NL1030641C2 - Demontabele tribune en werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune. - Google Patents
Demontabele tribune en werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1030641C2 NL1030641C2 NL1030641A NL1030641A NL1030641C2 NL 1030641 C2 NL1030641 C2 NL 1030641C2 NL 1030641 A NL1030641 A NL 1030641A NL 1030641 A NL1030641 A NL 1030641A NL 1030641 C2 NL1030641 C2 NL 1030641C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- floor element
- floor
- demountable
- chair
- sofa
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04H—BUILDINGS OR LIKE STRUCTURES FOR PARTICULAR PURPOSES; SWIMMING OR SPLASH BATHS OR POOLS; MASTS; FENCING; TENTS OR CANOPIES, IN GENERAL
- E04H3/00—Buildings or groups of buildings for public or similar purposes; Institutions, e.g. infirmaries or prisons
- E04H3/10—Buildings or groups of buildings for public or similar purposes; Institutions, e.g. infirmaries or prisons for meetings, entertainments, or sports
- E04H3/12—Tribunes, grandstands or terraces for spectators
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Special Chairs (AREA)
- Chairs For Special Purposes, Such As Reclining Chairs (AREA)
Description
Titel: Demontabele tribune en werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune omvattende het opbouwen van een draagconstructie uit staanders en tussen de staanders opneembare spanten, en het op de draagconstructie plaatsen van een vloerelement.
5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een demontabele tribune omvattende een draagconstructie en een vloerelement, waarbij de draagconstructie staanders en tussen de staanders opneembare spanten omvat, en waarbij het vloerelement in gebruik op de draagconstructie is geplaatst.
10 Dergelijke demontabele tribunes worden in de praktijk veelal toegepast bij evenementen waarvoor een tijdelijke tribune nodig is om een veelvoud van toeschouwers toe te staan een gebeurtenis te zien. Daartoe is de tribune voorzien van een veelvoud van achter elkaar geplaatste, in hoogte op afstand gelegen rijen van plaatsen waar de toeschouwers kunnen 15 plaatsnemen. In hoofdzaak is van elke twee opeenvolgende rijen de achterste rij in hoogte hoger geplaatst dan de daarvoor gelegen rij om de toeschouwers op de achterste van de twee rijen toe te staan over de hoofden van de toeschouwers op de voorste van de twee rijen te kunnen kijken. De tribunes zijn in het algemeen voorzien van staanplaatsen en/of zitplaatsen, 20 voor het daarop plaatsen van de toeschouwers.
Een dergelijke werkwijze en demontabele tribune zijn op zich bekend. Bij een bekende werkwijze wordt eerst een draagconstructie opgebouwd uit staanders en tussen de staanders opneembare spanten.
Vervolgens worden op de draagconstructie voor elke rij van staanplaatsen 25 en of zitplaatsen vloerelementen, zoals houten panelen, geplaatst. Eventueel | 1030641 2 worden tenslotte stoelen en/of banken op de draagconstructie geplaatst indien zitplaatsen gewenst zijn.
Deze bekende werkwijze en demontabele tribune hebben het nadeel dat het opbouwen en/of afbouwen van een dergelijke demontabele 5 tribune veel tijd in beslag neemt, veel mankracht vergt en derhalve relatief duur is.
Het is een doel van de uitvindingen een werkwijze en demontabele tribune te verschaffen, waarbij de demontabele tribune sneller en/of met minder mankracht kan worden opgebouwd en/of afgebouwd.
10 Volgens een eerste aspect van de uitvinding, wordt de werkwijze daartoe gekenmerkt in dat het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvat. Dit biedt het voordeel dat het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen rijen van staanplaatsen en/of zitplaatsen omvat, waardoor door het plaatsen van 15 het vloerelement op de draagconstructie een veelvoud van rijen in één keer wordt geplaatst. Het is derhalve niet nodig om vloerelementen per rij afzonderlijk te plaatsen. Hierdoor kan de tribune sneller en/of met minder mankracht worden opgebouwd.
In een speciale uitvoeringsvorm omvat het vloerelement drie achter 20 elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus. Dit biedt het voordeel dat het vloerelement zo groot kan worden uitgevoerd dat de tribune snel kan worden opgebouwd, en dat, tegelijkertijd, het vloerelement zo klein kan worden uitgevoerd dat het vloerelement met normale middelen, zoals een normale vrachtwagen, kan worden vervoerd.
25 Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt de werkwijze gekenmerkt in dat het vloerelement, voordat het op de draagconstructie wordt geplaatst, wordt voorzien van ten minste een stoel en/of bank. Dit biedt het voordeel dat het vloerelement bijvoorbeeld nabij een voorraad van stoelen en/of banken, zoals een pallet of container, kan worden voorzien van 30 de ten minste ene stoel en/of bank. Hierdoor is het niet nodig de ten minste 1030641 3 ene stoel en/of bank en het vloerelement afzonderlijk te vervoeren naar de locatie op de draagconstructie waar het vloerelement en de ten minste ene stoel en/of bank moeten worden geplaatst, maar kan de ten minste ene stoel en/of bank met minder inspanning op het vloerelement worden geplaatst, 5 waarna een samenstel van het vloerelement en de ten minste ene stoel/en of bank kan worden vervoerd naar de locatie op de draagconstructie waar het vloerelement en de ten minste ene stoel en/of bank moeten worden geplaatst. Hierdoor kan de tribune sneller en/of met minder mankracht worden opgebouwd.
10 De termen stoel en bank betreffen hier een zitplaats, respectievelijk veelvoud van zitplaatsen in het algemeen. Zo vormt een veelvoud van stoelen met een althans ten dele gezamenlijk frame eveneens een bank.
Volgens een derde aspect van de uitvinding, wordt de demontabele 15 tribune gekenmerkt in dat het vloerelement is voorzien van verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel en/of bank. Dit biedt het voordeel dat het mogelijk is om het vloerelement te voorzien van de ten minste ene stoel en/of bank voordat het vloerelement op de draagconstructie wordt geplaatst indien ten minste een zitplaats gewenst 20 is en dat de ten minste ene stoel en/of bank niet op de (althans ten dele op gebouwde) draagconstructie hoeft te worden geplaatst. Het kan aldus ook mogelijk zijn om het vloerelement te plaatsen zonder stoelen en/of banken indien staanplaatsen gewenst zijn.
Bij voorkeur wordt de ten minste ene stoel en/of bank in hoofdzaak 25 op een grondniveau op het vloerelement geplaatst. Dit biedt het voordeel dat het vloerelement goed toegankelijk is en dat een gebruiker die de tribune opbouwt veiliger de ten minste ene stoel en/of bank op het vloerelement kan plaatsen dan wanneer bijvoorbeeld de ten minste ene stoel en/of bank op een hooggelegen positie op het vloerelement en/of de draagconstructie wordt 30 geplaatst.
1030641 4
Bij voorkeur wordt het vloerelement op de draagconstructie geplaatst met behulp van een hefinrichting zoals een heftruck of hijskraan.
Bij voorkeur is een staander die zich in gebruik aan een voorzijde van het vloerelement bevindt lager dan een staander die zich in gebruik aan 5 een achterzijde van het vloerelement bevindt. Bij voorkeur bevindt in gebruik een eerste spant dat zich aan een voorzijde van het vloerelement uitstrekt zich lager dan een tweede spant dat zich aan een achterzijde van het vloerelement uitstrekt. Bij voorkeur verlopen in gebruik spanten aan de zijkanten van het vloerelement schuin omhoog in een richting van de 10 voorzijde van het vloerelement naar de achterzijde van het vloerelement.
Dit biedt het voordeel dat de draagconstructie een raamwerk vormt, voor het daarop plaatsen van het vloerelement, voorzien van een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus.
Met de aanduiding 'in gebruik' wordt in dit verband gedoeld op de 15 samengebouwde toestand van de demontabele tribune.
Bij voorkeur omvat het vloerelement een getrapt frame en een veelvoud van in hoogte op afstand gelegen vloerplaten. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze het vloerelement dat is voorzien van een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus verschaft. 20 Bij voorkeur is het vloerelement voorzien van hefvoorzieningen, zoals hijsogen of lepelgaten voor het daarin brengen van de lepels van een hefinrichting, zoals een vorkheftruck, voor het plaatsen van het vloerelement op de draagconstructie en/of het wegnemen van het vloerelement van de draagconstructie. Hierdoor kan het vloerelement, 25 eventueel voorzien van de ten minste ene stoel en/of bank, op eenvoudige wijze met een op zich bekende hefinrichting op de draagconstructie worden geplaatst.
Bij voorkeur omvatten de verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel en/of bank een aan of in het 30 vloerelement aangebrachte koker voor het daarin of daarop aanbrengen van 1030641 5 de ten minste ene stoel en/of bank. Hierdoor kan de ten minste ene stoel en/of bank op eenvoudige wijze met het vloerelement worden verbonden.
Bij voorkeur is een rugleuning van de ten minste ene stoel en/of bank achterwaarts verzet ten opzichte van de verbindingsmiddelen.
5 Hierdoor kan onder de ten minste ene stoel en/of bank extra beenruimte en/of voetruimte worden gecreëerd voor een op een achter deze stoel en/of bank geplaatste stoel en/of bank gezeten toeschouwer.
Bij voorkeur omvat de tribune een veelvoud van vloerelementen. Bij voorkeur is in gebruik elk vloerelement van het veelvoud van 10 vloerelementen vrij van overlap met elk ander vloerelement van het veelvoud van vloerelementen. Bij voorkeur is elk vloerelement van het veelvoud van vloerelementen vrij van aangrijping met elk ander vloerelement van het veelvoud van vloerelementen. Hierdoor kan elk vloerelement onafhankelijk van naburige vloerelementen op de 15 draagconstructie worden geplaatst. Er hoeft derhalve geen vooraf bepaalde volgorde te worden aangehouden bij het plaatsen van de vloerelementen op de draagconstructie.
Bij voorkeur ligt in gebruik elk vloerelement van het veelvoud van vloerelementen in hoofdzaak zijwaarts aan tegen de aan dat vloerelement 20 naburige vloerelementen van het veelvoud van vloerelementen. Hierdoor vormen de naast elkaar gelegen vloerelementen een in hoofdzaak ononderbroken oppervlak. Dit vermindert het risico dat een toeschouwer, j bijvoorbeeld met een voet of vinger, tussen twee vloerelementen geraakt. Het is hierdoor ook niet nodig om een ruimte tussen twee naburige 25 vloerelementen op te vullen met een additioneel passtuk.
Bij voorkeur is ten minste een vloerelement van het veelvoud van vloerelementen boven een ander vloerelement van het veelvoud van vloerelementen geplaatst. Dit biedt het voordeel dat boven of onder een eerste laag van staanplaatsen of zitplaatsen een verdere laag van 30 staanplaatsen en/of zitplaatsen en/of een platform kan worden gecreëerd.
0 0 41 6
Hierdoor neemt de capaciteit van de tribune, dat wil zeggen het aantal staan- en/of zitplaatsen per vierkante meter, toe.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een vloerelement voor gebruik in een demontabele tribune. Volgens het eerste aspect van de 5 uitvinding is het vloerelement gekenmerkt in dat het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen i vloerniveaus omvat. Volgens het derde aspect van de uitvinding is het vloerelement gekenmerkt in dat het vloerelement is voorzien van verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel 10 en/of bank..
De uitvinding heeft voorts betrekking op een stoel kennelijk geschikt voor gebruik in een demontabele tribune volgens de uitvinding.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een bank kennelijk geschikt voor gebruik in een demontabele tribune volgens de uitvinding.
15
In het hiernavolgende zal de uitvinding bij wijze van niet beperkend voorbeeld verder worden verduidelijkt aan de hand van de tekening. Hierin toont
Fig. 1 een schematische weergave in perspectief van een eerste 20 uitvoeringsvorm van een demontabele tribune volgens de uitvinding;
Fig. 2a een zijaanzicht van de demontabele tribune getoond in Fig.
1 waarbij het vloerelement niet op de draagconstructie is geplaatst;
Fig. 2b een zijaanzicht van de demontabele tribune getoond in Fig.
1 waarbij het vloerelement op de draagconstructie is geplaatst; 25 Fig. 3a een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een demontabele tribune volgens de uitvinding waarbij de vloerelementen niet op de draagconstructie zijn geplaatst;
Fig. 3b een zijaanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van een demontabele tribune volgens de uitvinding waarbij de vloerelementen op de 30 draagconstructie zijn geplaatst; 1030641 7
Fig. 4a een perspectivisch bovenaanzicht van het vloerelement van de tribune getoond in Figg. 1, 2a en 2b;
Fig. 4b een perspectivisch onderaanzicht van het vloerelement van de tribune getoond in Figg. 1, 2a en 2b; 5 Fig. 5a een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een bank van een tribune volgens de uitvinding;
Fig. 5b een alternatieve uitvoeringsvorm van het stapelelement in perspectivisch schuin achteraanzicht;
Figg. 6a en 6b een voorbeeld van een stapeling van een veelvoud 10 van banken;
Fig. 7 een schematische weergave van een detail van de draagconstructie van de tribune volgens de uitvinding; j Fig. 8 een schematisch bovenaanzicht van een demontabele tribune volgens de uitvinding; en 15 Fig. 9 een schematische weergave van een derde uitvoeringsvorm van een demontabele tribune volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een schematische weergave in perspectief van een uitvoeringsvorm van een demontabele tribune 1 volgens de uitvinding in 20 samengebouwde toestand. In Fig. 1 omvat de demontabele tribune 1 een draagconstructie 2 en een vloerelement 4. De draagconstructie 2 omvat staanders 6.i (i=l,2,3,...), 8.i (i=l,2,3,...) en in de samengebouwde toestand, getoond in Fig. 1, tussen de staanders opgenomen spanten 10, 12.j (j=l,2,3,...), 14. In gebruik, dat wil zegen in de samengebouwde toestand, is 25 het vloerelement 4 op de draagconstructie 2 geplaatst.
In het voorbeeld omvat het vloerelement 4 een veelvoud van, in de samengebouwde toestand, achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus 16.k (k=l,2,3,...). In Fig. 1 omvat het vloerelement 4 drie achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus 16.1, 30 16.2, 16.3.
1030641 8
Het vloerelement heeft bij voorkeur dusdanige afmetingen, dat het vloerelement met normale middelen, zoals een normale vrachtwagen, kan worden vervoerd en dat de tribune snel kan worden opgebouwd. Daartoe is het vloerelement bij voorkeur minder dan 16 meter breed van een eerste 5 zijkant 32 naar een tweede zijkant 34 van het vloerelement. Het vloerelement is bij voorkeur meer dan 1,4 meter breed. Het vloerelement is bij voorkeur minder dan 4 meter diep van een voorzijde 28 naar een achterzijde 30 van het vloerelement. Bij voorkeur is het vloerelement meer dan 0,7 meter diep. Bij voorkeur is het vloerelement in hoofdzaak 3 meter 10 breed en in hoofdzaak 2,25 meter diep. Dit biedt het voordeel dat het vloerelement 3 achter elkaar gelegen vloerniveaus kan omvatten van in hoofdzaak 0,75 meter diep, hetgeen een gunstige afmeting is voor een zitplaats en/of staanplaats.
Elk vloerniveau 16.k vormt in Fig. 1 een rij 18 waarop 15 staanplaatsen en/of zitplaatsen zijn verschaft. De tribune 1 is in Fig. 1 derhalve voorzien van een veelvoud van achter elkaar geplaatste, in hoogte op afstand gelegen rijen 18 van plaatsen waar de toeschouwers kunnen plaatsnemen. Van elke twee opeenvolgende rijen 18 is de achterste rij in hoogte hoger geplaatst dan de daarvoor gelegen rij om de toeschouwers op 20 de achterste van de twee rijen toe te staan over de hoofden van de toeschouwers op de voorste van de twee rijen 18 te kunnen kijken, bijvoorbeeld naar een gebeurtenis.
De tot dusver beschreven demontabele tribune 1 kan voor het verkrijgen van staanplaatsen middels de volgende werkwijze worden 25 opgebouwd. Ten eerste worden de staanders 6.i, 8.i, verbonden middels de spanten 10, 12.j, 14 voor het vormen van de draagconstructie 2. vervolgens wordt het vloerelement 4, dat het veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus 16.k omvat, op de draagconstructie 2 geplaatst. Hierbij vormen de vloerniveaus 16.k de staanplaatsen. Het zal 30 duidelijk zijn dat door het plaatsen van het vloerelement 4, dat het veelvoud 1030641 9 van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus 16.k omvat, aldus een veelvoud van rijen 18 van staanplaatsen tegelijk op de draagconstructie 2 wordt geplaatst. Hierdoor kan de tribune 1 sneller en/of met minder mankracht worden opgebouwd dan wanneer de rijen 18 van 5 plaatsen afzonderlijk op de draagconstructie 2 worden geplaatst.
In het voorbeeld van Fig. 1 is het vloerelement 4 voorts voorzien van verbindingsmiddelen 20. De verbindingsmiddelen 20 zijn ingericht voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel 22 en/of bank 24. In dit voorbeeld wordt een bank 24 gevormd door een samenstel van drie stoelen 10 22 op een gemeenschappelijk frame 26. De verbindingsmiddelen 20 zijn in dit voorbeeld voorts ingericht voor het losmaakbaar verbinden van de stoelen 22 en/of banken 24 met het vloerelement 4.
De tot dusver beschreven demontabele tribune 1 kan voor het verkrijgen van zitplaatsen middels de volgende werkwijze worden 15 opgebouwd. Ten eerste worden de staanders 6.i, 8.i, verbonden middels de spanten 10, 12.j, 14 voor het vormen van de draagconstructie 2. Vervolgens wordt het vloerelement 4 voorzien van de stoelen 22 en/of banken 24. Hiertoe worden de stoelen 22 en/of banken 24 verbonden met de verbindingsmiddelen 20 van het vloerelement 4. Bij voorkeur worden de 20 stoelen 22 en/of banken 24 op het vloerelement 4 geplaatst op een grondniveau. Het grondniveau kan bijvoorbeeld een ondergrond betreffen waarop de tribune 1 wordt opgebouwd. Dit biedt het voordeel dat het vloerelement 4 goed toegankelijk is en dat een gebruiker die de tribune 1 opbouwt veiliger de stoelen 22 en/of banken 24 op het vloerelement 4 kan 25 plaatsen dan wanneer de stoelen 22 en/of banken 24.op bijvoorbeeld een hooggelegen en/of onvoldoende vlakke en/of moeilijk beloopbare positie, zoals bijvoorbeeld op de draagconstructie 2, op het vloerelement 4 en/of de draagconstructie 2 worden geplaatst.
Het zal duidelijk zijn dat het vloerelement 4 tevens op een 30 verhoging, zoals op een bok of op een hefinrichting, op het grondniveau kan 1 o°o 10 worden geplaatst om het vloerelement 4 op een gunstige hoogte te brengen om de stoelen 22 en/of banken 24 op het vloerelement 4 te plaatsen, bijvoorbeeld op een ergonomisch gunstige hoogte, zoals een hoogte waarbij de rug van de gebruiker die de stoelen 22 en/of banken 24 op het 5 vloerelement 4 plaatst zo min mogelijk nadelig wordt belast. Het zal eveneens duidelijk zijn dat het grondniveau zich onder omstandigheden op een niveau kan bevinden dat hoger of lager is gelegen dan de ondergrond. Het grondniveau kan dan bijvoorbeeld worden gevormd door een platform, podium of (plat) dak.
10 Tenslotte wordt het vloerelement 4 dat is voorzien van de stoelen 22 en/of banken 24 op de draagconstructie 2 geplaatst. Het zal duidelijk zijn dat door het plaatsen van het vloerelement 4 dat is voorzien van de stoelen 22 en/of banken 24 de tribune sneller en/of met minder mankracht kan worden opgebouwd dan wanneer eerst het vloerelement 4 op de 15 draagconstructie wordt geplaatst en vervolgens de tribune wordt voorzien van de stoelen 22 en/of banken 24. Het zal tevens duidelijk zijn dat, zoals hieronder zal worden uiteengezet onder verwijzing naar Figg. 3a en 3b, door het plaatsen van het vloerelement 4 voorzien van de stoelen 22 en/of banken 24, waarbij het vloerelement 4 slechts één rij 18 van zitplaatsen omvat 20 reeds sneller en of met minder mankracht de tribune 1 kan worden opgebouwd dan wanneer eerst het vloerelement 4 op de draagconstructie wordt geplaatst en vervolgens de tribune wordt voorzien van de stoelen 22 en/of banken 24.
In het voorbeeld van Fig. 1 zijn de stoelen 22 en/of banken 24 25 verbonden met slechts één vloerelement 4. De stoelen 22 en/of banken 24 zijn daartoe, in gebruik, vrij van verbindingen met andere, bijvoorbeeld naburige, vloerelementen en/of de draagconstructie 2. De verbindingsmiddelen 20 voor het verbinden van een stoel 22 en/of een bank 24 met het vloerelement 4 bevinden zich derhalve geheel aan of in het 30 betreffende vloerelement 4. Dit biedt het voordeel dat de stoelen 22 en/of 1030641 11 banken 24 die in de samengebouwde toestand op een vooraf bepaald vloerelement 4 dienen te zijn geplaatst alleen zijn verbonden met dat vloerelement 4, en derhalve met dat vloerelement 4 kunnen worden verbonden voordat dat vloerelement 4 op de draagconstructie 2 wordt 5 geplaatst.
In het voorbeeld van Fig. 1 heeft het vloerelement 4 in bovenaanzicht een in hoofdzaak rechthoekige omtrek. In Fig. 1 is de draagconstructie 2 op elke hoek van het vloerelement 4 voorzien van een staander 6.i, 8.i en langs elke zijde van het vloerelement 4 voorzien van een 10 spant 10, 12.j, 14. De draagconstructie 2 vormt aldus een raamwerk waarop, in gebruik, het vloerelement 4 is geplaatst. In het voorbeeld geldt dat de staanders 6.i die zich in de samengebouwde toestand aan de voorzijde 28 van het vloerelement 4 bevinden lager zijn dan de staanders 8.i die zich de achterzijde 30 van het vloerelement 4 bevinden. Voorts geldt in het 15 voorbeeld dat in de getoonde samengebouwde toestand een eerste spant 10 dat zich aan de voorzijde 28 van het vloerelement 4 uitstrekt zich lager bevindt dan een tweede spant 14 dat zich aan de achterzijde 30 van het vloerelement 4 uitstrekt. Voorts geldt in de uitvoeringsvorm van Fig. 1 dat de spanten 12.j die zich aan de linker en rechter zijkanten 32,34 van het 20 vloerelement 4 uitstrekken schuin omhoog verlopen in een richting van de voorzijde 28 van het vloerelement 4 naar de achterzijde 30 van het vloerelement 4.
Het zal duidelijk zijn dat het mogelijk is dat het voorste vloerelement 4 van de tribune 1 aan de voorzijde 28 op de ondergrond 25 steunt. In dat geval is het niet noodzakelijk dat zich aan de voorzijde 28 van het voorste vloerelement 4 een spant 10 en/of staanders 6.i bevinden. Ook is het mogelijk dat het voorste vloerelement aan de voorzijde 28 steunt op een, bijvoorbeeld afwijkend vormgegeven, beginspant en/of aan de zijkanten 32,34 steunt op, bijvoorbeeld afwijkend vormgegeven, beginzijspanten. Ook 1030641 12 kan het voorste vloerelement bijvoorbeeld aan de voorzijde 28 op blokken zijn geplaatst.
Figg. 2a en 2b tonen een zijaanzicht van de demontabele tribune 1 getoond in Fig. 1. In Fig. 2b is het vloerelement 4 op de draagconstructie 2 5 geplaatst. In Fig. 2a is het vloerelement 4 niet op de draagconstructie 2 geplaatst. In het voorbeeld van Figg. 1, 2a en 2b is het vloerelement 4 verbonden met twee spanten, namelijk de spanten 12.j die zich aan de zijkanten 32,34 van het vloerelement 4 uitstrekken. In dit voorbeeld rust het vloerelement 4 op de twee spanten 12.j. In het voorbeeld van Figg. 1, 2a 10 en 2b is het vloerelement 4 tevens verbonden met de staanders 6.i, 8.i. In dit voorbeeld rust het vloerelement 4 op een flens 36 van elk van de staanders 6.i, 8.i. In Figg. 2a en 2b is te zien dat de spanten 12.j die zich in gebruik aan de zijkanten 32,34 van het vloerelement 4 uitstrekken zijn voorzien van aanlegvlakken 38 voor het de samengebouwde toestand daarop laten rusten 15 van het vloerelement 4. In dit voorbeeld strekken de aanlegvlakken 38 op de spanten 12.j zich in gebruik in hoofdzaak in horizontale richting uit.
Bij voorkeur is het vloerelement ten minste dusdanig stijf, dat het het eigen gewicht en een gewicht van eventueel aangebrachte stoelen en/of banken kan dragen terwijl het vloerelement op de draagconstructie wordt 20 geplaatst. Dit biedt het voordeel dat het vloerelement tijdens het samenbouwen van de tribune 1 zelfdragend is en geen hulpmiddelen nodig zijn om de stijfheid van het vloerelement tijdens het plaatsen te vergroten.
Hierbij is het mogelijk dat in de samengebouwde toestand de stijfheid van het vloerelement mede wordt bepaald door de stijfheid van de 25 draagconstructie. Dit biedt het voordeel dat het vloerelement per se niet dusdanig stijf hoeft te zijn uitgevoerd dat het vloerelement per se voldoende stijfheid heeft om de toeschouwers te dragen en/of te voldoen aan (veiligheids)normen. Hierdoor kan het vloerelement per se minder stijf, en daardoor lichter en/of goedkoper, worden uitgevoerd.
j 1030641 13
Figg. 3a en 3b tonen een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een demontabele tribune 1 volgens de uitvinding. In Figg. 3a en 3b omvat de demontabele tribune 1 een draagconstructie 2 en j i een veelvoud van, in dit voorbeeld drie, vloerelementen 4. De ! 5 draagconstructie 2 omvat staanders 6.i, 8.i en in de samengebouwde toestand getoond in Fig. en 3b tussen de staanders opgenomen spanten 10, 12.j, 14. In het voorbeeld van Fig. 3b vormt het veelvoud van vloerelementen 4 het veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus 16.k.
10 In Figg. 3a en 3b is de draagconstructie 2 voorts voorzien van steunen 40 voor het daarmee verbinden van de vloerelementen 4. In dit voorbeeld zijn de steunen 40 voorzien van oplegvlakken 42 voor het daarop laten rusten van de vloerelementen 4. De steunen 40 kunnen zijn uitgevoerd als staanders aan de bovenzijde van de spanten 12.j, welke staanders 15 bijvoorbeeld losmaakbaar verbindbaar zijn met het spant 12.j. De steunen 40 kunnen echter ook zijn uitgevoerd als, bijvoorbeeld losmaakbaar met de spanten 12.j verbindbare, spanten die zich uitstrekken in een richting in hoofdzaak parallel aan het spant 10 en/of het spant 14 tussen de spanten 12.j. De steunen 40 die in de samengebouwde toestand zijn verbonden met 20 één van de spanten 12.j, kunnen ook onderling zijn verbonden tot een samenstel van staanders 40 dat losmaakbaar verbindbaar is met het betreffende spant 12.j.
In Fig. 3b zijn de vloerelementen 4 op de draagconstructie 2 [ geplaatst. In Fig. 3a zijn de vloerelementen 4 niet op de draagconstructie 2 25 geplaatst. Het zal duidelijk zijn dat door het plaatsen van het vloerelement 4 dat is voorzien van de stoelen 22 en/of banken 24, waarbij het vloerelement 4 slechts één rij 18 van zitplaatsen omvat reeds sneller en/of met minder mankracht de tribune 1 kan worden opgebouwd dan wanneer eerst het vloerelement 4 op de draagconstructie wordt geplaatst en 30 vervolgens de tribune wordt voorzien van de stoelen 22 en/of banken 24 1030641 14
Figg. 4a en 4b tonen respectievelijk een perspectivisch bovenaanzicht en perspectivisch onderaanzicht van het vloerelement 4 van de tribune 1 getoond in Figg. 1, 2a en 2b. In Figg. 4a en 4b omvat het vloerelement 4 drie achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus 16.1, 16.2, 5 16.3. Het vloerelement 4 omvat een frame 44, in het voorbeeld een getrapt frame, en een veelvoud van in hoogte op afstand gelegen vloerplaten 46.k, in dit voorbeeld drie vloerplaten 46.k.
Het frame 44 kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd van gezette metaalplaat en/of profielen omvatten, zoals L-profielen, U-profielen, C-10 profielen, Z-profielen en/of buizen en/of kokers. In Fig. 4b is te zien dat het frame 44 U-profielen 48 omvat die zich uitstrekken in een breedterichting van het vloerelement 4 en U-profielen 50 die zich uitstrekken in een j diepterichting van het vloerelement 4. In het voorbeeld zijn de vloerplaten 46.k vervaardigd van plaatmateriaal zoals metaal, hout en/of kunststof.
15 In Figg. 4a en 4b is voorts te zien dat het vloerelement 4 is voorzien van lepelgaten 52. Tijdens het opbouwen en/of afbouwen van de demontabele tribune 1 kunnen in de lepelgaten 52 de lepels, bijvoorbeeld van een vorkheftruck en/of lepelblok van een hijskraan, worden gebracht.
Aldus kan het vloerelement 4, al dan niet voorzien van stoelen 22 en/of 20 banken 24, eenvoudig op de draagconstructie 2 worden geplaatst of van de draagconstructie 2 worden genomen. In de in Fig. 4b getoonde uitvoeringsvorm strekken de lepelgaten 52 zich in het vloerelement 4 uit binnen de U-profielen 48,50.
Het vloerelement 4 kan voorts zijn voorzien van profielen die dienen 25 als de verbindingsmiddelen 20. De profielen kunnen daartoe zijn ingericht voor het daarin of daarop aanbrengen van de ten minste ene stoel en/of bank. Elk profiel kan bijvoorbeeld zijn ingericht voor het daarin of daarop aanbrengen van een poot van de ten minste ene stoel en/of bank.
In de voorbeelden van Figg. 1, 2a, 2b, 3a en 3b zijn de stoelen 22 elk 30 voorzien van een opklapbaar zitgedeelte 54. In deze voorbeelden zijn de 030641
---- - ...........I
15 i stoelen 22 elk voorzien van een verend element, bijvoorbeeld een trekveer, drukveer of elastisch element voor het doen opklappen van het zitgedeelte indien geen toeschouwer op de stoel zit. Het is echter eveneens mogelijk dat de stoelen zijn ingericht om op te klappen onder de invloed van 5 zwaartekracht indien geen toeschouwer op de stoel zit. Het opklappen van het zitgedeelte vergroot de ruimte, bijvoorbeeld voor lopen, tussen twee rijen van stoelen wanneer geen toeschouwers op de stoelen zitten, bovendien verhindert het opklappen bijvoorbeeld dat het zitgedeelte overmatig nat en/of vies wordt wanneer er geen toeschouwer op de stoel zit. Het zal 10 duidelijk zijn dat ook een bank die niet is uitgevoerd als een veelvoud van stoelen kan zijn voorzien van een opklapbaar zitgedeelte.
In de voorbeelden van Figg. 1, 2a, 2b, 3a en 3b is een rugleuning 56 van elke stoel en/of bank achterwaarts verzet ten opzichte van de verbindingsmiddelen 20. Hierdoor steekt het zitgedeelte 54, althans 15 gedeeltelijk achterwaarts uit over de verbindingsmiddelen 20. Hierdoor ontstaat extra ruimte voor de voeten en/of benen van een toeschouwer die is gezeten op de achter de betreffende stoel en/of bank gelegen stoel en/of bank. Deze extra ruimte bevindt zich aldus, althans gedeeltelijk, onder het zitgedeelte van de betreffende stoel en/of bank.
20 Fig. 5a toont een voorbeeld van bank 24 van de tribune 1 volgens de uitvinding. De bank 24 omvat in dit voorbeeld een veelvoud, in het bijzonder een drietal, van stoelen 22 die elk zijn voorzien van een opklapbaar zitgedeelte 54. In Fig. 5a zijn de zitgedeelten 54 weergegeven in een neergeklapte positie, gereed om op te zitten. De stoelen 22 zijn verbonden 25 met het gezamenlijke frame 26. Aldus is de bank 24 voorzien van het frame 26. In dit voorbeeld strekt een poot 58 zich in hoofdzaak uit in een vlak dat zich dwars op de rugleuning 56 en dwars op het zitgedeelte 54 van een stoel 22 uitstrekt, en in hoofdzaak de rugleuning 56 en het zitgedeelte 54 van die stoel 22 niet doorsnijdt. Hierdoor bevindt de poot zich, in bovenaanzicht, in 30 hoofdzaak buiten een omtrek van de rugleuning 56 en het zitgedeelte 54.
10. 0641 16
Zoals zal worden toegelicht aan de hand van Figg. 6a en 6b, biedt dit het voordeel dat de stoelen en/of banken op compacte wijze kunnen worden gestapeld. In Fig. 5a is het frame 26 voorzien van twee poten 58. In dit voorbeeld strekt elke poot 58 zich in hoofdzaak uit in een vlak dat zich 5 uitstrekt midden tussen twee naburige rugleuningen 56 en zitgedeelten 54 van de stoelen 22 van de bank 24. In het voorbeeld van Figg. 5a, 6a en 6b zijn de rugleuningen 56 van de banken 24 achterwaarts verzet ten opzichte van de poten 58. De poten 58 zijn in dit voorbeeld uitgevoerd als metalen ! profielen, bijvoorbeeld kokerprofielen met een in hoofdzaak rechthoekige of | 10 vierkante doorsnede. In Fig. 5a is de bank 24 verbonden met het j i vloerelement 4, met behulp van de verbindingsmiddelen 20. In dit voorbeeld zijn de verbindingsmiddelen 20 uitgevoerd als metalen profielen. In dit voorbeeld correspondeert een inwendige afmeting en eventueel vorm van de verbindingsmiddelen 20 met een uitwendige afmeting en eventueel vorm 15 van de poten 58. De poten 58 zijn in dit voorbeeld, althans ten dele, ingebracht in de verbindingsmiddelen 20.
In Fig. 5a omvat de bank 24 een veelvoud van stoelen 22. Het zal duidelijk zijn dat de bank tevens kan zijn voorzien van een zitgedeelte dat een veelvoud van zitplaatsen verschaft. Deze bank kan daarbij naar wens 20 zijn voorzien van een rugleuning. Deze bank is bij voorkeur voorzien van poten, al dan niet losmaakbaar verbonden met de bank, voor het verbinden van deze bank met het vloerelement.
Indien gewenst, kunnen de poten 58 aan het vloerelement 4 worden geborgd, bijvoorbeeld met behulp van een bout, pen, wig of dergelijke. Het is 25 ook mogelijk om naast elkaar gepositioneerde banken 24 onderling te verbinden door middel van koppelmiddelen. De koppelmiddelen kunnen bijvoorbeeld een pen 60 omvatten die verschuifbaar is opgenomen in of aan het frame 26. Het is ook mogelijk dat de pen 60 is uitgevoerd als een profiel, bijvoorbeeld een U-profiel. De pen 60 kan bijvoorbeeld worden ingeschoven 30 in de richting van het midden van de bank 24 en worden uitgeschoven in de 1 03 064 1 ! 17 daaraan tegengestelde richting. Indien twee banken 24 naast elkaar zijn geplaatst, kan in dat geval de pen 60 van de ene bank worden uitgeschoven en bijvoorbeeld ingrijpen in een uitsparing 62 van de andere bank. Hierdoor vormt het samenstel van verbonden banken 24 een geheel en draagt 5 bijvoorbeeld bij aan de stijfheid van de tribune 1. Het zal duidelijk zijn dat het ook mogelijk is om banken 24 op naast elkaar geplaatste vloerelementen onderling te verbinden. Hierbij is het niet noodzakelijk om de naast elkaar geplaatste vloerelementen onderling te verbinden. Het zal eveneens duidelijk zijn dat afzonderlijke stoelen 22, op soortgelijke wijze als 10 hierboven beschreven in relatie tot de bank 24, met het vloerelement kunnen worden verbonden en, indien gewenst, met een naast de stoel 22 geplaatste stoel 22 en/of bank 24 kunnen worden verbonden.
In een bijzondere uitvoering zijn de koppelmiddelen zodanig uitgevoerd dat deze uitsluitend met behulp van een gereedschap 15 ontkoppelbaar en eventueel uitsluitend met behulp van een gereedschap koppelbaar zijn. Hierdoor wordt verhinderd dat toeschouwers, bewust of per ongeluk, gekoppelde banken en/of stoelen ontkoppelen. Hiertoe is | bijvoorbeeld de pen 60 verschuifbaar opgenomen aan of in het frame 26, waarbij een in de verschuivingsrichting werkende wrijvingskracht, in een 20 gekoppelde en/of niet-gekoppelde toestand, dusdanig vooraf is bepaald dat de pen 60 niet, althans nauwelijks, handmatig kan worden verschoven. De wrijvingskracht is daarbij bijvoorbeeld dusdanig vooraf bepaald, dat de pen 60 met behulp van een gereedschap, zoals een hamer, kan worden verschoven. In het voorbeeld van Fig. 5a is de pen 60 voorzien van een taps 25 einde 61 dat in de gekoppelde toestand geklemd zit in het, in dit voorbeeld althans ten dele tapse, gat 62 van een naburige bank. Het zal duidelijk zijn dat de als profiel uitgevoerde pen eveneens taps kan zijn uitgevoerd. Een tophoek van het tapse einde 61 en het tapse gat 62 is dusdanig vooraf bepaald dat de koppelmiddelen uitsluitend met behulp van het gereedschap 1030641 18 ontkoppelbaar en eventueel uitsluitend met behulp van het gereedschap koppelbaar zijn. Het is ook mogelijk dat de pen 60 wigvormig is uitgevoerd.
Het frame 26 van de bank 24 is in Fig. 5a voorts voorzien van stapelelementen 64. Elk stapelelement strekt zich in dit voorbeeld uit in een 5 vlak waarin zich een poot 58 van de bank 24 uitstrekt. In Fig. 5a zijn de stapelelementen 64 uitgevoerd als profielen, bijvoorbeeld metalen kokerprofielen of buizen, die zich in hoofdzaak tussen de rugleuningen 56 van de stoelen 22 van de bank 24 uitstrekken. Het stapelelement strekt zich in hoofdzaak uit in een vlak waarin zich de naast het stapelelement gelegen 10 rugleuning uitstrekt. Meer in het bijzonder strekt het stapelelement zich tussen twee rugleuningen uitstrekt, in een vlak dat wordt gevormd door de twee naast elkaar geplaatste rugleuningen. Hierdoor wordt de kans verminderd dat een toeschouwer en/of gebruiker zich bezeert en/of een voorwerp beschadigd raakt aan het stapelelement De functie van de 15 stapelelementen 64 zal verder worden verduidelijkt aan de hand van Figg. 6a en 6b.
In het voorbeeld van Fig. 5a zijn de stapelelementen 64 verbonden met beugels 66 die de rugleuningen 56 verbinden met het frame 26. De stapelelementen 64 van een bank 24 zijn ingericht voor het daarmee 20 verbinden van de poten 58 van een andere bank 24 voor het vormen van stapelbaar samenstel van banken, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van een compacte stapeling tijdens opslag en/of transport van de banken. De stapelelementen 64 kunnen bijvoorbeeld een profiel omvatten voor het daarmee verbinden van de poten 58. In het voorbeeld omvat elk 25 stapelelementen 64 een buis voor het daarop steken van de kokervormige poot 58. In dit voorbeeld correspondeert een inwendige afmeting en eventueel vorm van de poten 58 met een uitwendige afmeting en eventueel vorm van de stapelelementen 64.
Fig. 5b toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het stapelelement 30 64 in perspectivisch schuin achteraanzicht. In Fig. 5b omvat het 1030641 19 stapelelement een eerste steunpunt, in dit voorbeeld gevormd door de bovenrand 63a van een eerste lip 63b die zich aan de voorzijde 28 van het stapelelement uitstrekt. De eerste lip 63b maakt in dit voorbeeld deel uit van een U-vormige omhulling 63c die zich aan de zijkanten en de voorzijde 5 28 van het stapelelement 64 uitstrekt. In Fig. 5b omvat het stapelelement voorts een tweede steunpunt, in dit voorbeeld gevormd door de voorrand 63d van een tweede lip 63e. Indien banken 24 worden gestapeld, zal een einde van een poot 58 van de bovenste van twee banken 24 afsteunen tegen het eerste en tweede steunpunt van het stapelelement van de onderste van de 10 twee banken 24. Hiertoe wordt bijvoorbeeld een poot 58, uitgevoerd als koker of U-profiel, binnen de U-vormige omhulling 63c gebrachte en over de tweede lip 63e geplaatst, dusdanig dat de poot het eerste en het tweede steunpunt raakt. Aangezien, zoals hieronder zal worden beschreven in relatie tot Fig. 6a de gestapelde banken 24 bij voorkeur voorover hellen, zal 15 de poot 58 van de bovenste van de twee banken, onder invloed van de zwaartekracht tegen het eerste en het tweede steunpunt worden gedrukt, zodat een stevige stapeling wordt verkregen.
Fig. 6b toont een vooraanzicht van een veelvoud van banken 24 in een compacte stapeling, bijvoorbeeld tijdens transport en/of opslag. Fig. 6a toont 20 een doorsnede langs de lijn A-A van het veelvoud van banken getoond in Fig. 6b. De compacte stapeling kan bijvoorbeeld worden toegepast voor het op een pallet of in een krat opslaan van de banken 24. In de compacte stapeling vormt een veelvoud van achter elkaar geplaatste banken 24.1,24.2 een eerste stapellaag 65.1. Boven op de eerste stapellaag 65.1 is een tweede 25 stapellaag 65.2 geplaatst, die is gevormd door een veelvoud van achter elkaar geplaatste banken 24.3,24.4. Van elke bank 24.3,24.4 van de tweede stapellaag 65.2 zijn in dit voorbeeld de poten 58.3,58.4 verbonden met de stapelelementen 64.1,64.2 van de onder die bank 24.3,24.4 geplaatste bank 24.1,24.2. In dit voorbeeld strekken de poten 58.3,58.4 van de banken 30 24.3,24.4 in de tweede stapellaag 65.2 zich in hoofdzaak uit tussen de 1030641 20 rugleuningen 56.1,56.2 van de banken 24.1,24.2 in de eerste stapellaag 65.1. Elk stapelelement 64.i (i=l,2,3...) van een bank 24.i strekt zich hierbij in hoofdzaak parallel uit aan een poot 58.i van die bank 24.i in een richting die tegengesteld is aan een richting waarin die poot 581 zich uitstrekt. Dit biedt 5 het voordeel dat een veelvoud van banken 241 kan worden gestapeld tot een in hoofdzaak rechtlijnige stapel. In dit voorbeeld zijn de poten 58.3 van de bank 24.3 verbonden met de stapelelementen 64.1 van de onder bank 24.3 geplaatste bank 24.1. In dit voorbeeld zijn de poten 58.4 van de bank 24.4 verbonden met de stapelelementen 64.2 van de onder bank 24.4 geplaatste 10 bank 24.2.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een houder verschaft, zoals een pallet of een krat, voorzien van een veelvoud van banken. In Fig. 6a is de houder schematisch weergegeven als een vlak 67. Het vlak 67 is bijvoorbeeld een bovenvlak van een pallet of een bodem van 15 een krat. Het vlak 67 kan zijn voorzien van plaatsingsdelen (niet getoond) voor het daarmee verbinden van de bank 24. De plaatsingsdelen kunnen bijvoorbeeld een profiel omvatten voor het daarmee verbinden van de poten 58 van de bank 24, bijvoorbeeld gelijksoortig aan het stapelelement 64.
In Fig. 6a sluiten de banken 24.i een hoek α in met een normaal van 20 het vlak 67 waarop de banken 24.i worden gestapeld. De hoek α is dusdanig vooraf bepaald, dat een massamiddelpunt van een bank 24.3,24.4 in de tweede stapellaag 65.2 in hoofdzaak recht boven een massamiddelpunt van de met die bank verbonden bank 24.1,24.2 in de eerste stapellaag 65.1 is gelegen, gezien in een richting van de normaal van het vlak 67. In dit 25 voorbeeld is de hoek α kleiner dan negentig graden. Aldus hellen in dit voorbeeld de banken voorover. Het zal duidelijk zijn dat de compacte stapeling, bijvoorbeeld in of op de houder, ook verdere stapellagen kan omvatten. Hierbij is bij voorkeur een massamiddelpunt van een bank in een hoger gelegen stapellaag in hoofdzaak recht boven een massamiddelpunt 1030641 21 van de met die bank verbonden bank in een lager gelegen stapellaag is gelegen, gezien in een richting van de normaal van het vlak 67. Dit biedt het voordeel dat de massamiddelpunten van op elkaar gestapelde, met elkaar ; ; verbonden banken in hoofdzaak boven elkaar liggen, zodat een stabiele 5 stapeling wordt verkregen. Indien de banken 24.i worden opgeslagen in een krat, is het tevens mogelijk dat de hoek α dusdanig vooraf wordt bepaald, dat de compacte stapeling van de banken 24.i leunt tegen ten minste een wand van het krat.
In een voorkeursuitvoering wordt een veelvoud van banken verschaft 10 in een compacte stapeling, welke compacte stapeling in hoofdzaak kan worden opgenomen binnen een vooraf bepaalde ruimteafmeting. De ruimte afmeting is bij voorkeur minder dan 3 m breed, meer bij voorkeur minder dan 1,5 m breed. De ruimteafmeting is bij voorkeur minder dan 2,5 m diep, meer bij voorkeur minder dan 1,25 m diep. De ruimteafmeting is bij 15 voorkeur minder dan en 2,5 m hoog. De houder voor het daarin of daarop op nemen van het veelvoud van banken heeft bij voorkeur dusdanige afmetingen, dat de houder kan worden opgenomen binnen de ruimteafmeting. De houder is meer bij voorkeur in hoofdzaak 1,5 m breed, 1,25 m diep en 2,4 m hoog. Deze afmetingen zijn bijzonder geschikt voor 20 transport van de houder met normale middelen, zoals bijvoorbeeld een vrachtauto. Bij de laatstgenoemde afmetingen van de houder omvat de compacte stapeling bijvoorbeeld vier stapellagen van banken die elk zijn voorzien van drie stoelen, waarbij elke stapellaag elf achter elkaar geplaatste banken omvat.
25 Het zal duidelijk zijn dat de constructie getoond in Figg. 5a, 5b, 6a en 6b eveneens kan worden toegepast in demontabele tribunes waar de stoel en/of bank op de draagconstructie wordt geplaatst in plaats van op het vloerelement. Het zal eveneens duidelijk zijn dat de constructie getoond in Figg. 5a, 5b, 6a en 6b eveneens kan worden toegepast in permanente 30 tribunes. In dit laatste geval kan de stoel en/of bank naar wens worden 1030641 I 22 i i ! geplaatst voor het verschaffen van ten minste een zitplaats, of worden weggelaten (weggenomen) voor het verschaffen van ten minste een staanplaats.
De draagconstructie 2 van de demontabele tribune 1 volgens de 5 uitvinding omvat staanders 6.i,8.i en in de samengebouwde toestand tussen de staanders 6.i,8.i opgenomen spanten 10,12.j,14. Fig. 7 toont een schematische weergave van een detail van de draagconstructie 2. Fig. 7 toont een deel van de staander 8.1 en een deel van het spant 14. In dit voorbeeld is het spant 14 verbonden met de staander 8.1. Daartoe is het 10 spant 14 voorzien van een nok 70 en een huls 72, en is de staander 8.1 voorzien van een met de nok 70 corresponderende uitsparing 74 en een met de huls 72 corresponderende pen 76, waarbij in gebruik de huls 72 over de pen 76 valt en de nok 70 in de uitsparing 74 valt. In dit voorbeeld is de staander 8.1 aan vier, onderling in hoofdzaak negentig graden versprongen, 15 zijden voorzien van de uitsparing 74 en de pen 76. Hierdoor kan de staander 8.1 worden verbonden met vier, onderling in hoofdzaak negentig graden versprongen, spanten 10,12.j,14.
In de voorbeelden van Figg. 1, 2a, 2b, 3a en 3b strekken de spanten 12.j die zich aan de linker en rechter zijkanten 32,34 van het vloerelement 4 20 uitstrekken zich schuin omhoog uit in een richting van de voorzijde 28 van het vloerelement 4 naar de achterzijde 30 van het vloerelement 4. In deze voorbeelden zijn de spanten 12.j voorzien van een onderbalk 13 die zich in gebruik in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekt. In de voorbeelden bevindt de onderbalk 13 zich op een niveau dat hoger ligt dan het onderste 25 aangrijppunt 15 van het spant 12.j. Hierdoor is de afstand van de onderbalk 13 tot de ondergrond groter dan wanneer de onderbalk zich zou uitstrekken in een richting die in hoofdzaak parallel is aan de richting waarin het spant 12.j zich uitstrekt, naar het onderste aangrijppunt 15 van het spant 12.j. Dit biedt het voordeel dat er meer 'hoofdruimte' is verschaft onder het spant 12.j 1030641 23 voor het onder het spant doorlopen door bijvoorbeeld toeschouwers, of het onder het spant 12.j opslaan van goederen.
In een voorkeursuitvoering grijpt in de samengebouwde toestand elk spant 10,12.j,14 vrij van klemming aan op twee staanders 6.i en/of 8.i. In dit 5 voorbeeld zijn de nok 70 en de daarmee corresponderende uitsparing 74 en de huls 72 en de daarmee corresponderende pen 76, dusdanig uitgevoerd dat in de samengebouwde toestand de nok 70 vrij van klemming aangrijpt op de uitsparing 74 en de huls 72 vrij van klemming aangrijpt op de pen 76. Dit biedt het voordeel, dat de draagconstructie eenvoudig, bijvoorbeeld met 10 behulp van een vorkheftruck kan worden opgebouwd en/of afgebouwd, aangezien er geen klemkracht hoeft te worden overwonnen bij het plaatsen en/of wegnemen van de spanten tussen de staanders.
Indien gewenst kan het spant 10,12.j,14 worden geborgd aan de staander 6.i,8.i, bijvoorbeeld door middel van een pen 71 die door een gat 73 15 door het spant en een gat 75 door de staander wordt aangebracht. De pen 71 kan bijvoorbeeld worden geborgd met behulp van een wig 77. Dit biedt het voordeel dat, hoewel in de samengebouwde toestand de nok 70 vrij van klemming aangrijpt op de uitsparing 74 en de huls 72 vrij van klemming aangrijpt op de pen 76, eventuele speling in de verbinding van het spant 20 10,12.j,14 aan de staander 6.i,8.i, door middel van de wig 77 kan worden weggenomen, zodat de draagconstructie 2 een stevig en/of stabiel geheel vormt.
De draagconstructie 2 van de tribune 1, kan snel worden afgebouwd door met een vorkheftruck tussen twee (rijen van) staanders door te rijden 25 en (achtereenvolgens) met behulp van de lepels van de vorkheftruck de spanten uit de uitsparingen 74 en van de pennen 76 te lichten. Het is derhalve mogelijk om een veelvoud van spanten met de lepels weg te nemen uit de draagconstructie alvorens de spanten op te bergen, bijvoorbeeld op een pallet of in een kist.
- 1 o 3 n r λ 1__ 24
Fig. 8 toont een schematisch bovenaanzicht van een demontabele tribune 1 volgens de uitvinding. In Fig. 8 omvat de demontabele tribune 1 een veelvoud van vloerelementen 4a-4e. In dit voorbeeld hebben de vloerelementen 4a, in bovenaanzicht, een in hoofdzaak rechthoekige omtrek, 5 bijvoorbeeld zoals uiteengezet in relatie tot Figg. l-4b. De tribune 1 is in Fig. 8 voorts voorzien van een vloerelement 4b met een, in bovenaanzicht, in hoofdzaak driehoekige omtrek en een vloerelement 4c met een, in bovenaanzicht, in hoofdzaak of cirkelsectorvormige omtrek. De tribune 1 is in Fig. 8 voorts voorzien van een vloerelement 4d met een, in bovenaanzicht, 10 in hoofdzaak trapeziumvormige omtrek en een vloerelement 4e met een, in bovenaanzicht, in hoofdzaak of cirkelboogsegmentvormige omtrek. Het zal duidelijk zijn dat de vloerelementen 4b-4e kunnen worden toegepast voor het vormen van een knik in de tribune 1.
In het voorbeeld van Fig. 8 is de draagconstructie 2 onder de 15 vloerelementen 4a-4e op ten minste elke hoek van elk vloerelement 4a-4e voorzien van een staander 6.i,8.i, in Fig. 8 aangeduid met S. In het voorbeeld van Fig. 8 is de draagconstructie 2 onder de vloerelementen 4a-4e [ langs elke zijde van elk vloerelement 4a-4e voorzien van een spant 10,12.j,14. In het voorbeeld van Fig. 8 geldt voorts dat een staander S die 20 zich in gebruik aan de voorzijde 28 van een van de vloerelementen 4a-4e bevindt, lager is dan een staander S die zich in gebruik aan de achterzijde 30 van dat vloerelement 4a-4e bevindt. Tevens geldt in dit voorbeeld dat een spant dat zich aan de voorzijde 28 van een van de vloerelementen 4a-4e uitstrekt, zich lager bevindt dan een spant dat zich aan de achterzijde 30 25 van dat vloerelement 4a-4e uitstrekt. Bij voorkeur strekken de spanten aan de zijkanten van een vloerelement zich schuin omhoog uit in een richting van de voorzijde 28 van dat vloerelement naar de achterzijde 30 van dat vloerelement.
Merk op dat in het voorbeeld van Fig. 8 een spant 14 aan een 30 achterzijde 30 van een vloerelement tevens dienst doet als een spant 10 aan 1030641 25 een voorzijde 28 van een achter dat vloerelement gelegen vloerelement.
Merk op dat in het voorbeeld van Fig. 8 een staander 8.i, in Fig. 8 aangeduid met S, aan een achterzijde 30 van een vloerelement tevens dienst doet als een staander 6.i, in Fig. 8 aangeduid met S, aan een voorzijde 28 van een 5 achter dat vloerelement gelegen vloerelement. Het zal duidelijk zijn dat in dit voorbeeld de lengte van de staanders S in een richting van de voorzijde 28 naar de achterzijde 30 van de tribune 1 gradueel kan toenemen. De staanders kunnen zijn voorzien van op zich bekende middelen om de lengte van de staander aan te passen aan oneffenheden van de ondergrond.
10 In het voorbeeld van Fig. 8 is de draagconstructie 2 onder de vloerelementen 4a-4e op ten minste elke hoek van elk vloerelement 4a-4e voorzien van een staander S en langs elke zijde van elk vloerelement 4a-4e voorzien van een spant 10,12.j, 14. Het zal duidelijk zijn dat het eveneens mogelijk is om bijvoorbeeld langere spanten te verschaffen zodat een 15 veelvoud van vloerelementen, bijvoorbeeld twee vloerelementen, is op genomen op een samenstel van vier staanders S en vier spanten 10,12.j,14, zoals bijvoorbeeld beschreven in relatie tot Figg. 3a en 3b.
In het voorbeeld van Fig. 8 zijn de vloerelementen 4b-4e aan hun voorzijde 28 smaller dan aan hun achterzijde 30. Hierdoor is het mogelijk 20 om de tribune 1 dusdanig op te bouwen dat in hoofdzaak alle toeschouwers zicht hebben op eenzelfde schouwspel. Het zal duidelijk zijn dat het eveneens mogelijk is dat de vloerelementen 4a-4e aan hun voorzijde 28 breder zijn dan aan hun achterzijde 30. Dit biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om de tribune 1 een contour van een baan, bijvoorbeeld voor 25 (auto)races te laten volgen.
Fig. 9 toont een schematische weergave van een derde uitvoeringsvorm van een demontabele tribune 1 volgens de uitvinding. Fig.
9 toont een tribune 1 voorzien van een draagconstructie 2 en een veelvoud van vloerelementen 4.n (n=l,2,3,...). In het voorbeeld van Fig. 9 zijn de 30 vloerelementen 4.3 en 4.4 boven, respectievelijk, de vloerelementen 4.1 en 1030641 26 4.2 geplaatst. Hierdoor wordt in Fig. 9 een eerste laag 78 van zitplaatsen gecreëerd en een boven de eerste laag 78 gelegen tweede laag 80 van zitplaatsen. Hierdoor neemt de capaciteit van de tribune, dat wil zeggen het aantal zitplaatsen per vierkante meter, toe. Het zal duidelijk zijn dat de 5 eerste laag en/of tweede laag additioneel of als alternatief tevens staanplaatsen kan omvatten.
In het voorbeeld van Fig. 9 omvatten de eerste laag 78 en de tweede laag 80 beide achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus. Het zal duidelijk zijn dat de eerste laag 78 of de tweede laag 10 80 tevens kan zijn uitgevoerd als een platform of podium, dat is voorzien van één enkel vloerniveau. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om een loge en een tribune te verschaffen waarbij de een zich, althans ten dele, boven de ander bevindt.
In het voorbeeld van Fig. 9 bevinden zich op de eerst laag 78 ^ 15 staanders tussen de stoelen 22 en/of banken 24. Het is mogelijk dat de aanwezigheid van de staanders op de eerste laag 78 verhindert dat nabij, bijvoorbeeld direct naast, de staander een stoel 22 en/of bank 24 wordt geplaatst. Hierdoor wordt het aantal zitplaatsen op de eerste laag verminderd. Het is mogelijk om in een rij 18 van zitplaatsen tussen twee 20 staanders de zitplaatsen zijdelings versprongen te plaatsen ten opzichte van de zitplaatsen in een rij 18 zonder staanders. De zitplaatsen in een rij 18 van zitplaatsen tussen twee staanders kunnen bijvoorbeeld over een afstand die overeenkomt met de halve breedte van een zitplaats zijdelings zijn versprongen ten opzichte van de zitplaatsen in een rij zonder staanders.
25 Hierdoor kan het aantal zitplaatsen dat verloren gaat door de aanwezigheid van de staanders op de eerste laag 78 worden verminderd.
In Fig. 9 zijn de vloerelementen 4.n getrapt uitgevoerd, dat wil zeggen dat de vloerelementen 4.n achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvatten. Het zal duidelijk zijn dat het eveneens 30 mogelijk is een demontabele tribune te verschaffen waarbij, in gebruik, 1 03064 27 boven of onder een eerste laag van staan- en/of zitplaatsen een verdere laag van staan- en/of zitplaatsen en/of een platform is verschaft, waarbij de tribune is voorzien van niet-getrapte vloerelementen. In dat geval wordt de demontabele tribune verschaft omvattende een draagconstructie en een 5 veelvoud van vloerelementen, waarbij de draagconstructie staanders en, in gebruik, tussen de staanders opgenomen spanten omvat, waarbij, in gebruik, de vloerelementen op de draagconstructie zijn geplaatst, en waarbij althans een aantal van de vloerelementen achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus vormen, waarbij in gebruik ten minste een 10 vloerelement van het veelvoud van vloerelementen boven een ander vloerelement van het veelvoud van vloerelementen is geplaatst.
In de voorbeelden zijn de vloerelementen dusdanig uitgevoerd, dat indien de tribune 1 is voorzien van een veelvoud van vloerelementen, in gebruik elk vloerelement van het veelvoud van vloerelementen vrij is van 15 overlap met elk ander vloerelement van het veelvoud van vloerelementen. Hierdoor is het mogelijk elk vloerelement van het veelvoud van vloerelementen op de draagconstructie te plaatsen, onafhankelijk van de overige vloerelementen. Het is bijvoorbeeld mogelijk elk vloerelement in in hoofdzaak verticaal neerwaartse richting op de draagconstructie te 20 plaatsen, bijvoorbeeld met behulp van een hefmrichting zoals een heftruck of een hijskraan. Aangezien het te plaatsen vloerelement niet overlapt met naburige vloerelementen, is het niet noodzakelijk om de vloerelementen te plaatsen in een vooraf bepaalde volgorde.
In de voorbeelden zijn de vloerelementen van het veelvoud van 25 vloerelementen vrij van aangrijping met de andere vloerelementen van het veelvoud van vloerelementen, een vloerelement is bijvoorbeeld vrij van borging aan aan dat vloerelement naburige vloerelementen. Hierdoor is het niet nodig om de vloerelementen onderling te verbinden. Hierdoor is het mogelijk om de demontabele tribune sneller op te bouwen en/of af te 30 bouwen.
1030641 28
Het is mogelijk dat de vloerelementen vrij zijn van borging aan de draagconstructie. Bij voorkeur is bijvoorbeeld een gewicht en/of geometrie en/of afineting van het vloerelement dusdanig vooraf bepaald, dat het vloerelement niet door een toeschouwer of aantal toeschouwers van de 5 draagconstructie kan worden genomen.
Het is mogelijk dat het vloerelement, bijvoorbeeld het getrapte vloerelement, is voorzien van openingen, bijvoorbeeld voor het doorlaten van lucht, bijvoorbeeld voor het verhinderen van op waaien van het vloerelement en/of voor het toevoeren van (verwarmde) lucht. Bij het getrapte 10 vloerelement kunnen dergelijke openingen zich bijvoorbeeld in het in gebruik opstaande deel tussen twee vloerniveaus bevinden.In een voorkeursuitvoering ligt in de samengebouwde toestand elk vloerelement van het veelvoud van vloerelementen in hoofdzaak zijwaarts aan tegen de aan dat vloerelement naburige vloerelementen van het veelvoud van 15 vloerelementen. Hierdoor bevindt zich tussen de naburige vloerelementen geen opening, zoals een sleuf, althans een zodanig smalle opening, dat er geen gevaar is dat een toeschouwer met bijvoorbeeld een voet of een vinger tussen de vloerelementen geraakt, bijvoorbeeld bekneld raakt. Dit biedt tevens het voordeel dat er geen additioneel passtuk tussen de naburige 20 vloerelementen hoeft te worden geplaatst om de opening op te vullen. Hierdoor kan de tribune sneller en/of met minder mankracht worden op gebouwd en/of afgebouwd.
Het is mogelijk dat de tribune in gebruik is voorzien van ten minste een trap, bijvoorbeeld voor het bereiken van hoger gelegen vloerniveaus. De 25 trap kan bijvoorbeeld met de draagconstructie zijn verbonden middels een aan de trap aangebrachte nok en/of huls, die aangrijpt op de aan de staander voorziene met de nok corresponderende uitsparing en een met de huls corresponderende pen zoals getoond in Fig. 6. De trap kan in gebruik bijvoorbeeld twee wangen omvatten met daartussen losmaakbaar verbonden 30 treden. De wangen kunnen zijn voorzien van een trapleuning. Bij voorkeur 1030641 i I 29 i vormt ten minste een wang van de trap een integraal deel met een j trapleuning en eventueel daartussen opgenomen verbindingsdelen, zoals ! spijlen. Meer bij voorkeur vormen beide wangen van de trap elk een i I integraal deel met een met de betreffende wang geassocieerde trapleuning.
j 5 Hierbij kunnen tussen elke wang en de daarmee geassocieerde trapleuning i | verbindingsdelen, zoals spijlen, zijn opgenomen.
j In de voorbeelden bevinden de verbindingsmiddelen voor het verbinden van de stoel en/of bank met het vloerelement zich telkens aan de voorzijde van een vloerniveau, zodat het vloerniveau zich in hoofdzaak j 10 achter de verbindingsmiddelen uitstrekt. Het is eveneens mogelijk dat de verbindingsmiddelen voor het verbinden van de stoel en/of bank met het vloerelement zich telkens aan de achterzijde van het vloerniveau bevinden, zodat het vloerniveau zich in hoofdzaak voor de verbindingsmiddelen uitstrekt.
15 In de Figg. 1, 2a, 2b, 3a, 3b en 8 is in hoofdzaak het gehele oppervlak van de vloerelementen gevuld met stoelen en/of banken voor het vormen van zitplaatsen. Het is ook mogelijk dat ten minste een pad is vrijgelaten op een vloerelement, bijvoorbeeld voor het daarover bereiken van de zitplaatsen. Daartoe kan een aantal naast elkaar en/of achter elkaar gelegen posities 20 worden vrijgelaten van stoelen en/of banken.
Dergelijke variaties worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
1030641
Claims (78)
1. Werkwijze voor het ophouwen van een demontabele tribune omvattende het opbouwen van een draagconstructie uit staanders en tussen de staanders opneembare spanten, en 5. het op de draagconstructie plaatsen van een vloerelement, met het kenmerk, dat het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvat.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10. het vloerelement is voorzien van verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel en/of bank.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen zijn ingericht voor het losmaakbaar verbinden van ten minste een stoel en/of bank met het vloerelement.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat voordat het vloerelement op de draagconstructie wordt geplaatst, ten minste een stoel en/of bank met het vloerelement wordt verbonden middels de verbindingsmiddelen.
5. Werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune 20 omvattende het opbouwen van een draagconstructie uit staanders en tussen de staanders opneembare spanten, en het op de draagconstructie plaatsen van een vloerelement, met het kenmerk, dat 25. het vloerelement voordat het op de draagconstructie wordt geplaatst wordt voorzien van ten minste een stoel en/of bank. 1 n -iOfui _
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de ten minste ene stoel en/of bank losmaakbaar wordt verbonden met verbindingsmiddelen van het vloerelement.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat 5. het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvat.
8. Werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune omvattende het opbouwen van een draagconstructie uit staanders en tussen de 10 staanders opneembare spanten, en het op de draagconstructie plaatsen van een vloerelement, met het kenmerk, dat het vloerelement is voorzien van verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel en/of bank.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen zijn ingericht voor het losmaakbaar verbinden van ten minste een stoel en/of bank met het vloerelement.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat voordat het vloerelement op de draagconstructie wordt geplaatst, 20 ten minste een stoel en/of bank met het vloerelement wordt verbonden middels de verbindingsmiddelen.
11. Werkwijze volgens conclusie 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvat.
12. Werkwijze volgens een der conclusies 4-7, 10, met het kenmerk, dat de ten minste ene stoel en/of bank in hoofdzaak op een grondniveau op het vloerelement wordt geplaatst.
13. Werkwijze volgens een der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat het vloerelement op de draagconstructie wordt geplaatst met behulp van een 30 hefïnrichting zoals een heftruck of hijskraan. 1030641
14. Werkwijze volgens een der conclusies 1-13, met het kenmerk, dat het vloerelement in in hoofdzaak verticaal neerwaartse richting op de draagconstructie wordt geplaatst.
15. Werkwijze volgens een der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat 5 ten minste een spant tussen twee staanders wordt geplaatst met behulp van een hefinrichting zoals een heftruck of hijskraan.
16. Werkwijze volgens een der conclusies 1-15, met het kenmerk, dat ten minste een spant tussen twee staanders wordt weggenomen met behulp van een hefinrichting zoals een heftruck of hijskraan.
17. Demontabele tribune omvattende een draagconstructie en een vloerelement, waarbij de draagconstructie staanders en tussen de staanders opneembare spanten omvat, en waarbij het vloerelement in gebruik op de draagconstructie is geplaatst, met het kenmerk, dat 15 het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvat.
18. Demontabele tribune volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het vloerelement is voorzien van verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel en/of bank.
19. Demontabele tribune volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen zijn ingericht voor het losmaakbaar verbinden van ten minste een stoel en/of bank met het vloerelement.
20. Demontabele tribune volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de tribune voorts is voorzien van ten minste een stoel en/of bank, die 25 verbindbaar is met het vloerelement middels de verbindingsmiddelen.
21. Demontabele tribune omvattende een draagconstructie en een vloerelement, waarbij de draagconstructie staanders en tussen de staanders opneembare spanten omvat, en waarbij het vloerelement in gebruik op de draagconstructie is geplaatst, 30 met het kenmerk, dat 1030641 het vloerelement is voorzien van verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel en/of bank.
22. Demontabele tribune volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat ! de verbindingsmiddelen zijn ingericht voor het losmaakbaar verbinden van 5 ten minste een stoel en/of bank met het vloerelement
23. Demontabele tribune volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat de tribune voorts is voorzien van ten minste een stoel en/of bank, die verbindbaar is met het vloerelement middels de verbindingsmiddelen.
24. Demontabele tribune volgens conclusie 21, 22 of 23, met het 10 kenmerk, dat het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in ; hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvat.
25. Demontabele tribune omvattende een draagconstructie en een vloerelement, waarbij de draagconstructie staanders en tussen de staanders opneembare spanten omvat, en waarbij het vloerelement in gebruik, op de 15 draagconstructie is geplaatst, met het kenmerk, dat de tribune voorts is voorzien van ten minste een stoel en/of bank, die verbindbaar is met het vloerelement.
26. Demontabele tribune volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat 1 20 het vloerelement is voorzien van verbindingsmiddelen, waarbij de ten minste ene stoel en/of bank losmaakbaar verbindbaar is met de verbindingsmiddelen.
27. Demontabele tribune volgens conclusie 25 of 26, met het kenmerk, dat het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op 25 afstand gelegen vloerniveaus omvat.
28. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-27, met het kenmerk, dat het vloerelement in bovenaanzicht een in hoofdzaak rechthoekige omtrek heeft. 0. 0641
29. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-27, met het kenmerk, dat het vloerelement in bovenaanzicht een in hoofdzaak trapziumvormige of cirkelboogsegmentvormige vorm heeft.
30. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-27, met het 5 kenmerk, dat het vloerelement in bovenaanzicht een in hoofdzaak driehoekige of cirkelsectorvormige vorm heeft.
31. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-30, met het kenmerk, dat de draagconstructie in gebruik op ten minste een hoek van het vloerelement is voorzien van een staander en langs ten minste een zijde van 10 het vloerelement is voorzien van een spant.
32. Demontabele tribune volgens conclusie 31, met het kenmerk, dat de draagconstructie in gebruik op elke hoek van het vloerelement is voorzien van een staander en langs elke zijde van het vloerelement is voorzien van een spant.
33. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-20, 24, 27, met j het kenmerk, dat een staander die zich in gebruik aan een voorzijde van het vloerelement bevindt lager is dan een staander die zich in gebruik aan een achterzijde van het vloerelement bevindt.
34. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-20, 24, 27, 33, 20 met het kenmerk, dat in gebruik een eerste spant dat zich aan een voorzijde van het vloerelement uitstrekt zich lager bevindt dan een tweede spant dat zich aan een achterzijde van het vloerelement uitstrekt.
35. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-20, 24, 27, 34, 35, met het kenmerk, dat in gebruik de spanten aan de zijkanten van het 25 vloerelement schuin omhoog verlopen in een richting van de voorzijde van het vloerelement naar de achterzijde van het vloerelement.
36. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-35, met het kenmerk, dat in gebruik het vloerelement is verbonden met ten minste een spant van de draagconstructie. 1030641
37. Demontabele tribune volgens conclusies 36, met het kenmerk, dat in gebruik het vloerelement rust op ten minste een spant van de draagconstructie.
38. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-37, met het 5 kenmerk, dat in gebruik het vloerelement is verbonden met ten minste een staander.
39. Demontabele tribune volgens een der conclusies 37, met het kenmerk, dat een spant dat zich in gebruik aan de zijkant van het vloerelement bevindt is voorzien van een aanlegvlak voor het in gebruik 10 daarop laten rusten van het vloerelement.
40. Demontabele tribune volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat in gebruik het vloerelement ten minste rust op twee spanten die zich elk aan een andere zijkant van het vloerelement bevinden, waarbij de aanlegvlakken op deze spanten zich in hoofdzaak in horizontale richting 15 uitstrekken.
41. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-40, met het kenmerk, dat het vloerelement dusdanig stijf is, dat het het eigen gewicht en een gewicht van eventueel aangebrachte stoelen en/of banken kan dragen terwijl het vloerelement op de draagconstructie wordt geplaatst, waarbij 20 eventueel in gebruik de stijfheid van het vloerelement mede wordt bepaald door de stijfheid van de draagconstructie.
42. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-41, met het kenmerk, dat het vloerelement een frame omvat en een vloerplaat.
43. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-42, met het 25 kenmerk, dat het vloerelement drie achter elkaar gelegen in hoogte op j afstand gelegen vloerniveaus omvat. j
44. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-43, met het kenmerk, dat het vloerelement een getrapt frame omvat en een veelvoud i van in hoogte op afstand gelegen vloerplaten. 1030641
45. Demontabele tribune volgens conclusie 44, met het kenmerk, dat het vloerelement drie vloerplaten omvat.
46. Demontabele tribune volgens een der conclusies 42-45, met het kenmerk, dat het frame is vervaardigd van gezette metaalplaat.
47. Demontabele tribune volgens een der conclusies 42-45, met het | kenmerk, dat het frame U-profielen omvat die zich in een breedterichting en/of een diepterichting van het vloerelement uitstrekken.
48. Demontabele tribune volgens een der conclusies 42-47, met het kenmerk, dat de ten minste ene vloerplaat is vervaardigd van 10 plaatmateriaal zoals metaal, hout en/of kunststof.
49. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-48, met het kenmerk, dat het vloerelement is voorzien van lepelgaten voor het daarin brengen van de lepels van een hefinrichting voor het plaatsen en/of wegnemen van het vloerelement op de draagconstructie.
50. Demontabele tribune volgens conclusie 47 en 49, met het kenmerk, dat de lepelgaten zich uitstrekken binnen de U-profielen.
51. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-50, met het kenmerk, dat het vloerelement aan ten minste een zijkant van het vloerelement is voorzien van een leuning.
52. Demontabele tribune volgens een der conclusies 18-24, 26-51, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen een aan of in het vloerelement aangebracht profiel omvatten voor het daarin of daarop aanbrengen van ten minste een stoel en/of bank.
53. Demontabele tribune volgens een der conclusies 20, 23, 25-27, met 25 het kenmerk, dat de ten minste ene stoel en/of bank is voorzien van een opklapbaar zitgedeelte.
54. Demontabele tribune volgens conclusie 53, met het kenmerk, dat de ten minste ene stoel en/of bank is voorzien van een verend element voor het doen op klappen van het zitgedeelte. 1030641
55. Demontabele tribune volgens een der conclusies 20, 23, 25-27, 53, 54, met het kenmerk, dat een rugleuning van de ten minste ene stoel en/of bank achterwaarts is verzet ten opzichte van de verbindingsmiddelen.
56. Demontabele tribune volgens een der conclusies 20, 23, 25-27, 53- 5 55, met het kenmerk, dat de ten minste ene stoel en/of bank is voorzien van ten minste een poot.
57. Demontabele tribune volgens conclusies 56, met het kenmerk, dat de ten minste ene poot zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak dat zich | dwars op een rugleuning en een zitgedeelte van een stoel en/of bank 10 uitstrekt en in hoofdzaak de rugleuning en het zitgedeelte van die stoel en/of bank niet doorsnijdt.
58. Demontabele tribune volgens een der conclusies 56-57, met het kenmerk, dat de ten minste ene stoel en/of bank is voorzien van ten minste een stapelelement dat is ingericht voor het daarmee verbinden van een poot 15 van een andere stoel en/of bank voor het vormen van stapelbaar samenstel van stoelen en/of banken.
59. Demontabele tribune volgens conclusie 58, met het kenmerk, dat het stapelelement van de ten minste ene stoel en/of bank zich in hoofdzaak parallel aan de ten minste ene poot van die ten minste ene stoel en of bank 20 uitstrekt in een richting die tegengesteld is aan een richting waarin die ten minste ene poot zich uitstrekt.
60. Demontabele tribune volgens een der conclusie 56-59, met het kenmerk, dat het stapelelement zich in hoofdzaak uitstrekt in een vlak waarin zich een rugleuning van de ten minste ene stoel en/of bank in 25 hoofdzaak uitstrekt.
61. Demontabele tribune volgens een der conclusies 56-59, met het kenmerk, dat de ten minste ene stoel en/of bank is voorzien van koppelmiddelen voor het koppelen van die ten minste ene stoel en/of bank aan een naast die ten minste ene stoel en/of bank geplaatste stoel en/of 1030641 bank.62. Demontabele tribune volgens een der conclusies 56-61, met het kenmerk, dat de ten minste ene stoel en/of bank is voorzien van twee poten.
63. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-62, met het kenmerk, dat in gebruik elk spant vrij van klemming aangrijpt op twee 5 staanders.
64. Demontabele tribune volgens conclusie 63, met het kenmerk, dat het spant is voorzien van een nok en/of een huls, en dat de staander is voorzien van een met de nok corresponderende uitsparing en/of een met de huls corresponderende pen, waarbij in gebruik de huls over de pen valt en/of 10 de nok in de uitsparing valt.
65. Demontabele tribune volgens een der conclusies 17-64, met het kenmerk, dat de tribune een veelvoud van vloerelementen omvat.
66. Demontabele tribune volgens conclusie 65, met het kenmerk, dat in gebruik elk vloerelement van het veelvoud van vloerelementen vrij is van 15 overlap met elk ander vloerelement van het veelvoud van vloerelementen.
67. Demontabele tribune volgens conclusie 65 of 66, met het kenmerk, dat in gebruik elk vloerelement van het veelvoud van vloerelementen vrij is van aangrijping met elk ander vloerelement van het veelvoud van vloerelementen.
68. Demontabele tribune volgens een der conclusies 65-67, met het kenmerk, dat in gebruik elk vloerelement van het veelvoud van vloerelementen in hoofdzaak zijwaarts aanligt tegen de aan dat vloerelement naburige vloerelementen van het veelvoud van vloerelementen.
69. Demontabele tribune volgens een der conclusies 65-68, met het kenmerk, dat ten minste een vloerelement van het veelvoud van vloerelementen boven een ander vloerelement van het veelvoud van vloerelementen is geplaatst. 1030641
70. Demontabele tribune omvattende een draagconstructie en een veelvoud van vloerelementen, waarbij de draagconstructie staanders en tussen de staanders opneembare spanten omvat, waarbij de vloerelementen in gebruik op de draagconstructie zijn geplaatst, en waarbij althans een 5 aantal van de vloerelementen achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus vormen, met het kenmerk, dat in gebruik ten minste een vloerelement van het veelvoud van vloerelementen boven een ander vloerelement van het veelvoud van 10 vloerelementen is geplaatst.
71. Demontabele tribune volgens conclusie 70, met het kenmerk, dat ten minste een van de boven elkaar geplaatste vloerelementen een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvat.
72. Demontabele tribune volgens conclusie 70 of 71, met het kenmerk, 15 dat ten minste een vloerelement van het veelvoud van vloerelementen is voorzien van verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel en/of bank.
73. Demontabele tribune volgens conclusie 72, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen zijn ingericht voor het losmaakbaar verbinden van 20 ten minste een stoel en/of bank met het vloerelement.
74. Demontabele tribune volgens conclusie 72 of 73, met het kenmerk, dat de tribune voorts is voorzien van ten minste een stoel en/of bank, die verbindbaar is met de verbindingsmiddelen.
75. Vloerelement voor gebruik in een demontabele tribune, met het 25 kenmerk, dat het vloerelement is voorzien van verbindingsmiddelen voor het daarmee verbinden van ten minste een stoel en/of bank.
76. Vloerelement voor gebruik in een demontabele tribune, met het kenmerk, dat het vloerelement een veelvoud van achter elkaar gelegen in hoogte op afstand gelegen vloerniveaus omvat. 1030641
77. Stoel kennelijk geschikt voor gebruik in een demontabele tribune volgens een der conclusies 20, 23, 25-69.
78. Bank kennelijk geschikt voor gebruik in een demontabele tribune volgens een der conclusies 20, 23, 25-69.
79. Houder voorzien van een veelvoud van stoelen en/of banken volgens conclusie 77 en/of 78. i 1030641
Priority Applications (10)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1030641A NL1030641C2 (nl) | 2005-12-09 | 2005-12-09 | Demontabele tribune en werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune. |
ES06835654.2T ES2623867T3 (es) | 2005-12-09 | 2006-12-11 | Asiento desmontable y método para construir un asiento desmontable |
EP06835654.2A EP1969194B1 (en) | 2005-12-09 | 2006-12-11 | Demountable seating and method for erecting a demountable seating |
US12/086,209 US20090031648A1 (en) | 2005-12-09 | 2006-12-11 | Demountable seating and method for erecting a demountable seating |
CA2636614A CA2636614C (en) | 2005-12-09 | 2006-12-11 | Demountable seating and method for erecting a demountable seating |
CN200680052592.5A CN101370996B (zh) | 2005-12-09 | 2006-12-11 | 可拆卸看台及用于构造可拆卸看台的方法 |
HUE06835654A HUE036034T2 (hu) | 2005-12-09 | 2006-12-11 | Szétszerelhetõ üléselrendezés és eljárás egy szétszerelhetõ üléselrendezés létesítésére |
PCT/NL2006/000631 WO2007067051A2 (en) | 2005-12-09 | 2006-12-11 | Demountable seating and method for erecting a demountable seating |
AU2006323320A AU2006323320A1 (en) | 2005-12-09 | 2006-12-11 | Demountable seating and method for erecting a demountable seating |
US13/373,891 US8627608B2 (en) | 2005-12-09 | 2011-12-05 | Demountable seating and method for erecting a demountable seating |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1030641A NL1030641C2 (nl) | 2005-12-09 | 2005-12-09 | Demontabele tribune en werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune. |
NL1030641 | 2005-12-09 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1030641C2 true NL1030641C2 (nl) | 2007-06-12 |
Family
ID=36570986
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1030641A NL1030641C2 (nl) | 2005-12-09 | 2005-12-09 | Demontabele tribune en werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
CN (1) | CN101370996B (nl) |
NL (1) | NL1030641C2 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN104047409B (zh) * | 2014-04-29 | 2016-12-07 | 江汉大学 | 一种移动阶梯教室 |
CN106894656A (zh) * | 2015-12-21 | 2017-06-27 | 广东新会中集特种运输设备有限公司 | 模块化组合看台及模块化看台单元 |
CN112144929B (zh) * | 2020-09-29 | 2021-11-19 | 台州佳沃科技有限公司 | 一种便于调节的临时看台 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2001244A1 (de) * | 1970-01-13 | 1971-07-29 | Tellenbach Fa Helmut | Aus einzelnen Bauelementen zusammensetzbares Gestell,wie Tribuenc,Podium od.dgl. |
FR2754005A1 (fr) * | 1996-09-30 | 1998-04-03 | Chaudronnerie Metallerie Du Mi | Tribunes et gradins demontables et procede de renforcement des tribunes et gradins |
US5787656A (en) * | 1997-01-17 | 1998-08-04 | Rpg Diffusor Systems, Inc. | Acoustical seating risers for indoor arenas |
GB2394481A (en) * | 2002-07-17 | 2004-04-28 | Norman Reay | Folding temporary seating transportable as an ISO container |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN2219930Y (zh) * | 1995-05-29 | 1996-02-14 | 丰国勋 | 自动折叠看台 |
CN2314013Y (zh) * | 1997-09-18 | 1999-04-14 | 丰国勋 | 一种活动看台结构 |
CN2575230Y (zh) * | 2002-11-05 | 2003-09-24 | 罗伟 | 多用途活动看台 |
-
2005
- 2005-12-09 NL NL1030641A patent/NL1030641C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2006
- 2006-12-11 CN CN200680052592.5A patent/CN101370996B/zh active Active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2001244A1 (de) * | 1970-01-13 | 1971-07-29 | Tellenbach Fa Helmut | Aus einzelnen Bauelementen zusammensetzbares Gestell,wie Tribuenc,Podium od.dgl. |
FR2754005A1 (fr) * | 1996-09-30 | 1998-04-03 | Chaudronnerie Metallerie Du Mi | Tribunes et gradins demontables et procede de renforcement des tribunes et gradins |
US5787656A (en) * | 1997-01-17 | 1998-08-04 | Rpg Diffusor Systems, Inc. | Acoustical seating risers for indoor arenas |
GB2394481A (en) * | 2002-07-17 | 2004-04-28 | Norman Reay | Folding temporary seating transportable as an ISO container |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CN101370996A (zh) | 2009-02-18 |
CN101370996B (zh) | 2015-10-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU643266B2 (en) | Foldable, multi-level staging and seating support | |
US5762396A (en) | Stackable chair and associated stacking support assembly | |
US6925760B2 (en) | Stackable modular arena seating | |
NL1030641C2 (nl) | Demontabele tribune en werkwijze voor het opbouwen van een demontabele tribune. | |
US8627608B2 (en) | Demountable seating and method for erecting a demountable seating | |
US8733838B2 (en) | Floor track for seating system | |
US3279131A (en) | Gymnasium stand | |
US6260863B1 (en) | Nestable lumber cart | |
FR2587397A1 (fr) | Construction porteuse pour tribunes | |
US7739838B2 (en) | Quickly and easily assembleable portable bleacher | |
US6837542B2 (en) | Frame for a stackable chair | |
AU2012254953B2 (en) | Demountable seating and method for erecting a demountable seating | |
KR100622441B1 (ko) | 의자가 합체되는 테이블 | |
KR102416815B1 (ko) | 이동식 테이블이 결합된 다인용 의자 | |
US1702280A (en) | Collapsible seat | |
US1222685A (en) | Stand. | |
FR3124364A1 (fr) | Structures de meuble et leurs accessoires | |
JPH035642Y2 (nl) | ||
FR3102656A3 (fr) | Châssis de chaise | |
FR2616053A1 (fr) | Rayons a multipositions | |
JPH0245385Y2 (nl) | ||
FR2919166A1 (fr) | Presentoir vertical et evolutif. | |
FR2687373A1 (fr) | Palette de manutention demontable. | |
FR2900322A1 (fr) | Presentoir pour articles disposes sur des cintres comportant des traverses de suspension en escalier | |
JP3019680U (ja) | 組立て式屋台 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: VAN STOKKUM HOLDING VLIJMEN B.V. Effective date: 20090602 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20210101 |