NL8007045A - Rotatieregelstelsel in een weergeefinrichting voor een roterend registratiemedium. - Google Patents

Rotatieregelstelsel in een weergeefinrichting voor een roterend registratiemedium. Download PDF

Info

Publication number
NL8007045A
NL8007045A NL8007045A NL8007045A NL8007045A NL 8007045 A NL8007045 A NL 8007045A NL 8007045 A NL8007045 A NL 8007045A NL 8007045 A NL8007045 A NL 8007045A NL 8007045 A NL8007045 A NL 8007045A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
output
rotation
comparator
recording medium
Prior art date
Application number
NL8007045A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Victor Company Of Japan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP17308279A external-priority patent/JPS5694547A/ja
Priority claimed from JP17308379A external-priority patent/JPS5694548A/ja
Application filed by Victor Company Of Japan filed Critical Victor Company Of Japan
Publication of NL8007045A publication Critical patent/NL8007045A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B19/00Driving, starting, stopping record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor; Control thereof; Control of operating function ; Driving both disc and head
    • G11B19/20Driving; Starting; Stopping; Control thereof
    • G11B19/24Arrangements for providing constant relative speed between record carrier and head

Landscapes

  • Rotational Drive Of Disk (AREA)

Description

-1- i ✓ Ar \
_S
Rotatieregelstelsel in een weergeefinrichting voor een roterend registratiemedium.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een rotatieregelstelsel in een veergeefinrichting voor een roterend registratiemedium en in het bijzonder op een rotatieregelstelsel, dat de rotatie van het registratiemedium regelt, zodat de 5 relatieve lineaire snelheid tussen het roterende registratiemedium en een weergeefelement voor het weergeven van informatie vanaf het roterende registratiemedium, constant wordt gehandhaafd onafhankelijk van de positie van het weergeefelement op het roterende registratiemedium.
10 In het algemeen wordt registratie uitgevoerd door het roteren van het roterende registratiemedium met een uniforme rotatiesnelheid, en bij weergave wordt het roterende registratiemedium geroteerd met een uniforme rotatiesnelheid. Het bovengenoemde weergeefstelsel wordt het uniforme hoeksnelheidsstelsel 15 genoemd (vaak afgekort als het CAV-stelsel), aangezien het roterende registratiestelsel wordt geroteerd met een uniforme hoeksnelheid.
In het bovengenoemde CAV-stelsel wordt de relatieve lineaire snelheid tussen het roterende registratiemedium en het 20 weergeefelement verminderd wanneer de positie van het weergeefelement op het roterende registratiemedium beweegt vanaf de buitenomtrek van het roterende registratiemedium naar de binnenomtrek van het roterende registratiemedium. Aldus wordt de slechtste signaal-ruisverhouding verkregen bij de binnenste 25 omtrek van het roterende registratiemedium, aangezien de relatieve lineaire snelheid het laagste wordt bij de binnenste omtrek van het roterende registratiemedium. Wanneer het toerental van het __ roterende registratiemedium zo wordt gevormd, dat een signaal- 8007045 -2- ruisverhouding welke in de praktijk kan worden gebruikt, wordt verkregen zelfs bij de binnenste omtrek van het roterende registratiemedium, wordt de relatieve lineaire snelheid bij de buitenomtrek van het roterende registratiemedium onnodig groot 5 en aldus kan geen hoge registratiedichtheid worden verkregen.
Wanneer verder alleen de buitenste omtreksdelen van het roterende registratiemedium worden gebruikt ter vermijding van het gebruik van de binnenste omtreksdelen van het roterende registratiemedium waar de signaal-ruisverhouding slecht is, kan de 10 registratiecapaciteit niet groot worden gemaakt. Om de bovengenoemde redenen wordt moeilijkheid in het bijzonder veroorzaakt wanneer de diameter van het roterende registratiemedium, dat moet worden gebruikt, klein is.
Ten einde de bovengenoemde problemen te overwinnen, is 15 een uniform lineair snelheidsstelsel (afgekort als CLV-stelsel) voorgesteld, dat het roterende registratiemedium roteert zodanig dat de relatieve lineaire snelheid tussen het roterende registratiemedium en het weergeefelement constant wordt gehouden onafhankelijk van de positie van het weergeefelement in de 20 radiale richting op het roterende registratiemedium. Volgens dit CLV-stelsel worden de boven beschreven problemen opgelost, aangezien de relatieve lineaire snelheid steeds constant wordt gehouden zelfs bij de binnenste omtreksdelen van het roterende registratiemedium.
25 Door aanvrager is een nieuw informatiesignaal registratie- en weergeefstelsel aangegeven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 785.095 van 6 april 1977 en in de Amerikaanse octrooiaanvrage 33.32k van 25 april 1979 als Continuation-In-Part Application van de eerder genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 785.095· 30 Volgens dit stelsel vormt het registratiestelsel putten in overeenstemming met het te registreren informatiesignaal volgens een spiraalvormige baan op een plat schijfvormig registratiemedium, zonder het vormen van een groef daarin. Bij het weergeefstelsel loopt een weergeefstift over en langs deze baan om daar-35 door het geregistreerde informatiesignaal weer te geven tengevol ge van variaties in de elektrostatische capaciteit.
8007045
♦ I
-3-
Bij het gebruik van dit vroeger voorgestelde stelsel heeft de registratiebaan geen groef. Er is geen enkele mogelijkheid voor de weergeefstift of het registratiemedium, om te worden beschadigd. De stift kan herhaald hetzelfde deel van de 5 baan vele malen aflopen, waardoor bij een zogenaamde willekeurige toegangsbeweging een weergeefstift wordt bewogen met hoge snelheid naar een gewenste positie op een schijf voor het weergeven van een gewenste informatie, toegevoegd aan een speciale weergave zoals stilstand, langzame weergave of versnelde 1 o weergave.
Aangezien bij dit stelsel echter een groef voor het geleiden van de weergeefstift niet aanwezig is op de schijf, moeten hulp- of referentiesignalen worden geregistreerd op of in de nabijheid van de baan van het informatiesignaal, zoals een 15 videosignaal, op een roterende schijf. Op het tijdstip van weergave worden de referentiesignalen weergegeven samen met het videosignaal. Aldus wordt de vereiste baanservoregeling uitgevoerd, zodat de weergeefstift nauwkeurig loopt langs de baan tengevolge van de weergegeven referentiesignalen. In dit stelsel 20 moet het referentiesignaal voor baanregeling worden gebruikt.
Daarom wordt bij het starten van een normale weergave het referentiesignaal weergegeven als een signaal met een frequentie verschillend van die van de werkelijke frequentie wanneer de relatieve lineaire snelheid tussen het roterende 25 registratiemedium en het weergeefelement niet gelijk is aan een vooraf bepaalde waarde en aldus wordt normale baanservoregeling niet uitgevoerd. Aldus moet bij normale weergave de bovengenoemde relatieve lineaire snelheid worden gehandhaafd bij een vooraf bepaalde snelheid onafhankelijk van de positie van het weergeef-30 element, zodat het referentiesignaal wordt weergegeven als een signaal met de juiste frequentie.
Het is aldus een algemeen doel van de uitvinding om te voorzien in een geschikt rotatieregelstelsel in een weergeef-inrichting voor een roterend registratiemedium, waarbij de 35 boven beschreven problemen zijn overwonnen.
Een ander doel van de uitvinding is te voorzien in een 8007045 \ t -k- rotatieregelstelsel in een weergeefinrichting voor een roterend registratiemedium, dat de rotatie van het roterende registratiemedium zo regelt dat de relatieve lineaire snelheid tussen het roterende registratiemedium en het weergeefelement constant wordt 5 gehouden overeenkomstig de positie van het weergeefelement, voordat normale weergave wordt gestart en het periodesignaal normaal wordt weergegeven.
Nog een ander doel van de uitvinding is te voorzien in een rotatieregelstelsel voor het speciaal regelen van de rotatie 10 van een roterend registratiemedium met baanreferentiesignalen daarop geregistreerd, door het gebruik van een vergeleken ver-schilsignaal, verkregen door het vergelijken van een signaal dat afhankelijk is van de positie van de weergeefstift en een signaal verkregen door detectie van de rotatie van de aandrijfmotor 15 gebruikt voor rotatie van het roterende registratiemedium, voordat de normale weergave start.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont in perspectief een weergeefinrichting voor 20 een roterend registratiemedium waarbij een rotatieregelstelsel volgens de uitvinding kan worden toegepast, fig. 2 toont vergroot en in perspectief een deel van een roterend registratiemedium samen met een topgedeelte van een weergeefstift, 25 fig. 3 toont een schematisch blokdiagram van een in richting voor weergave van een roterend registratiemedium, voorzien van een rotatieregelstelsel volgens de uitvinding, fig. U toofit een schematisch blokdiagram van een eerste uitvoering van een rotatieregelstelsel volgens de uitvinding, 30 fig. 5 toont een schematisch blokdiagram van een tweede uitvoeringsvorm van een rotatieregelstelsel volgens de uitvinding, fig. 6 toont een blokdiagram van een deel van het diagram van fig. 5» fig. 7(A) tot 7(E) zijn grafieken voor het weergeven 35 van signaalgolfvormen in elk deel van het blokdiagram van fig.6, fig. 8 toont een blokdiagram van een derde uitvoerings- 8007045 -5- * * l vorm van een rotatieregelstelsel volgens de uitvinding.
De algemene eigenschappen van een voorbeeld van het uitwendige van een weergeefinrichting voor weergave van een roterend registratiemedium, waarbij een rotatieregelstelsel 5 volgens de uitvinding wordt toegepast,ziet men in fig. 1. Bij deze inrichting is een roterende schijf 11 een roterend registratiemedium met daarop een videosignaal geregistreerd. De schijf 11 is geplaatst op en geklemd aan een draaitafel 12 door een klemorgaan 13. De registreerschijf wordt dus in zijn geheel 10 gedraaid met de draaitafel 12, bijvoorbeeld met een rotatie-snelheid van 900 omw/min. De registratie op de schijf 11 wordt uitgevoerd door het CLV-stelsel zodat de relatieve lineaire snelheid tussen de registratieschijf en de registratie-arm constant wordt gehouden over het gehele gebied tussen de buiten-15 ste en binnenste omtrek van de schijf.
Een signaalopneeminrichting 1k, gebruikt als een weer-geeftransductor, is gemonteerd bij een inspringende cilindrische holle resonator 16 binnen een wagen 15. De opnemer is verbonden met een centrale geleider (niet getekend) van de resonator. De 20 centrale geleider is elektromagnetisch verbonden met een hoog frequent oscillator 17 voor het leveren van een frequentie van bijvoorbeeld 1 GHz. Deze uitvoering is bekend. De wagen 15 is horizontaal geplaatst boven de draaitafel 12 en wordt aan zijn einden geleid door een paar evenwijdige horizontale geleidings-25 staven 18 (slechts een ervan is getekend). Deze wagen 15, aangedreven door een band 20 zonder einde, aangedreven door een motor 19, beweegt continu in horizontale translatie met een snelheid gelijk aan de afstand van een baanspoed per omwenteling van de draaitafel, gedurende een normale weergeefwijze. Overigens 30 kan de wagen worden aangedreven door een aandrijfschroef, aangedreven door de motor 19. De wagenbeweging is synchroon met de rotatie van de draaitafel. Als resultaat van deze beweging van de drager 15, loopt een weergeefstift 31 van de signaalopneeminrichting 1U radiaal over de schijf 11 en volgt de spiraal-35 vormige baan van de schijf 11 gedurende de rotatie.
Een einde van een arm 21 is bevestigd op de wagen 15 en 8 0 0 7 0 4 5 -6- het andere einde van de arm 21 is bevestigd aan het schuiforgaan van een variabele weerstand 22 van schuifweerstandssoort. Samen met de verplaatsing van de wagen 15 wordt de arm 21 verplaatst in dezelfde richting als de vagen en de weerstand van de variabele 5 weerstand 22 wordt overeenkomstig gevarieerd. Aldus wordt een spanning betreffende de positie van de weergeefstift 31 van de signaalopneeminrichting op de schijf 11, in de radiale richting van de schijf, verkregen vanaf de variabele weerstand 22. Buitendien kan een type van variabele weerstand worden gebruikt, 10 dat zijn weerstand varieert doordat de rotatie van een motor 19» overgedragen daaraan voor het roteren van de schuif van de variabele weerstand, als de bovengenoemde variabele weerstand 22.
Een videosignaal van bijvoorbeeld twee beelden (dus vier rasters) wordt geregistreerd per omwenteling, met de spiraal-15 vormige baan van putten gevormd op de schijf 11 aansprekend op de informatie-inhoud van het signaal. Een deel van deze baan is op vergrote schaal getekend in fig. 2. Baansporen van de enkele continue spiraalvormige baan overeenkomend met elke omwenteling van de schijf 11, zijn aangegeven met tj, t2, t^.....Elke 20 baanomwenteling wordt gevormd door het vormen van putten 26 van het hoofdinformatiesignaal langs de vlakke baan en er is geen stiftgeleidingsgroef gevormd. Met betrekking tot een baanomwenteling ti, worden, bij elke horizontale aftastperiode (H) bij een positie overeenkomend met de horizontale onderdrukkings-25 periode, putten 27 van het eerste hulpsignaal fp1 gevormd op een zijwaartse zijde van de baan zoals gezien in de baan-richting. Putten 28 van het tweede hulpsignaal fp2 worden gevormd aan de andere zijde van de baan.
In de middenpositie tussen de hartlijnen van naburige 30 baanomlopen, worden slechts putten van een van de soorten van de putten 27 en 28 van de bovengenoemde referentiesignalen fp1 en fp2 gevormd en met betrekking tot een baan buitendien worden de zijden waarop de putten 27 en 28 zijn gevormd, afgewisseld voor elke baanomloop. Dit betekent dat, indien de putten 27 en 35 28 respectievelijk worden gevormd aan de rechter en linker zijden bijvoorbeeld van een baanomloop, putten 28 en 27 respectie- 8007045 - i -7- velijk zullen worden gevormd op de rechter en linker zijden van elk van de naburige baanomlopen. Het derde hulpsignaal fp3 wordt geregistreerd op een vooraf bepaalde positie bij elke baanomloop. Deze vooraf bepaalde positie is op een gekozen 5 locatie, welke overeenkomt met de vertikale onderdrukkings-periode van het geregistreerde videosignaal. Putten van het derde hulpsignaal fp3 zijn niet getekend in de figuren. Het derde hulpsignaal fp3 wordt gebruikt voor het schakelen van de weergegeven eerste en tweede hulpsignalen fp1 en fp2 zoals 10 hierna beschreven. Deze hulpsignalen zijn meer in detail aangegeven in de boven aangegeven Amerikaanse octrooiaanvragen.
De weergeefstift 31 heeft een top met een configuratie overeenkomstig fig. 2. De weergeefstift 31 wordt gevormd door een stiftconstructie 32 van saffier en met een schijfvolgopper-15 vlak, dat een grotere breedte heeft dan een baanbreedte, en met een elektrode 33 bevestigd aan het achtervlak van de stiftconstructie 39. Wanneer de weergeefstift 31 loopt langs een baan op de schijf roterend in de richting volgens de getekende pijl, wordt het daarop geregistreerde videosignaal door variatie van 20 putten, weergegeven tengevolge van de variaties in de elektrostatische capaciteit tussen het oppervlak van de schijf en de elektrode 33 van de weergeefstift 31.
Bij het stelsel volgens fig. 3 wordt bij normale weergave een weergegeven signaal, afgenomen van de schijf 11 als 25 kleine variaties van elektrostatische capaciteit door de weergeefstift 31 van de signaalopneeminrichting 1^, toegevoerd aan een voorversterker 51 net een resonantieketen. De resonantie-frequentie varieert tengevolge van deze variatie in elektrostatische capaciteit en wordt gevormd tot een signaal van een 30 gewenst niveau. De resulterende uitgang van de voorversterker 51 wordt gedemoduleerd tot het oorspronkelijke informatie-signaal door een demodulator 52 en wordt af geleverd als een uitgang via de uitgangsklem 53.
Het uitgangssignaal van de voorversterker 51 wordt 35 toegevoerd aan een laag doorlaatfilter 5^ waar de referentie-signalen fp1, fp2 en fp3 worden afgescheiden. De uitgaande 8007045 -8- referentiesignalen passeren door een automatische versterkings-regelketen 55 en vorden respectievelijk toegevoerd naar versterkers 56, 57 en 58. Hier is elk van de versterkers 56, 57 en 58 een soort van banddoorlaatversterker. De versterkers 56, 57 5 en 58 zijn respectievelijk ontworpen voor steile doorlaat- __ frequentiekarakteristieken bij slechts de frequenties fp1, fp2 en fp3· Als resultaat worden de signalen met frequenties fp1 en fp2 afzonderlijk verkregen van de respectievelijke versterkers 56 en 57· Deze signalen passeren respectievelijk door niveau-10 instellers 59 en 60, waar hun niveaus worden ingesteld. De resulterende signalen worden dan toegevoerd naar een poort-schakelketen 61. Deze weergegeven signalen fp1 en fp2 zijn impulsreeksen respectievelijk met perioden overeenkomend met 2H (2 horizontale aftastperioden). Buitendien hebben zij een samen-15 vallende fase in de horizontale onderdrukkingsperiode van het weergegeven videosignaal.
Het signaal fp3 gescheiden en versterkt in de banddoor-laatversterker 58, wordt toegevoerd naar een integreerketen 62. Daar wordt--zijn golfvorm zo gevormd dat deze niet wordt be-20 invloed door ruis en andere invloeden. Het golfvormige signaal wordt dan toegevoerd voor het omschakelen van een flipflop 63.
De resulterende uitgang van deze flipflop 63 wordt gevoerd via een klem 6b naar de poortschakelketen 61 als een schakel-impuls.
25 Middelen zijn aangebracht voor het onderdrukken van de effecten zoals onderbreking, uitval, ruis, enz. in het signaal, afgeleid uit de volgstift 31. Voor het verkrijgen van een zelfs stabielere en nauwkeurige schakelimpuls, is het gewenst een keten te vormen zoals een vliegwieloscillator, welke een vrij 30 lopende oscillator is bij 15Hz of een automatische frequentie-regelketen, welke in staat is tot dezelfde functie als een trap voorafgaand aan de flipflop 63.
Een schakelimpuls vanuit de flipflop 63 wordt toegevoerd via de klem 6b naar de poortschakelketen 61. De poort-35 schakelketen 61 schakelt de signalen fp1 en fp2 gedurende elke _____________________ omwentelingsperiode van de schijf 11. De rotatiesnelheid van de 8007045 * * -9- t schijf bij de onderhavige uitvoering van de uitvinding is 900 omw/min zoals boven gezegd. Daarom worden twee beelden van elk videosignaal geregistreerd voor elke omwenteling van de schijf 11. De schakelimpuls, toegevoerd aan de klem 6k, heeft 5 omkerende polariteiten, welke elke twee beelden (1/15 sec.) veranderen. Als resultaat levert de poortschakelketen 61 de signalen fp1 en fp2 van respectievelijke voorafbepaalde polariteiten naar detectieketens 65 en 66.
De detectieketens 65 en 66 detecteren de omhullenden 10 van hun respectievelijke ingangsreferentiesignalen en zetten de omhullenden om in gelijkspanningen. Deze spanningen worden dan toegevoerd naar een differentiaalversterker 6j. Deze differenti-aalversterker 67 vergelijkt de uitgangssignalen van de twee detectieketens 65 en 66, welke variëren in reaktie op de weer-15 gegeven niveaus van de signalen fp1 en fp2. Dit wekt een uit-gangsspoorfoutsignaal op, dat de spoorfoutrichting en de fout-hoeveelheid aangeeft. Dit foutsignaal loopt door een fase-compensatieketen 68 en wordt verder versterkt tot een specifiek niveau door een aandrijfversterker 69. Het wordt dan toegevoerd 20 naar de spoorspoel van de signaalopneeminrichting 1^ als een regelsignaal om deze te regelen via een elektronische schakelaar T5, verbonden aan de zijde van een contactpunt q. Als resultaat is de weergeefstift 31 voorzien van baanregeling zodat het bovengenoemde baanfoutsignaal nul wordt, dat wil zeggen zodanig 25 dat dejstift 31 de baan van de schijf 11 op de juiste wijze volgt.
Op het tijdstip van een speciale weergeefwijze bij een werking zoals stilstaande weergave, langzame weergave, versnelde weergave of terugwaartse weergave, of willekeurige toegangswijze, worden stootimpulsen uit een stootimpulsvoedings-30 bron 70 toegevoerd via een regelketen 71 en de klem jk naar de poortschakelketen 61 en tegelijk vanaf de regelketen 71 naar de aandrijfversterker 69. Als resultaat wordt de weergeefstift 31 verschoven van een baanomwenteling naar een naburige baanomwente-ling bxnnen de vertikale onderdrukkingsperiode.
35 In het blokstelsel, dat de bovenstaande regelwerking uitvoert, wordt een uitgangsfoutsignaal van de genoemde aandrijf- 8007045 -10- verst erker 69» dat is gepasseerd door een schakelaar 75, toegevoerd naar een integreerketen 72 (laag doorlaatfilter) waar het signaal wordt geïntegreerd.
De uitgang van de integreerketen 72 wordt toegevoerd 5 naar een dode-zone-instelketen 73. Deze instelketen 73 heeft een dode-zone met betrekking tot signalen met niveaus binnen een speciaal niveaugebied. De uitgang van de instelketen 73 wordt versterkt door een motoraandrij fversterker 7U en dan toegevoerd aan de motor 19» waardoor zijn rotatiesnelheid wordt geregeld.
10 Aldus voert bij normale weergave de weergeefstift 31 steeds de aftasting uit in een toestand, waarin normaal volgen over elke baan wordt verkregen.
De essentiële delen van het stelsel volgens de uitvinding zullen nu worden beschreven, vanuit een toestand voordat normale 15 weergave wordt gestart. Bij het starten van een normale weergave wordt de schijf 11 geroteerd en wordt de wagen 15 verplaatst zodat de weergeefstift 31 een positie bereikt overeenkomend met de gewenste weergeefstartpositie. Hierna wordt een afspeelknop van een afspeelwerkdeel Uo niet ingedrukt en de elektronische 20 schakelaar 75 is in een toestand, waarin de schakelaar is verbonden met de zijde van een contactpunt p dat is geaard. Buitendien wordt de motor 19 aangedreven door een voedingsspanning, geleverd aan de motoraandrijfversterker 7^ vanaf een klem 76 en de signaalopneeminrichting 1U beweegt op de schijf 25 11 in de radiale richting van de schijf samen met de wagen 15.
Begeleid door de beweging van de signaalopneeminrichting 1U wordt een spanning overeenkomend met de positie van de weergeefstift 31 over de schijf 11, verkregen uit de variabele weerstand 22. De aldus verkregen spanning wordt toegevoerd naar 30 een spanningsgeregelde oscillator 80. De oscillator 80 levert als uitgang een signaal met een frequentie in verband met de daaraan toegevoerde spanning. Het uitgangssignaal van de oscillator 80 wordt onderworpen aan een frequentie-aftelling bij een aftelketen 81 en dan toegevoerd aan een fasevergelijker 83 via 35 een schakelaar 82 verbonden met de zijde van een contactpunt p.
Anderzijds wordt als begeleiding van de rotatie van de 8007045 * * -11- schijf 11 en de draaitafel 12 tengevolge van de rotatie van een motor 8b, het aantal van deze rotatie gedecteerd door een rotatiedetector 85. De uitgang van de rotatiedetector 85 wordt toegevoerd aan de fasevergelijker 83 via een schakelaar 86 ver-5 honden met de zijde van een contactpunt p.en onderworpen aan fasevergelijking met de fase van het signaal, geleverd uit de aftelketen 81. Het uitgaande verschilsignaal van de fasevergelijker 83 wordt toegevoerd naar een servoketen 87 en de rotatie van de motor 8U wordt geregeld door de uitgang van de servo-10 keten 87«
Aldus wordt de motor 8U synchroon geroteerd door de oscillerende uitgang van de oscillator 80 en geregeld in zijn aantal rotaties overeenkomstig de positie van de weergeefstift 31 van de signaalopneeminriehting 1¾ over de schijf 11. De 15 lineariteit, temperatuurkarakteristiek en stabiliteit van de oscillator 80 zijn buitengewoon en daarom is de fout in de oscillatiefrequentie van de oscillator 80 binnen + 2% in vergelijking met de werkelijke waarde betreffende de positie van de weergeefstift 31. Aldus is de fout in het aantal rotaties van 20 de schijf 11 ook binnen + 2% in vergelijking met het aantal rotaties bij registratie. Wanneer de weergeefstift 31 informatie weergeeft vanaf de schijf 11, voert de signaalopneeminriehting 1U buitendien het volgen correct uit door het gebruik van het blokstelsel volgens fig. 3, slechts in een geval waar de fout 25 in het aantal rotaties van de schijf 11 ligt binnen + 5% in vergelijking met het normale aantal rotaties. Daarom is in overeenstemming met het stelsel volgens de uitvinding, de fout in het aantal rotaties van de schijf 11 met betrekking tot de positie van de weergeefstift 31 steeds binnen + 2% voorafgaand 30 aan het starten van de weergave en aldus wordt onafhankelijk van het feit waar de weergave door de weergeefstift 31 wordt gestart op de schijf 11, correct volgen ogenblikkelijk verkregen.
Wanneer een speelknop van een speelwerkdeel Ho volgens fig. 3 wordt ingedrukt op een punt, waar de signaalopneem-35 inrichting I1* is bewogen naar een voorafbepaalde positie, wordt een stiftdalingscommandosignaal toegevoerd naar de signaalopneem- 8007045 -12- inrichting lU en de weergeefstift 31 wordt overeenkomstig neerwaarts gebracht naar de schijf 11. Aldus tast de weergeefstift 31 relatief het oppervlak van de schijf 11 af voor het starten van de weergave van het geregistreerde signaal. Buitendien wordt 5 een speelsignaal tegelijk geleverd als uitgang uit het speel-· werkdeel UO. Het genoemde speelsignaal aldus geleverd uit het speelwerkdeel Uo, wordt vertraagd over 0,2 sec bijvoorbeeld door een vertragingsketen U1 en dan toegevoerd aan de elektronische schakelaar 75 en schakelt de verbinding van de elektronische 10 schakelaar 75 over naar de zijde van het contactpunt p. Aldus wordt voorbij dit punt de weergeefstift 31 van de signaalopneem-inrichting 1U voorzien van baanregeling volgens het weergegeven referentiesignaal.
Buitendien wordt het uitgangssignaal van de vertragings-15 keten M verder vertraagd over nog eens 0,2 sec bij een vertragingsketen h2 en dan toegevoerd aan de schakelaars 82 en 86 via de klem 1*3 en klemmen 88a en 88b volgens fig. U. Door dit vanuit de vertragingsketen b2 toegevoerde signaal worden de verbindingen van de schakelaars 82 en 86 omgeschakeld naar de 20 zijden van de contactpunten q. Aldus wordt een uitgaand oscillerend signaal van een referentie-oscillator 89 toegevoerd naar de fasevergelijker 83 via de schakelaar 82. Door het verder toevoeren van een uitgaand weergegeven videosignaal van de demodulator 52 van fig. 3 naar een gesynchroniseerde signaal-25 scheidingsketen 77, wordt het afgescheiden horizontale gesynchroniseerde signaal toegevoerd aan de fasevergelijker 83 via een klem 78, een klem 90 van fig. k en de schakelaar 86.
Aldus wordt voorbij dit punt de rotatie van de motor 8b geregeld door de fasevergelijkingsverschiluitgang tussen de uitgangen van 30 de referentie-oscillator 89 en de rotatiedetector 85. Aldus wordt de rotatie van de schijf 11 zo geregeld, dat de frequentie van het weergegeven synchronisatiesignaal een constante frequentie wordt, dat wil zeggen dat de rotatie van de schijf 11 wordt geregeld zodanig, dat de relatieve lineaire snelheid tussen de 35 weergeefstift 31 en de schijf 11 constant wordt en normale ___________________weergave aldus wordt uitgevoerd door het CLV-stelsel.
8007045 -13-
Wanneer weergave moet worden uitgevoerd vanaf een gewenste positie op de schijf 11, door het bewegen van de signaal-opneeminrichting 1^ naar de gewenste positie met een snelle voorwaartse beweging, waarbij het aanvankelijke contact tussen 5 de weergeefstift 31 en de schijf 11 wordt gehandhaafd, kan het stelsel zo worden geconstrueerd, dat een speelwerkdeel bk wordt gevormd en een speelknop van het speelwerkdeel UU wordt ingedrukt voor het uitvoeren van de boven beschreven werking.
Een getallenvoorbeeld van het boven beschreven CLV-stelsel 10 zal nu worden gegeven. Wanneer registratie en/of weergave van 60 minuut moet worden uitgevoerd bij gebruik van een schijf met een diameter van 22,9 cm als de schijf 11, is de diameter van de buitenomtrek van de baan 217,2 mm, de diameter van de binnenste omtrek van de baan 85 mm, het aantal rotaties 607 omv/min 15 bij de binnenste omtrek van de baan en het aantal rotaties bij de buitenste omtrek van de baan 1632 omw/min. Aldus is de relatieve lineaire aftastsnelheid tussen de schijf en de weergeefstift over het gehele gebied van het registreeroppervlak 7,26 m/sec. Een roterend codeerorgaan, dat 105 impulsen per rotatie 20 levert als uitgang, wordt gebruikt als rotatiedetector 85. Een impuls met een frequentie 1062 Hz wordt geleverd als uitgang uit de rotatiedetector 85 wanneer de weergeefstift in de buitenste omtrekspositie van de schijf is en wanneer anderzijds de weergeefstift is in de binnenste omtrekspositie van de schijf, 25 levert de rotatiedetector 85 een impuls met een frequentie 2856 Hz. De oscillator 80 levert als uitgang een signaal met een frequentie 106,2 kHz wanneer de weergeefstift is in de uiterste omtrekspositie van de schijf, overeenkomstig de spanning geleverd uit de variabele weerstand 22. Wanneer echter 30 de weergeefstift is in de binnenste omtrekspositie van de schijf, levert de oscillator 80 een signaal met een frequentie 285,6 kHz als uitgang overeenkomstig de spanning geleverd uit de variabele weerstand 22. De uitgangssignaalfrequentie uit de oscillator 80 wordt in frequentie gedeeld tot 1/100 van de oorspronkelijke 35 frequentie in de aftelketen 81.
Een tweede uitvoeringsvorm van een stelsel volgens de 8007045
-1V
uitvinding wordt nu beschreven aan de hand van fig. 5· In fig. 5 zijn de onderdelen welke overeenkomen met die in fig. aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers en daarvoor zal geen nadere toelichting worden gegeven.
5 Voorafgaand aan het starten van de weergave, begeleid door het voorwaarts bewegen van de signaalopneeminrichting 1U in de radiale richting van de schijf 11, wordt een frequentie-signaal dat wordt geleverd door de oscillator 80 overeenkomstig de spanning geleverd vanuit de variabele weerstand 22 op een 10 overeenkomende wijze als geleverd bij bovenstaande uitvoering, toegevoerd aan een fasefoutdetector 100 en een snelheidsfout-detector 101 via de schakelaar 82 verbonden aan de zijde van het contactpunt p. Het gedetecteerde uitgangssignaal van de rotatie-detector 85 volgens de rotatie van de motor 81*, wordt ook toege-15 voerd zowel aan de fasefoutdetector 100 als de snelheidsfout- detector 101.
Zoals getekend in fig. 6 omvatten de fasefoutdetector 100 en de snelheidsfoutdetector 101 respectievelijk tellers 110 en 111, trapeziumvormige golfopwekketens 112 en 113, en monsterings-20 en vasthoudketens 111+ en 115· Een signaal a vanuit de oscillator 80 met voldoende hoge frequentie als getekend in fig. 7(A), wordt toegevoerd aan de tellers 110 en 111. Anderzijds wordt een rotatiedetectiesignaal b geleverd vanuit de rotatiedetector 85, met een golfvorm volgens fig. 7(B), ook toegevoerd aan de 25 tellers 110 en 111. De teller 111 wordt teruggesteld door het rotatiedetectiesignaal b en start het tellen van het signaal a van de oscillator 80. De getelde waarde wordt gebruikt voor het bepalen van de impulsbreedte, welke het ingangssignaal vertraagt over een zekere tijd en wordt vooraf ingesteld zodat een ge-30 wenste vertragingshoeveelheid TR kan worden verkregen. Wanneer de frequentie van het signaal a gelijk is aan f^, kan de getelde waarde N worden aangegeven in termen van de frequentie f^ en de vertragingswaarde T„, waarbij N wordt gekozen als een geheel Π getal. Overeenkomstig wordt, zoals aangegeven in fig. 7(C), het 35 uitgangssignaal van de teller 111 een rotatiedetectiesignaal c, ~ dat wordt vertraagd over een gewenste vertragingswaarde T^. Het 8007045 -15- bovengenoemde signaal c wordt toegevoerd naar de trapezium-vormige golfopwekketen 113 en een trapeziumvormige golf d met een voorafbepaalde helling zoals aangegeven in fig. 7(D), welke is gevormd in de trapeziumvormige golfopwekketen 113, wordt toege-5 voerd aan de monsterings- en vasthoudketen 115· Het hellende deel van de trapeziumvormige golf d wordt gemonsterd en vastgehouden door deze keten 115 door het rotatiedetectiesignaal b en een snelheidsfoutsignaal e volgens fig. 7(E) wordt verkregen.
Wanneer het aantal rotaties moet worden ingesteld op een 10 lagere rotatiewaarde, wordt de oscilleerfrequentie van de oscillator 80 ingesteld op een lagere frequentie. In dit geval wordt de vertragingswaarde groot en komt overeen met het feit wanneer de centrale frequentie van het snelheidsfoutdetectie-signaal wordt verlaagd.
15 Anderzijds wordt in de fasefoutdetector 100 de teller 110 gevoed met het signaal a vanuit de oscillator 80. Het aldus toegevoerde signaal naar de teller 110 wordt omgezet in een trapeziumvormige golf in de trapeziumvormige golfopwekketen 112 en dan toegevoerd naar de monsterings- en vasthoudketen 11¾ 20 waar het signaal wordt gemonsterd en vastgehouden door het signaal b geleverd vanuit de rotatiedetector 85. Aldus wordt een signaal betreffende de fasefout tussen de signalen a en b, geleverd vanuit de monsterings- en vasthoudketen 11^, verkregen.
Het snelheidsfoutsignaal e, verkregen uit de snelheids-25 foutdetector 110, met betrekking tot de positie van de weergeef- stift 31 boven de schijf 11 in de radiale richting van de schijf, wordt geleverd naar een koppelversterker 103. Het aldus aan de koppelversterker 103 geleverde signaal wordt toegevoegd aan het fasefoutsignaal, verkregen uit de fasefoutdetector 100, 30 via een schakelaar 102 verbonden aan de zijde van het contactpunt p en versterkt in de koppelingsversterker 103. Het uitgangssignaal van de koppelversterker 103 wordt toegevoerd aan de motor 8¾ voor het regelen van de rotatie van de motor 8¾.
Volgens de onderhavige uitvoeling varieert, aangezien de 35 frequentie van het referentiesignaal a varieert volgens de positie van de weergeefstift 31 boven de schijf 11 in de radiale 8007045 -16- richting van de schijf, de centrale frequentie van het snel-heidsfoutsignaal e automatisch tengevolge van de bovengenoemde variatie en het signaal wordt een snelheidsfoutsignaal met betrekking tot het aantal rotaties van de motor 8¾. Buitendien 5 wordt een fasefoutsignaal met betrekking tot het bovengenoemde aantal rotaties verkregen uit de fasefoutdetector 100.
Bij het starten van een normale weergave worden de verbindingen van de schakelaars 82 en 102 gewijzigd naar de zijden van de contactpunten q, door omschakelsignalen geleverd vanuit 10 de klemmen 88a en 88b. Het signaal uit de referentie-oscillator 89 verkregen via de schakelaar 82, en het gedetecteerde signaal uit de rotatiedetector 85 worden toegevoerd aan de fasefout-detector 100 en de snelheidsfoutdetector 101. Omdat de schakelaar 102 wordt omgeschakeld en verbonden met de zijde van het 15 contactpunt q, wordt slechts het uitgangssignaal van de snelheidsfoutdetector 101 toegevoerd naar de koppelversterker 103.
Anderzijds worden de fasen van het referentiesignaal geleverd vanuit de referentie-oscillator 89 en het gesynchroniseerde signaal geleverd vanuit de klem 90, onderworpen aan een 20 fasevergelijking in de fasevergelijker 10U, Buitendien wordt het uitgaande faseverschilsignaal van de fasevergelijker 10U toegevoerd aan de koppelversterker 103 via de schakelaar 102 en dan toegevoegd aan het uitgangssignaal van de snelheidsfoutdetector 101 en uiteindelijk versterkt.
25 Een derde uitvoering van een rotatieregelstelsel volgens de uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van fig. 8.
In fig. 8 zijn de delen, welke overeenkomen met die van fig. 5> aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers en hun toelichting zal niet opnieuw worden gegeven. In een toestand voorafgaand 30 aan het starten van een normale weergave zijn de schakelaar 82 en schakelaars 120 en 121 verbonden aan de zijden van het contactpunt p. De oscillerende uitgang van de oscillator 80 wordt respectievelijk toegevoerd naar de snelheidsfoutdetector 101 via de schakelaar 120 en naar de fasefoutdetector 100 via 35 de schakelaar 82. De gedetecteerde uitgang van de rotatiedetector 85 wordt direct toegevoerd naar de snelheidsfoutdetector 8007045 t -17- 101 en ook naar de fasefoutdetector 100 via de schakelaar 121.
Bij het starten van een normale weergave worden de verbindingen van de schakelaars|82, 120 en 121 omgezet naar de zijden van de contactpunten q door middel van signalen, geleverd vanaf 5 de klemmen 88a, 88b en 88c. Aldus worden de gedetecteerde uitgang van de rotatiedetector 85 en het signaal van de referentie-oscillator 89 verkregen via de schakelaar 82 en 120, toegevoerd naar de snelheidsfout detect or 101. Aan de andere kant worden het gesynchroniseerde signaal van de klem 90 verkregen via de 10 schakelaar 121, en het signaal van de referentie-oscillator 89 verkregen via de schakelaar 82, toegevoerd naar de fasefoutdetector 100.
Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet tot de aangegeven uit voe rings vormen is beperkt, maar dat variaties binnen het 15 kader van de uitvinding mogelijk zijn.
8007045

Claims (11)

1. Rotatieregelstelsel in een inrichting voor het weergeven van informatiesignalen vanaf een roterend registratiemedium door gebruik van een weergeefstift, waarbij het roterende 5 registratiemedium de informatiesignalen geregistreerd daarop heeft zodat de relatieve snelheid tussen registreerorganen en het roterende registratiemedium constant wordt gehouden waarbij het rotatieregelstelsel is voorzien van een motor voor het roteren van het roterende registratiemedium, en regelorganen 10 voor het regelen van de rotatie van de motor, met het kenmerk, dat is voorzien in positiesignaalverkrijgingsorganen (22) voor het verkrijgen van een positiesignaal overeenkomend met de positie van de weergeefstift op het roterende registratiemedium, variabele frequentie-oscillatororganen (80) gevoed met het 15 positiesignaal, voor het leveren van een signaal met een frequentie met betrekking tot het positiesignaal dat daaraan is toegevoerd, rotatiedetectie-organen (85) voor het detecteren van de rotatie van de motor, en vergelijkingsorganen (83, 100, 101) voor het vergelijken van de uitgang van de variabele frequentie-20 oscillatororganen met het uitgangssignaal van de rotatiedetectie-organen, voor het leveren van een uitgaand verschil-signaal waarbij dit uitgaande verschilsignaal wordt toegevoerd aan de regelorganen.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 25 de positiesignaalverkrijgingsorganen een variabele weerstand (22) omvatten voor het opwekken van een spanningssignaal met betrekking tot de positie van de weergeefstift op het roterende registratiemedium, waarbij de variabele weerstand wordt gevarieerd in zijn weerstand overeenkomstig de positie van de 30 weergeefstift op het roterende registratiemedium, en de variabele frequentie-oscillatororganen zijn voorzien van een spannings-geregelde oscillator (80) voor het leveren van een oscillerende uitgang met een frequentie betrekking hebbend op het spannings-signaal.
3. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat verder een referentie-oscillator (89) aanwezig is voor het 8007045 -19- oscilleren van een referentiefrequentiesignaal, gesynchroniseerde signaalscheidings- en toevoerorganen (77, 78, 90) voor het scheiden van een gesynchroniseerd signaal uit een signaal weergegeven vanaf het roterende registratiemedium door gebruik 5 van de weergeefstift, een eerste schakelorgaan (82) voor het selectief toevoeren van de uitgang van de variabele frequentie-oscillatororganen en de uitgang van de referentie-oscillator naar de vergelijkingsorganen, en een tweede schakelorgaan (86) voor het selectief toevoeren van de uitgang van de roterende 10 detectie-organen en het gesynchroniseerde signaal van de ge synchroniseerde signaal-scheidings- en toevoerorganen naar de vergelijkingsorganen, waarbij de eerste en tweede schakelorganen respectievelijk de uitgangen leveren van de variabele frequentie-oscillatororganen en de rotatiedetectieorganen naar de verge-15 lijkingsorganen in een toestand voorafgaand aan het starten van een normale weergave, en de eerste en tweede schakelorganen worden omgeschakeld voor het respectievelijk toevoeren van de uitgang van de referentie-oscillator en het gesynchroniseerde signaal van de gesynchroniseerde signaalscheidings- en toevoer-20 organen naar de vergelijkingsorganen bij normale weergave. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vergelijkingsorganen een fasevergelijker (83) vormen.
5· Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat organen (81) aanwezig zijn voor frequentiedeling van de 25 frequentie van het uitgangssignaal geleverd door de variabele frequentie-oscillatororganen, en het toevoeren van het in frequentie gedeelde signaal dat aldus is verkregen, aan de vergelijkingsorganen.
6. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 30 de vergelijkingsorganen bestaan uit een eerste vergelijkings-orgaan (100) voor het detecteren van de fasefoüt en een tweede vergelijkingsorgaan (101) voor het detecteren van de snelheids-fout, terwijl een referentie-oscillator (89) aanwezig is voor het oscilleren van de referentiefrequentie, gesynchroniseerde 35 signaalscheidings- en toevoerorganen (77, 78, 90) voor het scheiden van een gesynchroniseerd signaal uit een signaal weer- 8007045 -20- gegeven vanaf het roterende registratiemedium door gebruik van de veergeefstift, een f asevergelijker (10U) voor het uitvoeren van fasevergelijking tussen het uitgangssignaal geleverd door de referentie-oscillator en het gesynchroniseerde signaal, 5 een eerste schakelorgaan (82) voor het selectief toevoeren van de uitgangen van de variabele frequentie-oscillatororganen en de referentie-oscillator aan de eerste en tweede vergelijkings-organen, een tweede schakelorgaan (102) voor het selectief doorlaten van de uitgangen van het eerste vergelijkingsorgaan en de 10 fasevergelijker, en organen (103) voor het optellen van de uitgang van het tweede vergelijkingsorgaan en de uitgang welke is gepasseerd door het tweede schakelorgaan, en het leveren van het aldus verkregen signaal aan de motor voor het regelen van de rotatie van de motor, waarbij de eerste en tweede schakelorganen 15 respectievelijk de uitgangen doorlaten van de variabele frequentie-oscillatororganen en het tweede vergelijkingsorgaan in een toestand voorafgaand aan het starten van een normale weergave, en eerste en tweede schakelorganen worden omgeschakeld voor het respectievelijk doorlaten van de uitgangen van de referentie-20 oscillator en de fasevergelijker bij normale weergave.
7. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste en tweede vergelijkingsorganen respectievelijk zijn voorzien van een teller (110, 111) gevoed met de uitgangen van de variabele frequentie-oscillatororganen en de rotatiedetectie- 25 organen, voor het leveren van een uitgangssignaal dat wordt vertraagd over een voorafbepaalde hoeveelheid met betrekking tot de uitgang van de rotatiedetectie-organen, een trapeziumvormige golfvormketen (112, 113) gevoed met de uitgang van de teller, voor het vormen van een trapeziumvormige golf, en een monsterings-30 en vasthoudketen (11 ^, 115) voor het monsteren en vasthouden van de trapeziumvormige golf geleverd vanuit de trapezium-vormige golfvormketen door het gebruik van de uitgangsimpuls van de rotatiedetectie-organen.
8. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 35 de vergelijkingsorganen bestaan uit een eerste vergelijkings- orgaan (100) voor het detecteren van de fasefout en een tweede 8 0 Ö 7 0 4 5 -21- vergelijkingsorgaan (101) voor het detecteren van de snelheids-fout en verder een referentie-oscillator (89) aanwezig is voor het oscilleren van de referentiefrequentie, gesynchroniseerde signaalscheidings- en toevoerorganen (77, 78, 90) voor het 5 afscheiden van een gesynchroniseerd signaal uit een signaal weergegeven vanaf het roterende registratiemedium door gebruik van de weergeefstift, een eerste schakelorgaan (82) voor het selectief doorlaten van de uitgangen van de variabele frequentie-oscillatororganen en de referentie-oscillator, een tweede 10 schakelorgaan (120) voor het selectief leveren van de uitgang van de variabele frequentie-oscillatororganen en de uitgang van de referentie-oscillator verkregen via het eerste schakelorgaan naar het tweede vergelijkingsorgaan, en een derde schakelorgaan (121) voor het selectief toevoeren van het gesynchroniseerde 15 signaal van de gesynchroniseerde signaalscheidings- en toevoer- organen en de gedetecteerde uitgang van de rotatiedetectie-organen naar het eerste vergelijkingsorgaan, terwijl de rotatie-detectie-organen hun gedetecteerde uitgang leveren naar het tweede vergelijkingsorgaan, terwijl het eerste schakelorgaan een 20 signaal levert dat is gepasseerd daardoor naar het eerste vergelijkingsorgaan, terwijl de eerste en tweede schakelorganen respectievelijk de uitgang van de variabele frequentie-oscillatororganen toevoeren aan de eerste en tweede vergelijkingsor-ganen, en het derde schakelorgaan de uitgang van de rotatie-25 detectie-organen toevoert aan het eerste vergelijkingsorgaan, in een toestand voorafgaand aan het starten van een normale weergave, waarbij de eerste en tweede schakelorganen respectievelijk worden omgeschakeld voor het leveren van de uitgang van de referentie-oscillator naar de eerste en tweede vergelijkings-30 organen, en het derde schakelorgaan wordt omgeschakeld voor het leveren van het gesynchroniseerde signaal van de gesynchroniseerde signaalscheidings- en toevoerorganen naar de eerste verge-lijkingsorganen, bij normale weergave,
9. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de be-35 schrijving en/of weergegeven in de tekening. 80 0 70 4,5 ___t —22 — -^HRTI981 Verbetering van errata in de beschrijving behorende bij de octrooiaanvrage no. 80.07045 Ned. voorgesteld door aanvrager d.d. 2 νγ:; 331 Op pag. 5, regels 10 en 11 moet worden geschrapt "met een rotatie-snelheid van 900 omw/min.". Op pag. 6, regels 13 en 14 moet worden geschrapt "van bijvoorbeeld twee beelden (dus vier rasters)" en ook "per omwenteling".
5 Op pag. 6, regels 23, 24 en 25 moet worden geschrapt vanaf "bij elke" tot en met "onderdrukkingsperiode". Op pag. 7, regels 4, 5 en 6 moet worden geschrapt vanaf "Deze vooraf" tot en met "videosignaal". Op pag. 7, regel 14 moet worden geschrapt "van saffier en".
10 Op pag. 8, regels 12 tot en met 16 moet worden geschrapt vanaf "Deze weergegeven" tot en met "videosignaal". Op pag. 8, regels 25 tot en met 32 de gehele alinea schrappen. Op pag. 8, regel 36 tot en met pag. 9 regel 4 moet worden geschrapt vanaf "De rotatiesnelheid" tot en met "schijf 11".
15 Op pag. 9, regel 5 "welke elke twee beelden (1/1 vervangen door "welke bij elke rotatie van de schijf 11". Op pag. 9, regel 34 moet worden geschrapt "binnen de vertikale onderdrukkingsperiode" . Op pag. 10, regel 29 moet na "weerstand 22" worden ingelast "zie 20 fig. 4". ADD/IH j( 80 0 7 0 4 5
NL8007045A 1979-12-27 1980-12-24 Rotatieregelstelsel in een weergeefinrichting voor een roterend registratiemedium. NL8007045A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP17308279 1979-12-27
JP17308379 1979-12-27
JP17308279A JPS5694547A (en) 1979-12-27 1979-12-27 Revolution number controlling system in reproducing device for information disc
JP17308379A JPS5694548A (en) 1979-12-27 1979-12-27 Number of revolution control system in equal line speed playback device for information disc

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8007045A true NL8007045A (nl) 1981-07-16

Family

ID=26495203

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8007045A NL8007045A (nl) 1979-12-27 1980-12-24 Rotatieregelstelsel in een weergeefinrichting voor een roterend registratiemedium.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4388713A (nl)
DE (1) DE3049045C2 (nl)
GB (1) GB2069186B (nl)
NL (1) NL8007045A (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5764371A (en) * 1980-09-30 1982-04-19 Toshiba Corp Rotation control system of disk recording medium
JPS57181482A (en) * 1981-05-01 1982-11-08 Toshiba Corp Disc device
JPS57198579A (en) * 1981-05-29 1982-12-06 Sony Corp Disc reproducing device
JPS5819713A (ja) * 1981-07-29 1983-02-04 Olympus Optical Co Ltd デイスク上の読み出しデ−タ長等価方式
JPS5898881A (ja) * 1981-12-08 1983-06-11 Pioneer Video Corp 情報記録デイスク再生装置における時間軸制御装置
US4727530A (en) * 1983-10-14 1988-02-23 Nippon Gakki Seizo Kabushiki Kaisha Disc rotation control device for a disc player
JPS60113680A (ja) * 1983-11-22 1985-06-20 Victor Co Of Japan Ltd モ−タの回転制御装置
JPS60111556U (ja) * 1983-12-29 1985-07-29 パイオニア株式会社 情報再生装置
JPS60173767A (ja) * 1984-02-20 1985-09-07 Sony Corp 光学式ディスク装置
JPS60195772A (ja) * 1984-03-16 1985-10-04 Pioneer Electronic Corp 記録ディスク回転駆動制御装置
US4566224A (en) * 1984-10-24 1986-01-28 Rca Corporation Lapping apparatus
US5228020A (en) * 1985-01-31 1993-07-13 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. System for detecting rotational deviation of a rotary recording medium and an apparatus for reproducing a signal from the recording medium
DE3508423A1 (de) * 1985-03-09 1986-09-11 Deutsche Thomson-Brandt Gmbh, 7730 Villingen-Schwenningen System zur ermittlung der abtastgeschwindigkeit von audioplatten mit beruehrungsloser abtastung
JPS6254868A (ja) * 1985-09-03 1987-03-10 Victor Co Of Japan Ltd 回転記録媒体の回転数制御装置
US4809248A (en) * 1986-03-05 1989-02-28 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Memory device including a rotating disk and means for detecting change in frictional resistance between the disk and a read/record head
US4799112A (en) * 1987-02-19 1989-01-17 Magnetic Peripherals Inc. Method and apparatus for recording data
US5010540A (en) * 1987-07-31 1991-04-23 Sharp Kabushiki Kaisha Apparatus for recording and reproducing information on and from an optical disk
US4947093A (en) * 1988-11-25 1990-08-07 Micropolis Corporation Shock resistant winchester disk drive
JPH02216663A (ja) * 1989-02-15 1990-08-29 Sony Corp 光デイスク装置
DE3912837A1 (de) * 1989-04-19 1990-10-25 Thomson Brandt Gmbh Regelschaltung
DE4016551A1 (de) * 1990-05-23 1991-11-28 Thomson Brandt Gmbh Verfahren zum anhalten eines rotierenden plattenfoermigen aufzeichnungstraegers
US5258876A (en) * 1991-09-16 1993-11-02 Seagate Technology, Inc. Zone bit recording with write compensation
US5798999A (en) * 1991-12-23 1998-08-25 Nimbus Communications International Limited Damped turntable/disk arculately positionable relative to a head
JPH06147811A (ja) * 1992-11-04 1994-05-27 Fujitsu Ltd 回転角度検出方式
JP2941424B2 (ja) * 1992-11-30 1999-08-25 三星電子株式会社 スタッガードサーボにおけるヘッドスイッチング方法及びその回路
AU694947B2 (en) * 1993-02-02 1998-08-06 Nimbus Communications International Limited A disk recording system
US6088180A (en) * 1994-04-05 2000-07-11 Samsung Electronics Co., Ltd. Head switching method for staggered servo and circuit thereof
KR970076521A (ko) * 1996-05-14 1997-12-12 김광호 콤팩트 디스크의 데이터의 기록선속도 측정방법
US7234181B1 (en) * 2005-02-24 2007-06-26 Christine Griggs Incline sleeper for an infant

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4040401A (en) * 1974-11-05 1977-08-09 Ethyl Corporation Spark vacuum advance control
DD125986A1 (nl) * 1975-05-27 1977-06-08
DE2811761A1 (de) * 1978-03-17 1979-09-20 Wilhelm Dr Ing Lepper Verfahren zur aufnahme und wiedergabe von schallaufzeichnungen fuer schallplatten und einrichtung zur durchfuehrung des verfahrens
US4190860A (en) * 1978-11-16 1980-02-26 Mca Discovision, Inc. Digital method and apparatus for rotating an information storage disc
US4223349A (en) * 1978-11-16 1980-09-16 Mca Discovision, Inc. System for rotating an information storage disc at a variable angular velocity to recover information therefrom at a prescribed constant rate

Also Published As

Publication number Publication date
DE3049045A1 (de) 1981-10-01
US4388713A (en) 1983-06-14
GB2069186B (en) 1983-12-07
DE3049045C2 (de) 1986-08-28
GB2069186A (en) 1981-08-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8007045A (nl) Rotatieregelstelsel in een weergeefinrichting voor een roterend registratiemedium.
US4190859A (en) Tracking control apparatus for use in apparatus for reproducing video signals from a rotary recording medium
US4110799A (en) Servo system for controlling the position of a magnetic head relative to a track to be followed using periodically interrupted long-wave positioning signals
NL8100196A (nl) Volgregelstelsel in een magnetische weergave-inrichting.
KR910007913B1 (ko) 광학식 디스크 플레이어의 트래킹 제어장치
US4929917A (en) Phase-locked loop circuit
CA1100233A (en) Scanning light beam of changing size
NL8103542A (nl) Weergeefinrichting voor een roterend registratiemedium geschikt voor het uitvoeren van speciale weergave.
US4322748A (en) High-speed reproducing system in apparatus for reproducing information signals recorded on a rotary recording medium
NL8005930A (nl) Koppositioneringssignaalgenerator.
US4472795A (en) Periodical signal detection circuit within a variable window length
US4426692A (en) Rotary recording medium having an improved three frequency pickup tracking control and reproducing apparatus therefor
JPH01169741A (ja) トラック極性検出装置
GB2086613A (en) Rotary recording medium reproducing apparatus capable of performing special reproduction
US4463388A (en) Rotary recording medium capable of performing special reproduction
US4003090A (en) Magnetic recording and reproducing system with tape-to-head speed control
US4550393A (en) System for reproducing an address signal from each track turn during a search mode operation of a reproducing apparatus
US4428003A (en) Periodical signal detection circuit in a reproducing apparatus
JPH0731869B2 (ja) デイスク回転駆動装置
US4697257A (en) Jitter compensation system in a rotary recording medium reproducing apparatus
NL8203140A (nl) Inrichting en werkwijze voor het bepalen van de positie van een leeskop.
US4470078A (en) Pulse driven control circuit for moving a transducer across a rotary recording medium of pulses applied thereto
US4500981A (en) Jitter compensation system in a rotary recording medium reproducing apparatus
US4486790A (en) Drive circuit for feeding a reproducing element across a rotary medium having signals recorded thereon
US4370740A (en) Rotary recording medium

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed