NL2021847B1 - Steigerbuiskoppeling, alsmede steigersysteem - Google Patents
Steigerbuiskoppeling, alsmede steigersysteem Download PDFInfo
- Publication number
- NL2021847B1 NL2021847B1 NL2021847A NL2021847A NL2021847B1 NL 2021847 B1 NL2021847 B1 NL 2021847B1 NL 2021847 A NL2021847 A NL 2021847A NL 2021847 A NL2021847 A NL 2021847A NL 2021847 B1 NL2021847 B1 NL 2021847B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- receiving part
- clamping
- scaffolding
- tube coupling
- coupling according
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 title claims abstract description 55
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 title claims abstract description 55
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 title claims abstract description 55
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 claims abstract description 9
- 239000010959 steel Substances 0.000 claims abstract description 9
- XEEYBQQBJWHFJM-UHFFFAOYSA-N Iron Chemical compound [Fe] XEEYBQQBJWHFJM-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 2
- 230000002349 favourable effect Effects 0.000 description 1
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 1
- 229910052742 iron Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 229910052751 metal Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G7/00—Connections between parts of the scaffold
- E04G7/02—Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
- E04G7/06—Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape
- E04G7/12—Clamps or clips for crossing members
- E04G7/14—Clamps or clips for crossing members for clamping the members independently
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G7/00—Connections between parts of the scaffold
- E04G7/02—Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
- E04G7/06—Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape
- E04G7/08—Clamps for parallelly-arranged members
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G7/00—Connections between parts of the scaffold
- E04G7/02—Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
- E04G7/26—Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements for use with specially-shaped scaffold members
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B2/00—Friction-grip releasable fastenings
- F16B2/02—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening
- F16B2/06—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening external, i.e. with contracting action
- F16B2/10—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening external, i.e. with contracting action using pivoting jaws
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B2/00—Friction-grip releasable fastenings
- F16B2/02—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening
- F16B2/14—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening using wedges
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
Abstract
Steigerbuiskoppeling, ingericht voor losneembaar koppelen aan een steigerbuis (T) van een steiger, waarbij de koppeling is voorzien van een eerste opneemdeel (3) voor aangrijping op de steigerbuis (T), welk buisopneemdeel (3) in het bijzonder is gevormd door stalen in hoofdzaak Uvormige profielen (3a, 3b), waarbij de koppeling tevens is voorzien van een tweede opneemdeel (5) ingericht voor aangrijping op een langwerpig steundeel (D) met rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij het tweede opneemdeel (5) is ingericht om het langwerpige steundeel in een eerste stand in te klemmen alsmede in en tweede stand waarbij het steundeel over een langsas is gedraaid ten opzichte van genoemde eerste stand.
Description
P120118NL00 titel: Steigerbuiskoppeling, alsmede steigersysteem
De uitvinding heeft betrekking op een steigerbuiskoppeling.
Een steigerkoppeling is onder andere bekend uit de Nederlandse octrooien NL75.356 , NL7117188 en NL7811721 en is met name geschikt voor het op eenvoudige wijze verbinden van steigerbuizen, in het bijzonder genormaliseerde steigerbuizen volgens de NEN-EN 39:2001 norm (dergelijke buizen hebben een buitendiameter van 48,3 mm). Zoals algemeen bekend is een steiger doorgaans voorzien van een aantal buizen (metalen of stalen, cilindrische buizen) welke onderling worden vastgezet door een aantal steigerbuiskoppeling, in het bijzonder met staanders en riggers en doorgaans met een of meer diagonalen.
Bij de bekende systemen komt buis-inklemming tot stand door het vastslaan van een spie (i.e. een langwerpig wigvormig klemdeel), welke onderdeel van een genoemde koppeling kan zijn, of een los onderdeel. Op deze manier is de steigerkoppeling snel te monteren en te demonteren.
In bepaalde gevallen is het gewenst om het steigersysteem te voorzien van andere profielen of balken dan (in dwars-doorsnede) ronde steigerbuizen, bijvoorbeeld hoekige dwarsbalken. GB 1,171,126 toont een voorbeeld van een steigerbuissysteem, voorzien van een koppeling welke is ingericht om een rechthoekig element aan een gladde steigerbuis te koppelen. Toepassing van dergelijke steunbalken biedt extra mogelijkheden aan de steiger. Een dergelijke balk kan bijvoorbeeld een stalen of ijzeren profiel omvatten, of bijvoorbeeld een solide, in het bijzonder houten balk omvatten, of dergelijke.
In de genoemde systemen worden gladde steigerbuizen gebruikt (i.e. buizen zonder integrale modulaire aangrijpingspunten). Daarnaast zijn modulaire systemen bekend, bijvoorbeeld het Peri Up systeem van PERI, met buisvormige staanders welke op specifieke posities zijn ingericht om balkvormige liggers aan te koppelen.
De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterd steigersysteem alsmede respectieve koppeling. In het bijzonder beoogt de uitvinding een systeem en koppeling waarmee niet-ronde elementen (bijvoorbeeld rechthoekige kokerprofielen) stabiel, stevig en efficiënt kunnen worden aangekoppeld.
Volgens een aspect van de uitvinding wordt het steigersysteem hiertoe gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1.
De onderhavige steigerbuiskoppeling is ingericht voor losneembaar koppelen aan een steigerbuis van een steiger, waarbij de koppeling is voorzien van een eerste opneemdeel voor aangrijping op de steigerbuis, welk buisopneemdeel in het bijzonder is gevormd door stalen in hoofdzaak Uvormige profielen, waarbij de koppeling tevens is voorzien van een tweede opneemdeel ingericht voor aangrijping op een langwerpig steundeel met rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij het tweede opneemdeel is ingericht om het langwerpige steundeel in twee onderling verschillende standen in te klemmen, de twee standen omvattende onderling over een langsas (van het steundeel) gedraaide standen, in het bijzonder een eerste stand en een tweede, over een hoek van 90 graden gedraaide stand.
Met de onderhavige steigerbuiskoppeling kan een genoemde steunbalk efficiënt en krachtig in een steiger worden verwerkt, waarbij de koppeling kan bewerkstelligen dat de balk in twee verschillende standen kan worden vastgekoppeld. Dit biedt de mogelijkheid om ter plekke, tijdens assemblage, een meest gunstige steunbalk-stand toe te passen, bijvoorbeeld met het oog op balk-belasting en/of een door de balk geleverd steunvlak. Een eerste steunbalkstand kan bijvoorbeeld een stand omvatten waarbij een brede langszijde van de balk zich in langs een in hoofdzaak verticaal vlak uitstrekt, terwijl een genoemde tweede steunbalkstand een stand kan zijn waarbij genoemde brede langszijde van de balk zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt. De gewenste stand van de steunbalk kan vanzelfsprekend diverse andere oriëntaties omvatten, afhankelijk bijvoorbeeld van de beoogde steigerconfiguratie.
Verder biedt een aspect van de uitvinding een steigersysteem, voorzien van ten minste een steigerbuiskoppeling volgens de uitvinding, waarbij de koppeling met het eerste opneemdeel aangrijpt op een steigerbuis, en met het tweede opneemdeel op een rechthoekig steundeel, waarbij het steundeel in het bijzonder in een genoemde stand van de verschillende standen wordt gehouden .
Op deze manier kunnen bovengenoemde voordelen worden bereikt.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening welke niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden weergeeft. In het bijzonder toont:
Figuur 1 een perspectivisch zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, bij een gesloten stand van de klemdelen;
Figuur 2 een perspectivisch vooraanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld;
Figuur 3 een zijaanzicht van het in Fig. 1 getoonde voorbeeld, gezien vanuit een eerste richting;
Figuur 4 een tweede zijaanzicht van het uitvoerbeeld, gezien vanuit een aan de eerste richting tegenovergestelde richting;
Figuur 5 een onderaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld;
Figuur 6 een bovenaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld;
Figuur 7 een perspectivisch aanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld, waarbij een steundeel in een eerste steundeel-stand wordt ingeklemd;
Figuur 8 een dergelijk aanzicht als Fig. 7, waarbij het steundeel in een tweede steundeel-stand wort ingeklemd;
Figuur 9 schematisch een vooraanzicht van een steiger Q; en
Figuur 10 een dwarsdoorsnede van een steundeel, over lijn X-X van Figuur 9.
Gelijke of overeenkomstige maatregelen worden in deze aanvrage met gelijke of overeenkomstige verwijzingstekens aangeduid.
De tekening toont een voorbeeld van een steigerbuiskoppeling 1, welke is ingericht voor losneembaar koppelen aan een steigerbuis T van een steiger. Een deel van een dergelijke buis T is in Figuren 7 en 8 zichtbaar. De buis T, waaraan de koppeling 1 wordt vastgeklemd, kan bijvoorbeeld een verticale staander of horizontale ligger omvatten, of bijvoorbeeld een zich in een andere richting uitstrekkende buis. In het bijzonder kan de buis T een gestandaardiseerde steigerbuis zijn, met een buitendiameter BD van 48,3mm, en een gladde buitenzijde, maar dat is niet essentieel.
Figuur 9 toont een deel van een steiger Q, in vooraanzicht, omvattende dergelijke koppelingen 1 en respectieve steigerbuizen T (bijvoorbeeld staanders, liggers, en optionele diagonalen), onderling gekoppeld door standaard buiskoppelingen 50. Verder is een steunbalk D aan de steiger gekoppeld, bijvoorbeeld een zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekkende steunbalk D, welke balk een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede heeft (zie Figuur 10). De
De balk D heeft twee (van elkaar afgekeerde) brede langszijden Si en twee (van elkaar afgekeerde) smalle langszijden S2, zodanig dat een breedte xl van een genoemde brede langszijde Si groter is dan een breedte x2 van een genoemde smalle langszijde S2. Meer in het bijzonder is de breedte xl van een genoemde brede langszijde Si groter dan de buitendiameter BD (xl>BD) van een genoemde steigerbuis T. Verder is in dit voorbeeld een breedte x2 van een genoemde smalle langszijde S2 kleiner dan een de buitendiameter BD (x2<BD). Volgens een nadere uitwerking is xl/x2 ongeveer gelijk aan 2. Meer in het bijzonder kan xl=6 cm en x2=3 cm. Aldus kan een dwarsbalk D worden toegepast waarvan de doorsnedeafmetingen enigszins overeenkomen met die van in het systeem toe te passen steigerbuizen T. Andere dwarsafmetingen van de balk D behoren ook tot de mogelijkheden, hetgeen de vakman duidelijk zal zijn. Verder kan de balk D bijvoorbeeld hol zijn uitgevoerd (zoals in het voorbeeld), maar dat is niet essentieel; de balk kan bijvoorbeeld een massieve houten balk omvatten. Volgens een alternatieve uitvoering kan bijvoorbeeld de balk D bijvoorbeeld een ligger van een genoemd Peri Up systeem omvatten.
Koppelingen 1 zijn voorzien om de steunbalk D losmaakbaar aan de buizen T van het steigerbuizensysteem Q te fixeren. De balk D kan bijvoorbeeld dienen om een horizontale loopvloer V of dergelijke te ondersteunen. Volgens een nadere uitwerking kan de steiger Q ten minste twee, op afstand van elkaar opgestelde steunbalken D omvatten om een loopvloer V of dergelijke te ondersteunen, waarbij de steunbalken D met respectieve koppelingen 1 zijn aangekoppeld.
Figuren 1-8 tonen de genoemde steigerbuis(-steunbalk)koppeling 1 in meer detail. De steunbalkkoppeling 1 is voorzien van een eerste opneemdeel 3 voor aangrijping op genoemde steigerbuis T. Het eerste opneem deel 3 kan bijvoorbeeld een gebruikelijk, althans op zichzelf bekend buisklemkoppeling omvatten. Het buisopneemdeel 3 is in het bijzonder gevormd door stalen in hoofdzaak U-vormige profielen 3a, 3b. In het bijzonder omvat het eerste opneemdeel ten minste twee scharnierbaar aan elkaar gekoppelde U-vormige beugeldelen 3a, 3b (in het bijzonder een centraal eerste -buitenste- beugeldeel 3a en twee -binnenste- tweede beugeldelen 3b), zoals uit de tekening volgt. De beugeldelen (profielen) 3a, 3b zijn middels een scharnieras 3d zwenkbaar aan elkaar gekoppeld, te weten zwenkbaar tussen de getoonde klemstand en een uit elkaar geklapte (niet weergegeven) vrijgavestand. In het voorbeeld is het eerste opneemdeel 3 een klemstand borghaar door middel van een spie-borging, i.e. via een transleerbare (wigvonnige) spie 3c welke van een getoonde borgstand naar een vrijgave stand brengbaar is.
De koppeling 1 is tevens voorzien van een tweede opneemdeel 5 ingericht voor aangrijping op een langwerpig steundeel/balk D (zie Figuren 7-10) met rechthoekige dwarsdoorsnede. Het tweede opneemdeel 5 kan bijvoorbeeld onbeweegbaar aan het eerste opneemdeel 3 zijn gefixeerd (bijvoorbeeld via een of meer geschikte lasverbindingen), of via een draaikoppeling daaraan zijn gefixeerd zodat rotatie tussen de opneem delen 3, 5 mogelijk is. Bij toepassing van een genoemde draaikoppeling strekt een respectieve draaias zich bijvoorbeeld loodrecht uit ten opzichte van een genoemde zwenkas 3d van de beugeldelen 3a, 3b, hetgeen de vakman duidelijk zal zijn.
Het tweede opneemdeel 5 omvat bij voorkeur ten minste twee scharnierbaar aan elkaar gekoppelde U-vormige beugeldelen 5a, 5b, in het bijzonder een centraal eerste -buitenste- beugeldeel 5a en twee -binnenstetweede beugeldelen 5b), zoals uit de tekening volgt. De binnenste beugeldelen 5b kunnen bijvoorbeeld direct of indirect, met onderzijden aan daarnaartoe-gekeerde zijden van de binnenste buisopneem-beugeldelen 3b zijn gefixeerd, of aan een genoemde (niet weergegeven draaikoppeling), bijvoorbeeld via geschikte lasverbindingen.
Het tweede opneemdeel 5 is de getoonde klemstand borghaar door middel van een spie-borging, i.e. via een transleerbare (wigvormige) spie 5c, om eerste uiteinden van de beugeldelen 5a, 5b aan elkaar te klemmen. Het tweede opneemdeel 5 is van een (getoonde) borg/klemstand naar een (niet weergegeven) vrijgave stand brengbaar (analoog de spieborging van het eerste opneemdeel 3), voor vrijgave van de door dat opneemdeel bepaalde balk-opneemruimte M (ten behoeve van het uit die ruimte M inbrengen of wegnemen van een steunbalk D). De beugeldelen (profielen) 5a, 5b zijn hiertoe middels een respectieve scharnieras 5d zwenkbaar aan elkaar gekoppeld, te weten zwenkbaar tussen de getoonde klemstand en de uit elkaar geklapte (niet weergegeven) vrijgavestand. De laatstgenoemde scharnieras 5d bevindt zich aan een, de spie-klemmiddelen tegenovergelegen tweede uiteinden van de beugeldelen 5a, 5b.
Met groot voordeel is het tweede opneemdeel 5 ingericht om het langwerpige steundeel D in een eerste stand in te klemmen alsmede in en tweede stand waarbij het steundeel over een langsas is gedraaid ten opzichte van genoemde eerste stand, steundeel in twee onderling verschillende standen in te klemmen, de twee standen omvattende onderling over een langsas (van het steundeel) gedraaide standen, in het bijzonder een eerste stand en een tweede, over een hoek van 90 graden gekeerde stand. De twee klemstanden zijn in Figuren 7 en 8 weergegeven.
De U-vormige beugeldelen 5a, 5b van het tweede opneemdeel zijn hiertoe bij voorkeur voorzien van vlakke steunoppervlakken 9a, 9b (zie Fig. 3) welke zich evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken bij een gesloten klemstand van het tweede opneemdeel 5, in het bijzonder om daartussen de twee kopse (onderling parallelle) buitenzijden S2 van een genoemd rechthoekig steundeel (balk) D in te klemmen. In het voorbeeld wordt een eerste van de twee genoemde vlakke steunoppervlakken geleverd door een naar de balk -opneemruimte M toegekeerde binnenzijde 9a van een vlakke klemplaat 8 welke centraal is gefixeerd (bijvoorbeeld door een las- of hjmberbinding) op het buitenste beugeldeel 5a van het tweede opneemdeel. De klemplaat 8 kan bijvoorbeeld van staal zijn vervaardigd. Het buitenste beugeldeel 5a als zodanig is in dit voorbeeld gekromd uitgevoerd (met een van de balk -opneemruimte M afgekeerde convexe gekromde buitenzijde, bij een gesloten klemstand van het tweede opneemdeel 5). Alternatief kan het buitenste beugeldeel 5a bijvoorbeeld op zichzelf zijn voorzien van een vlakke, naar de balkopneemruimte M toegekeerde klemzijde 9a (in plaats van een aparte klemplaat).
In het voorbeeld wordt een tweede van de twee genoemde vlakke steunoppervlakken geleverd door een tweede, naar de balk -opneemruimte M toegekeerde binnenzijde van het tweede opneemdeel, welke tweede binnenzijde door twee centrale rechte binnenranden 9b van de twee binnenste beugeldelen 5b wordt gedefinieerd.
Merk hierbij op dat elk binnenste beugeldeel 5b van het tweede opneemdeel 5 als zodanig zich in hoofdzaak langs een virtueel vierkant VS uitstrekt, met een liggend middenbeen 5b 1 en zich daar twee in hoofdzaak haaks op uitstrekkende zijbenen 5b2 (zie Fig. 4). Aldus volgt dat de liggende middenbenen 5b 1 in dit voorbeeld het vlakke balksteunoppervlak 9b bepalen. In Fig. 4 is een afstand tussen deze steunoppervlakken 9a, 9b met y2 aangeduid. Deze afstand is in het bijzonder gelijk aan een breedte xl van de rechthoekige balk D, althans bij de getoonde balk-klemstand van de koppeling, om de balk stabiel en stevig te kunnen inklemmen (zoals in Figuur 8 is weergegeven).
Ook de naar elkaar toegekeerde randen van de zijbenen 5b2 van de binnenste beugeldelen 5b strekken zich bij voorkeur in hoofdzaak uit langs het genoemde virtuele vierkant VS. Bij voorkeur kunnen die randen respectieve vlakke balk-posiioneringsoppervlakken bepalen, bij een alternatieve balk -positionering (zoals in Figuur 7 wordt getoond). In Fig. 4 is een afstand tussen de naar elkaar toegekeerde zijden van de zijbenen 5b2 met y2’ aangeduid. Deze afstand y2’is in het bijzonder in hoofdzaak gelijk aan of enigszins (marginaal) groter dan een breedte xl van de rechthoekige balk D, om de balk D daar stabiel tussen te kunnen plaatsen. Volgens een nadere uitwerking geldt: y2’=y2 of y2’=y2+ Ay, bijvoorbeeld met een speling Ay van ongeveer 1 mm of minder.
Het onderhavige tweede opneemdeel 5 omvat bovendien vier in hoofdzaak symmetrisch opgestelde, parallelle klemelementen 7, welke op binnenzijden van de beugeldelen 5a, 5b zijn gefixeerd, bijvoorbeeld door middel van respectieve lasverbindingen en/of lijmverbindingen. Met deze additionele, parallelle klemelementen 7 kan een verbeterde stabiele aangrijping op de vier buitenzijden Si, S2 van de steunbalk D worden bereikt, zoals reeds uit de tekening volgt. In de onderhavige uitvoering omvatten de klemelementen 7 cilindervormige klemdelen, bijvoorbeeld uit (staal)-draad vervaardigd elementen. . Twee buitenste klemelement 7a zijn haaks aangebracht op het buitenste beugelprofiel 5a van het tweede opneemdeel 5 (zie Fig. 4). Twee parallelle binnenste klemelementen 7b zijn haaks gefixeerd op de twee middenbenen 5b 1 van het tweede opneemdeel 5. Deze twee binnenste klemelementen 7b kunnen extra stijfheid en sterkte leveren aan het tweede opneemdeel 5, naast een daarmee bereikte balkpositionering, maar dat is niet essentieel.
Zoals uit het bovenstaande volgt, en reeds is genoemd, is het tweede opneemdeel 5 naar de balkklemstand brengbaar, in welke klemstand het tweede opneemdeel een klemholte M met vier tegenoverliggende klemoppervlakken omsluit, welke klemoppervlakken zich, gezien in dwarsdoorsnede, langs een genoemd virtueel vierkant VS uitstrekken (het genoemde vierkant is met streeplijnen VS in Fig. 4 ingetekend). Genoemde parallelle klemelementen 7 kunnen de klemholte VK bij respectieve hoeken van het vierkant VS vullen, in het bijzonder voor aangrijping op van elkaar afgekeerde langszijden Si van het steundeel D.
De afstand y2, y2’ tussen tegenoverliggende zijden van het virtuele vierkant VK kan bijvoorbeeld gelijk zijn aan of enigszins groter dan een breedte xl van het rechthoekige steundeel D. Op gemerkt zij hierbij, dat het virtuele vierkant VK geen 100% perfect vierkant hoeft te zijn maar ook bijvoorbeeld een virtuele rechthoek kan zijn, in het bijzonder indien geldt dat de afstand y2’ enigszins afwijkt van (bijvoorbeeld met een speling Δν en zo enigszins groter is dan) de afstand y2.
Een afstand yl, yl’ tussen tegenoverliggende zijden van een paar klemelementen 7 is in het bijzonder gelijk aan of enigszins groter dan een dikte x2 van het rechthoekige steundeel D, om een stabiele positionering en stevige balkklemming te kunnen bereiken.
Volgens een nadere uitwerking is de afstand yl tussen de twee binnenste klemelementen 7a enerzijds en de twee buitenste klemelementen
7b anderzijds, in het geval van de in Fig. 7 getoonde balkklemstand van de koppeling (waarbij die klemelementen 7a de balk D tussen zich inklemmen), gelijk aan de dikte x2 van de balk D.
Volgens een nadere uitwerking is de afstand yl’ tussen de twee binnenste klemelementen 7a onderling in hoofdzaak gelijk aan of enigszins (marginaal) groter dan de dikte x2 van de rechthoekige balk D, om de balk D daar stabiel tussen te kunnen plaatsen. Volgens een nadere uitwerking geldt: y l’=y 1 of y l’=yl+ Ay, bijvoorbeeld met een speling Ay van ongeveer 1 mm of minder. Evenzo is het voordelig in dien de afstand yl’ tussen de twee buitenste klemelementen 7a onderling in hoofdzaak gehjk aan of enigszins (marginaal) groter dan de dikte x2 van de rechthoekige balk D. Volgens een nadere uitwerking geldt ook daarvoor: yl’=yl of yl’=yl+ Ay, bijvoorbeeld met een speling Ay van ongeveer 1 mm of minder.
Figuren 7 en 8 tonen de koppeling 1 in twee balkklemstanden, waarbij de koppeling tevens op een buis T van een genoemde steiger is vastgeklemd via het respectieve eerste opneemdeel 3. De balk D kan in beide gevallen krachtig en stabiel door de koppeling worden vastgehouden. Daarbij kan het tweede opneemdeel 5, bij beide balkstanden (zowel in Figuur 7 als in Figuur 8) de in Figuren 3-4 getoonde stand innemen, of nagenoeg exact die stand (met enige marge ten opzichte van de getoonde stand), zodanig dat de buitenzijden van de balk D tussen in hoofdzaak evenwijdige positioneringsvlakken kan worden vastgehouden (bij elk van de twee balkstanden -gezien in dwarsdoorsnede-). Ontkoppelen van de balk D kan gemakkelijk geschieden, door de spie van het tweede opneemdeel 5 naar een vrijgavestand te slaan, zodat het tweede opneemdeel 5 naar de (niet getoonde) uitgeklapte stand kan worgen gebracht.
Voor de vakman zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.
Zo kunnen de binnenste (tweede) beugeldelen 5b van het tweede opneemdeel bijvoorbeeld elk van gebogen draad, bijvoorbeeld van staal, zijn vervaardigd. Hetzelfde geldt voor de profielen 3b om het buisopneemdeel 3 te vormen.
Claims (10)
1. Steigerbuiskoppeling, ingericht voor losneembaar koppelen aan een steigerbuis (T) van een steiger, waarbij de koppeling is voorzien van een eerste opneemdeel (3) voor aangrijping op de steigerbuis (T), welk buisopneemdeel (3) in het bijzonder is gevormd door stalen in hoofdzaak Uvormige profielen (3a, 3b), waarbij de koppeling tevens is voorzien van een tweede opneemdeel (5) ingericht voor aangrijping op een langwerpig steundeel (D) met rechthoekige dwarsdoorsnede, met het kenmerk, dat het tweede opneemdeel (5) is ingericht om het langwerpige steundeel in een eerste stand in te klemmen alsmede in en tweede stand waarbij het steundeel over een langsas is gedraaid ten opzichte van genoemde eerste stand.
2. Steigerbuiskoppeling volgens conclusie 1, waarbij het tweede opneemdeel (5) naar een steundeel-klemstand brengbaar is, in welke klemstand het tweede opneemdeel een klemholte met vier tegenoverliggende klemoppervlakken omsluit, welke klemoppervlakken zich, gezien in dwarsdoorsnede, langs een eerste virtueel vierkant uitstrekken.
3. Steigerbuiskoppeling volgens conclusie 2, waarbij het tweede opneemdeel (5) is voorzien van een of meer klemelementen (7) om de klemholte bij respectieve hoeken van het vierkant te vullen, in het bijzonder voor aangrijping op van elkaar afgekeerde langszij den van het steundeel (D).
4. Steigerbuiskoppeling volgens conclusie 2 of 3, waarbij een afstand tussen tegenoverliggende zijden van de klemelementen (7) aan of enigszins groter is dan een dikte (x2) van het rechthoekige steundeel (D), in het bijzonder bij een gesloten klemstand van het tweede opneemdeel.
5. Steigerbuiskoppeling volgens een der conclusie 2-4, waarbij de afstand tussen tegenoverliggende zijden van het virtuele vierkant gehjk is of enigszins groter is dan een breedte (xl) van het rechthoekige steundeel (D), in het bijzonder bij een gesloten klemstand van het tweede opneemdeel.
6. Steigerbuiskoppeling volgens conclusie 1, waarbij het tweede opneemdeel vier symmetrisch opgestelde, parallelle klemelementen (7) omvat.
7. Steigerbuiskoppeling volgens conclusie 6, waarbij de klemelementen (7) cilindervormige klemdelen omvatten.
8. Steigerbuiskoppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede opneemdeel is een klemstand borghaar door middel van een spie-borging.
9. Steigerbuiskoppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede opneemdeel twee scharnierbaar aan elkaar gekoppelde U-vormige beugeldelen omvat, waarbij de U-vormige beugeldelen zijn voorzien van twee vlakke steun oppervlakken welke zich evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken bij een gesloten klemstand van het tweede opneemdeel, in het bijzonder om daartussen kopse buitenzijden van een genoemd rechthoekig steundeel (D) in te klemmen.
10. Steigersysteem, voorzien van ten minste een steigerbuiskoppeling volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de koppeling met het eerste opneemdeel aangrijpt op een steigerbuis, en met het tweede opneemdeel op een rechthoekig steundeel (D).
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2021847A NL2021847B1 (nl) | 2018-10-22 | 2018-10-22 | Steigerbuiskoppeling, alsmede steigersysteem |
PCT/NL2019/050693 WO2020085900A1 (en) | 2018-10-22 | 2019-10-22 | Scaffolding tube coupler, and scaffolding system |
EP19828890.4A EP3870778A1 (en) | 2018-10-22 | 2019-10-22 | Scaffolding tube coupler, and scaffolding system |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2021847A NL2021847B1 (nl) | 2018-10-22 | 2018-10-22 | Steigerbuiskoppeling, alsmede steigersysteem |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2021847B1 true NL2021847B1 (nl) | 2020-05-13 |
Family
ID=66049632
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2021847A NL2021847B1 (nl) | 2018-10-22 | 2018-10-22 | Steigerbuiskoppeling, alsmede steigersysteem |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3870778A1 (nl) |
NL (1) | NL2021847B1 (nl) |
WO (1) | WO2020085900A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP7425488B2 (ja) * | 2021-06-07 | 2024-01-31 | 株式会社国元商会 | 別部材取付け用クランプ |
Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL75356C (nl) | ||||
GB313341A (en) * | 1928-07-09 | 1929-06-13 | Scaffolding Great Britain Ltd | Improvements in or connected with coupling devices for connecting scaffolding and like tubes and rods together |
BE484912A (fr) * | 1947-10-08 | 1948-10-14 | John Burton | Perfectionnements apportés aux raccords pour le montage de constructions temporaires |
GB1171126A (en) | 1966-06-11 | 1969-11-19 | Burton Delingpole & Company Lt | Improvements in or relating to Scaffolding Clamps |
NL7117188A (nl) | 1971-12-15 | 1973-06-19 | ||
NL7811721A (nl) | 1978-11-29 | 1980-06-02 | Mulder Rudolf | Steigerklem met wighouder. |
NL8800573A (nl) * | 1988-03-08 | 1989-10-02 | Alprokon Promotie Ontwikk Bv | Buis- en klemsamenstel. |
GB2227053A (en) * | 1989-01-12 | 1990-07-18 | Melvyn Wilde | A clamp for elongate members |
DE19720187A1 (de) * | 1997-05-14 | 1998-11-19 | Stefan Dipl Ing Quentin | Kupplung für Quadratrohre |
-
2018
- 2018-10-22 NL NL2021847A patent/NL2021847B1/nl active
-
2019
- 2019-10-22 EP EP19828890.4A patent/EP3870778A1/en active Pending
- 2019-10-22 WO PCT/NL2019/050693 patent/WO2020085900A1/en unknown
Patent Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL75356C (nl) | ||||
GB313341A (en) * | 1928-07-09 | 1929-06-13 | Scaffolding Great Britain Ltd | Improvements in or connected with coupling devices for connecting scaffolding and like tubes and rods together |
BE484912A (fr) * | 1947-10-08 | 1948-10-14 | John Burton | Perfectionnements apportés aux raccords pour le montage de constructions temporaires |
GB1171126A (en) | 1966-06-11 | 1969-11-19 | Burton Delingpole & Company Lt | Improvements in or relating to Scaffolding Clamps |
NL7117188A (nl) | 1971-12-15 | 1973-06-19 | ||
NL7811721A (nl) | 1978-11-29 | 1980-06-02 | Mulder Rudolf | Steigerklem met wighouder. |
NL8800573A (nl) * | 1988-03-08 | 1989-10-02 | Alprokon Promotie Ontwikk Bv | Buis- en klemsamenstel. |
GB2227053A (en) * | 1989-01-12 | 1990-07-18 | Melvyn Wilde | A clamp for elongate members |
DE19720187A1 (de) * | 1997-05-14 | 1998-11-19 | Stefan Dipl Ing Quentin | Kupplung für Quadratrohre |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3870778A1 (en) | 2021-09-01 |
WO2020085900A1 (en) | 2020-04-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US9307833B2 (en) | Shelving system | |
NL2021847B1 (nl) | Steigerbuiskoppeling, alsmede steigersysteem | |
EP0120065A1 (en) | FOLDABLE DISPLAY PANEL. | |
EP0517617A1 (fr) | Rayonnage modulaire | |
EP0187100A1 (fr) | Ensemble d'éléments de construction pour l'aménagement d'espaces d'exposition, d'habitation ou affectés à d'autres usages | |
FR2554476A1 (fr) | Ensemble d'elements de charpente metallique pour la realisation de structures tridimensionnelles a usages divers | |
NL1018901C2 (nl) | Trussconstructie alsmede een koppeldeel, basiselement of koppelelement voor toepassing daarin. | |
CA2229864A1 (en) | Improvements in desking systems | |
CA2243628A1 (fr) | Element de separation en forme de panneau pour realiser des cloisons et presentoirs pour des manifestations temporaires | |
CN100387795C (zh) | 脚手架、用于该脚手架的横梁以及搭建该脚手架的方法 | |
FR2975116A1 (fr) | Echafaudage pliant | |
NL1030641C2 (nl) | Demontabele tribune en werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune. | |
FR3025539A1 (fr) | Structures modulaires provisoires en aluminium | |
GB2243660A (en) | Rigid framework constructions | |
EP0071532B1 (fr) | Structure de présentoir | |
FR2766682A1 (fr) | Meuble a rayonnages, articule encastrable et pliant, destine a etre loge sous des combles, soupentes ou parois inclinees | |
FR2638345A1 (fr) | Dispositif de rangement et de presentation, notamment pour magasins de detail | |
US11253062B1 (en) | Adjustable storage rack for a first responder | |
NL7811721A (nl) | Steigerklem met wighouder. | |
AU2004235588B2 (en) | Stackable trolley | |
EP0580456A1 (fr) | Echafaudage | |
FR2721814A1 (fr) | Dispositif pour le rangement ou la presentation d'objets, notamment d'articles et d'accessoires d'habillement | |
NL1002479C2 (nl) | Multi-functioneel hekdeel. | |
EP1176269A1 (fr) | Cintre métallique pour la réalisation d'arcs ou de voûtes dans l'industrie du bâtiment | |
CA2169336C (en) | Rack |