NL2003206C2 - Steigersysteem, alsmede koppeling, liggerbuis en staanderbuis bestemd voor een dergelijk steigersysteem. - Google Patents

Steigersysteem, alsmede koppeling, liggerbuis en staanderbuis bestemd voor een dergelijk steigersysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2003206C2
NL2003206C2 NL2003206A NL2003206A NL2003206C2 NL 2003206 C2 NL2003206 C2 NL 2003206C2 NL 2003206 A NL2003206 A NL 2003206A NL 2003206 A NL2003206 A NL 2003206A NL 2003206 C2 NL2003206 C2 NL 2003206C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
upright
girder
tube
coupling
foot
Prior art date
Application number
NL2003206A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Jozef Leonardus Hubertus Brinkmann
Original Assignee
Scafom Internat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Scafom Internat B V filed Critical Scafom Internat B V
Priority to NL2003206A priority Critical patent/NL2003206C2/nl
Priority to PCT/NL2010/050459 priority patent/WO2011008094A1/en
Priority to BR112012000947-8A priority patent/BR112012000947B1/pt
Priority to US13/384,296 priority patent/US9133634B2/en
Priority to ES10734367T priority patent/ES2740423T3/es
Priority to EP10734367.5A priority patent/EP2454426B1/en
Priority to CN201080039149.0A priority patent/CN102549223B/zh
Priority to PL10734367T priority patent/PL2454426T3/pl
Application granted granted Critical
Publication of NL2003206C2 publication Critical patent/NL2003206C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/30Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements
    • E04G7/32Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements with coupling elements using wedges
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G1/00Scaffolds primarily resting on the ground
    • E04G1/15Scaffolds primarily resting on the ground essentially comprising special means for supporting or forming platforms; Platforms
    • E04G1/152Platforms made of metal or with metal-supporting frame
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/02Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/02Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
    • E04G7/06Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape
    • E04G7/22Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape for scaffold members in end-to-side relation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/30Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements
    • E04G7/302Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements for connecting crossing or intersecting bars or members
    • E04G7/306Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements for connecting crossing or intersecting bars or members the added coupling elements are fixed at several bars or members to connect
    • E04G7/307Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements for connecting crossing or intersecting bars or members the added coupling elements are fixed at several bars or members to connect with tying means for connecting the bars or members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/30Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements
    • E04G7/34Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements with coupling elements using positive engagement, e.g. hooks or pins

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)

Description

P88852NL00
Titel: Steigersysteem, alsmede koppeling, liggerbuis en staanderbuis bestemd voor een dergelijk steigersysteem.
Technisch veld
De uitvinding betreft een steigersysteem voorzien van staanderbuizen en liggerbuizen.
5
Achtergrond
Er zijn verschillende typen steigersysternen bekend. Het Amerikaanse octrooi US-4,044,523 openbaart een steigersysteem, voorzien 10 van staanderbuizen en liggerbuizen. De staanderbuizen zijn op regelmatige afstanden voorzien van ringvormige flenzen waarin uitsparingen zijn opgenomen. De liggerbuizen zijn aan hun uiteinden voorzien van koppelingen met een zich in horizontale richting uitstrekkende sleuf waarin een genoemde ringvormige flens van een staanderbuis opneembaar is. De 15 koppeling is verder voorzien van een wig die door een uitsparing in de flens kan worden gebracht en door het aanslaan van de wig kan een koppeling tussen een liggerbuis en een staanderbuis snel tot stand worden gebracht. Een bezwaar van dit bekende steigersysteem is de aanwezigheid van de ringvormige flenzen op de steigerbuizen. Deze ringvormige flenzen 20 bemoeilijken de opslag van de staanderbuizen. Immers wanneer de staanderbuizen op elkaar gestapeld zijn, zullen de op regelmatige afstanden van elkaar aangebrachte ringvormige flenzen het verschuiven van de buizen ten opzichte van elkaar bemoeilijken, zodat het uitnemen van een staanderbuis uit een dergelijke stapel staanderbuizen omslachtig is.
25 Bovendien leidt de aanwezigheid van een aantal ringvormige flenzen op een staanderbuis tot een aanzienlijke gewichtstoename van de staanderbuis.
2
Vaak zijn de staanderbuizen 2-2,5 meter lang en is om de 500 mm een ringvormige flens op de staanderbuis bevestigd. Door toename van het gewicht van de staanderbuis, is de totale lengte van de staanderbuis waarmee kan worden gewerkt beperkt omdat bij grotere lengte het 5 totaalgewicht niet meer hanteerbaar is voor de steigerbouwer. In de praktijk wordt het in dit octrooi geopenbaarde systeem aangeduid als ringsysteem.
De praktijk kent ook het zogenaamde cupsysteem. Een dergelijk cupsysteem is beschreven in de Europese octrooiaanvrage EP-0 409 051 A2. 10 Met name figuur 9 uit die publicatie toont duidelijk hoe het cupsysteem is uitgevoerd. Op elke staander is op regelmatige afstanden een tweetal cups aangebracht. De onderste cup is vast met de staander verbonden en de bovenste cup is beweegbaar met de staander verbonden. De liggers zijn aan de uiteinden voorzien van flenzen die in de cups kunnen worden ingehaakt. 15 De bovenste cup heeft een bovenvlak die schuin oploopt en de staander is voorzien van nokken die zijn ingericht voor samenwerking met het schuin oplopende bovenvlak. Door rotatie van de bovenste cup kan de bovenste cup in neerwaartse richting worden ingeklemd tussen de ligger en de nok. Aldus kan een ligger snel en efficiënt worden gefixeerd. Voor het cupsysteem 20 gelden in hoofdzaak dezelfde nadelen als voor het hierboven besproken ringsysteem.
Nog een ander niet eerder genoemd bezwaar van beide systemen is dat de ringen of cups altijd op een behoorlijk grote afstand van elkaar op de 25 staanderbuis zijn aangebracht. Een gebruikelijke afstand is bijvoorbeeld 500 mm. Deze afstand is een compromis tussen gewicht en flexibiliteit. Uit oogpunt van flexibiliteit zou het voordelig zijn om de ringen of cups op een geringere afstand van elkaar aan te brengen, zodat er meer keuzevrijheid ontstaat met betrekking tot het niveau waarop de liggerbuizen met de 30 staanderbuizen kunnen worden verbonden. Echter, uit oogpunt van 3 gewichtsbesparing is een grotere afstand van voordeel. 500mm Is kennelijk een aanvaarbaar compromis. Voordelen van beide systemen zijn dat meerdere liggers op dezelfde hoogte met een staanderbuis kunnen worden verbonden en dat een dergelijke verbinding zeer snel door de steigerbouwer 5 tot stand kan worden gebracht. Een ander belangrijk voordeel is dat de liggerbuizen altijd op vaste posities met de staanderbuizen worden verbonden zodat gemakkelijk een regelmatig vakwerk kan worden verkregen.
10 De uitvinding beoogt een steigersysteem waarbij de hierboven beschreven bezwaren zijn opgelost dan wel zijn verlicht, bij voorkeur onder behoud van de voordelen.
Samenvatting van de uitvinding 15
Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding een steigersysteem waarvan de staanderbuizen relatief licht kunnen worden uitgevoerd terwijl het toch over een hoge mate van flexibiliteit beschikt omdat de liggers op veel verschillende niveaus maar wel op vast gedefinieerde posities met de 20 staanderbuizen kunnen worden verbonden.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt hiertoe een steigersysteem verschaft dat is voorzien van: • staanderbuizen elk met een denkbeeldige staanderlangshartlijn; 25 • eerste liggerbuizen elk met een denkbeeldige liggerlangshartlijn en twee uiteinden; • eerste liggerkoppelingen die elk aan het uiteinde van een eerste liggerbuis met de eerste liggerbuis zijn verbonden en die zijn geconfigureerd om het uiteinde van de eerste liggerbuis met een 30 staanderbuis te verbinden; 4 • steunnokken die, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn, op regelmatige afstanden op het buitenoppervlak van een genoemde staanderbuis zijn voorzien; waarbij in een gekoppelde toestand van een eerste liggerbuis met een 5 staanderbuis de eerste liggerkoppeling van de betreffende eerste liggerbuis op een genoemde steunnok rust.
Volgens een volgend aspect verschaft de uitvinding tevens een liggerkoppeling bestemd voor een dergelijk steigersysteem, welke 10 liggerkoppeling is voorzien van: • een voet die een eerste zijde heeft die is ingericht voor vaste verbinding met een uiteinde van een met de koppeling geassocieerde liggerbuis waarbij een, aan een tegenover de eerste zijde gelegen tweede zijde van de voet een voetsteunvlak vormt voor aanligging 15 tegen een mantelbuitenoppervlak van een staanderbuis; • een koppelhaak die met een eerste uiteinde is verbonden met de voet en die een koppelhaaksteunvlak vormt dat tezamen met het voetsteunvlak een in hoofdzaak halfcirkelvormig staanderopneemvlak bepaalt met een straal die in hoofdzaak 20 overeenstemt met de diameter van een staanderbuis, waarbij het in hoofdzaak halfcirkelvormige staanderopneemvlak een staanderopneemruimte definieert die een hartlijn heeft die in gemonteerde toestand van de koppeling op een staanderbuis in hoofdzaak samenvalt met de staanderhartlijn, waarbij de koppelhaak 25 tezamen met de voet een staanderbuisinlaat bepalen via welke een staanderbuis in de staanderopneemruimte gebracht kan worden; • een grendelelement dat rond een scharnieras scharnierbaar is verbonden met de koppelhaak, waarbij de scharnieras evenwijdig is aan de hartlijn van de staanderopneemruimte, waarbij het 30 grendelelement een vergrendelstand heeft waarin de 5 staanderbuisinlaat wordt geblokkeerd door het grendelelement, en waarbij het grendelelement een vrijgavestand heeft waarin de staanderbuisinlaat is vrijgegeven voor het inlaten of uitnemen van een staanderbuis in of uit de staanderopneemruimte; 5 • een wig die verschuifbaar is verbonden met de koppelhaak en die in een borgstand aangrijpt op het grendelelement en dit grendelelement in de vergrendelstand houdt.
Volgens een volgend aspect van de uitvinding wordt een liggerbuis 10 bestemd voor een dergelijk steigersysteem verschaft, waarbij de liggerbuis aan ten minste één uiteinde daarvan vast is verbonden met een eerste zijde van de voet van de liggerkoppeling.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een 15 staanderbuis verschaft bestemd voor een dergelijk steigersysteem, voorzien van een denkbeeldige staanderlangshartlijn en verder voorzien van steunnokken die, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn, op regelmatige afstanden op het buitenoppervlak van de staanderbuis zijn voorzien.
20
Doordat op een staanderbuis slechts steunnokken en in een uitvoeringsvorm eventueel nog oriëntatienokken behoeven te zijn aangebracht, kan de staanderbuis bijzonder licht worden uitgevoerd. Aangezien de nokken zelfs door vervorming van de buiswand kunnen 25 worden gevormd behoeft, in een uitvoeringsvorm de aanwezigheid van de nokken zelfs niet tot enige toename van gewicht te leiden. Het is derhalve mogelijk om de afstand tussen de opeenvolgende steunnokken op de staanderbuis relatief klein te kiezen, bijvoorbeeld 200 mm, zodat liggers op veel meer gewenste niveaus kunnen worden aangebracht dan tot op heden 30 gebruikelijk terwijl de liggerbuizen toch vast gedefinieerde posities 6 behouden ten opzichte van de staanderbuizen. Dit komt de flexibiliteit van het steigersysteem in hoge mate ten goede. De doelstelling van verhoogde flexibiliteit en gewichtsreductie ten opzichte van de bekende steigersystemen wordt derhalve met het steigersysteem volgens de 5 uitvinding gerealiseerd omdat van de aanwezigheid van ringvormige flenzen of cups die met de staanderbuizen zijn verbonden geheel kan worden afgezien. De staanderbuizen behoeven slechts te worden voorzien van steunnokken en eventueel van oriëntatienokken.
10 De bijzondere koppeling maakt een snelle verbinding van liggerbuizen met staanderbuizen mogelijk en het is in een uitvoeringsvorm van de koppeling tevens mogelijk dat verschillende liggerbuizen in eikaars verlengde met een staander kunnen worden verbonden als gevolg van de bijzondere configuratie van de hierboven beschreven koppeling.
15
Andere aspecten en voordelen van de uitvinding zullen hierna aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt.
20 Korte beschrijving van de Figuren
Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een knooppunt van een uitvoeringsvoorbeeld van het steigersysteem;
Figuur 2 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een liggerbuis met 25 liggerkoppeling in perspectief;
Figuur 3 toont het in Fig. 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld perspectivisch in doorsnede;
Figuur 4 toont het in Fig. 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in bovenaanzicht; 30 Figuur 5 toont het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 2 in doorsnede; 7
Figuur 6 toont het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 2 perspectivisch vanaf een andere zijde;
Figuur 7 toont een zijaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van
Fig. 2; 5 Figuur 8 toont twee in eikaars verlengde gelegen liggerbuizen met koppelingen;
Figuur 9 toont het in Fig. 8 getoonde samenstel perspectivisch in doorsnede;
Figuur 10 toont het in Fig. 8 getoonde samenstel van bovenaf in 10 doorsnede;
Figuur 11 toont een knooppunt van een staanderbuis met twee liggerbuizen;
Figuur 12 toont een knooppunt van een staanderbuis met twee eerste liggerbuizen en twee tweede liggerbuizen; en 15 Figuur 13 toont een knooppunt van een staanderbuis met twee eerste liggerbuizen en een tweede liggerbuis en vloerdelen.
Gedetailleerde Beschrijving 20 De figuren tonen een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van het steigersysteem volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een knooppunt van een dergelijk steigersysteem waarbij het knooppunt in die figuur een staanderbuis 12 omvat, twee eerste 25 liggerbuizen 14, 14’ en een tweede liggerbuis 24. Een knooppunt kan ook gevormd worden door een staanderbuis en een enkele eerste liggerbuis of door een staanderbuis en twee eerste liggerbuizen, dan wel door een staanderbuis met een eerste liggerbuis en twee tweede liggerbuizen of een staander met twee eerste liggerbuizen 14, 14’ en twee tweede liggerbuizen 30 24, 24’.
8
De staanderbuizen 12 van het steigersysteem 10 hebben elk een denkbeeldige staanderlangshartlijn Ls. De eerste liggerbuizen 14, 14’ hebben elk een denkbeeldige liggerlangshartlijn LI en twee uiteinden 16, 5 16’. Elke eerste liggerbuis 14, 14’ is aan ten minste een uiteinde 16, 16’ voorzien van een eerste liggerkoppeling 18, 18’. Alhoewel niet noodzakelijk, zal in het algemeen elke eerste liggerbuis 14, 14’ aan beide uiteinden zijn voorzien van een eerste liggerkoppeling 18, 18’. De eerste liggerkoppelingen 18, 18’ zijn geconfigureerd om het uiteinde 16, 16’ van de eerste liggerbuis 10 14, 14’ met een staanderbuis 12 te verbinden. De staanderbuis 12 is voorzien van steunnokken 20 die, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn Ls, op regelmatige afstanden op het buitenoppervlak van de staanderbuis 12 zijn voorzien. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de steunnokken 20 telkens diametraal tegenover 15 elkaar aan twee zijden van de staanderbuis 12 voorzien. In een gekoppelde toestand van een eerste liggerbuis 14, 14’ met een staanderbuis 12 rust de eerste liggerkoppeling 18, 18’ van de betreffende eerste liggerbuis 14, 14’op een genoemde steunnok 20.
20 In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in Fig. 1, kunnen de staanders 12 van het steigersysteem zijn voorzien van oriëntatienokken 22 die, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn Ls op regelmatige afstanden op het buitenoppervlak van de staanderbuis 12 zijn voorzien en die elk zijn geassocieerd met een bijbehorende steunnok 20. 25 Zoals later onder verwijzing naar Figuren 2-10 duidelijk zal worden is elke eerste liggerkoppeling 18, 18’ voorzien van ten minste een oriëntatie-uitsparing 64. In een gekoppelde toestand van een eerste liggerbuis 14, 14’ met de staanderbuis 12 is de rotatieve positie van de eerste liggerkoppeling 18, 18’ ten opzichte van de staanderbuis 12 gedefinieerd door opname van de 30 oriëntatienok 22 op de staanderbuis 12 in de ten minste ene oriëntatie- 9 uitsparing 64 van de eerste liggerkoppeling 18, 18’. Aldus wordt op eenvoudige wijze bewerkstelligd dat alle eerste liggerbuizen 14, 14’ op de verschillende niveaus van het steigersysteem 10 zich in dezelfde richting uitstrekken.
5
De steunnokken 20 en de eventueel aanwezige oriëntatienokken 22 kunnen bijvoorbeeld door plastische deformatie van de staanderbuiswand in de staanderbuis zijn aangebracht. Aldus leidt de aanwezigheid van dergelijke steunnokken 20 en oriëntatienokken 22 niet tot gewichtstoename 10 van de staanderbuis 12. Doordat de steunnokken 20 en de eventuele oriëntatienokken 22 slechts in geringe mate buiten het profiel van de staanderbuis 12 uitsteken, kunnen de staanderbuizen 12 eenvoudig uit een stapel staanderbuizen 12 worden verwijderd. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld staanderbuizen van een ringsteigersysteem of een cup-15 steigersysteem. Aangezien de steunnokken 20 en de eventuele oriëntatienokken 22 niet of nauwelijks tot gewichtstoename van de staanderbuis 12 leiden, kunnen deze op geringere afstand, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn Ls, van elkaar worden aangebracht. Dit biedt een verbeterde flexibiliteit met betrekking tot de niveaus waarop 20 eerste liggers 14, 14’ met de staanderbuis 12 kunnen worden verbonden.
Zoals hiervoor reeds aangegeven kan in een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in Fig. 1, het steigersysteem 10 tevens tweede liggerbuizen 24 omvatten. De tweede liggerbuizen 24 hebben elk een 25 denkbeeldige liggerlangshartlijn L2 en twee uiteinden 26. Verder is aan ten minste een uiteinde 26 van de tweede liggerbuis 24 een tweede liggerkoppeling 28 verbonden die is geconfigureerd om het uiteinde 26 van de tweede liggerbuis 24 met een staanderbuis 12 te verbinden. In een gekoppelde toestand van de tweede liggerbuis 24 met een staanderbuis 12, 30 rust de tweede liggerkoppeling 28 op een eerste liggerkoppeling 18, 18’ van 10 een eerste liggerbuis 14. Alhoewel niet noodzakelijk, is het uit productietechnisch oogpunt van voordeel wanneer de eerste ligger koppelingen 18 hetzelfde zijn uitgevoerd als de tweede liggerkoppelingen 28. Bovendien komt dit de uitwisselbaarheid van eerste 5 en tweede liggerbuizen 14, 24 ten goede. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld vormen de eerste liggerbuizen 14, 14’ langsliggerbuizen en vormen de tweede liggerbuizen 24 dwarsliggerbuizen. Een omgekeerde configuratie van het steigersysteem is echter ook mogelijk.
10 In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in
Figuren 1, 8, 11, 12 en 13 zijn de eerste liggerkoppelingen 18, 18’ zodanig uitgevoerd dat de eerste liggerbuizen 14, 14’ op dezelfde hoogte met een gemeenschappelijke staanderbuis 12 kunnen worden verbonden zodanig dat de langshartlijnen LI van de beide eerste liggerbuizen 14, 14’ in eikaars 15 verlengde liggen. Het spreekt vanzelf dat een dergelijke mogelijkheid ook aanwezig is voor de tweede liggerbuizen 24, 24’ zoals weergegeven in Fig.
12. In het in Fig. 12 weergegeven voorbeeld is dit gerealiseerd doordat de tweede liggerkoppelingen 28 van hetzelfde type zijn als de eerste liggerkoppelingen 18.
20
Een uitvoeringsvoorbeeld van de eerder genoemde liggerkoppeling die thans zal worden aangeduid met verwijzingscijfer 30, wordt hierna beschreven onder verwijzing naar Fig. 2-10. Het uitvoeringsvoorbeeld van de liggerkoppeling 30 dat in die figuren is getoond is bestemd voor een 25 steigersysteem 10 zoals hiervoor beschreven. De liggerkoppeling 30 omvat een voet 32 die een eerste zijde 34 heeft die is ingericht voor een vaste verbinding met een uiteinde 36 van een met de koppeling 30 geassocieerde liggerbuis 38. Een voetsteunvlak 42, dat aan een tegenover de eerste zijde 34 gelegen tweede zijde 40 van de voet ligt, dient voor aanligging tegen een 30 buitenoppervlak van de staanderbuis 12. De koppeling 30 omvat verder een 11 koppelhaak 44 die met een eerste uiteinde 46 is verbonden met de voet 32. De koppelhaak 44 vormt een koppelhaaksteunvlak 48 dat tezamen met het voetsteunvlak 42 een in hoofdzaak halfcirkelvormig staanderopneemvlak 42, 48 bepaalt. De straal van het staanderopneemvlak 42, 48 stemt in 5 hoofdzaak overeen met de diameter van een staanderbuis 12. Het in hoofdzaak halfcirkelvormige staanderopneemvlak 42, 48 definieert een staanderopneemruimte 50 die een hartlijn A heeft die in gemonteerde toestand van de koppeling 30 op een staanderbuis 12 in hoofdzaak samenvalt met de staanderhartlijn Ls. De koppelhaak 44 bepaalt tezamen 10 met de voet 32 een staanderbuisinlaat 52 via welke een staanderbuis 12 in de staanderopneemruimte 50 gebracht kan worden. De koppeling 30 omvat verder een grendelelement 54, dat rond een scharnieras 56 scharnierbaar is verbonden met de koppelhaak 44. De scharnieras 56 is evenwijdig aan de hartlijn A van de staanderopneemruimte 50. Het grendelelement 54 heeft 15 een vergrendelstand waarin de staanderbuisinlaat 52 wordt geblokkeerd door het grendelelement 54. Verder heeft het grendelelement 54 een vrijgavestand waarin de staanderbuisinlaat 52 is vrijgegeven voor het inlaten of uitnemen van een staanderbuis 12 in, respectievelijk uit de staanderopneemruimte 50. Verder omvat de koppeling 30 een wig 58 die 20 verschuifbaar is verbonden met de koppelhaak 44 en die in een borgstand aangrijpt op het grendelelement 54 en dit grendelelement 54 in de vergrendelstand houdt.
De koppeling 30 is niet alleen geschikt voor toepassing op een eerste liggerbuis 14, 14’, 38, 38’ en een tweede liggerbuis 24, 24’ maar is ook 25 bijzonder geschikt voor toepassing op diagonaalbuizen (niet getoond).
Diagonaalbuizen worden altijd toegepast in steigersystemen en dienen om de steiger de nodige stevigheid te verschaffen. De koppelingen 30 die zijn aangebracht op de diagonaalbuizen kunnen in een gemonteerde toestand van de diagonaalbuizen bijvoorbeeld aangrijpen op de eerste of tweede 30 liggers 14, 14’, 24, 24’.
12
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de Figuren 2-10, omvat de koppeling 30 een eerste wiguitsparing 60 in de koppelhaak 44 nabij het tweede uiteinde 62 van de koppelhaak 44 dat is 5 afgekeerd van het eerste, met de voet 32 verbonden uiteinde 46 van de koppelhaak 44. De wig 58 is verschuifbaar maar niet uitneembaar in de wiguitsparing 60 opgenomen. Een dergelijke uitvoering heeft tot voordeel dat de wig 58 bij het monteren van een steiger niet van de koppeling 30 los kan raken, zodat deze altijd bij de hand is. Bovendien wordt hiermee 10 verhinderd dat de wig op een omstander of een collega steigerbouwer valt. Bovendien kan door het aanslaan van de wig 58 een snelle verbinding van een liggerbuis 38 met een staanderbuis 12 tot stand worden gebracht. Ook het ontkoppelen van een liggerbuis 38 kan snel worden gerealiseerd door het losslaan van de wig 58. 15
In een uitvoeringsvoorbeeld kan de koppeling 30 een tweede wiguitsparing 66 omvatten die is aangebracht in de koppelhaak 44 nabij het eerste uiteinde 46. De tweede wiguitsparing 66 is geconfigureerd voor het doorlaten van een wig 58’ van een tweede overeenkomstige koppeling 30’ 20 van tweede liggerbuis 38’ die op dezelfde hoogte met de staanderbuis 12 is verbonden. Het is van groot voordeel wanneer liggerbuizen 38, 38’ met een staanderbuis 12 op hetzelfde niveau kunnen worden verbonden.
Bijvoorbeeld omdat dan bijvoorbeeld vloerdelen die op de liggerbuizen 38, 38’ worden geplaatst zich op hetzelfde niveau kunnen uitstrekken. Dit komt 25 de veiligheid in hoge mate ten goede.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld wederom is getoond in de figuren, kan het grendelelement 54 aan een naar de staanderopneemruimte 50 gekeerde zijde een in hoofdzaak 30 cirkelsegmentvormig grendelsteunvlak 68 hebben. Een denkbeeldig 13 middelpunt van het cirkelsegmentvormige grendelsteunvlak 68 valt daarbij bij voorkeur in hoofdzaak samen met de hartlijn A van de staanderopneemruimte 50. Het grendelelement is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zodanig uitgevoerd dat het automatisch in de 5 vergrendelstand komt wanneer een staander 12 geheel in de staanderopneemruimte 50 is gedrukt. Door het aanslaan van de wig 58 wordt dan slechts nog bewerkstelligd dat het grendelelement 54 in die vergrendelstand wordt geborgd. Dit effect wordt verkregen doordat het grendelelement 54 zich aan twee zijden van de scharnieras 56 uitstrekt, 10 waarbij beide zijden in aangrijping kunnen worden gebracht met een staanderbuis 12.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in Figuren 2-10, kan de voet 32 van de koppeling 30 een voetring 70 aan de 15 eerste zijde 34 van de voet 32 omvatten. Verder kan de voet 32 twee tegenover elkaar gelegen voetvleugels 72 omvatten die aan een van de voetring 70 afgekeerde zijde elk zijn voorzien van een genoemd voetsteunvlak 42. Het eerste uiteinde 46 van de koppelhaak 44 kan bij een dergelijke uitvoering met de voetring 70 en de beide voetvleugels 72 zijn 20 verbonden. Tussen de beide voetvleugels 72 wordt een haakopneemruimte gevormd in de voet 32 die een opnamemogelijkheid verschaft voor een koppelhaak 44’ van een tweede, overeenkomstige koppeling 30’ van een tweede liggerbuis 38’ die op een zelfde hoogte met de staanderbuis 12 is verbonden.
25
In een uitvoeringsvorm die uit productietechnische overwegingen en uit overwegingen van stijfheid en sterkte de voorkeur verdient zijn de voet 32 en de koppelhaak 44 integraal als een enkel gietstuk uitgevoerd.
14
De hiervoor onder verwijzing naar Figuren 2-10 beschreven koppeling 30 is in het bijzonder geschikt voor een steigersysteem 10 volgens de uitvinding. De onderhavige uitvinding betreft niet alleen het steigersysteem 10 maar tevens een koppeling 30 bestemd voor een dergelijk 5 steigersysteem. Verder heeft de uitvinding betrekking op een liggerbuis 14, 24, 38, 38’ bestemd voor een steigersysteem 10 zoals hiervoor beschreven waarbij de liggerbuis aan ten minste een uiteinde daarvan vast is verbonden met de eerste zijde 34 van de voet 32 van de hiervoor beschreven liggerkoppeling 18, 28, 30, 30’.
10
De uitvinding betreft verder een staanderbuis 12 bestemd voor een steigersysteem 10 zoals hiervoor beschreven. Zoals hiervoor al aangegeven beschikt een dergelijk staanderbuis 12 over een denkbeeldige staanderlangshartlijn Ls en is deze verder voorzien van steunnokken 20 die, 15 gezien in de richting van de staanderlangshartlijn Ls op regelmatige afstanden op het buitenoppervlak van de staanderbuis 12 zijn voorzien.
In een uitvoeringsvorm kan de staanderbuis daarbij nog orientatienokken 22 omvatten die, gezien in de richting van de 20 staanderlangshartlijn Ls op regelmatige afstanden op het buitenoppervlak van een genoemde staanderbuis 12 zijn voorzien en die elk zijn geassocieerd met een bijbehorende steunnok 20.
Zoals hiervoor reeds opgemerkt kan een dergelijke staanderbuis 12 25 licht worden uitgevoerd omdat de nokken geen of nauwelijks gewicht toevoegen aan de staanderbuis 12. Als gevolg daarvan kunnen de steunnokken 20 en de eventuele oriëntatienokken 22 op relatief geringe afstand gezien in de richting van de langshartlijn Ls van de staanderbuis 12 worden aangebracht. Aldus wordt een grote flexibiliteit verkregen met 30 betrekking tot de niveaus waarop liggers 14, 24 met een staanderbuis 12 15 kunnen worden verbonden. Fig. 11 toont ter nadere illustratie een knooppunt van het steiger systeem 10 met twee eerste liggers 14, 14’ die in eikaars verlengde liggen. Fig. 12 toont een knooppunt uit een steigersysteem 10 voorzien van twee eerste liggers 14, 14’ en twee tweede 5 liggers 24, 24’. Duidelijk zichtbaar is dat de eerste liggerkoppelingen 18, 18’ op de steunnokken 20 rusten. De tweede liggerkoppelingen 28, 28’rusten op hun beurt weer op de eerste liggerkoppelingen 18, 18’.
Fig. 13 toont tot slot een knooppunt met twee eerste liggers 14, 14’ 10 en een tweede ligger 24. Op de tweede ligger 24 zijn vloerdelen 74 geplaatst.
Alhoewel de uitvinding in detail is weergegeven en beschreven onder verwijzing naar de tekeningen, dienen deze tekeningen en beschrijving slechts te worden beschouwd als voorbeeld. De uitvinding is 15 niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen. Zo kunnen de steunnokken 20 en de eventuele oriëntatienokken 22 in een alternatieve uitvoeringsvorm ook door een lasbewerking op de staanderbuizen 12 zijn aangebracht. Het aanbrengen van nokken door plastische deformatie verdient echter de voorkeur omdat dit tot geen enkele gewichtstoename 20 leidt en bovendien niet tot extra nabewerkingen noopt die bij lassen wel noodzakelijk kunnen zijn vanwege door het lasproces in de stalen buis geïntroduceerde interne spanningen. Andere nabewerkingen, zoals bijvoorbeeld een roestwerende behandeling, waaronder bijvoorbeeld verzinken kunnen bij door plastische deformatie aangebrachte nokken ook 25 achterwege blijven of minder intensief worden uitgevoerd dan wanneer de nokken zijn aangebracht met behulp van een lasbewerking. Kenmerken die zijn beschreven in volgconclusies kunnen met elkaar worden gecombineerd. Verwijzingscijfers in de conclusies moeten niet worden uitgelegd als beperking van de conclusies maar dienen slechts ter verduidelijking.

Claims (16)

1. Een steigersysteem (10) omvattende: • staanderbuizen (12) elk met een denkbeeldige staanderlangshartlijn (U); • eerste liggerbuizen (14) elk met een denkbeeldige liggerlangshartlijn 5 (LI) en twee uiteinden (16); • eerste liggerkoppelingen (18) die elk aan het uiteinde (16) van een eerste liggerbuis (14) met de eerste liggerbuis (14) zijn verbonden en die zijn geconfigureerd om het uiteinde (16) van de eerste liggerbuis (14) met een staanderbuis (12) te verbinden; 10. steunnokken (20) die, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn (Ls), op regelmatige afstanden op het buitenoppervlak van een genoemde staanderbuis (12) zijn voorzien; waarbij in een gekoppelde toestand van een eerste liggerbuis (14) met een staanderbuis (12) de eerste liggerkoppeling (18) van de betreffende eerste 15 liggerbuis(14) op een genoemde steunnok (20) rust.
2. Het steigersysteem volgens conclusie 1, omvattende: • oriëntatienokken (22) die, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn (Ls) op regelmatige afstanden op het 20 buitenoppervlak van een genoemde staanderbuis (12) zijn voorzien en die elk zijn geassocieerd met een bijbehorende steunnok (20); • ten minste één oriëntatie-uitsparing (64) in elke eerste liggerkoppeling (18); waarbij in gekoppelde toestand van een eerste liggerbuis (14) met de 25 staanderbuis (12) de rotatieve positie van de eerste liggerkoppeling (18) ten opzichte van de staanderbuis (12) is gedefinieerd door opname van de oriëntatienok (22) in de ten minste ene oriëntatie-uitsparing (64).
3. Het steigersysteem volgens één der voorgaande conclusies, 5 omvattende: • tweede liggerbuizen (24) elk met een denkbeeldige liggerlangshartlijn (L2) en twee uiteinden (26), • tweede liggerkoppelingen (28) die elk aan het uiteinde (26) van een tweede liggerbuis (24) met de tweede liggerbuis (24) zijn verbonden 10 en die zijn geconfigureerd om het uiteinde (26) van de tweede liggerbuis (24) met een staanderbuis (12) te verbinden; waarbij in een gekoppelde toestand van de tweede liggerbuis (24) met een staanderbuis (12), de tweede liggerkoppeling (28) rust op een eerste liggerkoppeling (18). 15
4. Het steigersysteem volgens conclusie 3, waarbij de eerste liggerkoppelingen (18) hetzelfde zijn uitgevoerd als de tweede liggerkoppelingen (28).
5. Het steigersysteem volgens conclusie 3 of 4, waarbij de eerste liggerbuizen (14) langsliggerbuizen zijn en de tweede liggerbuizen (24) dwarsliggerbuizen zijn.
6. Het steigersysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 25 de eerste liggerkoppelingen (18) zodanig zijn uitgevoerd dat twee eerste liggerbuizen (14) op dezelfde hoogte met één gemeenschappelijke staanderbuis (12) kunnen worden verbonden zodanig dat de langshartlijnen (LI) van de beide eerste liggerbuizen (14) in eikaars verlengde liggen.
7. Een liggerkoppeling (30) bestemd voor een steigersysteem (10) volgens één der voorgaande conclusies, omvattende: • een voet (32) die een eerste zijde (34) heeft die is ingericht voor vaste verbinding met een uiteinde (36) van een met de koppeling (30) 5 geassocieerde liggerbuis (38) waarbij een, aan een tegenover de eerste zijde (34) gelegen tweede zijde (40) van de voet (32) een voetsteun vlak (42) vormt voor aanligging tegen een mantelbuitenoppervlak van een staanderbuis (12); • een koppelhaak (44) die met een eerste uiteinde (46) is verbonden met 10 de voet en die een koppelhaaksteunvlak (48) vormt dat tezamen met het voetsteunvlak (42) een in hoofdzaak halfcirkelvormig staanderopneemvlak (42, 48) bepaalt met een straal die in hoofdzaak overeenstemt met de diameter van een staanderbuis (12), waarbij het in hoofdzaak halfcirkelvormige staanderopneemvlak (42, 48) een 15 staanderopneemruimte (50) definieert die een hartlijn (A) heeft die in gemonteerde toestand van de koppeling (30) op een staanderbuis (12) in hoofdzaak samenvalt met de staanderhartlijn (Ls), waarbij de koppelhaak (44) tezamen met de voet (32) een staanderbuisinlaat(52) bepalen via welke een staanderbuis (12) in de 20 staanderopneemruimte (50) gebracht kan worden; • een grendelelement (54) dat rond een scharnieras (56) scharnierbaar is verbonden met de koppelhaak (44), waarbij de scharnieras (56) evenwijdig is aan de hartlijn (A) van de staanderopneemruimte (50), waarbij het grendelelement (54) een vergrendelstand heeft waarin de 25 staanderbuisinlaat (52) wordt geblokkeerd door het grendelelement (54), en waarbij het grendelelement (54) een vrijgavestand heeft waarin de staanderbuisinlaat (52) is vrijgegeven voor het inlaten of uitnemen van een staanderbuis (12) in of uit de staanderopneemruimte (50); en • een wig (58) die verschuifbaar is verbonden met de koppelhaak (44) en die in een borgstand aangrijpt op het grendelelement (54) en dit grendelelement (54) in de vergrendelstand houdt.
8. De koppeling volgens conclusie 7, omvattende: • een eerste wiguitsparing (60) in de koppelhaak (44) nabij een tweede uiteinde (62) van de koppelhaak (44) dat is afgekeerd van het eerste, met de voet (32) verbonden uiteinde (46) van de koppelhaak (44), waarbij de wig (58) verschuifbaar maar niet uitneembaar in de 10 wiguitsparing (60) is opgenomen.
9. De koppeling volgens conclusie 7 of 8, omvattende: • ten minste één oriëntatie-uitsparing (64) die is opgenomen in het staanderopneemvlak (42, 48), bijvoorbeeld in het voetsteunvlak (42), 15 en die is ingericht voor samenwerking met een oriëntatienok (22) op een staanderbuis (12).
10. De koppeling volgens één der conclusies 7-9, omvattende • een tweede wiguitsparing (66) in de koppelhaak (44) nabij het eerste 20 uiteinde (46) van de koppelhaak (44), welke tweede wiguitsparing (66) is geconfigureerd voor het doorlaten van een wig (58’) van een tweede, overeenkomstige koppeling (307) van een tweede liggerbuis (38’) die op dezelfde hoogte met een staanderbuis (12) is verbonden.
11. De koppeling volgens één der conclusies 7-10, waarbij het grendelelement (54) aan een naar de staanderopneemruimte (50) gekeerde zijde een in hoofdzaak cirkelsegmentvormig grendelsteunvlak (68) heeft, waarbij een denkbeeldig middelpunt van het cirkelsegmentvormige grendelsteunvlak (68) in hoofdzaak samenvalt met de hartlijn (A) van de 30 staanderopneemruimte (50).
12. De koppeling volgens één der conclusies 7-11, waarbij de voet (32) omvat: • een voetring (70) aan de eerste zijde (34) van de voet (32); 5. twee tegenover elkaar gelegen voetvleugels (72) die aan een van de voetring (70) afgekeerde zijde elk zijn voorzien van een genoemd voetsteunvlak (42), waarbij het eerste uiteinde (46) van de koppelhaak (44) met de voetring (70) en de beide voetvleugels (72) is verbonden, en waarbij tussen de voetvleugels (72) een 10 haakopneemruimte is gevormd in de voet (32) die een opnamemogelijkheid verschaft voor een koppelhaak (44’) van een tweede, overeenkomstige koppeling (307) van een tweede liggerbuis (38’) die op dezelfde hoogte met een staanderbuis (12) is verbonden.
13. De koppeling volgens één der conclusies 7-12, waarbij de voet (32) en de koppelhaak (44) integraal als een enkel gietstuk zijn uitgevoerd.
14. Een liggerbuis (14, 14’; 24, 24’; 38, 385) bestemd voor een 20 steigersysteem (10) volgens één der conclusies 1-6, waarbij de liggerbuis aan ten minste één uiteinde daarvan vast is verbonden met de eerste zijde (34) van de voet (32) van de liggerkoppeling (18, 18’; 28, 28’; 30; 307) volgens één der conclusies 7-13.
15. Een staanderbuis (12) bestemd voor een steigersysteem (10) volgens één der conclusies 1-6, voorzien van een denkbeeldige staanderlangshartlijn (Ls), en verder voorzien van: • steunnokken (20) die, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn (Ls), op regelmatige afstanden op het 30 buitenoppervlak van een genoemde staanderbuis (12) zijn voorzien.
16. De staanderbuis volgens conclusie 15, omvattend: • oriëntatienokken (22) die, gezien in de richting van de staanderlangshartlijn (Ls) op regelmatige afstanden op het 5 buitenoppervlak van een genoemde staanderbuis (12) zijn voorzien en die elk zijn geassocieerd met een bijbehorende steunnok (20).
NL2003206A 2009-07-15 2009-07-15 Steigersysteem, alsmede koppeling, liggerbuis en staanderbuis bestemd voor een dergelijk steigersysteem. NL2003206C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003206A NL2003206C2 (nl) 2009-07-15 2009-07-15 Steigersysteem, alsmede koppeling, liggerbuis en staanderbuis bestemd voor een dergelijk steigersysteem.
PCT/NL2010/050459 WO2011008094A1 (en) 2009-07-15 2010-07-15 Scaffolding system, as well as a coupling, a ledger and a standard
BR112012000947-8A BR112012000947B1 (pt) 2009-07-15 2010-07-15 Sistema de andaime
US13/384,296 US9133634B2 (en) 2009-07-15 2010-07-15 Scaffolding system, as well as a coupling, a ledger and a standard
ES10734367T ES2740423T3 (es) 2009-07-15 2010-07-15 Sistema de andamiaje, así como un acoplamiento, un puente y un estándar
EP10734367.5A EP2454426B1 (en) 2009-07-15 2010-07-15 Scaffolding system, as well as a coupling, a ledger and a standard
CN201080039149.0A CN102549223B (zh) 2009-07-15 2010-07-15 脚手架系统以及联接件、横木和支架
PL10734367T PL2454426T3 (pl) 2009-07-15 2010-07-15 Układ rusztowania oraz złącze, podłużnica rusztowania i stojak

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003206 2009-07-15
NL2003206A NL2003206C2 (nl) 2009-07-15 2009-07-15 Steigersysteem, alsmede koppeling, liggerbuis en staanderbuis bestemd voor een dergelijk steigersysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003206C2 true NL2003206C2 (nl) 2011-01-18

Family

ID=41665208

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003206A NL2003206C2 (nl) 2009-07-15 2009-07-15 Steigersysteem, alsmede koppeling, liggerbuis en staanderbuis bestemd voor een dergelijk steigersysteem.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US9133634B2 (nl)
EP (1) EP2454426B1 (nl)
CN (1) CN102549223B (nl)
BR (1) BR112012000947B1 (nl)
ES (1) ES2740423T3 (nl)
NL (1) NL2003206C2 (nl)
PL (1) PL2454426T3 (nl)
WO (1) WO2011008094A1 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106715810A (zh) * 2014-06-02 2017-05-24 斯卡佛姆控股有限公司 脚手架联接器、立柱及脚手架系统
US9683380B2 (en) 2011-03-22 2017-06-20 Scafom International B.V. Standard and ledger of a scaffolding system, and method for erecting the same
CN110792253A (zh) * 2019-12-03 2020-02-14 张延年 可调节扣片连接的钢管扣件
CN114541716A (zh) * 2020-11-18 2022-05-27 宁波博尔雅电子材料科技有限公司 一种模块化高效能盘扣架托撑及其施工方法

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8905292B1 (en) 2009-06-22 2014-12-09 Excel Modular Scaffold and Leasing Company Modular scaffold horizontal end connector
US9303417B2 (en) 2011-01-25 2016-04-05 Next Generation Scaffold Services, Inc. Dual latching horizontal scaffold member
US20120186911A1 (en) * 2011-01-25 2012-07-26 Next Generation Scaffold Services Inc. Scaffold apparatus, method and system
DE102011001796A1 (de) 2011-04-05 2012-10-11 Wilhelm Layher Verwaltungs-Gmbh Gerüststiel
WO2012163340A1 (de) * 2011-06-01 2012-12-06 Wilhelm Layher Verwaltungs-Gmbh Anordnung eines gerüstbauteils und eines vertikalen gerüstelements
MX360841B (es) * 2011-11-02 2018-11-20 Saferite Platforms Inc Miembros de andamio horizontales y verticales pivotantes y metodo para erigir una plataforma de andamio desplazado.
JP5986405B2 (ja) * 2012-03-22 2016-09-06 アルインコ株式会社 足場構築体の強化装置
GB2492436B (en) * 2012-09-14 2013-06-05 Sunny Liang Mun Wee Modular scaffold
TWM454435U (zh) * 2012-11-23 2013-06-01 Yukio Yamane 施工架
JP6145118B2 (ja) * 2015-01-20 2017-06-07 株式会社国元商会 仮設足場用連結装置
CN106522539A (zh) * 2016-12-28 2017-03-22 泰博混凝土模板与支撑(陕西)有限公司 一种快速锁紧扣件单元、组合扣件、横拉杆及门形框
CA3006922A1 (en) * 2018-06-01 2019-12-01 At-Pac China Business Trust Scaffold ledger
CN108775142B (zh) * 2018-06-27 2024-03-19 山东世纪阳光建筑科技有限公司 一种建筑专用脚手架
JP6913986B1 (ja) * 2021-04-15 2021-08-04 株式会社クリス・コーポレーション 足場用クランプ

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1429423A (fr) * 1965-01-15 1966-02-25 Mag Dispositif de blocage d'un garde-corps ou d'un autre élément horizontal sur une tige ou tube vertical
GB1185169A (en) * 1966-12-15 1970-03-25 Scaffolding Great Britain Ltd Scaffolding
FR2119719A5 (nl) * 1971-12-16 1972-08-04 Branchy Michel

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3092407A (en) * 1961-01-12 1963-06-04 Anchor Post Prod Terminal fitting
DE2449124C3 (de) 1974-10-16 1980-01-03 Eberhard 7129 Gueglingen Layher Verbindungsvorrichtung für Gerüstelemente
FR2395372A1 (fr) * 1977-06-23 1979-01-19 Mills Echafaudages Perfectionnements apportes aux elements d'assemblage, notamment pour echafaudages
US4566819A (en) * 1982-03-01 1986-01-28 Aluma Systems, Incorporated Clamp for shoring and scaffolding frames
DE3923815A1 (de) 1989-07-19 1991-01-31 Beleggingsmaatschappij Bouwmat Geruest
JPH0796833B2 (ja) * 1992-09-25 1995-10-18 政太郎 佐藤 管材連結用クランプ金具組立体
GB9609642D0 (en) * 1996-05-09 1996-07-10 Legge Philip Couplers
JP3805443B2 (ja) * 1996-11-05 2006-08-02 ホリーエンジニアリング株式会社 仮設足場用建地材
US6575652B2 (en) * 2001-01-16 2003-06-10 Kurt F. Krauss Structural couplings and system
CA2334126A1 (en) * 2001-02-02 2002-08-02 Aluma Enterprises Inc. Scaffold clamp
US6481912B2 (en) * 2001-03-29 2002-11-19 Lung Ching Shih Prop connecting ring
US6786302B2 (en) * 2002-02-20 2004-09-07 National University Of Singapore Triple coupler for flexible scaffold system
US20060157302A1 (en) * 2002-08-29 2006-07-20 Van Den Goorbergh Anton J Scaffold, and girder intended for such a scaffold, and method for building a scaffold
BRPI0418512B1 (pt) * 2004-03-16 2016-05-17 Ulma C Y E S Coop escora com meios de fixação para aplicação como um elemento de suporte para trabalho de perfiladura horizontal ou como um elemento de apoio ou escora
US20090249591A1 (en) * 2006-02-27 2009-10-08 Jonathan Jonny Melic Scaffolding tube clamps
US7448819B1 (en) * 2007-06-20 2008-11-11 Yang-Li Fu Universal snapping connector that is locked and unlocked easily and quickly

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1429423A (fr) * 1965-01-15 1966-02-25 Mag Dispositif de blocage d'un garde-corps ou d'un autre élément horizontal sur une tige ou tube vertical
GB1185169A (en) * 1966-12-15 1970-03-25 Scaffolding Great Britain Ltd Scaffolding
FR2119719A5 (nl) * 1971-12-16 1972-08-04 Branchy Michel

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9683380B2 (en) 2011-03-22 2017-06-20 Scafom International B.V. Standard and ledger of a scaffolding system, and method for erecting the same
CN106715810A (zh) * 2014-06-02 2017-05-24 斯卡佛姆控股有限公司 脚手架联接器、立柱及脚手架系统
US10119279B2 (en) 2014-06-02 2018-11-06 Scafom Holding B.V. Scaffolding coupler, standard and scaffolding system
CN110792253A (zh) * 2019-12-03 2020-02-14 张延年 可调节扣片连接的钢管扣件
CN114541716A (zh) * 2020-11-18 2022-05-27 宁波博尔雅电子材料科技有限公司 一种模块化高效能盘扣架托撑及其施工方法

Also Published As

Publication number Publication date
ES2740423T3 (es) 2020-02-05
PL2454426T3 (pl) 2019-12-31
CN102549223A (zh) 2012-07-04
WO2011008094A1 (en) 2011-01-20
BR112012000947A2 (pt) 2016-11-22
CN102549223B (zh) 2015-04-01
EP2454426B1 (en) 2019-06-12
BR112012000947B1 (pt) 2019-04-30
EP2454426A1 (en) 2012-05-23
US9133634B2 (en) 2015-09-15
US20120181111A1 (en) 2012-07-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2003206C2 (nl) Steigersysteem, alsmede koppeling, liggerbuis en staanderbuis bestemd voor een dergelijk steigersysteem.
US9683380B2 (en) Standard and ledger of a scaffolding system, and method for erecting the same
US10119279B2 (en) Scaffolding coupler, standard and scaffolding system
EP0635450A1 (fr) Procédé et dispositif pour le montage des flèches de grues à tour
EP3375953B1 (en) Swing girder and scaffold system with such swing girder and a method of erecting the scaffold system
NL2003142C2 (en) Forkhead for use in a modular scaffolding system.
JP6117804B2 (ja) 足場用の連結部材
JP4387568B2 (ja) 張り出しブラケットなどの仮設足場部材
NL2009987C2 (en) Standard of a modular scaffolding system, and method for manufacturing the same.
NL2021847B1 (nl) Steigerbuiskoppeling, alsmede steigersysteem
FR3124813A1 (fr) Tour d’échafaudage et échafaudage et utilisation de la tour et de l’échafaudage
FR3065977B1 (fr) Ensemble d’elements de structure destines a former un parking aerien a etages, et parking aerien a etages correspondant
NL193287C (nl) Snelkoppeling voor een trus-systeem.
NL1043444B1 (nl) Steigerwerk en schoorelement daarvoor
NL2003841C2 (nl) Steigerwerk, voorloopleuning en haaklichaam.
CN215629366U (zh) 一种桥梁涂装检修装置
JP2013189812A (ja) 楔緊結式足場用水平部材
NL1029449C2 (nl) Modulair bouwsysteem.
NL1012857C2 (nl) Steiger.
FR2600102A1 (fr) Systeme de verrouillage en position, notamment d'une passerelle support de banches
NL1017364C1 (nl) Paalconstructie.
FR3124814A1 (fr) Echafaudage et utilisation de l’échafaudage
FR2760713A1 (fr) Sulky modulable suspendu
EP2381051B1 (fr) Tour d'étaiement
NL8503503A (nl) Montagehulp voor de aanbrenging van stellingdelen.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200801