NL8400334A - Boorkop. - Google Patents

Description

- ' ·#* VO 5055 rw—— · 1 Uitvinders:

Josef Hunger Hans-Christian Donner

Boorkop. Anton Neumaier

De uitvinding heeft betrekking op een boorkop voor bandapparaten, zoals klopboonnachines, boorhamers en dergelijke, voor het opnemen van werktuigen, voorzien van tenminste twee in een koplichaam radiaal verschuifbaar gelegerde klemwangen, die door middel van een 5 ten opzichte van het koplichaam roteerbare instelhuls op de betreffende diameter van de op te nemen werktuigschacht kunnen worden ingesteld, waarbij de instelhuls aan de kopzijde is voorzien van een kegelvertan-ding voor het ingrijpen van een in een opneemopening in het koplichaam te steken tandkranssleutel en via een axiaal verschuifbare grendelhuls 10 rotatievast met het koplichaam kan worden verbonden.

Een bekende boorkop maakt zowel een inklemmen van het werktuig door wrijving alswel door vorm mogelijk. Bij het inklemmen door vorm grijpen de klemwangen in uitsparingen in.de schacht van het in te klemmen werktuig. Voor een optimale overdracht van de slagënergie naar 15 het werktuig is daarbij een bepaalde radiale en axiale speling tussen het werktuig en de klemwangen vereist. Deze speling maakt een begrensde axiale beweeglijkheid van het werktuig ten opzichte van de klemwangen mogelijk. Deze speling dient echter ook gezien vanuit een oogpunt van ge-leidingsnauwkeurigheid niet te worden gewijzigd door de tijdens het 20 bedrijf optredende trillingen. Hiertoe bezit de bekende boorkop een, het roteren van de instelhuls ten opzichte van het koplichaam verhinderende grendelhuls.

Bij inklemmen onder wrijving van een boorwerktuig moeten de klemwangen radiaal tegen de schacht van het boorwerktuig worden 25 gedrukt. Daartoe is het met de hand op de instelhuls uit te oefenen koppel meestal niet voldoende. In dit geval wordt gebruik gemaakt van een in de opneemopening van het koplichaam te steken, met de kegelver-tanding op de instelhuls in ingrijping te brengen tandkranssleutel.

Bij de genoemde boorkop is de kegelvertanding aan het voorste, aan de 30 zijde van het werktuig gelegen uiteinde van de instelhuls aanwezig,

De opneemopening voor de tandkranssleutel bevindt zich dienovereenkomstig in het voorste gebied van het koplichaam. Zowel de kegelvertanding alsook de opneemopening zijn derhalve volledig onbeschermd tegen vervuiling 8400334 2 ί· -ί door het optredende boorgruis. Meer in het bijzonder bij werkzaamheden aan het plafond d.w. z. bij een naar boven gerichte boorspil, worden de kegelvertanding en de opneemopening naar korte tijd tenminste gedeeltelijk door het aanwezige, gruis verstopt, zodat geen inbrengen van de 5 tandkranssleutel meer mogelijk is.

De uitvinding stelt zich ten doel een boorkop te verschaffen, welke ongevoelig is voor vervuiling en welke weinig storingen vertoont.

.Volgens· de uitvinding wordt dit verkregen doordat de 10 kegelvertanding op de instelhuls aan de zijde van het apparaat, de opneemopening voor de tandkranssleutel in het koplichaam tussen het apparaat en de instelhuls is aangebracht en de grendelhuls is voorzien van een mantelgebied voor het overdekken van de kegelvertanding en de opneemopening in de positie, waarin de instelhuls rotatievast met het kopli-15 chaam is verbonden.

Door de opstelling volgens de uitvinding van de kegelvertanding aan het achterste, aan de zijde van het apparaat gelegen uiteinde van de instelhuls evenals het overdekken door de grendelhuls worden de kegelvertanding en de opneemopening in het koplichaam beschermd 20 tegen het binnendringen van boorgruis. De tandkranssleutel kan derhalve ook na een lang boorbedrijf zonder problemen met de instelhuls in in-grijping worden gebracht. Door het verschuiven van de grendelhuls in de, de instelhuls ten opzichte van het koplichaam vrijgevende positie, wordt automatisch ook de. opneemopening en de kegelvertanding op de in-25 stelhuls vrijgegeven.

De grendelhuls kan op verschillende wijzen met het koplichaam worden verbonden. Om een aanpassing in kleine trappen van het door de klemwangen gevormde geleidingsgebied aan de schachtdiameter van het op te nemen werktuig mogelijk te maken, verdient het de voorkeur, 30 dat voor het verbinden van de grendelhuls met het koplichaam op de grendelhuls respectievelijk op het koplichaam een inwendige respectievelijk uitwendige vertanding aanwezig is. Een dergelijke vertanding leidt, bovendien tot een compacte opbouw van de boorkop. Functioneel is het voldoende aan één van de beide onderdelen een volledige vertanding aan 35 te brengen, terwijl aan het contra-onderdeel in principe slechts één tand nodig is.

8400334 i -¾ 3

Bij de bekende boorkoppen bestaat tussen de boorkop en het huis van het apparaat een spleet, via welke spleet het boorgruis in de spillegering kan binnendringen. Om dit te vermijden verdient het de voorkeur wanneer de grendelhuls zich in axiale richting over het 5 koplichaam naar het huis van het apparaat uitstrekt. Door het, in axiale richting over het koplichaam naar het huis van het apparaat uitstekende deel van de grendelhuls wordt de spleet tussen de boorkop en het huis van het apparaat afgedekt en wordt het binnendringen van boorgruis in de spillegering in sterke mate tegengegaan.

10 Bij het verstellen van de boorkop met de hand is het mogelijk, dat deze ook de spil kan doen meedraaien. Om dit te vermijden verdient het de voorkeur, dat de grendelhuls in het, buiten het achterste uiteinde van het koplichaam uitstekende gebied is voorzien van met het huis van het apparaat in ingrijping te brengen aanslagen.

15 Deze aanslagen kunnexubigvoorbeeld zijn uitgevoerd als een vertanding of klauwrkoppeling. In principe voldoet als aanslag ook een enkele nok en een overeenkomstige uitsparing in het contra-onderdeel. Een dergelijke constructie maakt echter binnen één omwenteling van de boorspil slechts één arreteerpositie mogelijk.

20 De aanslagen op de grendelhuls kunnen op verschillende wijze, bijvoorbeeld als radiaal verstelbare grendels zijn uitgevoerd.

Voor een eenvoudige hantering verdient het evenwel de voorkeur, dat de aanslagen door een axiale verschuiving van de grendelhuls met het huis van het apparaat in ingrijping kunnen worden gebracht. Het verbinden van 25 de grendelhuls met het huis van het apparaat respectievelijk de blokkering van de boorspil voor het verstellen van de boorkop geschiedt derhalve op de wijze van een schakelkoppeling. Door een geschikte uitvoering van de aanslagen kan het mogelijk gemaakt worden, dat de blokkering bij het in bedrijf nemen van het apparaat automatisch wordt opgeheven.

30 Om de verschuivingsweg van de grendelhuls binnen gren zen te houden en een geringe lengte van de boorkop mogelijk te maken, verdient het de voorkeur, dat de grendelhuls is voorzien van een met de opneemopening in het koplichaam ter dekking te brengen, voor het doorlaten van de tandkranssleutel dienende opening. Door een dergelijke van een 35 opening voorziene grendelhuls wordt bij beïnvloeding van de boorkop door middel van een tandkranssleutel de kegelvertanding op de instel- 84 0 Q 3 3 4 ♦ » 4 huls afgedekt, zodat letsel van de bedienende persoon door de kegelver-tanding en een..beschadiging van.de kegelvertanding wordt verhinderd.

De grendelhuls moet enerzijds met het koplichaam en anderzijds met de instelhuls in ingrijping worden gebracht. Bovendien 5 dient de grendelhuls de opneemopening en de kegelvertanding te overdekken respectievelijk vrij te geven. Om al deze functies te vervullen en desondanks een axiaal gedrongen constructie mogelijk te maken, verdient het de voorkeur, dat de grendelhuls voor een verbinding van het koplichaam door rotatie met de instelhuls is voorzien van een axiaal ver-10 schuifbare, met vertandingen op de grendelhuls in ingrijping te brengen L'^artelhuls”. De grendelhuls is derhalve in de praktijk uitgevoerd in twee delen, waarbij de beide delen ten opzichte van elkaar in axiale richting kunnen worden verschoven. Door een verschuiving in axiale richting kunnen de beide delen met elkaar in ingrijping worden gebracht. 15 Bij de overdracht van de slagenergie naar het werktuig wordt een deel van deze slagenergie omgezet in warmte. Deze warmte leidt na een tijd tot een aanmerkelijke verhoging van de temperatuur van de boorkop,· zodat deze praktisch niet meer zonder handscheoenen kan worden aangepakt. Om ook na een lang bedrijf de verstelling van de boor-20 kop zonder handschoenen mogelijk te maken, verdient het derhalve de voorkeur, dat de grendelhuls uit een thermisch bestendig, slecht warmte-geleidend materiaal bestaat. Als thermische bestendige materialen komen meer in het bijzonder verschillende kunststoffen in aanmerking.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht 25 onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont:

Fig. 1 een boorkop volgens de uitvinding in de werkzame stand, fig. 2 de boorkop volgens fig. 1 in de ontgrendelde stand, 30 fig. 3 een verdere uitvoeringsvorm van een boorkop volgens de uitvinding in de werkzame stand, fig. 4 de boorkop volgens fig. 3 in de ontgrendelde stand, fig. 5 een derde uitvoeringsvorm van een boorkop vol-35 gens de uitvinding in de werkzame stand, en fig. 6 de boorkop volgens fig. 5 in de ontgrendelde 8400334 0r ♦ 5 stand.

In de fig. 1 en 2 ziet men'het aan de zijde van kop legen uiteinde van het huis 1 van een apparaat. In het huis 1 van het apparaat is een in zijn totaal met 2 aangeduide geleidingsbuis via een 5 leger 3. roteerbaar gelegerd. De geleidingsbuis 2 is in het, in axiale richting buiten het huis 1 van het apparaat uitstekende gebied daarvan voorzien van een uitwendige schroefdraad 2a. In de geleidingsbuis 2 is een slagstempel 4 in axiale richting verschuifbaar gelegerd. Een in zijn totaal met 5 aangeduid koplichaam is via de uitwendige schroef-10 draad 2a rotatievast en in axiale richting niet verschuifbaar met de geleidingsbuis 2 verbonden. Het koplichaam 5 bestaat om vervaardigings-technische redenen uit een buisdeel Sa en een daarmede verbonden flens— deel Sb. Het buisdeel 5a en het flensdeel Sb zijn door middel van een schroef 6 rotatievast en in axiale richting onverschuifbaar met elkaar 15 verbonden. Het leger 3 wordt in het huis 1 van het apparaat door middel van een beveiligingsring 7 tegen een axiale verschuiving geborgd. Een in zijn totaal met 8 aangeduide instelhuls is roteerbaar op het buisdeel 5a gelegerd. De instelhuls 8 is aan het aan de zijde van het apparaat gelegen uiteinde daarvan voorzien van een kegel ver tending 8a. De kegel-20 vertanding 8a dient voor het verstellen van de instelhuls 8 door middel van een op zichzelf bekende, niet weergegeven tandkranssleutel, die in een opneemopening 5c van het koplichaam 5 wordt gestoken. Het koplichaam 5 is aan het voorste uiteinde daarvan voorzien van in axiale richting verlopende spleten 5d voor het opnemen van klemwangen.9. De klemwangen 9 25 worden door middel van een ringveer 10 radiaal naar buiten tegen· een kegelhuls 11 gedrukt. De kegelhuls 11 is via een schroefdraad 8b met de instelhuls 8 verbonden. Bij een rotatie van de instelhuls 8 wordt de kegelhuls 11 in axiale richting verschoven en worden de klemwangen 9 daardoor in radiale richting versteld. Een meeroteren van de kegelhuls 30 11 met de instelhuls- 8 wordt verhinderd door de zowel met het koplichaam 5 alsook met de kegelhuls 11 in ingrijping staande klemwangen 9. Het flensdeel 5b evenals het van de kegelvertanding 8a voorziene deel van de instelhuls 8 worden door- een axiaal verschuifbare, in zijn totaal met 12 aangeduide grendelhuls omgeven. De grendelhuls 12 bezit aan de hinnen-35 zijde daarvan een vertanding 12a, die continu met een uitwendige vertanding 8c op de instelhuls 8 in ingrijping is.

8400334 9 'Φ 6

In de in fig. 1 afgebeelde stand is de grendelhuls 12 bovendien in ingrijping met een uitwendige vertanding 5e op het kopli-chaam 5. In deze stand zijn derhalve de instelhuls 8 en het koplichaam 5 via. de grendelhuls 12 rotatievast met elkaar verbonden. Een verstellen S van de boorkop is in deze stand derhalve ónmogelijk* De grendelhuls bezit bovendien aan het aan de zijde van het apparaat gelegen uiteinde daarvan een mantelgebied 12b,' dat in de in fig. 1 afgebeelde stand de opneemopening 5c in het koplichaam evenals de kegelvertanding 8a op de instelhuls 8 afdekt en derhalve tegen vervuiling door boorgruis beschermt. 10 Een onbeoogd verschuiven van de grendelhuls 12 wordt door aan beide zijden van de uitwendige vertanding 5e op het koplichaam aangebrachte nokken 12c, 12d verhinderd. De grendelhuls 12 steekt buiten het achterste uiteinde van het koplichaam 5 uit, zodat de tussen de boorkop en het huis 1 van het apparaat aanwezige spleet wordt afgedekt en een binnen-15 dringen van boorgruis in het leger 3 in sterke mate wordt tegengegaan.

Voor het verstellen van de boorkop wordt de grendelhuls 12 vanaf het huis 1 van het apparaat in de in fig. 2 afgebeelde stand geschoven. Daarbij moet de vasthoudkracht van de nok 12d worden overwonnen. De nok 12c begrenst de voorste eindstand van de grendelhuls 12. In 20 deze stand wordt de opneemopening 5c in het koplichaam 5 evenals de kegelvertanding 8a op de instelhuls 8 vrijgegeven en het insteken van een op zichzelf bekende, niet afgebeelde tandkranssleutel mogelijk gemaakt. Na het verstellen van de klemwangen 9 op de juiste diameter wordt de grendelhuls 12 weer in de in fig. 1 afgebeelde stand teruggeschoven.

25 Bij de overdracht van de slagenergie uit de slagstempel 4 naar het werktuig wordt een deel van deze slagenergie omgezet in warmte, hetgeen na een tijd tot een verhoging van de temperatuur van de boorkop leidt.

Om ook bij een lang klopboorbedrijf een verstellen van de boorkop moge-lijk: te maken, wordt derhalve de grendelhuls 12 bij voorkeur vervaar-30 digd uit een thermisch bestendig, slecht warmtegeleidend materiaal. Daardoor· kan de boorkop ook na lang bedrijf zonder handschoenen worden aahgepakt en worden bediend.

In de fig. 3 en 4 vindt men een verdere uitvoeringsvorm van een boorkop volgens de uitvinding. De figuren tonen een deel 35 van een in zijn totaal, met 21 aangeduid huis van een apparaat, dat. van een uitwendige vertanding 21a is voorzien. In het huis 21 van het appa- 8400334 ¢- * 7 raat is een in zijn totaal met 22 aangeduide geleidingsbuis via een leger 23 roteerbaar gelegerd. De geleidingsbuis 22 is in het buiten het huis 21 van het apparaat uitstekende gebied daarvan eveneens voorzien van een uitwendige schroefdraad 22a. In de geleidingsbuis 22 is een 5 slagstempel 24 in axiale richting verschuifbaar gelegerd. De geleidingsbuis 22 is via de uitwendige schroefdraad 22a verbonden met een in zijn totaal met 25 aangeduid kopii'chaam. Het koplichaam bestaat uit een buis-deel 25a en een door middel van een schroef 26 daarmede verbonden flensdeel 25b. Het leger 23 wordt door middel van een borgring 27 in het 10 huis 21 van het apparaat geborgd. Het koplichaam 25 is voorzien van een opneemopening 25c voor een niet weergegeven tandkranssleutel. Een in zijn totaal met 28 aangeduide instelhuls is in axiale richting onver-schuifbaar doch roteerbaar met het koplichaam 25 verbonden. De instelhuls 28 bezit aan het achterste, naar het huis 21 van het apparaat ge-15 richte uiteinde daarvan een kegelvertanding 23a voor de tandkranssleutel. Het koplichaam 25 is aan het voorste uiteinde daarvan voorzien van in axiale richting verlopende spleten 25d voor het opnemen van de klem-wangen 29. De klemwangen 29 worden door middel van een ringveer 30 radiaal naar buiten tegen een kegelhuls 31 gedrukt. De kegelhuls 31 is 20 via een schroefdraad 28b met de instelhuls 28 in ingrijping. Bij een roteren van de instelhuls 28 wordt de kegelhuls 31 derhalve in axiale richting verschoven. Een meedraaien van de kegelhuls 31 met de instelhuls 28 wordt daarbij door de gelijktijdig met het koplichaam 25 en de kegelhuls 31 in ingrijping zijnde klemwangen 29 verhinderd. Het flensdeel 25b 25 evenals de instelhuls 28 zijn door een axiaal verschuifbare, in zijn totaal met 32 aangeduide grendelhuls omgeven. De grendelhuls 32 bezit aan de binnenzijde daarvan een ver tending 32a, welke in de in fig. 3 af geheelde stand met een overeenkomstige uitwendige vertanding 28c qd de instelhuls 28 en met een vertanding 25e op het koplichaam 25 in in-30 grijping is. De grendelhuls 32 bezit verder een mantelgebiéd 32b voor het overdekken van de opneemopening 25c en de kegelvertanding 28a in de in fig. 3 afgebeelde stand. Een nok 32c verhindert een onbeoogde verschuiving van de grendelhuls 32. De grendelhuls 32 bezit verder een met de opneemopening 25c in het koplichaam 25 ter dekking brengen opening 32f 35 voor een tandkranssleutel. Het achterste buiten het koplichaam 25 uitstekende uiteinde van de grendelhuls 32 is voorzien van aanslagen 32a, 8400334 ' C * 8 welke met de uitwendige vertanding 21a van het huis 21 van het apparaat in ingrijping kunnen worden gebracht. Door dit buiten het achterste uiteinde van het koplichaam 25 aan de zijde van het apparaat uitstekende deel van de grendelhuls 32 wordt de tussen de boorkop en het huis 21 van 5 het apparaat aanwezige spleet overdekt en wordt een binnendringen van boorgruis in het leger 23 derhalve in sterke mate verhinderd.

In de in fig. 3 weergegeven stand wordt een rotatie van de instelhuls 28 ten opzichte van het koplichaam 25 door de grendelhuls 32 verhinderd. Bij het terugschuiven van de grendelhuls 32 konrt 10 deze buiten ingreep met de buitenvertanding 28c op de instelhuls 28, zodat de instelhuls 28 vrij' roteerbaar wordt. Bij een verder terugschuiven van de grendelhuls 32 in de in fig. 4 af geheelde stand wordt door de opening 32f de kegelvertanding 28a evenals de opneemopneing 25c vrijgegeven, zodat het insteken van een tandkranssleutel mogelijk wordt. Tege-15 lijkertijd komen de aanslagen 32e met de buitenvertanding 21a in ingrijping, zodat de boorspil tegen rotatie wordt geborgd. Een dergelijke rotatie-arretering vergemakkelijkt het bedienen van de boorkop.

In de in fig. 3 afgebeelde stand wordt de opening 32f in de grendelhuls 32 door een op de- instelhuls 28 geperste beschermingshuls 33 afgedekt.

20 De beschermingshuls 33 dekt ook de buitenvertanding 28c op de instelhuls 28 af, zodat de instelhuls 28 in de in fig. 4 afgebeelde stand van de grendelhuls 32 zonder problemen met de hand kan worden versteld. Om de reeds genoemde redenen van de'hogere temperatuur verdient het de voorkeur, dat zowel de grendelhuls 32 alsook de beschermingshuls 33 uit een 25 thermisch bestendig, slecht warmtegeleidend materiaal, meer in het bijzonder uit kunststof bestaat.

De in de fig. 5 en 6 afgebeelde uitvoeringsvorm toont eveneens een in zijn geheel met 41 aangeduid huis van een apparaat met een via een leger 43 daarin gelegerde, in zijn geheel met 42 aangedui-30 de geleidingsbuis. De geleidingsbuis 42 bezit in het buiten het huis 41 van het apparaat uitstekende gebied daarvan een uitwendige schroefdraad 42a. In de geleidingsbuis 42 is een slagstempel 44 in axiale richting verschuifbaar gelegerd. Een in zijn geheel met 45 aangeduid koplichaam is via de uitwendige schroefdraad 42a rotatievast en in axiale rich-35 ting niet verschuifbaar met de geleidingsbuis 42 verbonden. Het koplichaam 45 bestaat weer om vervaardigingstechnische redenen uit een buis- 8400334 9 deel 45a en een daarmede verbonden flensdeel 45b. Het buisdeel 45a en het flensdeel 45b zijn door middel van een schroef 46 rotatievast en in axiale richting onverschuifbaar met elkaar verbonden. Een in zijn geheel met 48 aangeduide instelhuls is roteerbaar op het buisdeel 45a 5 gelegerd. De instelhuls 48 is aan het achterste uiteinde daarvan voorzien van een Jcegelvertanding 48a, welke tezamen met een opneemopening 45c in het kop lichaam 45 voor het verstellen van de boorkop met behulp van een op zichzelf bekende, niet weergegeven tandkranssleutel dient.

Het koplichaam 45 bezit aan het voorste uiteinde daarvan in axiale rich-10 ting verlopende spleten 45d voor het opnemen van klemwangen 49. De klemwangen 49 worden door middel van een ringveer 50 radiaal naar buiten tegen een kegelhuls 51 gedrukt. De kegeihuls 51 is via een schroefdraad 48b met de instelhuls 8 verbonden.

Bij een rotatie van de instelhuls 48 wordt de kegel-15 huls 51 in axiale richting verschoven en worden de klemwangen 49 daardoor in radiale richting versteld. Het flensdeel 45b evenals het van de kegelvertanding 48a voorziene deel van de instelhuls 48 worden door een axiaal verschuifbare, in zijn geheel met 52 aangeduide grendelhuls omgeven. De grendelhuls 52 is via een in een gleuf 52g stekende pen 53 ro-20 tatievast met het koplichaam 45 verbonden. De grendelhuls 52 bezit een met de opneemopening 45c ter dekking te brengen opening 52f voor het laten passeren van een tandkranssleutel. De grendelhuls 52 is verder voorzien van een ten opzichte daarvan axiaal verschuifbare, in zijn geheel met 54 aangeduide wartelhuls. De wartelhuls 54 bezit een ver-25 tending 54a, die continu in ingrijping is met een uitwendige vertanding 48c van de instelhuls 48. De wartelhuls 54 is verder voorzien van een mantelgebied 54b, dat in de in fig. 5 afgeheelde stand de opneemopening 45c, de kegelvertanding 48a en de opening 52f overdekt. Het achterste uiteinde van de wartelhuls 54 bezit eveneens een vertanding 54c, die 30 met een vertanding 52a op de grendelhuls 52 in ingrijping kan worden gebracht. De wartelhuls 54 en de grendelhuls 52 worden door een druk-veer 55 ten opzichte van elkaar gespannen. Een borgring 56 begrenst de axiale verschuivingsweg van de wartelhuls 54. In fig. 5 wordt een onbeoogd verschuiven van de wartelhuls 54 door een nok 54d verhinderd. Een 35 verdere nok 54e houdt de wartelhuls 54 na het naar voren schuiven tegen de kracht van de drukveer 55 in, in de in fig. 6 aangegeven stand.

8400334 10

Het achterste uiteinde van de grendelhuls 52 is- voorzien van aanslagen 52e, welke met koppelingsklauwen 41a aan het huis 41 van het apparaat in ingrijping kunnen worden gebracht. In de in fig.

5 afgebeelde stand is de instelhuls 48 via de wartelhuls 54 en de gren-5 delhuls 52 en de pen 13 met het koplichaam 45 rotatievast verbonden. Een rotatie van de instelhuls 48 ten opzichte van het koplichaam 45 en derhalve ook een radiale verstelling van de klemwangen 49 wordt in deze stand verhinderd. De wartelhuls 54 wordt door middel van de nok 54d op de instelhuls 48 in axiale richting gefixeerd om een ongewenste, ver-110 schuiving van de wartelhuls 54 respectievelijk de grendelhuls 52 tijdens het boren te vermijden.

In fig. 6 is de wartelhuls 54 tegen de kracht van de drukveer 55 in naar voren getrokken. Daarbij komt de vertanding 54c buiten ingrijping met de vertanding 52a op de grendelhuls 52. De ver-15 tanding 54a blijft daarentegen in ingrijping met de buitenvertanding 48c op de instelhuls 48. Door het naar voren schuiven van de wartelhuls 54 wordt de grendelhuls 52 eveneens over een afstand naar voren geschoven. Daarbij komen de aanslagen 52e op de grendelhuls 52 in ingrijping met de koppelingsklauwen 41a op het huis 41 van het apparaat. Derhal-20 ve wordt bij de rotatie van de instelhuls 48 een meedraaien van het koplichaam 45 door de pen 53 verhinderd. Bij de axiale verschuiving van de grendelhuls 52 wordt bovendien de opening 52f met de opneemopening 45c in het koplichaam 45 ter dekking gebracht en wordt het insteken van een tandkranssleutel voor het roteren van de instelhuls 48 moge-25 lijk gemaakt. De wartelhuls 54 wordt door de nok 54e in de in fig. 6 afgebeelde stand gehouden. Na het instellen van de gewenste diameter wordt de wartelhuls 54 en daardoor ook de grendelhuls 52 weer in de in fig. 5 afgebeelde stand teruggebracht en wordt de ingestelde diameter derhalve gefixeerd.

8400334

Claims (8)

1. Boorkop voor handapparaten, zoals klopboormachines, boorhamers en dergelijke, voor het opnemen van werktuigen, voorzien van tenminste twee in een koplichaam radiaal verschuifbaar gelegerde klemwangen, die door middel van een ten opzichte van het koplichaam 5 roteerbare instelhuls op de betreffende diameter van de op te nemen werktuigschacht kunnen worden ingesteld, waarbij de instelhuls aan de kopzijde is voorzien van een kegelvertanding voor ingrijping van een in een opneemopening in het koplichaam te steken tandkranssleutel en via een in axiale richting verschuifbare grendelhuls rotatievast met 10 het koplichaam kan worden verbonden, met het kenmerk, dat de kegelvertanding (8a, 28a, 48a) op de instelhuls (8, 28, 48) aan de zijde van het apparaat, de opneemopening (Sc, 25c, 45c) voor de tandkranssleutel ' in het koplichaam (5, 25, 45) tussen het apparaat en de instelhuls (8, 28, 48) is aangebracht en de grendelhuls (12, 32, 52) een mantel-15 gebied (12b, 32b, 54b) voor het overdekken van de kegelvertanding (8a, 28a, 48a) en de opneemopening (5c, 25c, 45c) in de, de instelhuls (8, 28, 48) rotatievast met het koplichaam (5, 25, 45) verbindende stand bezit.

2. Boorkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 voor het verbinden van de grendelhuls (12, 32) met het koplichaam (5, 25. op de grendelhuls (12, 32) respectievelijk op het koplichaam (5, 25) een inwendige respectievelijk uitwendige vertanding (12a, 32a; 5e, 25e) aanwezig is.

3. Boorkop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 25 dat de grendelhuls (12, 32, 52) in de, de instelhuls (8, 28, 48) rotatievast met het koplichaam (5, 25, 45) verbindende stand in axiale richting buiten het koplichaam (5, 25, 45) naar het huis (1, 21, 41) van het apparaat uitsteekt.

4. Boorkop volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 30 grendelhuls (32, 52) in het buiten het achterste uiteinde van het koplichaam (25, 45) uitstekende gebied met het huis (21, 41) van het apparaat in ingrijping te brengen aanslagen (32e, 52e) bezit.

5. Boorkop volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 8400334 ί aanslagen (32e, 52e) door een axiale verschuiving van de grendelhuls (32, 52) met het huis (21, 41) van het apparaat in ingrijping kunnen worden gebracht.·

6. Boorkop volgens een van de conclusies 1 tot 5, met 5 het kenmerk, dat de grendelhuls (32, 52) is voorzien van een met de op-neemopening (25c, 45c) in het koplichaam (25, 45) ter dekking te brengen, voor het laten passeren van de tandkranssleutel dienende opening (32f, 52f).

7. Boorkop volgens een van de conclusies 1 tot 6, met 10 het kenmerk, dat de grendelhuls (52) voor het door rotatie verbinden van het koplichaam (45) met de instelhuls (48) is voorzien van een axiaal verschuifbare, met vertandingen (52a) op de grendelhuls (52) in ingrijping te brengen wartelhuls (54).

8. Boorkop volgens een van de conclusies 1 tot 7, met 15 het kenmerk, dat de grendelhuls (12, 32, 52, 54) uit een thermisch be- .· stendig, slecht warmtegeleidend materiaal bestaat. 4 ► 8400334