NL2003061C2

NL2003061C2 - Spiegelverstelinrichting.

Info

Publication number: NL2003061C2
Application number: NL2003061A
Authority: NL
Inventors: Marinus Jacobus Maria Zuijlen; Marinus Roose
Original assignee: Mci Mirror Controls Int Nl Bv
Priority date: 2009-06-22
Filing date: 2009-06-22
Publication date: 2010-12-23
Also published as: JP2012530651A; CN102458924A; CN102458924B; EP2445755A1; KR20120083268A; KR101676895B1; US20120162796A1; EP2445755B1; WO2010151120A1; US8955992B2; JP5770722B2

Description

P87905NL00

Titel: Spiegelverstelinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een spiegelverstelinrichting, in het bijzonder voor een motorvoertuig, omvattende een spiegelvoet voor bevestiging aan een motorvoertuig en een spiegelhuis verstelbaar verbonden met de spiegelvoet, waarbij het spiegelhuis verstelbaar is tussen een 5 ingevouwen stand waarin het spiegelhuis zich in hoofdzaak langs het motorvoertuig bevindt en een uitgevouwen stand waarbij het spiegelhuis zich in hoofdzaak dwars op het motorvoertuig bevindt. De spiegelvoet wordt gewoonlijk omgeven door een spiegelbasis en het spiegelhuis wordt gewoonlijk omgeven door een spiegelkap.

10 Een dergelijke spiegelverstelinrichting is algemeen bekend en wordt veelvuldig toegepast in bijvoorbeeld buitenspiegels van motorvoertuigen. Het spiegelhuis kan zodoende versteld worden tussen de ingevouwen stand, waarin het spiegelhuis zich in hoofdzaak langs het motorvoertuig bevindt, bijvoorbeeld in een parkeerstand van het voertuig, 15 en een uitgevouwen stand, waarbij het spiegelhuis zich in hoofdzaak dwars op het motorvoertuig bevindt en relatief ver uit het motorvoertuig uitsteekt, bijvoorbeeld tijdens het rijden met het motorvoertuig. Zo kan schade aan de buitenspiegel worden tegengegaan. Aangezien de spiegelkap het spiegelhuis omgeeft en de spiegelbasis de spiegelvoet omgeeft, wordt tijdens verstellen 20 van het spiegelhuis ten opzichte van de spiegelvoet, de spiegelkap eveneens versteld ten opzichte van de spiegelbasis. Omwille van fabricagetoleranties en/of om het verstellen van de spiegelkap ten opzichte van de spiegelbasis mogelijk te maken, bevindt zich gewoonlijk een ruimte tussen de spiegelkap en de spiegelbasis. De ruimte kan bijvoorbeeld in de grootteorde van 0,5 - 1 25 mm zijn. Nadelig aan een dergelijke ruimte is dat deze vervuild kan raken en/of dat de ruimte lawaai, van bijvoorbeeld windgeruis, kan veroorzaken 2 tijdens het rijden met het motorvoertuig en/of dat de spiegelkap ten opzichte van de spiegelbasis kan gaan trillen of klapperen.

Om deze problemen tegen te gaan is het bekend om de spiegelverstelinrichting te voorzien van bijvoorbeeld een afdichting om de 5 ruimte tussen de spiegelbasis en de spiegelkap op te vullen. De afdichting kan bijvoorbeeld een matafdichting met een open schuimstructuur zijn. Echter, een dergelijke afdichting kan beschadigen, waardoor lawaai, vervuiling en/of trillingen weer kunnen optreden.

Een doel van de uitvinding is te voorzien in een 10 spiegelverstelinrichting die tenminste een van bovengenoemde nadelen tegengaat.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een spiegelverstelinrichting, in het bijzonder voor een motorvoertuig, omvattende een spiegelvoet voor bevestiging aan een motorvoertuig en een spiegelhuis verstelbaar verbonden 15 met de spiegelvoet, waarbij het spiegelhuis verstelbaar is tussen een ingevouwen stand waarin het spiegelhuis zich in hoofdzaak langs het motorvoertuig bevindt en een uitgevouwen stand waarbij het spiegelhuis zich in hoofdzaak dwars op het motorvoertuig bevindt, waarbij het spiegelhuis voorts verstelbaar is tussen een eerste stand en een tweede 20 stand, waarin in de eerste stand de afstand tussen naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet groter is dan de afstand tussen de naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet in de tweede stand, waarbij de spiegelverstelinrichting voorts een elastisch element omvat voor het voorspannen van het spiegelhuis naar de eerste stand toe en waarbij de 25 spiegelverstelinrichting is voorzien van samenwerkende elementen voor het onder invloed van het elastische element in de eerste stand brengen van het spiegelhuis bij het verstellen van het spiegelhuis tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand.

Doordat de afstand tussen naburige vlakken van het spiegelhuis en 30 de spiegelvoet in de eerste stand groter is dan de afstand tussen de naburige 3 vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet in de tweede stand, bevindt zich in de eerste stand een spleet tussen de naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet. In de tweede stand is de afstand tussen de naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet kleiner en kan de 5 spleet nagenoeg gesloten zijn en/of kunnen de naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet nagenoeg tegen elkaar aanliggen.

Door te voorzien in een elastisch element dat het spiegelhuis voorspant naar de eerste stand toe en samenwerkende elementen waarmee het spiegelhuis in de eerste stand kan worden gebracht, kan relatief 10 eenvoudig de spleet worden gerealiseerd tussen het spiegelhuis en de spiegelvoet waardoor het verstellen tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand relatief soepel kan plaatsvinden.

Door voorts de samenwerkende elementen zo in te richten dat aan het einde van een verstelweg tussen de ingevouwen stand en de 15 uitgevouwen stand het spiegelhuis naar de tweede stand kan worden gebracht, kan op relatief eenvoudige wijze de afstand tussen de naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet worden verkleind, waardoor de spleet tussen het spiegelhuis en de spiegelvoet bijvoorbeeld nagenoeg kan worden gesloten in de uitgevouwen stand, waardoor ophoping van vuil, 20 trillen of lawaai kan worden verminderd en/of worden tegengegaan.

Door de spiegelverstelinrichting volgens de uitvinding uit te voeren, zal de tussenruimte tussen de spiegelkap en de spiegelbasis bij het verstellen tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand groter zijn dan wanneer de spiegelkap zich in de ingevouwen en/of de uitgevouwen 25 stand bevindt. Hierdoor kan bijvoorbeeld beschadiging van de matafdichting tussen de spiegelkap en de spiegelbasis tijdens verstellen worden verminderd.

Doordat de samenwerkende elementen en/of het spiegelhuis in de eerste stand onder invloed van het elastische element tegen het 30 aandrijftandwiel worden gedrukt, kan er wrijving ontstaan tussen het 4 spiegelhuis en/of de samenwerkende elementen en het aandrijftandwiel. Door het tegen wrijving in verstellen van het spiegelhuis tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand, kan trillen of klapperen van het spiegelhuis tijdens het verstellen worden tegengegaan en kan op een 5 relatief stabiele wijze het spiegelhuis worden versteld tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand.

Doordat de samenwerkende elementen een met de spiegelvoet rotatiegeborgde ring omvatten kan op eenvoudige wijze via overstaande zijden van de ring een samenwerking tussen enerzijds het aandrijftandwiel 10 en anderzijds het spiegelhuis worden bereikt. Door de rotatiegeborgde ring en het aandrijftandwiel te voorzien van samenwerkende nokken en/of oploopvlakken, kan op eenvoudige wijze rotatie van het aandrijftandwiel ten opzichte van de rotatiegeborgde ring worden bewerkstelligd, bijvoorbeeld kunnen oploopvlakken van de ring tegen oploopvlakken van het 15 aandrijftandwiel oplopen waardoor bijvoorbeeld bekrachtiging van het spiegelhuis naar de eerste stand toe of naar de tweede stand toe kan worden bereikt.

De spiegelverstelinrichting kan zijn voorzien van een hoofdveer die aangrijpt op het aandrijftandwiel en het aandrijftandwiel op de spiegelvoet 20 drukt. Bijvoorbeeld valt de axiale richting van de hoofdveer nagenoeg samen met de axiale richting van de spiegelvoet en drukt de hoofdveer in axiale richting op de spiegelvoet. Het spiegelhuis bevindt zich gewoonlijk in de ruimte tussen de spiegelvoet en het aandrijftandwiel. Op voordelige wijze zijn de samenwerkende elementen tussen het spiegelhuis en het 25 aandrijftandwiel zodanig ingericht dat in de eerste stand het spiegelhuis vrij is van de invloed van de hoofdveer. In de eerste stand ondervindt het spiegelhuis slechts de voorspanning van het elastische element, waardoor zich een spleet kan vormen tussen het spiegelhuis en de spiegelvoet. Ook kan het elastisch element relatief licht worden uitgevoerd, omdat het slechts 30 het spiegelhuis hoeft te bekrachtigen en onafhankelijk is van de hoofdveer.

5

Door de samenwerkende elementen zodanig in te richten dat in de tweede stand het spiegelhuis tegen de spiegelvoet wordt gedrukt door de hoofdveer tegen de voorspanning van het elastische element in, kan onafhankelijk van de hoofdveer, maar slechts bepaald door de uitvoering 5 samenwerkende elementen en/of de samenwerkende nokken en/of samenwerkende oploopvlakken het spiegelhuis naar de tweede stand toe worden bekrachtigd. De kracht van de hoofdveer kan via de samenwerkende elementen op het spiegelhuis worden overgebracht en is voldoende groot om de voorspanning van het elastische element te overwinnen. Bij voorkeur 10 wordt het spiegelhuis aan het einde van een verstelweg tussen ingevouwen stand en uitgevouwen stand naar de tweede stand toe bekrachtigd, bijvoorbeeld doordat een oploopvlak van de rotatiegeborgde ring tegen een oploopvlak van het aandrijftandwiel loopt en zo een koppeling tot stand kan worden gebracht tussen het spiegelhuis en het aandrijftandwiel waarlangs 15 de kracht van de hoofdveer op het spiegelhuis kan worden overgebracht.

Doordat het elastisch element onafhankelijk van de hoofdveer het spiegelhuis bekrachtigt, kan het elastisch element relatief licht en goedkoop worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld kan het elastische element worden uitgevoerd als een hulpveer, of als een ringvormig veerelement.

20 Door het elastische element op te nemen tussen de spiegelvoet en het spiegelhuis, werkt de voorspanning van het elastische element naar het spiegelhuis toe tegengesteld aan de kracht van bijvoorbeeld de hoofdveer.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de volgconclusies.

25 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening toont:

Fig. 1 een perspectivische dwarsdoorsnede van een spiegelverstelinrichting overeenkomstig de uitvinding in de eerste stand; 6

Fig. 2 een perspectivische dwarsdoorsnede van een spiegelverstelinrichting overeenkomstig de uitvinding in de tweede stand;

Fig. 3 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van het aandrijftandwiel omheen de spiegelvoet van een spiegelverstelinrichting 5 overeenkomstig de uitvinding; en

Fig. 4 een uiteengenomen perspectivisch aanzicht van een spiegelverstelinrichting overeenkomstig de uitvinding.

Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding die wordt 10 beschreven bij wijze van niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven. Omwille van de eenvoud zijn de spiegelkap die het spiegelhuis omgeeft en de spiegelbasis die de spiegelvoet omgeeft, niet weergegeven.

Fig. 1 toont een spiegelverstelinrichting 1 overeenkomstig de 15 uitvinding. De spiegelverstelinrichting 1 omvat een spiegelvoet 2 en een spiegelhuis 3 dat verstelbaar is verbonden met de spiegelvoet 2. Het spiegelhuis 3 kan ten opzichte van de spiegelvoet 2 transleren en roteren. Via de spiegelvoet 2 wordt de spiegelverstelinrichting 1 gewoonlijk aan een motorvoertuig bevestigd, bijvoorbeeld als buitenspiegeleenheid van een 20 motorvoertuig. De buitenspiegeleenheid van het motorvoertuig omvat gewoonlijk ook een spiegelkap die het spiegelhuis omgeeft, en een spiegelbasis die de spiegelvoet omgeeft. Tussen de spiegelkap en de spiegelbasis bevindt zich gewoonlijk een ruimte om bijvoorbeeld verstellen van de spiegelkap ten opzichte van de spiegelbasis mogelijk te maken.

25 Het spiegelhuis 3 is verstelbaar tussen een ingevouwen stand waarin het spiegelhuis 3 zich in hoofdzaak langs het motorvoertuig bevindt en een uitgevouwen stand waarbij het spiegelhuis 3 zich in hoofdzaak dwars op het motorvoertuig bevindt. Bij verstellen van het spiegelhuis 3 beweegt de spiegelkap mee.

7

Het spiegelhuis 3 is voorts verstelbaar ten opzichte van de spiegelvoet 2 tussen een eerste stand en een tweede stand, waarin in de eerste stand de afstand tussen naburige vlakken 4a, 4b van het spiegelhuis 3 en de spiegelvoet 2 groter is dan de afstand tussen de naburige vlakken 5 4a, 4b van het spiegelhuis 3 en de spiegelvoet 2 in de tweede stand.

In Fig. 1 is getoond dat zich tussen naburige vlakken 4a, 4b van respectievelijk het spiegelhuis 3 en de spiegelvoet 2 zich een spleet 5 bevindt. In Fig. 2 is het spiegelhuis 3 getoond in de tweede stand, waarbij de afstand tussen de naburige vlakken 4a en 4b kleiner is dan in de eerste 10 stand van Fig. 1 en de naburige vlakken 4a en 4b nagenoeg tegen elkaar aanliggen. In de tweede stand is er nagenoeg geen spleet tussen het spiegelhuis 3 en de spiegelvoet 2. In dit uitvoeringsvoorbeeld is het spiegelhuis 3 in axiale richting van de spiegelvoet 2 verstelbaar ten opzichte van de spiegelvoet 2 tussen de eerste stand en de tweede stand.

15 De spiegelverstelinrichting 1 is voorzien van een aandrijftandwiel 6 van een aandrijfeenheid, waarmee het spiegelhuis 3 aangedreven kan worden versteld tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand. Op het aandrijftandwiel 6 rust gewoonlijk een hoofdveer 7 die het aandrijftandwiel 6 via de vlakken 8a, 8b op de spiegelvoet 2 drukt.

20 Tussen het spiegelhuis 3 en de spiegelvoet 2 bevindt zich in dit uitvoeringsvoorbeeld een als ringvormig veerelement uitgevoerd elastisch element 9. De ringvormige veer 9 is ingericht om het spiegelhuis 3 naar de eerste stand toe voor te spannen. In dit uitvoeringsvoorbeeld betekent dit dat de ringvormige veer 9 het spiegelhuis 3 opwaarts wil drukken.

25 Eventueel kan het elastische element 9 ook zijn uitgevoerd als een spiraalveer die bijvoorbeeld tussen het spiegelhuis 3 en het aandrijftandwiel 6 kan zijn bevestigd om het spiegelhuis 3 naar de eerste stand toe voor te spannen. Op eenvoudige wijze is hier echter voorzien in een ringvormige gebogen uitgevoerde veer 9, zoals bijvoorbeeld te zien in Fig. 4.

8

De spiegelverstelinrichting 1 is voorts voorzien van samenwerkende elementen 10 voor het onder invloed van de ringvormige veer 9 in de eerste stand brengen van het spiegelhuis 3 bij het verstellen van het spiegelhuis 3 tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand.

5 De samenwerkende elementen 10 omvatten in dit uitvoeringsvoorbeeld de ring 11 en een oploopvlak 12 op het aandrijftandwiel 6. Via de samenwerkende elementen 10 en de ringvormige veer 9 kan het spiegelhuis 3 onafhankelijk van de hoofdveer 7 versteld worden tussen de eerste stand en de tweede stand. De ring 11 is rotatie geborgd ten opzichte van de 10 spiegelvoet 2, zoals getoond in Fig. 4. Via de rib 14 die aangrijpt in de groef 15 kan de ring 11 slechts in axiale richting van de spiegelvoet 2 transleren, en is de ring 11 zodoende rotatiegeborgd ten opzichte van de spiegelvoet 2.

In de tweede stand van het spiegelhuis 3 werkt een oploopvlak 16 van de ring 11 samen met het oploopvlak 12 van het aandrijftandwiel 6.

15 Hierdoor wordt de afstand tussen het aandrijftandwiel 6 en het spiegelhuis 3 vergroot, waardoor de ring 11 als het ware tussen het aandrijftandwiel 6 en het spiegelhuis 3 wordt geklemd. De kracht van de hoofdveer 7 kan via het aandrijftandwiel 6 en de ring 11 op het spiegelhuis 3 worden overgebracht, waardoor het spiegelhuis 3 tegen de voorspanning van de 20 ringvormige veer 9 neerwaarts wordt gedrukt tot de naburige vlakken 4a en 4b aanliggen. Doordat de naburige vlakken 4a en 4b aanliggen, zal de spleet 5 in de tweede stand nagenoeg verdwijnen, waardoor ontstaan van trillingen en/of geluid bijvoorbeeld in de uitgevouwen stand van het spiegelhuis 3 kan worden verminderd.

25 In de eerste stand werken de oploopvlakken 12 en 16 van respectievelijk het aandrijftandwiel 6 en de ring 11 niet samen en kan de ring 11 met het spiegelhuis 3 door de voorspanning van de ringvormige veer 9 opwaarts worden gedrukt. De kracht van de hoofdveer 7 wordt langs de vlakken 8a en 8b via het aandrijftandwiel 6 op de spiegelvoet 2 30 overgebracht, waardoor het spiegelhuis 3 in de eerste stand vrij is van de 9 invloed van de hoofdveer 7. Zowel in de eerste stand als in de tweede stand blijft de kracht die de hoofdveer 7 uitoefent op het aandrijftandwiel 6 ongewijzigd. Zo kan, onafhankelijk van de hoofdveer 7, door de samenwerkende elementen 10 en de ringvormige veer 9, het spiegelhuis 3 in 5 de eerste stand of de tweede stand worden gebracht.

In de eerste stand wordt het spiegelhuis 3 door de ringvormige veer 9 tegen het aandrijftandwiel 6 geduwd, waardoor er tijdens het verstellen tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand wrijving ontstaat tussen het aandrijftandwiel 6 en het spiegelhuis 3. Hierdoor kan tijdens het 10 verstellen worden tegengegaan dat het spiegelhuis 3 instabiel wordt of kan gaan trillen of klapperen. Door te verstellen tegen de wrijving in, kan een relatief stabiele verstelling van het spiegelhuis 3 worden bereikt.

Bij het verstellen van het spiegelhuis 3 tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand bewegen de vlakken 8a en 8b van 15 respectievelijk het aandrijftandwiel 6 en de spiegelvoet 2 over elkaar tot aan de oploopvlakken 13a en 13b die het einde van de verstelweg aangeven. Tijdens het verstellen bevindt het spiegelhuis 3 zich in de eerste stand, waarbij door de ringvormige veer 9 het spiegelhuis 3 en de ring 11 opwaarts worden geduwd en er zich een spleet 5 bevindt tussen het spiegelhuis 3 en 20 de spiegelvoet 2. Wanneer het oploopvlak 13a tegen het oploopvlak 13b aanloopt, loopt tevens het oploopvlak 16 van de ring 11 tegen het oploopvlak 12 van het aandrijftandwiel 6 aan, waardoor de ring 11 als het ware tussen het spiegelhuis 3 en het aandrijftandwiel 6 wordt gedrukt. Hierdoor komt een koppeling tot stand tussen het aandrijftandwiel 6 en het spiegelhuis 3 25 waarlangs de kracht van de hoofdveer 7 op het spiegelhuis 3 kan worden overgebracht om zo het spiegelhuis 3 tegen de voorspanning van de veer 9 neerwaarts te drukken naar de tweede stand toe en de spleet 5 nagenoeg te sluiten. Aan het einde van de verstelweg tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand, wordt het spiegelhuis 3 als het ware automatisch, door 30 samenwerking van de samenwerkende elementen 10, in het bijzonder door 10 samenwerking van de oploopvlakken 11 en 16, onafhankelijk van de hoofdveer 7 van de eerste stand naar de tweede stand gebracht.

Bij het terugverstellen wordt de samenwerking tussen de oploopvlakken 11 en 16 ongedaan gemaakt, waardoor de ring 11 en het 5 spiegelhuis 3 door de ringvormige veer 9 weer opwaarts naar de eerste stand kunnen worden geduwd.

De uitvinding is niet beperkt tot het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Vele varianten zijn mogelijk. Zo kan de verplaatsing van het spiegelhuis ten opzichte van de spiegelvoet tussen de eerste en de 10 tweede stand bijvoorbeeld in transversale richting ten opzichte van de spiegelvoet worden uitgevoerd en/of in een combinatie van een axiale en transversale richting. Dergelijke varianten worden geacht te liggen in het bereik van de uitvinding zoals weergegeven in de hiernavolgende conclusies.

Claims

1. Spiegelverstelinrichting, in het bijzonder voor een motorvoertuig, omvattende een spiegelvoet voor bevestiging aan een motorvoertuig en een spiegelhuis verstelbaar verbonden met de spiegelvoet, waarbij het spiegelhuis verstelbaar is tussen een ingevouwen stand waarin het 5 spiegelhuis zich in hoofdzaak langs het motorvoertuig bevindt en een uitgevouwen stand waarbij het spiegelhuis zich in hoofdzaak dwars op het motorvoertuig bevindt, waarbij het spiegelhuis voorts verstelbaar is tussen een eerste stand en een tweede stand, waarin in de eerste stand de afstand tussen naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet groter is dan 10 de afstand tussen de naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet in de tweede stand, waarbij de spiegelverstelinrichting voorts een elastisch element omvat voor het voorspannen van het spiegelhuis naar de eerste stand toe en waarbij de spiegelverstelinrichting is voorzien van samenwerkende elementen voor het onder invloed van het elastische 15 element in de eerste stand brengen van het spiegelhuis bij het verstellen van het spiegelhuis tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand.

2. Spiegelverstelinrichting volgens conclusie 1, waarbij de samenwerkende elementen zijn ingericht om aan het einde van een verstelweg tussen de ingevouwen stand en de uitgevouwen stand het 20 spiegelhuis naar de tweede stand te brengen.

3. Spiegelverstelinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de samenwerkende elementen zijn ingericht voor samenwerking tussen het spiegelhuis en een aandrijftandwiel van een aandrijfeenheid voor het verstellen van het spiegelhuis tussen de ingevouwen stand en de 25 uitgevouwen stand.

4. Spiegelverstelinrichting volgens conclusie 3, waarbij de samenwerkende elementen en/of het spiegelhuis in de eerste stand onder invloed van het elastische element tegen het aandrijftandwiel worden aangedrukt.

5. Spiegel ver stelinrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de samenwerkende elementen een met de spiegelvoet rotatiegeborgde ring 5 omvatten die is voorzien van overstaande zijden voor samenwerking met enerzijds het aandrijftandwiel en anderzijds het spiegelhuis.

6. Spiegelverstelinrichting volgens conclusie 5, waarbij de rotatiegeborgde ring en het aandrijftandwiel zijn voorzien van samenwerkende nokken en/of oploopvlakken.

7. Spiegelverstelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, voorts omvattende een hoofdveer voor het op de spiegelvoet aandrukken van het aandrijftandwiel.

8. Spiegelverstelinrichting volgens conclusie 7, waarbij het spiegelhuis in de eerste stand vrij is van de invloed van de hoofdveer.

9. Spiegelverstelinrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de naburige vlakken van het spiegelhuis en de spiegelvoet in de tweede stand onder invloed van de hoofdveer tegen de voorspanning van het elastische element in tegen elkaar worden gedrukt.

10. Spiegelverstelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 20 waarbij het elastische element een hulpveer is.

11. Spiegelverstelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het elastische element opneembaar is tussen de spiegelvoet en het spiegelhuis.

12. Spiegelverstelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 25 waarbij het elastische element een ringvormig veerelement is.

13. Spiegelverstelinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het spiegelhuis in axiale richting van de spiegelvoet verstelbaar is tussen de eerste stand en de tweede stand.