoeder in de zone van het poederbeeld niet kan worden verwijderd alvorens dit op een ondersteuning wordt overge-5 bracht.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een ontwikkelingswerk-wijze en een inrichting voor het uitvoeren daarvan, waarbij de nadelen van de bekende werkwijzen en inrichtingen worden vermeden.

De uitvinding heeft ook ten doel te voorzien in een ontwikkelings-10 werkwijze en een inrichting voor het uitvoeren daarvan, waarbij een goed ontroeren van het ontwikkelingspoeder mogelijk is.

De uitvinding heeft voorts ten doel te voorzien in een ontwikke-lingswerkwijze en een inrichting, waarbij het overtollig ontwikkelingspoeder dat in het gebied van het poederbeeld aanwezig is, kan worden 15 verwijderd alvorens het beeld op een ondersteuning wordt overgebracht.

De uitvinding heeft ook nog ten doel te voorzien in een ontwikke-lingswerkwijze en inrichting, waarbij ondanks de toepassing van magnetische middelen, noch het latente beeld noch het poederbeeld wordt gewijzigd.

20 Aanvraagster heeft thans een werkwijze gevonden voor het door mid del van een magnetisch ontwikkelingspoeder ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetsich oppervlak is gevormd, teneinde een poederbeeld te vormen, welke werkwijze het kenmerk heeft, dat men het genoemde poeder vrij over het magnetische oppervlak laat stromen onder in-25 vloed van geen ander magnetisch veld dan slechts het magnetische veld van het magnetische oppervlak.

Onder de uitdrukking "het vrij laten stromen” verstaat men het laten stromen slechts onder invloed van de zwaartekracht zonder tussenkomst van een andere kracht.

30 In deze tekst wordt voor de uitdrukking "magnetisch oppervlak" niet een bepaalde geometrische vorm daarvan aangenomen. Het magnetische oppervlak kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een flexibele band, wel dan niet zonder einde, of het meest voorkomend in de vorm van een cilindrisch oppervlak, in hoofdzaak met een cirkelvormige doorsnede, welk 35 oppervlak in het algemeen "magnetische trommel" wordt genoemd.

Het ontwikkelingspoeder bestaat uit deeltjes uit metaaloxide, bijvoorbeeld ijzeroxide, omgeven door hars, die bijzondere hulpmiddelen kan bevatten, teneinde de stromingseigenschap van het ontwikkelingspoeder, de fixatie-eigenschappen, of het wijzigen van de lading daarvan te 40 verbeteren.

3401491 t * 4

Het ontwikkelingspoeder is gevormd uit zeer fijne en zeer beweegbare deeltjes, welk poeder met zorg moet worden behandeld, opdat dit niet verspreid wordt over de gehele drukinrichting. Volgens de werkwijze van de uitvinding neemt men vooraf het poeder uit een bak door toe-5 passing van magnetische middelen, maakt men het poeder van de genoemde middelen los en transporteert men het losgemaakte poeder tot nabij het magnetische oppervlak, opdat dit vrij over het magnetische oppervlak kan stromen.

De drukkwaliteit op een ondersteuningsoppervlak hangt grotendeels 10 af van de kwaliteit van het poederbeeld. Dit moet zuivere randen hebben en niet te veel ontwikkelingspoeder bevatten, waarbij bovendien de delen van het magnetsiche oppervlak die niet van een latent beeld zijn voorzien, vrij moeten zijn van ontwikkelingspoeder. Om een poederbeeld met een goede kwaliteit te bereiken wordt voor het vermijden van over-15 tollig poeder van het poederbeeld, volgens de uitvinding het overtollige poeder van het magnetische oppervlak naar een ander magnetisch middel overgebracht onder invloed van het magnetische veld van het genoemde andere middel.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding neemt men het ont-20 wikkelingspoeder uit een bak af door toepassing van een eerste magnetisch middel, brengt men het genoemde poeder over naar een tweede magnetisch middel, maakt men het genoemde poeder van het genoemde tweede magnetische middel los, transporteert men het losgemaakte poeder tot nabij het magnetische oppervlak buiten de invloedssfeer van de genoemde 25 eerste en tweede magnetische middelen en brengt men voor het vermijden van overtollig poeder van het poederbeeld, het overtollige poeder van het magnetische oppervlak naar het eerste magnetische middel onder invloed van het magnetische veld van het genoemde eerste middel.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding neemt men het 30 ontwikkelingspoeder uit een bak af door toepassing van een eerste magnetisch middel, maakt men het poeder van het genoemde eerste magnetische middel los, transporteert men het losgemaakte poeder tot nabij het magnetische oppervlak opdat dit vrij over het magnetische oppervlak kan stromen onder invloed van geen ander magnetisch veld dan het magneti-35 sche veld van het magnetische oppervlak en brengt men teneinde overtollig poeder van het poederbeeld te vermijden, het genoemde overtollige poeder' van het magnetische oppervlak naar een ander magnetisch middel onder invloed van het genoemde andere magnetische middel, maakt men het poeder los dat door het genoemde andere magnetische middel wordt terug 40 gewonnen en brengt men dit poeder terug naar het genoemde eerste mid- 8401491 a «> '« 5 del.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het ontwikkelen ven een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd door middel van een magnetisch ontwikkelingspoeder om een poeder-5 beeld te vormen, welke inrichting de werkwijze volgens de uitvinding uitvoert.

De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding omvat tenminste middelen voor het laten stromen van het poeder over het magnetische oppervlak onder invloed van geen ander magnetisch 10 veld dan slechts dat van het magnetische oppervlak.

Bij de inrichting volgens de uitvinding omvatten de middelen voor het laten stromen van het poeder over het magnetische oppervlak magnetische middelen voor het afnemen van poeder uit een bak, middelen voor het losmaken van het poeder van de genoemde magnetische middelen, en 15 middelen voor het transporteren van het poeder tot nabij het magnetische oppervlak.

Bij voorkeur is de inrichting zodanig, dat de middelen voor het losmaken van het poeder van de magnetsiche middelen en de middelen voor het transporteren van het poeder tot nabij het magnetische oppervlak 20 worden gevormd door een stortorgaan van algemene aard, dat schuin staat ten opzichte van het magnetische oppervlak en waarvan de rand die tegenover het magnetische oppervlak ligt, een afschraaporgaan is voor de magnetische middelen.

De magnetsiche middelen kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door 25 een magnetische borstel, een band uit bijvoorbeeld magnetisch rubber, een textielband, of een film die bekleed is met een magnetische laag.

Bij voorkeur worden de magnetische middelen tenminste gevormd door een magnetische borstel.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de inrichting 30 een magnetische borstel, een en ander zodanig, dat een gedeelte van het buitenoppervlak in aanraking is met een ontwikkelingspoeder dat zich in een bak bevindt.

Volgens een andere uitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de uitvinding twee magnetische borstels, die zodanig zijn opgesteld, dat 35 de tweede borstel zich op een grotere hoogte bevindt dan de eerste borstel, dat de magnetische veldsterkte die door de eerste borstel aan het oppervlak van de tweede borstel wordt opgewekt, kleiner is dan de coër-citiefkracht aan het oppervlak van de tweede borstel en dat een gedeelte van het buitenoppervlak van de eerste borstel in aanraking is met 40 een ontwikkelingspoeder dat zich in een bak bevindt.

8401491 * k 6

Volgens een variant hebben de twee magnetische borstels Identieke coërcitiefkrachten.

Volgens een andere variant hebben de twee magnetische borstels afwijkende coërcitiefkrachten.

5 Bij voorkeur omvat de inrichting volgens de uitvinding middelen voor het geleiden van het ontwikkelingspoeder tijdens het transport daarvan van de eerste naar de tweede magnetische borstel.

Bij voorkeur worden de geleidingsmiddelen gevormd door een hellend vlak dat in hoofdzaak volgens een inwendige raaklijn aan de twee magne-10 tische borstels helt.

Teneinde een poederbeeld met een goede kwaliteit te bereiken, omvat de inrichting volgens de uitvinding bovendien middelen voor het verwijderen van overtollig ontwikkelingspoeder van het poederbeeld.

De middelen voor het verwijderen van overtollig ontwikkelingspoe-15 der van het poederbeeld worden volgens een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gevormd door een andere magnetische borstel.

Volgens een andere uitvoeringsvorm worden deze gevormd door de eerste magnetische borstel.

20 Een inrichting voor het ontwikkelen van een latent beeld op een magnetisch oppervlak volgens de uitvinding is bijzonder interessant voor het ontwikkelen van het latente beeld dat in een drukinrichting is gevormd, welke inrichting is voorzien van middelen voor het overbrengen van een poederbeeld op een ondersteuning, zoals bijvoorbeeld papier, 25 waarbij het genoemde poederbeeld ontstaat door het ontwikkelen van een latent beeld door middel van een ontwikkelingspoeder, door middel van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij eveneens de werkwijze volgens de uitvinding wordt toegepast.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van 30 de tekeningen, die schematisch en zonder een bepaalde schaal diverse uitvoeringsvormen van een inrichting voor het ontwikkelen van een op een magnetisch oppervlak gevormd, latent beeld door middel van een magnetisch ontwikkelingspoeder volgens de uitvinding tonen.

Figuur 1 is een doorsnede volgens een vlak loodrecht op de magne-35 tische trommel van een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding die een magnetische borstel omvat.

Figuur 2 is een doorsnede volgens een vlak loodrecht op de magnetische trommel van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

40 Figuur 3 is een doorsnede volgens een vlak loodrecht op de magne- 8401491 * % 7 tische trommel van een derde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 4 is een doorsnede volgens een vlak loodrecht op de magnetische trommel van een vierde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens 5 de uitvinding.

Volgens deze tekst zijn duidelijkheidshalve de diverse uitvoeringsvormen van een inrichting voor het ontwikkelen volgens de uitvinding, die hierna worden beschreven en in de figuren zijn getoond, zodanig uitgevoerd dat het magnetische oppervlak een cilindrisch oppervlak 10 met een cirkelvormige doorsnede is en dat de magnetische middelen magnetische borstels zijn, waarbij het magnetische oppervlak en de magnetische borstels zodanig zijn opgesteld, dat hun assen evenwijdig verlopen.

Gemaksheidshalve zijn de overeenkomstige elementen die in de be-15 schrijving van de diverse uitvoeringsvormen worden genoemd en in de figuren zijn getoond, voorzien van dezelfde verwijzingstekens.

De inrichting volgens de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak 1 is gevormd, waarbij door middel van een magnetisch ontwikkelingspoeder 20 een poederbeeld wordt gevormd, omvat middelen 2 voor het laten stromen van het ontwikkelingspoeder over het magnetische oppervlak 1 onder invloed van geen ander magnetisch veld dan dat van het magnetische oppervlak 1.

De middelen 2 voor het laten stromen van het ontwikkelingspoeder 25 over het magnetische oppervlak 1 omvatten magnetische middelen 3 die volgens deze uitvoeringsvorm bestaan uit een magnetische borstel van het type met draaiende magneten en vast omhulsel, waarbij een gedeelte van het buitenoppervlak van de magnetische middelen 3 in aanraking is met het ontwikkelingspoeder 4 dat zich in een bak 5 bevindt, teneinde 30 het genoemde poeder af te nemen, waarbij middelen 6 aanwezig zijn voor het losmaken van het poeder van de magnetische middelen 3 en voorts middelen 7 voor het transporteren van het poeder tot nabij het magnetische oppervlak 1.

Volgens de getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting worden de 35 middelen 6 voor het losmaken van het ontwikkelingspoeder van de magnetische middelen 3 en de middelen 7 voor het transporteren van het poeder tot nabij het magnetische oppervlak 1 gevormd door een stortorgaan 8 van algemene aard, dat schuin staat ten opzichte van het magnetische oppervlak 1.

40 Het stortorgaan 8 kan de vorm hebben van een langwerpige plaat 8401491 8 waarvan de randen 9 en 10 evenwijdig aan de magnetische borstel 3 en het magnetische oppervlak 1 verlopen over de gehele lengte van de respectieve beschrijvende lijnen van de magnetische borstel 3 en het magnetische oppervlak 1.

5 De afstand tussen de rand 10 van het stortorgaan 8 en het magneti sche oppervlak 1 is zodanig gekozen, dat het ontwikkelingspoeder 4 tussen de rand 10 en het magnetische oppervlak 1 kan stromen, welke afstand in de orde van grootte van 1 tót 2 mm kan zijn.

De afstand tussen de rand 9 van het stortorgaan 8 en het oppervlak 10 van de borstel 3 is zo klein, dat de rand 9 nagenoeg in aanraking is met het oppervlak van de magnetische borstel 3, teneinde een afschraap-orgaan daarvoor te vormen en het ontwikkelingspoeder 4 tijdens de rotatie van de magnetische borstel 3 los te maken, waarbij de rotatie van de magnetische borstel 3 mogelijk is zonder het oppervlak daarvan te 15 beschadigen.

De inrichting volgens deze uitvoeringsvorm is eveneens voorzien van een afschraaporgaan 11 dat aan de magnetische middelen 3 is toegevoegd. Het afschraaporgaan 11 is bestemd voor het vereffenen van de dikte van de laag ontwikkelingspoeder 4 dat door de magnetische midde-20 len 3 wordt getransporteerd en vermijdt het naar het stoporgaan 8 transporteren van eventuele bestanddelen die in het ontwikkelingspoeder 4 in de bak 5 aanwezig zijn, en die bij 12 worden teruggevoerd.

De rand 18 van de wand van de bak 5, die zich nabij het magnetische oppervlak 1 bevindt, komt nagenoeg in aanraking met het magneti-25 sche oppervlak 1, teneinde het ontwikkelingspoeder 4 terug te winnen, dat niet door het magnetische oppervlak 1 is aangetrokken en dit poeder naar de bak 5 terug te voeren.

De rotatierichtingen van het magnetische oppervlak 1 en van de magneten van de magnetische borstel 3 zijn in figuur 1 aangegeven, 30 waarnaar zal worden verwezen voor de toelichting van de werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, door toepassing van een magnetisch ontwikkelingspoeder, waarbij de ontwikkelingsinrichting volgens deze eerste uitvoeringsvorm wordt toegepast.

35 De magneten van de magnetische borstel 3 enerzijds en het magneti sche oppervlak 1 anderzijds worden in rotatie gebracht en het ontwikkelingspoeder 4 dat zich in de bak 5 bevindt, wordt door middel van de magnetische borstel 3 afgenomen, waarvan een gedeelte van het buitenoppervlak in aanraking is met het ontwikkelingspoeder 4 in de bak 5. On-40 der invloed van de magneten van de magnetische borstel 3 wordt het ont- 3 4 Ü 1 4 9 1 9 wikkelingspoeder 4 verplaatst naar het oppervlak van de magnetische horstel 3 volgens de pijlen van figuur 1. Tijdens de verplaatsing van het ontwikkellngspoeder houdt het afschraaporgaan 11 bij 12 eventuele bestanddelen van het ontwikkellngspoeder 4 tegen en egaliseert de dikte 5 van de laag van medegenomen ontwikkellngspoeder.

Het ontwikkellngspoeder 4 wordt van het oppervlak van de magnetische borstel 3 losgemaakt door middel van het afschraaporgaan dat door de rand 9 van het stortorgaan 8 wordt gevormd. Het aldus losgemaakte ontwikkellngspoeder 4 wordt door middel van het stortorgaan 8 van het 10 algemene schuine type getransporteerd naar het magnetische oppervlak 1, waar dit poeder vrij over het magnetische oppervlak 1 stroomt tussen de rand 10 van het stortorgaan en het magnetsiche oppervlak 1 onder invloed van geen ander magnetisch veld dan slechts het magnetische veld van het magnetische oppervlak 1.

15 Het latente beeld dat vooraf door geschikte middelen op het magne tische oppervlak 1 is gevormd en zich in het gebied A daarvan bevindt, wordt door de rotatie van het magnetische oppervlak 1 in het gebied B gebracht, het vrije stromingsgebied van het magnetische ontwikkelings-poeder 4.

20 De deeltjes van het magnetische ontwikkellngspoeder ondergaan bij het stromen slechts de invloed van het magnetische veld dat door het latente beeld wordt opgewekt, dat zich op het magnetische oppervlak bevindt, welke deeltjes daardoor worden vastgehouden.

Het latente beeld op het magnetische oppervlak 1 wordt dus tijdens 25 de verplaatsing naar het gebied B een poederbeeld, waardoor het latente beeld is ontwikkeld door het magnetische ontwikkellngspoeder.

Door rotatie van het magnetische oppervlak 1 wordt het poederbeeld in het gebied C gebracht, waarin de afstand tussen de magnetische borstel 3 en het magnetische oppervlak 1 het kleinst is, zodat de overtol-30 lige deeltjes van het magnetische ontwikkellngspoeder in hoofdzaak door de magnetische borstel 3 worden aangetrokken, waarna een poederbeeld in het gebied D verschijnt, dat gereed is voor het overbrengen daarvan op een ondersteuning.

Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting voor het volgens een 35 magnetische ontwikkelingswerkwijze ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, is in figuur 2 getoond.

Volgens deze uitvoeringsvorm worden de magnetische middelen 3 gevormd door twee magnetische borstels 3A en 3B die zodanig zijn opgesteld, dat de tweede magnetische borstel 3B zich op een grotere hoogte 40 bevindt dan de eerste magnetische borstel 3A, dat een gedeelte van het 8401431 * * 10 buitenoppervlak van de eerste magnetische borstel 3A in aanraking is met het ontwikkelingspoeder 4 in de bak 5 en dat de magnetsiche veldsterkte die door de eerste magnetische borstel 3A aan het oppervlak van de tweede magnetsiche borstel 3B wordt opgewekt, kleiner is dan de co-5 ’ércitiefkracht aan het oppervlak van de tweede magnetische borstel 3B.

De inrichting volgens deze uitvoeringsvorm omvat zoals de hierboven beschreven inrichting een afschraaporgaan 11 voor het egaliseren van de dikte van de laag ontwikkelingspoeder 4 op het oppervlak van de tweede magnetische borstel 3B en een stortorgaan 8 van algemeen type, 10 dat schuin staat ten opzichte van het magnetische oppervlak 1 om het ontwikkelingspoeder tot nabij het magnetische oppervlak 1 te transporteren, waarbij de rand 9 van het stortorgaan 8 eveneens een afschraaporgaan voor het losmaken van het ontwikkelingspoeder 4 van de tweede magnetische borstel 3B vormt.

15 De inrichting volgens deze uitvoeringsvorm omvat bovendien midde len voor het verwijderen van overtollig ontwikkelingspoeder 4 van het poederbeeld. Deze middelen worden gevormd door een andere magnetische borstel 14.

De magnetische borstel 14 is zodanig uitgevoerd, dat enerzijds het 20 door het magnetische oppervlak 1 opgewekte magnetische veld voldoende zwak is om het poederbeeld op het magnetische oppervlak 1 niet te wijzigen, terwijl dit veld voldoende sterk is om overtollig ontwikkelingspoeder 4 van het poederbeeld aan te trekken en dat anderzijds de magnetische veldsterkte die door de magnetische borstel 14 aan het oppervlak 25 van de eerste magnetische borstel 3A wordt opgewekt, kleiner is dan de co’ércitiefkracht aan het oppervlak van de eerste magnetsiche borstel 3A, opdat het ontwikkelingspoeder van de magnetische borstel 14 naar de eerste magnetische borstel 3A wordt overgebracht en dus teruggevoerd.

De rotatierichtingen van het magnetische oppervlak 1 en van de 30 magneten van de twee magnetische borstels 3A en 3B zijn in figuur 2 aangegeven, waarnaar wordt verwezen voor het begrip van de werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld, dat op een magnetsich oppervlak is gevormd, door toepassing van een magnetisch ontwikkelingspoeder, waarbij de inrichting volgens deze tweede uitvoeringsvorm wordt 35 gebruikt.

De magneten van de twee magnetische borstels 3A en 3B en van de magnetische borstel 14 enerzijds en het magnetsich oppervlak 1 anderzijds worden in rotatie gebracht, het ontwikkelingspoeder 4 in de bak 5 wordt afgenomen door middel van de eerste magnetsiche borstel 3A waar-40 van een gedeelte van het buitenoppervlak in aanraking is met het poeder 8401491 11 4 In de bak 5. Onder invloed van de magneten van de eerste magnetische borstel 3A wordt het ontwikkelingspoeder 4 verplaatst naar het oppervlak daarvan volgens de pijlen in figuur 2.

Omdat de magnetische veldsterkte die door de eerste magnetische 5 borstel 3A aan het oppervlak van de tweede magnetische borstel 3B kleiner is dan de coërcitiefkracht aan het oppervlak van de tweede magnetische borstel 3B, verlaat het ontwikkelingspoeder 4 dat zich op de eerste magnetische borstel bevindt, bij het naderen van de tweede magnetische borstel 3B, de eerste magnetische borstel 3A en wordt naar de 10 tweede magnetische borstel 3B overgebracht.

Onder invloed van de magneten van de tweede magnetische borstel 3B wordt het ontwikkelingspoeder 4 aan het oppervlak daarvan verplaatst volgens de pijlen van figuur 2. Tijdens de verplaatsing van het ontwikkelingspoeder houdt het afschraaporgaan 11 bij 12 eventuele bestandde-15 len tegen, die in het ontwikkelingspoeder 4 aanwezig zijn, en egaliseert de dikte van de laag medegenomen ontwikkelingspoeder.

Het ontwikkelingspoeder 4 wordt van het oppervlak van de tweede magnetische borstel 3B losgemaakt door middel van het afschraaporgaan dat door de rand 9 van het stortorgaan 8 wordt gevormd. Het ontwikke-20 lingspoeder 4 wordt dan door middel van het stortorgaan 8 van het algemene schuine type naar het magnetische oppervlak 1 getransporteerd, waarbij het poeder vrij stroomt over het magnetische oppervlak 1 tussen de rand 10 van het stortorgaan en het magnetische oppervlak 1 en langs deze onder invloed van geen ander magnetisch veld dan het magnetische 25 veld van het magnetische oppervlak 1.

Het latente beeld dat vooraf door toepassing van geschikte middelen op het magnetische oppervlak 1 is gevormd en zich in het gebied A daarvan bevindt, wordt door de rotatie van het magnetische oppervlak 1 in het gebied B gebracht, het vrije stromingsgebied van het magnetische 30 ontwikkelingspoeder 4.

Be stromende deeltjes van het magnetische poeder ondergaat dus slechts de invloed van het magnetische veld van het latente beeld dat op het magnetische oppervlak aanwezig is en worden daardoor vastgehouden.

35 Het latente beeld op het magnetische oppervlak 1 wordt dus tijdens de verplaatsing naar het gebied B een poederbeeld, waarbij het latente beeld is ontwikkeld door middel van het magnetsiche ontwikkelingspoeder.

Door de rotatie van het magnetische oppervlak 1 wordt het poeder-40 beeld in het gebied G gebracht en wanneer het poederbeeld nabij de mag- 3401491 12 * netische borstel 14 komt, worden de overtollige deeltjes van het magnetische ontwikkelingspoeder in hoofdzaak aangetrokken door het magnetische veld van de magnetische borstel 14 en vervolgens overgebracht naar de magnetische borstel 3A en teruggevoerd. In het gebied D verschijnt 5 dus een poederbeeld dat gereed is voor het overbrengen op een ondersteuning.

De magnetische borstel 14 kan ook in een richting worden verdraaid, die tegengesteld is aan de in figuur 2 aangegeven richting. Volgens deze variant kunnen de overtollige deeltjes van het magnetische 10 ontwikkelingspoeder, die door het magnetische veld van de magnetische borstel 14 worden aangetrokken, rechtstreeks naar de magnetische borstel 3B worden teruggevoerd. Een hellend vlak met een helling die overeenkomt met de hierna te beschrijven helling, kan het transport van het ontwikkelingspoeder van de magnetische borstel 14 naar de magnetische 15 borstel 3B vergemakkelijken.

Nog een andere uitvoeringsvorm van een inrichting voor het volgens een magnetische ontwikkelingswerkwijze ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, is in figuur 3 getoond.

De ontwikkelingsinrichting volgens deze uitvoeringsvorm komt over-20 een met de hierboven 'beschreven inrichting die in figuur 2 is getoond. De inrichting omvat een eerste magnetische borstel 3A, een tweede magnetische borstel 3B, een afschraaporgaan 11 en een stortorgaan 8.

Bovendien heeft de inrichting volgens deze uitvoeringsvorm gelei-dingsmiddelen voor het ontwikkelingspoeder 4 tijdens de verplaatsing 25 daarvan van de eerste magnetische borstel 3A af naar de tweede magnetische borstel 3B, welke geleidingsmiddelen worden gevormd door een hellend vlak 13 dat hoofdzakelijk volgens de inwendige raaklijn aan de twee borstels 3A en 3B helt.

De inrichting volgens deze uitvoeringsvorm omvat niet zoals de In-30 richting volgens de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm middelen voor het verwijderen van overtollig ontwikkelingspoeder van het poederbeeld, welke middelen door een andere magnetische borstel 14 worden gevormd.

De in figuur 3 getoonde inrichting is zodanig uitgevoerd, dat de middelen voor het verwijderen van overtollig ontwikkelingspoeder worden ge-35 vormd door de eerste magnetische borstel 3A.

Zoals bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm zijn de twee magnetische borstels 3A en 3B zodanig opgesteld, dat de tweede magnetische borstel 3B zich op een grotere hoogte bevindt dan de eerste magnetische borstel 3A, dat een gedeelte van het buitenoppervlak van de eer-40 ste magnetische borstel 3A in aanraking is met het ontwikkelingspoeder 8401491 t 13 4 In de bak 5 en dat de magnetische veldsterkte die door de eerste magnetische borstel 3A aan het oppervlak van de tweede magnetische borstel 3B wordt opgewekt, kleiner is dan de coërcitiefkracht aan het oppervlak van de tweede magnetische borstel 3B.

5 Bovendien is volgens deze uitvoeringsvorm de eerste magnetische borstel 3A zodanig uitgevoerd, dat enerzijds het magnetische veld dat door het magnetische oppervlak 1 wordt opgewekt, voldoende zwak is om het poederbeeld op het magnetsiche oppervlak 1 niet te wijzigen, terwijl het genoemde veld voldoende sterk is om overtollig ontwikkelings-10 poeder 4 van het poederbeeld aan te trekken.

De werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetsich oppervlak is gevormd, door toepassing van een magnetsich ontwikkelingspoeder waarbij de inrichting volgens deze derde uitvoeringsvorm wordt toegepast, komt overeen met de ontwikkelingswerk»!jze 15 waarbij de ontwikkelingsinrichting volgens de tweede uitvoeringsvorm wordt gebruikt. Het verschil ligt in het feit, dat wanneer het poederbeeld nabij de eerste magnetische borstel 3A komt, de overtollige deeltjes van het magnetische ontwikkelingspoeder in hoofdzaak worden aangetrokken door het magnetische veld van de eerste magnetische borstel 3A 20 in plaats van door de magnetsiche borstel 14.

Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, waarbij een magnetische ontwikkelingswerkwijze wordt toegepast, is in figuur 4 getoond.

25 De inrichting volgens deze uitvoeringsvorm omvat zoals de in fi guur 1 getoonde inrichting middelen 2 voor het laten stromen van het ontwikkelingspoeder, welke middelen worden gevormd door een magnetische borstel 3 waarvan een gedeelte van het buitenoppervlak in aanraking is met het ontwikkelingspoeder 4 in een bak 5, waarbij middelen 6 aanwezig 30 zijn om het poeder van de magnetische borstel 3 los te maken en dit te transporteren tot nabij het magnetische oppervlak 1, welke middelen worden gevormd door een stortorgaan 8 en een afschraaporgaan 11.

De inrichting volgens deze uitvoeringsvorm omvat bovendien middelen voor het verwijderen van overtollig ontwikkelingspoeder 4 van het 35 poederbeeld, welke middelen worden gevormd door een andere magnetische borstel 15 die zodanig is opgesteld, dat de magnetische borstel 3 en de magnetische borstel 15 zich aan weerszijden van het sortorgaan 8 bevinden.

De magnetische borstel 15 is zodanig uitgevoerd, dat enerzijds het 40 magnetische veld dat door het magnetische oppervlak 1 wordt opgewekt, <: · J 14 9 1 ff V» 14 voldoende zwak Is om het poederbeeld op het magnetische vlak 1 niet te wijzigen, terwijl het veld voldoende sterk is om overtollig ontwikke-lingspoeder 4 van het poederbeeld aan te trekken.

Aan de magnetische borstel 15 is een afschraapplaat 16 toegevoegd, 5 waarvan de rand 17 in hoofdzaak evenwijdig is aan de beschrijvende lijnen van de magnetische borstel 15 en zich op een zeer kleine afstand daarvan bevindt, welke afschraapplaat het ontwikkelingspoeder dat van het poederbeeld is verzameld, losmaakt van de magnetische borstel 15.

De afschraapplaat 16 helt ten opzichte van de magnetische borstel 3 10 teneinde het ontwikkelingspoeder terug te voeren op de magnetische borstel 3.

De rotatierichtingen van het magnetische oppervlak 1 en van de magneten van de magnetische borstel 3 en van de magnetische borstel 15 zijn in figuur 4 aangegeven, waarnaar wordt verwezen voor het begrip 15 van de werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, door toepassing van een magnetisch ontwikkelingspoeder, waarbij de inrichting volgens deze uitvoeringsvorm wordt gebruikt.

De magneten van de twee magnetische borstels 3 en 15 enerzijds en 20 het magnetisch oppervlak 1 anderzijds worden in rotatie gebracht, het ontwikkelingspoeder 4 dat in de bak 5 aanwezig is, wordt afgenomen door middel van de magnetische borstel 3 waarvan een gedeelte van het buitenoppervlak in aanraking is met het poeder 4 in de bak 5. Onder invloed van de magneten van de magnetische borstel 3 wordt het ontwikke-25 lingspoeder 4 naar het oppervlak daarvan verplaatst volgens de pijlen van figuur 4.

Tijdens de verplaatsing van het ontwikkelingspoeder houdt het af-schraaporgaan 11 bij 12 eventuele bestanddelen van het ontwikkelingspoeder 4 tegen en effent de dikte van de laag van medegenomen ontwikke-30 lingspoeder.

Het ontwikkelingspoeder 4 wordt van het oppervlak van de magnetische borstel 3 losgemaakt door middel van het afschraaporgaan dat door de rand 9 van het stortorgaan 8 wordt gevormd. Het aldus losgemaakte ontwikkelingspoeder 4 wordt door middel van het stortorgaan 8 van alge-35 meen hellend type getransporteerd naar het magnetische oppervlak 1, waarbij het poeder tussen de rand 10 van het stortorgaan en het magnetische oppervlak 1 stroomt en vrij stroomt over en langs het magnetische oppervlak 1 onder invloed van geen ander magnetisch veld dan slechts het magnetische veld van het magnetische oppervlak 1.

40 Het latente beeld dat vooraf door toepassing van geschikte midde- 8401491 — 'ï 15 lea op het magnetische oppervlak 1 Is gevormd en zich In het gebied A daarvan bevindt, wordt door de rotatie van het magnetische oppervlak 1 in het gebied B gebracht, het vrije stromingsgebied van het magnetische ontvikkelingspoeder 4.

5 De stromende deeltjes van het magnetische ontwikkelingspoeder on dergaan dus slechts de invloed van het magnetische veld van het latente beeld op het magnetische oppervlak en worden daardoor vastgehouden.

Het latente beeld op het magnetische oppervlak 1 wordt dus tijdens de verplaatsing daarvan naar het gebied B een poederbeeld, waarbij het 10 latente beeld is ontwikkeld door middel van het magnetische ontwikkelingspoeder .

Door de rotatie van het magnetische oppervlak 1 wordt het poederbeeld in het gebied C gebracht en wanneer het poederbeeld nabij de magnetische borstel 15 komt, worden overtollige deeltjes van het magneti-15 sche ontwikkelingspoeder in hoofdzaak aangetrokken door het magnetische veld van de magnetische borstel 15, zodat dus in het gebied D een poederbeeld verschijnt, dat gereed is voor het overbrengen op een ondersteuning.

Het is duidelijk dat de uitvinding geenszins beperkt is tot de be-20 schreven en getoonde uitvoeringsvormen en dat men modificaties of verbeteringen kan aanbrengen in de diverse stappen van de werkwijze en de diverse middelen zonder het kader van de uitvinding te verlaten.

De werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, door toepassing van een magnetisch 25 ontwikkelingspoeder voor het vormen van een poederbeeld en de inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze, die voorwerp zijn van de uitvinding, hebben talrijke voordelen.

Een van de voordelen van de werkwijze en inrichting voor het uitvoeren daarvan is dat het latente beeld wordt gerespecteerd, dat wil 30 zeggen dat dit latente beeld niet wordt onderworpen aan een magnetisch veld met het risico dat het beeld wordt gewijzigd.

De werkwijze en de inrichting hebben ook het voordeel dat een doelmatig omroeren van het ontwikkelingspoeder in het reservoir mogelijk is.

35 Een ander belangrijk voordeel van de werkwijze en de inrichting voor het ontwikkelen van een latent beeld op een magnetisch oppervlak volgens de uitvinding is de goede kwaliteit van het drukwerk op een ondersteuning, dat wordt verkregen door middel van een drukinrichting die voorzien is van de inrichting volgens de uitvinding. Deze goede druk-40 kwaliteit is het gevolg van het reinigen van het gebied van het poeder- 34 0 1 4 9 1 4if ^ 16 beeld alvorens dit op de ondersteuning wordt overgebracht, teneinde overtollig poeder te vermijden, dat aanwezig kan zijn.

3401491

Claims (20)

1. Werkwijze voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, door toepassing van een magnetisch ontwikkelingspoeder om een poederbeeld te vormen, met het kenmerk, dat 5 het genoemde poeder vrij stroomt over het magnetische oppervlak onder invloed van geen ander magnetisch veld dan slechts het magnetische veld van het magnetische oppervlak.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het poeder vooraf uit een bak wordt afgenomen door toepassing van magnetische mid- 10 delen, dat het poeder van deze middelen wordt losgemaakt en dat het aldus losgemaakte poeder wordt getransporteerd tot nabij het magnetische oppervlak, opdat dit poeder vrij over het magnetische oppervlak kan stromen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor 15 het verwijderen van overtollig poeder van het poederbeeld, het overtollige poeder van het magnetische oppervlak wordt overgebracht naar een ander magnetisch middel onder invloed van het magnetische veld van het andere middel.

4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, 20 dat het ontwikkelingspoeder door middel van een eerste magnetisch middel uit een bak wordt afgenomen, dat het genoemde poeder naar een tweede magnetisch middel wordt overgebracht, dat het poeder van het tweede magnetische middel wordt losgemaakt, dat het aldus losgemaakte poeder wordt getransporteerd tot nabij het magnetische oppervlak buiten de in- 25 vloedssfeer van de eerste en tweede magnetische middelen en dat voor het verwijderen van overtollig poeder van het poederbeeld, dit overtollige poeder van het magnetische oppervlak wordt overgebracht naar het eerste magnetische middel onder invloed van het magnetische veld van het eerste middel.

5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het ontwikkelingspoeder door middel van een eerste magnetisch middel uit een bak wordt afgenomen, dat het genoemde poeder van het eerste magnetische middel wordt losgemaakt, dat het aldus losgemaakte poeder wordt getransporteerd tot nabij het magnetische oppervlak, opdat dit 35 poeder vrij over het magnetische oppervlak kan stromen onder invloed van geen ander magnetisch veld dan het magnetische veld van het magnetische oppervlak, dat voor het verwijderen van overtollig poeder van het poederbeeld, dit overtollige poeder van het magnetische oppervlak naar een ander magnetisch middel wordt overgebracht onder invloed van 40 het andere magnetische middel, dat het door het andere magnetische mid- 84 0 1 4 3 1 *» del teruggewonnen poeder wordt losgemaakt en dat dit poeder naar het eerste middel wordt teruggevoerd.

6. Inrichting voor het ontwikkelen van een latent beeld dat op een magnetisch oppervlak is gevormd, door toepassing van een magnetisch 5 ontwikkelingspoeder, om een poederbeeld te vormen, met het kenmerk, dat de werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 5 wordt toegepast.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat tenminste middelen (2) aanwezig zijn om het genoemde poeder (4) over het magneti- 10 sche oppervlak (1) te laten stromen onder invloed van geen ander magnetisch veld dan slechts het magnetische veld van het magnetische oppervlak (1).

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen (2) voor het laten stromen van het poeder (4) over het magnetische 15 oppervlak (1) bestaan uit magnetische middelen (3) om het poeder (4) uit een bak (5) af te nemen, middelen (6) voor het losmaken van het poeder (4) van de magnetische middelen (3) en middelen (7) voor het transporteren van het poeder (4) tot nabij het magnetische oppervlak (1).

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de midde len (6) voor het losmaken van het poeder (4) van de magnetische middelen (3) en de middelen (7) voor het transporteren van het poeder (4) tot nabij het magnetische oppervlak (1) worden gevormd door een stort-orgaan (8) van algemeen type, dat helt ten opzichte van het magnetische 25 oppervlak (1) en waarvan de rand (9) tegenover het magnetische oppervlak (1) een afschraaporgaan voor de magnetische middelen (3) is.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de magnetische middelen (3) tenminste een magnetische borstel (3) omvatten.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de mag netische borstel (3) zodanig is opgesteld, dat een gedeelte van het buitenoppervlak daarvan in aanraking is met een ontwikkelingspoeder (4) dat zich in een bak (5) bevindt.

12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat twee 35 magnetische borstels (3A, 3B) aanwezig zijn, die zodanig zijn opgesteld dat de tweede borstel (3B) zich op een grotere hoogte bevindt dan de eerste borstel (3A), dat de magnetische veldsterkte die door de eerste borstel (3A) aan het oppervlak van de twede borstel (3B) wordt opgewekt, kleiner is dan de coërcitiefkracht aan het oppervlak van de twee- 40 de borstel (3B) en dat een gedeelte van het buitenoppervlak van de eer- 8 4 0 1 4 & i •rfjt ste borstel (3A) la aanraking Is met een ontwlkkellngspoeder (4) dat zich In een bak (5) bevindt.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de twee magnetische borstels (3A, 3B) identieke coërcitiefkrachten hebben.

14. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de twee magnetsiche borstels (3A, 3B) afwijkende coërcitiefkrachten hebben.

15. Inrichting volgens een van de conclusies 12-14, met het kenmerk, dat geleidingsmiddelen (13) aanwezig zijn, die het ontwikkelings-poeder (4) geleiden tijdens de verplaatsing daarvan van de eerste (3A) 10 naar de tweede (3S) magnetische borstel.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen (13) worden gevormd door een hellend vlak dat in hoofdzaak helt volgens de inwendige raaklijn aan de twee magnetische borstels (3A, 3B).

17. Inrichting volgens een van de conclusies 6-16, met het ken merk, dat bovendien middelen aanwezig zijn om overtollig ontwikkelings-poeder (4) van het poederbeeld te verwijderen.

18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de middelen voor het verwijderen van overtollig poeder worden gevormd door 20 een andere magnetische borstel (14).

19. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de middelen voor het verwijderen van overtollig poeder worden gevormd door de eerste magnetsiche borstel (3A).

20. Drukinrichting omvattende middelen voor het overbrengen van 25 een poederbeeld, met het kenmerk, dat een inrichting voor het ontwikkelen van een latent beeld op een magnetisch oppervlak (1) volgens een van de conclusies 6-19 aanwezig is. ************ 84 0 1 4 9 1