NL8104963A - Werkwijze voor het afscheiden van papieren foelies uit vuilnis. - Google Patents

Description

t . -ï

Werkwijze voor het afschèiden van papieren foelies uit vuilnis.

De uitvinding heeft "betrekking op een werkwijze voor het afscheiden van papieren foelies uit vuilnis, waarhij het vuilnis wordt verkleind, gezeefd en uitgezocht.

Werkwijzen vancfeze soort zijn bijvoorbeeld bekend 5 uit het Duitse octrooischrift 2U.U9.689. Na een grove ver kleining worden de grofverkleinde vuilnisbestanddelen behandeld met een luchtstroom, zodat de vuilnisbestanddelen verdeeld in verschillende zware frakties,/ en van elkaar gescheiden worden, waarbij een lichte fraktie wordt verkregen, 10 die in wezen los papier in bladvorm, kunststof- foelies en lichte textielmaterialen bevat, een middelzware . van , . _ fraktie karton zwaardere kunststofbeslanddelen, grove textielmaterialen en samengehouden of gebalde papierbundels en dergelijke en de zware frakties restdelen bevat van schroot, stenen, 15 hout, boeken en gebundeld papier en dergelijke.

De met dergelijke werkwijzen verkrijgbare opbrengst aan papier is echter niet bevredigend. Bovendien bevat de papierfraktie nog talrijke verontreinigingen, die ten dele aan het papier kleven of door papier zijn ontwikkeld.

20 Aan de uitvinding ligt derhalve de opgave ten grondslag om werkwijzen van de hiervoor besproken soort zo te verbeteren, dat een grotere opbrengst en een grotere zuiverheid van het voor de papiertechnische verdere verwerking bestemd vezelstofbestanddeel wordt verkregen.

25 Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost door de kenmerken van conclusie 1.

Volgens de uitvinding wordt het vuilnis eerst onderworpen aan een grove verkleining. Door een dergelijk proces blijven, zoals reeds opgemerkt, de natuurlijke onderscheidings-30 kenmerken van de afzonderlijke vuilniscomponenten vergaand behouden en vergemakkelijken de scheiding. Bij deze grove verkleining, die bij voorkeur plaats heeft door een snijproces, wordt in het algemeen een brede korrelgrootteband van de vuilnis- 8104963 - 2 - bestanddelen verkregen. In het bijzonder vlakke materialen zoals papier en foelies worden tenminste in êén dimensie zeer weinig beperkt. Ze worden door de machines voor het grofVerkleinen slechts zeer onvolledig gegrepen.

5 In het daarna plaats hebbende afzeven wordt eerst het voor het winnen van pepier en foelies onbelangrijke fijngoed-gedeelte van het verkleinde vuilnis afgescheiden. Dit fijngoed-gedeëlte is geschikt voor de bereiding van compost.

Het gewoonlijk voor het afscheiden van papier en 10 foelies uit het vuilnis toegepaste ordeningsproces wordt bepaald door de dichtheid, de korrelgrootte en de vorm van de deeltjes. Een gelijktijdigejvariatie van de dispersiteitsgrootheden dichtheid en korrelgrootte verslechtert de scheidingsscherpte Omdat in wezen de lichte vuilnisbestanddelen papier en foelies 15 vlak zijn en een zeer geringe dikte hebben, bevordert hun vorm de afscheiding als lichte fraktie. Er moet daarom naar gestreefd worden, dat ook papier en foelies voor de ordening een gelijkmatige korrelgrootte krijgen alsook in vlakke vorm aanwezig zijn, dat wil zeggen niet gevouwen zijn. Beide doelstellingen kunnen ge-20 realiseerd. worden door herhaalde verkleiningsprocessen. Bij de in het vuilnis voorkomende papieren resp. foelies gaat het hoofdzakelijk om gevouwen kranten, kantoorpapieren resp. winkelzakken. Verkleint men deze delen tot ongeveer de grootte van een hand, dan is het grootste deel van het afzonderlijke papier resp, 25 foelie in vlakke vorm aanwezig.

De grove fraktie van het eerste afzeven wordt daarom onderworpen aan een tweede afzeven, waarbij de grootte van de zeefgaten van de tweede Zeving slechts 30 tot 80 % ligt boven die van de eerste zeving. Het zeefproces van het 30 tweede zeven, dat derhalve een relatief nauwe korrelgrootteband heeft, heeft plaats in een klasseertoestel.

Zou de grove fraktie van het tweede zeven volledig teruggevoerd worden naar de verkleiner, dan z©u een sterkere verkleinings-zeef-inloop ontstaan voor papier en foelies.

35 uit deze grove fraktie wordt daarom volgens de uitvinding een 8104963 ^ i - 3 - lichte fraktie af gezogen, hij voorbeeld met een op zich bekende stenenuitzoeker. De scheidingsvoorwaarde kan daarbij zo worden ingesteld, dat alleen die bestanddelen worden af gezogen, die ook bij toevoeren op de klasseerder reeds in de lichte fraktie 5 zouden komen. Hierdoor wordt de aan de verkleiner terug te voeren hoeveelheid sterk verminderd. Het is voordelig de afzuiging van de lichte fraktie reeds tijdens het tweede zeven uit te^oeren.

Het afzuigproces maakt gelijktijdig de lichte fraktie losser, waardoor een volgende scheiding van papieren 10 foelies wordt vergemakkelijkt. Voor het versterken van het losser maken is het voordelig de afgezogen lichte fraktie eerst achter het zuigtoestel uit de transportlucht af te scheiden.

Bij passeren van het materiaal door het blaastoestel zelf, waarvoor een gebruikelijk hooiblaastoestel geschikt is, worden 15 door de sterke afschuifstromen in de lucht en de mechanische werking van de blaastoestelschoepen de meeste vouwen verwijderd.

Het scheiden van de af gezogen fraktie in papieren foelies heeft bij voorkeur direkt plaats bij het afscheiden van de lichte fraktie uit de transportlucht. Men kan 20 zich echter ook voorstellen, dat de lichte fraktie tezamen met de transportlucht wordt toegevoerd aan de klasseerder of dat de lichte fraktie wordt afgescheiden en voor het scheiden in papier en foelies nogmaals aan de klasseerder wordt toegevoerd.

25 Moet het uit het vuilnis afgescheiden papier aan een papiertechnische verwerking worden toegevoerd, dan is het voordelig na het verkleinen de ferro-magnetische schrootbestanddelen nogmaals magnetisch af te scheiden.

30 Bij vuilnissamenstellingen met een groot gedeelte aan inerte stoffen en organisch afval is het voordelig deze bestanddelen reeds voor het verkleinen met een trommelzeef af te scheiden.

Ter toelichting van de uitvinding wordt in het 35 volgende een geprefereerde uitvoering van de werkwijze voor 8104963 τ ψ ** - k - het afscheiden van papieren foelies uit vuilnis beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven stroomschema.

Het verse vuilnis wordt continu toegevoerd aan een snijwalsverkleiner 1. Het komt daarna op een zeef 2, 5 die het fijne gedeelte, hoofdzakelijk inerte stoffen en organisch afval, afscheidt.

De grove fraktie wordt toegevoerd aan een tweede zeef 3. Het fijne gedeelte van de tweede zevingwordt toegevoerd aan een zig-zag-klasseerder 5» die het verdeelt in een lichte 10 en zware fraktie. De lichte fraktie kan bijvoorbeeld bestaan uit papier en foelies, terwijl de zware fraktie is samengesteld uit hout, kunststofdelen, leer, stof enz. Van de grove fraktie van het tweede zeven worden met een afzuiginrichting k de delen, die kunnen vliegen, hoofdzakelijk wederom papier en foelies, 15 afgescheiden en de rest wordt teruggevoerd naar de verkleiner 1.

8104963

Claims (6)

1. Werkwijze voor het afscheiden van papier en foelies uit vuilnis, in het bijzonder huisvuil, waarbij het vuilnis wordt verkleind, gezeefd en uit gezocht, met het kenmerk, 5 tfuilnis de volgende procestrappen doorloopt: a) een grove verkleining van de vuilnisbestanddelen met behoud van hun natuurlijke onderscheidingskenmerken; b) afzeven van een fijne fraktie, die in wezen kleine anorganische delen en organisch 'plantaardig afval bevat, 10 alsook vochtig minderwaardig papier; c) afzeven van een grove fraktie, waarvan de ondergrens van de korrelgrootte slechts 30 tot 80 % ligt boven de bovengrens van de korrelgrootte van de in b) afgezeefde fijne fraktie en die in wezen bestaat uit vlakke materialen 15 zoals papier, karton, foelies, textiel en lange delen zoals stokken enz.; d) afzuigen van de lichte bestanddelen uit de in trap c) afgescheiden grove fraktie, waarbij de lichte fraktie in wezen afzonderlijk papier en foelies bevat; 20 e) terugvoeren van de zware bestanddelen van de in trap c) afgescheiden grove fraktie naar de verkleiner; f) scheiden van de in trap c) verkregen fijne fraktie in een gasstroom in tenminste twee frakties met verschillende dichtheid. 25 '2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verkleinen in wezen plaats heeft door een snijproces.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de in trap d) af gezogen lichte fraktie eerst achter het zuigtoestel uit de transportlucht wordt afgescheiden . 30 k. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij het afscheiden van de lichte fraktie van trap d) uit de transportlucht een verdeling in een papier- en foeliefraktie plaats heeft.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 35 dat de trappen c) en d) gelijktijdig verlopen. « 8104963 - 6 - *. -- —

6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lichte fraktie van trap d) met de fijne fraktie van trap c) samengebracht en toegevoerd worden aan de klasseerden.

7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk. 5 dat de ferromagnetische schrootbestanddelen voor resp. voor en na de verkleiner magnetisch worden afgescheiden.

8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vuilnis voor het verkleinen toegevoerd wordt aan een trommelzeef, die in wezen de inerte en organische gedeelten 10 afscheidt. 8104963