NL7812111A - Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijf- vormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte. - Google Patents

Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijf- vormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte. Download PDF

Info

Publication number
NL7812111A
NL7812111A NL7812111A NL7812111A NL7812111A NL 7812111 A NL7812111 A NL 7812111A NL 7812111 A NL7812111 A NL 7812111A NL 7812111 A NL7812111 A NL 7812111A NL 7812111 A NL7812111 A NL 7812111A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
deflection element
deflection
mirror
control loop
Prior art date
Application number
NL7812111A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL7812111A priority Critical patent/NL7812111A/nl
Priority to FR7924255A priority patent/FR2444314A1/fr
Priority to AR278861A priority patent/AR220790A1/es
Priority to MX180275A priority patent/MX151082A/es
Priority to CA000341409A priority patent/CA1161555A/en
Priority to DE2949516A priority patent/DE2949516C2/de
Priority to BR7908048A priority patent/BR7908048A/pt
Priority to SE7910129A priority patent/SE443891B/sv
Priority to NZ192349A priority patent/NZ192349A/xx
Priority to DK524679A priority patent/DK524679A/da
Priority to IT69370/79A priority patent/IT1119966B/it
Priority to GB7942464A priority patent/GB2037460B/en
Priority to JP54159876A priority patent/JPS5927973B2/ja
Priority to ES486748A priority patent/ES486748A1/es
Priority to AU53681/79A priority patent/AU533655B2/en
Priority to BE0/198513A priority patent/BE880545A/fr
Priority to AT0788279A priority patent/AT371270B/de
Publication of NL7812111A publication Critical patent/NL7812111A/nl
Priority to US06/163,769 priority patent/US4330880A/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/085Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam into, or out of, its operative position or across tracks, otherwise than during the transducing operation, e.g. for adjustment or preliminary positioning or track change or selection
    • G11B7/08505Methods for track change, selection or preliminary positioning by moving the head
    • G11B7/08517Methods for track change, selection or preliminary positioning by moving the head with tracking pull-in only
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/09Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B7/0901Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following only

Description

.J^ ίΓ t.n.v. IT.V. Philips'Gloeilampenfabrieken, Eindhoven.
11.12.78 ! PHN.9312 "Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijfvormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte"
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager waarop in nagenoeg parallelle sporen volgens een optisch detekteerbare struktuur videoinformatie is 5 opgetekend, welke inrichting is voorzien van een·optische uitleeseenheid met een stralingsbron voor het uitzenden van een uitleesstralenbundel, een uitleesdetektor voor het detekteren van de na samenwerking met de registratiedrager in de uitleesstralenbundel aanwezige informatie en 10 een met de uitleesstralenbundel samenwerkend deflektie- element voor het variëren van de radiale aftastpositie op de registratiedrager, welk deflektie-element bestaat uit een in afhankelijkheid van een stuursignaal van een middenstand in twee tegenovergestelde richtingen beweegbaar I5 element, waarbij de inrichting verder is voorzien van een aandrijfinrichting voor het in radiale richting verplaatsen van de optische uitleeseenheid en een servoregellus voor het regelen van de radiale aftastpositie waarin is opgenomen het deflektie-element en een meetdetektor voor 20 het meten van de afwijking van de radiale aftastpositie ten opzichte van het gewenste spoor en het daaruit afleiden van het stuursignaal voor het deflektie-element.
Schijfvormige registratiedragers met een optisch detekteerbare struktuur lenen zich bijzonder ‘goed voor de opslag van videosignalen. Vanwege het feit 7812111 ' -Jt
X
¥ 11.12.78 2 PHN.9312 dat de uitlezing kontaktloos plaats vindt, met andere woorden dat er geen mechanisch kontakt tussen de registratie-drager en de uitleeseenheid bestaat, kan men de radiale aftastpositie op de registratiedrager vrijelijk wijzigen 5 zonder gevaar voor beschadigingen. Dit levert onder andere de mogelijkheid op tot het realiseren van stilstaande en vertraagde beelcfën.
Een inrichting van bovengenoemde soort is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.854.015 ‘v 10 (PHN.6225), in welk octrooischrift in het bijzonder de maatregelen zijn aangegeven om bovengenoemde aftastmodi te realiseren. Met behulp van deze maatregelen wordt •bereikt.dat op door de gewenste aftastmodus gewenste tijd-• stippen de radiale aftastpositie over één spoorafstand op 15 de registratiedrager verplaatst wordt.
Naast deze mogelijkheid tot realisatie van de genoemde aftastmodi. biedt de aan het optische uitleessysteem inherente kontaktloze uitlezing ook de mogelijkheid snel een gewenst programmagedeelte op de registra-20 tiedrager op te zoeken. Door het in radiale zin verplaatsen van het optische uitleeselement is het immers mogelijk op snelle wijze elk gewenst programmagedeelte van de op de registratiedrager opgetekendè videoinformatie binnen het uitleesbereik van deze uitleeseenheid te brengen.
25 - Bij het opzoeken van een bepaald gewenst programmagedeelte is het zeer gewenst dat ook bij het in radiale richting verplaatsen de uitleeseenheid zo goed mogelijk in staat is videoinformatie uit te lezen, dat wil zeggen dat de beeldweergave zo goed mogelijk in stand 30 wordt gehouden. Bij behoud van de beeldweergave wordt het gericht opzoeken van een gewenst programmagedeelte immers sterk vereenvoudigd.
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die met behulp van relatief eenvoudige middelen aan bovengenoemde wens tegemoet komt. De uitvinding heeft daartoe als kenmerk, dat de inrichting is voorzien van positiedetektiemiddelen 7812111 • - £ t 11.12.78 3 PHN.9312 voor het leveren van een eerste detektiesignaal zodra de uitwijking van het deflektie-element ten opzichte van de middenstand een zekere grenswaarde overschrijdt, eerste schakelmiddelen voor het na het optreden van het eerste 5 detektiesignaal onwerkzaam maken van de servoregellus, aandrijfmiddelen voor het na het optreden van het detektiesignaal door de middenstand heen doen bewegen van het de-flektie-element, en tweede schakelmiddelen voor het daarna weer werkzaam maken van de servoregellus.
10 De uitvinding maakt gebruik van het inzicht dat bij het in radiale richting verplaatsen van de uitleeseenheid de door de uitleesstralenbundel op de registratiedrager teweeggebrachte aftastspot toch een tijdlang met het informatiespoor zal blijven samenvallen 15 en de uitlezing van de videoinformatie behouden blijft.
De het deflektie-element bevattende servoregellus streeft er immers naar het samenvallen van de aftastspot met het informatiespoor te behouden. Door deze servoregellus wordt als het ware de radiale verplaatsing van de aftastspot, 20 teweeggebracht door de radiale verplaatsing van het uit-•lees’element, gekompenseerd door een tegengesteld gerichte radiale verplaatsing, teweeggebracht. door de aan het in de servoregellus opgenomen deflektie-element voorgeschreven beweging. Hierbij zal de uitwijking van het deflektie-25 element steeds toenemen. Volgens de uitvinding wordt bij het bereiken van een ingestelde maximale uitwijking van het deflektie-element de servoregellus onwerkzaam gemaakt en wordt dat deflektie-element zodanig aangedreven dat het door de middenstand heen naar een positie wordt gevoerd 30 die met de middenstand als referentie maximaal ongeveer gespiegeld ligt ten opzichte van de oorspronkelijk ingenomen positie. Daarna wordt de servoregellus weer werkzaam gemaakt waardoor de aftastspot weer een tijd lang met het informatiespoor samenvalt, namelijk totdat de genoemde 35 ingestelde maximale uitwijking van het deflektie-element weer bereikt wordt. Hierbij wordt de ingestelde maxdmale uitwijking van het deflektie-element zodanig gekozen dat 7812 1 11 : :ί «f * 11.12.78 k PHN.9312 bij deze uitwijking nog een korrekte uitlezing van de registratiedrager mogelijk is. Door de maatregelen volgens de uitvinding wordt bereikt dat gedurende het opzoeken van een bepaald programmagedeelte de uitlezing gedurende rela-5 tief lange tijdsintervallen (bijvoorbeeld 100 msec) gehandhaafd blijft, terwijl deze tijdsintervallen onderbroken worden door relatief korte tijdsintervallen (bijvoorbeeld 10 msec) waarin geen uitlezing plaats vindt, waardoor ook tijdens het opzoeken van een gewenst programmagedeelte 10 een praktisch ongestoorde beeldweergave wordt bereikt.
Een voorkeursuitvoering van de 'inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het deflek-tie-element bestaat uit een tegen een veerkracht in door het stuursignaal vanuit de middenstand beweegbaar element, 15 dat de aandrijf middelen worden gevormd door deze veerkracht,. en dat de inrichting is voorzien van snelheids-detektiemiddelen voor het leveren van een tweede detektie-signaal zodra de radiale bewegingssnelheid van de aftast-positie tot beneden een zekere grenswaarde is gedaald en 20 de tweede schakelmiddelen zijn ingericht om de servoregel-lus weer werkzaam te maken bij het optredén van dit tweede detektiesignaal. Deze voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding maakt een nuttig gebruik van de eigenschappen van een veelvuldig gebruikt type deflektie-25 element. Dit deflektie-element bestaat bijvoorbeeld uit een spiegel die met behulp van een galvanometer-aandrijving kantelbaar is, waarbij deze spiegel door een veer normaliter in zijn middenstand wordt gehouden. Wordt de servo-regellus bij het bereiken van de ingestelde maximale uit-30 wijking van de spiegel onwerkzaam gemaakt dan zal als gevolg van de veerkracht deze spiegel een slingerbeweging gaan uitvoeren. Aangezien bij het omkeren van de bewegingsrichting (maximale uitwijking) de bewegingssnelheid nul is, is deze bewegingssnelheid een zeer geschikt kriterium 35 om het weer werkzaam maken van de servoregellus te laten bepalen.
Volgens een verdere voorkeursuitvoering 7812111 t- .
y 11.12.78 5 ' PHN.9312 zijn de snelheidsdetektiemiddelen gekoppeld met de meet-detektor en zijn' ingericht voor liet meten van de frequentie van een door deze meetdetektor geleverd wisselstroom-signaal en het leveren van het tweede detektiesignaal zodra 5 deze frequentie tot beneden een zekere grenswaarde is gedaald.
Om de tijd gedurende welke geen uitle-zing van informatie mogelijk is nog verder te verkleinen is een voorkeursuitvoering volgens de uitvinding gekenmerkt 10 doordat de aandrijfmiddelen een stuurcircuit bevatten voor het leveren van een stuursignaal aan het deflektie-element voor het aandrijven van dit deflektie-element na het optreden van het eerste detektiesignaal. Bij -toepassing van een deflektie-element met veerkracht wordt hierbij dus de 15 aandrijving als gevolg van de veerkracht extra versterkt.
Bij toepassing van een deflektie-element zonder veerkon-stante is deze aktieve aandrijving zelfs noodzakelijk. De vorm van het stuursignaal is daarbij uiteraard afhankelijk van het type element. In het algemeen zal men dit stuur-20 signaal een zodanig verloop geven dat na afloop van dit stuursignaal het deflektie-element een zo groot mogelijke uitwijking bezit en tevens de bewegingssnelheid zo klein mogelijk is, aangezien dan via de dan gesloten servoregel-lus het invangen op een spoor het eenvoudigst is.
25 Om dit invangen van de servoregellus op een spoor te vereenvoudigen, is een verdere voorkeursuitvoering volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de inrichting is voorzien van besturingsmiddelen voor het afremmen van een eventuele bewegingssnelheid van het deflek-30 tie-element na het weer werkzaam maken van de servoregellus.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de figuren, waarbij
Fig. 1 schematisch een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding toont, 35 Fig. 2 toont ter verduidelijking enige karakteristieken en
Fig. 3 met behulp van een schematische 7812111 -r 11.12.78 6 PHN.9312 voorstelling het effekt van de maatregelen volgens de uitvinding,
Fig. k toont een uitvoeringsvorm van de bij de inrichting volgens de uitvinding benodigde schake-5 lingen,
Fig. 5 sen additionele schakeling voor het verkrijgen'van een remwerking en
Fig. 6 de daarin optredende signalen.
De inrichting volgens fig. 1 toont éen schijfvormige registratiedrager 1, die met behulp van een door een centrale opening stekende as 2 in roterende zin V wordt aangedreven. Aangenomen is, dat deze registratiedrager .1 informatiesporen op het bovenvlak bezit, welk bovenvlak als reflektievlak is uitgevoerd, en dat het 15 registratiedragermateriaal zelf doorzichtig is, waardoor deze registratiedrager met behulp van een zich onder de registratiedrager bevindende optische uitleeseenheid kan worden uitgelezen.
Deze optische uitleeseenheid is opge-20 nomen in een huis 3 en bevat als eerste een stralingsbron k, die een uitleesstralenbundel A opwekt. Deze uitleesstralenbundel A wordt via een halfdoorlatende spiegel 5» een als spiegel uitgevoerd deflektie-element 6 en een lenzenstelsel 7 naar de registratiedrager 1 geleid, en door dit len-2® zenstelsel' 7 tot een aftastspot S gef okusseerd. De door de registratiedrager gereflekteerde stralenbundel wordt dan weer via het lenzenstelsel 7> de spiegel 6 en de halfdoorlatende spiegel 5 naar een detektiestelsel 8 geleid. Dit detektiestelsel 8 is slechts schematisch weergegeven en bevat een uitleesdetektor 9 voor het detekteren van de in de stralenbundel aanwezige videoinf orma'tie , welke video-informatie voor verdere bewerking aan een signaalklem 10 beschikbaar komt.
Verder bevat dit detektiestelsel 8 een 35 meetdetektor 11 voor het meten van de afwijking van de radiale aftastpositie van de aftastspot S ten!opzichte van het gewenste spoor. Het door deze meetdetektor11 geleverde 7812111 * ·. * r 11.12.78 7 PHN.9312 foutsignaal wordt via een servoversterker 12 en de normaliter in de getekende stand verkerende schakelaar 13 naar een aandrijfinrichting 14 toegevoerd, welke aandrijfinrichting 14 de hoekstand (X van de spiegel 6 bepaalt. Deze 5 aandrijfinrichting 14 kan bijvoorbeeld gevormd worden door een galvanometeraandrijving, waarbij op de spiegel een aantal draadwikkelingen zijn aangebracht die zich in een magneetveld bevinden en waarbij door toevoer van een stroom aan deze draadwikkelingen de hoekstand van de spiegel tegen M een veerkracht in gevarieerd kan worden. Via de stralenbundel A, de meetdetektor 11, servoversterker 12, aandrijf-inrichting 14 en spiegel 6 is op deze wijze een gesloten servoregellus verkregen die ervoor zorgt dat de aftastspot S steeds met het informatiespoor samenvalt.
15 Het de optische uitleeseenheid bevatten de huis 3 kan in radiale richting verplaatst worden door middel van een worm-heugel-kombinatie 15, die wordt aangedreven door een motor 16. Deze motor 16 ontvangt een stuursignaal dat via bijvoorbeeld een laagdoorlaatfilter 17 van 20 het stuursignaal voor de aandrijf inrichting 1-4 is afgeleid. Daardoor vindt bij de normale aftasting van de registratie-drager 1 automatisch een bijregeling plaats via de radiale positie van de uitleeseenheid in afhankelijkheid van de gemiddelde uitwijking van de spiegel 6.
25 De tot nu toe beschreven inrichting komt geheel overeen met de inrichting zoals beschreven in het reeds genoemde Amerikaanse octrooischrift 3*854.015 (PHN.
6225)· In dit octrooischrift zijn ook enige mogelijkheden aangegeven voor het met behulp van de meetdetektor 11 ver-^ krijgen van een geschikt regelsignaal in de servoregellus en alternatieve -uitvoeringen voor de aandrijfinrichting 14. Aangezien de wijze waarop dit regelsignaal wordt verkregen voor de onderhavige uitvinding niet van wezenlijk belang is en bovendien uit de literatuur hiervoor een veelheid
OC
van oplossingen bekend zijn, zal hierop niet nader worden ingegaan.
Om de mogelijkheid te hebben snel een 781 2111 < .
11.12.78 8 PHN.9312 gewenst programmagedeelte op te zoeken is tussen het filter 17 en de motor 16 een schakelaar 18 opgenomen, die normaliter de getekende stand inneemt. Bij het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte wordt deze schake-5 laar 18 omgezet met behulp van een bedieningseenheid 19» zodat de motor 16 dan geen stuursignaal van het filter 17 meer ontvangt. Via de bedieningseenheid 19 en de schakelaar 18 wordt daarentegen een zodanig stuursignaal aan deze motor 16 toegevoerd dat de uitleeseenheid in de gewenste M richting, bijvoorbeeld met konstante snelheid, verplaatst wordt.
Doordat hierbij in eerste instantie de radiale servoregellus nog steeds werkzaam is, zal deze servoregellus trachten de aftastspot S op het informatie-spoor gericht te houden. Dit houdt in dat de spiegel 6 door het innemen van een gestadig toenemende uitwijking tracht de door de verplaatsing van de uitleeseenheid 3 teweeggebrachte radiale verplaatsing van de aftastvlek S teniet te doen. De uitwijking & .van deze spiegel 6 zal dientengevol-20 ge gestadig toenemen, zoals in fig. 2a in het tijdsinter-ral t0-t, is aangegeven» waarbij de invloed van de excentriciteit van de registratiedrager op de spiegeluitwijking buiten beschouwing is gelaten.
Volgens de uitvinding wordt bij het 25 bereiken van een zekere grenswaarde & M van deze uitwijking de servoregellus onwerkzaam gemaakt. Daartoe bevat de inrichting een detektor 20 voor het bepalen van het moment waarop deze grenswaarde van de uitwijking van de spiegel 6 bereikt wordt. Uitgaande van een spiegel 6 die door 30 de aandrijfinrichting 14 tegen een veerkracht in wordt aangedreven is het mogelijk het stuursignaal voor de aandrijf inrichting 1Λ te bewaken, aangezien in dat geval dit stuursignaal evenredig is met de uitwijking & van de spiegel. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt dan ook dit stuursignaal aan de detektor 20 toegevoerd, die bij het overschrijden door dit stuursignaal van een ingestelde drempelwaarde een eerste detektiesignaal aan een stuurin- 78121 11 t 11.12.78 9 ' PHN.9312 richting 21 levert. Als alternatief kan men natuurlijk de spiegel 6 voorzien van een meetsysteem dat een signaal evenredig met de uitwijking CL levert en dit signaal aan de detektor 20 toevoeren.
S De besturingsinrichting 21 bestuurt de schakelaar 13 en zet als reaktie op het eerste detektiesig-naal deze schakelaar 13 in de niet getekende stand, waardoor de radiale servoregellus wordt onderbroken en niet meer werkzaam is. Dit heeft tot gevolg dat de aandrijfin-10 richting 14 geen stuursignaal meer ontvangt en de spiegel 6 vanaf dit tijdstip t^ een door de aanwezige veerkracht veroorzaakte vrije slingerbeweging zal gaan uitvoeren.
Zonder verdere maatregelen zou dientengevolge de spiegel 6 een gedempte slingering rond de middenstand gaan uitvoeren 15 zoals in fig- 2a gestippeld aangegeven is, De inrichting volgens de uitvinding bevat echter voorzieningen die ervoor zorgen dat na het doorlopen van de eerste halve slinger-periode, dus op het tijdstip t^ de servoregellus weer gesloten wordt en dientengevolge weer op een informatie spoor.
20· wordt ingevangen.
Bij gebruik .van een spiegelaandrijving met veerelement, zoals verondersteld in de inrichting volgens fig 1, bevat de inrichting daartoe een snelheids-detektor 22, die een tweede detektiesignaal aan de stuur-25 inrichting 21 levert zodra de bewegingssnelheid van de spiegel tot beneden een zekere ingestelde drempelwaarde daalt. Voor het verkrijgen van een signaal dat deze bewegingssnelheid van de spiegel representeert kan op eenvoudige wijze gebruik worden gemaakt van de eigenschappen van 30 de bij deze optische uitleessystemen gebruikelijke meetsystemen voor de radiale positiemeting, dus de meetdetek-tor 11 en het daarbij behorende systeem. Deze meetsystemen leveren een signaal dat representatief is voor de positie-afwijking van de aftastspot ten opzichte van het meest 35 nabij gelegen spoor. Dit houdt in dat ingeval de aftastspot in radiale richting over een aantal spoorafstanden verplaatst wordt de meetdetektor 11 een periodiek, in de praktijk sinusvormig, uitgangssignaal levert, waarbij de periode 7812111 • ? ψ ' *· 11.12.78 10 PHN 9312 van dit signaal bepaald wordt door de spoorafstand en de snelheid van de radiale verplaatsing. Voor een nadere uiteenzetting van deze eigenschap van de optische meetsystemen zij verwezen naar het Amerikaanse octrooischrift 4.037.252 5 (PHN.7219).
De uitvinding maakt van deze eigenschap van het meetsysteem gebruik door het uitgangssignaal VR van de meetdetektor 11 aan de snelheidsdetektor 22 toe te voeren, omdat immers de periode van dit uitgangssignaal 10 een maat is voor de radiale verplaatsingssnelheid van de aftastspot. Op het tijdstip t^ zal deze verplaatsingssnel-heid praktisch nul zijn, zal dan snel toenemen tot op het tijdstip t2 de spiegel de middenstand passeert, waarna de verplaatsingssnelheid weer afneemt. Op het tijdstip t^, 15 waarop onder invloed van de gekombineerde inwerking van de bewegingen van de uitleesinrichting 3 en de spiegel 6 de radiale bewegingsrichting van de aftastspot S van teken omkeert zal -de snelheid even nul zijn. Het verloop van het meetsignaal van de meetdetektor 11 is in fig. 2b schematisch 20 op vergrootte schaal voor het tijdsinterval t^-t^ weergegeven . De frequentie van dit signaal zal volgens het voorafgaande van het tijdstip t^ tot het tijdstip tg toenemen en daarna weer afnemen. Door deze frequentie te meten, hetgeen bijvoorbeéld kan plaats vinden door de afstanden 25 der nuldoorgangen te meten, wordt een indikatie ten aanzien van de radiale verplaatsingssnelheid van de aftastspot verkregen. Is de afstand tussen twee opeenvolgende nuldoorgangen tot boven een zekere ingestelde grenswaarde (tijdstip t^) gestegen, dat wil zeggen is de bewegingssnel-20 heid tot beneden een zekere grenswaarde gedaald, dan levert de snelheidsdetektor 22 een tweede detektiesignaal aan de stuurinrichting 21, die als reaktie daarop de schakelaar 13 Weer in de aangegeven stand terugzet en de servoregel-'lus weer werkzaam maakt. Deze servoregellus zal dan na dit tijdstip t^ de aftastspot weer op het informatiespoor gericht houden totdat de spiegeluitwijking de ingestelde maximale waarde weer overschrijdt, waarna het hiervoor 781 2 1 11 11.12.78 11 PHN.9312 •r beschreven proces weer herhaald wordt.
Om de hiervoor beschreven procesgang te verduidelijken is deze in fig. 3 nogmaals schematisch weergegeven. Hierbij is met T een gedeelte van een aantal 5 parallelle sporen op de registratiedrager 1 aangegeven, dus als het ware een radiale doorsnede van het informatie-oppervlak van de registratiedrager. Met 3 is he uitleeseenheid, in het bijzonder de radiale positie van. deze uit-leeseenheid aangegeven en met A is symbolisch de richting van de uitleesstralenbundel aangegeven zoals die door de spiegel 6 wordt voorgeschreven. Op het tijdstip t^ staat de uitleeseenheid in de aangegeven positie, terwijl de spiegel 6 ongeveer zijn middenstand heeft ingenomen. In het tijdsinterval t^-t^ beweegt de uitleeseenheid 3 volgens de gestippelde pijl . Tegelijkertijd kantelt de spiegel 6 zodanig dat de aftastspot met het oorspronkelijke informa-tiespoor blijft samenwerken, totdat op het tijdstip t^ deze spiegel zijn maximale uitwijking bereikt. Op dat moment t^ wordt de spiegel 6 in het tijdsinterval t2-t^ snel volgens 20 de gestippelde pijl P2 naar een uitwijking gebracht die bij t^ is aangegeven. Zoals uit de figuur blijkt liggen de met t^ en t^ aangeduide uitwijkingen praktisch symmetrisch ten opzichte van de middenstand van de spiegel. Verder zij opgemerkt dat de in het tijdsinterval t^-t„ plaats hebbende 2 c * verplaatsing van de uitleeseenheid 3 eenvoudigheidshalve niet is aangegeven. Op dit tijdstip t^ wordt de servoregel-lus weer gesloten zodat gedurende de daarna plaats hebbende verplaatsing van de uitleeseenheid 3 (gestippelde pijl P^) de aftastspot door een kompenserende kanteling van de 33 spiegel 6 op het informatiespojar gericht blijft, totdat op het tijdstip t^ deze spiegel weer zijn maximale uitwijking bereikt en weer snel gekanteld wordt volgens de gestippelde pijl P^.
Door de maatregelen volgens de uitvin- ding wordt dientengevolge bereikt dat bij het opzoeken van een gewenst programmagedeelte de aftastspot S telkens gedurende tijdsintervallen overeenkomend met het tijdsin- 7812111 35 s> 11.12.78 12 PHN.9312 terval t^-t^ = 2 (tg-t^) °P informatiespoor gericht blijft, terwijl deze intervallen slechts worden onderbroken door relatief korte onderbreekintervallen overeenkomend met het interval t^-t^, waarin geen uitlezing plaats vindt.
5 De verhouding tussen de tijdsduur tus.sen beide intervallen is uiteraard afhankelijk van de diverse systeemparameters.
Zo wordt de grootte van het tijdsinterval t^-t^ bepaald door de toegestane maximale uitwijking van de spiegel 6, waarbij de grootte van het zogenaamde beeldvenster van het lenzenstelsel 7 een. rol speelt. De grootte van de tijdsduur t^-t^ wordt bepaald door de grootte van de verplaatsing van de spiegel in dit tijdsinterval en de snelheid van deze verplaatsing. Gebleken is dat het zonder meer mogelijk is voor de tijdsduur t^-t^ 100 msec en de tijdsduur t^-t^ 1® 10 msec te bereiken. In dat geval worden telkens ongeveer 3 videobeelden (NTSC) uitgelezen, waarna deze uitlezing slechts gedurende 10 msec onderbroken is, hetgeen ruimschoots voldoet voor de weergave van goed herkenbare beelden.
20 Fig. 4 toont in meer gedetailleerde vorm een uitvoeringsvorm van de detektoren 20 en 22 en de stuur- * inrichting 21 zoals toegepast in de inrichting volgens.
fig. 1. De schakeling bevat twee bistabiele flipflops 31 en '32 die elk zijn opgebouwd uit een verschilversterker 33 respektievelijk 34 en een RC terugkoppelnetwerk op de positieve ingang van deze verschilversterkers. De uitgangen van de beide flipflops 31 en 32 zijn elk afzonderlijk via de serieschakeling van een diode en capaciteit D^,C^ respektievelijk D^jC^ met aarde verbonden. Verder is het 30 verbindingspunt tussen de diode D^ en capaciteit C1 via een weerstand R^ verbonden met de inverterende ingang van de verschilversterker 34, terwijl het verbindingspunt tussen diode D^ en capaciteit C2 via een weerstand R^ is verbonden met de inverterende ingang van de verschilver-35 sterker 33· De inverterende ingangen van de verschilversterkers 33 en 34 zijn verder via twee diodes D^ respektieveli jk D^ verbonden met een weerstand R^, die op zijn 781 21 11 11.12 78 13 ' PHN.9312 beurt verbonden is met de kollektor van een pnp-transistor . De emitter van deze transistor ligt op een vaste potentiaal met behulp van een Zenerdiode en weerstand R^_. Aan een ingangsklem 35 wordt een signaal V^' toege-5 voerd dat is afgeleid van het raeetsignaal V^, dat echter door versterking is omgevormd in een blokvormig signaal. Deze ingangsklem 35 is. via een diode Dj. in doorlaatrichting verbonden met de basis van deze transistor die tevens via de parallelschakeling van een weerstand R^ en capaci-10 teit met aarde is verbonden. De kombinatie van diode D^, weerstand R^, capaciteit en transistor fungeert hierbij als snelheidsdetektor 22.
Normaliter zullen de beide flipflops 31 en 32 in de stand staan waarbij hun uitgangssignalen nega-15 tief zijn. Zou een der flipflops in de andere stand staan, bijvoorbeeld, bij het in bedrijf stellen van de inrichting, dan is de servoregellus onderbroken. De spiegel bevindt zich dan in een rusttoestand. Vanwege de niet te voorkomen excentriciteit van de registratiedrager zal de aftastspot 20 dan in radiale richting over een aantal sporen heen en weer bewegen. Dit houdt in dat het blokvormige signaal V^1 aan de ingangsklem 35 relatief laagfrequent is. Gedurende de negatieve halve periode van dit signaal V^ ’ zal daarom de capaciteit zover ontladen worden dat transistor 25 in geleiding raakt, waardoor beide flipflops 31 en 32 in de stand met negatieve uitgangsspanning gebracht worden.
Via de terugkoppel-RC netwerken wordt aan de niet-inverte-rende ingang van de beide verschilversterkers 33 en 3^· een van hun uitgangsspanning afgeleide referentiespanning 30 aangelegd.
Een ingangsklem 36 ontvangt het stuursignaal van de spiegel 6 en fungeert dientengevolge als ingang van de positiedetektor 20 (fig. 1). Deze ingangsklem 36 is via een laagdoorlaatfilter R^,C^ verbonden met 35 een weerstand Rg en R^, die op hun beurt verbonden zijn met de niet-inverterende ingang van de verschilverst,erker 34- respektievelijk de inverterende ingang van de verschil- 7812 1 11 11.12.78 14 PHN.9312 versterker 34. Stijgt de spanning aan de ingangsklem tot boven een zekere positieve drempelwaarde dan zal via de weerstand Rg de flipflop 31 omklappen en wordt zijn uitgang positief. Daalt daarentegen de spanning aan de ingangsklem 5 36 tot beneden een zekere negatieve drempelwaarde dan zal via de weerstand R^ de flipflop 32 omgeklapt worden en wordt zijn urtrgang positief. De beide flipflops 31 en 32 fungeren, dientengevolge als positiedetektor'voor het detek-teren van een ingestelde maximale uitwijking van de spiegel 10 6 (fig. 1) . Om hierbij een geschikt stuursignaal voor de schakelaar 13 in de servoregellus (fig. 1) te verkrijgen zijn de uitgangen van de beide flipflops 31 en 32 via diodes Dg en D^ met een stuurklem 37 verbonden, die het stuursignaal voor de schakelaar 13 levert. Zodra de span-15 ning aan de ingangsklem 36 in absolute zin een ingestelde drempelwaarde overschrijdt zal een der flipflops 31 en 32 omklappen en een positieve uitgangsspanning aannemen, waardoor via de·stuurklem 37 de schakelaar 13 wordt omgezet en de servoregellus onwerkzaam wordt gemaakt.
20 Doordat de spiegel dan snel wordt gekan teld bezit het signaal dat aan de ingangsklem 35 wordt toegevoerd een vorm overeenkomend met in het tijdsinterval t^-t^· met dien verstande, dat dit signaal vooraf is omgezet in een blokvormig signaal. Door de aanwezigheid van 25 de diode -zal de spanning over de capaciteit de positieve halve periodes van dit ingangssignaal volgen, terwijl tijdens de negatieve halve periodes deze capaciteit ontladen wordt. Zolang de frequentie van het signaal VR hoog is zal daarom de spanning over deze capaciteit relatief 30 hoog blijven, waardoor de transistor gesperd blijft. Pas.wanneer de frequentie van het signaal · tot beneden een zékere grenswaarde is gedaald, dat wil zeggen de lengte van een negatieve halve periode een zekere grenswaarde •overschrijdt, kan de kapaciteit zover ontladen worden 35 dat de transistor geopend wordt. Hierdoor wordt de in de stand met positieve uitgangsspanning staande flipflop weer teruggezet in de stand met een negatieve uitgangs-spanning waardoor ook de stuurspanning aan de stuurklem 37 7812111 11.12.78 15 PHN.9312 weer nul wordt en de servoregellus weer wordt gesloten'. De genoemde grenswaarde voor de frequentie van het signaal wordt bij de getoonde schakeling dus bepaald door de spanning aan de emitter van transistor C^. de waarde van de 5 capaciteit en weerstand en de amplitude van het blokvormige signaal aan de.ingang 35·
Uit fig. 2b is te zien dat meteen na het openen van de servoregellus (tijdstip t^) de frequentie van het signaal VR nog laag is. Dit zou tot een foutief 10 gedrag kunnen leiden aangezien de snelheidsdetektor 22 hierop kan aanspreken en de flipflops 31 en 32 weer kan bekrachtigen voor het sluiten van de servoregellus. Dit kan men natuurlijk vermijden door het signaal via een poort-schakeling aan de ingangsklem 35 toe te voeren en deze 15 poortschakeling pas een zekere tijd na het tijdstip t^ te openen. Bij de schakeling volgens fig. k wordt deze moeilijkheid op eenvoudige wijze voorkomen door de aanwezigheid van de capaciteiten in de terugkoppelingen van de verschil-versterkers 33 en 34. Is door het spiegelstuursignaal aan 20 de ingangsklem 36 een der flipflops omgeklapt, dat wil zeggen wordt de waarde van zijn uitgangsspanning positief, dan neemt op dat moment de drempelwaarde van de betreffende flipflop gedurende een koa^te tijd een extra hoge waarde aan. Deze waarde is zo hoog dat een eventueel signaal van 25 de snelheidsdetektor 22 niet in staat is deze flipflop terug te zetten. Pas wanneer de capaciteit in de terugkoppeling van de betreffende flipflop is opgeladen, dat wil zeggen een zekere tijd na het tijdstip t^ is de drempelwaarde van deze flipflop op de gewenste waarde 30 ingesteld.
Is de servoregellus na het bereiken van de maximaal toegestane uitwijking van de spiegel onwerkzaam gemaakt en de spiegel door zijn middenstand heen bewogen dan zal de servoregellus weer werkzaam gemaakt worden op 35 een tijdstip dat deze spiegel een uitwijking kan bezitten die tamelijk dicht bij de tegenovergelegen maximaal töege-stane uitwijking ligt. Doordat na het weer sluiten van de 781.2111 ü 11.12.78 16 PHN.9312 servoregellus de spiegel weer stuursignalen ontvangt voor het op het spoor houden van de aftastspot zou het kunnen gebeuren dat de maximaal toegestane uitwijking van de spiegel weer meteen overschreden wordt en de servoregellus 5 weer onwerkzaam wordt, hetgeen uiteraard ongewenst is. Dit wordt voorkomen door de kruiskoppeling tussen de uitgangen van de flipflops 31 en 32 via de diode:-capaciteitkombinatie D ,C1 respektievelijk D_ , C naar de ingang van de andere flipflop. Is bijvoorbeeld de flipflop 31 door het bereiken 10 van de maximaal toegestane positieve uitwijking van de spiegel op een positieve uitgangsspanning gezet, dan zal een deel van deze positieve uitgangsspanning via de diode B.J, de capaciteit en de weerstand op de ingang van de flipflop 32 terecht komen. Dit betekent dat de drempel-15 waarde van deze flipflop ten aanzien van het signaal aan de klem 36 verhoogd is. Deze verhoogde drempelspanning blijft nog een korte tijd bestaan nadat de flipflop 31 na het door de middenstand verplaatsen van de spiegel door de snelheidsmeetdetektor. 22 weer omgezet is. Dit betekent dat 20 ingeval direkt daarna de spiegel de ingestelde maximale negatieve uitwijking zou overschrijden het daarmede gepaard . gaande signaal aan klem 36 niet in staat is de flipflop 32 om te schakelen, waardoor een ongewild onwerkzaam maken van de .servoregellus wordt voorkomen, 25 Bij de tot nu toe beschreven uitvoerin gen van de inrichting volgens de uitvinding is er steeds van uitgegaan dat de verplaatsing van het deflektie-element (kanteling van de spiegel 6) na het onderbreken van de servoregellus enkel en alleen plaats vindt onder inwerking 30 van de in dit deflektie-element aanwezige veerkracht. Wil men de tijd die nodig is voor het verplaatsen van het deflektie-element extra bekorten dan is het natuurlijk mogelijk na het onwerkzaam maken van de servoregellus een extra stuursignaal aan de aandrijfinrichting van dit
OC
deflektie-element toe te voeren. Een mogelijkheid voor het verkrijgen van een hiervoor geschikt stuursignaal is in fig, k schematisch aangegeven. , 7812111 11.12.78 17 ' PHN.9312
De hierin aangegeven schakeling bevat een eerste monostabiele flipflop 41, waarvan de ingang is verbonden met de stuurklem 37· Deze flipflop levert dientengevolge bijvoorbeeld een positieve puls van vaste lengte 5 zodra het stuursignaal aan de stuurklem 37 positief wordt, dus zodra de servoregellus wordt geopend. De uitgang van deze flipflop 41 is verbonden met de ingang van een tweede monostabiele flipflop 42, die door de negatief gaande flank van de door de flipflop 41 geleverde puls wordt getriggerd 10 en. als reaktie daarop een negatieve puls levert. De door de flipflops 41 en 42 geleverde pulsen worden opgeteld met behulp van de optelschakeling 43 hetgeen resulteert in een stuursignaal dat een symmetrisch karakter bezit, aangenomen dat de pulsduur van de door de beide flipflops geleverde 10 pulsen gelijk is. Dit betekent dat bij het bekrachtigen van de spiegelaandrijving door dit stuursignaal de spiegel eerst wordt versneld en daarna weer wordt vertraagd maar dat de eindsnelheid van de spiegel niet wordt beïnvloed.door dit stuursignaal.
20 Wel moet dit stuursignaal al of niet geïnverteerd worden afhankelijk -van het feit in welke richting de spiegel aangedreven moet worden. Aangezien dit afhankelijk is van de vraag welke der twee mogelijke maximale uitwijkingen de spiegel bereikt had op het tijdstip t^ 20 kan hiervoor de stand van de beide flipflops 31 en 32 gebruikt worden. De stuurschakeling bevat dan ook een inverter. 44 voor het inverteren van het door de optelschakeling 43 geleverde stuursignaal en twee schakelaars 45 en 46, die de inverter 44 respektievelijk de optelschakeling 43 met een uitgangsklem 47 koppelen. De schakelaars 45 en 46 worden daarbij bestuurd door de uitgang van de flipflop 32 respektievelijk 31, waardoor afhankelijk van de stand van deze beide flipflops 31 en 32 één der beide mogelijke stuursignalen aan de uitgangsklem 47 worden toegevoerd, welke 35 klem 47 dan met de aandrijfinrichting van de spiegel dient te worden gekoppeld.
Heeft men een defléktie-element zonder 7812111 j* ' i .
11.12.78 18 PHN.9312 veerkonstante dan zal het zonder meer nodig zijn dit element aktief, dat wil zeggen via een stuursignaal, te verplaatsen na het onderbreken van de servoregellus, hetgeen dan via de in fig. 3 aangegeven stuurschakeling kan geschie-5 den. Bij gebruikmaking van een dergelijk deflektie-element is het minder zinvol om het weer sluiten van de servoregellus te laten-bepalen door de snelheidsdetektor 22, omdat immers na het beëindigen van het stuursignaal geen zekerheid bestaat dat de snelheid van het deflektie-element dan 10 nul zal zijn en vanwege het ontbreken van de veerkracht deze snelheid dan ook niet verder zal afnemen - Bij· gebruikmaking van een dergelijk deflektie-element is het daarom beter, direkt na het beëindigen van het stuursignaal aan de uitgangsklem 47 de servoregellus weer te sluiten en de 15 servoregellus weer op een spoor te laten invangen.
Om dit invangen bedrijfszekér te laten plaats vinden, kan de inrichting volgens de uitvinding nog uitgebreid worden met een schakeling die een afremming van het deflektie-element na het sluiten van de servoregel-20 lus teweegbrengt, ingeval na dit tijdstip dit deflektie-element nog een zodanige snelheid zou bezitten dat de aftastspot over meerdere sporen in radiale richting beweegt en het invangen op één spoor nog niet mogelijk zou zijn.
Deze additionele 'remschakeling is vooral van belang bij 25 gebruikmaking van een deflektie-element zonder veerkonstante maar verhoogt ook de bedrijfszekerheid van de inrichting bij gebruikmaking van een deflektie-element met veerkonstante.
Een uitvoeringsvorm van een dergelijke 30 remschakeling is weergegeven in fig. 5 en de daarbij behorende signalen in fig. 6. De schakeling volgens fig. 5 bevat' een ingangsklem 51 die met de signaalklem 10 (fig. 1) is verbonden en waaraan dientengevolge het van de registra-' tiedrager uitgelezen signaal wordt toegevoerd. Met behulp 33 van een amplitudedetektor 52 wordt de amplitude van dit signaal gemeten en door middel van een drempelwaardedetek-tor 53 omgezet in een tweewaardig signaal. De amplitude 7812111 11.12.78 19 PHN.9312 van liet uitgelezen signaal is maximaal indien de aftastspot zich. midden op een spoor bevindt en minimaal indien deze aftastspot zich midden tussen twee sporen bevindt. Beweegt deze aftastspot zich in radiale richting over meerdere 5 sporen dan levert de drempelwaardedetektor dientengevolge een signaal HF zoals aangegeven in fig. 6a, waarbij op de tijdstippen tg, t^, t^ en t^ de aftastspot met een spoor samenvalt.
De schakeling bevat verder een ingangs-klem 5b waaraan het door de meetdetektor 11 geleverde meetsignaal νΏ wordt toegevoerd. Zoals reeds eerder aange-
IV
geven bezit dit regelsignaal bij het verplaatsen van de aftastspot over een aantal sporen een praktisch sinusvormig verloop. Het verloop van dit signaal als funktie van de 1® tijd is echter afhankelijk van de richting waarin de aftastspot verplaatst wordt. Dit verloop is voor de beide mogelijke radiale verplaatsingsrichtingen in fig. 6b (positieve radiale verplaatsing) respektievelijk fig. 6g (negatieve radiale verplaatsing) aangegeven.
20 Dit regelsignaal wordt aan een drempelwaardedetektor 55 toegevberd, waardoor het signaal V (p) volgens fig. 6b resulteert in een blokvormig signaal' XV.
VR'(p) volgens fig. 6c. Dit signaal VR'(p) wordt geïnverteerd met behulp van een inverter 56, resulterend in het 25 signaal VR'(p) volgens fig. 6d. De signalen VR' en VR' worden toegevoerd aan de klokingangen van twee flipflops 57 respektievelijk 58, terwijl aan de terugstelingangen van deze flipflops het signaal HF wordt toegevoerd. Deze flipflops 57 en 58 leveren een positief uitgangssignaal bij 30 een positief gaande flank van het signaal aan hun klokin-gang en het gelijktijdig nul zijn'van het signaal aan de terugstelingang, terwijl dit uitgangssignaal weer nul wordt indien het laatstgenoemde signaal aan de terugstelingang positief wordt.
Uit fig. 6 is dan eenvoudig te zien dat het signaal HF (fig· 6a) tesamen met het signaal VR'(p) resulteert in een uitgangssignaal Q (p.) aan de uitgang van 7812111 i * 11.12.78 20 PHN.9312 flipflop 57» terwijl het uitgangssignaal Q2 van flipflop 58 nul blijft. Via de optelschakeling 59 wordt dit signaal Q^(p) aan een klem 60 toegevoerd. Deze klem 60 wordt gekoppeld met de stuurschakeling voor het bedienen van de scha-5 kelaar 13 in de servoregellus, met dien verstande dat de servoregellus wordt onderbroken als het signaal aan deze klem 60 positief is. In plaats van het stuursignaal V^(p) volgens fig 6b wordt uiteindelijk slechts het gekorrigeer- de stuursignaal V (p) aan de spiegel 6 (fig. 1) toegevoerd.
0 10 Vergelijking van de beide stuursignalen V.^(p) en Vc(p) toont aan dat de gemiddelde waarde van het stuursignaal V (p) nul is, terwijl die van het stuursignaal V (p) nega-
jR C
tief is. Dit laatste stuursignaal V (p) heeft dientenge- c volge een afremming van de positieve radiale beweging van 15 de aftastspot tot gevolg.
Uitgaande.van een negatieve radiale beweging van de aftastspot, resulterend in een meetsignaal V (n) volgens fig 6g zal het duidelijk zijn dat dan het signaal V_1 overeenkomt met het signaal volgens fig 2d 20 en het signaal V ' met dat volgens fig- 2c. Dit resulteert Λ in een uitgangssignaal Q2(n) aan de uitgang van de flipflop 58 en aan de klem 60 zoals aangegeven in fig. 6h Door het onderbreken van de servoregellus heeft het uiteindelijk aan de aandrijfinrichting voor de spiegel 6 toe-25 gevoerde stuursignaal V (n) een verloop zoals in fig. 6i is aangegeven. Aangezien dit stuursignaal een gemiddelde positieve waarde bezit wordt hierdoor de negatieve radiale verplaatsing van de aftastspot afgeremd.
Omdat zowel de inrichting volgens fig h 30 als die volgens fig 5 de schakelaar 13 besturen kunnen hun uitgangen gekombineerd worden, waartoe bijvoorbeeld de klem 60 (fig. 5) via een diode in voorwaartsrichting met de stuurklem 37 van de schakeling volgens fig. h kan worden verbonden. ' 35 Uiteraard zijn er ook andere ui.tvoe- ringsmogeli jkheden voor het verkrijgen van een richtings-afhankelijke afremming van de radiale beweging van de 781 2111 11.12.78 21 · ΪΉΝ.9312 aftastspot. Hiertoe zij bijvoorbeeld verwezen naar het Amerikaanse octrooischrift 4.037.252 (PHN.7219) waarin een aantal mogelijkheden zijn aangegeven. Door de aanwezigheid van deze richtingsafhankelijke afremschakeling wordt niet ® alleen bij het snel opzoeken van een gewenst programmage-deelte bereikt dat de radiale servoregeling met zekerheid na het uitvoeren van de beschreven spiegelbeweging op een spoor invangt, maar wordt tevens een extra stabilisatie bij de normale aftasting bereikt. Mocht immers onverhoopt ^ de servoregellus door een verstoring niet in staat zijn de aftastspot op het spoor gericht te houden dan zorgt deze schakeling er in ieder geval voor dat de hieruit voortkomende spiegelbeweging afgeremd wordt.
De snelheidsdetektieschakeling 22 in ^ fig. 4 levert, zoals al eerder is aangegeven, een detektie-signaal zodra de tijdsduur van de negatieve halve periode van het signaal V.^' de ingestelde grenswaarde overschrijdt. Aangezien het meetsignaal*Y^' vooral bij het omkeerpunt van de spiegelbeweging niet symmetrisch is, dat wil zeggen
Of] ongelijke positieve en negatieve halve periodes bezit kan het zinvol zijn de snelheidsdetektieschakeling uit te breiden op een wijze zoals in fig. 4 met 22' is aangegeven.
' Deze schakeling22’ is volkomen identiek met de schakeling 22, maar krijgt met behulp van de transistor T^ de inverse ne van het signaal 1 toegevoerd en levert dientengevolge een detektiesignaal zodra de positieve halve periode van het signaal V de ingestelde grenswaarde overschrijdt.
Λ 30 78 1 2111 35

Claims (6)

1. Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager waarop in nagenoeg parallelle sporen volgens een optisch detekteerbare struktuur videoinformatie. is opgetekend, welke inrichting is voorzien 5 van een optische uitleeseenheid met een stralingsbron voor het uitzenden van een uitleesstralenbundel, een uitlees-detektor voor het detekteren van de na samenwerking met de registratiedrager in de uitleesstralenbundel aanwezige informatie en een met de uitleesstralenbundel samenwerkend 10 deflektie-element voor het variëren van de radiale aftast-positie op de registratiedrager. welk deflektie-element bestaat uit een in afhankelijkheid van een stuursignaal ten opzichte van een middenstand in twee tegenovergestelde richtingen beweegbaar element, waarbij de inrichting verder 15 is voorzien van een aandrijfinrichting voor het in radiale richting verplaatsen van de optische uitleeseenheid en een - servoregellus voor het’ regelen van de radiale aftastposi-tie,, waarin is opgenomen het deflektie-element en een meetdetektor voor het meten van de afwijking van de radiale .20 aftastpositie ten opzichte van het gewenste spoor en het daaruit afleiden van het stuursignaal voor het deflektie-element, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van positiedetektiemiddelen voor het leveren van een eerste detektiesignaal'zodra de uitwijking van het deflektie- 7812111 11.12.78 23 PHN.9312 element ten opzichte van de middenstand een zekere grenswaarde overschrijdt, eerste schakelmiddelen voor het na het optreden van het eerste detektiesignaal onwerkzaam maken van de servoregelltis, aandrijf middelen voor het na het 5 optreden van het detektiesignaal door de.middenstand heen doen bewegen van het deflektie-element, en tweede schakelmiddelen voor het daarna weer werkzaam maken van de servoregellus.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat het deflektie-element bestaat uit een tegen een veerkracht in door het stuursignaal vanuit de middenstand beweegbaar element, dat de aandrijfmiddelen worden gevormd door deze veerkracht en dat de inrichting is voorzien van snelheidsdetektiemiddelen voor het leveren van 15 een tweede detektiesignaal zodra de radiale bewegingssnel-heid van de aftastpositie tot beneden een zekere grenswaarde is gedaald en de tweede schakelmiddelen zijn ingericht om de servoregellus weer werkzaam te maken bij het optreden van dit tweede detektiesignaal. 20 3. * Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het deflektie-element bestaat uit een tegen een veerkracht in door het stuursignaal vanuit de middenstand beweegbaar element en de positiemiddelen zijn ingericht om dit stuursignaal te ontvangen en een drempel- nc waardedetektor bevatten voor het leveren van het eerste detektiesignaal zodra dit stuursignaal een zekere drempelwaarde overschrijdt. k. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snelheidsdetektiemid-delen zijn gekoppeld met de meetdetektor en zijn ingericht voor het meten van de frequentie van een door deze meetdetektor geleverd wisselstroomsignaal en het leveren van het tweede detektiesignaal zodra deze frequentie tot beneden een zekere grenswaarde is gedaald.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een vertragingscircuit voor het pas na een zekere 35 7812111 > - 11.12.78 21/ PHN.9312 ingestelde tijd na het optreden van het eerste detektie— signaal aktiveren van de snelheidsdetektiemiddelen.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een 5 stuurcircuit bevatten voor het leveren van een stuursignaal aan het deflektie-element voor het aandrijven van dit deflektie-element na het optreden van het eerste detektie-signaal.
7. Inrichting volgens een der voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van besturingsmiddelen voor het afremmen van een eventuele bewegingssnelheid van het deflektie-element na het weer werkzaam maken van de servoregellus.
8. Inrichting volgens conclusie 7» met het 15 kenmerk, dat de besturingsmiddelen zijn ingericht voor het onderbreken van de servoregellus gedurende althans een gedeelte van hetzij de positieve hetzij de negatieve halve périodes van het meetsignaal van de meetdetektor, in afhankelijkheid van de bewegingsrichting van de radiale aftast-20 positie. * 25 30 35 7812111
NL7812111A 1978-12-13 1978-12-13 Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijf- vormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte. NL7812111A (nl)

Priority Applications (18)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7812111A NL7812111A (nl) 1978-12-13 1978-12-13 Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijf- vormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte.
FR7924255A FR2444314A1 (fr) 1978-12-13 1979-09-28 Dispositif pour lire par voie optique l'information d'un porteur d'information en forme d'un disque, en particulier pour la recherche rapide d'une partie desiree du programme enregistre
AR278861A AR220790A1 (es) 1978-12-13 1979-11-12 Aparato lector optico de un portador de grabacion discoidal,particularmente para ubicar rapidamente una seccion deseada de programa
MX180275A MX151082A (es) 1978-12-13 1979-12-03 Mejoras en aparato para leer una portadora de grabacion de informacion en disco de video
CA000341409A CA1161555A (en) 1978-12-13 1979-12-06 Apparatus for optically reading a disc-shaped record carrier in particular for rapidly locating a desired programme section
DE2949516A DE2949516C2 (de) 1978-12-13 1979-12-08 Vorrichtung zum optischen Auslesen eines scheibenförmigen Aufzeichnungsträgers, insbesondere zum schnellen Aufsuchen eines gewünschten Programmteiles
DK524679A DK524679A (da) 1978-12-13 1979-12-10 Apparat til optisk aflaesning af en skiveformet registreringsbaerer specielt til hurtig lokalisering af en programsektion
SE7910129A SE443891B (sv) 1978-12-13 1979-12-10 Apparat for avlesning av en skivformad uppteckningsberare
NZ192349A NZ192349A (en) 1978-12-13 1979-12-10 Optical record read head tracking apparatus
BR7908048A BR7908048A (pt) 1978-12-13 1979-12-10 Aparelho para ler um portador de gravacao em formato de disco
IT69370/79A IT1119966B (it) 1978-12-13 1979-12-10 Dispositivo per la lettura ottica di un sopporto di registrazione a forma di disco particolarmente per la localizzazione rapida della desiderata sezione del programma
GB7942464A GB2037460B (en) 1978-12-13 1979-12-10 Optical disc play back apparatus
JP54159876A JPS5927973B2 (ja) 1978-12-13 1979-12-11 デイスク状記録担体読取装置
ES486748A ES486748A1 (es) 1978-12-13 1979-12-11 Un aparato para leer un soporte de registro en forma de dis-co
AU53681/79A AU533655B2 (en) 1978-12-13 1979-12-11 Radial movement optical reader for video disc
BE0/198513A BE880545A (fr) 1978-12-13 1979-12-11 Dispositif pour lire par voie optique l'information d'un porteur d'information en forme d'un disque
AT0788279A AT371270B (de) 1978-12-13 1979-12-13 Vorrichtung zum auslesen eines scheibenfoermigen aufzeichnungstraegers
US06/163,769 US4330880A (en) 1978-12-13 1980-06-27 Apparatus for optically reading a disc-shaped record carrier, in particular for rapidly locating a desired program section

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7812111 1978-12-13
NL7812111A NL7812111A (nl) 1978-12-13 1978-12-13 Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijf- vormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7812111A true NL7812111A (nl) 1980-06-17

Family

ID=19832063

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7812111A NL7812111A (nl) 1978-12-13 1978-12-13 Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijf- vormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte.

Country Status (18)

Country Link
US (1) US4330880A (nl)
JP (1) JPS5927973B2 (nl)
AR (1) AR220790A1 (nl)
AT (1) AT371270B (nl)
AU (1) AU533655B2 (nl)
BE (1) BE880545A (nl)
BR (1) BR7908048A (nl)
CA (1) CA1161555A (nl)
DE (1) DE2949516C2 (nl)
DK (1) DK524679A (nl)
ES (1) ES486748A1 (nl)
FR (1) FR2444314A1 (nl)
GB (1) GB2037460B (nl)
IT (1) IT1119966B (nl)
MX (1) MX151082A (nl)
NL (1) NL7812111A (nl)
NZ (1) NZ192349A (nl)
SE (1) SE443891B (nl)

Families Citing this family (62)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6331218Y2 (nl) * 1979-11-08 1988-08-22
NL8003305A (nl) * 1980-06-06 1982-01-04 Philips Nv Inrichting voor het opzoeken van een gewenst informa- tiespoor.
JPS6215864Y2 (nl) * 1980-08-04 1987-04-22
JPS6331219Y2 (nl) * 1980-11-19 1988-08-22
JPS57105866A (en) * 1980-12-23 1982-07-01 Matsushita Electric Ind Co Ltd Pcm-audio disc playback device
JPS6220900Y2 (nl) * 1981-02-06 1987-05-27
JPS57176568A (en) * 1981-04-22 1982-10-29 Pioneer Electronic Corp Relative movement controller between pickup and recording track for information reader
JPS57181430A (en) * 1981-04-30 1982-11-08 Sony Corp Dad player
JPS57186239A (en) * 1981-05-11 1982-11-16 Sony Corp Disc reproducing device
US4454415A (en) * 1981-06-30 1984-06-12 Storage Technology Corporation Tracking mirror assembly and control system for an optical data storage disc
JPS58122676A (ja) * 1982-01-16 1983-07-21 Sony Corp デイスクのトラツク・ジヤンプ装置
JPS5862868A (ja) * 1981-10-09 1983-04-14 Pioneer Video Corp 情報再生装置における高速アドレス情報探索方式
DE3280467T3 (de) * 1981-10-28 2000-01-05 Discovision Associates Costa M Verfahren zur Wiedergabe von Information aus einer ausgewählten Spur einer Aufzeichnungsplatte.
KR880000999B1 (ko) * 1981-11-25 1988-06-10 미쓰다 가쓰시게 광학적 정보 기억장치
US4701898A (en) * 1981-12-21 1987-10-20 Discovision Associates Method and apparatus for locating a selected track on a record disc
US4556964A (en) * 1981-12-21 1985-12-03 Burroughs Corporation Technique for monitoring galvo angle
US4466088A (en) * 1981-12-21 1984-08-14 Burroughs Corporation Galvo position sensor for track selection in optical data disk system
US4774699A (en) * 1981-12-21 1988-09-27 Discovision Associates Method and apparatus for positioning a read head to a selected track on a record disc
NL8200208A (nl) * 1982-01-21 1983-08-16 Philips Nv Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager.
US4435797A (en) * 1982-02-17 1984-03-06 Burroughs Corporation Optical memory system having track following and seeking capabilities
US4432082A (en) * 1982-02-17 1984-02-14 Burroughs Corporation Optical memory system having a long seek capability
US4489406A (en) * 1982-02-17 1984-12-18 Burroughs Corporation Optical memory system having a short seek capability
US4432083A (en) * 1982-02-17 1984-02-14 Burroughs Corporation Optical memory system having track following
JPS58143472A (ja) * 1982-02-22 1983-08-26 Hitachi Ltd 記録情報再生装置のトラツキングサ−ボ制御装置
JPH0666107B2 (ja) * 1982-02-26 1994-08-24 松下電器産業株式会社 再生装置
JPH0752564B2 (ja) * 1982-04-23 1995-06-05 松下電器産業株式会社 再生装置
JPS58188340A (ja) * 1982-04-28 1983-11-02 Sony Corp 光学式再生装置
JPS58200473A (ja) * 1982-05-19 1983-11-22 Pioneer Video Kk 情報読取装置
JPS5940328A (ja) * 1982-08-31 1984-03-06 Nec Home Electronics Ltd 光学ピツクアツプのトラツキング制御回路
US4564757A (en) * 1982-09-30 1986-01-14 Burroughs Corporation Mirror position sensor for improved track selection in optical data disk system
JPS59116972A (ja) * 1982-12-23 1984-07-06 Olympus Optical Co Ltd 光学式記録再生装置用トラッキング装置の異常状態処理装置
JPS59152572A (ja) * 1983-02-18 1984-08-31 Pioneer Electronic Corp 光学式デイスク再生装置
DE3324861C2 (de) * 1983-07-09 1986-02-13 Deutsche Thomson-Brandt Gmbh, 7730 Villingen-Schwenningen Lesevorrichtung zum optischen Abtasten von auf einem bewegten plattenförmigen Träger aufgezeichneten Informationen
JPS6045984A (ja) * 1983-08-22 1985-03-12 Sony Corp 光記録/再生装置
NL8303029A (nl) * 1983-08-31 1985-03-18 Philips Nv Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige optische registratiedrager.
JPS60102769U (ja) * 1983-12-14 1985-07-13 パイオニア株式会社 記録情報再生装置
US4684797A (en) * 1984-02-29 1987-08-04 Kabushiki Kaisha Toshiba Optical system and method for reducing vibration of an objective lens in an optical head assembly of an optical read/write system
DE3546649C2 (nl) * 1984-04-27 1990-11-29 Pioneer Electronic Corp., Tokio/Tokyo, Jp
JPS60256927A (ja) * 1984-06-01 1985-12-18 Nippon Gakki Seizo Kk 光学式デイスク再生装置の読取り制御装置
US4752922A (en) * 1984-07-06 1988-06-21 Storage Technology Partners 11 Optical disk recording and readout system having read, write and coarse light beams
NL8403534A (nl) * 1984-11-21 1986-06-16 Philips Nv Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager.
JPH0345904Y2 (nl) * 1984-12-10 1991-09-27
JPH0345905Y2 (nl) * 1984-12-17 1991-09-27
US4831615A (en) * 1985-01-30 1989-05-16 Nippon Columbia Co., Ltd. Dual differential optical system moving apparatus
US4858214A (en) * 1985-02-15 1989-08-15 Canon Kabushiki Kaisha Tracking control apparatus
JP2644720B2 (ja) * 1985-02-25 1997-08-25 株式会社日立製作所 トラック引込み方法
DE3508422A1 (de) * 1985-03-09 1986-09-11 Deutsche Thomson-Brandt Gmbh, 7730 Villingen-Schwenningen Schaltungsanordnung fuer ein abspielgeraet von audio- und/oder videoplatten
US4740939A (en) * 1985-05-22 1988-04-26 Hitachi Ltd. Apparatus for reproducing information recorded on a disk
JPS6273430A (ja) * 1985-09-26 1987-04-04 Canon Inc 光情報記録再生装置
US4785440A (en) * 1985-05-24 1988-11-15 Canon Kabushiki Kaisha Method and apparatus for driving an optical pickup of an optical information recording and reproducing apparatus
DE3520189A1 (de) * 1985-06-05 1986-12-11 Deutsche Thomson-Brandt Gmbh, 7730 Villingen-Schwenningen Verfahren fuer das spurspringen bei spursuchvorgaengen und schaltungsanordnung zur durchfuehrung des verfahrens
JPH06103535B2 (ja) * 1985-06-12 1994-12-14 オリンパス光学工業株式会社 光学式情報記録再生装置
JPH064414Y2 (ja) * 1986-03-10 1994-02-02 パイオニア株式会社 トラツキング制御装置
US4768180A (en) * 1986-03-17 1988-08-30 Laser Magnetic Storage International Company Multistage tracking system
JPH06101125B2 (ja) * 1986-05-21 1994-12-12 キヤノン株式会社 光学的情報記録再生装置
US4811317A (en) * 1987-06-25 1989-03-07 Eastman Kodak Company Clock resynchronization after a track jump
US4897827A (en) * 1987-12-12 1990-01-30 U.S. Philips Corporation Video disc player with rapid track access means
JP2646130B2 (ja) * 1989-03-13 1997-08-25 パイオニア株式会社 トラックジャンプ駆動装置
JP2593941B2 (ja) * 1989-08-19 1997-03-26 富士通株式会社 光ディスク装置のアクチュエータオフセット除去装置
JP2950011B2 (ja) * 1992-04-06 1999-09-20 松下電器産業株式会社 ミラー駆動装置
JPH05334703A (ja) * 1992-05-29 1993-12-17 Matsushita Electric Ind Co Ltd ミラー移動量検出装置
DE69920869T2 (de) 1998-07-21 2005-11-24 Koninklijke Philips Electronics N.V. Steuerungssystem, antriebssystem and steuerungsverfahren; vorrichtung ,welche das antriebssystem beinhaltet

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL173343C (nl) * 1972-03-29 1984-01-02 Philips Nv Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager met in optische vorm gecodeerde beeld-en/of geluidssignalen.
US4037252A (en) * 1973-11-10 1977-07-19 U.S. Philips Corporation Apparatus for reading a disc-shaped record carrier with plural scanning spots for stable radial tracking
GB1577133A (en) * 1976-03-19 1980-10-22 Rca Corp Video information record and playback apparatus
NL7810386A (nl) * 1978-10-17 1980-04-21 Philips Nv Optische leesinrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager.

Also Published As

Publication number Publication date
AR220790A1 (es) 1980-11-28
DE2949516C2 (de) 1982-03-04
GB2037460B (en) 1982-11-17
FR2444314B1 (nl) 1983-07-08
US4330880A (en) 1982-05-18
ATA788279A (de) 1982-10-15
BE880545A (fr) 1980-06-11
ES486748A1 (es) 1980-06-16
IT1119966B (it) 1986-03-19
IT7969370A0 (it) 1979-12-10
MX151082A (es) 1984-09-25
AU533655B2 (en) 1983-12-01
JPS5589923A (en) 1980-07-08
SE443891B (sv) 1986-03-10
JPS5927973B2 (ja) 1984-07-10
FR2444314A1 (fr) 1980-07-11
DK524679A (da) 1980-06-14
SE7910129L (sv) 1980-06-14
AT371270B (de) 1983-06-10
NZ192349A (en) 1982-12-07
CA1161555A (en) 1984-01-31
GB2037460A (en) 1980-07-09
AU5368179A (en) 1980-06-19
BR7908048A (pt) 1980-07-22
DE2949516A1 (de) 1980-06-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7812111A (nl) Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijf- vormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte.
NL8803012A (nl) Optische aftastinrichting voorzien van een focusseerregelsysteem alsmede een geintegreerde schakeling voor toepassing in het focusseerregelsysteem.
NL7808638A (nl) Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige re- gistratiedrager.
JPH0214430A (ja) 記録媒体処理装置
US4539664A (en) Control system for optical information signal reproduction device
JP2573301B2 (ja) ディスク装置
US4982393A (en) Information recording and/or reproducing apparatus provided with means for detecting abnormality of tracking servo
NL8802435A (nl) Inrichting voor het aftasten van een registratiedrager, alsmede een regelschakeling voor toepassing in een dergelijke inrichting.
NL1005110C2 (nl) Automatische schijfdiscriminatiemethode en apparaat in optisch schijfsysteem.
US5335214A (en) Optical recording track access driving apparatus
KR910005641B1 (ko) 디스크 재생장치
US4924483A (en) Track counting circuit for use in an optical disk driver
NL8001974A (nl) Spoorvolginrichting.
US5051972A (en) Track accessing control apparatus having a high-pass filter for extracting a tracking signal
NL8200143A (nl) Optische uitleesinrichting.
NL8303029A (nl) Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige optische registratiedrager.
US4807206A (en) Track jump detection system
JP2854131B2 (ja) 光ビームがデータトラックから離れたことを検知するための方法および光ビームがデータトラックから離れたことを検知するための検知回路
US5327410A (en) Direction-determination logic as for a signal pickup in recorded signal recovery apparatus
JPS63148434A (ja) ディスク状記録担体を用いた情報装置
NL8403534A (nl) Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager.
KR0181731B1 (ko) 마크를 계수하기 위한 방법
JPH0736228B2 (ja) 自動焦点引き込み制御装置
KR0178008B1 (ko) 주사기의 이동방향 결정 방법 및 장치
US5375107A (en) Track error control signal generation apparatus as for a disc player

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed