NL1036512C2

NL1036512C2 - Opslag- en orderverzamelsysteem.

Info

Publication number: NL1036512C2
Application number: NL1036512A
Authority: NL
Inventors: Hugo Victor Vries
Original assignee: Ferdar Automation Technology Nederland B V
Priority date: 2009-02-04
Filing date: 2009-02-04
Publication date: 2010-08-12
Also published as: EP2907773A1; CN102317183B; CN102317183A; US9254958B2; EP2393734B1; ES2507590T3; WO2010090512A1; US9975697B2; US20110318145A1; US20160137415A1; EP2393734A1

Description

NL 1036512

Opslag- en orderverzamelsysteem

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een opslag- en orderverzamelsysteem. De uitvinding heeft voorts betrekking 5 op een werkwijze voor opslag van artikelen, in het bijzonder met orderverzameling.

Opslag- en orderverzamelsystemen worden onder meer ingezet in de groothandel, zoals onderdelenhandel, en in de detailhandel, zoals apotheken en bezorgdiensten van 10 supermarkten.

In een eerste bekend systeem wordt gebruik gemaakt van een gestel waarin een aantal rijen en kolommen van langwerpige opslagvakken zijn opgenomen, die loodrecht op de toevoerzijde zijn gericht en elk voorzien zijn van 15 een band waarop door een op en neer en langs de toevoerzijde verplaatsbare drager artikelen kunnen worden geplaatst. Wanneer een artikel aan een gekozen opslagvak moet worden toegevoegd wordt de band één plaats opgeschoven en wordt het artikel op de vrijgemaakte plaats op de band 20 gezet, De eerder geplaatste artikelen schuiven daarbij één stap op. Bij opname van meer dan één artikel wordt de band stapsgewijs terugbewogen en neemt de drager die artikelen op. Deze worden door de drager naar een verzamelplaats gebracht, om de gewenste order samen te stellen. Een 1036512 2 tekortkoming van dit systeem is de beperkte snelheid. Voorts is het bekende systeem met aandrijvingen voor alle banden van opslagvlakken complex en storinggevoelig. Indien men de diepte van het systeem beperkt wenst te houden zijn 5 meer opslagvakken nodig en worden de verplaatsingsafstanden voor de drager groter.

In een ander bekend systeem staan stellingen dwars op een hoofdbaan, onderling gescheiden door een dwarsbaan, waarin een drager op en neer en heen en weer 10 verplaatsbaar is. De stellingen vormen langwerpige opslagvakken, die zich parallel aan de dwarsbaan uitstrekken en daar vanaf, dus dwars op de opslagvakken, bereikbaar zijn voor de drager. Dit systeem heeft een grote afmeting in dwarsrichting.

15

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een doel van de uitvinding is een opslag- en orderverzamelsysteem en -werkwijze te verschaffen dat/die 20 met een hoge snelheid kan functioneren.

Een doel van de uitvinding is een opslag- en orderverzamelsysteem en -werkwijze te verschaffen dat/die op storingarme wijze kan functioneren.

Een doel van de uitvinding is een opslag- en 25 orderverzamelsysteem en -werkwijze te verschaffen dat een voordelig ruimtebeslag kan hebben/die althans in één vlak beschouwd weinig ruimte vergt.

Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een 30 inrichting voor het opslaan van artikelen en het daaruit formeren van groepen artikelen, omvattend een gestel met een eerste reeks onderling parallelle langwerpige opslagvakken die zich tussen een eerste eind en een tweede eind van het gestel uitstrekken, voorts omvattend een 35 aantal houders, zoals dragers, voor de artikelen, waarbij de opslagvakken voorzien zijn van houdersteunen waarop een aantal van de houders gesteund kan worden voor opslag van 3 de artikelen, waarbij aan het eerste eind en het tweede eind van het gestel respectievelijk eerste en tweede, elk voor het opnemen van tenminste één houder ingerichte platforms zijn aangebracht en eerste verplaatsingsmiddelen 5 voor het simultaan verplaatsen van die platforms van het ene opslagvak naar een ander opslagvak, waarbij de inrichting voorzien is van tweede verplaatsingsmiddelen voor het horizontaal verplaatsen van tenminste één houder vanaf het platform aan het eerste eind van het gestel naar 10 de houdersteunen van een gekozen opslagvak onder het verplaatsen van een of meer houders vertegenwoordigend eenzelfde houderlengte vanaf het gekozen opslagvak naar het platform aan het tweede eind van het gestel. De platforms hoeven hierbij slechts op en neer of heen en 15 weer langs de beide einden te worden bewogen, waardoor het bewegingsprofiel beperkt gehouden kan worden. De genoemde houderlengte is de lengte die een of meer houders innemen gezien in richting van het betreffende opslagvak. Het opslagvak blijft over de gehele lengte bezet met houders. 20 Met de opname van een houder in een opslagvak wordt tevens een houder aan het andere eind afgegeven.

De snelheid kan worden bevorderd indien beide platforms zijn ingericht voor het steunen van meer dan één houder.

25 De tweede verplaatsingsmiddelen kunnen tevens voorzien zijn voor het horizontaal verplaatsen van tenminste één houder vanaf het platform aan het tweede eind van het gestel naar de houdersteunen van een gekozen opslagvak onder het verplaatsen van een of meer houders 30 vertegenwoordigend eenzelfde houderlengte vanaf het opslagvak naar het platform aan het eerste eind van het gestel.

In een uitvoering is één van de opslagvakken ingericht voor het toelaten van een verplaatsing van de 35 door de houders daarvan gehouden artikelen in een richting dwars op het betreffende opslagvak voor afgifte en/of opname van artikelen aan respectievelijk vanuit de 4 inrichting. Aldus kan een (opslag)vak benut worden voor de invoer en/of een (opslag)vak benut worden voor de uitvoer, waardoor de compactheid wordt vergroot. Het uitvoervak kan bijvoorbeeld worden benut voor het samenstellen van 5 groepen artikelen, in een proces van orderverzameling.

Daarbij kunnen twee van de opslagvakken ingericht zijn voor het toelaten van een verplaatsing van de door de houders daarvan gehouden artikelen in een richting dwars op het betreffende opslagvak voor afgifte en/of opname van 10 artikelen aan respectievelijk vanuit de inrichting, waarbij de genoemde twee opslagvakken zich in een verschillende reeks bevinden. De invoer kan dan aan de andere kant van de inrichting zijn dan de uitvoer. Indien de houders uitneembaar zijn, bijvoorbeeld in een richting 15 dwars op het betreffende opslagvak, kunnen zij met artikel verder worden behandeld, maar dan moet wel een lege houder worden teruggeplaatst om de houders ook op het uitvoervak te kunnen blijven verplaatsen in langsrichting.

In een in een horizontaal vlak compacte uitvoering 20 vormen de eerste reeks opslagvakken een kolom waarin de opslagvakken boven elkaar zijn gelegen.

In een in een verticaal vlak compacte uitvoering vormen de eerste reeks opslagvakken een horizontale rij waarin de opslagvakken naast elkaar zijn gelegen.

25 De inrichting kan voorzien zijn van een automatische besturing, met een programeerbaar besturingssysteem voor sturing van de verplaatsingsmiddelen, waarbij het besturingssysteem geprogrammeerd is om de artikelen uitsluitend door het eerste platform te laten verplaatsen 30 langs de einden van de opslagvakken. Het besturingssysteem kan daarbij geprogrammeerd zijn om door het tweede platform uitsluitend lege houders te laten verplaatsen. De verdeling van de ingevoerde artikelen en verplaatsing van geladen houders vindt daarbij plaats aan het ene eind, 35 verplaatsing van lege houders aan het tegengestelde eind.

In aansluiting daaraan voorziet de uitvinding, vanuit een verder aspect, in een werkwijze voor het in opslag 5 houden van artikelen, waarbij de artikelen opgeslagen worden in een inrichting, welke inrichting omvat een gestel met een eerste reeks van langwerpige, parallel aan elkaar geplaatste opslagvakken die zich tussen een eerste 5 eind en een tweede eind van het gestel uitstrekken, voorts omvattend een aantal houders voor de artikelen, waarbij de opslagvakken voorzien zijn van houdersteunen waarop een aantal van de houders gesteund kan worden voor opslag van de artikelen, waarbij aan het eerste eind en het tweede 10 eind van het gestel respectievelijk een eerste en een tweede platform is aangebracht, waarbij een aangevoerd artikel op een houder wordt geplaatst en met de houder uitsluitend door het eerste platform naar een gekozen opslagvak wordt gebracht, de betreffende houder vanaf het 15 eerste platform op de houdersteunen van dat opslagvak wordt opgenomen onder het afgeven van een lege houder vanaf datzelfde opslagvak aan het tweede platform.

Voor het uit opslag halen van de artikelen worden, in een verdere uitvoering, het eerste platform en het tweede 20 platform naar een gekozen opslagvak gebracht en wordt een lege houder vanaf het tweede platform op de houdersteunen van dat opslagvak opgenomen onder het afgeven van een houder met artikel vanaf datzelfde opslagvak aan het eerste platform, waarna de houder met artikel door het 25 eerste platform naar een plaats wordt gebracht voor afgifte van het artikel.

Ook hier kan het tweede platform voor verticale verplaatsing van uitsluitend lege houders worden gebruikt.

De inrichting kan verder zijn vereenvoudigd indien de 30 tweede verplaatsingsmiddelen zijn voorzien op het eerste en/of het tweede platform. Er kan dan worden volstaan met één of twee exemplaren daarvan.

In een uitvoering van de inrichting grijpen de tweede verplaatsingsmiddelen direct aan op een houder die zich 35 bevindt aan het eind van de rij houders die zich bevindt op de opslagverdieping met beide platforms. In een eenvoudige uitvoering grijpen de tweede 6 verplaatsingsmiddelen daarbij aan op een houder die zich op een platform bevindt, in het bijzonder uitgevoerd zijn als duwer. Door de houder op het ene platform op de opslagverdieping te duwen wordt daarmee de houder aan het 5 andere eind op het andere platform geduwd.

In een compacte uitvoering met hoge opslagcapaciteit is het gestel voorzien van tenminste een tweede reeks van onderling parallelle, langwerpige opslagvakken die zich tussen een eerste eind en een tweede eind van het gestel 10 uitstrekken, waarbij de eerste en de tweede reeks boven of naast elkaar zijn opgesteld en de inrichting voorzien is van derde verplaatsingsmiddelen voor het simultaan en horizontaal verplaatsen van de platforms van een positie in lijn met een opslagvak van de ene reeks naar een 15 positie in lijn met een opslagvak van de tweede reeks.

Opgemerkt wordt dat de eerste en derde verplaatsingsmiddelen in een uitvoering gecombineerd kunnen zijn, voor het realiseren van een diagonale verplaatsing.

20 De houders hebben een lengte in de richting van het opslagvak die een enkelvoud of veelvoud is van een moduulmaat, waarbij de houders bij voorkeur een horizontale afmeting hebben in de richting van het opslagvak die een enkelvoud is van een moduulmaat: alle 25 houders hebben dan dezelfde lengte. Elk opslagvak kan dan een aantal van NI houders steunen, waarbij het aantal opslagvakken N2 bedraagt, waarbij het aantal houders in de inrichting tenminste NI x N2 + 1 bedraagt. Alle opslagvakken zijn dan bezet met houders, waarbij altijd 30 een houder vervangen kan worden op de hiervoor beschreven wijze. Bij voorkeur bedraagt het aantal houders in de inrichting tenminste NI x N2 + 2, waardoor een hogere snelheid bereikbaar is. Bij voorkeur bedraagt het aantal houders NI x N2 + N3, waarbij N3 het maximaal aantal 35 houders is dat een platform kan bevatten.

Indien één of meerdere van de houders een lengte hebben van een meervoud van de moduulmaat, dan kan bij een 7 gegeven aantal opslagvakken van N2 en een aantal moduulmaten van N4 per opslagvak, de totale lengte bezet door houders tenminste N2 x N4 +1 bedragen, bij voorkeur N2 x N4 + 2. Met N5 voor het maximum aantal moduulmaten 5 dat een platform kan bevatten komt een voorkeursuitvoering op een totale bezette lengte van N2 x N4 + N5.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het in opslag plaatsen en daaruit nemen van artikelen, waarbij de artikelen opgeslagen worden in 10 een inrichting, welke inrichting omvat een gestel met een groep van een aantal langwerpige, parallel geplaatste opslagvakken die zich tussen een eerste eind en een tweede eind van het gestel uitstrekken, voorts omvattend een aantal houders voor de artikelen, waarbij de opslagvakken 15 voorzien zijn van houdersteunen waarop een aantal van de houders gesteund kan worden voor opslag van de artikelen, waarbij aan het eerste eind en het tweede eind van het gestel respectievelijk een eerste en een tweede platform is aangebracht, waarbij een eerste en een tweede 20 aangevoerd artikel respectievelijk op een eerste en een tweede houder worden geplaatst en daarmee door het eerste platform naar althans één gekozen opslagvak worden gebracht, de houders vanaf het eerste platform op de houdersteunen van het althans ene gekozen opslagvak worden 25 opgenomen onder het afgeven van lege houders vanaf het althans ene gekozen opslagvak aan het tweede platform. Hierbij is het mogelijk dat de eerste houder op een eerste gekozen opslagvak wordt geplaatst en de tweede houder op een ander, tweede gekozen opslagvak. Aldus kan men de 30 aangevoerde artikelen sorteren naar bijvoorbeeld soort, waarbij een opslagvak dan toegewezen is aan een soort.

In een uitvoering zijn de eerste en de tweede gekozen opslagvakken op een verschillende hoogte gelegen. In een alternatieve of aanvullende uitvoering zijn de eerste en 35 tweede gekozen opslagvakken naast elkaar gelegen, waarbij het eerste platform en het tweede platform na het afgeven van de eerste houder horizontaal van het eerste gekozen δ opslagvak naar het tweede gekozen opslagvak verplaatst worden. Indien de beide opslagvakken daarbij op verschillende hoogte liggen dient natuurlijk ook nog een verticale verplaatsing uitgevoerd te worden.

5 De artikelen kunnen, in een verdere uitvoering, bij aanvoer worden geplaatst in de eerste en tweede houders wanneer deze zich bevinden op een invoervak dat opgenomen is in de groep, waarbij de eerste en tweede houders van het invoervak op het eerste platform worden gebracht onder 10 het vanaf het tweede platform afgeven van lege houders aan het invoervak. Daarbij kunnen de artikelen bij aanvoer in de eerste en tweede houders in het invoervak worden geplaatst volgens een in hoofdzaak horizontale invoerrichting dwars op een verticaal vlak dat de eerste 15 en tweede platforms bevat, in het bijzonder vanaf de voorzijde van de inrichting.

Voor op opslag volgende orderverzameling kunnen, in een verdere uitvoering, voor het uit opslag halen van een eerste en een tweede artikel die respectievelijk gehouden 20 zijn door eerste en tweede houders, het eerste platform en het tweede platform naar althans één gekozen opslagvak worden gebracht, lege houders vanaf het tweede platform op het althans ene gekozen opslagvak worden opgenomen onder het afgeven van de eerste en tweede houders aan het eerste 25 platform, waarna de eerste en tweede houders met artikelen door het eerste platform naar een plaats worden gebracht voor afgifte van de artikelen.

Hierbij kunnen artikelen van verschillende opslagvakken, in het bijzonder van verschillende soort, 30 worden verzameld, waartoe de eerste houder van een eerste gekozen opslagvak wordt opgenomen en de tweede houder van een ander, tweede gekozen opslagvak. Ook in dit geval kan er sprake van zijn dat de eerste en de tweede gekozen opslagvakken op een verschillende hoogte gelegen zijn 35 en/of naast elkaar gelegen zijn, zoals hiervoor beschreven.

Voor het verzamelen van de order kan, zoals hiervoor 9 opgemerkt, gebruik worden gemaakt van een uitvoervak van de inrichting, waarbij de eerste en tweede houders voor afgifte van de artikelen worden geplaatst op het uitvoervak dat opgenomen is in de groep, waarbij de eerste 5 en tweede houders van het eerste platform worden afgegeven aan het uitvoervak onder het vanaf het invoervak afgeven van lege houders aan het tweede platform. De artikelen voor uitvoer kunnen worden uitgenomen uit het uitvoervak volgens een in hoofdzaak horizontale invoerrichting dwars 10 op een verticaal vlak dat de eerste en tweede platforms bevat, bij voorkeur aan een achterzijde van de inrichting.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding waar sprake is van eerste en tweede houder voor eerste en tweede artikelen een uitvoering met meerdere houders, bijvoorbeeld drie, die 15 in verschillende opslagvakken worden geplaatst dan wel uit verschillende opslagvakken worden genomen, mede beoogd is.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een inrichting bestemd voor het groeperen en/of in voor orders verzamelen van producten, omvattend een opslagrek 20 met meerdere opslagvakken boven en naast elkaar met het kenmerk, dat deze opslagvakken geheel gevuld zijn met losse houders of productdragers, en dat aan de voor en achterzijde van deze opslagvakken verplaatsbare platforms, voorzien van een verplaatser, zoals een duwer of stoter, 25 voor een productdrager, welk platform tenminste één productdrager naar een vak verplaatst en deze in het vak schuift waardoor alle productdragers in dat vak worden doorgeschoven en tenminste één productdrager aan de andere zijde op het tegenoverliggende verplaatsbare platform wordt 30 geschoven

In een uitvoering hiervan dient één verplaatsbaar platform uitsluitend voor het opnemen, verplaatsen en induwen van één of meer van een product voorziene productdragers terwijl het andere verplaatsbare platform 35 uitsluitend dient voor het opnemen, verplaatsen en induwen van lege productdragers.

De verplaatsbare platforms kunnen zijn voorzien 10 van middelen om de op zich geheel of gedeeltelijk op het platform bevindende productdragers tegen de werkslagrichting van de stoter te verplaatsen. Het verplaatsingsmiddel kan daarbij worden gevormd door het 5 bovenvlak van de aandrijfriemen welke tevens dienen om de stoter te verplaatsen.

In een uitvoering fungeert tijdens het duwen van de productdragers in een vak de stoter op het tegenoverliggende platform als aanslag voor de door te 10 schuiven rij productdragers,

De inrichting volgens de uitvinding is vooral interessant voor de volgende toepassingen.

Orderverzameling. Hierbij worden batchgewijs identieke producten zoveel mogelijk in dezelfde 15 opslaglocatie ingevoerd. Vervolgens worden deze producten in kleinere eenheden gecombineerd met andere producten vanuit verschillende opslaglocaties afgegeven.

Groeperen. Hierbij worden producten welke in kleine eenheden binnenkomen afhankelijk van de bestemming 20 in diverse opslaglocaties ingevoerd. Vervolgens worden inkomende producten met dezelfde bestemming in dezelfde opslaglocatie ingevoerd. Is een groep met producten met identieke bestemming compleet dan kan deze batchgewijs worden afgegeven en bijv. vervolgens worden gepalletiseerd. 25 De uitvinding verschaft, vanuit een verder aspect, een systeem bestemd om ingaande productstroom te bufferen en vervolgens in een andere volgorde weer af te geven waarbij het systeem bestaat uit een opslagdeel met meerdere opslagvakken welke geheel gevuld zijn met houders 30 of productdragers met aan weerszijden van de opslagvakken een verplaatsbaar invoerapparaat waarbij het ene invoerapparaat dient voor het invoeren en verplaatsen van volle productdragers en het andere invoerapparaat in hoofdzaak dient voor het invoeren en verplaatsen van lege 35 productdragers, welke invoerapparaten in hoofdzaak in lijn met elkaar gehouden worden.

In het opslagrek zijn tenminste twee vanaf de 11 zijkant benaderbare opslagvakken waardoor producten kunnen worden ingevoerd en uigevoerd. Om producten makkelijk te kunnen plaatsen en afnemen zijn in een voorkeursuitvoering de productdragers slechts voorzien van een opstaande voor-5 en achterzijde. De zijkanten worden gevormd door de L vormige draagsteunen welke ter plaatse van het product invoer- en uitvoerpunt kunnen worden verlaagd.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze 10 aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich 15 zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 20 van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuren 1A-C respectievelijk een vooraanzicht, bovenaanzicht en zijaanzicht, schematisch, van een voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de 25 uitvinding;

Figuren 2A en 2B in zijaanzicht respectievelijk een proces van het opslaan van artikelen in de inrichting van figuren 1A-C en een proces van het orderverzamelen in de inrichting van figuren 1A-C; 30 Figuren 3A-C enige details van een voorbeeld van een proces van het overgeven van artikelen binnen een inrichting volgens de uitvinding; en

Figuur 4 een schematisch bovenaanzicht van een vergelijkbare voorbeelduitvoering van een inrichting 35 volgens de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

12

De in de figuren 1A~C weergegeven voorbeeld-inrichting 1 is in hoofdzaak kolomvormig en omvat een gestel 2 met aan twee langseinden twee liftschachten 3a,3b 5 en daartussen gedragen opslagvakken, hier opslagverdiepingen, 4, in dit voorbeeld 9 stuks, die in dit voorbeeld in drie kolommen zijn opgesteld. In elke liftschacht 3a,b is een platform 5a,b opgenomen, die door electromotoren 13a,b op en neer beweegbaar zijn, richting 10 A.

Elk platform 5a,b is ondersteund op een gestel 11a, b en omvat een bandtransporteur 8a,b, die aandrijfbaar is met electromotoren 12a,b. Op de banden 8a,b zijn duwers 9a,b bevestigd voor verplaatsing daarmee. De banden 8a,b 15 hebben een steunvlak van ongeveer 21, waarbij 1 de lengte van een houder 6 is, gemeten in hoofdrichting van een opslagverdieping 4, in dit voorbeeld overeen komend met een moduulmaat.

De gestellen 11a,b met platforms 5a,b zijn door 20 wielen 17a,b ondersteund op een gestel 10a,b, en zijn door op de platforms voorziene electromotoren, niet weergegeven, over rails 16a,b verplaatsbaar in de richting C.

Elke opslagverdieping 4 omvat twee steunprofielen 7, waarop een reeks houders 6 is ondersteund, op een wijze 25 makkelijk verschuifbaar in de richting B. De steunprofielen 7 hebben een steunlengte van nagenoeg een geheel aantal lengten 1 van de houder 6, in dit voorbeeld 121.

Voor de sturing van de genoemde electromotoren is een besturingseenheid 14 met programmeerbare computer 15 30 aanwezig.

De houders zijn voorzien van unieke identificatietekens, zoals een barcode. Voor het lezen van de barcodes zijn sensoren aanwezig, die werkzaam verbonden zijn met de besturingseenheid 14/computer 15. In de 35 besturingseenheid 14 kan een verband worden gelegd tussen een houder en een daarop geplaatst artikel, zodat precies bekend is op welke plaats in de inrichting zich een artikel 13 bevindt en welk artikel dat is.

Één van de opslagvakken 4 kan geschikt zijn voor invoer, bijvoorbeeld verdieping 4a, en één voor uitvoer, bijvoorbeeld verdieping 4b. De invoerverdieping 4a en de 5 uitvoerverdieping 4b kunnen aan tegengestelde hoofdzijden van de inrichting 1 gelegen zijn, zodat de richting van invoer V gelijk kan zijn aan de richting van uitvoer T, zie figuur 4.De invoer- en uitvoerverdiepingen zijn gelegen op een voor de bij het invoeren/uitvoeren betrokken persoon 10 ergonomisch gunstig niveau.

Bij de opslag van een groep gelijke artikelen Pi worden deze in de richting V in de houders 6 van invoerverdieping 4a geplaatst. De platforms 5a,b zijn op datzelfde niveau gebracht en in lijn met de invoerdieping 15 4a. Na het laden wordt de band 8b geactiveerd. Op de band 8b bevinden zich twee lege houder 6, op band 8a geen, zodat het totaal aantal houders op platforms en opslagverdiepingen 3x9x12 + 2 bedraagt. Door de duwer 9b worden deze houders 6 aan de rechterzijde op de 20 steunprofielen 7 van de invoerverdieping geduwd. Die duwkracht wordt via de houders 6 van die verdieping overgedragen op de twee meest linkse houders 6 die elk een artikel Pi dragen. Alle houders 6 schuiven daardoor op naar links, onder het afgeven van de twee geladen houders 6 aan 25 de band 8a, richting D2. De band 8a kan daarbij vrijlopen of synchroon worden aangedreven.

Nadat de beide houders 6 op de band 8a staan worden de platforms 5a,b geheven, richting E, naar de gekozen opslagverdieping 4. Wanneer die in een andere kolom 30 ligt zal ook verplaatsing in de richting C plaatsvinden.

Wanneer de platforms 5a,b in lijn zijn komen te liggen met de gekozen opslagverdieping 4, dan wordt de band 8a geactiveerd om de geladen houders 6 met duwer 9a naar rechts, richting Fl, te dwingen, op de steunprofielen 7 van 35 die verdieping. Als gevolg daarvan worden aan het rechtereind twee lege houders 6 op de band 8b geschoven, op vergelijkbare wijze als hiervoor omschreven voor het 14 linkereind. Nadat de geladen houders zijn afgegeven kunnen de platforms 5a, b weer naar beneden verplaatst worden, richting G, om weer in lijn gebracht te worden met de invoerverdieping 4a, waarna hetzelfde proces weer kan 5 beginnen. Dit kan herhaald worden zolang er nog lege houders zijn op de gekozen opslagverdieping. Daarna kan men een andere opslagverdieping benutten.

Indien de artikelen Pi verschillend zijn en op verschillende opslagverdiepingen moeten worden opgeslagen, 10 dan zal met het platform 5a eerste één artikel Pi worden afgegeven aan de ene gekozen opslagverdieping, en daarna het volgende, verschillende artikel op een andere gekozen opslagverdieping. Dit is bijvoorbeeld weergegeven in figuren 3A-C, waar het artikel b zojuist is afgegeven, maar 15 het afwijkend artikel c nog op de band 8a wordt gehouden. Zoals weergegeven kan men aan het eind van het afgeven de banden 8a,b enigszins tegengesteld laten aandrijven, om de houder 6 met artikel c en de lege houder op band 8b geheel vrij te maken van de opslagverdieping, alvorens de 20 platforms 5a,b te verplaatsen.

Het is ook mogelijk om opslagverdiepingen toe te wijzen aan bepaalde bestemmingen. Dan kunnen bijvoorbeeld gelijke artikelen Pi verdeeld worden over verschillende verdiepingen. Andere, afwijkende, artikelen Pi kunnen 25 daarna over dezelfde verdiepingen worden verdeeld, of over een deel daarvan. Aldus wordt op elke aangewezen verdieping een eigen verzameling artikelen samengebracht, ook wel gegroepeerd.

Voor het verzamelen van een order van

30 bijvoorbeeld artikelen Pu worden de platforms 5a,b in lijn gebracht met de gekozen opslagverdieping 4 (fig. 2B). Band 8b wordt vervolgens aangedreven om de lege houders 6 daarop met duwer 9b naar links te duwen, richting Hl. Aan het linkereind worden daardoor twee geladen houders 6 op de 35 band 8a gedwongen, richting H2. Vervolgens worden de platforms 5a,b neerwaarts verplaatst, richting I, totdat zij in lijn liggen, eventueel na verplaatsing in richting C

15 (fig. 1C), met uitvoerverdieping 4b. Daar wordt de band 8a geactiveerd, zodat door de duwer 9a de twee geladen houders 6 in de richting J1 op de steunprofielen 7 van de uitvoerverdieping 4b gedwongen worden. Aan het rechtereind 5 worden daardoor twee lege houders 6 op de band 8b geduwd, richting J2. Nadat de geladen houders zijn afgegeven aan de uitvoerverdieping 4b kunnen de platforms 5a,b weer naar boven verplaatst worden, richting K, om weer in lijn gebracht te worden met de verdieping waar de artikelen 10 weggenomen moeten worden, waarna hetzelfde proces weer kan beginnen.

Wanneer de order klaar is, of ruimte moet worden gemaakt, kunnen de artikelen Pu in de richting T worden uitgenomen van de uitvoerverdieping 4b, via doorgang 20.

15 Het is ook mogelijk om een order van verschillende artikelen te maken, waartoe dan van verschillende opslagverdiepingen op de beschreven wijze artikelen worden afgenomen en op de uitvoerverdieping worden geplaatst.

20 In het voornoemde geval van groeperen van artikelen op aangewezen verdiepingen heeft de verzameling al plaatsgevonden en kan men bijvoorbeeld de gehele groep van een verdieping in stappen overbrengen naar de uitvoerverdieping.

25 Opgemerkt wordt dat de houders in plaats van met enkelvoudige artikelen ook geladen kunnen worden met een meervoud van artikelen, of een combinatie van artikelen, bijvoorbeeld een pakket op een patiënt afgestemde medicijnen.

30 Opgemerkt wordt verder dat de houders 6 ook meervoudig uitgevoerd kunnen zijn, met meerdere vakken.

Voor vergemakkelijking van verplaatsing in een richting dwars op de hoofdrichting van een opslagvak kunnen de houders in hoofdzaak U-vormig zijn, waarbij de beben 35 opstaande randen of wanden vormen die dwars op genoemde hoofdrichting staan.

Ter illustratie van de aanvoer is in figuur 4 16 voor de inrichting 101, die in principe overeenkomst met inrichting 1, een aanvoertransporteur 150 opgesteld, waarop meervoudige houders 106 met vier vakken a-d. De vuiler plaatst de artikelen (richting S) in een lege houder 106, 5 die aankomt in richting Wl. De geladen houder 106 loopt, richtingen W2,W3, naar de plaats van invoer, waar een niet weergegeven stoter de artikelen in de richting V afgeeft aan een houder 106 op invoerverdieping 104a. Op de hiervoor beschreven wijze komt die houder 106 later dan op platform 10 105a terecht, die in dit voorbeeld bij wijze van voorbeeld ingericht is voor steun van één houder 106.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te 15 beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

1 0 3 6 5 1 2

Claims

1. Inrichting voor het opslaan van artikelen en het daaruit formeren van groepen artikelen, omvattend een gestel met een eerste reeks onderling parallelle langwerpige opslagvakken die zich tussen een eerste eind 5 en een tweede eind van het gestel uitstrekken, voorts omvattend een aantal houders, zoals dragers, voor de artikelen, waarbij de opslagvakken voorzien zijn van houdersteunen waarop een aantal van de houders gesteund kan worden voor opslag van de artikelen, waarbij aan het 10 eerste eind en het tweede eind van het gestel respectievelijk eerste en tweede, elk voor het opnemen van tenminste één houder ingerichte platforms zijn aangebracht en eerste verplaatsingsmiddelen voor het simultaan verplaatsen van die platforms van het ene opslagvak naar 15 een ander opslagvak , met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is van tweede verplaatsingsmiddelen voor het horizontaal verplaatsen van tenminste één houder vanaf het platform aan het eerste eind van het gestel naar de houdersteunen van een gekozen opslagvak onder het 20 verplaatsen van een of meer houders vertegenwoordigend eenzelfde houderlengte vanaf het gekozen opslagvak naar het platform aan het tweede eind van het gestel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de tweede verplaatsingsmiddelen tevens voorzien zijn voor het 25 horizontaal verplaatsen van tenminste één houder vanaf het platform aan het tweede eind van het gestel naar de houdersteunen van een gekozen opslagvak onder het verplaatsen van een of meer houders vertegenwoordigend eenzelfde houderlengte vanaf het opslagvak naar het 30 platform aan het eerste eind van het gestel.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de beide platforms zijn ingericht voor het steunen van meer dan één houder. 1 03 6 ΰ 12

4. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1 of volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting voorzien is van middelen voor het horizontaal verplaatsen van een houder van een platform naar de 5 houdersteunen van een gekozen opslagvak onder het opnemen van een houder van dat opslagvak door het andere platform, waarbij althans één van de opslagvakken ingericht is voor het toelaten van een verplaatsing van de door de houders daarvan gehouden artikelen in een richting dwars op het 10 betreffende opslagvak voor afgifte en/of opname van artikelen aan respectievelijk vanuit de inrichting.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij tenminste twee van de opslagvakken ingericht zijn voor het toelaten van een verplaatsing van de door de houders 15 daarvan gehouden artikelen in een richting dwars op het betreffende opslagvak voor afgifte en/of opname van artikelen aan respectievelijk vanuit de inrichting, waarbij de genoemde twee opslagvakken zich in een verschillende reeks bevinden.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de houders uitneembaar zijn in een richting dwars op het betreffende opslagvak.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van een programeerbaar 25 besturingssysteem voor sturing van de verplaatsingsmiddelen, waarbij het besturingssysteem geprogrammeerd is om de artikelen uitsluitend door het eerste platform te laten verplaatsen langs de einden van de opslagvakken.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het besturingssysteem geprogrammeerd is om door het tweede platform uitsluitend lege houders te laten verplaatsen.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede verplaatsingsmiddelen zijn 35 voorzien op het eerste en/of het tweede platform.

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede verplaatsingsmiddelen direct aangrijpen op een houder aan het eind van de rij houders die zich bevindt op het opslagvak met beide platforms.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de tweede verplaatsingsmiddelen aangrijpen op een houder die 5 zich op een platform bevindt, in het bijzonder uitgevoerd zijn als duwer.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het gestel voorzien is van tenminste een tweede reeks van onderling parallelle, langwerpige 10 opslagvakken die zich tussen een eerste eind en een tweede eind van het gestel uitstrekken, waarbij de eerste en de tweede reeks boven of naast elkaar zijn opgesteld en de inrichting voorzien is van derde verplaatsingsmiddelen voor het simultaan verplaatsen van de platforms van een 15 positie in lijn met een opslagvak van de ene reeks naar een positie in lijn met een opslagvak van de tweede reeks.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houders een horizontale afmeting hebben in de richting van het opslagvak die een enkelvoud 20 of veelvoud is van een moduulmaat.

14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de houders een horizontale afmeting hebben in de richting van het opslagvak die een enkelvoud is van een moduulmaat en waarbij elk opslagvak een aantal van NI houders steunt en 25 het aantal opslagvakken N2 bedraagt, waarbij het aantal houders in de inrichting tenminste NI x N2 + 1 bedraagt, bij voorkeur tenminste Nl x N2 + 2 bedraagt.

15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, waarbij de houders een horizontale afmeting hebben in de richting 30 van het opslagvak die een enkelvoud is van een moduulmaat en waarbij elk opslagvak een aantal van Nl houders steunt, het aantal opslagvakken N2 bedraagt en het maximum aantal door een platform te bevatten houders N3 bedraagt, waarbij het aantal houders in de inrichting tenminste Nl x 35 N2 + N3 bedraagt.

16. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij één of meerdere van de houders een lengte heeft van een meervoud van de moduulmaat, waarbij bij een gegeven aantal opslagvakken van N2 en een aantal moduulmaten van N4 per opslagvak, de totale lengte bezet door houders tenminste N2 x N4 +1 bedraagt, bij voorkeur N2 x N4 + 2.

17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij het maximum aantal moduulmaten dat een platform kan bevatten N5 bedraagt en de een totale lengte bezet door de houders N2 x N4 + N5 bedraagt.

18. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1, 10 waarbij de inrichting voorzien is van middelen voor het horizontaal verplaatsen van een houder vanaf een platform naar de houdersteunen van een gekozen opslagvak, waarbij de houders een horizontale afmeting hebben in de richting van het opslagvak die een enkelvoud is van een moduulmaat, 15 waarbij elk opslagvak een aantal van NI houders steunt en het aantal opslagvakken N2 bedraagt, waarbij het aantal houders in de inrichting tenminste NI x N2 + 1 bedraagt, bij voorkeur tenminste Nl x N2 + 2 bedraagt.

19. Inrichting volgens de aanhef van conclusie 1, 20 waarbij de inrichting voorzien is van middelen voor het horizontaal verplaatsen van een houder vanaf een platform naar de houdersteunen van een gekozen opslagvak, waarbij de houders een horizontale afmeting hebben in de richting van het opslagvak die een enkelvoud is van een moduulmaat, 25 waarbij elk opslagvak een aantal van Nl houders steunt, het aantal opslagvakken N2 bedraagt en het maximum aantal door een platform te bevatten houders N3 bedraagt, waarbij het aantal houders in de inrichting tenminste Nl x N2 + N3 bedraagt.

20. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste reeks opslagvakken een kolom vormt waarin de opslagvakken boven elkaar zijn gelegen.

21. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste reeks opslagvakken een 35 horizontale rij vormt waarin de opslagvakken naast elkaar zijn gelegen.

22. Werkwijze voor het in opslag houden van artikelen, waarbij de artikelen opgeslagen worden in een inrichting, welke inrichting omvat een gestel met een eerste reeks van langwerpige, parallel aan elkaar geplaatste opslagvakken die zich tussen een eerste eind en 5 een tweede eind van het gestel uitstrekken, voorts omvattend een aantal houders voor de artikelen, waarbij de opslagvakken voorzien zijn van houdersteunen waarop een aantal van de houders gesteund kan worden voor opslag van de artikelen, waarbij aan het eerste eind en het tweede 10 eind van het gestel respectievelijk een eerste en een tweede platform is aangebracht, waarbij een aangevoerd artikel op een houder wordt geplaatst en met de houder uitsluitend door het eerste platform naar een gekozen opslagvak wordt gebracht, de betreffende houder vanaf het 15 eerste platform op de houdersteunen van dat opslagvak wordt opgenomen onder het afgeven van een lege houder vanaf datzelfde opslagvak aan het tweede platform.

23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij voor het uit opslag halen van de artikelen het eerste platform en 20 het tweede platform naar een gekozen opslagvak worden gebracht en een lege houder vanaf het tweede platform op de houdersteunen van dat opslagvak wordt opgenomen onder het afgeven van een houder met artikel vanaf dat opslagvak aan het eerste platform, waarna de houder met artikel door 25 het eerste platform naar een plaats wordt gebracht voor afgifte van het artikel.

24. Werkwijze volgens conclusie 22 of 23, waarbij het tweede platform voor verplaatsing van uitsluitend lege houders wordt gebruikt.

25. Werkwijze voor het in opslag plaatsen en daaruit nemen van artikelen, waarbij de artikelen opgeslagen worden in een inrichting, welke inrichting omvat een gestel met een groep van een aantal langwerpige, parallel aan elkaar geplaatste opslagvakken die zich tussen een 35 eerste eind en een tweede eind van het gestel uitstrekken, voorts omvattend een aantal houders voor de artikelen, waarbij de opslagvakken voorzien zijn van houdersteunen waarop een aantal van de houders gesteund kan worden voor opslag van de artikelen, waarbij aan het eerste eind en het tweede eind van het gestel respectievelijk een eerste en een tweede platform is aangebracht, waarbij een eerste 5 en een tweede aangevoerd artikel respectievelijk op een eerste en een tweede houder worden geplaatst en daarmee door het eerste platform naar althans één gekozen opslagvak worden gebracht, de houders vanaf het eerste platform op de houdersteunen van het althans ene gekozen 10 opslagvak worden opgenomen onder het afgeven van lege houders vanaf het althans ene gekozen opslagvak aan het tweede platform.

26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij de eerste houder op een eerste gekozen opslagvak wordt 15 geplaatst en de tweede houder op een ander, tweede gekozen opslagvak.

27. Werkwijze volgens conclusie 26, waarbij het eerste en het tweede gekozen opslagvak op een verschillende hoogte gelegen zijn.

28. Werkwijze volgens conclusie 26 of 27, waarbij het eerste en het tweede gekozen opslagvak naast elkaar gelegen zijn, waarbij het eerste platform en het tweede platform na het afgeven van de eerste houder horizontaal van het eerste gekozen opslagvak naar het tweede gekozen 25 opslagvak verplaatst worden.

29. Werkwijze volgens één der conclusies 25-28, waarbij de artikelen bij aanvoer worden geplaatst in de eerste en tweede houders wanneer deze zich bevinden op een invoervak dat opgenomen is in de groep, waarbij de eerste 30 en tweede houders van het invoervak op het eerste platform worden gebracht onder het vanaf het tweede platform afgeven van lege houders aan het invoervak.

30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij de artikelen bij aanvoer in de eerste en tweede houders in 35 het invoervak worden geplaatst volgens een in hoofdzaak horizontale invoerrichting dwars op een verticaal vlak dat de eerste en tweede platforms bevat.

31. Werkwijze volgens conclusie 30, waarbij de invoer plaats vindt vanaf één voorzijde.

32. Werkwijze volgens één der conclusies 25-31, waarbij voor het uit opslag halen van een eerste en een 5 tweede artikel die respectievelijk gehouden zijn door eerste en tweede houders, het eerste platform en het tweede platform naar althans één gekozen opslagvak worden gebracht, lege houders vanaf het tweede platform op het althans ene gekozen opslagvak worden opgenomen onder het 10 afgeven van de eerste en tweede houders aan het eerste platform, waarna de eerste en tweede houders met artikelen door het eerste platform naar een plaats wordt gebracht voor afgifte van de artikelen.

33. Werkwijze volgens conclusie 32, waarbij de 15 eerste houder van een eerste gekozen opslagvak wordt opgenomen en de tweede houder van een ander, tweede gekozen opslagvak.

34. Werkwijze volgens conclusie 33, waarbij het eerste en het tweede gekozen opslagvak op een 20 verschillende hoogte gelegen zijn.

35. Werkwijze volgens conclusie 33 of 34, waarbij de eerste en tweede gekozen opslagvakken naast elkaar gelegen . zijn, waarbij het eerste platform en het tweede platform na het opnemen van de eerste houder horizontaal van het 25 eerste gekozen opslagvak naar het tweede gekozen opslagvak verplaats worden.

36. Werkwijze volgens één der conclusies 32-35, waarbij de eerste en tweede houders voor afgifte van de artikelen worden geplaatst op een uitvoervak dat opgenomen 30 is in de groep, waarbij de eerste en tweede houders van het eerste platform worden afgegeven aan het uitvoervak onder het vanaf het invoervak afgeven van lege houders aan het tweede platform.

37. Werkwijze volgens conclusie 36, waarbij de 35 artikelen voor uitvoer worden uitgenomen uit het uitvoervak volgens een in hoofdzaak horizontale invoerrichting dwars op een verticaal vlak dat de eerste i en tweede platforms bevat, bij voorkeur aan een achterzijde van de inrichting.

38. Werkwijze volgens één der conclusies 22-37, waarbij de afgifte van een houder van een platform 5 plaatsvindt door uitoefening van een duwkracht op die houder, waarbij die duwkracht wordt aangewend voor het aan het andere platform afgeven van een houder.

39. Werkwijze volgens één der conclusies 22-38, waarbij voor elke van het eerste platform, door een vak 10 opgenomen, van een artikel voorziene houder één lege houder van hetzelfde vak wordt afgegeven aan het tweede platform.

40. Werkwijze volgens conclusie 23 of één der conclusies 32-39, wanneer afhankelijk van conclusie 30, 15 waarbij voor elke van het tweede platform, door een opslagvak opgenomen lege houder één, van een artikel voorziene houder van hetzelfde opslagvak wordt afgegeven aan het eerste platform.

41. Werkwijze volgens conclusie 23 of één der 20 conclusies 32-40, wanneer afhankelijk van conclusie 32, waarbij een groep houders met artikelen wordt samengebracht in een groep bestemd voor uitvoer, waarbij de houders met artikelen afkomstig zijn van verschillende opslagvakken.

43. Werkwijze volgens één der conclusies 22-41, waarbij de aangevoerde artikelen met houders geplaatst worden in verschillende opslagvakken, in het bijzonder naar soort of gebruiksbestemming van de artikelen.

44. Inrichting voorzien van een of meer van de in de 30 bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

45. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1036512