NL2015676B1 - Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig. - Google Patents

Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL2015676B1
NL2015676B1 NL2015676A NL2015676A NL2015676B1 NL 2015676 B1 NL2015676 B1 NL 2015676B1 NL 2015676 A NL2015676 A NL 2015676A NL 2015676 A NL2015676 A NL 2015676A NL 2015676 B1 NL2015676 B1 NL 2015676B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
housing
ring
cam
base
cams
Prior art date
Application number
NL2015676A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerardus Maria Van Stiphout Paulus
Original Assignee
MCI (Mirror Controls International) Netherlands B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by MCI (Mirror Controls International) Netherlands B V filed Critical MCI (Mirror Controls International) Netherlands B V
Priority to NL2015676A priority Critical patent/NL2015676B1/nl
Priority to JP2018522036A priority patent/JP6535814B2/ja
Priority to KR1020187013875A priority patent/KR102090890B1/ko
Priority to CN201680072106.XA priority patent/CN108367713B/zh
Priority to PCT/NL2016/050754 priority patent/WO2017074193A1/en
Priority to BR112018008732-7A priority patent/BR112018008732B1/pt
Priority to EP16802166.5A priority patent/EP3368372B1/en
Priority to US15/771,764 priority patent/US10562453B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2015676B1 publication Critical patent/NL2015676B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/02Rear-view mirror arrangements
    • B60R1/06Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
    • B60R1/062Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
    • B60R1/07Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
    • B60R1/074Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for retracting the mirror arrangements to a non-use position alongside the vehicle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/02Rear-view mirror arrangements
    • B60R1/06Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
    • B60R1/062Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
    • B60R1/07Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
    • B60R1/072Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for adjusting the mirror relative to its housing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R2300/00Details of viewing arrangements using cameras and displays, specially adapted for use in a vehicle

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)
  • Gear-Shifting Mechanisms (AREA)
  • Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
  • Mechanical Control Devices (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig. Het verstelinstrument omvat een behuizing die en ten opzichte van een basis zwenkbaar verstelbaar is tussen een parkeerstand en een overvouwstand via een rijstand. Het verstelinstrument omvat voorts een in de behuizing voorziene elektrische aandrijfeenheid die via een uitgaand element samenwerkt met een van krachtsdoorleidingsnokken voorziene aandrijfring. De krachtsdoorleidingsnokken steunen in de rijstand af op een behuizingsnokkenbaan van de behuizing, en steunen bij elektrisch aangedreven verzwenking van de behuizing af op een basisnokkenbaan van de basis. In en nabij de rijstand kunnen de krachtsdoorleidingsnokken direct samenwerken met de behuizing.

Description

Titel: Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig
De uitvinding heeft betrekking op een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig.
Verstelinstrumenten voor een buitenzichteenheid, zoals een buitenspiegel, buitendisplay en/of buitencamera, worden toegepast op voertuigen, bijvoorbeeld auto’s. Een dergelijk verstelinstrument is algemeen bekend voor een buitenspiegeleenheid en omvat gewoonlijk een behuizing die ten opzichte van een met het voertuig te koppen basis zwenkbaar verstelbaar is tussen een parkeerstand, een rijstand en een overvouw stand. In de parkeerstand ligt de buitenzichteenheid in hoofdzaak langs het voertuig, in geval van een buitenspiegeleenheid met een spiegelzijde naar het voertuig gericht. In de rijstand is de buitenzichteenheid in hoofdzaak dwars op het voertuig gericht, in geval van een buitenspiegeleenheid met de spielgelzijde ten opzichte van de normale rijrichting achterwaarts gericht.
In de overvouwstand ligt de zichteenheid in hoofdzaak langs het voertuig, in geval van een buitenspiegeleenheid met de spiegelzijde van het voertuig af gericht. Bij anderse buitenzichteenheden kan al of niet in combinatie met een buitenspiegel, een een buitendisplay en/of cameralens genoemde standen aannemen. Een buitendisplay en/of cameralens kan daarbij bijvoorbeeld globaal op dezelfde positie op de buitenzichteenheid. zijn aangebracht als een buitenspiegel, maak kan ook op andere posities op de buitenzichteenheid zijn aangebracht.
Het verstellen van de buitenzichteenheid kan elektrisch gebeuren, bijvoorbeeld tijdens normaal gebruik van de parkeerstand naar de rijstand en vice versa. Het verstelinstrument is dan voorzien van een elektrische aandrijving waarmee de behuizing om de basis heen worden gezwenkt. De elektrische aandrijving is gewoonlijk zelfre.mm.end uitgevoerd.
De buitenzichteenheid kan ook onder invloed van een externe kracht worden versteld, bijvoorbeeld in geval van een impact zoals een aanrijding, of bij handmatige bediening. Zo kan de buitenzichteenheid bijvoorbeeld door impact met een object vanuit de rijstand naar de overvouwstand toe, of naar de parkeerstand toe worden bewogen. Ook kan de buitenzichteenheid bijvoorbeeld vanuit de parkeerstand handmatig naar de rijstand worden bewogen, en vice versa. De elektrische aandrijving is voorzien van een losbreekkoppeling, zodat de elektrische aandrijving bij bediening onder invloed van een externe kracht die een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, kan worden losgekoppeld. Hierdoor kan beschadiging van de aandrijving tegen worden gegaan, hetgeen vooral van belang is wanneer de aandrijving zelfremmend is uitgevoerd. Na bediening onder invloed van een externe kracht kan in een elektrisch aangedreven resetbeweging de elektrische aandrijving via de koppeling weer worden aangekoppeld, bijvoorbeeld door uitvoering van een elektrisch aangedreven resetbeweging de naar de parkeerstand toe.
Om trillingen tijdens gebruik tegen te gaan, is het van belang om de rijstand goed te definiëren. Verder is van belang dat bij handmatige bediening, de behuizing eenduidig in een natuurlijk aanvoelende beweging kan worden bediend, en met name dat de gebruiker een eenduidige klik voelt bij het bereiken van de rijstand, waarbij weerstand wordt gevoeld tegen zowel verder zwenken als terugzwenken. In de praktijk wordt daarvoor vaak een krachtige veer toegepast, die de behuizing continue op de basis vastdrukt.
Bij elektrische verstelling is een dergelijk krachtg vastdrukken van de behuizing of de basis echter minder wenselijk, omdat daardoor bij het uitvoeren van de verstel.beweging een relatief krachtige aandrijfmotor nodig is. Bij verstelling onder invloed van een externe kracht kunnen door deze veerkracht verder relatief grote krachten op de aandrijving komen te staan voordat ontkoppeling plaatsvindt. Hierdoor moeten de componenten in de aandrijftrein van aandrijving in de pratijk vaak krachtsbestendiger worden uitgevoerd dan voor het aandrijven nodig is. Vanuit kostenoogpunt is het echter wenselijk om de aandrijving lichter uit te voeren.
Uit W02012047104, in het bijzonder de uitvoeringsvorm van Fig. 10 is bekend, om bij handmatige bediening vanuit de rijstand, de ontkoppelkracht via samenwerkende nokkenringen over te brengen, en om tijdens elektriche verstelling de behuizing vrij te laten van veerkracht, de zodat de elektrische aandrijving wordt onlas.t Deze verstelinrichting biedt veel voordelen doordat de elektriche aandrijving licht kan worden uitgevoerd, en werkt in de praktijk goed.
Nadelig is echter, dat bij elektrische verstelling vanuit de parkeerstand terug naar de rijstand, de nokkenringen niet altijd goed tot ineengrijping komen.
Een doel van de uitvinding is te voorzien in een verbeterd elektrisch verstelbaar verstelinstrument. In het bijzonder begoot de uitvinding een verstelinstrument waarin met behoud van genoemde voordelen, althans een of meer nadelen van het bekende verstelinstrument worden tegengegaan. Daatoe voorziet de uitvinding in een verstelinstrument voor een buitenspiegeleenheid voor een voertuig omvattende de maatregelen van conclusie 1.
Doordat de krachtsdoorleidingsnokken in de rijstand afsteunen op de behuizingsnokkenbaan kunnen zij in en nabij de rijstand direct samenwerken met de behuizing, en zodoende de nokkenringen beter ineen doen grijpen.
Door overeenkomstig de maatregelen van conclusie 2 de behuizingsnokkenbaan te voorzien van schuine flanken nabij een met de rijstand corresponderende positie, kunnen in het bijzonder wanneer de behuizing van de parkeerstand naar de rijstand zwenkt, de krachtsdoorleidingsnokken door de beweging langs de behuizingsnokkenbaan, de behuizingsnokkenring en de ha si snokken ring ineen te drukken. Een dergelijk direct aansturen van het ineengrijpen van de nokkenringen is met name voordelig, omdat de behuizing bij elektrische bediening niet onder veerwerking staat.
Door overeenkomstig de maatregelen van conclusie 3 via de borgingsring te voorzien in een losbreekkoppeling, kan een eenvoudige en bedrijfszekere constructie worden gerealiseerd.
Door overeenkomstig de maatregelen van conclusie 4 de borgingsring te voorzien van een borgingsringnokkenbaan, kan de veerkracht bij handmatige bediening via de borgingsring op de behuizing wordt doorgeleid. Hierdoor kan worden bereikt dat de gebruiker bij bij handmatige bediening een eenduidige klik wordt waargenomen bij het bereiken van de rijstand, waarbij in een zogenoemde ‘double detent’ weerstand wordt gevoeld tegen zowel verder zwenken als terugzwenken.
Door overeenkomstig de maatregelen van conclusie 5 de basisnokkenbaan, de borgingsringnokkenbaan en de behuizingsnokkenbaan elkaar ten opzichte van de langsas in radiaal buitenwaartse richting te laten opvolgen, kan een compacte constructie worden gerealiseerd, die met een relatief eenvoudig uitgevoerde kraehtsdoorleidingsnokken samenwerkt.
Door de nokkenringen overeenkomstig de maatregelen van conclusie 6 uit te voeren, kan worden bereikt dat nokkenringen op de verhoogde axiale positie tijdens verzwenking zeer stabiel afsteunen.
Voorts kan door toepassing van een meervoudig aantal, bijvoorbeeld vier of meer, in een ring gelegen nokken worden bereikt dat een externe kracht die in de rijstand wordt uitgeoefend, bij het tegen de veerwerking in uit de rijstand bewegen door een relatief groot oppervlak van de samenwerkende nokkenringen wordt geabsorbeerd. Bij het onder externe kracht verlaten van de rijstand richting de parkeerstand komen slechts geringe krachten op de aandrijving te staan omdat de aandrijfring nog een vrije slag kan maken. Door de uitsparing in de borgring relatief ondiep en flauw te maken, kan de kracht die vervolgens voor het bedienen van de losbreekkoppeling op de aandrijving wordt uitgevoerd, relatief klein worden gekozen.
Ten aanzien van de openbaarmaking in deze aanvrage wordt opgemerkt, dat de technische maatregelen van de in de hoofdclaim beschreven verstelinrichting ook zelfstandig of in combinatie met slechts een of meer technische maatregelen uit de hoofdciaim, de voigclaim of de beschrijving als uitvinding kunnen worden gezien. Degelijke afzonderlijk te beschouwen technische maatregelen in de hoofdclaim maatregelen zijn in elk geval: 1) een basis, al of niet omvattende een voet en zich daarvanaf langs een iangsas uitstrekkende uitstrekkende basisas, welke basis is voorzien van een basisnokkenbaan, 2) een behuizing die de ba sisas omgeeft, ai of niet een die op de voet is geplaatst en die om de Iangsas van de basisas heen in een verstelbereik zwenkbaar is tussen een parkeerstand en een overvouwstand, via een daartussen gelegen rijstand, welke behuizing voorts is voorzien van een behuizingsnokkenbaan, 3) een basisnokkenring en een behuizingsnokkenring, al of niet een die in het verstelbereik alleen in de rijstand in elkaar grijpen, en die bij verzwenking van de behuizing ten opzichte van de basis vanuit de rijstand langs de Iangsas uiteen bewegen, en bij verdere verzwenking op elkaar afsteunen op een verhoogde axiale positie, 4) een elektrische aandrijfeenheid al of niet een die in de behuizing is opgenomen, en is een die voorzien van een uitgaand element voor het elektrisch verstellen van het instrument, 5) een aandrijfring die de basisas omgeeft, al of niet een die aan zijn omtrek samenwerkt met het uitgaande element van de elektrische aandrijfeenheid, en die is voorzien van krachtsdoorleidingsnokken, waarbij de aandrijfring met behulp van de elektrische aandrijving in een beperkte hoekslag verstelbaar is ten opzichte van de behuizing en de basis, tussen een met de rijstand corresponderende eerste hoekstand waarin de krachtsdoorleidingsnokken afsteunen op de behuizingsnokkenbaan, en een tweede hoekstand waarin de krachtsdoorleidingsnokken afsteunen op de basisnokkenbaan, 6) een veer, al of niet een die basisas omgeeft en die op de aandrijfring een veerkracht uitoefent langs de langsas in de richting van de voet, 7) een borgingsring die de basisas omgeeft, al of niet een die tussen de behuizing en de aandrijfring is gelegen, en die rotatievast is gekoppeld met de basis en die schuifbaar is langs de langsas tussen een met de rijstand corresponderende eerste axiale positie waarin de borgingsring de aandrijfring vrij laat, en een tweede axiale positie waarin deze de aandrijfring via een losbreekkoppeling losbreekbaar tegen rotatie borgt.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een buitenziehteenheid voor een motorvoertuig, omvattende een verstelinstrument, en een met de behuizing gekoppelde spiegel, display en/of camera.
De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een verstelinstrument dat is getoond in tekeningen. In de tekeningen toont/tonen:
Fig. 1 een schematisch perspectivisch uiteengenomen aanzicht van een verstelinstrument overeenkomstig de uitvinding;
Fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van het verstelinstrument overeenkomstig de uitvinding in de rijstand;
Fig. 3a tot en met 3d eik een schematisch perspectivisch aanzicht van het verstelinstrument overeenkomstig de uitvinding tijdens elektrisch verstellen vanuit de rijstand naar de parkeerstand;
Fig. 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van het verstelinstrument overeenkomstig de uitvinding in de parkeerstand;
Fig. 5a tot en met 5d elk een schematisch perspectivisch aanzicht van het verstelinstrument overeenkomstig de uitvinding tijdens elektrisch verstellen vanuit de parkeerstand naar de rijstand;
Fig. 6a en 6b elk een schematisch perspectivisch aanzicht van liet verstelinstrument overeenkomstig de uitvinding tijdens handmatig verstellen vanuit de rijstand naar respectievelijk de overvouwstand;
Fig. 7a en 7b elk een schematisch perspectivisch aanzicht van het verstelinstrument overeenkomstig de uitvinding tijdens handmatig verstellen vanuit de rijstand naar de parkeerstand:
Fig. 8a- 8d een schematisch perspectivisch aanzicht van het verstelinstrument overeenkomstig de uitvinding tijdens handmatig verstellen vanuit de parkeerstand naar de rijstand.
Fig. 9 a en 9b schematich perspectivische aanzichten van de respectievelijk de verstelinrichting in gedeeltelijk losgenomen toestand en de onderzijde van de aandrijfring,
In de figuren zijn gelijke of overeenkomende delen met dezelfde verwijzingscijfers benoemd. In Fig. 3a-3d, Fig. 5a-5d, en Fig. 8a-8d is vanwege de schaal slechts een beperkte set verwijzingscijfers weergegeven. Fig. 3a, Fig, 5d en Fig. 8a zijn echter gelijk aan Fig.2, en Fig. 3d en Fig. 5a zijn gelijk aan Fig. 4, waarin ter referentie van de in de figuren getoonde onderdelen uitgebreide sets verwijzingscijfers zijn weergegegen. In Fig. 3a-3d, Fig. 5a-5d, en Fig. 8a-8d zijn deze verijzingseijfers door deze referentie geopenbaard.
Opgemerkt wordt dat de figuren slechts getoond worden bij wijze van uitvoeringsvoorbeeld en geenszins als beperkend dienen te worden beschouwd.
Fig. 1 toont een schematisch perspectivisch uiteengenomen aanzicht van een verstelinstrument 1 voor een buitenzichteenheid van een voertuig. Fig, 2 toont het verstelinstrument van Fig. 1 in samengestelde toestand. Refererend aan Fig. 1 en Fig. 2, en voor aanvullend perspectief aan Fig. 4, Fig. 9a en Fig. 9b omvat het verstelinstrument 1 een basis 2. De basis 2 omvat een voet 3 en zich daarvanaf langs een geometrsiche langsas A uitstrekkende uitstrekkende basisas 4. De basis 2 is voorzien van een basisnokkenbaan 5.
Het verstelinstrument 1 omvat voorts een behuizing 6 die de basisas 4 omgeeft. De behuizing 6 is op de voet 3 geplaatst. De behuizing 6 is om de langsas A van de basisas 4 heen in een verstelbereik zwenkbaar tussen een parkeerstand P en een overvouwstand O, via een daartussen gelegen rijstand D, weergegeven in Fig. 2. De behuizing 6 voorts is voorzien van een behuizingsnokkenbaan 7. De behuizingsnokkenbaan 7 is voorzien van schuine flanken 8 nabij een met de rijstand D corresponderende positie.
De behuizing 6 en de voet 3 elk zijn voorzien van een respectievelijk een basisnokkenring 9 en een behuizingsnokkenring 10. De nokkenringen 9,10 grijpen in het verstelbereik alleen in de in Fig. 2 getoonde rijstand D in elkaar. Bij verzwenking van de behuizing 6 ten opzichte van de basis 2 vanuit de rijstand D langs de langsas, bewegen de nokkenringen 9,10 uiteen, en bij verdere verzwenking steunen de nokkenringen 9,10 op elkaar af op een verhoogde axiale positie H van de behuizing 6 op de langsas A ten opzichte van de voet 3 van de basis 2. De verhoogde axiale positie H is onder meer weergegeven in Fig. 4.
De basisnokkenring 9 en behuizingsnokkenring 10 omvatten elk een pluraliteit aan nokken 11 die elk schuine flanken 12 en gelijk, in een plat vlak, gelegen vlakke toppen 13 omvatten. Opeenvolgende nokken 1.1 zijn met onderling verschillende tussenruimten 14 in de ring zijn geplaatst. De nokken 11 en tussenruimten 14 van de nokkenringen 9,10 grijpen in het verstelbereik tussen parkeerstand P en de overvouwstand O alleen in de in Fig. 2 getoonde rijstand D in elkaar. Bij verzwenking van de behuizing 6 bewegen door samenwerking van de toppen 13 met de flanken 12, de toppen 13 van de nokkenringen 9,10 uiteen. Bij verdere rotatie steunen de nokkenringen 9,10 steeds via toppen 13 van de nokken 11 op elkaar af in de verhoogde axiale positie 11.
Het verstelinstmment omvat voorts een in de figuren niet weergegeven elektrische aandrijfeenheid .1.5 die in de behuizing 6 is opgenomen. De aandrijfeenheid is voorzien van een eveneens in de figuren niet weergegeven uitgaand element, in het bijzonder een wormwiel, voor het elektrisch verstellen van het instrument.
Het verstelinstmment omvat verder een aandrijfring 6 die de basisas 4 omgeeft. De aandrijfring 16 werkt aan zijn omtrek 17 samen met het uitgaande element van de elektrische aandrijfeenheid. De aandrijfring 16 is daartoe aan zijn omtrek 17 op het manteloppervlak voorzien van een vertanding 18. De aandrijfring 16 is verder voorzien van krachtsdoorleidingsnokken 19 De aandrijfring 16 is met behulp van de elektrische aandrijving in een beperkte hoekslag S verstelbaar ten opzichte van de behuizing 6 en de basis. De aandrijfring 16 is om de basisas 4 verstelbaar tussen een met de rijstand D corresponderende eerste hoekstand Sl waarin de krachtsdoorleidingsnokken 19 afsteunen op de behuizingsno'kkenbaan 7, en een tweede hoekstand S2 waarin de krachtsdoorleidingsnokken 19 afsteunen op de hasisnokkenhaan 5.
Het verstelinstmment omvat bovendien een veer 20, in het bijzonder een schroefveer. De veer 20 omgeeft de basisas 4, en is opgespannen tussen een op de basisas 4 vastgezette veer schotel 21 en de bovenzijde 22 van de aandrijfring 16. De veer 20 oefent op de aandrijfring 16 een veerkracht uit langs de langsas A in de richting van de voet 3.
Het verstelinstmment 1 omvat tevens een borgingsring 23. De borgingsring 23 omgeeft de basisas 4, en is tussen de behuizing 6 en de aandrijfring 16 in gelegen. De borgingsring 23 is rotatievast gekoppeld met de basis 2 via radiaal binnenwaarts reikende ruggen 24 die axiaal schuifbaar in sleuven 25 van de basis 2 reiken. De borgingsring 23 is via zijn ruggen 24 schuifbaar langs de langsas A in de sleuven 25 opgenomen. De borgingsring 23 is aldus schuifbaar tussen een niet de rijstand D corresponderende eerste axiale positie Al (getoond in Fig. 2) waarin de borgingsring 23 de aandrijfring 16 vrij laat, en een tweede axiale positie A2 (getoond in o.m. Fig. 4) waarin deze de aandrijfring 16 losbreekbaar tegen rotatie borgt met behulp van een losbreekkoppeling 26. In de rijstand D ligt het bovenvlak 27 van de borgingsring 23 ten opzichte van de langsas A axiaal onder de basisnokkenbaan 5.
Een bovenvlak 27 van de borgingsring 23 is voorzien van een borgingsringnokkenbaan 28. De basisnokkenbaan 5, de borgingsringnokkenbaan 28 en de behuizingsnokkenbaan 7 zijn concentrisch, en volgen elkaar ten opzichte van de langsas A in radiaal buitenwaartse richting op. Wanneer de losbreekkoppeling 26 is losgebroken en de aandrijfring 16 niet rotatiegeborgd is met de borgingsring 23, werken de krachtsdoorleidingsnokken 19 krachtsdoorleidend samen met de borgingsringnokkenbaan 28, en wordt de veerkracht via de borgingsring 23 op de behuizing 6 doorgeleid (getoond in Fig. Fig. 8c).
In de met de rijstand D corresponderende eerste axiale positie Al laat de borgingsring 23 de aandrijfring 16 vrij. In de tweede axiale positie A2 borgt de borgingsring 23 de aandrijfring 16 via de losbreekkoppeling 26 losbreekbaar tegen rotatie. De losbreekkoppeling 26 is uitgevoerd als een reeks uitsparingen 29 in de borgingsring 23. In deze uitsparingen 29 kunnen de krachtsdoorleidingsnokken 19 in de tweede axiale positie A2 tegen rotatie worden vastgehouden, en zijn deze tegen de werking van de veer 20 in losbreekbaar geborgd.
Refererend aan Fig. 3a-3d en de daarin weergegeven pijlen wordt bij elektrische verstelling van het instrument vanuit de rijstand D (Fig. 3a) naar de parkeerstand P (Fig. 3d), de aandrijfring 16 met behulp van de elektrische aandrijving versteld ten opzichte van zowel de behuizing 6 als de basis 2. De verstelling start vanuit de eerste hoekstand SI. In de eerste hoekstand SI steunen de krachtsdoorleidingsnokken 19 af op de behuizingsnokkenbaan. De ineengrijping van de nokkenringen 9,10 wordt hierdoor direct bekrachtigd. Tijdens het verstellen zwenkt de aandrijfring 16 naar de tweede hoekstand S2 (Fig. 3b) waarin de krachtsdoorleidingsnokken 19 afsteunen op de basisnokkenbaan 5. De nokkenringen 9,10 worden dan vrijgelaten, en hun ineengrijping is niet meer bekrachtigd. Bij verdere elektrische verstelling bewegen de nokkenringen 9,10 uiteen (Fig, 3c). De borgingsring 23, die op de behuizing 6 rust, wordt daardoor in de tweede axiale positie A2 gebracht. De borgingsring 23 borgt nu de aandrijfring 16 ten opzichte van de basis 2 tegen rotatie. Vervolgens zwenkt bij verdere elektrische verstelling de behuizing 6 ten opzichte van de basis 2 naar de parkeerstand P (Fig.3d).
In Fig. 4 is getoond dat het verstelinstrument 1 in de parkeerstand P is. De nokkenringen 9,10 staan op elkaar. De krachtsdoorleidingsnokken 19 steunen met hun onderzijden af op de behuizingsring. Ze steunen in het bijzonder niet op de borgingsring 23. De veer 20 drukt dus niet op de borgingsring 23, en de borgingsring 23 drukt niet op de behuizing.
In Fig. 5a-5d en de daarin weergegeven pijlen is getoond hoe bij elektrische verstelling het vertelinstrument vanuit de parkeerstand P Fig. 5a naar de rijstand D Fig. 5d wordt versteld. Het is in principe de omgekeerde beweging van Fig. 3a-Fig. 3d. Refererend aan Fig. 5a wordt de aandrijfring 16 aan gedreven door de aandrijfeenheid, die zich afzet tegen de behuizing 6. De aandrijfring 16 wil daardoor tegen de klok in draaien, maar wordt op zijn plaats gehouden door dat losbreekkoppeling 26: de uitsparingen 29 in het bovenvlak 27 van de borgingsring 23 houden de krachtsdoorleidingsnokken 19 van de aandrijfring 16 tegen rotatie vast. Als gevolg gaat de behuizing 6 met de klok mee draaien.
Opgemerkt wordt, dat de behuizingsnokkenbaan 7 is voorzien van schuine flanken 8 nabij de met de rijstand D corresponderende positie. Bij de getoonde elektrische verstelling vanuit de parkeerstand P naar de rijstand D, zwenkt de behuizing 6 naar de rijstand D, en werken de krachtsdoorleidingsnokken 19 via staande flensranden 15 samen met de schuine flanken 8 van de behuizingsnokkenbaan 7. Door de beweging van de flensranden 1δ van de kraehtsdoorleidingsnokken 19 langs de behuizingsnokkenhaan, worden de behuizingsnokkenring 10 en de basisnokkenring 9 ineengedrukt (Fig. 5b). De borgingsring 23 beweegt daarbij naar de eerste axiale positie Al en geeft de aandrijfring 16 tegen rotatie vrij. De aandrijfring 16 roteert daardoor tegen de klok in een beperkte slag van de tweede hoekstand S2 waarin de kraehtsdoorleidingsnokken 19 afsteunen op de basisnokkenbaan 5 en de nokkenringen 9,10 vrijlaten (Fig. oe), naar de eerste hoekstand SI en waarin de kraehtsdoorleidingsnokken 19 afsteunen op de behuizingsnokkenhaan 7 en de nokkenringen 9,10 bekrachtigen (Fig. 5d),
De flensrand 15 loopt tegen een corresponderende flensrand op de behuizing, en de elektrisch aangedreven verstelling stopt, bijvoorbeeld door een stroombegrenzingsschakeling in de aandrijving. De borgingsring 23 is in deze stand vrij van veerkracht: de veer kracht wordt direct doorgeleid van de kraehtsdoorleidingsnokken 19 die met hun onderzijden afsteunen op de behuizing.
In Fig. 6a-6b en de daarin weergegeven pijlen is getoond hoe bij handmatige verstelling het verstelinstrument 1 onder invloed van een extern op de behuizing 6 uitgeofende kracht van de rijstand D naar de overvouwstand O kan worden gebracht. De behuizing 6 begint onder invloed van de externe kracht te roteren in de richting van de pijlen naar de overvouwstand O, en door samenwerking van de toppen 13 met de schuine vlakken van de nokken 11 bewegen de nokkenringen 9,10 uiteen naar de verhoogde axiale positie H. De kraehtsdoorleidingsnokken 19 bewegen met de behuizing 6 mee omhoog, en de worden daardoor van de behuizingshokkenbaan 5 getild, zodat ze niet tegen worden gehouden door de met de rijstand corresponderende flank de behuizingsnokkenhaan 5. De kraehtsdoorleidingsnokken 19 blijven verder vrij van de borgingsring 23, die met de behuizing 6 mee omhoog beweegt. Bij verdere verzwenking steunen de nokkenringen 9,10 op elkaar af. De veerkracht wordt direct via de krachtsdoorleidingsnokken 19 op de behuizing 6 overgebracht, waardoor de op elkaar afsteunende nokkenringen 9,10 worden bekrachtigd.
In Fig. 7a-7b en de daarin weergegeven pijlen is getoond hoe bij handmatige verstelling het verstelinstrument 1 onder invloed van een extern op de behuizing 6 uitgeofende kracht van de rijstand D naar de parkeerstand P kan worden gebracht. In Fig. 6a-6b en de daarin weergegeven pijlen is getoond hoe bij handmatige verstelling het verstelinstrument 1 onder invloed van een extern op de behuizing 6 uitgeofende kracht van de rijstand D naar de parkeerstand P kan worden gebracht. De behuizing 6 begint onder invloed van de externe kracht te roteren in de richting van de pijlen naar de parkeerstand P, en door samenwerking van de toppen 13 met de schuine vlakken van de nokken 11 bewegen de nokkenringen 9,10 uiteen naar de verhoogde axiale positie H.
De krachtsdoorleidingsnokken 19 bewegen met de behuizing 6 mee omhoog, en de worden daardoor van van de behuizingshokkenbaan getild, zodat ze niet tegen worden gehouden door de behuizingsnokkenbaan. De krachtsdoorleidingsnokken 19 blijven verder vrij van de borgingsring 23, die met de behuizing 6 mee omhoog beweegt. Bij verdere verzwenking steunen de nokkenringen 9,10 op elkaar af. De veerkracht wordt direct via de krachtsdoorleidingsnokken 19 op de behuizing 6 overgebracht, waardoor de op elkaar afsteunende nokkenringen 9,10 worden bekrachtigd.
In Fig, 8a-8d en de daarin weergegeven pijlen is getoond hoe bij het verstelinstrument 1 onder invloed van een handmatig extern uitgeoefende kracht met de hand vanuit de parkeerstand P Fig. 8a naar een van de normale rijstand D afwijkende handmatige rijstand hD van Fig. 8d wordt versteld. Onder invloed van de extern op de behuizing 6 uitgeoefende kracht wil de behuizing 6 met de klok mee draaien. De aandrijfring 16 wordt via de aandrijving door de behuizing 6 meegenomen, maar wordt door de borgingsring 23 tegen rotatie vastgehouden. Hierdoor breekt de losbreekkoppeling 26 los: de krachtsdoorleidingsnokken 19 van de aandrijfring 16 lopen tegen de veerwerking in omhoog op de schuine flanken 8 van de uitsparing 29 in het bovenvlak 27 van de borgingsring 23 (Fig. 8b), De benodigde ontkoppelkrachten en op de aandrijving extern uitgeoefende krachten kunnen door toepassing van een relatief flauw hellende en ondiepe uitsparing 29 relatief laag worden gekozen, zodat deze componenten relatief licht kunnen worden geconstrueerd.
De krachtsdoorleidingsnokken 19 steunen vervolgens af op het bovenvlak 27 van de borginsgring, en de aandrijfring 16 kan met de behuizing 6 meeroteren ten opzichte van de basis 2 en de borgingsring 23. Wanneer losbreekkoppeling 26 aldus is losgebroken en de aandrijfring 16 niet rotatiegeborgd is met de borgingsring 23, werken de krachtsdoorleidingsnokken 19 krachtsdoorleidend samen met de borgingsringnokkenbaan 28, en leiden ze de veerkracht via de borgingsring 23 op de behuizing 6 door (Fig. 8c). Bij verdere rotatie grijpen de nokkenringen 9,10 onder deze vereerwerking ineen, zodat op een voor de gebruiker eenduidige en goed gedefinieerde wijze een handmatige rijstand D wordt bereikt.
Aldus is voorzien in een verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig. Het verstelinstrument omvat een behuizing die en ten opzichte van een basis zwenkbaar verstelbaar is tussen een parkeerstand en een overvouwstand via een rijstand. Het verstelinstrument omvat voorts een in de behuizing voorziene elektrische aandrijfeenheid die via een uitgaand element samenwerkt met een van krachtsdoorleidingsnokken voorziene aandrijfring. De krachtsdoorleidingsnokken steunen in de rijstand af op een behuizingsnokkenbaan van de behuizing, en steunen bij elektrisch aangedreven verzwenking van de behuizing af op een basisnokkenbaan van de basis. In en nabij de rijstand kunnen de krachtsdoorleidingsnokken direct samenwerken met de behuizing.
De uitvinding is niet beperkt tot het hier weergegeven uitvoerings'voorbeeld. Vele varianten zijn mogelijk en zullen de vakman duidelijk zijn binnen het bereik van de hiernavolgende conclusies.
VERWIJZIN G S CIJFERS 1 verstelinstrument 2 basis 3 voet 4 basisas 5 basisnokkenbaan 6 behuizing 7 behuizingsnokkenbaan 8 schuine flanken 9 basisnokkenring 10 behuizingsnokkenring 11 nokken 12 schuine flanken 13 vlakke toppen 14 tussenruimten 15 flensrand 16 aandrijfring 17 omtrek 18 vertanding 19 krachtsdoorleidingsnokken 20 veer 21 veerschotel 22 bovenzijde 23 borgingsring 24 ruggen 25 sleuven 26 losbreekkoppeling 27 bovenvlak 2 8 borgingsrin gnokkenbaan 29 uitsparingen A geometrsiche langsas P parkeerstand O overvouwstand D rijstand H verhoogde axiale positie S beperkte hoekslag 51 eerste hoekstand 52 tweede hoekstand A'l eerste axiale positie A2 tweede axiale positie

Claims (7)

1. Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig omvattende: - een basis, omvattende een voet en zich daarvanaf langs een langsas uitstrekkende uitstrekkende basisas, welke basis is voorzien van een basisnokkenbaan, - een behuizing die de basisas omgeeft, die op de voet is geplaatst en die om de langsas van de basisas heen in een verstelbereik zwenkbaar is tussen een parkeerstand en een overvouwstand, via een daartussen gelegen rij stand, welke behuizing voorts is voorzien van een behuizingsnokkenbaan, waarbij - de behuizing en de voet elk zijn voorzien van een respectievelijk een basisnokkenring en een behuizingsnokkenring, die in het verstelbereik alleen in de rijstand in elkaar grijpen, en die bij verzwenking van de behuizing ten opzichte van de basis vanuit de rijstand langs de langsas uiteen bewegen, en bij verdere verzwenking op elkaar afsteunen op een verhoogde axiale positie, voorts omvattende - een elektrische aandrijfeenheid die in de behuizing is opgenomen, voorzien van een uitgaand element voor het elektrisch verstellen van het instrument, - een aandrijfring de basisas omgeeft, die aan zijn omtrek samenwerkt met het uitgaande element van de elektrische aandrijfeenheid, en die is voorzien van kraehtsdoorleidingsnokken, waarbij de aandrijfring met behulp van de elektrische aandrijving in een beperkte hoekslag verstelbaar is ten opzichte van de behuizing en de basis, tussen een met de rijstand corresponderende eerste hoekstand waarin de kraehtsdoorleidingsnokken afsteunen op de behuizingsnokkenbaan, en een tweede hoekstand waarin de krachtsdoorleidingsnokken afsteunen op de basisnokkenbaan, - een veer die basisas omgeeft en die op de aandrijfring een veerkracht uitoefent langs de langsas in de richting van de voet, - een borgingsring die de basisas omgeeft, die tussen de behuizing en de aandrijfring is gelegen, en die rotatievast is gekoppeld met de basis en die schuifbaar is langs de langsas tussen een met de rijstand corresponderende eerste axiale positie waarin de borgingsring de aandrijfring vrij laat, en een tweede axiale positie waarin deze de aandrijfring via een loshreekkoppeling losbreekbaar tegen rotatie borgt, - waarbij bij elektrische verstelling van het instrument vanuit de rijstand naar de parkeerstand, de aandrijfring met behulp van de elektrische aandrijving versteld wordt ten opzichte van de behuizing en de basis vanuit de eerste hoekstand waarin de krachtsdoorleidingsnokken afsteunen op de behuizingsnokkenbaan en direct de nokkenringen bekrachtigen, naar de tweede hoekstand waarin de krachtsdoorleidingsnokken afsteunen op de basisnokkenbaan en de nokkenringen vrijlaten, en waarbij bij verdere elektrische verstelling de nokkenringen uiteenbewegen en daardoor de borgring in de tweede axiale stand brengen zodat de borgring de aandrijfring ten opzichte van de basis tegen rotatie borgt, en de behuizing vervolgens ten opzichte van de basis naar de parkeerstand wordt verzwenkt.
2. Verstelinstrument volgens conclusie 1, waarbij de behuizingsnokkenbaan is voorzien van schuine flanken nabij een met de rijstand corresponderende positie, en 'waarbij bij elektrische verstelling vanuit de parkeerstand naar de rijstand, de behuizing naar de rijstand zwenkt, en de krachtsdoorleidingsnokken samenwerken met de schuine flanken van de behuizingsnokkenbaan om door de beweging van de krachtsdoorleidingsnokken langs de behuizingsnokkenbaan, de behuizingenokkenring en de basisnokkenring ineen te drukken, waarbij de borgring naar de eerste axiale positie beweegt en de aandrijfring tegen rotatie vrijgeeft, en de aandrijfring van de tweede hoekstand waarin de krachtsdoorleidingsnokken afsteunen op de basisnokkenbaan en de nokkenringen vrijlaten, beweegt naar de eerste hoekstand en waarin de krachtsdoorleidingsnokken afsteunen op de behuizingenokkenbaan en de nokkenringen bekrachtigen.
3. Verstelinstrument volgens conclusie 1 of 2, waarbij de iosbreekkoppeling is uitgevoerd als uitsparingen in de borgingsring waarin de krachtsdoorleidingsnokken in de tweede axiale positie tegen rotatie worden vastgehouden, en tegen de werking van de veer in losbreekbaar zijn geborgd.
4. Verstelinstrument volgens een der conclusies 1-3, waarbij een bovenvlak van de borgingsring is voorzien van een borgingsringnokkenbaan, en wanneer Iosbreekkoppeling is losgebroken en de aandrijfring niet rotatiegeborgd is met de borgingsring, de krachtsdoorleidingsnokken krachtsdoorleidend samenwerken met de borgingsringnokkenbaan, en de veerkracht via de borgingsring op de behuizing wordt doorgeleid.
5. Verstelinstrument volgens conclusie 4, waarbij de basisnokkenbaan, de borgingsringnokkenbaan en de behuizingsnokkenbaan elkaar ten opzichte van de langsas in radiaal buitenwaartse richting opvolgen.
6. Verstelinstrument volgens een der voorgaande conclusies, waarbij basisnokkenring en behuizingsnokkenring elk schuine flanken en gelijk gelegen vlakke toppen omvatten, en waarbij opeenvolgende nokken met onderling verschillende tussenruimten in de ring zijn geplaatst, waarbij de nokken en tussenruimten van de nokkenringen in het verstelbereik tussen parkeerstand en de overvouwstand alleen in de rijstand in elkaar grijpen, en waarbij bij verzwenking van de behuizing door samenwerking van de toppen met de flanken, de toppen van de nokken uiteen bewegen en bij verdere rotatie de nokkenringen steeds via toppen van de nokken op elkaar afsteunen.
7. Buitenzichteenheid voor een motorvoertuig, omvattende een verstelinstrument volgens een der voorgaande conclusies, en een met de behuizing gekoppelde spiegel, display en/of camera.
NL2015676A 2015-10-28 2015-10-28 Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig. NL2015676B1 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015676A NL2015676B1 (nl) 2015-10-28 2015-10-28 Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig.
JP2018522036A JP6535814B2 (ja) 2015-10-28 2016-10-28 車両用の外部視覚ユニットのための調節装置
KR1020187013875A KR102090890B1 (ko) 2015-10-28 2016-10-28 차량의 외부 시야 유닛을 위한 조정 기구
CN201680072106.XA CN108367713B (zh) 2015-10-28 2016-10-28 用于车辆的外部视觉单元的调节器械
PCT/NL2016/050754 WO2017074193A1 (en) 2015-10-28 2016-10-28 Ajustment instrument for an exterior vision unit for a vehicle
BR112018008732-7A BR112018008732B1 (pt) 2015-10-28 2016-10-28 Instrumento de ajuste para uma unidade de visão exterior para um veículo e a referida unidade de visão exterior para um veículo automóvel
EP16802166.5A EP3368372B1 (en) 2015-10-28 2016-10-28 Ajustment instrument for an exterior vision unit for a vehicle
US15/771,764 US10562453B2 (en) 2015-10-28 2016-10-28 Adjustment instrument for an exterior vision unit for a vehicle

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015676A NL2015676B1 (nl) 2015-10-28 2015-10-28 Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2015676B1 true NL2015676B1 (nl) 2017-05-29

Family

ID=55754360

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015676A NL2015676B1 (nl) 2015-10-28 2015-10-28 Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US10562453B2 (nl)
EP (1) EP3368372B1 (nl)
JP (1) JP6535814B2 (nl)
KR (1) KR102090890B1 (nl)
CN (1) CN108367713B (nl)
NL (1) NL2015676B1 (nl)
WO (1) WO2017074193A1 (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2018838B1 (nl) * 2017-05-03 2018-11-14 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Verstelinstrument en werkwijze
EP3412509B1 (en) * 2017-06-07 2020-01-08 Fico Mirrors S.A. Actuator mechanism for a fold rear-view mirror assembly
WO2019035078A1 (en) 2017-08-17 2019-02-21 Magna Mirrors Of America, Inc. RACING ACTUATOR FOR EXTERIOR MIRROR
NL2019778B1 (nl) * 2017-10-20 2019-04-29 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Bevestigingsconstructie, in het bijzonder voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig
NL2020820B1 (nl) 2018-04-24 2019-10-31 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een voertuig
EP3597486B1 (en) * 2018-07-16 2022-09-14 Motherson Innovations Company Limited Exterior mirror with reduced folding noise
NL2021899B1 (nl) 2018-10-30 2020-05-14 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Buitenzichteenheid
ES2781124B2 (es) * 2019-02-26 2021-02-25 Compania Levantina De Reductores S L Mecanismo de rotacion de espejo retrovisor exterior para vehiculos y espejo retrovisor que lo incluye
US11517396B2 (en) * 2019-02-27 2022-12-06 Zimmer Biomet CMF and Thoracic, LLC Retractable gear meshing joint and arm
NL2023038B1 (nl) 2019-04-30 2020-11-23 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Verstelinstrument
US10940801B1 (en) 2019-09-09 2021-03-09 Motherson Innovations Company Limited Actuating device for a component
NL2023881B1 (nl) * 2019-09-23 2021-05-25 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Aandrijvingscomponent voor een verstelinstrument
DE102021201586B4 (de) 2020-02-20 2023-08-03 Magna Mirrors Of America, Inc. Fahrzeugaußenrückspiegelanordnung
NL2026693B1 (nl) 2020-10-16 2022-06-14 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Verstelinstrument omvattende onderling samenwerkende nokkenpatronen, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een voertuig
US11628772B2 (en) 2020-10-28 2023-04-18 Magna Mirrors Of America, Inc. Powerfold actuator for exterior mirror
CN112092733B (zh) * 2020-11-09 2021-02-23 宁波精成车业有限公司 一种用于汽车外后视镜的电动折叠装置

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20090229962A1 (en) * 2004-02-06 2009-09-17 Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. Hinge actuator and method for adjusting two parts of a hinge actuator relative to each other
WO2012047104A1 (en) * 2010-10-06 2012-04-12 Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. Adjustment mechanism

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3008334U (ja) * 1994-08-25 1995-03-14 株式会社村上開明堂 電動格納式ドアミラーの減速機構
NL1003144C2 (nl) * 1996-05-15 1997-11-18 Iku Holding Montfoort Bv Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniermechanisme.
DE69822701T2 (de) * 1997-05-29 2005-01-13 Schefenacker Vision Systems Australia Pty Ltd, Lonsdale Betätigungsmechanismus für einen Rückblickspiegel
DE19833514B4 (de) * 1997-07-30 2005-04-28 Buhler Motor Gmbh Antrieb zum Abklappen eines Kraftfahrzeugrückblickspiegels
US7070287B2 (en) * 2002-04-23 2006-07-04 Magna Donnelly Mirrors North America L.L.C. Vehicular mirror system with at least one of power-fold and power-extend functionality
NL1025437C2 (nl) * 2004-02-06 2005-08-09 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator.
NL1026002C2 (nl) * 2004-04-22 2005-10-25 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegeleenheid.
NL1031808C2 (nl) * 2006-05-12 2007-11-15 Eaton Automotive Bv Scharnierconstructie.
JP2008087706A (ja) * 2006-10-04 2008-04-17 Ichikoh Ind Ltd 車両用アウトサイドミラー装置
JP2008296719A (ja) * 2007-05-31 2008-12-11 Ichikoh Ind Ltd 車両用アウトサイドミラー装置
NL2003061C2 (nl) * 2009-06-22 2010-12-23 Mci Mirror Controls Int Nl Bv Spiegelverstelinrichting.
EP2301804B1 (en) * 2009-09-23 2011-12-28 SMR Patents S.à.r.l. Hinge construction
JP5418356B2 (ja) * 2010-03-26 2014-02-19 市光工業株式会社 車両用アウトサイドミラー装置
JP5488429B2 (ja) * 2010-11-26 2014-05-14 市光工業株式会社 車両用アウトサイドミラー装置
JP5970911B2 (ja) * 2012-03-28 2016-08-17 市光工業株式会社 車両用アウトサイドミラー装置
CN104163141B (zh) * 2014-07-31 2017-01-11 法可赛(太仓)汽车配件有限公司 马达驱动的后视镜旋转定位装置
CN104691420B (zh) * 2015-03-13 2017-01-11 宁波精成车业有限公司 用于汽车后视镜的调节装置

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20090229962A1 (en) * 2004-02-06 2009-09-17 Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. Hinge actuator and method for adjusting two parts of a hinge actuator relative to each other
WO2012047104A1 (en) * 2010-10-06 2012-04-12 Mci (Mirror Controls International) Netherlands B.V. Adjustment mechanism

Also Published As

Publication number Publication date
EP3368372A1 (en) 2018-09-05
BR112018008732A2 (pt) 2018-10-30
WO2017074193A1 (en) 2017-05-04
CN108367713B (zh) 2021-05-11
KR20180074714A (ko) 2018-07-03
BR112018008732A8 (pt) 2019-02-26
US10562453B2 (en) 2020-02-18
EP3368372B1 (en) 2020-11-18
JP6535814B2 (ja) 2019-06-26
KR102090890B1 (ko) 2020-03-19
CN108367713A (zh) 2018-08-03
US20180345862A1 (en) 2018-12-06
WO2017074193A8 (en) 2018-05-17
JP2018535880A (ja) 2018-12-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2015676B1 (nl) Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig.
JP6124792B2 (ja) 調節機構
KR100560906B1 (ko) 차량용외부백미러
EP1650595A3 (en) Actuator, and lens unit and camera with the same
USD602841S1 (en) Operating console for an automobile
US20170088054A1 (en) Fold rear-view mirror assembly for motor vehicles
CN104302143B (zh) 棘轮模块以及具有棘轮模块的电子设备
WO2015166012A1 (fr) Dispositif d'affichage, notamment pour vehicule automobile
EP2322972A1 (fr) Dispositif d'affichage, notamment pour véhicule automobile
US6809872B2 (en) Head-up display with an adjusting device for a mirror
WO2009035931A1 (en) Universal folding bracket assembly for either manual fold or power fold rearview mirrors
NL2023038B1 (nl) Verstelinstrument
NL2005468C2 (nl) Verstelmechanisme.
CN107837150B (zh) 轮毂电机驱动状态调整装置
JP2011145652A (ja) 特に自動車用のディスプレイ装置
CN105487215B (zh) 变焦转轮的转动角度具有基于物镜限制的显微镜
EP3204814B1 (en) Microscope having a stage which is movable manually or motorized
WO2015150569A1 (fr) Dispositif d'affichage, notamment pour vehicule automobile
JP6758847B2 (ja) 駆動装置
EP1958823A1 (en) Rotable displaying device and method for setting rotating angle thereof
JP5747131B2 (ja) レンズ・システムならびにレンズ鏡胴および駆動ユニット
NL2012670B1 (en) Actuator mechanism.
US7626775B2 (en) Lens drive apparatus
FR2847355A1 (fr) Element de reglage a actionneurs rotatifs
US20080197259A1 (en) Rotatable displaying device and method for setting rotating angle thereof

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20211101