NL8200208A - Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager. - Google Patents
Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8200208A NL8200208A NL8200208A NL8200208A NL8200208A NL 8200208 A NL8200208 A NL 8200208A NL 8200208 A NL8200208 A NL 8200208A NL 8200208 A NL8200208 A NL 8200208A NL 8200208 A NL8200208 A NL 8200208A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- detector
- stage
- control signal
- signal
- difference
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B7/00—Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
- G11B7/08—Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B7/00—Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
- G11B7/08—Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
- G11B7/09—Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
- G11B7/0901—Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following only
- G11B7/0903—Multi-beam tracking systems
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B7/00—Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
- G11B7/12—Heads, e.g. forming of the optical beam spot or modulation of the optical beam
- G11B7/13—Optical detectors therefor
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Optical Recording Or Reproduction (AREA)
Description
«V *'“’**
A
** PHN 10.249 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Inrichting voor het uitlezen van een schijf vormige registratiedrager.
)
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager net nagenoeg koncen-trische informatiesporen, omvattende een optisch systeem voor het opwekken van drie stralenbundels 5 en het projekteren van deze stralenbundels als een eerste, tweede en derde stralingsvlék op de registratiedrager, waarbij de tweede en derde stralingsvlèk in een richting dwars op de spoorrichting ter weerszijde van de eerste stralingsvlèk zijn gelegen en in die richting gezien een afstand tot de hartlijn door de eerste stralingsvlék evenwijdig 10 aan de inf ormatiesporen van althans ten naaste bij 1/4 van de spoor-steek van de inf ormatiesporen bezitten, een eerste, tweede en derde detektor voor het detekteren van de hoeveelheid lichtenergie in de met respectievelijk de eerste, tweede en derde stralingsvlèk korresponderende uittredende stralen-15 bundels en het cmzetten van deze lichtenergie in korresponderende elektrische uitgangssignalen, een met de stralenbundels samenwerkend richtsysteem voor het centreren van de eerste stralingsvlèk op een informatiespoor, en een met de tweede en derde detektor gekoppelde 20 stuurinrichting voor het genereren van een stuursignaal voor het richtsysteem afhankelijk van het verschil tussen de uitgangssignalen van de tweede en derde detektor.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse oktrooischrift 3,876,842 (PHN 6296). Bij de in dit Amerikaanse 25 oktrooischrift getoonde uitleesinrichting voor een optische regi-stratiedager worden de uitgangssignalen van de tweede en derde detektor van elkaar afgetrokken voor het verkrijgen van een radieel stuursignaal, waarmede via de aansturing van het richtsysteem de eerste stralingsvlèk op het informatiespoor gecentreerd wordt.
30 Het opwekken van het radiale stuursignaal is hierbij gebaseerd op het gegeven dat de gemiddelde lichtintensiteit van een uittredende stralenbundel afhankelijk is van de positie van de stralingsvlék ten opzichte van een informatiespoor, in het 8200208 EHN 10.249 2 % * * ____..bijzonder of deze stralingsvlèk al dan niet met een informatiespoor samenvalt. Aangezien de tweede en derde stralingsvlèk in radiale richting gezien gelijke afstanden innemen tot de eerste stralings-vlek zullen de uitgangssignalen van de tweede en derde detéktor gelijk 5 zijn indien de eerste stralingsvlèk op een informatiespoor gecentreerd is. Is dit laatste echter niet het geval dan zijn de uitgangssignalen van de tweede en derde detéktor ongelijk en kan het verschilsignaal gebruikt worden cm het richtsysteem aan te drijven teneinde de gewenste centrering te bewerkstelligen.
10 Een nadeel van dit in het Amerikaanse oktrooischrift getoonde systeem is het feit dat de grootte van het verkregen stuursignaal niet alleen van de decentrering van de eerste stralingsvlèk ten opzichte van het informatiespoor afhangt, maar dat daarnaast nog een groot aantal parameters van zowel de uitlees inrichting zelf als van 15 de registratiedrager hierbij een rol spelen. Met andere woorden de steilheid van het stuursignaal rond het gewenste instelpunt ligt niet eenduidig vast maar is veranderlijk afhankelijk van een aantal aan veranderingen onderhevige systeemparameters.
De meest belangrijke van deze parameters zijn 20 de volgende: (a) de intensiteit van de opgewekte stralenbundels, (b) de transmissiekoëfficiënt van het registratiedrager-materiaal en bij uitlezing in reflektie de refléktie-koëfficiënt van de refléktielaag, 25 (c) de vorm van de informatiegebiedjes in het informatiespoor, (d) fokusseerafwijkingen van de stralingsvlekken ten opzichte van het vlak van het Informatiespoor, (e) de spoorsteek van de informatiesporen.
Doordat al deze parameters: een aanzienlijke spreiding 30 vertonen betékent dit dat de grootte van het verkregen stuursignaal als furiktie van de spoor afwijking een aanzienlijke variatie kan vertonen. Dit komt overeen met een aanzienlijke variatie van de versterkingsfaktor in de radiale servolus. Voor de realisatie van een effektieve servoregellus is dit echter zeer nadelig. In een servo-35 regellus tracht men immers door toevoeging van freguentieafhankelijke netwerken een voor de betreffende regelfunktie zo geschikt mogelijke overdrachtskarakteristiék te realiseren. Heeft men echter met een sterk variërende versterkingsfaktor rekening te houden dan wordt 8200208 -- * -> PHN 10.249 3' roert bij het vastleggen van de totale overdrachtskarakteristiek sterk beperkt. Legt men inmers voor een bepaalde versterkingsfaktor de totale overdrachtskarakteristiek vast dan kan het snel gebeuren dat voor een daarvan afwijkende versterkingsfaktor de regellus insta-5 biel wordt.
Doel van de uitvinding is derhalve het verschaffen van een uitleesinrichting voor schijf vormige registratiedragers waarbij het opgewekte radiale stuursignaal in hoge mate onafhankelijk is van genoemde parameters.
10 De uitvinding is daartoe gekenmerkt, dat de stuurinrichting tevens is gekoppeld met de eerste detektor en is ingericht voor het leveren van een stuursignaal V dat voldoet aan de formule V „ - V ~ v - R1 R2 .V - ,5 C“VR1 + VM^V8 waarbij Vg, VR1 en de uitgangssignalen van respektievelijk de eerste, tweede ai derde detektor zijn, een instelfaktor en V.^ een referentiesignaal.
Door de aangegeven kombinatie van de diverse uitgangs-2Q signalen van de drie detektoren wordt bereikt dat het verkregen stuursignaal V in hoge mate onafhankelijk is van de genoemde para-
V
meters. Dit betékent dat de overdrachtsfunktie van de radiale servo-regellus zo optimaal mogelijk gekozen kan worden zonder dat dit gevaar voor instabiliteiten oplevert.
25 Een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de stuurinrichting is voorzien , van een eerste verschiltrap voor het bepalen van het verschil tussen de uitgangssignalen van de tweede en derde detektor, 3fl een tweede verschiltrap voor het bepalen van het verschil tussen de son van de uitgangssignalen van de tweede en derde detektor en het uitgangssignaal van de eerste detektor, en een deeltrap voor het bepalen van het quotiënt tussen de uitgangssignalen van de eerste en tweede deeltrap, en het leveren 35 van een daarmede korrespanderend stuursignaal, terwijl een bijzondere uitvoeringsvorm hiervan is gekenmerkt, doordat tussen de tweede verschiltrap en de deeltrap een versterker is opgenomen voor het uitvoeren van een modulus-bewerkingcp het uitgangssignaal van deze 8200208
• V
EHN 10.249 4 tweede verschiltrap. Door deze modulus-bewerking wordt allereerst bereikt dat de uitvoering van de deeltrap eenvoudiger kan zijn. Bovendien wordt bereikt dat het verloop van het verkregen stuursignaal bij een beweging dwars over de informatiesporen een kontinu verloop .
5 krijgt, in het bijzonder wanneer men de grootte van het stuursignaal begrenst.
De uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan de hand van de figuren, waarbij figuur 1 schematisch een uitvoeringsvorm van de uitlees-10 inrichting volgens de uitvinding weergeeft..
Figuur 2 toont de positie van de stralingsvlekken op de registratiedrager, figuur 3 het verloop van de uitgangssignalen van de detektoren bij een verplaatsing dwars op de spoorrichting, 15 figuur 4 een voorbeeld van een frequentiékarakteristiék van een radiaal servosysteem en figuur 5 het verloop van het met de inrichting volgens de uitvinding verkregen stuursignaal.
Figuur 6 toont het blokschema van een uitvoeringsvorm 20 van de bij de inrichting volgens de uitvinding toegepaste stuurinrichting en figuur 7 een uitgewerkt schakelschema van deze stuurinrichting, en figuur 8 een variant op het verkregen stuursignaal V .
25 In figuur 1 is met 1 een sChijfvormige registratie drager aangegeven die is voorzien van een groot aantal koncentrische of quasi-koncentrische (spiraalvormige) informatiesporen.
In deze ^informatiesporen kan de informatie op diverse bekende wijzen zijn opgetékend. Als voorbeeld zij verwezen naar het 30 Amerikaanse oktrooischrift 4,160,269 (PHN 5497), waarbij in de informatiesporen gebiedjes en tussengebiedjes kunnen worden onderscheiden, waarvan de onderscheidenlijke lengte de opgeslagen informatie representeert. Deze gebiedjes en tussengebied jes beïnvloeden op verschillende wijze een op het informatiespoor geprojekteerde 35 stralenbundel, waardoor deze stralenbundel in afhankelijkheid van de opgeslagen informatie wordt gemoduleerd. Zo kan de transmissie-of reflektiekcëfficiënt van de gebiedjes verschillen van die van de tussengebiedjes, zodat een uitleesstralenbundel in amplitude 82 0 0 20 8 •j % BHN 10.249 5 gemoduleerd wordt. Ook is het mogelijk de gebiedjes en tussengebiedjes qp de registratiedrager op een verschillende hoogte aan te brengen, waardoor de uitleesstralenbundel in fase wordt gemoduleerd, hetgeen met geschikte middelen weer kan worden omgezet in een amplitude-g modulatie. Aangezien de wijze van modulaties en de wijze van optekenen van de informatie voor de onderhavige uitvinding van ondergeschikt belang is zal hierop niet nader worden ingegegaan Bij het weergegeven voorbeeld is aangenomen dat de registratiedrager 1 aan de bovenzijde is voorzien van een reflekterende informatiestruktuur.
10 Deze registratiedrager 1 wordt door een motor 2 via een door een centrale opening van deze registratiedrager stekende as 3 in roterende zin aangedreven. Voor het uitlezen van de registratiedrager 1 is een optisch systeem 4 aanwezig, dat is opgenomen in een huis 5. Dit optische systeem 4 bevat een stralingsbron 6, 15 die een drietal stralenbundels S, Rj en uitzendt. Deze drie stralenbundels worden gezamenlijk via een halfdoorlatende spiegel 7, een kantelbare spiegel 8 en een lens 9 op de registratiedrager 1 als stralingsvlekken s, r1 en r2 geprojekteerd. De door de registratiedrager gereflekteerde stralenbundels S', Rj'.en R2' worden door 20 de spiegel 8 en de halfdoorlatende spiegel 7 gereflekteerd naar de detektoren 10, 11 en 12. Deze detektoren 10, 11 en 12 leveren elk aan hun uitgang een uitgangssignaal dat de lichtintensiteit van de door de registratiedrager gemoduleerde stralenbundels S', Rj' en Rj' representeert.
25 Deze uitgangssignalen van de detektoren 10, 11 en 12 worden aan een stuurinrichting 13 toegevoerd, die uit deze signalen een stuursignaal V af leidt voor de radiale, positionering van de . c door de stralenbundels S, Rj en PP registratiedrager 1 geprojékteerde stralingsvlekken s, r^ en r2· Voor het bewerkstelligen 30 van deze radiale positionering wordt dit stuursignaal V toegevoerd aan v een aandrijf inrichting 14 waarmede de spiegel 8 cm een as 15 kantelbaar is. Deze aandrijf inrichting 14 kan bijvoorbeeld een door een stuurstroom gekontroleerde elektromagnetische aandrijving zijn.
Uit de gemiddelde stand van de spiegel 8 kan voorts nog een stuur-35 signaal worden afgeleid voor een grof regeling 16 waarmede het huis 5 in radiale richting kan worden verplaatst.
Figuur 2 toont de positionering van de stralingsvlekken s, r.j en r^ ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de informatie- 82 0 0 20 8 « t FUN 10.249 6 sporen qp de registratiedrager. De stralingsvlekken en zijn in radiale richting x gezien ter weerszijde van de aftastvlék 5 gelegen op een afstand q/4 ten opzichte van deze aftastvlék 5, waarbij q de spoorsteek is, dat wil zeggen de afstand tussen de middens 5 van naast elkaar gelegen informatiesporen (1^, T^).
De keuze van dit stralingsvlèkkenpatroon is gebaseerd op het gegeven, dat ingeval de stralingsvlek 5 exact op een informatiespoor gecentreerd is, de beide met de stralingsvlekken r1 en r2 overeenkonende gereflecteerde strelentandels R,' « Rj' dezelfde 10 gemiddelde lichtintensiteit bezitten. Is de centrering van de stralingsvlek s niet juist dan zijn de gemiddelde lichtintensiteiten van de geref lekteerde stralenbundels ' en ^' echter verschillend.
De term gemiddeld geeft hierbij aan dat variaties in de lichtintensiteit veroorzaakt door de hoogfrequent informatiestruktuur in het 15 informatiespoor buiten beschouwing worden gelaten. In feite worden deze hoogfrequentvariaties bij het afleiden van het radiale stuursignaal door middel van laagdoorlaatfilters afgescheiden.
Figuur 3 toont ter illustratie het verloop van de gemiddelde intensiteit A van de stralenbundels R^' en R£' als funktie van 20 de positie van de stralingsvlek s ten opzichte van de informatiesporen. Hieruit is te zien dat het verschil tussen deze lichtintensiteiten, dus het verschil tussen de uitgangssignalen van de detektors 11 en 12 representatief is voor de richting en de grootte van de radiale spoorafwijking. Dit verschilsignaal kan derhalve als stuursignaal 25 voor het richtsysteem 14 gebruikt worden, waardoor de stralingsvlek s op het informatiespoor gecentreerd wordt gehouden.
Deze stralingsvlek s kan derhalve als uitleesvlek gebruikt worden en wordt door de in het informatiespoor qpgeslagen informatie gemoduleerd. De uitgang van de detektor 10 zal dus het informatie-30 signaal leveren en met een informatieverwerkingseenheid zijn verbonden. Aangezien deze informatieverwerkingseenheid voor de onderhavige uitvinding niet van belang is, is deze in de figuur 2 niet aangegeven.
Een probleem bij het op deze wijze opwekken van het 35 radiale stuursignaal wordt veroorzaakt door het feit dat het verkregen stuursignaal van een aantal aan spreiding onderhevige parameters afhankelijk is. Zo is de grootte van het verkregen stuursignaal afhankelijk van de vorm van de informatiegebiedj es 8200208 PHN 10.249 7 * * in het informatiespoor. Deze vorm, bijvoorbeeld de diepte eii/of breedte van de patjes in een als hoog-laag-struktuur uitgevoerd informatiespoor, bepaalt immers de gemiddelde lichtintensiteit van de gereflekteerde stralenbundel ingeval de stralingsvlek met 5 het infoonatiespoor samenvalt. Dientengevolge is de amplitude van het intensiteitsverloop VR1, VR2 van de stralenbundels bij verplaatsing over de sporen afhankelijk van deze vorm van de informatiegebiedjes. Zoals uit de stippellijn in figuur 2 is te-zien, is de grootte van het verkregen stuursignaal VR1 -V^ afhankelijk van deze amplitude 10 en dus van deze vorm van de informatiegebiedjes.
Eenzelfde verandering van het verkregen stuursignaal treedt op indien de fokussering van de stralingsvlékken op de informatie-struktuur niet geheel korrekt is. Normaliter worden de stralenbundels zo goed mogelijk op het informatievlak van de registratiedrager 15 gefokusseerd door middel van een fokusregeling waarmee de lens 9 in de richting van de registratiedrager wordt gepositioneerd en waarmee onvlakheden van de registratiedrager worden gecompenseerd. Afhankelijk van de vlakheid van de registratiedrager treden echter restfouten in deze fokussering op, waardoor de diameters van de 20 stralingsvlékken s, en r2 nog aan bepaalde variaties onderhevig is. Deze variaties van de diameter van de stralingsvlékken veroorzaken weer variaties in de amplitude ran de lichtintensiteiten VR1 en Vr2 zoals aangegeven in figuur 3, dus variaties in het verkregen stuursignaal.
25 Treedt: er een variatie in de spcorsteék op. dan zal de steilheid van het stuursignaal omgekeerd evenredig met deze spoorsteek variëren. De periode van het stuursignaal is immers recht evenredig met de spoorsteek, dus de steilheid omgekeerd evenredig.
30 De mogelijke variaties in de grootte van het opgewekte stuursignaal beperkt in hoge mate de optimalisatie van de radiale servoregellus, zoals zal worden aangetoond aan de hand van figuur 4.
In deze figuur is bij wijze van voorbeeld de frequentiekarakteristiek van de open-lus-versterking G van een radiale servoregellus uitgezet.
35 Deze karakteristiek bezit een vlak stuk tot een frequentie f 1.
Voor deze lage frequenties streeft men naar een zeer grote versterking omdat hierdoor immers de nauwkeurigheid ran de regeling door wordt bepaald. Van de frequentie f1 tot f2 vertoont de 8200208 PHN 10.249 8 frequentiekarakteristiek een vrij scherpe daling (bijvoorbeeld 12 dB/oct) cmdat men in het algemeen de invloed van hoge frequenties, bijvoorbeeld veroorzaakt door imperfekties in de registratiedrager, op de regellus wil vermijden. Cm te waarborgen dat de gesloten regellus stabiel 5 blijft mag echter de helling van de karakteristiek bij het snijpunt van de 0 dB-as van de versterkingsfaktor G maximaal -6 dB/oct zijn, zodat met behulp van korrektienetwerken de karakteristiek vanaf de frequentie f2 wordt ongebogen tot een -6 dB/oct-helling.
Varieert nu echter de grootte van het regelsignaal als 10 gevolg van een variatie van de modulatiediepte of fokusfouten, hetgeen neerkomt op een variatie in de versterkingsfaktor G van de open-lus-versterking dan verschuift als het ware de frequentiekarakteristiek in vertikale richting. Zou hierdoor de üiteindelijke karakteristiek het gestippelde verloop innemen dan zou de servorregellus 15 instabiel worden, omdat dan immers in het snijpunt met de 0 dB-as de helling -12 dB/oct bedraagt.
Dit betekent dat men bij het vastleggen van de frequentiekarakteristiek van de open-lus-versterking rekening moet houden met de mogelijke verschuiving van deze karakteristiek, zodat men 20 niet meer een optimale keuze voor een karakteristiek kan doen.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt er nu voor gezorgd dat het opgewekte radiale stuursignaal in hoge mate onafhankelijk is van genoemde parameters, waardoor een eenmaal gekozen frequentiekarakteristiek ook goed vastligt en niet meer aan een mogelijke 25 verschuiving onderhevig.is. Dit betekent dat men voor deze frequentiekarakteristiek een optimale keuze kan doen, waardoor het regelgedrag van de radiale servoregellus aanzienlijk verbeterd kan worden.
Volgens de uitvinding wordt voor het afleiden van 30 het stuursignaal Vc naast de beide uitgangssignalen V^ en V^ van de detektoren 11 en 12 ook het uitgangssignaal V van de s detektor 11 gebruikt. In het bijzonder wordt een stuursignaal Vc opgewekt dat voldoet aan de formule: 35 V - VR1 ' · V-rf m waarbij een instelfaktor en V^ een referentiesignaal is.
Om het effekt van deze maatregel aan te tanen kan voor het 8200208 Λ ΡΗΝ 10.249 9 verloop van de uitgangssignalen VR1 en van de detektoren 11 en 12 de volgende formule worden gegeven: VR1 = H(Hm sin 2lf|) S (2) = H(1-m sin 2lf|)
Hierbij is H de lichtintensteit van elk van de pp de registratie-drager gerichte stralenbundels en R2, en 'm de nodulatiediepte, 10 die afhankelijk is van de fokussering en de vorm van het informatie-spoor.
Het uitgangssignaal V van detèktor 10 voldoet
O
dan aan de fontule: 15 Vs =P H(1-m cos 2rf|) ƒ ' (3) waarbij β H de lichtintensiteit van de stralenbundel S is, welke veelal afwijkt van die van de stralenbundels en R2»
Invullen van de formules (2) en (3) in 1 levert als 20 resultaat:
Vc = 21511 S3J1, 2^l_Vref (4) 2H-rt( β H- /3Hm cos 2li-) q 25 Door met behulp van een instelmogelij kheid in de stuurinrichting ervoor te zorgen dat<l$=2 wordt deze formule herleid tot: V = sin 2Τ^— V , = tg 2H7-. Vref (5) c g. ref q cos 2lf~ 30 q
Hieruit is dirékt te zien dat de storende parameter m volkomen geëlimineerd is. Verder ziet men dat het verloop van het stuursignaal V als funktie van x (zie figuur 5) niet meer sinusvormig
O
is zoals bij het gebruik van VR^-VR2 (zie figuur 5), maar tangensvormig, zoals in. figuur 5, met streeplijn aangegeven. Uiteraard kan men door verdere elektronische bewerkingen het verloop van het uiteiridelijke stuursignaal aanpassen aan de wensen dienaangaande.
8200208 EHN 10.249 10
Door een tangens-hyperbolicus-bewerking kan men de tangens-vom omzetten in een rechte lijn, zodat een zaagtand-karakteristiek met periode 1/2 q zon ontstaan. In plaats van deze zaagtandkarakteristiek kan men ook een zaagtandkarakteristiek met 5 periode q opwekken door verschuiving van eerstgenoemde zaagtand binnen bepaalde kwadranten van het gebied 0<x<q. Ook kan men de zaagtandkarakteristiek omzetten in een driehoekvormige karakteristiek. Voor de onderhavige uitvinding is dit uiteraard van ondergeschikt belang met dien verstande dat men door eenduidigheid van het 10 verkregen stuursignaal V juist de mogelijkheid verkrijgt dit soort v bewerkingen zander risiko toe te passen.
Verder is gebleken dat de afharikelij kheid van het stuursignaal van spoorsteekvariaties aanzienlijk is verminderd.
Dit is een gevolg van het feit dat door de aangegeven signaal-15 bewerking volgens formule 1 een bewerking wordt uitgevoerd die bij benadering een rechtevenredige afhankelijkheid van de spoorsteek introduceert, die de eerder genoemde omgekeerd evenredige afhankelijkheid althans gedeeltelijk kompenseert.
Figuur 6 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de 20 stuurinrichting 13 voor het genereren van het gewenste stuursignaal V . De stuurinrichting 13 bevat drie ingangsklermen 21, 22 en 23 voor het ontvangen van de uitgangssignalen Vg, VR^ en V^ van de detektoren 10, 11 en 12. De beide signalen VR^ en V^ worden van elkaar afgetrokken in een verschiltrap 24. Tevens worden deze beide 25 signalen bij elkaar opgeteld in een opteltrap 25. Het signaal V
b wordt toegevoerd aan een versterker 26 met instelbare versterking welke dient voor het vastleggen van de faktor ^ in de formule 4.
Het verkregen somsignaal V^+V^ en het uitgangssignaal^ Vg van de versterker 26 warden daarna van elkaar afgetrokken in een verschil-30 trap 27, waarna het verkregen verschilsignaal nogmaals versterkt wordt met behulp van een versterker 28. Dat versterkte signaal van de versterker 28 en het uitgangssignaal van de verschiltrap 24 worden tenslotte aan een deeltrap 29 toegevoerd, die aan een uitgangsklem 32 het stuursignaal V levert. In de weergegeven 35 uitvoering bevat deze deeltrap een versterker 30 met een terugkoppelketen die is voorzien van een vermenigvuldiger 31.
Hierbij zijn nog een tweetal mogelijkheden gegeven.
Door de vermenigvuldiger als een vier-kwadranten-vermenigvuldiger 8200208 ·*- PHN 10.249 11 uit te voeren ontstaat een stuursignaal V roet een verloop afhankelijk.
v van x zoals in figuur 5 gestippeld is aangegeven. Het is echter ook mogelijk een twee-kwadranten-vennenigvuldiger te gebruiken.
In dat geval moet men de versterker 28 zodanig uitvoeren dat zijn 5 uitgangssignaal overeenkomt met de modulus van zijn ingangssignaal.
Bij deze uitvoeringsvorm ontstaat een stuursignaal V * met een verloop
V
als funktie van x dat in de relevante kwadranten 0<x<1 /4 q en 3/4 q^.x<q geheel net het verloop van V overeenkomt, in de overige
V
twee-kwadranten 1/4 q<x <3/4 q echter geïnverteerd is (zie figuur 5 10 streep-punt lijn). Door bij deze uitvoeringsvorm de grootte van het stuursignaal V ' te begrenzen bij een zekere waarde Ao wordt als
V
funktie van x weer een kontinu verlopende funktie verkregen als in figuur 5 is aangegeven, die alleen wat de vorm betreft afwijkt;:van het verloop van het stuursignaal vR-j “VR2 * 16 Figuur 7 toont tenslotte een uitgewerkt uitvoeringsvoorbeeld van de stuurinrichting 13 volgens figuur 6. Hierbij wordt in deze stuurinrichting tevens een stuursignaal voor de fokusregelirig opgewekt, waarbij is uitgegaan van de zogenaamde astigmatische fokussering, zoals bijvoorbeeldbeschreven is in de Nederlandse oktrooiaanvrage 20 7.703.076 (PHN 8721). Cm bij deze methode een fokusfoutsignaal te kunnen verkrijgen is de detektor 10 (figuur 1) voor de stralingsvlék 5 opgesplitst in een aantal deeldetektoren. Door een geschikte koiribinatie van de uitgangss ignalen van deze deeldetektoren te nemen kan men dan twee signalen F^ en F2 verkrijgen waarvan het verschil 2g de fökusfout representeert.
In de stuurinrichting volgens figuur 7 worden deze beide signalen F^ en F2, die als detektorstromen beschikbaar kanen, toegevoerd aan de belde ingangen 31 en 32 van een verschil versterker 30. Aan de uitgang 33 van deze verschil versterker 30 kant dan het 30 verschilsignaal^F beschikbaar voor verdere bewerking in de f okusservoregellus.
De som van de beide signalen F^ en F2, welke son overeenkomt met het signaal V volgens figuur 6, wordt toegevoerd aan de ingang 41 van de als strocmspiegelschakeling uitgevoerde 35 versterker 26, aan de uitgang 42 waarvan de versterkte signaalstroom beschikbaar komt. Deze stroanspiegelschakeling bevat een instelbare weerstand 43 voor het instellen van de versterkingsf aktor tussen in- en uitgang, welke versterkingsfaktor de faktor ^ in 8200208 V* PHN 10.249 12 formule (1) bepaalt.
De verschiltrap 27 is eveneens als strocmspiegelschakeling met een ingang 51 en een uitgang 52 uitgevoerd. De ingang 51 dient daarbij de som van de uitgangssignalen der beide detektoren 11 en 5 12 te ontvangen, waartoe deze beide signalen eerst gesatineerd dienen te worden. Er is echter ock een eenvoudiger oplossing mogelijk.
De detektoren 10, 11 en 12 worden in het algemeen geïntegreerd op êén enkel substraat aangebracht en leveren dan aan desbetreffende uitgangen hun respektievelij ke dstektorstromen. Het substraat voert 10 echter eveneens een stroom, die overeenkomt met de som van alle detektorstromen en dus overeenkomt met νΏ1+νη„+ν . Door nu deze substraatstrocm aan de ingang 51 van de strocmspiegel 27 toe te voeren is een afzonderlijke optelschakeling 25 (figuur 6) overbodig geworden, terwijl men door aanpassing van de versterkingsfaktor 15 van de versterker 26 de extra term V weer kan elimineren.
s
De uitgang 52 van de stroomspiegel 27 is verbonden met de uitgang van de strocmspiegel 26, zodat de beide uitgangs-strcmen van de stroomspiegels van elkaar worden afgetrokken en het verschilsignaal VR.j«<VS als verschilstroom aan de uitgang 20 52 beschikbaar kant.
Deze verschilstroon wordt toegevoerd aan de ingang 61 van de versterker 28. Deze versterker 28 voert tevens een modulusbewerking uit. Een ingangsstroan van negatieve polariteit aan de ingang 61 wordt tweemaal gespiegeld, namelijk via spiegel 62 en 25 63 en kant derhalve als uitgangsstroam van negatieve polariteit aan de uitgang 64 beschikbaar. Een ingangsstroan van positieve polariteit aan de ingang 61 wordt daarentegen slechts eenmaal gespiegeld, namelijk in spiegel 65 en komt derhalve eveneens als uitgangsstroam van negatieve polariteit aan de uitgang 64 beschik-30 baar.
Deze uitgangsstrocm wordt toegevoerd aan een ingang 71 van de delertrap 29. Het tweede signaal voor deze delertrap aan de ingang 72 wordt verkregen van de als stroomspiegel uitgevoerde verschiltrap 24, aan twee ingangen 81 en 82 waarvan de detektor-35 signalen VR1 en Vr2 worden toegevoerd. Het door de delertrap als verschilsignaal aan de uitgangen 73 en 74 geleverde quotiënt wordt nogmaals versterkt in een versterkertrap 90 en komt uiteindelijk als stuursignaal V beschikbaar aan een uitgangsklem 91.
8200208 ^ PEN 10.249 13
Deze versterkertrap 90 bevat nog een tweetal Ingangen 92 en 93 waaraan referentiesignalen kunnen worden toegevoerd voor het korrigeren van een eventuele offset In de schakeling
Tenslotte bevat de schakeling volgens figuur 7 nog een 5 uitgangsklem 65, die gekoppeld is met de modulus-versterker 28.
Deze uitgang 65 levert een blokvormig uitgangssignaal V , dat een
P
eerste waarde bezit voor 0<x<1/4 q en 3/4 q<x<q en een tweede waarde voor 1/4 q<x<3/4 q, zoals in figuur 8 aangegeven.
Tevens is in figuur 8 ook nogmaals het verloop van het aan de 10 uitgang 91 beschikbaar kanend stuursignaal V weergegeven. Het blok-vormige signaal kan men nu gébruiken om het stuursignaal Vc te modificeren on een nog betrouwbaardere centrering te verkrijgen. Zoals uit het verloop van V te zien is, is het regelbereik in
V
wezen beperkt tot -1/4 q4.x<1/4 q. Neemt de spoorafwijking nog 15 verder toe, bijvoorbeeld door een verstoring, dan neemt voor <*>1/4 q het stuursignaal plotseling af met toenemende x. Dan kan, ook vanwege mogelijke fasedraaiingen bij hetpasseren van de grens x = 1/4 q, de regeling al zeer snel niet meer in staat zijn om de uitleesvlék naar het gewenste spoor (x = 0) terug te regelen maar 20 verplaatst deze spot zich naar het volgende spoor (x = q).
Doordat juist bij deze grens x = 1/4 q het blokvormige signaal Vp nul wordt, kan men dit signaal gebruiken cm het stuursignaal in stabiliserende zin te modificeren. In het bijzonder kan men door dit signaal een houdschakeling aktiveren die het 25 stuursignaal V bij het passeren van x = 1/4 q op de waarde ito
C
houdt zolang dit signaal V^mlis-Op dezelfde wijze wordt het stuursignaal V op de waarde-ito gehouden bij het passeren van x = -1/4 q.
L1
Op deze wijze ontstaat, uitgaande van een centrering op het spoor x = 0 een stuursignaal V ' dat voor -1/4 q<x<1/4 q overeenkomt 30 met het stuursignaal V . Voor 1/4 q<x<3/4 q bezit dit stuursignaal v V ' de waarde ito, voor -3/4 q<x<-1/4 q de waarde -ip, terwijl voor x 4.-3/4 q en x>3/4 q V 1 weer gelijk is aan V .
V w
Zoals uit de figuur duidelijk te zien is, is het houdbereik van de regeling door deze maatregel aanzienlijk vergroot zodat 35 de uitleesvlék met grote zekerheid op het gewenste spoor gecentreerd zal blijven.
Het zal duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding geenszins beperkt is tot de in de figuren aangegeven uitvoeringsvormen.
8200208 ·· PHN 10.249 14
Afhankelijk van de keuze van het optische systeem kunnen zowel systeemtechnische als schakeltechnische varianten toegepast worden.
5 10 15 20 25 30 35 8200208
Claims (4)
1. Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager met nagenoeg koncentrische informatiesporen, omvattende een optisch systeem voor het opwekken van drie stralen-5 bundels en het projecteren van deze stralenbundels als een eerste, tweede en derde stralingsvlek op de registratiedrager, waarbij de tweede en derde stralingsvlek in een richting dwars op de spoor-richting ter weerszijde van de eerste stralingsvlek zijn gelegen en in die richting gezien een afstand tot de hartlijn door de eerste 10 stralingsvlek evenwijdig aan de inf ormatiesporen van althans ten naaste bij 1/4 van de spoorsteek van de informatiesporen bezitten, een eerste, tweede en derde detektor voor het detekteren van de hoeveelheid lichtenergie in de met respektievelijk de eerste, tweede en derde stralingsvlek korresponderende uittredende stralen-15 bundels en het onzetten van deze lichtenergie in korresponderende elektrische uitgangssignalen, een met de stralenbundels samenwerkend richtsysteem voor het centreren van de eerste stralingsvlek op een informatiespoor, en een met de tweede en derde detektor gekoppelde 20 stuurinrichting voor het genereren van een stuursignaal voor het richtsysteam afhankelijk van het verschil tussen de uitgangssignalen van de tweede en derde detektor, met het kenmerk, dat de stuurinrichting tevens is gekoppeld met de eerste detektor en is ingericht voor het leveren van een stuursignaal V dat voldoet aan de formule: 25 v0 = ' VK2_ -Vref VR1+VR2-*VS waarbij V , VR^ en VR2 de uitgangssignalen van respektievelijk de eerste, tweede en derde detektor zijn, ia een instelfaktor en 30 vref een referentiesignaal.
2. Inrichting volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de stuurinrichting is voorzien van een eerste verschiltrap voor het bepalen van het verschil tussen de uitgangssignalen van de tweede en derde 35 detektor, een tweede verschiltrap voor het bepalen van het verschil tussen de son van de uitgangssignalen van de tweede en derde detektor en het uitgangssignaal van de eerste detektor, 8200208 * α ΡΗΝ 10.249 16 en een deel trap voor het bepalen van het quotiënt tussen de uitgangssignalen van de eerste en tweede deel trap en het leveren van een daarmede korresponderend stuursignaal.
3. Inrichting volgens konklusie 2, met het kenmerk, 5 dat tussen de tweede verschiltrap en de deeltrap een versterker is opgenomen voor het uitvoeren van een modulus-bewerking op het uitgangssignaal van deze tweede deeltrap.
4. Inrichting volgens konklusie 2, met het kenmerk, dat de eerste verschiltrap een eerste ingangssignaal ontvangt 10 dat evenredig is met de som van de uitgangssignalen van de eerste, tweede en derde detektor. 15 20 25 30 35 8200208
Priority Applications (13)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8200208A NL8200208A (nl) | 1982-01-21 | 1982-01-21 | Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager. |
US06/365,716 US4446545A (en) | 1982-01-21 | 1982-04-05 | Apparatus for reading a disk-shaped record carrier |
GB08301154A GB2113872B (en) | 1982-01-21 | 1983-01-17 | Apparatus for reading a disk-shaped record carrier |
IT19161/83A IT1167553B (it) | 1982-01-21 | 1983-01-18 | Apparato per la lettura di un supporto di registrazione a disco |
KR1019830000168A KR880001174B1 (ko) | 1982-01-21 | 1983-01-18 | 디스크형 기록캐리어 판독장치 |
BE0/209936A BE895655A (fr) | 1982-01-21 | 1983-01-19 | Dispositif de lecture d'un support d'information en forme de disque |
ES519100A ES8400833A1 (es) | 1982-01-21 | 1983-01-19 | Un aparato para leer un portador de registro en forma de disco. |
DE19833301702 DE3301702A1 (de) | 1982-01-21 | 1983-01-20 | Anordnung zum lesen eines scheibenfoermigen aufzeichnungstraegers |
CA000419912A CA1194229A (en) | 1982-01-21 | 1983-01-20 | Apparatus for reading a disk-shaped record carrier |
AU10635/83A AU552691B2 (en) | 1982-01-21 | 1983-01-20 | Optically reading a disk shaped record carrier |
JP58006767A JPS58125243A (ja) | 1982-01-21 | 1983-01-20 | デイスク状記録キヤリヤ用読取装置 |
FR8300906A FR2520145A1 (fr) | 1982-01-21 | 1983-01-21 | Dispositif de lecture d'un support d'information en forme de disque |
SG970/85A SG97085G (en) | 1982-01-21 | 1985-12-20 | Apparatus for reading a disk-shaped record carrier |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8200208 | 1982-01-21 | ||
NL8200208A NL8200208A (nl) | 1982-01-21 | 1982-01-21 | Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8200208A true NL8200208A (nl) | 1983-08-16 |
Family
ID=19839113
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8200208A NL8200208A (nl) | 1982-01-21 | 1982-01-21 | Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager. |
Country Status (13)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4446545A (nl) |
JP (1) | JPS58125243A (nl) |
KR (1) | KR880001174B1 (nl) |
AU (1) | AU552691B2 (nl) |
BE (1) | BE895655A (nl) |
CA (1) | CA1194229A (nl) |
DE (1) | DE3301702A1 (nl) |
ES (1) | ES8400833A1 (nl) |
FR (1) | FR2520145A1 (nl) |
GB (1) | GB2113872B (nl) |
IT (1) | IT1167553B (nl) |
NL (1) | NL8200208A (nl) |
SG (1) | SG97085G (nl) |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3367134D1 (en) * | 1982-05-31 | 1986-11-27 | Hitachi Ltd | Servo circuit for a signal reproducing apparatus |
US4805162A (en) * | 1982-11-01 | 1989-02-14 | Storage Technology Partners Ii | Fine and coarse servo system for access and tracking on an optical disk |
WO1984004844A1 (en) * | 1983-05-27 | 1984-12-06 | Storage Technology Partners | Coarse position error signal generation in an optical disk storage system employing coarse servo tracks |
EP0145755A1 (en) * | 1983-06-13 | 1985-06-26 | Storage Technology Partners Ii | Amplitude modulated coarse position error signal generation in an optical disk storage system employing coarse servo tracks |
NL8303564A (nl) * | 1983-10-17 | 1985-05-17 | Philips Nv | Inrichting voor het weergeven van informatie van een optisch uitleesbare registratiedrager. |
JPS6070923U (ja) * | 1983-10-19 | 1985-05-20 | パイオニア株式会社 | 焦点誤差検出装置 |
JPS6070924U (ja) * | 1983-10-19 | 1985-05-20 | パイオニア株式会社 | 焦点誤差検出装置 |
DE3485675D1 (de) * | 1983-11-09 | 1992-05-27 | Sharp Kk | Servosystem zum positionieren eines optischen strahls. |
JPS60119641A (ja) * | 1983-12-01 | 1985-06-27 | Pioneer Electronic Corp | トラッキングエラ−信号発生装置 |
NL8400674A (nl) * | 1984-03-02 | 1985-10-01 | Philips Nv | Inrichting voor het inschrijven en/of uitlezen van informatie in een spoor van een reflekterende registratiedrager, met een fokusregeling met verminderde spot offsetgevoeligheid. |
NL8500059A (nl) * | 1985-01-11 | 1986-08-01 | Philips Nv | Inrichting voor het weergeven van informatie van een optisch uitleesbare registratiedrager. |
JPH06101127B2 (ja) * | 1985-03-13 | 1994-12-12 | シャープ株式会社 | 光学ヘツド |
JP2888484B2 (ja) * | 1985-07-30 | 1999-05-10 | オプテイカル ストレツジ インターナシヨナル−ユーエス | 記録キャリア及び光データ読み書き装置 |
US4879707A (en) * | 1985-07-30 | 1989-11-07 | Laser Magnetic Storage International Company | Optical disk tracking and seeking systems specific track formats using discontinuities |
US4879708A (en) * | 1985-07-30 | 1989-11-07 | Laser Magnetic Storage International Company | Optical disk tracking and seeking systems specific track formats using wobbled pits |
US4959823A (en) * | 1985-07-30 | 1990-09-25 | Laser Magnetic Storage International Company | Tracking and seeking system for use with an optical record carrier having a wobbled track format |
JP2786181B2 (ja) * | 1985-12-21 | 1998-08-13 | ソニー株式会社 | 光ディスク装置 |
USRE34769E (en) * | 1986-01-16 | 1994-11-01 | Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha | Current mirror amplifier for use in an optical data medium driving apparatus and servo-circuit |
US5004901A (en) * | 1987-06-04 | 1991-04-02 | Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha | Current mirror amplifier for use in an optical data medium driving apparatus and servo-circuit |
EP0234594A3 (en) * | 1986-02-28 | 1989-09-06 | Kabushiki Kaisha Toshiba | System capable of retrieving information from an optical memory |
US4864552A (en) * | 1986-08-29 | 1989-09-05 | Laser Magnetic Storage International Company | Driving signal for coarse servo employing sampled offset signal |
NL8602911A (nl) * | 1986-11-17 | 1988-06-16 | Philips Nv | Inrichting voor het inschrijven en/of uitlezen van informatie in respektievelijk uit een schijfvormige registratiedrager. |
JP2602019B2 (ja) * | 1987-03-12 | 1997-04-23 | 富士通株式会社 | 光デイスク装置 |
US4785167A (en) * | 1987-08-26 | 1988-11-15 | International Business Machines Corporation | Photodetector having cascaded photoelements |
US5031166A (en) * | 1988-01-25 | 1991-07-09 | Laser Magnetic Storage International Company | Optical disk tracking and seeking systems and specific track formats using discontinuities and circuitry therefor |
TW221074B (nl) * | 1991-05-10 | 1994-02-11 | Philips Nv | |
JP3186221B2 (ja) * | 1992-06-02 | 2001-07-11 | パイオニア株式会社 | 光学式記録情報再生装置 |
KR100312104B1 (ko) * | 1997-11-28 | 2002-04-06 | 윤종용 | 밸런스게인튜닝장치 |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
USRE29963E (en) * | 1972-03-29 | 1979-04-10 | U.S. Philips Corporation | Servo system for reading from a disc-shaped record carrier containing signals coded in optical form |
US4005260A (en) * | 1972-11-11 | 1977-01-25 | U.S. Philips Corporation | Device for reading a disk-shaped record carrier with time base correction |
NL7315419A (nl) * | 1973-11-10 | 1975-05-13 | Philips Nv | Inrichting voor het uitlezen van een schijfvor- mige registratiedrager. |
US4037252A (en) * | 1973-11-10 | 1977-07-19 | U.S. Philips Corporation | Apparatus for reading a disc-shaped record carrier with plural scanning spots for stable radial tracking |
NL177780C (nl) * | 1974-02-28 | 1985-11-18 | Philips Nv | Inrichting voor het uitlezen van een op een draaitafel te plaatsen schijfvormige registratiedrager. |
US4001494A (en) * | 1974-11-01 | 1977-01-04 | Zenith Radio Corporation | Photoreceptor matrix for optical video playback system |
JPS52134704A (en) * | 1976-05-06 | 1977-11-11 | Teac Co | Optical recorder/reproducer unit |
GB1532345A (en) * | 1976-06-25 | 1978-11-15 | Hitachi Ltd | Information play-back apparatus |
JPS5320904A (en) * | 1976-08-11 | 1978-02-25 | Toshiba Corp | Optical information reader |
NL7810386A (nl) * | 1978-10-17 | 1980-04-21 | Philips Nv | Optische leesinrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager. |
NL7812111A (nl) * | 1978-12-13 | 1980-06-17 | Philips Nv | Inrichting voor het optisch uitlezen van een schijf- vormige registratiedrager, in het bijzonder het snel opzoeken van een gewenst programmagedeelte. |
NL8001974A (nl) * | 1980-04-03 | 1981-11-02 | Philips Nv | Spoorvolginrichting. |
-
1982
- 1982-01-21 NL NL8200208A patent/NL8200208A/nl not_active Application Discontinuation
- 1982-04-05 US US06/365,716 patent/US4446545A/en not_active Expired - Fee Related
-
1983
- 1983-01-17 GB GB08301154A patent/GB2113872B/en not_active Expired
- 1983-01-18 KR KR1019830000168A patent/KR880001174B1/ko not_active IP Right Cessation
- 1983-01-18 IT IT19161/83A patent/IT1167553B/it active
- 1983-01-19 ES ES519100A patent/ES8400833A1/es not_active Expired
- 1983-01-19 BE BE0/209936A patent/BE895655A/fr not_active IP Right Cessation
- 1983-01-20 AU AU10635/83A patent/AU552691B2/en not_active Ceased
- 1983-01-20 CA CA000419912A patent/CA1194229A/en not_active Expired
- 1983-01-20 DE DE19833301702 patent/DE3301702A1/de active Granted
- 1983-01-20 JP JP58006767A patent/JPS58125243A/ja active Granted
- 1983-01-21 FR FR8300906A patent/FR2520145A1/fr active Granted
-
1985
- 1985-12-20 SG SG970/85A patent/SG97085G/en unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT8319161A0 (it) | 1983-01-18 |
KR880001174B1 (ko) | 1988-07-02 |
AU1063583A (en) | 1983-07-28 |
GB2113872B (en) | 1985-09-25 |
SG97085G (en) | 1986-07-25 |
DE3301702A1 (de) | 1983-07-28 |
KR840003509A (ko) | 1984-09-08 |
IT1167553B (it) | 1987-05-13 |
ES519100A0 (es) | 1983-11-01 |
US4446545A (en) | 1984-05-01 |
CA1194229A (en) | 1985-09-24 |
JPH0332143B2 (nl) | 1991-05-10 |
DE3301702C2 (nl) | 1991-05-08 |
GB2113872A (en) | 1983-08-10 |
GB8301154D0 (en) | 1983-02-16 |
AU552691B2 (en) | 1986-06-12 |
FR2520145A1 (fr) | 1983-07-22 |
ES8400833A1 (es) | 1983-11-01 |
JPS58125243A (ja) | 1983-07-26 |
FR2520145B1 (nl) | 1984-12-28 |
BE895655A (fr) | 1983-07-19 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8200208A (nl) | Inrichting voor het uitlezen van een schijfvormige registratiedrager. | |
US4864118A (en) | Optical scanning unit with tracking error detection | |
US4358774A (en) | Apparatus and method for controlling focus in a recording system | |
US4006293A (en) | Apparatus for reading a flat record carrier with an optically readable information structure | |
US5768227A (en) | Optical information recording and or reproducing apparatus and method for irradiating a recording medium having a plurality of information tracks | |
JP3544847B2 (ja) | 光学的情報再生方法および装置 | |
US4357696A (en) | Optical scanning apparatus with focussing system | |
GB2141266A (en) | Apparatus for producing a tracking servo signal for use in an optical pick-up | |
US5109367A (en) | Optical information recording and reproducing apparatus performing focus and/or track control by normalized error signals | |
NL8101278A (nl) | Registratiestelsel. | |
JP2602019B2 (ja) | 光デイスク装置 | |
JP3720851B2 (ja) | 光学式走査装置 | |
KR850001654B1 (ko) | 기록시스템에서의 촛점 조절장치 | |
NL8105347A (nl) | Inrichting voor het optisch aftasten van een schijfvormige registratiedrager. | |
US6084835A (en) | Device for scanning optical discs using phase detection in a system with significant objective lens movement | |
US4492856A (en) | Apparatus for effecting focus control for use in optical disc player | |
JPS5845630A (ja) | 情報読取装置における記録トラツクとピツクアツプとのトラツク直交方向相対位置制御装置 | |
JP2889236B2 (ja) | 光ディスク装置におけるトラッキングサーボ方式 | |
JPH011131A (ja) | 光ディスク装置におけるトラッキングサ−ボ方式 | |
JPH04502978A (ja) | 光学式走査装置 | |
JP2780185B2 (ja) | フォーカスサーチ方法 | |
JPS5853033A (ja) | 光学式記録情報再生装置 | |
JPH0770072B2 (ja) | 光学式情報記録再生装置 | |
JP3581941B2 (ja) | 光ディスク装置及び光ビームの投射位置調整方法 | |
JPH0770068B2 (ja) | 光学式情報記録再生装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |