NL8100826A - Verpakkingsmachine voor gemakkelijk beschadigbare, bolvormige waren, in het bijzonder fruit. - Google Patents

Description

II.o. 29927 1 % *

Verpakkingsmachine voor gemakkelijk besehadigbare, bol-vomige afzonderlijke waren, in het bijzonder fruit.

Zoals bekend is het verpakken het meest arbeidsintensieve proces bij het verwerken van fruit. Het oppakken van voor beschadiging zeer gevoelige vruchten en het inleggen ervan in de verpakking vergt zorgvuldigheid en opmerk-5 zaamheid; de productiviteit van de verpakkingsarbeid is buitengewoon laag. Daardoor draagt het verpakken aanzienlijk bij tot een verhoging van de totale kosten van de verwerking.

De belangrijkste kwaliteitseisen aan het huidige ver-10 pakkingsproces luiden: - Ongeschonden waarde van het bestand van de verpakte waren, en - Ivlaximale ruimte-benutting van de embalage.

Deze beide voorwaarden bepalen de wijze waarop de verpakking 15 ruimtelijk optimaal moet worden benut, de configuratie van de verpakte waren in de omhulling en de technologie van het verpakkingsproces.

De werkwijze en de constructie van bekende verpakkingsmachines zijn kortweg de volgende: het te verpakken pro-20 duet wordt door een bandtransporteur naar het verpakkingsmateriaal (draagkist, houder, doos) getransporteerd waarin het product vis een glijbaan terecht komt. Door de opbouw van de glijbaan wordt de transportsnelheid van de produkten verminderd tot een zo geringe waarde dat de afzonderlijke 25 waren bij de botsing met de verpakkingswand of bij onderlinge botsingen slechts van minimale beschadigingen te lijden kunnen hebben. Verpakkingsmachines van dit type kunnen niet totaal aan de gestelde kwaliteitsvoorwaarden voldoen: zonder hulp met de hand wordt het volume van de 30 verpakking ontoereikend benut; en het onbeschadigd blijven van de gemakkelijk beschadigbare waar wordt niet voldoende gewaarborgd. Bijzonder groot is het beschadigingsgevaar wanneer het product in het,bijzonder hoge verpakking, een kist of een houder in een aantal lagen moet worden onderge-35 bracht, omdat in dergelijke gevallen het product van grotere hoogte op de bodem van de houder respectievelijk op de daarin reeds aanwezige vruchten valt.

8 1 0 08 2 6 2

Het opheffen van deze nadelen is het doel van al die varianten van het hovengenoemde type verpakkingsmachine, waarbij de transportband respectievelijk de glijbaan zodanig kan bewegen dat de hoogte van de productafgifte tijdens het verpakkingsproces praktisch constant blijft. Dat is bijvoorbeeld een kenmerk van de verpakkingsmachine die onder de type-aanduiding "LT" in de handel verkrijgbaar is. Alhoewel deze variant de beschadiging van de producten iets vermindert, kan ze toch niet voldoen aan de eisen die aan huidige verpakkingen worden gesteld.

Een veel beter resultaat bereikt men bij toepassing van die verpakkingsmachines, die werken met pneumatische grijpers, en waarbij de grijporganen bestaan uit klokken van rubber of een ander elastisch materiaal, die van bovenaf over elk van de te verpakkén vruchten worden gestulpt. Wordt vervolgens de lucht uit de grijpklok afgezogen, dan ontstaat een vacuüm waarmee het op te pakken stuk fruit wordt opgetild en in de houder kan worden gezet. Bij het opheffen van het vacuüm worden de vruchten vrijgegeven en de cyclus kan worden herhaald, en door het inbrengen van nieuwe lagen zolang worden herhaald totdat de houder gevuld is. Het laagsgewijze inleggen waarborgt een betere ruimtebenutting van de verpakking en maakt het bovendien mogelijk om tussen, de afzonderlijke lagen scheidingsmateriaal (verpakkings-papier, bijvoorbeeld "tray-pack"-vellen) in te leggen, die dan voor een verdere bescherming van het product tijdens het transport zorg dragen. Een dergelijke verpakkingsmachine is bijvoorbeeld het in de handel onder de type-aanduiding "EMC" verkrijgbare apparaat uit de U.S.A. Dit apparaat is geschikt voor het verpakken van sinaasappelen en derge- . lijke en werkt volgens hetzelfde principe als eierverpak-kingsmachines, en zelfs als die automaten, die zorgen voor het transport van glazen peren voor gloeilampen en andere glazen bollen. Een dergelijke verpakkingsmachine is beschreven in de verhandeling "Processing a flood of fresh fruit" in de USA uitgave: "EMC-Progress" (winter 1975/1976), als ook in het Amerikaanse tijdschrift "Western Eruit Grower" (januari 1966, biz. 54)·

Deze inrichtingen werken tevredenstellend in al die gevallen, waarbij het oppervlak van de afzonderlijk te ver- 81 0 08 2 6 3 pakken vruchten een voor pneumatisch aangrijpen geschikt gelijkmatig glad oppervlak vertoont en de vrucht of het afzonderlijke product het opgewekte vacuüm kan verdragen zoals in de bovengenoemde voorbeelden het geval is. Hebben 5 ze echter aan het oppervlak uitstulpingen (builen) of verdiepingen, of andere onregelmatigheden die een bepaalde maat overschrijden, zoals bijvoorbeeld bij appels vaak voorkomt, of kan het vacuüm de vruchten beschadigen, zoals bijvoorbeeld bij perzikken, dan kan deze pneumatische verpak-10 kingsmethode in dergelijke gevallen niet worden toegepast.

Het doel van de uitvinding is nu deze nadelen op te heffen.

De uitvinding heeft derhalve ten doel een dusdanige verpakkingsmachine te verschaffen waarmee het mogelijk is 15 om onbeschadigd bolvormige waren, in hoofdzaak vruchten, te verpakken en een productiviteit te bereiken die aanzienlijk hoger is dan de productiviteit bij alle tot nu toe bekende oplossingen.

De basisgedachte van de uitvinding berust op het in-20 zicht dat het gestelde probleem kan worden opgelost wanneer de afzonderlijke vruchten of producten van de te verpakken waar van onderen worden aangepakt, zodat er behalve hun eigen gewicht geen verdere kracht op inwerkt.

De verpakkingsmachine volgens de uitvinding is een 2p verdere ontwikkeling van die bekende verpakkingsmachine die tenminste twee beweegbare en van twee grijporganen voorziene grijpkoppen bevat alsmede een inrichting voor het verder geleiden van de waar. Het wezen van de uitvinding bestaat nu daarin dat de inrichting voor het verder 39 voeren van de waar aan zijn uitwerpeinde een warenïnlc-op-afzet-ordeningsinrichting bevat, en verder de grijporganen (die de afzonderlijke producten omvatten) zijn uitgevoerd als elementen die tussen de producten kunnen worden neergelaten en ter ondersteuning van de 'waren van onderaf aan 35 de onderste uiteinden uitbreidbaar respectievelijk ontvouw-baar respectievelijk gedeeltelijk onder de waren verschuifbaar uitgevoerd zijn.

Het deze maatregelen wordt deels een beschermende warehbehandeling verzekerd, waarbij de grijpereenheden ongevoelig zijn voor onregelmatigheden aan het oppervlak van de 8 1 0 082 6 40 4 waar, en deels door het voorafgaande sorteren van de te verpakken waar wordt ook de werkingsgraad van de verpakkingsmachine aanzienlijk verhoogd.

Doelmatig is een uitvoering, waarbij elke grijpereen-heid een vertikale huls en een daarin axiaal verschuifbare stang hezit, waarbij de hulzen en het onderste uiteinde van de stang met elkaar zijn verbonden en tenminste de huls boven de onderste punt voorzien is van langssleuven. Ook is een uitvoering moge lijk waarbij het onderuiteinde van de stangen is opgesplitst en samen met de ook tot in de punt van de huls doorlopende sleuven, verlengelementen vormen. Voor het werken met de grijpeenheden zijn de hulzen aangesloten aan een grondplaat van de grijperkop, de stangen zijn echter bevestigd aan een bedieningsplaat die ten opzichte van de grondplaat in vertikale richting kan worden bewogen. Deze oplossing maakt een zeer eenvoudige uitvoering en fa-brikage van de verpakkingsmachine mogelijk.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de grijper-eenheden is elke grijper voorzien van een inwendige holle ruimte waarvan het onderuiteinde uitzetbaar is respectievelijk als ontvouwbaar element is uitgevoerd. Bij deze grijpers is de inwendige holle ruimte verbonden met een druk-mediumbron.

De grijpers van de grijpkop kunnen volgens de uitvinding in rijen dusdanig worden gecombineerd dat hun hulzen als gemeenschappelijk foudraal, de stangen echter in het fou-draal vertikaal verschuifbaar als gemeenschappelijke plaat zijn uitgevoerd. Het foudraal is in dit geval natuurlijk weer met de grondplaat van de grijpkop en de plaat met de bedieningsplaat van de grijpkop verbonden.

Een grijper kan op zeer eenvoudige wijze, bijvoorbeeld als twee V-vormige elastische platen uitgevoerd zijn, waarbij de benen van de V-vormige plaat opwaarts zijn gepositioneerd en elk van de benen aansluit op een neerwaarts gekeerd U-vormig element, waarbij de relatieve hoogten van deze ïï-elementen veranderlijk is.

Voor een totale mechanisering van het inlopen, af-zetten en ordenen van de waren respectievelijk voor het automatiseren van deze handelingen moet de inrichting voor het uitvoeren van het ordeningsproces in een onder de in- 8 1 0 08 2 6 * * 5 richting gelegen vlak worden voorzien van een verschuifbaar sorteertablet voor het verder transporteren van de waren, welk sorteertablet voorzien is van richtnesten voor de waren. Verder heeft deze inrichting inloopplaten 5 aan de uiteinden ’waarvan een dwars geplaatste blokkeer-dam is bevestigd. Achter de blokkeerdam zijn in lijn met de inloopplaten afbuigplaten aangebracht die om een vertikale as draaibaar zijn. De blokkeerdam en de afbuigplaten werken samen met aan het sorteertablet bevestigde stuurbaren.

10 De uitvinding zal in het volgende aan de hand van de bijgaande figuren, waarin uitvoeringsvoorbeelden van de verpakkingsmachine volgens de uitvinding zijn getoond, nader worden beschreven.

Figuur 1 toont in perspectief een uitvoeringsvoorbeeld 15 van een verpakkingsmachine volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een detail van de verpakkingsmachine uit figuur 1 in bovenaanzicht.

Figuur 3 en figuur 4 tonen een eerste uitvoeringsvorm van de grijpkop van de verpakkingsmachine in figuur 1 in 20 uitgangspositie en in bedrijfspositie.

Figuren 5 en 6 tonen details van een tweede uitvoeringsvorm van de grijpkop van de verpakkingsmachine in uitgangspositie en in bedrijf spositie.

25 30

De figuren 7 en S tonen een derde uitvoeringsvoorbeeld van de grijpkop volgens de uitvinding in uitgangspositie en in bedrijf spositie.

Figuren 9 en 10 tonen een vierde uitvoeringsvoorbeeld van de grijpkop volgens de uitvinding in uitgangspositie en in bedrijf spositie.

De figuren 11 en 12 tonen een vijfde uitvoeringsvoorbeeld van de grijpkop volgens de uitvinding in uitgangspositie en in bedrijf spositie.

Figuur 13 toont een verdere variant van details van de grijpkop volgens de uitvinding in perspectief.

35 In de figuren zijn gelijke onderdelen met gelijke refe- rentienummers aangeduid.

Ooals blijkt uit figuur 1 heeft de verpakkingsmachine een gestel 1, dat voorzien is van een grijpkop 2. De grijpkop 2 heeft vertikale geleidingselenenten 35 waarlangs ze met behulp vaneen werkcylinder 4 heen en weer kan worden 81 0 03 2 6 40 6 bewogen. De werkcylinder 4 is bevestigd aan een glijbeugel 6, terwijl de zuigerstang ervan aangesloten is op een op-hangelement 5· De glijbeugel 6 kan over de horizontale geleidingselementen 7 van liet gestel samen met de werkcylinder 8 heen en weer worden verschoven. In het ophang-element 5 is een verdere werkcylinder 9 van onder af aangesloten, en het onderste uiteinde ervan is verbonden met een bedieningsplaat 10 van de grijpkop 2, terwijl de zuigerstang daarentegen via een in de tekening niet weergegeven opening in de bedieningsplaat 10 verbonden is met een grondplaat 11 van de grijpkop 2. Door bediening van de tweevoudig werkende werkcylinder 9 kan derhalve de relatieve positie tussen ae bedieningsplaat 10 en de grondplaat 11 worden veranderd. De grijpkop 2 is voorzien van grijpers 12, op deatils waarvan naderhand nog wordt ingegaan.

De verpakkingsmachine heeft een warendoorvoerapparaat 13, dat in het onderhavige geval op bekende wijze uitgevoerd is als een reeks van staven die in een golflijn worden bewogen. Deze staven ontvangen de waren, in het onderhavige geval vooraf geklasseerde appels, vanaf een transportband 14 via een glijbaan 15·

Volgens de uitvinding is het warendoorvoerapparaat 13 aan zijn afgifte uiteinde voorzien van een inloop-afzet-ordeningsinrichting 16. Deze bezit in het geïllustreerde uitvoeringsvoorbeeld boven het transportvlak van het apparaat 13 in langsrichting geplaatste inloopplaten 17, aan de uiteinden waarvan een dwarsgericht geplaatste doorlopende optilbare blokkeerdam 18 is aangebracht en verder in lijn met de^oopplaten 17 achter de blokkeerdam 18 geplaatste afbuigplaten 19. De afbuigplaten 19 zijn rond de vertikale as draaibaar. Bovendien heeft de warenordenings-inrichting 16 een sorteertablet 20, dat horizontaal onder de stavenreeks van het doorvoerapparaat 13 kan'worden geschoven respectievelijk van daaruit met een bepaalde snelheid door een niet in detail weergegeven aandrijving, bijvoorbeeld door een tweevoudig werkende werkcylinder, kan worden verschoven. Het sorteertablet 20 is op horizontale geleidingselementen 21 verschuifbaar gelagerd en terwille van het uitrichten van de appels voorzien van nesten 22.

In het onderhavige geval zijn de op elkaar volgende rijen 81 0 08 2 6 η ( van nesten 22 telkens over de halve tussenafstand verschoven aangebracht.

Yolgens de uitvinding werken de blokkeerdan 18 en de afbuigplaten 19 samen met de stuurbanen 23 respectievelijk 5 24·, die samen net het sorteertablet 20 kunnen worden be wogen. Se stuurbaar 23 bevindt zich in het onderhavige geval in gedwongen verbinding met een aan de blokkeerdan 13 aangesloten rol 25· Se blokkeerdam 18 wordt dopr een drukveer 26 in zijn benedenwaartse positie gedwongen. Se 10 stuurbaar 24· werkt samen met een rol 28 van een dwarsstang 27 die de assen van de afbuigplaat 19 met elkaar verbindt. Yolgens de geïllustreerde geleiding van de stuurbaar 24-wordt door de rol 28 de stang 27 in horizontale richting bewogen, waardoor de afbuigplaten 19 vanuit de in figuur 2 15 met getrokken lijnen getoonde posities worden afgebogen naar de met gestippelde lijnen getoonde posities. Het andere uiteinde van de stang 27 wordt belast met een trekveer 29. Bij de gestuurde bewegingen van de afbuigplaten 19 kunnen zodoende de opeenvolgend verder geschoven appels gestuurd 20 worden naar de nesten 22 van het verder naar voren geschoven s orteertablet.

In het werkgebied van de grijpkop 2 is onder aan het gestel 1 een verpakkingsdraaieenheid 30 aangebracht, die voorzien is van zijdelingse geleidingselementen 31, een aan-25 slag 52, alsmede een niet in detail weergegeven draaiaan-drijvlng en een met een pedaal 33 bediehoaar houderkipne-chanisne. De draaiaandrijving maakt een verdraaiing over 180° rond de vertikale as moge lijk. Dat is nodig om ervoor te zorgen dat elke laag appels verschoven over telkens een 30 halve tussenafstand een plaats vindt in de houder, waardoor de benutting van de ruimte in de houder aanzienlijk wordt verbeterd. Als houder is hier een kist 3^ geïllustreerd. Op de verpakkingsdraaieenheid 30 is een schuin verlopende rollenbank 35 aangesliten. Sussen de eenheid 30 en het 35 sorteertablet 20 zijn opgestapelde vellen tussenlaagpapier 36 klaar gezet.

De verschuivingsweg van het sorteertablet 20 is zo danig bepaald dat in de ene naar voren geschoven eindpositie het gehele actieve oppervlak ervan vrij ligt en in de ingescho- 4-0 ven tweede eindpositie het tablet zich geheel onder het 8 1 0 08 2 6 8 warendoorvoerapparaat 13 bevindt.

Volgens de uitvinding bestaan de grijpers 12 van de grijpkop 2 bij de uitvoering volgens de figuren 1-4 uit ver-tikale buizen 37 en daarin verschuifbaar aangebrachte 5 stangen 38. Het onderuiteinde van de hilzen 37 is in Het onderhavige' geval telkens opgesplitst in drie delen, waardoor de uitsteeksels 39 (figuur 4) ontstaan. Het onderste uiteinde van de stangen 38 is eveneens in drie delen gesplitst. De uiteindaavan de op deze wijze gerealiseerde uit-10 steeksels 40 zijn verbonden met de uiteinden van de uitsteeksels 39 van de hulzen 37 en vormen daarmee de punten 41. De bovenuiteinden van de hulzen 37 zijn aangesloten aan de grondplaat 11 en de bovenuiteinden van de stangen zijn echter bevestigd aan de bedieningsplaat 10. De zwaai van 1'5" de werkcylinder 9 is zodanig gekozen dat, wanneer de plaat 10 de plaat 11 nadert, de punten 41 op de wijze van figuur 4 door "ontvouwen" in de bedrijfspositie terecht komen, waarin ze dan elke appel vanaf drie zijden ondersteunen. In figuur 3 bevinden de grijpers 12 zich in de uitgangspositie, 20 waarin ze gemakkelijk tussen de appels neergelaten kunnen worden. Opgemerkt wordt nog dat de grijpers 12 zijn opgesteld volgens een verdeling die overeenstemt met de verdeling van de nesten 22 van het sorteertablet 20.

In het onderhavige geval is de grijpkop 2 uitgevoerd 25 met drie niveauvoelers 42 (figuur 1), die samenwerken met een positieschakelaar 43. Als de niveauvoelers 42 tegen het sorteertablet 20 respectievelijk in de houder tegen de bovenste appellaag stoten, dan wordt met behulp van de positieschakelaar 43 een verdere daling van de grijpkop 2 30 geblokkeerd. In het geïllustreerde geval zijn de onderuiteinden van de niveauvoelers 42 tevens uitgevoerd als zuignap jes 44, die via een niet getoond centraal kanaal aangesloten kunnen worden op een vacuümbron. De zuignapjes 44 hebben tot doel telkens het bovenste blad tussenlegpapier 35 36 van de stapel op te nemen en tot aan het inleggen ervan in de houder 34 gereed te houden.

De werking van de verpakkingsmachine volgens de uitvinding geïllustreerd in de figuren 1-4 voltrekt zich als volgt:

Aan het begin van de verpakkingscyclus bevindt het 8 1 0 08 2 6 40 9 sorteertablet 20 zich. in ingeschoven positie onder het warendoorvoerapparaat 13· 3e net de transportband 14 via de glijband 15 aangevoerde hoeveelheid appels wordt door de rij golfvormig "bewogen staven van het doorvoerapparaat 5 15 naar voren getransporteerd, waarbij de appels door de inloopplaten 17 dn rijen worden gerangschikt. Als de rijen de neergelaten blokkeerden 18 bereikt hebben, dan stokt de voorbev/eging ervan. Dan begint het uitschuiven van het sorteertablet 20 van onder het doorvoerapparaat 13 af, 10 terwijl de stuurbaar 23 zorgt voor het optillen van de blokkeerden 18, en op deze wijze kont tussen de afbuigplaten 19 een rij appels terecht ieder in een van de eerste rij nesten 22 op het sorteertablet 20. Ondat de volgende nest rij over een halve tussenafstand is verschoven worden de 15 afbuigplaten 19 door de stuurbaan 24 door verschuiving van de rol 28 en de stang 2? naar de in figuur 2 met een stippellijn getoonde positie afgebogen. Daardoor wordt van de volgende rij elke appel in een verschoven aangebracht nest 22 gestuurd.

• 20 Nadat het sorteertablet 20 de voorste eindpositie heeft bereikt en elk nest 22 een appel bevat, wordt door de stuurbaan 23 de blokkeerdan 18 neergelaten waarmee een verdere opmars van de appels wordt verhinderd. Daarna wordt met de niet in detail ’weergegeven bekende stuureenheid 25 door bediening van de werkcylinder 8 de gïijpkop tot boven het sorteertablet 20 bewogen en door bediening van de werkcylinder 4 wordt de grijpkop tot op het niveau van het sorteertablet 20 neergelaten. Ondertussen bevinden de grijpers 12 zich in de uitgangspositie; ze kunnen dus vrij in de 30 tussenruimten tussen de appels worden ingevoerd. Het dalen van de grijpkop 2 wordt door de niveauvoelers 42 gestopt wanneer deze door botsen net de ondergrond de positiescha-kelaar 43 bedienen.

Daarna wordt door bediening van de werkcylinder 9 de 35 bedieningsplaten 10 van de grijpkop 2 in de richting van de grondplaat 11 bewogen, terwijl de stangen 38 de grijpers 12 in de hulzen 37 neerwaarts verschuiven en als gevolg daarvan ontvouwen de punten 41 zich onder de appels in de be-drijfspositie (figuren 2 en 4). In de bedrijf spositie wordt dus elke appel door de punten 41 vanaf drie zijden onder- 40 10 steund.

Daarna stijgt de grijpkop 2 volgens het getoonde pijl-verloop 45 allereerst omhoog, beweegt zich tot boven de stapel tussenlegpapier 36 en daalt daar om het bovenste blad van de stapel af te nemen, lïu worden de zuignapjes 44 op vacuüm geschakeld, waardoor se het bovenste blad tussenlegpapier 36 onder de appellaag aangrijpen. De grijpkop 2 gaat weer omhoog en beweegt zich boven de kist 34, daalt dan tot op de bovenste appellaag en blijft tenslotte staan. Het daalproces wordt ook hier natuurlijk door de niveau-voelers onderbroken.

Daarna worden door bediening van de werkcylinder 9 in tegengestelde zin de stangen 38 van de grijpers 12 naar boven verschoven, waardoor de punten 41 zich sluiten. Dat betekent dat de grijpers 12 in hun uitgangspositie komen en de appels los laten. Tegelijkertijd wordt ook de zuigwerking van de zuignapjes 44 beëindigd. Daarna kan de grijpkop 2 uit het gebied van de kost 34 vrij omhoog worden bewogen. Het sorteertablet 20 wordt in zijn eindpositie onder het doorvoerapparaat 13 getransporteerd. Het verpakkings-proces herhaald zich op deze wijze cyclisch zolang totdat de kist 34 is gevuld. Per cyclus wordt de kist 34 door de verpakkingsdraaieenheid 30 over 180° gedraaid. Na het vullen van de kist 34 wordt deze door bediening van de pedaal 33 vanaf een doorvoerapparaat gekipt en wordt via de rol-lenbaan 35 uit de verpakkingsmachine verwijderd.

In de figuren 5 en 6 is een variant van de grijpkop 2 geïllustreerd waarbij de grijpers 12 in zoverre afwijken van de uitvoeringsvorm getoond in de figuren 1-4 dat hier de hulzen 37 en de stangen 38 aan het onderuiteinde in een gemeenschappelijke punt 46 zijn verbonden en de hulzen 37 alleen boven de punt 46 voorzien zijn van langsgerichte sleuven 47. 2oals blijkt uit de in figuur 6 geïllustreerde bedrijfspositie wordt bij het vergroten van de afstand tussen de grondplaat 11 en de bedieningsplaat 10 van de grijpkop 2 in de huls 37 de stang 38 naar boven verschoven en als gevolg daarvan kunnen de met de sleuven 47 gevormde man-teldelen uitstulpen en daardoor de appels ondersteunen.

In de figuren 7 en 8 is een verdere uitvoeringsvorm van de grijpkop 2 volgens de uitvinding in uitgangspositie 8100826 5 11 en in bedrijfspositie getoond. Hier hebben alle grijpers 12 inwendige holle ruimten 48, die verbonden zijn net een drukmediumbron (de drukmediumbron zelf is niet geïllustreerd). Be grijpers 12 zijn aan hun onderuiteinde uitgevoerd als uit-zetbare elementen; ze kunnen bijvoorbeeld vervaardigd zijn van rubber. On te kunnen uitzetten moet de wanddikte van de grijpers 12 aan het onderuit einde dunner zijn dan aan het bovenste deel. Als men vanuit de druknediumbron het druk-rnedium in de holle ruimten 48 van de grijpers 12 laat inlopen (bijvoorbeeld perslucht), dan wordt het onderste dun-wandige uiteinde van de grijpers 12 uitgezet en deze uitgezette delen grijpen dan onder de appels, da het uitschakelen van de perslucht nemen de grijpers 12 weer hun eerdere gestalte, geïllustreerd in figuur·7, aan waarin ze gemakkelijk tussen de appels naar boven of naar beneden bewogen kunnen worden. Be grijpers 12 kunnen op deze wijze uitgevoerd zijn maar kunnen ook bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als 10 15 20 een langwerpige koker die tegelijkertijd meerdere appels kan aangrijpen en vasthouden,

In de figuren 9 en 10 is een variant van de grijper 12 zoals geïllustreerd in de figuren 7 en 8 te zien, waarbij het onderuiteinde niet uitzetbaar is maar onder inwerking van perslucht zich kan ontvouwen. De uitgangspositie is getoond in figuur 9 en de werkpositie is getoond in figuur 25 10.

In de figuren 11 en 12 is een ander uitvoeringsvoorbeeld van de grijper volgens de uitvinding eveneens in uitgangspositie en in bedrijfspositie getoond. Bij deze varient heeft de grijper 12 twee Y-vomige elastische platen 49 30 (bijvoorbeeld van rubber), waarbij de geopende benen van de Y-vormige platen 49 naar boven zijn gericht. De binnenbenen 50 zijn bevestigd aan een gemeenschappelijk U-element 51» de buitenbenen 52 echter zijn bevestigd aan een gemeenschappelijk U-element 53· Dorden de U-elementen 51 en 53 35 vertikaal ten opzichte van' elkaar verschoven, bijvoorbeeld met behulp van de werkcylinder 9 uit figuur 1, dan komen de Y-vormige platen 49 in de bedrijfspositie volgens figuur 12, dat wil zeggen ze worden gedwongen zodanig gedeformeerd dat ze onder de appels terecht komen. Bij het van elkaar af bewegen van de U-elementen 51 en 53 in vertikale 8100826 ¢0 12 richting kunnen de V-vormige platen 49 weer in hun uitgangspositie volgens figuur 11 teruggebracht worden.

tenslotte is in figuur 13 het geval getoond waarbij voor het verpakken in plaats van tussenlegpapier 36 een zogenaamd "tray-pack"-tablet 54 wordt gebruikt. In dergelijke gevallen worden in plaats van de zuignapjes 44 harpoenen 55 gebruikt, die ingevoerd kunnen worden in desbetreffende openingen van het tablet 54? en op deze wijze steeds het bovenste tablet 54- optillen.

Het spreekt vanzelf dat er nog talrijke andere varianten en combinaties voor de grijpkop 2 te bedenken zijn. Opgemerkt wordt nog dat bij de uitvoeringsvorm van de figuren 7-10 de werkcylinder 9, de bedieningsplaten 10 en de front-plaat 11 overbodig zijn.

Bij proeven die met uitvoeringsvoorbeelden van de verpakkingsmachine volgens de uitvinding werden uitgevoerd is gebleken dat met de verpakkingsmachine volgens de uitvinding de behandeling van de waren voorzichtig en zonder beschadiging worden gerealiseerd. Verdere voordelen zijn: - Be grijpers volgens de uitvinding zijn ongevoelig voor onregelmatigheden in de vorm van de te verpakken waren.· - Het bedrijf van de verpakkingsmachine kan volledig geautomatiseerd worden; voor de bediening ervan is slechts een enkele bedieningspersoon nodig.

- De verpakkingsmachine kan universeel worden toegepast, bijvoorbeeld voor de verpakking van verschillend geklasseerde fruitsoorten en fruittypen.

- De verpakkingsmachine kan eenvoudig op een reeds aanwezig gemechaniseerd fruitbehandelingstraject worden aangesloten.

- De productiviteit van de werkwijze is in vergelijking met de tot nu toe bekende oplossingen aanzienlijk groter.

8 1 0 08 2 6

Claims (7)

0QITGLUSI3S.

1. Verpakkingsmachine voor gemakkelijk beschadigbare bolvormige waren, welke verpakkingsmachine een met tenminste twee beweegbare grijpers uitgeruste grijpkop alsmede een 5 warendoorvoerapparaat bezit, net het kenmerk, dat nabij het uitwerpuiteinde van het warendoorvoerapparaat (13) een wareninloop-afzet-ordeningsinrichting (12) is aan gebracht en verder de grijpers (12) zijn uitgevoerd als tussen de waren neerlaatbare elementen die ter ondersteu-10 ning van de afzonderlijke waren van onderaf aan hun onderuiteinde uitsetbaar respectievelijk ontvouwbaar respectie_ veliik tenminste gedeeltelijk onder de waren deformeerbaar zijn.

2. Verpakkingsmachine volgens conclusie 1, m e t het 15 kenmerk, dat elke grijper (12) een vertikale huls (37) en een daarin verschuifbaar ingebouwde stang (38) bezit, welke hulzen (37) en stangen (38) aan het onderuiteinde met elkaar zijn verbonden en tenminste de huls (37) boven de onderste punt voorzien is van langssieuven (47), waarbij 20 de hulzen (37) aangesloten zijn op een grondplaat (11) van de grijpkop (2) en de stangen (38) zijn aangesloten op een ten opzichte van de grondplaat (11) in vertikale richting beweegbare bedieningsplaat (10) (figuren 5 en 6).

3- Verpakkingsmachine volgens conclusie 2, n e t 25 het kenmerk, dat ook de onderuiteinden van de stangen (38) zijn gespleten en daardoor tenminste twee uitsteeksels (39) bezit, die met de uitsteeksels (40), die ontstaan zijn vanwege de door de punt verlopende opsplitsing van de hulzen, en daarmee tesamen aangrijppunten (41) 30 vormen (figuren 1-4).

4. Verpakkingsmachine volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de grijpers (12) voorzien zijn van inwendige holle ruimten (48), en aan het onderuiteinde zijn uitgevoerd als ontvouwbaar respectievelijk uitzetbaar ele-35 ment, waarbij de inwendige holle ruimten (48) van de grijpers (12) zijn aangesloten op een drukluchtbron (figuren 7-10).

5· Verpakkingsmachine volgens conclusie 2 of 4, n e t het kenmerk, dat de hulzen (37) van tenminste twee grijpers (12) als gemeenschappelijk foudraal, de stangen 40 (38) ervan echter als gemeenschappelijke plaat zijn uitgevoerd. 81 0 08 2 6

6. Verpakkingsmachine volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de grijpers (12) zijn uitgevoerd als V-vormige elastische platen (49), waarvan de open henen (50 respectievelijk 52) naar hoven zijn gericht en 5 aangesloten zijn aan U-elementen (51 respectievelijk 53), waarbij de relatieve onderlinge hoogte van de U-elementen (51, 53) veranderlijk is (figuren 11 en 12).

7. Verpakkingsmachine volgens een der conclusies 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat de machine 10 voorzien is van een wareninloop-afzet-ordeningsinrichting (16) met een sorteertahlet (20), welk sorteertahlet onder het warendoorvoerapparaat (13) horizontaal kan worden geschoven, en het sorteertahlet (20) voorzien is van waren-oriënteringsnesten (22) en de ordeningsinrichting verder 15 langsgerichte inloopblikken (17) bevat aan het uiteinde waarvan een dwars geplaatste optilhare blokkeerdam (18) aanwezig is waarachter in lijn met de inloopplaten (17) echter via de vertikale as verdraaibare afbuigplaten (19) zijn aangehracht die elk met een aan het sorteerblad (20) 20 bevestigde stuurbaan (25 respectievelijk 24) samenwerken. 81 0 08 2 6