NL1029449C2 - Modulair bouwsysteem. - Google Patents

Description

MODULAIR BOUWSYSTEEM

De uitvinding heeft betrekking op een modulair bouwsysteem voor gebouwen, omvattende een eerste element met een vloer, ten minste twee wanden en een plafond.

Een dergelijk systeem is in de techniek bekend.

5 Daarbij worden verscheidene elementen op en naast elkaar | geplaatst.

Deze technieken hebben alle nadelen. Het grootste probleem van dergelijke elementen die van beton zijn vervaardigd is het hoge gewicht waardoor transport moeilijk en 10 duur is. Vanwege het gewicht kunnen de afmetingen van de elementen beperkt zijn. Ook hebben deze bekende systemen andere in de techniek bekende problemen.

De uitvinding heeft tot doel een verbeterd modulair systeem te verschaffen.

15 Met name heeft de uitvinding tot doel een verbeterd modulair systeem te verschaffen waarbij het transport eenvoudiger is vanwege een gereduceerd gewicht.

Voorts heeft de uitvinding tot doel een modulair systeem te verschaffen waarmee, in vergelijking met bekende 20 sytemen, bij een lager totaalgewicht een grotere module kan worden geproduceerd.

Ook heeft de uitvinding tot doel een systeem te verschaffen waarmee het plafond van een eerste element eenvoudig kan worden bevestigd aan een bovenliggend tweede 25 element.

Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde doelen verschaft de uitvinding een systeem als in de : aanhef genoemd, dat wordt gekenmerkt, doordat het plafond een aan de bovenzijde uitstekend koppelelement omvat dat aan een 30 daarmee koppelbaar koppelelement van een op dit element te plaatsen tweede element koppelbaar is. Daardoor is het plafond van het eerste element eenvoudig te koppelen aan het op het eerste element geplaatste tweede element. Een ander voordeel is dat het plafond van het eerste element relatief dun kan 35 worden uitgevoerd omdat dit niet zelfdragend hoeft te zijn. Tijdens de vervaardiging en het transport van het element kan «Ό29449- 2 een ondersteuning onder het plafond worden voorzien. Daardoor zal het dun uitgevoerde plafond niet beschadigd raken. Nadat het plafond door middel van de koppelelementen aan de vloer van een bovenliggend element is bevestigd kan de ondersteuning 5 worden verwijderd.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat het tweede element een vloer omvat met een koppelelement dat aan het koppelelement van het eerste element koppelbaar is. De koppeling is dan eenvoudig uit te 10 voeren.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat de koppelelementen bestaan uit door middel van schroefdraad met elkaar te koppelen koppelelementen. Daardoor wordt een eenvoudig uit te voeren 15 koppelingswerkwijze verkregen.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat het element een hijsframe omvat dat aan de wanden en het plafond van het element is bevestigd. De grote hijskrachten worden daardoor over het gehele oppervlak 20 van het element verdeeld en niet alleen over de paar hijspunten. Het hijsframe kan namelijk op veel punten aan het element worden bevestigd, bij voorkeur op ten minste vier punten, bij voorkeur op ten minste 6 punten en met nog meer voorkeur op ten minste 8 punten, bij voorbeeld 12 punten of 16 25 punten of zelfs nog meer.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat de zijkanten van de wanden van een element zijn voorzien van koppelelementen voor het daaraan koppelen van een naast dit element te plaatsen derde element. 30 Zodoende wordt een goede zijdelingse stabilisatie verkregen wanneer meerdere elementen naast elkaar worden geplaatst.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat de muren van de elementen zijn voorzien van staafankers, en het hijsframe op het element is 35 bevestigd door middel van bouten die door het hijsframe heensteken en aan de staafankers zijn bevestigd. Deze staafankers kunnen bijvoorbeeld in hoofdzaak vertikaal in de bovenzijde van de wanden zijn voorzien waarbij zij aan de bovenzijde van de muren, danwel de zijkanten van het plafond 1029449- 3 ter hoogte van de muren, uitmonden. De staafankers, bij voorbeeld van het merk Demu die in de techniek bekend zijn, kunnen dan eenvoudig worden bevestigd aan het daarboven liggende hijsframe.

5 Derhalve wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat de staafankers aan de bovenzijde van de muren uitmonden. Een dergelijk staafanker kan een van inwendig schroefdraad voorzien holle buisachtige constructie zijn die met de eindstandige opening uitmondt aan de 10 bovenzijde van het element en in de wand van het element in het beton is gestort. Het hijsframe kan met een opening in register met de opening in de staafanker worden geplaatst waarna een bout door het hijsframe heen in de staafanker wordt geschroefd. Daardoor kan op een op zich bekende wijze het 15 hijsframe losneembaar aan het element worden bevestigd. Bij voorkeur wordt het hijsframe op meerdere punten, zoals hiervoor genoemd, aan het element bevestigd.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat de vloer en de wanden zijn voorzien 20 van een wapening. Daardoor kan een sterk element worden verkregen.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat het plafond is voorzien van een wapening. Het plafond kan dan zeer dun worden uitgevoerd 25 waarbij niettemin een voldoende sterkte wordt verkregen.

De wapening kan een stalen maar ook een kunststoffen wapening zijn.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een systeem dat wordt gekenmerkt, doordat voorafgaand aan het samenvoegen van 30 de elementen een technische installatie in de elementen is aangebracht. Daardoor kunnen veel handelingen worden uitgevoerd in een afgesloten fabriekshal waardoor het aantal werkzaamheden in de buitenlucht sterk worden verminderd. De productiecapaciteit kan daardoor onveranderd blijven in geval 35 van slechte weersomstandigheden.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bouwen van een woning bestaande uit modulaire elementen. Deze uitvinding wordt gekenmerkt, doordat deze ten minste de volgende stappen omvat: het plaatsen van 1:029449-

4 I

een eerste element bestaande uit een vloer, ten minste twee wanden en een plafond op een fundering, en het plaatsen van een tweede element omvattende een vloer, twee wanden en een plafond op het eerste element, waarbij op de bovenzijde van 5 het eerste element voorziene koppelelementen worden gekoppeld aan, aan de vloer van het tweede element voorziene complementaire koppelelementen teneinde het plafond van het eerste element te bevestigen aan de vloer van het tweede element. De voordelen van het modulaire systeem volgens de 10 uitvinding worden daarmee ten volle benut.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een werkwijze die wordt gekenmerkt, doordat de elementen op elkaar worden gehesen. Daardoor wordt een simpele en snelle bouwwerkwijze verkregen.

15 Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een werkwijze die wordt gekenmerkt, doordat deze de stap omvat van het op elk element losneembaar bevestigen van een hijsframe en het aan het hijsframe ophijsen van elk element teneinde dit op de gewenste positie te kunnen plaatsen. Bijvoorbeeld kan een 20 element op een fundering of op een ander element of naast een ander element worden geplaatst. Bijvoorbeeld kan het hijsframe reeds worden aangebracht voorafgaand aan het gieten van het beton voor het vormen van de wanden en/of het plafond. Maar ook kan eerst het element worden gemaakt waarna het hijsframe 25 er op wordt bevestigd. Wanneer het hijsframe op de mal voor het vormen van het element wordt geplaatst en vervolgens het beton in de mal wordt gestort heeft dat het voordeel dat de bevestigingspunten om het hijsframe aan het element te bevestigen op exact de juiste plaats zijn gepositioneerd. De 3 0 bevestigingsmiddelen om het hijsframe aan het element te bevestigen kunnen ook worden gebruikt als koppelelementen voor het onderling bevestigen van de elementen. Om die reden heeft het ook de voorkeur om het hijsframe voorafgaand aan het vervaardigen van het element op de mal te plaatsen. Bij 35 voorkeur worden dan ook de koppelingsmiddelen aan het hijsframe bevestigd.

Voorts wordt de voorkeur gegeven aan een werkwijze die wordt gekenmerkt, doordat deze de stap omvat van het verwijderen van het hijsframe nadat het element op de gewenste 1029449- 5 positie is geplaatst. Daardoor kan een volgend element eenvoudig op dit element geplaatst worden.

De uitvinding wordt aan de hand van een aantal tekeningen nader beschreven. De tekeningen dienen slechts als 5 verduidelijking van de uitvinding en niet als beperking. Dezelfde verwijzingscijfers in de verschillende tekeningen hebben alle dezelfde betekenis, tenzij het duidelijk is dat zij verschillende onderdelen betreffen.

10 Fig. IA, IB, 1C en 1D tonen de stappen bij het bouwen van een gebouw volgens het systeem en de werkwijze volgens de uitvinding.

Fig. 2A en 2B tonen details van een doorsnede door een deel van de wand en het plafond van een element volgens de 15 uitvinding.

Fig. 3 toont een ander detail van een doorsnede door een deel van de wand en het plafond van een element volgens de uitvinding.

Fig. 4 toont een mal voor het maken van een 20 koppelelement in het element volgens de uitvinding.

Fig. IA toont een schematisch aanzicht van het plaatsen van een eerste element 1, dat bestaat uit een vloer 6, wanden 7, 8 en een plafond 9. Het element is aan de 25 bovenzijde bevestigd aan een hijsframe 3 dat door middel van twee schematisch aangeduide kabels 4a, 4b, is verbonden aan een hijskabel 4. De pijl A toont de richting aan waar het element heen wordt verplaatst.

Fig. 1B toont dat het hijsframe 3 van het eerste 30 element 1 is verwijderd wanneer het eerste element 1 op een ondergrond is geplaatst, waarna een tweede element 2 daar bovenop wordt geplaatst. Voordat het tweede element erop wordt geplaatst wordt een ondersteuning 5 voor het plafond voorzien. Eventueel kan deze ondersteuning reeds voor het transport in 35 het element 1 zijn aangebracht om het beschadigen van het plafond 9 te voorkomen. De ondersteuning steunt aan de onderzijde af op de vloer 6. In de vloer 6a van het tweede element is een voorziening 10 getroffen om de vloer 6a aan het plafond 9 te koppelen. Deze voorziening 10 bestaat uit een 1029449r 6 opening 10 waar doorheen een koppelelement (niet getoond in figuur 1A-1D) kan worden gevoerd dat vervolgens een koppeling van het plafond 9 met de vloer 6a verzorgt. Dit zal hierna nader worden uitgelegd.

5 Fig. 1C toont hoe een zoldervloer of dakelement op het element 2 wordt geplaatst. Ook nu is in het tweede element voorzien in een ondersteuning.

Hoewel telkens slechts een ondersteuning in een element is getoond, kunnen er meerdere aanwezig zijn, 10 afhankelijk van de sterkte van het plafond.

In Fig. 1D wordt getoond hoe het plafondelement 9a aan de zoldervloer of het dakelement 11 is bevestigd.

Hoewel telkens slechts een koppelelement 13 is getoond kunnen er meerdere aanwezig zijn, afhankelijk van de 15 sterkte van het plafond en de gewenste sterkte van de verbinding.

In Fig. 2A is in doorsnede een deel van een plafond 9 en een wand 7 getoond. Deze zijn beide van beton vervaardigd.

In de wand 7 en in het overgangsdeel naar het plafond 20 9 toe, is een staafanker 14 aangebracht. Dit is meegegoten bij het gieten van het plafond 9 en de wand 7. Het staafanker 14 is bijvoorbeeld van het merk Demu. In het staafanker 14 is een stalen buis 20 bevestigd die door middel van een bout 15 is gekoppeld aan het hijsframe 3. Doordat het staafanker 14 25 onlosneembaar met de wand 7 van het element 1, 2 is verbonden, zal bij het optillen van het hijsframe 3 het gehele element 1, 2 worden opgetild. Uiteraard zullen er verscheidene staafankers 14 kunnen worden voorzien en evenzovele verbindingen met het hijsframe 3 om een geschikt optillen van 30 het element mogelijk te maken.

Het plafond 9 wordt eveneens aan het hijsframe 3 bevestigd. Dit gebeurt zoals in de figuur getoond, middels een draagelement 13. Dit draagelement 13 is aan de onderzijde daarvan voorzien van een voet 13a. De onderzijde daarvan kan 35 bijvoorbeeld in lijn liggen met de onderzijde van het plafond 9. Het draagelement 13 strekt zich uit door een daarvoor voorziene opening in het hijsframe 3 en koppelt aan de bovenzijde met het hijsframe 3 door middel van een moer 16. Er is slechts een draagelement 13 getoond, maar er kunnen 1029449- 7 meerdere aanwezig zijn, afhankelijk van de sterkte van het plafond.

Het draagelement 13 dient tijdens het transport met name voor het niet laten beschadigen van het plafond 9. Het 5 plafond 9 kan namelijk zodanig dun worden uitgevoerd dat het niet het eigen gewicht kan dragen of dat het bij een ruwe behandeling tijdens het transport van het element beschadigd raakt. Het hijsframe zal derhalve de hijskrachten in dat geval slechts overdragen op de staafankers en derhalve de wanden van 10 het element en niet op het plafond.

Wanneer een tweede element op het eerste element is geplaatst kan het plafond 9 van het eerste element 1 aan de vloer 6a van het tweede element 2 worden bevestigd. Het draagelement 13 wordt dan door een in de vloer 6a van het 15 tweede element 2 voorziene opening 21 gevoerd en zal dan door middel van bijvoorbeeld een bout 16a, analoog aan de bout 16 in fig. 2B, voor het koppelen van het plafond 9 en de vloer 6a zorgdragen. Door de bout 16a voldoende aan te draaien kan een strakke verbinding tussen plafond 9 en vloer 6a worden 2 0 gevormd.

Tenslotte toont Fig. 4 een mal 17 voor het vormen van de opening 21 in de vloer 6a van het element 2, zoals getoond in Fig. 3. De mal 17 heeft een taps toelopende vorm en wordt op de bodem van de gietvorm voor de vloer 6a geplaatst 25 voorafgaand aan het gieten (storten) van het beton. Na het uitharden van het beton waar de vloer 6a van is gemaakt wordt de mal verwijderd. Eventueel kan er voor gekozen worden om de mal in de vloer te laten zitten. In dat geval dient de mal hol te zijn om een opening 21 (zie Fig. 3) te vormen. Indien de 30 mal 17 wordt verwijderd zal daardoor een opening 21 worden gevormd.

De mal heeft in de getoonde vorm een voet 18 voor het verschaffen van stevigheid wanneer het beton wordt gestort.

Aan de bovenzijde is een plug 19 voorzien. Deze sluit 35 de bovenzijde van de mal 17 af, waardoor er geen beton bij het gieten in kan dringen. Nadat de vloer is uitgehard kan de plug worden verwijderd.

De uitvinding is hiervoor aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm beschreven. De beschreven en in de 1*02944 9- 8 figuren getoonde uitvoeringsvorm is echter niet als beperking bedoeld. Een deskundige in de techniek is eenvoudig in staat om binnen het nieuwe en inventieve karakter van deze uitvinding wijzigingen aan te brengen die alle liggen binnen 5 de beschermingsomvang die wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies.

14029449-

Claims (14)

1. Modulair bouwsysteem voor gebouwen, omvattende een eerste element met een vloer, ten minste twee wanden en een plafond, met het kenmerk, dat het plafond een aan de bovenzijde uitstekend koppelelement omvat dat aan een daarmee 5 koppelbaar koppelelement van een op dit element te plaatsen tweede element koppelbaar is.

2. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede element een vloer omvat met een koppelelement dat aan het koppelelement van het eerste element j 10 koppelbaar is.

3. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de koppelelementen bestaan uit door middel van schroefdraad met elkaar te koppelen koppelelementen.

4. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het element een hijsframe omvat dat aan de wanden en het plafond van het element is bevestigd.

5. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de zijkanten van de wanden van een element 20 zijn voorzien van koppelelementen voor het daaraan koppelen van een naast dit element te plaatsen derde element.

6. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat de muren van de elementen zijn voorzien van staafankers, en het hijsframe op het element is bevestigd door 25 middel van bouten die door het hijsframe heensteken en aan de staafankers zijn bevestigd.

7. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de staafankers aan de bovenzijde van de muren uitmonden.

8. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 6-7, met het kenmerk, dat de vloer en de wanden zijn voorzien van een wapening.

9. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 6-8, met het kenmerk, dat het plafond is voorzien van een wapening.

10. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 1-9, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het samenvoegen van de 1029449- elementen een technische installatie in de elementen is voorzien.

11. Werkwijze voor het bouwen van een woning bestaande uit modulaire elementen, met het kenmerk, dat deze 5 ten minste de volgende stappen omvat: het plaatsen van een eerste element bestaande uit een vloer, ten minste twee wanden en een plafond op een fundering, en het plaatsen van een tweede element omvattende een vloer, twee wanden en een plafond op het eerste element, waarbij op de bovenzijde van 10 het eerste element voorziene koppelelementen worden gekoppeld aan, aan de vloer van het tweede element voorziene complementaire koppelelementen teneinde het plafond van het eerste element te bevestigen aan de vloer van het tweede element.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de elementen op elkaar worden gehesen.

13. Werkwijze volgens conclusie 11-12, met het kenmerk, dat deze de stap omvat van het op elk element losneembaar bevestigen van een hijsframe en het aan het 20 hijsframe ophijsen van elk element teneinde dit op de gewenste positie te kunnen plaatsen.

14. Werkwijze volgend conclusie 11-13, met het kenmerk, dat deze de stap omvat van het verwijderen van het hijsframe nadat het element op de gewenste positie is 25 geplaatst. 1029449- i