NL8203241A - Werkwijze voor het monteren van gordijnwanden en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het monteren van gordijnwanden en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8203241A
NL8203241A NL8203241A NL8203241A NL8203241A NL 8203241 A NL8203241 A NL 8203241A NL 8203241 A NL8203241 A NL 8203241A NL 8203241 A NL8203241 A NL 8203241A NL 8203241 A NL8203241 A NL 8203241A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall element
carriage
auxiliary frame
building
wall
Prior art date
Application number
NL8203241A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190903C (nl
NL190903B (nl
Original Assignee
Gartner & Co J
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gartner & Co J filed Critical Gartner & Co J
Publication of NL8203241A publication Critical patent/NL8203241A/nl
Publication of NL190903B publication Critical patent/NL190903B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190903C publication Critical patent/NL190903C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/88Curtain walls
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/35Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/35Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block
    • E04B1/355Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block characterised by the tilting up of whole buildings or sections thereof, e.g. walls, portal frames
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/14Conveying or assembling building elements
    • E04G21/16Tools or apparatus
    • E04G21/167Tools or apparatus specially adapted for working-up plates, panels or slab shaped building elements
    • E04G21/168Tools or apparatus specially adapted for working-up plates, panels or slab shaped building elements used for tilting, e.g. from horizontal to vertical position or vice versa
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/35Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block
    • E04B2001/3588Extraordinary methods of construction, e.g. lift-slab, jack-block using special lifting or handling devices, e.g. gantries, overhead conveying rails

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
  • Load-Bearing And Curtain Walls (AREA)

Description

A- ' 1.
.· 4
Werkwij ze voor bet monteren van gordijnwanden en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbren-gen van gordijnwanden uit tevoren vervaardigde wandelementen, die met een hefgereedschap aan de buitenzijde van de gordijnwand in vertikale en horizontale richting kunnen worden getransporteerd en op een inrich-5 ting voor het uitvoeren van de werkwijze.
In principe zijn twee verschillende werkwijzen bekend voor het vervaardigen van een gevel uit gordijnwanden. Bij een type gordijnwanden bestaat de totale gordijnwand uit afzonderlijke wandelementen, die de hoogte hebben van een of meer verdiepingen. Deze wandelementen zijn 10 zelfdragend en worden bijvoorbeeld op de verdiepingvloeren van het gebouw bevestigd. De montage van deze wandelementen heeft bijvoorbeeld plaats door middel van een kabellier of een kraan. Daartoe worden de wandelementen aan de buitenzijde van het gebouw omhoog getrokken. Dit is tij drovend en zowel de in te bouwen wandelementen als ook de reeds 15 ingebouwde wandelementen staan bloot aan de mogelijkheid van beschadi-ging. Het omhoogtrekken kan slechts zeer langzaam worden uitgevoerd en door het relatief grote vlak staan de elementen bloot aan windkrach-ten.
Een andere mogelijkheid voor het vervaardigen van een gevel be-20 staat daarin, dat de de beglazing en de gevelpanelen dragende posten en regels direkt op de buitenzijde van het gebouw worden samengevoegd.
Ook dit vraagt zeer veel tijd en vereist bovendien een gondel, die op de buitenwand van het gebouw in alle richtingen verplaatsbaar moet zijn aangebracht.
25 De uitvinding heeft tot doel een warkwijze en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze te verschaffen waarmede de gordijnwand van een gebouw in de kortst mogelijke tijd kan worden vervaardigd en waarbij de uit de windkrachten resulterende gevaren kunnen worden uit-gesloten.
30 Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat elk wandele- ment door een op een verdieping verplaatsbare wagen aan de buitenzijde van het gebouw wordt verplaatst, dat het wandelement in een vertikale stand wordt gebracht en aan het hefwerktuig wordt gehangen en wordt verplaatst en dat het wandelement op bevestigingen aan het gebouw wordt 35 geplaatst. Bij deze werkwijze worden de op het gebouw aan te brengen wandelementen niet vanaf de grond langs de buitenzijde van het gebouw naar boven getrokken, maar de afzonderlijke wandelementen worden 8203241 « i· \ 2 i op verschillende verdiepingen opgeslagen, van waaruit z.Lj dan langs de kortste weg op de buitenzijde van het gebouw kunnen worden gebracht.
Het opslaan van de gordijn of gevelelementen kan reeds worden uitge-voerd als de ruwe werkzaamheden het gebouw nog niet zijn afgesloten.
5 Bij het begin van het eigenlij ke aanbrengen van de gevel is dan het tijdrovende materiaaltransport reeds uitgevoerd.
Volgens een voorkeursuitvoering kan het wandelement op een wagen met een ongeveer horizontaal opligvlak rusten waarbij de vertikale hartlijn van het element evenwijdig loopt met de langshartlijn van de 10 wagen. Daarbij kan het element ongeveer voor de helft buiten de wagen uitsteken, met zijn middenhartlijn op de wagen scharnierend zijn beves-tigd, de wagen kan op de buitenzijde van het gebouw worden verplaatst, waarna het element uit zijn horizontale stand in een vertikale stand wordt gezwenkt, opdat het dan aan het hefgereedschap worden gehangen, 15 om na het losnemen van de wagen naar zijn bevestigingsplaats te worden verplaatst. Daarbij kan het scharnierend verbinden van dit wandelement op de wagen door een snelsluiting plaats hebben, en het omhoogzwenken van het element in zijn vertikale stand kan door een hydraulische ci-linder plaats hebben. Door dit type transport van het wandelement voor 20 de buitenzijde van het gebouw wordt verhinderd, dat het element binnen het gebouw kan worden beschadigd. Door de speciale stand van het wandelement op de wagen worden de krachten, die voor het omhoog zwenken van het element in de vertikale stand noodzakelijk zijn, klein gehouden. Omdat na het losnemen van het element van de wagen slechts nog korte 25 afstanden moeten worden afgelegd, kan de geleiding van het element van-af de buitenzijde van het gebouw door de monteurs met de hand binnen de balustrade van de afzonderlijke verdieping worden uitgevoerd.
Een verdere de voorkeur hebbende werkwijze heeft het kenmerk, dat het wandelement door een arm van een wagen wordt opgenomen, waarbij de 30 vertikale hartlijn van het element horizontaal verloopt, dat het element op de wagen in een ongeveer horizontale stand wordt gezwenkt, dat de wagen tot tegen de buitenzijde van het gebouw wordt verplaatst, tot het element zich voor de buitenzijde van het gebouw bevindt, dat het element in een vertikale stand wordt gezwenkt en naar de arm wordt ge-35 draald tot de vertikale hartlijn van het element een vertikale stand inneemt, dat het element op het hefgereedschap wordt gehangen, aanslui-tend van de arm wordt losgemaakt en naar zijn bevestigingsplaats wordt verplaatst. Bij deze werkwijze wordt een wandelement, dat bijvoorbeeld op de verdiepingvloer ligt door de arm van een wagen opgenomen. Opdat 40 de afmetingen van de arm betrekkelijk kort kunnen worden gehouden be- 8203241 3 * ' vindt de vertikale hartlijn van bat element zich daarbij loodrecht op de hartlijn van de arm. Opdat het wandelement uit het gebouw kan worden verplaatst wordt het in een ongeveer horizontale stand gezwaaid, zodat het over de op de verdiepingranden aangebrachte balustrade kan worden 5 gebracht. Zodra het wandelement uit het gebouw uitsteekt wordt het zo-ver gezwenkt dat het vlak van het wandelement evenwijdig met de buiten-zijde van het gebouw verloopt. Aansluitend wordt het wandelement op de arm over 90° gedraaid tot de langsschakeling van het element een vertikale stand inneemt. Na het aanhangen van het wandelement op het hefge-10 reedschap en na het lossen van het wandelement van de arm kan het element naar zijn plaats worden verplaatst en aldaar worden bevestigd.
Bij voorkeur heeft het zwenken van de wandelementen op de arm van de wagen via vloeistofcilinders plaats. Het hefgereedschap waarmede de wandelementen aan de buitenzijde van het gebouw kunnen worden ver-15 plaatst, bestaat bij voorkeur uit een loopkat met een rail, die een of twee verdiepingen boven de verdieping is gemonteerd waar de wandelementen zijn ingehangen.
0m de warkwijze voor het monteren van een gordijnwand verder te vereenvoudigen, te versnellen en goedkoop te maken, bestaat elk wand-20 element bij voorkeur uit een post-regelconstructie, waarbij de posten en de regels op een verdieping op een hulpgestel tot transportabele eenheden worden voorgemonteerd. Daarbij worden slechts de posten op het hulpgestel bevestigd. Bij deze werkwijze kunnen dus de voordelen van de post-regelconstructie met de voordelen van het bouwen met elementen' 25 worden verenigd. Op de bouwplaats worden de posten en regels in hun be-treffende lengte-afmetingen geleverd. Terwijl nog aan de ruwe bouw wordt gewerkf, kunnen reeds de posten en regels op geschikte verdiepingen worden opgeslagen. De posten en regels worden dan niet op de buitenzijde van het gebouw samengevoegd, maar worden in een voor de mon-30 teur gemakkelijke stand binnen een verdieping samengevoegd. Opdat deze gemonteerde eenheid bij het transport naar de bestemmingsplaats niet uit elkaar valt, worden de posten op het hulpgestel vastgesehroefd. Daarna wordt het aidus voorvervaardigde wandelement met het hulpgestel samen naar de plaats van bestemming ervan getransporteerd. Het trans-35 port op de buitenzijde van het gebouw kan daarbij worden uitgevoerd via de wagen met horizontaal, zwenkbaar oplegvlak of via de hydraulische wagen met de arm, Als het voorvervaardigde wandelement op de buitenzijde van het gebouw aanwezig is, wordt het hulpgestel opgehangen aan de haak van de loopkat. Na het verplaatsen van het wandelement naar zijn 40 bestemmingsplaats en de bevestiging van de post bijvoorbeeld op de 8203241 * " 4 vloer van de verdieping, wordt het hulpgestel van de post losgemaakt en door middel van de loopkat van het wandelement verwijderd en terug naar de verdieping getransporteerd, waarop de voormontage wordt uitgevoerd.
Als het naar buiten brengen van het voorgemonteerde wandelement 5 door de van de scharnierbare bevestiging voorziene wagen plaats heeft, kan de montage van het wandelement worden uitgevoerd op een tafel. De tafel of het gestel, waarop het monteren wordt uitgevoerd, en de boven-zijde van de wagen kunnen van rollen zijn voorzien, waarop het tevoren vervaardigde wandelement gemakkelijk kan worden overgebracht respectie-10 velijk in zijn zwenkstand kan worden gebracht. Voor het omhoogzwenken van het wandelement wordt het hulpgestel scharnierend op de tafel aan-gebracht. Na het aanhangen van het wandelement op de loopkat wordt de vergrendeling gelost en het element kan worden verplaatst. Na het be-vestigen van het wandelement op de verdiepingvloer wordt het hulpgestel 15 opnieuw naar de tafel gescharnierd, in zijn horizontale stand gebracht, naar de montagetafel teruggevoerd en vanaf de wagen op de montagetafel gerold.
Als een tevoren vervaardigd wandelement met de wagen met de arm moet worden verplaatst, is op het hulpgestel een kogeldraaikrans aange-20 bracht, waarvan het midden ongeveer samenvalt met het zwaartepunt van het voorvervaardigde wandelement. Op deze kogelkrans wordt op een schild het einde van de arm bevestigd, het wandelement kan worden gehe-ven en in een horizontale stand worden gezwenkt om aansluitend tot voor de buitenzijde van het gebouw te worden getransporteerd. Daar wordt het 25 schild op de arm zover gezwenkt, dat het wandelement een ten opzichte van het gevelvlak van het gebouw evenwijdige stand inneemt. Ctodat daar-bij echter de langshartlijn van het element nog een horizontale stand inneemt, moet het element over 90° in zijn vertikale stand worden ge-draaid. Dan wordt het op de loopkat gehangen, de arm wordt van de 30 draaikrans van het gestel losgemaakt en het wandelement kan naar zijn bestemmingsplaats worden verplaatst en daar worden bevestigd. Daarna wordt het hulpgestel van de post losgemaakt, door de loopkat terugge-transporteerd, tot het opnieuw kan worden bevestigd aan de arm of door de monteurs met de hand in de verdieping kan worden getrokken. Daarna 35 kan een verder wandelement op het hulpgestel worden voorgemonteerd en door de wagen aan de buitenzijde van het gebouw worden getransporteerd. Omdat het zwaartepunt van het voorgemonteerde wandelement ongeveer samenvalt met het middelpunt van de draaikrans, kan de draaiing over 90° van het wandelement voor de buitenzijde van het gebouw bij-40 voorbeeld met de hand plaats hebben, omdat daarvoor geen grote krachten 8203241 κ ^ ' 5 ' behoeven te worden uitgeoefend.
Bij voorkeur bestaat de inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze uit een montagetafel voor het samenstellen van een wandelement uit een wagen voor het transporteren van het wandelement vanaf de tafel 5 tot aan de buitenzijde van het gebouw, en uit een op een daar boven liggende verdieping aangebrachte loopkat met een rail. Voor het gemak-kelijk verschuiven van het tevoren vervaardigde element op de tafel respectieveiljk op de wagen kan de bovenzijde ervan van de rollen zijn voorzien. De zwenkbeweging van het element op de wagen kan via een hy-10 draulische cilinder plaats hebben, waarvan de zuiger scharnierend is verbonden met een zwenkbaar het hulpgestel met het wandelement vasthou-dend gestel.
Volgens een verdere de voorkeur hebbende uitvoering kan de inrichting bestaan uit een voertuig met een arm voor het opnemen en verplaat-15 sen van de wandelementen en uit een op een daarboven liggende verdieping aangebrachte loopkat met een rail. De zwenkbewegingen van de ge-velelementen op de arm hebben bij voorkeur plaats via hydraulische een-heden.
Het hulpgestel is bij voorkeur rechthoekig uitgevoerd en bestaat 20 bijvoorbeeld uit aan elkaar gelaste profielen. Omdat de regels op de posten worden gestoken is het voldoende slechts de posten op het hulpgestel te bevestigen, De regels en de andere gordijnelementen (begla-zing, panelen) worden door de posten vastgehouden.
Bij voorkeur is op het bovenste dwarsorgaan van het hulpgestel een 25 transportoog aanwezig, dat in de richting van de post kan zijn omgebo-gen opdat het voorgemonteerde wandelement vertikaal aan het hefgereed-schap hangt.
Aan de hand van een tekening, waarin een aantal uitvoeringsvoor-beelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hiema nader besproken.
30 Fig. 1 toont in vooraanzicht een deel van een gordijnwand van een gebouw.
Fig. 2 toont een doorsnede over enige verdiepingen van het gebouw met de inrichtingen voor het uitvoeren van een eerste werkwijze.
Fig. 3 toont in vooraanzicht een gedeeltelijk weergegeven gordijn-35 wand met een aan te brengen wandelement.
Fig. 4 tot 8 tonen verschillende fasen van de werkwijze volgens fig. 2.
Fig. 9 toont in voorzicht een montagegestel met een voorgemonteerd wandelement.
40 Fig, 10 toont een doorsnede over een aantal verdiepingen van een 8203241 6 gebouw met een tweede uitvoeringsvorm van de werkwij ze.
Fig. 11 toont in vooraanzicht een gebouw met een in een tussen-stand aanwezig wandelement.
Fig. 1 toont in vooraanzicht een gevel van een gebouw bestaande 5 uit een gordijnwand, die is samengesteld uit wandelementen 10. Elk van de wandelementen 10 bestaat uit een post-regelconstructie en is samengesteld uit middenposten 12, buitenste linker posten 14, buitenste rechter posten 16, middelste regels 18, bovenste regels 20 en onderste regels 22. Het getoonde uitvoeringsvoorbeeld bezit drie middelste pos-10 ten 12 en een middelste regel 18, wat overeenkomt met een oppervlak van het element van ongeveer 3 m breedte en 3,50 m hoogte. De wandelementen 10 zijn binnen het gebouw uit de posten en regels op een hulpgestel sa-mengevoegd en aansluitend op de buitenzijde van het gebouw gebracht en aldaar bevestigd, 15 Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede door het van een gordijngevel voorziene gebouw en de inrichtingen die noodzakelijk zijn om de voor-vervaardigde wandelementen op hun plaats van bestemming te brengen. Op een verdiepingvloer 24 is bijvoorbeeld op rails 26 een montagegestel 28 verplaatsbaar aangebracht. Dit montagegestel heeft een hoogte, die een 20 gemakkelijk monteren mogelijk maakt. Aan zijn bovenzijde bezit het montagegestel 28 langsliggers 30, die van rollen 32 zijn voorzien. Op deze rollen 32 ligt een hulpgestel 34, waarop een wandelement moet worden voorgemonteerd. Aan zijn bovenste einde 36 is het hulpgestel 34 onder een hoek aangebracht en van een transportoog 38 voorzien. Dit bovenste 25 einde 36 steekt bij een voorgemonteerd wandelement hierbuiten uit, zo-dat het wandelement, als het op de buitenzijde van het gebouw is gehan-gen, een vertikale stand kan innemen.
Tussen het montagegestel 28 en de buitenzijde van het gebouw be-vindt zich een wagen 40, waarop een tevoren vervaardigd wandelement 10' 30 rust. De wagen 40 bezit een hoogte die overeenkomt met de hoogte van het montagestel 28. Omdat de wagen 40 aan zijn bovenzijde bijvoorbeeld tussen langsliggers 42 van de rollen 44 is voorzien, is het mogelijk, een van posten en regels voorzien hulpgestel vanaf het montagegestel op de wagen te schuiven. Een as 36 van de wagen 40 is scharnierbaar, 35 zodat de wagen goed naar de buitenzijde van het gebouw manoeuvreerbaar is. Aan zijn achterste naar de buitenzijde van het gebouw gerichte einde bezit de wagen 40 een grendelorgaan 48, waaraan het wandelement 10* via zijn hulpgestel 34' schamierend kan worden verbonden. Een in het onderste deel van de wagen 40 scharnierend aangebrachte zuigercilinder-40 eenheid 50 is met zijn zuiger 42 op een gestel 53 scharnierend aange- 8203241 -.,::¾jfjiL-^·:ρ Jiui-. Λί.., -:·;:·=- '=, :. ...,.p...., n -.-- _________________________.. ... ....... ________________________________________________________________ 7 bracht. Onder de liggers 42 van de wagen 40 strekt zLch een bescher-mingsbalustrade 54 uit, die gedurende het bevestigen van een wandelement niet meet worden weggenomen.
Op de vloer 56, dat wil zeggen op de vloer van de daarboven lig-5 gende verdieping is een loopkat 58 met een rail aangebracbt. Deze loop-kat is loodrecht op het vlak van tekening verplaatsbaar. Na. het vast-zetten van de achterste as 60 van de wagen 40 wordt de zuigercilinder-eenheid 50 bekrachtigd en het gestel 53 naar een vertikale stand ge-zwaaid. Tegelijkertijd hiermee wordt eveneens het gevelelement 10’ met 10 zijn hulpgestel 341 in de vertikale stand gezwenkt, omdat het hulpge-stel 341 op het gestel 53 ligt. Als het gevelelement 10’ de vertikale stand heeft ingenomen, wordt de haak 62 van de loopkat met een rail 68 aan het transportoog 38' opgehangen. Nu wordt de vergrendeling 48 van de wagen 40 gelost, het element 10' met zijn hulpgestel 34' wordt ge-15 makkelijk naar buiten toe gedrukt en zijdelings naar de betreffende op-hangplaats gebracht. Daarbij kan de geleiding van het wandelement 10* door de monteurs binnen de balustrade worden overgenomen.
Fig. 3 toont in vooraanzicht een gebouw met reeds aangebrachte wandelementen 10 en een wandelement 10' dat aan de loopkat 18 is opge-20 hangen en bijvoorbeeld naar links en naar beneden moet worden ver-plaatst, tot het zijn stand aanliggen tegen het naastliggende respec-tievelijk onderliggende wandlement 10 heeft ingenomen. Met stippellij-nen zijn een ligger 64 en een schoor 66 van het hulpgestel 34' aangege-ven. Op de ligger 64 en een niet zichtbare onderste ligger zijn slechts 25 de posten 12, 14 en 16 van het wandelement bevestigd. De regels zijn niet op het hulpgestel vastgeschroefd, omdat zij door de posten worden gegrepen en daardoor hun stand stabiel is.
Fig. 4 toont een doorsnede door het gebouw overeenkomstig fig. 2 met het wandelement 10', dat met behulp van de loopkat 58 zowel in ho-30 rizontale als in vertikale stand is verplaatst. Het wandelement 10' is nog aan het hulpgestel 34 bevestigd.
Fig. 5 toont op groter schaal de tussenstand van het wandelement 10', die ongeveer met fig. 4 overeenkomt.
Fig. 6 toont het wandelement 101', waarvan de posten zijn bevestigd 35 op een verdiepingvloer 68. Het hulpgestel 34' is nog met de posten van het wandelement 10' verbonden.
Fig. 7 toont het in de vloer van de verdieping 68 bevestigde wandelement 10', waarvan het hulpgestel 34' is losgemaakt. Het hulpgestel kan nu door de loopkat 58 weer tot de verdieping worden omhooggebracht, 40 waarop de zwenkwagen 40 zich bevindt. Daar kan het hulpgestel 34' weer 8203241 * ♦ , 8 \ op het achterste einde van de zwenkwagen 40 worden vastgezet, vanwaar de loopkat 58 naar beneden hangt, en kan door het intrekken van de zui-ger 24 in de zuigercilindereenheid 50 op de bovenzijde van de zwenkla-gen in de horizontale stand gebracht worden. Na het lossen van het 5 grendelorgaan 48 kan het hulpgestel 34’ op de zwenkwagen 40 worden ge-schoven, om vandaar op het montagegestel 28 te worden gerold. Nu kan het hulpgestel 34' weer van posten, regels, beglazing, en gevelpanelen worden voorzien om een verder tevoren vervaardigd wandelement te vor-men.
10 Fig. 9 toont in vooraanzicht een montagegestel 28, waarop een hulpgestel 70 rust. Met het hulpgestel 70 zijn bijvoorbeeld via schroe-ven middelste posten 12 alsmede een buitenste linkerpost 14 en een bui-tenste rechterpost 16 verbonden. De middelste posten 12 bezitten in dwarsdoorsnede een gesloten profiel, terwijl de buitenste posten 14 15 respectievelijk 16 in dwarsdoorsnede een open profiel bezitten, waarbij de posten in dwarsdoorsnede zo zijn uitgevoerd, dat een buitenste post-deel 14 met een buitenste postdeel 16 van een post een gesloten profiel 70 verschaft. Tussen steeds twee middelste posten 12 zijn regels 18, 20 en 22 aangebracht, waarbij in fig. 9 de onderste regels 22 zichtbaar 20 zijn.
Fig. 10 toont een gebouw in vertikale doorsnede met verdieping-vloeren 74, 76, 78 en 80. Op de verdiepingvloer 76 zijn posten, regels, beglazing, gevelpanelen en afdichtmddelen van een gordijnwand van een gebouwgevel geplaatst, die op een gestel tot wandelementen voorgemon-25 teerd worden. Op de verdiepingvloer 76 is een transportwagen 82 aange-geven, met behulp waarvan de voorgemonteerde wandelementen voor de bui-tenzijde van het gebouw worden getransporteerd, om daar aan een loopkat 84 te worden opgehangen, waardoor zij naar htm plaats van ophanging worden verplaatst.
30 De tussengeplaatste afzonderlijke delen zijn op een hulpgestel 86 tot een wandelement 88 samengesteld. Daarbij zijn eveneens zoals bij de hierboven beschreven werkwijze slechts de vertikale posten van de wandelementen op het hulpgestel vastgeschroefd. Op het hulpgestel 86 is on-geveer in het zwaartepunt van het wandelement 88 een kogeldraaikrans 90 35 met excentrische ophangmogelijkheid aangebracht.
De transportwagen 82 bestaat uit een zwenkbaar rijwerk 92, wielen 94, een op het rijwerk aangebrachte zuil 96, en uit een op de zuil 96 verzwaaibare arm 98. De vertikale verstelling van de arm 98 heeft plaats via een hydraulische zuigercilindereenheid 100. Op het vrije 40 einde van de arm 98 bevindt zich een inrichting waarmee het hulpgestel 8203241 . 'ίντπ-.Ί.Ί?!;^ . . -.·τ>?ί·*£ ME, ι i—' rfi,—.......................::111,,:,1 .-...-.
* . « . .9' 86 via een op de kogeldraaikrans aangebracht schild 102 aan de trans— portwagen 82 wordt bevestigd* Het zwenken van het schild 102 heeft via een zuigercilindereenheid 104 plaats, die zwaaibaar in het einddeel van de arm 98 is aangebracht, 5 Voor het voormonteren van het wandelement 88 wordt het hulpgestel 90 geplaatst en op dit gestel wordt het wandelement samengevoegd en de langsposten met schroeven bevestigd op de dwarsliggers van het gestel 86« Het langere deel van het wandelement loopt daarbij evenwijdig aan de buiten2ij.de van het gebouw. Na de voormontage van het wandelement 10 wordt dit door middel van een draai-inrichting over 180° gedraaid, zodat het hulpgestel boven is en de kogeldraaikrans 90 met het schild 102 met de arm 98 van de transportwagen 82 kan worden verbonden. Opdat het wandelement tussen de verdiepingvloeren 74 en 76 en over het aan de buitenzijde van de verdiepingvloer 76 aanwezige beschermingsrooster 106 15 kan worden verplaatst, wordt de zuiger van zuigercilindereenheid 104 in de cilinder getrokken, tot het wandelement 88 nagenoeg horizontaal ligt. In deze stand loopt de transportwagen 82 in de richting van de buitenzijde van het gebouw waardoor het wandelement 88 via de balustrade naar buiten wordt gebracht, zodat het zwenken door middel de hydro-20 cilinder 104 in het vertikale vlak mogelijk is. Nu wordt het element met de hand over de kogeldraaikrans 90 over 90° gedraaid, zodat de pos-ten van het wandelement 88 een vertikale stand innemen. In deze stand kan het element 88 aan de daarboven hangende loopkat 84 aan het hulpgestel 86 worden gehangen. Daarna worden de arm 98 en de zwenkcilinder 25 104 door het schild 102 van de draaikrans 90 gelost en de transportwa gen wordt teruggevoerd. Het wandelement 88 hangt nu via zijn hulpgestel 86 aan de loopkat met een rail en kan met de hand worden geleid naar de ophangplaats, bijvoorbeeld aan de vloer 78 van de verdieping boven een reeds bevestigd wandelement 108 worden verplaatst.
30 Na het plaatsen in zijn bevestigingen wordt het hulpgestel 86 van de post van het wandelement 88 gelost en via de kraanbaan naar de transportwagen 82 teruggebracht. Daar wordt het hulpgestel 86 door de transportwagen weer overgenomen cm opnieuw in de montagecyclus te ko-men.
35 Fig. 11 toont in vooraanzicht een gebouw met reeds ingebouwde wandelementen 108 en een wandelement 88, dat via de draaikrans 90 van zijn hulpraam 86 nog met het transportorgaan 82 is verbonden. Het wandelement 88 wordt nu over 90° gedraaid om aansluitend aan de loopkat 84 gehangen en door het transportorgaan 82 gelost te worden, opdat het 40 naar zijn ophangplaats kan worden verplaatst.
8203241

Claims (25)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van gordijnwanden uit tevoren vervaardigde. wandelementen, die met een hefgereedschap aan de buitenzijde van de gordijnwand in vertikale en in horizontale richting transporteerbaar zijn, met het kenmerk, dat elk wandelement (10) door 5 een op een verdieping (24) verplaatsbare wagen (40) aan de buitenzijde van het gebouw wordt verplaatst, dat het wandelement (10) in een vertikale stand wordt gebracht en aan het hefgereedschap (58) wordt gehangen, en wordt verplaatst en dat het wandelement (10) aan bevestigingen op het gebouw geplaatst.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wandelement (10) op een wagen (40) met een ongeveer horizontaal oplegvlak ligt, waarbij de vertikale hartlijn van het element (10) evenwijdig met de langshartlijn van de wagen (40) loopt, dat het element (10) ongeveer met de helft buiten de wagen (40) uitsteekt, dat 15 het element (10) ongeveer in zijn middenhartlijn schamierend op de wagen aangebracht wordt, dat de wagen (40) aan de buitenzijde van het gebouw wordt verplaatst, dat het element (10) uit zijn horizontale stand in een vertikale stand wordt gezwenkt, aan het hefgereedschap (58) wordt opgehangen, door de wagen (40) wordt gelost, en naar zijn 20 bevestigingsplaats wordt gebracht.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het wandelement (10) door middel van een snelsluiting (48) op de wagen (40) wordt gearreteerd en door middel van een hydraulische cilinder (50) in de vertikale stand wordt gezwenkt.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wandelement (88) door de arm (98) van de wagen (82) wordt opgenomen, waarbij de vertikale hartlijn van het wandelement (88) horizontaal verloopt, dat het wandelement (88) zwenkbaar aan de wagen (82) in een ongeveer horizontale stand wordt gezwenkt, dat de wagen (82) naar de 30 buitenzijde van het gebouw wordt verplaatst, tot het wandelement (88) zich voor de buitenzijde van het gebouw bevindt, dat het wandelement (88) in een vertikale stand wordt gezwenkt en aan de arm (98) wordt gedraaid tot de vertikale hartlijn een vertikale stand inneemt, dat het wandelement aan het hefgereedschap (84) wordt gehangen, en door de arm 35 (98) wordt gelost en naar zijn bevestigingsplaats wordt verplaatst.
5. Werkwijze voor conclusie 4, met het kenmerk, dat het zwenken van het wandelement (88) op de arm (98) via hydrocilinders (104) plaats heeft. 8203241 τ . η
6. Werkwij ze volgens conclusie 2 of 4» met het kenmerk, dat het hefgereedschap bestaat ult een boven de verdieping (76) waar de wandelementen opgeslagen zijn, gemonteerde loopkat (84) met een rail.
7. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 6, met het 5 kenmerk, dat het wandelement (10,88) bestaat uit een po s t-regelcons truetie.
8* Werkwij ze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de posten (12,14,16) en de regels (18,20,22) op een verdieping (24,76) op een hulpgestel (34,36) tot transportabele eenheden worden voorgemonteerd en 10 dat de posten aan het hulpgestel worden bevestigd.
9. Werkwij ze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het hulpgestel (34) buiten het voorgemonteerde wandelement (10) aan de bovenzijde uLtsteekt.
10. Werkwijze volgens de conclusies 2 en 8, met het kenmerk, dat 15 het hulpgestel (34) aan de wagen (40) zwenkbaar wordt gearreteerd.
11. Werkwij ze volgens een van de conclusies 8 tot 10,- met het kenmerk, dat het voorgemonteerde wandelement (10) op het hulpgestel (34) aan het hefgereedschap (58) wordt gehangen dat naar het bevestigen van het wandelement (10) op de buitenzijde van het gebouw, het 20 hulpgestel (34) van de posten wordt losgemaakt, dat het hulpgestel (34) met het hefgereedschap (58) wordt weggetrokken en aansluitend op de wagen (40) wordt gearreteerd, door het hefgereedschap (58) afgehangen en in de horizontale stand wordt gezwenkt en dat het hulpgestel (34) op een gestel (28) wordt overgebracht, waarop een verder wandelement wordt 25 voorgemonteerd.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat aan de wagen (40) en het gestel (28) aan de bovenzijde rollen (44,32) zijn aangebracht, en dat het hulpgestel (34) op deze rollen wordt verschoven.
13. Werkwij ze volgens de conclusies 4 en 7, met het kenmerk, dat het wandelement (88) met de buitenzijde naar boven op een hulpgestel (86) wordt samengesteld, dat het wandelement (88) met een draaiinrichting over 180° wordt gedraaid, zodat het hulpgestel (86) boven ligt, en dat het hulpgestel (86) van een in het midden van het 35 wandelement liggende draaikrans (90) met excentrische ophanginrichting is voorzien, waarmede het hulpgestel (86) op de arm (98) van de wagen (82) wordt bevestigd.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat na het plaatsen van het wandelement (88) in de bevestigingen op het gebouw het 40 hulpgestel (86) wordt losgemaakt, dat het hulpgestel met het hefgereed- 8203241 schap (84) naar de wagen (82) wordt teruggebracht en hierdoor wordt op-genomen, en dat op het gestel (86) een verder wandelement wordt samen-gesteld.
15. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwij ze volgens de con-5 clusies 2 en 8, gekenmerkt door een montagetafel (28) voor het samen-stellen van een wandelement (10), een wagen (40) voor het verplaatsen van het wandelement (10) vanaf de tafel (28) tot aan de buitenzijde van het gebouw en een op een daarboven liggende verdieping (56) aangebrach-te loopkat met een rail (58).
16. Inrichting volgens conclusies 15, met het kenmerk, dat aan de bovenzijde van de tafel (28) en van de wagen (40) rollen (32,34) zijn aangebracht voor het verschuiven van het hulpgestel (34).
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat het vooreinde van de wagen (40) in de overgeefstand boven de buitenzij- 15 de van het gebouw uitsteekt en dat op de wagen middelen (48) aanwezig zijn voor het arreteren van het hulpgestel (34).
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de arre-teermiddelen (48) op een op de wagen (40) zwenkbaar gestel (53) zijn aangebracht.
19. Inrichting volgens een van de conclusies 15 tot 18, met het kenmerk, dat op de wagen een hydraulische zuiger/cilindereenheid (50) is aangebracht en dat de zuiger (54) van de zuiger/cilindereenheid (50) scharnierend op het gestel (53) is aangebracht.
20. Inrichting volgens een van de conclusies 4 en 13, gekenmerkt 25 door een wagen (82) met een arm (98) voor het opnemen en verplaatsen van het wandelement (88) en een op een daarboven liggende verdieping (74) aangebrachte loopkat (84) met een rail.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat met de arm (98) een hydraulische zuiger/cilindereenheid (104) is aangebracht 30 voor het zwenken van het wandelement (88) in de horizontale stand en dat aan het vrije einde van de arm (98) een bevestigingsinrichting is aangebracht voor het bevestigen van een hulpgestel (86).
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het hulpgestel (88) via een op de arm (98) aangebrachte hydraulische zui- 35 ger/cilindereenheid (104) verzwenkbaar is.
23. Inrichting volgens een van de conclusies 16 tot 22, met het kenmerk, dat het hulpgestel, (34, 86) rechthoekig is uitgevoerd en dat de dwarsliggers zijn voorzien van bevestigingsmiddelen voor de posten (12, 14, 16) van het wandelement.
24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat aan de 8203241 . φ ♦ bovenste dwarsligger van het hulpgestel een transportoog (38) is aange-bracht.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het transportoog (38) is afgebogen. sssssssssss 8203241
NL8203241A 1981-10-15 1982-08-18 Werkwijze voor het aanbrengen van een gordijngevel aan een gebouw en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. NL190903C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3141047 1981-10-15
DE19813141047 DE3141047A1 (de) 1981-10-15 1981-10-15 Verfahren zur montage von vorhangwaenden und vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8203241A true NL8203241A (nl) 1983-05-02
NL190903B NL190903B (nl) 1994-05-16
NL190903C NL190903C (nl) 1994-10-17

Family

ID=6144202

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203241A NL190903C (nl) 1981-10-15 1982-08-18 Werkwijze voor het aanbrengen van een gordijngevel aan een gebouw en een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4555890A (nl)
JP (1) JPS5880064A (nl)
CA (1) CA1178765A (nl)
DE (1) DE3141047A1 (nl)
GB (1) GB2107777B (nl)
HK (1) HK38986A (nl)
NL (1) NL190903C (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6026542U (ja) * 1983-07-29 1985-02-22 ワイケイケイ株式会社 カ−テンウオ−ルの外壁材吊り上げ用ガイド治具
JPS63171957A (ja) * 1987-01-08 1988-07-15 第一鋼業株式会社 高所作業現場の資材等運搬法及び装置
JPS63177551U (nl) * 1987-05-11 1988-11-17
WO1988010346A1 (en) * 1987-06-18 1988-12-29 Keyopenings Pty. Ltd. Applying cladding to buildings
GB2385313B (en) * 2002-02-19 2005-02-09 Peter James Compton Apparatus for positioning a cladding panel
DE10345760A1 (de) * 2003-10-01 2005-04-21 Vierck Udo System zum Erstellen von Häusern
WO2007102773A1 (en) * 2006-03-08 2007-09-13 Skanska Sverige Ab Placing device building system and method of constructing a multi-storey building
DE102007058931A1 (de) * 2007-12-05 2009-06-18 Köster, Helmut, Dr.-Ing. Glasfassaden
AU2008261157C1 (en) * 2007-12-20 2013-01-17 Csr Building Products Limited Method and apparatus for movement of objects between spaced-apart locations
US9975272B1 (en) * 2009-04-28 2018-05-22 Natural Stone Wall Solutions Stone wall construction method
US9663961B2 (en) * 2012-12-07 2017-05-30 Illinois Tool Works Inc. Curtain wall panel installation system
JP6446918B2 (ja) * 2014-08-29 2019-01-09 株式会社大林組 工事中の建物への所定部材の取り付け方法
SG11201901542VA (en) * 2016-09-23 2019-04-29 Sh Tech Pte Ltd Construction system and method
CN108625598A (zh) * 2017-03-24 2018-10-09 盈创建筑科技(上海)有限公司 一种3d建筑打印机的机架结构
US10100541B1 (en) * 2017-03-30 2018-10-16 Joe Green Pte. Ltd. Precast lightweight wall panel installation machine
WO2019139847A2 (en) * 2018-01-09 2019-07-18 Advanced Building Systems, Inc. Advanced curtain wall top-down renovation
US10738491B2 (en) * 2018-09-27 2020-08-11 Terex South Dakota, Inc. Positioner for mobile work platforms
JP7301629B2 (ja) * 2019-06-28 2023-07-03 株式会社フジタ 胴縁および胴縁を有するパネルユニット

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR55229E (fr) * 1947-01-31 1951-10-02 Procédé de construction de bâtiments et bâtiments ainsi édifiés
FR980940A (fr) * 1949-02-14 1951-05-21 Perfectionnements à la construction des maisons
FR1009630A (fr) * 1950-02-02 1952-06-03 Entpr S Balency & Schuhl Perfectionnements à la construction d'immeubles
FR1238437A (fr) * 1959-07-03 1960-08-12 Procédé de fabrication de cloisons intérieures
DE1434325A1 (de) * 1961-05-17 1968-10-24 Josef Boessner Schalungshaut fuer eine Kletterschaltung und Verfahren zur Herstellung turmartiger Bauwerke aus Beton
GB1026795A (en) * 1963-04-09 1966-04-20 Robert Charles Rolland Building wall made from prefabricated panels
DE1283484B (de) * 1964-04-25 1968-11-21 Georg Hubmann Verfahren zum Bau von Hochhaeusern und Schalung zur Durchfuehrung des Verfahrens
US3748805A (en) * 1971-10-18 1973-07-31 Y Boros Building structure and method of erecting same
US3791094A (en) * 1972-10-16 1974-02-12 J Shannon Method and apparatus for mounting building panels
DE2402474A1 (de) * 1974-01-18 1975-07-31 Lechler Chemie Gmbh Verfahren und befestigungsvorrichtung zur montage von aussenwandelementen
US3997959A (en) * 1975-05-19 1976-12-21 Case James E Apparatus for releasing tilt-up panel hoisting
JPS5236824A (en) * 1975-09-18 1977-03-22 Taisei Corp Method of mounting outer wall panel
US4219978A (en) * 1978-08-03 1980-09-02 Brown Billy R Pre-cast reinforced concrete building panel wall structure
DE2853656C2 (de) * 1978-12-13 1986-06-26 Optimas Bauelemente u. Baugeräte GmbH, 2915 Saterland Gerät zum Verlegen von Pflastersteinen
JPS57182035A (en) * 1981-04-16 1982-11-09 Fueboparu Ltd Method and device for venting air

Also Published As

Publication number Publication date
GB2107777A (en) 1983-05-05
CA1178765A (en) 1984-12-04
US4555890A (en) 1985-12-03
NL190903C (nl) 1994-10-17
NL190903B (nl) 1994-05-16
GB2107777B (en) 1985-11-13
JPS5880064A (ja) 1983-05-14
HK38986A (en) 1986-06-06
DE3141047A1 (de) 1983-05-05
DE3141047C2 (nl) 1987-06-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203241A (nl) Werkwijze voor het monteren van gordijnwanden en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US3159110A (en) Motorized staging suspending and adjusting carrier
US5671823A (en) Collapsible catwalk
JP3709220B2 (ja) クレーン
CN102635066B (zh) 一种吊架铰接式桥梁检修车
US3888356A (en) Method of assembling an unloading crane
US4299002A (en) Arrangement for use on a vehicle for transporting portable bridges
RU2193006C2 (ru) Устройство телескопической лестницы и перемещаемого по ней подвижного элемента для башенного подъемного крана
JPH092780A (ja) ジャッキアップ付ジブ式走行クレーン
FR2574737A1 (fr) Dispositif d'ascenseur se deplacant sur un arc pour permettre aux pietons de franchir un obstacle
SU883293A1 (ru) Опорно-ходовое устройство дл передвижных лесов
CN115613477B (zh) 一种主梁悬臂无轨三角挂篮及施工方法
JP2942879B2 (ja) 全天候型施工のための仮設建家
NL2009096C2 (nl) Combinatie van een gebouw en op het platte dak van dit gebouw geplaatste dakkraan voor gevelonderhoud.
SU705054A1 (ru) Устройство дл монтажа пролетного строени моста
JPH10169183A (ja) ゴンドラ装置のケージ吊り下げ支持機構
CN111891914B (zh) 一种高稳定性的门式起重机
CN219690327U (zh) 一种桥梁侧面施工设备平台
RU6759U1 (ru) Транспортное средство для перевозки механизированного, двухколейного, секционного моста
JPH026906B2 (nl)
JP2503273Y2 (ja) 立体駐車装置
RU6188U1 (ru) Устройство для торцевой погрузки и выгрузки легковых автомобилей с рельсовых транспортных средств
SU118368A1 (ru) Кран дл монтажа, демонтажа и установки пролетных строений, опор мостов, а также дл укладки и разборки звеньев пути
JP3034465U (ja) トラックの荷台上に据えられた簡易荷役装置
NL2004194C2 (nl) Gondel van een gevelonderhoudsinstallatie.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010301