NL8301400A

NL8301400A - Werkwijze voor het scheiden van huishoudelijk afval.

Info

Publication number: NL8301400A
Application number: NL8301400A
Authority: NL
Original assignee: Esmil Bv
Priority date: 1983-04-21
Filing date: 1983-04-21
Publication date: 1984-11-16
Also published as: EP0123355A3; EP0123355A2; EP0123355B1; ATE28801T1; DE3465257D1

Description

» ·.· • - ; . ES 55

WERKWIJZE VOOR HET SCHEIDEN VAN HUISHOUDELIJK AFVAL

Door aanvraagster wordt als uitvinder genoemd:

Cornells Goedhart te Uithoorn

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor g het scheiden van huishoudelijk afval, omvattende het verkleinen van het afval, het vervolgens in een eerste windzifter scheiden van het afval in een lichte fractie, die in hoofdzaak papier, kunststoffolie en organisch materiaal omvat, het zeven van de lichte fractie, waarbij een overloop in IQ hoofdzaak omvattende papier en kunststoffolie wordt verkregen en het in een tweede -windzifter scheiden van de overloop, in een zware fractie en in een lichte fractie, die in hcofdzaak kunststof-folie omvat.

Een werkwijze van dit type is bekend uit GB 1498108. Bij de 15 bekende werkwijze zijn de belangrijkste scheidingsprodukten, papier, kunststoffolie en organisch materiaal, die uit de lichte fractie van de eerste zifter -worden gewonnen. Daarbij wordt eerst het organische materiaal uit de lichte fractie gezeefd met behulp van een rotorzeef en vervolgens het resterende mengsel van papier en 20 kunststoffolie bevochtigd, waarna tenslotte het papier en de kunst stoffolie van elkaar worden gescheiden in een tweede zifter. Het aldus teruggewonnen natte papier kan ofwel aansluitend in of ten behoeve van een papierfabriek worden verpulpt, ofwel worden gedroogd en in balen geperst.

25 Tegenwoordig zijn de afzetmogelijkheden van het teruggewonnen papier in de papierindustrie klein; de afzetmogelijkheden van het teruggewonnen kunststoffolie zijn daarentegen goed.

Een andere mogelijkheid is het teruggewonnen papier als _ brandstof te gebruiken. Bij de bekende werkwijze wordt het mengsel O 30 8301400 - 2 - van papier en kunststoffolie eerst bevochtigd, om een aanvaardbaar scheidingsresultaat met een wind2ifter te verkrijgen, waardoor evenwel het nadeel ontstaat dat het teruggewonnen papier gedroogd moet worden alvorens het als brandstof te kunnen gebruiken.

5 Het doel van de uitvinding is dit bezwaar op te heffen.

Dit wordt bij de uitvinding bereikt doordat de lichte fractie van de eerste windzifter wordt gezeefd in een grove zeef, waarvan de zeefopeningen kleiner zijn dan de gemiddelde afmeting van de kunststoffolie na het verkleinen van het afval en dat de overloop 10 van de grove zeef in hoofdzaak omvattende kunststoffolie en grotere stukken papier en karton zonder voorafgaande bevochtiging in de tweede windzifter wordt gescheiden in een lichte fractie, die in hoofdzaak kunststoffolie omvat en in een zware fractie, die in hoofdzaak grotere stukken papier en karton omvat. Bij voorkeur zijn de zeefopeningen 15 van de grove zeef 30-80 mm, meer bij voorkeur 20-40 mm groot. Een goed effect wordt bereikt indien de grove zeef een schudzeef is. Op deze wijze wordt een overloop van 15 tot 35% van de zeefinvoer verkregen, waarin 60 tot 80% van de hoeveelheid plasticfolie van de zeefin-voer en voorts nog grotere stukken licht papier en zwaar karton en 20 eventueel textiel aanwezig is. Dit mengsel kan in de tweede windzifter * zonder voorafgaande bevochtiging goed worden gescheiden. De in de tweede windzifter verkregen lichte fractie, in hoofdzaak omvattende kunststoffolie, is slechts licht verontreinigd met licht papier en de zware fractie, in hoofdzaak omvattende grotere stukken licht papier en 25 zwaar karton, heeft de normale vochtigheid.

Het komt tegenwoordig veel voor, dat men huishoudelijk afval in een vuilverbrandingsoven verbrandt. Een voor deze verbranding gunstig mengsel wordt volgens de uitvinding verkregen indien men de zware fractie uit de eerste windzifter door middel van zeven scheidt in een inerte 30 fractie en een brandbare fractie en indien men de zware fractie van de tweede zifter en eventueel de de doorval van de grove zeef bij de brandbare fractie voegt. Het mengsel heeft t.o.v. het onbewerkte huishoudelijke afval een hogere calorische waarde en een kleinere as-rest.

Bij voorkeur wordt de doorval van de grove zeef in een fijne 35 zeef gescheiden in een overloop, die in hoofdzaak papier omvat en een doorval, die in hoofdzaak organisch materiaal omvat. Een goed effect wordt bereikt indien de fijne zeef een rotorzeef is.

0 1 8 3 0 1 4 0 0 /3

V

3

Het organische materiaal kan ge-composteerd worden. Bij voorkeur scheidt men de zware fractie uit de eerste windzifter d.m.v. zeven in een inerte fractie en een brandbare fractie en voegt men de zware fractie van de tweede zifter en eventueel de overloop van de fijne zeef bij 5 de brandbare fractie. Hierbij wordt een voor de verbranding nog gun stiger mengsel verkregen.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont een processchema van de bekende werkwijze.

Fig. 2 toont een processchema van de werkwijze volgens de 10 uitvinding.

In fig. 1 en 2 zijn de volgende verwijzingscijfers gebruikt: 1 voeding band 2 eerste windzifter 3 cycloon 15 4 ventilator 5 grove zeef, schudzeef 6 fijne zeef, rotorzeef 7 tweede windzifter 8 cycloon 20 9 ventilator 10 bevochtiging

De voedingsstroom en produkstromen zijn met de volgende romeinse cijfers aangegeven: I verkleind huishoudelijk afval 25 II zware fractie eerste windzifter (inert + brandbaar materiaal) III organisch materiaal + fijn inert materiaal IV zware fractie tweede windzifter (papier + karton) V kunststoffolie VI overloop fijne zeef (papier) 30 In fig. 1 wordt de lichte fractie uit de eerste windzifter 2, in hoofdzaak omvattende papier, kunststoffolie en organisch materiaal in rotorzeef 6 gescheiden in organisch materiaal en fijn inert materiaal 1produktstroon III, doorval) en in een mengsel van papier en kunststoffolie (overloop). Dit mengsel wordt bij (10) bevochtigd 35 en vervolgens in de tweede windzifter 7 gescheiden in kunststoffolie (produktstroom V) en in nat papier en karton (produktstroom IV).

O /4 f ƒ 8301400 Λ» — 4 — P-

Daarentegen wordt in fig. 2 de lichte fractie uit de eerste wind-zifter 2 in een grove zeef 5 b.v. een schudzeef gescheiden in een overloop in hoofdzaak omvattende kunststoffolie en grotere stukken papier en karton en een doorval. De overloop wordt vervolgens zonder vooraf-5 gaande bevochtiging in de tweede windzifter 7 gescheiden in kunststoffolie (produktstroom V) en niet bevochtigd, d.w.z. relatief droog papier en karton (produktstroom IV).

De doorval van grove zeef 5 kan in fijne zeef 6 b.v. een rotorzeef worden gescheiden in organisch en fijn inert materiaal (produktstroom III) 10 en papier (produktstroom VI).

Na scheiding door middel van zeven van de zware fractie (produktstroom II) van de eerste windzifter 2 in inert en brandbaar materiaal, kan aan het brandbare materiaal het niet bevochtigde papier en karton uit de tweede windzifter (produktstroom IV) en eventueel of de 15 doorval van grove zeef 5 of het papier (produktstroom VI) worden toegevoegd, en kan het aldus verkregen materiaal als brandstof worden gebruikt.

0 1 8301400

Claims

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zeefopening- 20 en van de grove zeef afhankelijk van de bij het verkleinen verkre gen gemiddelde afmeting van de kunststoffolie 30-80 mm zijn.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de zeefopeningen van de grove zeef afhankelijk van de bij het verkleinen verkregen gemiddelde afmeting van de kunststoffolie 40-50 mm zijn.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het ken merk, dat de grove zeef een schudzeef is.
5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat men de zware fractie uit de eerste windzifter d.m.v. zeven scheidt in een inerte fractie en een brandbare fractie en dat men de zware 30 fractie van de tweede zifter en eventueel de doorval van de grove zeef bij de brandbare fractie voegt. © I 83 0 1 4 0 0 /6 - 6 - #»
6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de doorval van de grove zeef in een fijne zeef wordt gescheiden in een overloop, die in hoofdzaak papier omvat en een doorval, die in hoofdzaak organisch materiaal omvat. 5’ 7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de fijne zeef een rotorzeef.
8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat men de zware fractie uit de eerste windzifter door middel van zeven scheidt in een inerte fractie en een brandbare fractie en dat men de zware fractie 10 van de tweede zifter en eventueel de overloop van de fijne zeef bij de brandbare fractie voegt. 9 ƒ 8301400