NL1031808C2 - Scharnierconstructie. - Google Patents

Description

P75798NL00

Titel: Scharnierconstructie

De uitvinding heeft betrekking op een scharnierconstructie voor een buitenspiegeleenheid voor een motorvoertuig, omvattende een centrale as en een zwenkbaar om de centrale as opgesteld spiegelhuis, waarbij een ondervlak van het spiegelhuis afsteunt op een steunvlak bij de voet van de 5 centrale as, voorts omvattende eerste en tweede oploopvlakken die door samenwerking een met een uitgeklapte stand van het spiegelhuis corresponderende, vooraf bepaalde hoekstand tussen centrale as en spiegelhuis definiëren.

Een dergelijke scharnierconstructie is algemeen bekend.

10 Gewoonlijk is de centrale as voorzien van een voetplaat als steunvlak. De eerste oploopvlakken zijn dan gerealiseerd met behulp van aan het ondervlak van het spiegelhuis aangebrachte nokken, terwijl de tweede oploopvlakken zijn gerealiseerd met behulp van nokken die op een voetplaat van de centrale as zijn aangebracht.

15 De centrale as wordt gewoonlijk via de voetplaat vast aan de carrosserie van het motorvoertuig bevestigd, zodat het spiegelhuis zich in de uitgeklapte stand in hoofdzaak dwars ten opzichte van de carrosserie van het motorvoertuig uitstrekt.

Met behulp van de scharnierconstructie kan het spiegelhuis vanuit 20 de uitgeklapte stand achterwaarts worden verzwenkt naar een ingeklapte stand, waarin het spiegelhuis minder ver uitsteekt en zich in achterwaartse richting meer langs de carrosserie uitstrekt.

Veelal omvat de buitenspiegeleenheid een elektrische aandrijving waarmee het spiegelhuis verstelbaar is tussen de ingeklapte stand en de 25 uitgeklapte stand.

Bij de bekende scharnierconstructie werken de oploopvlakken samen tegen de werking van een veer in, en wordt de aandrijving 1 0 3 1 8 0 8 2 afgeschakeld met behulp van een op stroomsterktebegrenzing gebaseerd afschakelingscircuit wanneer de oploopvlakken samenwerken.

Nadelig aan de bekende scharnierconstructie is, dat het ondervlak van het spiegelhuis en het steunvlak aan de voet van de centrale as in 5 axiale richting uiteen kunnen bewegen ten gevolge van het samenwerken van de oploopvlakken. In het bijzonder kan dit gebeuren door vertaging bij het afschakelen van de aandrijving. Hierdoor kan tussen spiegelhuis en steunvlak een spleet ontstaan die windgeruis veroorzaakt. Voorts kan de afsteuning van het spiegelhuis hierdoor minder stabiel worden, waardoor 10 bijvoorbeeld een door het spiegelhuis gedragen spiegelglas tijdens het rijden een ongewenst trillend beeld kan geven. Ook moeten de nokken van de voetplaat een relatief hoge vlaktedruk kunnen weerstaan, waardoor in de praktijk de voetplaat uit sterkte-overwegingen wordt uitgevoerd als een metalen onderdeel, hetgeen relatief kostbaar is.

15 WO 97/43144 beschrijft een scharnierconstructie voor een buitenspiegeleenheid voor een motorvoertuig. Het ondervlak van het spiegelhuis steunt af op een steunvlak van de spiegelvoet. Het ondervlak van het spiegelhuis is voorzien van projecties en groeven die samenwerken met groeven en projecties respectievelijk die zijn aangebracht op het 20 steunvlak van het spiegelvlak. De samenwerkende groeven en projecties definiëren een verstelweg van het spiegelhuis ten opzichte van de spiegelvoet bij het in vouwen en/of uitvouwen van de spiegeleenheid.

De uitvinding beoogt een scharnierconstructie van de in de aanhef genoemde soort, waarmee genoemde nadelen kunnen worden tegengegaan. 25 Daartoe is de scharnierconstructie overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt doordat de eerste oploopvlakken op een van het steunvlak afgekeerde zijde van het spiegelhuis zijn gedragen, en doordat de tweede oploopvlakken axiaal compliant en rotatiegekoppeld met de centrale as zijn verbonden. Door de oploopvlakken aan de van het steunvlak afgekeerde 30 zijde van het spiegelhuis aan te brengen, kan spleetvorming tussen 3 spiegelhuis en steunplaat ten gevolge van het oplopen van de vlakken worden vermeden, en kan zelfs de afsteuning van het spiegelhuis op het steunvlak worden bekrachtigd. Windgeruis en stabiliteitsproblemen door spleetvorming kunnen zo worden tegengegaan. Voorts kan door de elders 5 geplaatste oploopvlakken het contactoppervlak tussen het ondervlak van het spiegelhuis en het steunvlak aan de voet van de centrale as groter zijn, waardoor de spiegelvoet kan worden vervaardigd uit materiaal met een lagere maximaal toelaatbare vlaktedruk. Hierdoor kan de spiegelvoet bijvoorbeeld worden vervaardigd uit kunststof materiaal, hetgeen goedkoper 10 kan zijn dan metaal.

De axiale compliantie kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door de tweede oploopvlakken aan te brengen op een axiaal schuifbaar en rotatiegekoppeld om de central as aangebracht ring. De axiale compliantie van de ring kan dan bijvoorbeeld worden gelimiteerd door de ring met een in 15 axiale richting door een aanslag begrensde slag op te stellen. De aanslag kan daarbij vast zijn, of onder veerwerking staan. Als alternatief kan de ring direct onder axiale veerwerking worden geplaatst. Uiteraard is het ook mogelijk om de axiale compliantie te realiseren door vervorming van de tweede oploopvlakken en/of hun drager.

20 De rotatiekoppeling tussen de tweede oploopvlakken en de centrale as kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een starre rotatiekoppeling, maar kan ook een losbreekbare rotatiekoppeling omvatten en/of een rotatiekoppeling met een vrije slag.

De axiale compliantie van de tweede oploopvlakken ten opzichte 25 van de centrale as bij het samenwerken van de oploopvlakken kan worden benut om de aandrijving af te schakelen, bijvoorbeeld door het tot stand brengen of verbreken van een elektrisch contact.

Op voordelige wijze is voorzien in een axiaal schuifbaar rotatiegekoppeld om de scharnieras aangebrachte nokkenring die is 30 uitgevoerd met een patroon van nokken, dat onregelmatig langs de omtrek 4 is verdeeld, welke nokkenring samenwerkt met een corresponderend patroon van nokken op de van het steunvlak afgekeerde zijde van het ondervlak van het spiegelhuis. De zijvlakken van de nokken op de nokkenring en het spiegelhuis vormen daarbij respectievelijk de eerste en 5 tweede oploopvlakken. Door te voorzien in een patroon van onregelmatig langs de omtrek verdeelde nokken, kan worden bereikt dat de nokkenring en het spiegelhuis slechts in één oriëntatie met elkaar kunnen samenwerken. Indien gewenst kunnen de aanslagvlakken daarbij zonder vrije slag in rotatierichting samenwerken. Zo kan het contactoppervlak 10 worden vergroot, waardoor de vlaktedruk op de oploopvlakken lager kan zijn, en bijvoorbeeld kunststof in plaats van metaal kan worden toegepast. De hoekverstelling tussen het spiegelhuis en de centrale as kan daarbij bijvoorbeeld worden gelimiteerd met behulp van aanslagnokken zonder oploopvlakken, die met de nokkenring samenwerken.

15 Opgemerkt wordt dat een patroon van onregelmatig langs de omtrek verdeelde nokken op zichzelf reeds op voordelige wijze kan worden toegepast in een scharnierconstructie waarbij de eerste oploopvlakken zijn gerealiseerd met behulp van aan het ondervlak van het spiegelhuis aangebrachte nokken en de tweede oploopvlakken zijn gerealiseerd met 20 behulp van nokken die op een voetplaat van de centrale as zijn aangebracht.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.

De uitvinding zal nader worden toe gelicht aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden die in de tekening zijn weergegeven. In de 25 tekening toont: fig. 1 een schematisch zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een scharnierconstructie overeenkomstig de uitvinding; fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een scharnierconstructie overeenkomstig de uitvinding 30 in losgenomen toestand; en 5 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van de scharnierconstructie van fig. 2 in samengestelde toestand.

De figuren betreffen slechts schematische uitvoeringsvoorbeelden van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding, en worden gegeven bij 5 wijze van niet-limiterend uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening zijn gelijke of corresponderende onderdelen weergegeven met dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. 1 toont een scharnierconstructie 1 voor een buitenspiegeleenheid voor een motorvoertuig. De scharnierconstructie 1 omvat een centrale as 2 en een 10 zwenkbaar op de richting van de dubbele pijl PI om de centrale as 2 opgesteld spiegelhuis 3. Het ondervlak 4 van het spiegelhuis 3 steunt af op een steunvlak 5 aan de voet van centrale as 2.

De scharnierconstructie 1 omvat voorts eerste oploopvlakken 6 en tweede oploopvlakken 7, die door samenwerking een met een uitgeklapte 15 stand van het spiegelhuis corresponderende, vooraf bepaalde hoekstand tussen centrale as 2 en spiegelhuis 3 definiëren. In figuur 1 is de scharnierconstructie 1 weergegeven in de uitgeklapte stand.

De eerste oploopvlakken 6 zijn op een van het steunvlak afgekeerde zijde van de bodem van het spiegelhuis 3 aangebracht. De tweede 20 oploopvlakken 7 zijn axiaal compliant en rotatie gekoppeld met een centrale as 2 verbonden.

In het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de axiale compliantie gerealiseerd door de tweede oploopvlakken 7 aan te brengen op nok 20 die worden gedragen door een axiaal schuifbaar en via spiebanen 21 25 rotatiegekoppeld om de centrale as 2 aangebrachte ring 8. De verschuiving van de ring is gelimiteerd door ring 8 met een in axiale richting door een aanslag 9 begrensde slag op te stellen. De aanslag staat onder werking van een om de centrale as 2 aangebrachte schroefveer 10. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de aanslag 9 afgesteund op de centrale as 2 met 30 behulp van een steun 11.

6

Tijdens de verstelling tussen de ingeklapte stand en de uitgeklapte stand is het spiegelhuis 3 niet onder veerwerking op het steunvlak 5 afgesteund, waardoor de verstelling weinig aandrijfkracht vergt. Bij het bereiken van de uitgeklapte stand werken de oploopvlakken samen, en 5 beweegt de ring 8 axiaal langs de centrale as 2 bovenwaarts tot aan de aanslag 9.

Verdere opwaartse beweging wordt tegengegaan door de onder veerwerking staande aanslag 9. Hierdoor wordt het spiegelhuis 3 in de uitgeklapte stand onder veerwerking afgesteund op het steunvlak 5.

10 Wanneer een elektrische aandrijving wordt toegepast, kan de aandrijving bijvoorbeeld worden afgeschakeld met behulp van een op stroomsterkte begrenzing gebaseerd afschakelingscircuit wanneer de loopvlakken samenwerken. Als alternatief kan de axiaal opwaartse beweging van de ring 8 worden benut om de elektrische aandrijving af te 15 schakelen door het tot stand brengen of verbreken van een elektrisch contact.

Refererend aan figuur 2 is een tweede uitvoeringsvorm getoond die is uitgevoerd met een nokkenring 11. De nokkenring 11 is axiaal schuifbaar en met vrije slag rotatiegekoppeld om de centrale as 2 aangebracht. De 20 nokkenring 11 is een uitgevoerd met een patroon van onregelmatig langs de om trek verdeelde nokken 12. De nokkenring 11 werkt samen met een corresponderend patroon van nokken 13 op de van het steunvlak 5 afgekeerde zijde van het ondervlak 4 van het spiegelhuis 3. De zijvlakken van de nokken 12, 13 op de nokkenring 11 en het spiegelhuis 3 vormen 25 respectievelijk de eerste oploopvlakken 6 en de tweede oploopvlakken 7. Door toepassing van het patroon van onregelmatig langs de omtrek verdeelde nokken kunnen nokkenring 11 en spiegelhuis 3 slechts in één oriëntatie met elkaar samenwerken. In dit uitvoeringsvoorbeeld werken de oploopvlakken samen zonder vrije slag in rotatie richting. Door toepassing 7 van een dergelijke nokkenring kan het contactvlakoppervlak worden vergroot, waardoor de vlaktedruk relatief laag kan zijn.

De nokkenring is met een vrije slag rotatie gekoppeld met de centrale as 2. De hoekverstelling tussen spiegelhuis 3 en centrale as 2 wordt 5 bij het bereiken van de uitgeklapte stand begrensd door aanslagnokken 14, 15 die zonder oploop vlakken zijn uitgevoerd. Vervolgens zal, net als bij het hiervoor besproken uitvoeringsvoorbeeld, door oplopen van de oploopvlakken 7 de nokkenring 11 in axiale ring bovenwaarts bewegen tot deze in contact komt met een aanslag. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de 10 aanslag uitgevoerd als een onderveerwerking op een steun 11 afgesteund tandwiel 16. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de centrale as 2 uitgevoerd als een buitenhuis die in het steun vak 5 is op genomen. Door deze buitenhuis kan een hulp-as worden gestoken voor het dragen van de veer, welke hulp-as kan zijn voorzien van een voetplaat. Het moge duidelijk zijn dat 15 steun vlak , buitenhuis en eventueel ook hulp-as indien gewenst tot een onderdeel kunnen zijn geïntegreerd.

Op gemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties zijn mogelijk binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.

1031808

Claims (7)

1. Scharnierconstructie voor een b’’;tenspiegeleenheid voor een motorvoertuig, omvattende een centrale as en een zwenkbaar om de centrale as opgesteld spiegelhuis, waarbij een ondervlak van het spiegelhuis afsteunt op een steunvlak bij de voet van de centrale as, voorts omvattende 5 eerste en tweede oploopvlakken die.door samenwerking een met een uitgeklapte stand van het spiegelhuis corresponderende, vooraf bepaalde hoekstand tussen centrale as en spiegelhuis definiëren, waarbij de eerste oploopvlakken op een van het steunvlak afgekeerde zijde van het spiegelhuis zijn gedragen en waarbij de tweede oploopvlakken axiaal 10 compliant en rotatiegekoppeld met de centrale as zijn verbonden.

2. Scharnierconstructie volgens conclusie 1, waarbij de oploopvlakken zijn gedragen op een axiaal schuifbaar en rotatiegekoppeld om de centrale as aangebrachte ring.

3. Scharnierconstructie volgens conclusie 2, waarbij de ring met een 15 in axiale richting door een aanslag begrensde slag is opgesteld.

4. Scharnierconstructie volgens conclusie 2 of 3, waarbij de ring of de aanslag onder axiale verwerking staat.

5. Scharnierconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de rotatiekoppeling tussen de tweede oploopvlakken en de centrale 20 as een rotatiekoppeling met een vrije slag omvat.

6. Scharnierconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarin de axiale compliantie van de oploopvlakken of hun drager ten opzichte van de centrale as bij het samenwerken van de oploopvlakken een elektrisch contact tot stand brengt of verbreekt.

7. Scharnierconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij is voorzien in een axiaal schuifbaar en rotatiegekoppeld om de scharnier als aangebrachte nokkenring die is uitgevoerd met een patroon 10^1808 van nokken dat onregelmatig langs de omtrek is verdeeld, welke nokkenring samenwerkt met een corresponderend patroon van nokken op de van het steukvlak afgekeerde zijde van het ondervlak van het spiegelhuis, en waarbij de zijvlakken van de nokken op de ring en het spiegelhuis 5 respectievelijk de eerste en tweede oploopvlakken vormen. 03 1 80 8