NL1003144C2 - Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniermechanisme. - Google Patents

Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniermechanisme. Download PDF

Info

Publication number
NL1003144C2
NL1003144C2 NL1003144A NL1003144A NL1003144C2 NL 1003144 C2 NL1003144 C2 NL 1003144C2 NL 1003144 A NL1003144 A NL 1003144A NL 1003144 A NL1003144 A NL 1003144A NL 1003144 C2 NL1003144 C2 NL 1003144C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
annular
mirror
nose
fold
groove
Prior art date
Application number
NL1003144A
Other languages
English (en)
Inventor
Stefan Frits Brouwer
Albertus Van Zanten
Goeran Bernd Oesterholt
Adrianus Johannes Maria Blom
Original Assignee
Iku Holding Montfoort Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1003144A priority Critical patent/NL1003144C2/nl
Application filed by Iku Holding Montfoort Bv filed Critical Iku Holding Montfoort Bv
Priority to US09/180,667 priority patent/US6130514A/en
Priority to ES97920984T priority patent/ES2155251T3/es
Priority to DE69703929T priority patent/DE69703929T2/de
Priority to AT97920984T priority patent/ATE198724T1/de
Priority to JP54076197A priority patent/JP3151529B2/ja
Priority to AU27143/97A priority patent/AU710167B2/en
Priority to KR10-1998-0709200A priority patent/KR100363630B1/ko
Priority to PCT/NL1997/000268 priority patent/WO1997043144A1/en
Priority to BR9709002A priority patent/BR9709002A/pt
Priority to EP97920984A priority patent/EP0898522B1/en
Priority to DE29724110U priority patent/DE29724110U1/de
Priority to CA002254859A priority patent/CA2254859C/en
Priority to TW086106461A priority patent/TW389730B/zh
Application granted granted Critical
Publication of NL1003144C2 publication Critical patent/NL1003144C2/nl
Priority to AT0068899U priority patent/AT4127U1/de

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/02Rear-view mirror arrangements
    • B60R1/06Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/02Rear-view mirror arrangements
    • B60R1/06Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
    • B60R1/062Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
    • B60R1/07Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
    • B60R1/074Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for retracting the mirror arrangements to a non-use position alongside the vehicle
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S248/00Supports
    • Y10S248/90Movable or disengageable on impact or overload

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
  • Mirrors, Picture Frames, Photograph Stands, And Related Fastening Devices (AREA)

Description

Λ
Titels Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniennechanisme
De uitvinding heeft betrekking op een buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniennechanisme, en op een elektrisch bedienbare scharnieractuator.
Een scharnieractuator omvat twee actuatordelen die 5 roteerbaar ten opzichte van elkaar zijn bevestigd. Een elektrisch bedienbare scharnieractuator is daarenboven voorzien van een elektromotor en een transmissiestelsel om die actuatordelen ten opzichte van elkaar te roteren. Een scharnieractuator kan worden gebruikt voor diverse toepassingen waar 10 het gewenst is om twee constructiedelen ten opzichte van elkaar te roteren of te scharnieren. Daartoe zal het ene actuatordeel worden bevestigd aan één van genoemde constructiedelen, en zal het andere actuatordeel worden bevestigd aan de andere van genoemde constructiedelen; wanneer 15 dan de actuatordelen ten opzichte van elkaar worden geroteerd, al dan niet elektrisch bediend, zullen genoemde constructiedelen ten opzichte van elkaar roteren of scharnieren om een rotatie- of scharnieras die samenvalt met de rotatieas van de actuatordelen. In het kader van de onderhavige uitvinding 20 zullen de termen "roteren" en "scharnieren" door elkaar worden gebruikt.
Een dergelijke scharnieractuator kan in het bijzonder maar niet uitsluitend worden toegepast in een buitenspiegel van een voertuig zoals bijvoorbeeld een auto. De uitvinding 25 zal daarom in het hiernavolgende voor een dergelijk toepassingsvoorbeeld worden beschreven.
Het is algemeen bekend, dat auto's zijn uitgerust met minstens één buitenspiegel. De buitenspiegel omvat een komvormig spiegelhuis met daarin opgesteld een spiegelplaat, 30 die tijdens gebruik in hoofdzaak haaks op de lengterichting van de auto is gericht om de bestuurder in staat te stellen 1003144 2 het naast en achter de auto gelegen weggedeelte te overzien. Het spiegelhuis steekt daarbij over een bepaalde afstand uit buiten de zijkant van de auto. In bepaalde situaties is het gewenst dat die afstand wordt verminderd, bijvoorbeeld bij het 5 parkeren in een smalle ruimte. Daartoe kan het spiegelhuis ten opzichte van de auto worden gescharnierd om een scharnieras die, in de meeste gevallen, in hoofdzaak verticaal is gericht, waarbij het uiteinde van het spiegelhuis door een naar achteren gerichte rotatiebeweging om die as dichter bij de 10 carosserie van de auto wordt gebracht; een dergelijke beweging zal in het hiernavolgende worden aangeduid als invouwen ("fold-in"), en de aldus bereikte stand zal worden aangeduid als invouwstand. De omgekeerde scharnierbeweging, van de invouwstand naar de normale bedrijfsstand (ook aangeduid als 15 uitvouwstand> zal worden aangeduid als uitvouwen ("fold-out").
De genoemde scharniermogelijkheid betreft ook een veiligheidsaspect. Indien een obstakel buiten de auto het spiegelhuis raakt, geeft het spiegelhuis mee, waardoor schade wordt vermeden of althans verminderd, zowel aan de auto en de 20 spiegel als aan het obstakel, dat ook een persoon kan zijn.
Uit veiligheidsoverwegingen is het dan ook gewenst, en vaak zelfs wettelijk voorschrift, dat het spiegelhuis een vergelijkbare scharnierbeweging naar voren toe kan maken. Een dergelijke beweging zal in het hiernavolgende worden aangeduid 25 als overvouwen ("fold-over"), en de aldus bereikte stand zal worden aangeduid als overvouwstand. De omgekeerde scharnierbeweging, van de overvouwstand naar de normale bedrijfsstand, zal worden aangeduid als terugvouwen ("fold-back”).
Om de genoemde scharnierbewegingen mogelijk te maken, is 30 het spiegelhuis scharnierbaar bevestigd aan een spiegelvoet of spiegelbasis, die bestemd is om gefixeerd bevestigd te worden aan de auto. De genoemde scharnierbewegingen kunnen dan worden uitgevoerd onder invloed van een externe kracht, hetgeen zal worden aangeduid als handbediening. Uit een oogpunt van 35 bedieningsgemak is de buitenspiegel voorts voorzien van een scharnieractuator of scharniermechanisme dat door de bestuurder van de auto elektrisch kan worden bediend, dat wil 1003U4 3 zeggen met bijvoorbeeld een druk op een knop, om de genoemde invouwbeweging en de genoemde uitvouwbeweging uit te voeren. Het scharniermechanisme omvat een elektromotor en een transmissiemechanisme dat gekoppeld is met het spiegelhuis en 5 de spiegelvoet. Het scharniermechanisme is zodanig ontworpen, dat het niet alleen in staat is om de genoemde invouwbeweging en de genoemde uitvouwbeweging uit te voeren door bekrachtiging van de elektromotor, maar ook in staat is om al de genoemde scharnierbewegingen toe te staan bij inwerking van 10 een externe kracht zonder de motor en/of het overbrengingsmechanisme te beschadigen.
Scharnieractuatoren met de in het voorgaande beschreven eigenschappen zijn thans algemeen bekend. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld beschreven in het Duitse octrooischrift 15 4.023.375. Bij deze bekende constructie zijn in een huisdeel van de aandrijving twee groeven concentrisch aangebracht, waarvan de eerste groef een kleinere lengte heeft dan de tweede groef. Diametraal tegenover de eerste groef is een derde groef aangebracht met dezelfde lengte als de eerste 20 groef. De spiegelvoet is voorzien van een aanslagnok die ingrijpt in genoemde tweede groef met grotere lengte. Bij het uitvoeren van een scharnierbeweging van het spiegelhuis ten opzichte van de spiegelvoet verplaatst genoemde aanslagnok zich door genoemde tweede groef; de uiteinden van genoemde 25 tweede groef vormen een aanslag voor genoemde aanslagnok, en definiëren aldus de uiterste invouwstand en de uiterste overvouwstand van de buitenspiegel. De spiegelvoet is voorts voorzien van een nokkenschijf die onder normale omstandigheden de spiegelvoet koppelt met de centrale as door middel van 30 neuzen die ingrijpen in ten opzichte van de spiegelvoet gefixeerde uitsparingen. Genoemde nokkenschijf is voorzien van twee aanslagnokken die respectievelijk ingrijpen in de genoemde eerste en derde groef van het genoemde huisdeel van de aandrijving. Onder normale omstandigheden zullen genoemde 35 twee aanslagnokken zich verplaatsen door genoemde eerste en derde groef van het genoemde huisdeel bij een scharnierbeweging tussen de invouwstand en de uitvouwstand. Daarbij 1003144 4 vormt een uiteinde van de eerste groef een aanslag voor de daarin lopende aanslagnok, net zo als dat een uiteinde van de derde groef een aanslag vormt voor de daarin lopende aanslagnok, welke aanslagen de uitvouwstand van de 5 buitenspiegel definiëren.
De in deze publicatie beschreven constructie is aldus nogal gecompliceerd, en omvat relatief veel onderdelen.
Voor het vanuit de uitvouwstand uitvoeren van een overvouwbeweging is het noodzakelijk, dat de koppeling tussen 10 genoemde nokkenschijf en de spiegelvoet wordt opgeheven.
Genoemde neuzen van de nokkenschijf verlaten daartoe genoemde uitsparingen. Het terugvouwen van een spiegelhuis vanuit de overvouwstand naar de normale bedrijfsstand moet vervolgens handmatig worden uitgevoerd, hetgeen gezien wordt als een 15 nadeel. Indien in de overvouwstand de elektromotor wordt bekrachtigd, kan het mechanisme onder bepaalde omstandigheden een "normale" stand opzoeken die niet correspondeert met de beoogde uitvouwstand.
Voorts is het een nadeel van de bekende constructie, dat 20 het van groeven voorziene onderdeel niet symmetrisch is, zodat het bekende scharniermechanisme alleen voor een linkerspiegel of voor een rechterspiegel bruikbaar is. Met andere woorden, voor een linkerspiegel en voor een rechterspiegel dienen twee onderling verschillende scharniermechanismen verschaft te 25 worden, hetgeen relatief duur is.
De onderhavige uitvinding beoogt een dergelijke scharnieractuator te verbeteren.
Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een scharnieractuator met een verder verbeterd bedieningsgemak 30 te verschaffen, die een sterk vereenvoudigde constructie heeft waardoor de vervaardigingskosten relatief laag zijn.
Een belangrijk doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een scharnieractuator waarvan het aantal onderdelen is gereduceerd ten opzichte van bekende scharnier-35 actuatoren.
Een ander belangrijk doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een scharnieractuator die zonder 1003U4 5 modificaties zowel in een linkerspiegel als in een rechter-spiegel bruikbaar is. Hierdoor wordt een vermindering bereikt van de productiekosten, aangezien de fabrikant geen onderscheid hoeft te maken tussen twee typen scharnieractuatoren.
5 weer een ander belangrijk doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een scharnieractuator die in staat is om een terugvouwbeweging vanuit de overvouwstand uit te voeren door middel van de elektromotor.
Voorts beoogt de onderhavige uitvinding te voorzien in 10 een buitenspiegel die is voorzien van een dergelijke scharnieractuator met de eerder genoemde eigenschappen.
Een uitvoeringsvorm van de actuator volgens de onderhavige uitvinding die al de genoemd doelstellingen realiseert, 15 zal in de hiernavolgende beschrijving nader verduidelijkt worden onder verwijzing naar de tekening, waarin: figuur 1 schematisch een vooraanzicht toont van een voertuig met een buitenspiegel; de figuren 2A-C schematisch een bovenaanzicht tonen van een 20 voertuig met een buitenspiegel in een bedrijfsstand (fig. 2A), een invouwstand (fig. 2B), en een overvouwstand (fig. 2C); figuur 3 een perspectiefaanzicht toont van de voornaamste onderdelen van een voorkeursuitvoeringsvorm van het scharnier-mechanisme in uiteengenomen toestand; 25 figuur 4 het scharniermechanisme in gemonteerde toestand toont, gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht; figuur 5A een perspectiefaanzicht is van een spiegelbasis; figuur 5B een bovenaanzicht is van de in figuur 5A getoonde spiegelbasis; 30 figuur 6A een perspectiefaanzicht is van een frame, gezien vanaf de bovenkant; figuur 6B een perspectiefaanzicht is van het in figuur 6A getoonde frame, gezien vanaf de onderkant; figuur 6C een onderaanzicht is van het in figuur 6A getoonde 35 frame; de figuren 7A en 7B met respectievelijk de figuren 5A en 5B vergelijkbare aanzichten zijn van een variant van een 1003144 6 spiegelbasis; de figuren 7C en 7D met respectievelijk de figuren 6B en 6C vergelijkbare aanzichten zijn van een variant van een frame; de figuren 8A en 8B met respectievelijk de figuren 5A en 5B 5 vergelijkbare aanzichten zijn van een andere variant van een spiegelbasis; de figuren 8C en 8D met respectievelijk de figuren 6B en 6C vergelijkbare aanzichten zijn van een andere variant van een frame; en 10 de figuren 9A-9B de positie van detectiemiddelen illustreren.
Figuur 1 toont schematisch een vooraanzicht van een zijwand van een voertuig 1, waaraan een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende steun 2 is bevestigd. Aan de steun 2 15 is een spiegelhuis 3 bevestigd, scharnierbaar om een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende scharnieras 4. Het spiegelhuis 3 is in hoofdzaak komvormig, zoals duidelijk is weergegeven in de figuren 2A-C, waarbij de bodem van die komvorm naar voren is gericht. In het spiegelhuis 3 is een 20 spiegelplaat 5 opgesteld, in hoofdzaak volgens een vertikaal vlak, welke spiegelplaat 5 ten opzichte van het spiegelhuis 3 scharnierbaar is om een scharnierpunt 6. Meer in het bijzonder is in het spiegelhuis 3 een spiegelverstelmechanisme opgesteld, dat is ingericht om de stand van de spiegelplaat 5 25 in te stellen door een scharnierbeweging om twee onderling loodrechte assen, te weten een verticale as en een horizontale as. Aangezien de aard en constructie van dat spiegelverstelmechanisme geen onderwerp vormt van de onderhavige uitvinding, en kennis daarvan voor een goed begrip van de onderhavige 30 uitvinding niet nodig is voor een deskundige, zullen deze niet nader worden beschreven. Volstaan wordt met op te merken, dat gebruik gemaakt kan worden van een op zich bekend spiegelverstelmechanisme .
In figuur 1 is voorts schematisch aangeduid, dat in het 35 spiegelhuis 3 een scharniermechanisme 10 is opgesteld, waarvan een eerste scharnierdeel 11, dat zal worden aangeduid als spiegelbasis, is bevestigd aan de steun 2, terwijl een tweede 1003U4 7 scharnierdeel 12 is bevestigd aan het spiegelhuis 3. De scharnierdelen 11 en 12 zijn ten opzichte van elkaar roteerbaar om een rotatieas 14 die, bij montage van het spiegelhuis 3 en het scharniermechanisme 10 op de steun 2, is uitgelijnd 5 met de scharnieras 4.
De figuren 2A-C tonen, voor het geval van een rechter-spiegel, schematisch een bovenaanzicht van het voertuig 1 met het spiegelhuis 3. Tijdens normaal gebruik bevindt het spiegelhuis 3 zich in een bedrijfsstand (figuur 2A), waarbij 10 de spiegelplaat 5 zich in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de zijwand van het voertuig 1 uitstrekt. Deze normale bedrijfsstand wordt ook aangeduid als uitvouwstand.
Figuur 2B illustreert schematisch een stand waarin de spiegelplaat 5 naar het voertuig 1 is gericht. Het spiegelhuis 15 3 kan vanuit de normale bedrijfsstand naar een dergelijke stand worden gebracht door een achterwaartse scharnierbeweging om de scharnieras 4 (invouwen), en het spiegelhuis 3 kan vanuit die stand worden teruggebracht naar de normale bedrijfsstand door een voorwaartse scharnierbeweging om de 20 scharnieras 4 (uitvouwen). Het zal duidelijk zijn dat het gewenst is, dat middelen aanwezig zijn om te voorkomen dat het spiegelhuis 3 dermate ver kan worden ingevouwen, dat het spiegelhuis 3 het voertuig 1 kan raken. Dergelijke middelen voor het begrenzen van de invouwvrijheid, die later meer 25 gedetailleerd zullen worden besproken, definiëren aldus een uiterste invouwstand; standen van het spiegelhuis 3 tussen de bedrijfsstand en de uiterste invouwstand zullen worden aangeduid als invouwtussenstand.
Figuur 2C illustreert schematisch een stand waarin de 30 spiegelplaat 5 van het voertuig 1 weg is gericht. Het spiegelhuis 3 kan vanuit de normale bedrijfsstand naar een dergelijke stand worden gebracht door een voorwaartse scharnierbeweging om de scharnieras 4 (overvouwen), en het spiegelhuis 3 kan vanuit die stand worden teruggebracht naar 35 de normale bedrijfsstand door een achterwaartse scharnierbeweging om de scharnieras 4 (terugvouwen). Het zal duidelijk zijn dat het gewenst is, dat middelen aanwezig zijn om te 1003144 8 voorkomen dat het spiegelhuis 3 dermate ver kan worden overgevouwen, dat het spiegelhuis 3 het voertuig 1 kan raken.
Der gelijke middelen voor het begrenzen van de overvouw-vrijheid, die later meer gedetailleerd zullen worden 5 besproken, definiëren aldus een uiterste overvouwstand; standen van het spiegelhuis 3 tussen de bedrijfsstand en de uiterste overvouwstand zullen worden aangeduid als overvouwtussenstand.
De invouwbeweging kan door de gebruiker bewust worden 10 uitgevoerd; de overvouwbeweging zal doorgaans niet bewust door de gebruiker worden uitgevoerd. Zowel de invouwbeweging als de overvouwbeweging kunnen ook per ongeluk worden veroorzaakt, bijvoorbeeld door een langslopende voetganger, of doordat het spiegelhuis tijdens het rijden achter een obstakel blijft 15 haken. Het scharniermechanisme 10 is derhalve ingericht om de invouwbeweging en de overvouwbeweging, evenals de uitvouw-beweging en de terugvouwbeweging, onder invloed van een externe kracht (zoals ook bijvoorbeeld handbediening) toe te laten. Voorts is, zoals later meer gedetailleerd zal worden 20 beschreven, het scharniermechanisme 10 voorzien van middelen om de normale bedrijfspositie (figuur 2A) met zekerheid reproduceerbaar terug te vinden, ongeacht of het uitvouwen respectievelijk terugvouwen handmatig of elektrisch wordt uitgevoerd.
25 Het scharniermechanisme 10 omvat voorts een elektromotor en een overbrengingsstelsel die terwille van de eenvoud niet in de figuren 1-2 zijn weergegeven. Het overbrengingsstelsel is gekoppeld met de scharnierdelen 11 en 12, zodanig dat, bij bekrachtiging van de elektromotor, de scharnierdelen 11 en 12 30 ten opzichte van elkaar geroteerd worden om aldus het spiegelhuis 3 te laten scharnieren ten opzichte van het voertuig 1 in een door de rotatierichting van een uitgaande as van de elektromotor bepaalde richting. Op deze manier kunnen de invouwbeweging, de uitvouwbeweging en de terugvouwbeweging op 35 afstand worden uitgevoerd door bediening van de elektromotor; aan het elektrisch uitvoeren van de overvouwbeweging bestaat geen behoefte.
1003144 9
Thans zal de constructie van een voorkeursuitvoeringsvorm van het scharniermechanisme 10 volgens de onderhavige uitvinding meer gedetailleerd worden beschreven onder verwijzing 5 naar de figuren 3-6. Figuur 3 toont een perspectiefaanzicht van de voornaamste onderdelen van het scharniermechanisme 10 in uiteengenomen toestand. Figuur 4 toont een schematische dwarsdoorsnede van het scharniermechanisme 10 in gemonteerde toestand.
10 Zoals blijkt uit de figuren 3 en 4, heeft het genoemde eerste scharnierdeel 11, dat zal worden aangeduid als spiegelbasis, in zijn algemeenheid een holle cilindrische vorm, die in zijn algemeenheid een relatief smal bovengedeelte 101 omvat, dat zal worden aangeduid als basisas 101, en een 15 relatief breed ondergedeelte 102, dat zal worden aangeduid als basisflens. Figuur 5A is een meer gedetailleerd perspectief-aanzicht van de spiegelbasis 11, en figuur 5B is een bovenaanzicht daarvan. De basisflens 102 is ingericht om bevestigd te worden op de steun 2. Deze bevestiging kan plaatsvinden met 20 op zich bekende middelen, zoals bijvoorbeeld schroeven. Bij voorkeur, en zoals weergegeven, is de basisflens 102 echter voorzien van radiale uitsteeksels 110, in het weergegeven voorbeeld drie, die passen in corresponderende uitsparingen in de steun 2 voor het vormen van een bajonet-passing, waardoor 25 het monteren van de basisflens 102 op de steun 2 relatief eenvoudig is.
Zoals voorts blijkt uit figuur 3, omvat het genoemde tweede scharnierdeel 12, dat zal worden aangeduid als frame, een in hoofdzaak vlakke bodemplaat 201 met daarin een 30 cirkelvormige opening 202 waardoorheen de basisas 101 reikt. Genoemde cirkelvormige opening 202 wordt gedefinieerd door een ringvormig framedeel 203, waarvan de onderkant rust op de bovenkant van de basisflens 102. Het frame 12 is ingericht om bevestigd te worden aan het spiegelhuis 3 door willekeurige 35 geschikte middelen, bijvoorbeeld schroeven, die ter wille van de eenvoud niet afzonderlijk zijn weergegeven. Figuur 6A is een meer gedetailleerd perspectiefaanzicht van het frame 12, 1003144 10 gezien vanaf de bovenkant; figuur 6B is een meer gedetailleerd perspectiefaanzicht van het frame 12, gezien vanaf de onderkant; en figuur 6C is een onderaanzicht van het frame 12.
Ten behoeve van het elektrisch bedienen van een vouw-5 beweging (scharnierbeweging) omvat het scharniermechanisme 10 volgens de onderhavige uitvinding verder een aan het frame 12 gemonteerde elektromotor 20 (figuur 4), waarvan een uitgangsas 20' via een transmissiestelsel 21 is gekoppeld met de basisas 101. Het transmissiestelsel 21 omvat in de weergegeven 10 uitvoeringsvorm een worm 22, die een wormwiel 23 aandrijft, waaraan coaxiaal een tweede worm 24 is bevestigd, die een tweede wormwiel 25 aandrijft. De onderdelen van het transmissiestelsel 21 zijn gelagerd in het frame 12; de daartoe gebruikte lagermiddelen van het frame 12 zijn herkenbaar in 15 figuur 6A. In feite zijn er twee tweede wormwielen 25 aanwezig, die elk worden aangedreven door de tweede worm 24. Elk tweede wormwiel 25 is in aangrijping met een ringvormig koppeltandwiel 26. Het ringvormig koppeltandwiel 26 is aangebracht coaxiaal met de basisas 101 en rust op de boven-20 kant van genoemd ringvormig framedeel 203, bij voorkeur en zoals geïllustreerd onder tussenkomst van een in rotatiezin ten opzichte van de basisas 101 geborgde frictiering 27. Het koppeltandwiel 26 zelf is vrij roteerbaar om de basisas 101, maar is via een koppelbegrensde klauwkoppeling gekoppeld met 25 de basisas 101. Daartoe omvat het scharniermechanisme 10 volgens de onderhavige uitvinding verder een ringvormig koppelorgaan 30 dat rotatiegeborgd is ten opzichte van de basisas 101, maar dat in axiale richting kan worden verschoven ten opzichte van de basisas 101. In de weergegeven 30 uitvoeringsvorm is de basisas 101 daartoe voorzien van zich longitudinaal uitstrekkende, radiaal uitstekende vingers 103 op zijn cilinderoppervlak, waarbij tussen naburige vingers 103 spiebanen 104 zijn gedefinieerd, terwijl het ringvormig koppelorgaan 30 is voorzien van radiaal naar binnen gerichte 35 uitsteeksels 31 die in genoemde spiebanen 104 passen. Aan het onderoppervlak van het ringvormig koppelorgaan 30 zijn neuzen 32 gevormd, in het weergegeven voorbeeld drie, die passen in
10031 AA
11 verdiepte gedeelten 28 in het bovenvlak van het koppeltandwiel 26.
In de geïllustreerde uitvoeringsvorm zijn genoemde radiaal naar binnen gerichte uitsteeksels 31 van het ring-5 vormig koppelorgaan 30 axiaal verlengd aan de bovenzijde van dat ringvormig koppelorgaan 30, dat wil zeggen in de van het koppeltandwiel 26 af wijzende richting, en zijn de axiale bovenuiteinden van die verlengde uitsteeksels 31 met elkaar verbonden door een verbindingsring 33. Genoemde naar binnen 10 gerichte uitsteeksels 31 van het ringvormig koppelorgaan 30 maken aldus over een relatief grote axiale afstand contact met genoemde spiebanen 104 van de basisas 101, waardoor dat ringvormig koppelorgaan 30 stabieler is gepositioneerd ten opzichte van de basisas 101. Ter wille van de duidelijkheid is 15 links in figuur 3 een perspectiefaanzicht getoond van het ringvormig koppelorgaan 30, gezien vanuit een andere richting.
Op het ringvormig koppelorgaan 30 is een helix-vormig veerorgaan 40 geplaatst, dat met zijn bovenuiteinde steunt tegen een aan de basisas 101 bevestigde steunring 41, terwijl 20 het veerorgaan 40 met zijn onderzijde drukt op de bovenzijde van het ringvormig koppelorgaan 30, waardoor het ringvormig koppelorgaan 30 op het koppeltandwiel 26 wordt gedrukt, dat op zijn beurt wordt gedrukt op het ringvormig framedeel 203 van de bodemplaat 201, welk ringvormig framedeel 203 op zijn beurt 25 wordt gedrukt op de basisflens 102.
Tijdens normaal bedrijf grijpen de neuzen 32 van het ringvormig koppelorgaan 30 in in de verdiepte gedeelten 28 van het koppeltandwiel 26, zodat dan het koppeltandwiel 26 in rotatiezin gefixeerd is ten opzichte van de spiegelbasis 11.
30 Wordt dan de elektromotor 20 bekrachtigd, dan wordt elk tweede wormwiel 25 van het transmissiestelsel 21 gedwongen een omloopbaan te volgen om het ten opzichte van de spiegelbasis 11 gefixeerde koppeltandwiel 26. Aangezien genoemde tweede wormwielen 25 zijn gelagerd in het frame 12, waaraan ook het 35 spiegelhuis 3 is bevestigd, wordt aldus het spiegelhuis 3 gedwongen tot het uitvoeren van een scharnierbeweging ten opzichte van de steun 2. Indien om welke reden dan ook de 1003144 12 beweging van het frame 12 wordt tegengehouden, stijgt de stroomsterkte door de motor 20, hetgeen gedetecteerd wordt door stroomdetectiemiddelen, die op zich bekend kunnen zijn en daarom hier niet nader besproken worden, en die zijn ingericht 5 om de motor 20 uit te schakelen.
Hoewel het mogelijk is om het frame 12 te laten roteren ten opzichte van de spiegelbasis 11 door rotatie van de motor 20, is het omgekeerde niet mogelijk wegens de zelf-reramendheid van het transmissiestelsel 21. Indien derhalve op het frame 12 10 (dat wil zeggen: op het spiegelhuis 3) een externe kracht wordt uitgeoefend, dan wordt het frame 12 door het trans-missiestelsel 21 gefixeerd gehouden ten opzichte van de spiegelbasis 11. Hierdoor wordt onder normale omstandigheden voorkomen, dat het spiegelhuis 3 wordt gescharnierd door 15 "normale" externe krachten, zoals bijvoorbeeld rijwind.
Daarentegen kan het in sommige gevallen juist gewenst zijn om het spiegelhuis 3 handmatig te scharnieren door het uitoefenen van een externe kracht. Voorts is het doorgaans uit veiligheidsoogpunt zelfs wettelijk voorschrift dat het 20 spiegelhuis 3 meegeeft bij het optreden van krachten boven een bepaald niveau. Een dergelijk meegeven is ook van voordeel voor het scharniermechanisme 10, omdat daardoor wordt voorkomen, dat bij het optreden van ongewoon grote krachten de belasting op het scharniermechanisme 10 dermate groot kan 25 worden, dat het mechanisme zou kunnen bezwijken.
Er dient derhalve dan een ontkoppeling plaats te vinden tussen het transmissiestelsel 21 en de basisas 101. Daartoe zijn de neuzen 32 van het ringvormig koppelorgaan 30 en de bijpassende uitsparingen 28 van het koppeltandwiel 26 voorzien 30 van schuine zijvlakken, die zodanig gedimensioneerd zijn, dat bij het optreden van een bepaalde tangentiale kracht (moment; koppel) boven een voorafbepaald niveau de neuzen 32 van het ringvormig koppelorgaan 30 uit de bijpassende uitsparingen 28 van het koppeltandwiel 26 worden gedrongen, waarbij het 35 ringvormig koppelorgaan 30 axiaal naar boven wordt gedrukt en de veer 40 dus wordt ingedrukt. Op dat moment is de koppeling tussen het koppeltandwiel 26 en de spiegelbasis 11 opgeheven, 1003144 13 en kan het spiegelhuis 3 met het frame 12, de motor 20, het transmissiestelsel 21, en het koppeltandwiel 26 als een geheel vrij roteren ten opzichte van de spiegelbasis 11. Daarbij blijft het ringvormig koppelorgaan 30 in rotatiezin gefixeerd 5 ten opzichte van de spiegelbasis 11.
Genoemd voorafbepaald niveau is zodanig gekozen, dat het groter is dan het maximaal door de motor 20 leverbare koppel, maar niet dermate hoog dat hierdoor een te grote belasting op het transmissiestelsel 21 en de motor 20 wordt uitgeoefend bij 10 handmatig scharnieren.
Zoals reeds vermeld, is de frictiering 27 in rotatie-richting geborgd ten opzichte van de basisas 101, waartoe de frictiering 27 kan zijn voorzien van radiaal naar binnen gerichte uitsteeksels 29 die passen in de spiebanen 104 van de 15 basisas 101. Het instrument 10 biedt hierdoor een relatief hoge weerstand tegen scharnieren onder invloed van een externe kracht, omdat bij een dergelijke scharnierbeweging zowel het bovenoppervlak van de frictiering 27 als het onderoppervlak van de frictiering 27 worden belast op wrijving, en wel 20 respectievelijk ten opzichte van het koppeltandwielwiel 26 en het ringvormig framegedeelte 203. Ook dit effect draagt bij aan de grote stabiliteit tegen bijvoorbeeld rijwind.
Bij de scharnierbeweging van het spiegelhuis 3 ten 25 opzichte van de voertuigsteun 2 glijdt de onderzijde van het ringvormig framedeel 203 over de bovenzijde van de basisflens 102. Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding zijn de basisflens 102 en genoemd ringvormig framedeel 203 voorzien van middelen voor het definiëren van de 30 uitvouwstand, voor het begrenzen van de invouwbeweging, en voor het begrenzen van de overvouwbeweging, zoals hierna zal worden beschreven onder verwijzing naar de figuren 5A, 5B, 6B en 6C. De invouwbegrenzingsmiddelen definiëren derhalve een uiterste invouwstand; het is echter mogelijk dat de toepas-35 singsconstructie zoals een buitenspiegel is voorzien van extra invouwbegrenzingsmiddelen die eerder in werking treden dan de tussen de basisflens 102 en genoemd ringvormig framedeel 203 1003144 14 gedefinieerde invouwbegrenzingsmiddelen volgens de onderhavige uitvinding, in welk geval het die extra invouwbegrenzingsmiddelen zijn die de praktisch uiterste invouwstand definiëren. Een vergelijkbare opmerking geldt ten aanzien van 5 de overvouwbegrenzingsmiddelen. Het kan echter zijn dat het wegens ruimtegebrek niet gewenst of zelfs niet mogelijk is om dergelijke extra invouwbegrenzingsmiddelen extern van de actuator 10 aan te brengen; voor dergelijke gevallen biedt de onderhavige uitvinding een scharniermechanisme dat al de 10 genoemde begrenzingen intrinsiek verschaft.
In de figuren 5A en 5B is getoond, dat de basisflens 102 een ringvormig bovenvlak 150 heeft, dat is onderverdeeld in meerdere, binnen elkaar gelegen ringen, in het weergegeven voorbeeld twee ringen, namelijk een binnenring 151 en een 15 buitenring 152. De binnenring 151 is over een voorafbepaalde hoek α verdiept uitgevoerd voor het definiëren van een eerste ringsegmentvormige groef 153 met enigszins schuin geplaatste eindwanden 154 en 155. Diametraal tegenover de eerste ring-segmentvormige groef 153 is de buitenring 152 over dezelfde 20 hoek α verdiept uitgevoerd voor het definiëren van een tweede ringsegmentvormige groef 156 met eveneens enigszins schuin geplaatste eindwanden 157 en 158. Diametraal tegenover de eerste ringsegmentvormige groef 153 is de binnenring 151 over een voorafbepaalde hoek β verhoogd uitgevoerd voor het 25 definiëren van een eerste axiaal gerichte neus 159 met enigszins schuin geplaatste zijvlakken 160 en 161, waarbij de hoekpositie van het centrum van de eerste neus 159 overeenkomt met de hoekpositie van het centrum van de tweede ringsegmentvormige groef 156. Op vergelijkbare wijze is de buitenring 30 152, radiaal tegenover de eerste neus 159, over dezelfde hoek β verhoogd uitgevoerd voor het definiëren van een tweede axiaal gerichte neus 162 met enigszins schuin geplaatste zijvlakken 163 en 164, waarbij de hoekpositie van het centrum van de tweede neus 162 overeenkomt met de hoekpositie van het 35 centrum van de eerste ringsegmentvormige groef 153.
In de figuren 6B en 6C is getoond, dat het ringvormig framedeel 203 een ringvormig ondervlak 250 heeft, dat op 1003144 15 vergelijkbare wijze als het bovenvlak 150 van de basisflens 102 is onderverdeeld in binnen elkaar gelegen ringen, in het weergegeven voorbeeld dus twee ringen, namelijk een binnenring 251 en een buitenring 252. De binnenring 251 is over een hoek 5 die gelijk is aan genoemde voorafbepaalde hoek α verdiept uitgevoerd voor het definiëren van een derde ringsegment-vormige groef 253 met enigszins schuin geplaatste eindwanden 254 en 255. Diametraal tegenover de derde ringsegmentvormige groef 253 is de buitenring 252 over dezelfde hoek α verdiept 10 uitgevoerd voor het definiëren van een vierde ringsegmentvormige groef 256 met eveneens enigszins schuin geplaatste eindwanden 257 en 258. Diametraal tegenover de derde ringsegmentvormige groef 253 is de binnenring 251 over dezelfde hoek β verhoogd uitgevoerd voor het definiëren van een derde 15 axiaal gerichte neus 259 met enigszins schuin geplaatste zijvlakken 260 en 261, waarbij de hoekpositie van het centrum van de derde neus 259 overeenkomt met de hoekpositie van het centrum van de vierde ringsegmentvormige groef 256. Op vergelijkbare wijze is de buitenring 252, radiaal tegenover de 20 derde neus 259, over dezelfde hoek β verhoogd uitgevoerd voor het definiëren van een vierde axiaal gerichte neus 262 met enigszins schuin geplaatste zijvlakken 263 en 264, waarbij de hoekpositie van het centrum van de vierde neus 262 dus overeenkomt met de hoekpositie van het centrum van de derde 25 ringsegmentvormige groef 253.
De dimensionering van de genoemde groeven en neuzen is zodanig, dat in gemonteerde toestand van het scharniermecha-nisme 10 de eerste, tweede, derde, en vierde neuzen 159, 162, 259, en 262 passen in respectievelijk de derde, vierde, 30 eerste, en tweede groeven 253, 256, 153, en 156, waarbij het ondervlak 250 van het ringvormige framedeel 203 rust op het bovenvlak 150 van de basisflens 102.
Een belangrijk voordeel van de onderhavige uitvinding is, dat het scharniermechanisme 10 zowel voor een linkerbuiten-35 spiegel als voor een rechterbuitenspiegel kan worden gebruikt, zonder dat modificaties nodig zijn. Bij toepassing in een linkerbuitenspiegel wordt de normale bedrijfsstand (uitvouw- 1003144 16 stand) gedefinieerd door de schuine eindwanden 154, 157, 254, 257 van respectievelijk de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256. Indien het scharniermechanisme 10 zich in de uitvouwstand bevindt, zijn de zijvlakken 261, 5 264, 161, 164 van de derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 respectievelijk in aanraking met genoemde schuine eindwanden 154, 157, 254, 257 van respectievelijk de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256. Bij een invouwbeweging verplaatsen genoemde derde, vierde, 10 eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 zich door genoemde eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, totdat hun andere schuine zijvlakken 260, 263, 160, 163 respectievelijk in aanraking komen met de andere schuine eindwanden 155, 158, 255, 258 van respectievelijk de eerste, 15 tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, waardoor een uiterste invouwstand van de linkerspiegel is gedefinieerd. Zoals reeds eerder vermeld, kan de spiegel zijn voorzien van externe aanslagen die verhinderen dat het scharniermechanisme 10 de genoemde uiterste invouwstand bereikt.
20 Bij toepassing in een rechterbuitenspiegel wordt de normale bedrijfsstand (uitvouwstand) gedefinieerd door de schuine eindwanden 155, 158, 255, 258 van respectievelijk de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256. Indien het scharniermechanisme 10 zich in de uitvouwstand 25 bevindt, zijn de zijvlakken 260, 263, 160, 163 van de derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 respectievelijk in aanraking met genoemde schuine eindwanden 155, 158, 255, 258 van respectievelijk de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256. Bij een invouwbeweging 30 verplaatsen genoemde derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 zich door genoemde eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, totdat hun andere schuine zijvlakken 261, 264, 161, 164 respectievelijk in aanraking komen met de andere schuine eindwanden 154, 157, 254, 257 van 35 respectievelijk de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, waardoor een uiterste invouwstand van de rechterspiegel is gedefinieerd. Zoals reeds eerder vermeld, 1003144 17 kan de spiegel zijn voorzien van externe aanslagen die verhinderen dat het scharniermechanisme 10 de genoemde uiterste invouwstand bereikt.
zowel bij een linkerspiegel als bij een rechterspiegel is 5 dus de maximale hoekafstand tussen de uitvouwstand en de invouwstand (invouwbewegingsvrijheid) zoals gedefinieerd door genoemde neuzen en groeven, gelijk aan a - β; deze afstand bedraagt in een voor keur suit voer ingsvom ongeveer 80®.
10 Thans zal meer gedetailleerd van het scharniermechanisme 10 zoals geïllustreerd in de figuren 5 en 6 de werking worden beschreven bij bekrachtiging van de motor 20 bij toepassing in een linkerspiegel, waarbij wordt aangenomen dat die spiegel niet is voorzien van extra aanslagmiddelen voor het definiëren 15 van een praktisch uiterste invouwstand of praktisch uiterste overvouwstand. Onder verwijzing naar het voorgaande zal het voor een deskundige duidelijk zijn dat de werking bij toepassing in een rechterspiegel symmetrisch is, om welke reden de werking voor een dergelijke toepassing niet 20 afzonderlijk zal worden herhaald.
Bij deze bespreking wordt steeds uitgegaan van de uitvouwstand, waarbij dus de zijvlakken 261, 264, 161, 164 van de derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 respectievelijk in aanraking zijn met de schuine eindwanden 25 154, 157, 254, 257 van respectievelijk de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256.
ELEKTRISCHE KRACHT
Indien de bestuurder door bediening van een bedienings-30 knop de motor 20 bekrachtigt in een richting die correspondeert met de invouwbeweging, loopt het tweede wormwiel 25 van het transmissiestelsel 21 linksom om het koppeltandwiel 26 heen, waarbij het frame 12 linksom scharniert en genoemde derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 worden 35 verplaatst door genoemde eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, totdat hun andere schuine zijvlakken 260, 263, 160, 163 respectievelijk in aanraking 1003144 18 komen met de andere schuine eindwanden 155, 158, 255, 258 van respectievelijk de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256. Hierdoor wordt een tegenkracht geboden aan de scharnierbeweging, waardoor de stroomsterkte door de 5 motor 20 stijgt waarop, zoals eerder vermeld, de motor 20 wordt uitgeschakeld, zodat de invouwbeweging eindigt.
Wanneer de bestuurder wenst dat het spiegelhuis 3 wordt teruggescharnierd naar de uitvouwstand, bedient hij een bedieningsknop om de motor 20 in de tegengestelde richting te 10 bekrachtigen. Het hiervoor beschreven proces herhaalt zich dan in tegengestelde richting, totdat de zijvlakken 261, 264, 161, 164 van de derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 respectievelijk in aanraking komen met de schuine eindwanden 154, 157, 254, 257 van respectievelijk de eerste, 15 tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, waardoor weer een tegenkracht wordt geboden aan de scharnierbeweging, die niet door de motor 20 kan overwonnen, zodat de uitvouwbeweging eindigt.
Bij deze scharnierbeweging blijft het koppeltandwiel 26 20 stationair ten opzichte van de basisas 101 en dus ook ten opzichte van de frictiering 27, zodat de hoeveelheid door de motor 20 te overwinnen wrijving minder is dan in het geval van een uitwendige kracht. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1003144
EXTERNE MECHANISCHE KRACHT
2
Wanneer extern een relatief grote, naar achteren gerichte 3 kracht wordt uitgeoefend op het zich in de uitvouwstand 4 bevindende spiegelhuis 3, zal, zoals eerder beschreven, het 5 ringvormig koppelorgaan 30 axiaal worden weggedrukt om het 6 koppeltandwiel 26 te ontkoppelen van de basisas 101 teneinde 7 schade aan het transmissiestelsel 21 en aan de motor 20 te 8 voorkomen. Bij de dan volgende invouwbeweging van het 9 spiegelhuis 3 blijft het koppeltandwiel 26 gefixeerd ten 10 opzichte van het frame 12, en blijft het ringvormig 11 koppelorgaan 30 gefixeerd ten opzichte van de basisas 101. Genoemde derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 worden verplaatst door genoemde eerste, tweede, derde, en 19 vierde groeven 153, 156, 253 en 256, uiterlijk totdat hun andere schuine zijvlakken 260, 263, 160, 163 respectievelijk in aanraking komen met de andere schuine eindwanden 155, 158, 255, 258 van respectievelijk de eerste, tweede, derde, en 5 vierde groeven 153, 156, 253 en 256. Wanneer de externe kracht wordt weggenomen, blijft het spiegelhuis staan in de dan bereikte invouwtussenstand, die uiterlijk de uiterste invouwstand is. Aldus is de externe kracht (koppel) die nodig is om het spiegelhuis 3 de invouwbeweging te laten maken, 10 voornamelijk bepaald door wrijvingskrachten, terwijl de externe kracht (koppel) die nodig is om het spiegelhuis 3 de uitvouwstand te laten verlaten, gelijk is aan die wrijvings-kracht vermeerderd met de kracht die nodig is om het ringvormig koppelorgaan 30 axiaal weg te drukken.
15 Vanuit de invouwstand, of een willekeurige invouwtussen- stand, kan het spiegelhuis 3 door een handmatige uitvouw-beweging worden teruggebracht naar de uitvouwstand. De daarvoor benodigde externe kracht (koppel) wordt weer voornamelijk bepaald door wrijvingskrachten. Bij de uitvouw-20 beweging van het spiegelhuis 3 blijft het koppeltandwiel 26 gefixeerd ten opzichte van het frame 12, en blijft het ringvormig koppelorgaan 30 gefixeerd ten opzichte van de basisas 101. Genoemde derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 worden verplaatst door genoemde eerste, 25 tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, totdat in de uitvouwstand hun zijvlakken 261, 264, 161, 164 respectievelijk in aanraking komen met de schuine eindwanden 154, 157, 254, 257 van respectievelijk de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, op welk moment 30 de voor verder scharnieren benodigde kracht sterk toeneemt, hetgeen de gebruiker waarneemt als een blokkering. Aldus wordt de uitvouwstand reproduceerbaar en positief gedefinieerd, en weet de gebruiker met zekerheid dat hij de uitvouwstand heeft bereikt.
35 Indien het spiegelmechanisme 3 door een externe kracht vanuit de uitvouwpositie was gebracht naar genoemde invouwstand respectievelijk willekeurige invouwtussenstand, zullen 20 bij het uitvoeren van genoemde handmatige uitvouwbeweging de neuzen 32 van het ringvormig koppelorgaan 30 weer de uitsparingen 28 van het koppeltandwiel 26 in worden gedrukt wanneer de uitvouwstand wordt bereikt, hetgeen gepaard gaat 5 met een voor de gebruiker waarneembare (hoorbare en voelbare) klik.
Vanuit een willekeurige, handmatig bereikte invouwtussen-stand kan het spiegelhuis 3 ook door bekrachtiging van de motor 20 worden teruggebracht naar de uitvouwstand. De motor 10 20 wordt daartoe bekrachtigd in een richting tegengesteld aan de voor invouwen benodigde richting. Daardoor zal eerst het koppeltandwiel 26 worden geroteerd, totdat de uitsparingen 28 van het koppeltandwiel 26 zijn uitgelijnd met de neuzen 32 van het ringvormig koppelorgaan 30, op welk moment de neuzen 32 15 van het ringvormig koppelorgaan 30 weer de uitsparingen 28 van het koppeltandwiel 26 in worden gedrukt. Vanaf dat moment is het koppeltandwiel 26 weer gekoppeld met de basisas 101, en heeft de rotatie van de motor 20 het uitvouwen van het spiegelhuis 3 tot gevolg, zoals eerder beschreven.
20 Zou de motor 20, wanneer het spiegelhuis 3 zich bevindt in een willekeurige, handmatig bereikte invouwtussenstand, worden bekrachtigd in een richting gelijk aan de voor invouwen benodigde richting, dan kan dit geen kwaad: het spiegelhuis 3 bereikt dan eenvoudigweg de invouwstand, en kan van daaruit op 25 de gebruikelijke manier worden teruggebracht naar de uitvouwstand.
Wanneer extern een relatief grote, naar voren gerichte kracht wordt uitgeoefend op het spiegelhuis 3, zal, zoals 30 eerder beschreven, het ringvormig koppelorgaan 30 axiaal worden weggedrukt om het koppeltandwiel 26 te ontkoppelen van de basisas 101. Daarenboven zullen, wegens de schuine stand van de zijvlakken 261, 264, 161, 164 van de derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 en de schuine stand 35 van de eindwanden 154, 157, 254, 257 van de eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256, genoemde derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162 uit de 1003144 21 eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256 groeven worden gedrukt, waarbij dus het gehele frame 12 met het daaraan bevestigde spiegelhuis 3 axiaal wordt verplaatst over een afstand die gelijk is aan de axiale afmeting (hoogte) 5 van de derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162. Bij de dan volgende overvouwbeweging, die nu relatief weinig kracht kost, blijft het koppeltandwiel 26 gefixeerd ten opzichte van het frame 12, en blijft het ringvormig koppelorgaan 30 gefixeerd ten opzichte van de basisas 101.
10 Genoemde eerste en tweede neuzen 159, 162 schuiven over respectievelijk de binnenring 251 en de buitenring 252 van het ondervlak 250 van het ringvormig framedeel 203, terwijl de derde en vierde neuzen 259, 262 respectievelijk schuiven over de binnenring 151 en de buitenring 152 van het bovenvlak 150 15 van de basisflens 102. Wanneer de externe kracht wordt weggenomen, blijft het spiegelhuis staan in de dan bereikte overvouwtussenstand, die uiterlijk de uiterste overvouwstand is, en die wordt bereikt wanneer de schuine zijvlakken 261, 264 van de derde en vierde neuzen 259, 262 respectievelijk de 20 schuine zijvlakken 161, 164 van de eerste en tweede neuzen 159, 162 ontmoeten.
De maximale hoekafstand tussen de uitvouwstand en de uiterste overvouwstand (overvouwbewegingsvrijheid) zoals gedefinieerd door genoemde neuzen en groeven, is gelijk aan 25 |(360β-α-β), en bedraagt in een voorkeursuitvoeringsvorm meer dan 100°. In een voorkeursuitvoeringsvorm is α ongeveer 115° en is β ongeveer 35°.
In elke overvouwtussenstand (en in de uiterste overvouwstand) vormen genoemde neuzen 159, 162, 259, 262 vier niet op 30 een lijn gelegen steunpunten voor het frame 12 ten opzichte van de basis 11, waardoor een stabiele situatie wordt verzekerd. Desgewenst kan het aantal in elkaar gelegen ringen, met daarin gevormde groeven en neuzen, worden vergroot om het aantal steunpunten te vergroten. De figuren 7A-D illustreren 35 een variant van het bovenbesproken scharniermechanisme waarbij het aantal ringen gelijk is aan drie. In de figuren 7A-D duiden gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare 1003144 22 onderdelen aan, waarbij wordt aangenomen dat ten opzichte van de in de figuren 5 en 6 geïllustreerde uitvoeringsvorm een derde ring is toegevoegd buiten de eerder genoemde twee ringen. Het zal echter duidelijk zijn dat de derde ring ook 5 binnen de eerder genoemde twee ringen kan zijn aangebracht, of daar tussenin* De derde ring van het ringvormig bovenvlak 150 van de basisflens 102 is aangeduid met het verwijzingscijfer 170, en heeft een vijfde ringsegmentvormige groef 171 met een hoekafmeting α en diametraal daartegenover een vijfde axiaal 10 gerichte neus 172 met een hoekafmeting β. De vijfde ringsegmentvormige groef 171 heeft enigszins schuin geplaatste eindwanden 173 en 174; de vijfde axiaal gerichte neus 172 heeft enigszins schuin geplaatste zijvlakken 175 en 176. De hoekpositie van het centrum van de vijfde neus 172 is ongeveer 15 90° verplaatst ten opzichte van de hoekpositie van het centrum van de eerste neus 159. Op vergelijkbare wijze heeft het ringvormig ondervlak 250 van het ringvormig framedeel 203 een derde ring 270, met daarin gevormd een zesde ringsegmentvormige groef 271 met een hoekafmeting α en diametraal 20 daartegenover gevormde zesde axiaal gerichte neus 272 met een hoekafmeting β. De zesde ringsegmentvormige groef 271 heeft enigszins schuin geplaatste eindwanden 273 en 274; de zesde axiaal gerichte neus 272 heeft enigszins schuin geplaatste zijvlakken 275 en 276; de hoekpositie van het centrum van de 25 zesde neus 272 is 90° verplaatst ten opzichte van de hoekpositie van het centrum van de derde neus 259.
De kracht (koppel) die benodigd is om het spiegelhuis 3 de uitvouwstand in voorwaartse richting te laten verlaten, is 30 groter dan de kracht (koppel) die benodigd is om het spiegelhuis 3 de uitvouwstand in achterwaartse richting te laten verlaten. Immers, in beide gevallen moet het koppeltandwiel 26 worden ontkoppeld van de basisas 101, waartoe het veerorgaan 40 wordt ingedrukt over een afstand die gelijk is aan de 35 axiale afmeting (hoogte) van de neuzen 32 van het ringvormig koppelorgaan 30, terwijl bij een voorwaartse scharnierrichting daarenboven het gehele frame 12 ten opzichte van de basisas 1003144 23 101 axiaal moet worden verplaatst over een afstand die gelijk is aan de axiale afmeting (hoogte) van de derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 162, zodat het veerorgaan 40 in dat geval verder moet worden ingedrukt.
5 Zoals vermeld, wordt de uiterste overvouwstand bereikt wanneer de schuine zijvlakken 261, 264 van de derde en vierde neuzen 259, 262 respectievelijk de schuine zijvlakken 161, 164 van de eerste en tweede neuzen 159, 162 ontmoeten. Door hun vormgeving zoals geïllustreerd in de figuren 5 en 6 laten die 10 neuzen in principe een verdergaande scharnierbeweging toe. Daarbij zou dan het gehele frame 12 ten opzichte van de basisas 101 nog verder worden opgetild over een afstand die gelijk is aan de hoogte van genoemde neuzen 159, 162, 259, 262, waarbij de veer 40 nog verder wordt ingedrukt, hetgeen 15 nog meer kracht vergt. Het scharniermechanisme 10 kan zijn voorzien van aanslagmiddelen die een dergelijke verdere axiale verplaatsing van het frame 12 voorkomen. In een mogelijke uitvoeringsvorm is het de veer 40 zelf die als intrinsiek aanslagorgaan fungeert doordat zijn wikkelingen elkaar raken, 20 maar over het algemeen is dit niet gewenst. In een andere mogelijke uitvoeringsvorm is de axiale afmeting van het ringvormig koppelorgaan 30 zodanig gekozen, dat een verdere axiale verplaatsing daarvan wordt tegengehouden door de steunring 41.
25 Het is echter ook mogelijk om de genoemde neuzen 159, 162, 259, 262 een dusdanige vorm te geven, dat verdere rotatie direct wordt tegengewerkt. Een voorbeeld van een dergelijke uitvoeringsvorm is geïllustreerd in de figuren 8A-D, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen 30 aanduiden als in de figuren 5 en 6. Naast de eerste neus 159 is een eerste aanslagnok 181 gepositioneerd, met in hoofdzaak rechte eindvlakken 182 en 183. De tangentiale afmeting van de eerste aanslagnok 181 is in hoofdzaak gelijk aan de tangentiale afmeting van de eerste neus 159, of is een weinig 35 groter dan de tangentiale afmeting van de eerste neus 159, waarbij de tangentiale afmeting van elke neus is gedefinieerd als de tangentiale afmeting op de helft van de hoogte van die 1003144 24 neus. Op vergelijkbare wijze is de tangentiale afmeting van elke groef gedefinieerd als de tangentiale afmeting op de helft van de diepte van die groef. De derde groef 253 heeft een radiale afmeting (breedte) die voldoende is om de 5 combinatie van de eerste neus 159 en de eerste aanslagnok 181 op te nemen. In radiale richting (breedterichting) is de derde groef 253 verdeeld in twee gedeelten: een binnenste groef-gedeelte 253’ waarin de neus 159 zich bevindt, en een buitenste groefgedeelte 253” waarin de aanslagnok 181 zich 10 bevindt. Het buitenste groefgedeelte 253" heeft een grotere tangentiale afmeting dan het binnenste groefgedeelte 253', en is voorzien van in hoofdzaak axiaal gerichte eindvlakken. Mutatis mutandis zijn vergelijkbare aanpassingen uitgevoerd aan de tweede, derde en vierde neuzen en aan de eerste, tweede 15 en vierde groeven.
In de uiterste invouwstand en in de uitvouwstand reikt elke aanslagnok in het verlengde gedeelte van het daarmee geassocieerde groefgedeelte zonder het uiteinde daarvan te raken. De werking van het mechanisme is dan zoals in het 20 voorgaande beschreven. Meer in het bijzonder zal bij het in de uitvouwstand uitoefenen van een naar voren gerichte kracht, de overvouwbeweging onveranderd worden uitgevoerd vanwege de samenwerking tussen de schuine zijvlakken van de neuzen met de schuine eindvlakken van de daarmee geassocieerde groeven. Bij 25 het bereiken van de uiterste overvouwstand stoten de axiaal gerichte zijvlakken van de aanslagnokken tegen elkaar, zodat verder scharnieren niet mogelijk is.
Vanuit een willekeurige overvouwtussenstand kan het 30 spiegelhuis 3 door een handmatige terugvouwbeweging worden teruggebracht naar de uitvouwstand. De daarvoor benodigde externe kracht (koppel) wordt weer voornamelijk bepaald door wrijvingskrachten. Bij de terugvouwbeweging van het spiegelhuis 3 blijft het koppeltandwiel 26 gefixeerd ten 35 opzichte van het frame 12, en blijft het ringvormig koppelorgaan 30 gefixeerd ten opzichte van de basisas 101. Genoemde derde, vierde, eerste, tweede neuzen 259, 262, 159, 1003U4 25 162 worden verplaatst over respectievelijk de ringen 151, 152, 251, 252, totdat zij in de uitvouwstand de genoemde eerste, tweede, derde, en vierde groeven 153, 156, 253 en 256 in worden gedrukt, op welk moment de neuzen 32 van het ringvormig 5 koppelorgaan 30 weer de uitsparingen 28 van het koppeltandwiel 26 in worden gedrukt, hetgeen gepaard gaat met een voor de gebruiker waarneembare (hoorbare en voelbare) klik, terwijl op dat moment de voor verder scharnieren benodigde kracht sterk toeneemt, hetgeen de gebruiker waarneemt als een blokkering.
10 Dit alles maakt, dat de gebruiker weet dat hij de uitvouwstand heeft bereikt.
Vanuit een willekeurige overvouwtussenstand kan het spiegelhuis 3 ook door bediening van de motor 20 weer worden teruggebracht naar de uitvouwstand. Daartoe wordt de motor 20 15 bekrachtigd in dezelfde richting als voor de invouwbeweging. Initieel zal het koppeltandwiel 26 worden geroteerd ten opzichte van het spiegelhuis 3 en ten opzichte van de spiegel-basis 11, totdat de uitsparingen 23 van het koppeltandwiel 26 in uitlijning geraken met de neuzen 32 van het ringvormig 20 koppelorgaan 30: deze neuzen 32 grijpen dan in genoemde uitsparingen 23 van het koppeltandwiel 26 om het koppeltandwiel 26 te koppelen met de basisbuis 101. Vanaf dat moment blijft het koppeltandwiel 26 in rotatiezin geborgd ten opzichte van de basisas 101 en scharniert het frame 12 met het spiegelhuis 25 3 naar de uitvouwstand (terugvouwbeweging). Wanneer de neuzen 159, 162, 259, 262 de groeven 253, 256, 153, 156 bereiken, zal het frame 12 met het spiegelhuis 3 axiaal weer omlaag worden gedrukt, maar de motor 20 ondervindt geen grotere tegenkracht en de scharnierbeweging continueert (invouwbeweging) tot het 30 bereiken van de uiterste invouwstand. Daarna wordt de rotatierichting van de motor 20 omgekeerd (uitvouwbeweging). Bij het bereiken van de uitvouwstand wordt de motor 20 uitgeschakeld, zoals eerder is beschreven.
Zou de motor 20, wanneer het spiegelhuis 3 zich bevindt 35 in een willekeurige, handmatig bereikte overvouwtussenstand, worden bekrachtigd in een richting gelijk aan de voor uitvouwen benodigde richting, dan kan dit geen kwaad: het 1003144 26 spiegelhuis 3 bereikt dan eenvoudigweg de overvouwstand, en kan van daaruit op de gebruikelijke manier worden teruggebracht naar de invouwstand.
5 Onder normale omstandigheden zal het scharniermechanisme alleen elektrisch worden bediend, en derhalve alleen de uitvouwstand of de uiterste invouwstand kunnen innemen. Indien het machanisme handmatig in een bepaalde stand is gebracht, kan die stand een overvouwstand zijn of een invouwstand.
10 Derhalve is een besturingssysteem voor het scharniermechanisme ingericht om, indien het gewenst is om het scharniermechanisme vanuit een willekeurige tussenstand naar de uitvouwstand te brengen, het mechanisme bij wijze van referentie eerst naar de invouwstand te brengen en van daaruit naar de uitvouwstand.
15 Een dergelijke referentie-procedure is echter alleen nodig indien het mechanisme zich bevindt in een stand die is bereikt door inwerking van een externe kracht. Er bestaat derhalve behoefte aan detectiemiddelen die zijn ingericht om te detecteren of het scharniermechanisme zich bevindt in een 20 stand die is bereikt door inwerking van een externe kracht, en die een signaal verschaffen dat door een stuurinrichting voor de motor kan worden benut om op basis daarvan al dan niet genoemde referentie-procedure uit te voeren.
De uitvinding voorziet in de aanwezigheid van dergelijke 25 detectiemiddelen, welke volgens de uitvinding voordeligerwijs een eenvoudige en directe structuur hebben en goed zijn afgeschermd tegen de inwerking van eventueel stof en vuil. Een uitvoeringsvorm van die detectiemiddelen 300 omvat een microschakelaar 301 die is voorzien van een bedieningsstaaf 30 302. De microschakelaar 301 is geplaatst in de basisflens 102, zoals getoond in het onderaanzicht van figuur 9A. In de basisflens 102 is een axiaal gerichte doorlaatopening aangebracht in het verlengde van één van de spiebanen 104. De bedienings-staaf 302 reikt door genoemde opening, zoals getoond in de 35 doorsnede van figuur 9B, en reikt een eind in genoemde spie-baan 104, voorbij de frictiering 27 en het koppeltandwiel 26, waartoe de frictiering 27 minder uitsteeksels 29 heeft dan het 1003U4 27 aantal spiebanen 104, zoals duidelijk getoond in figuur 3. Het bovenuiteinde van de bedieningsstaaf 302 ligt aan tegen de onderzijde van een uitsteeksel 31 van het ringvormig koppel-orgaan 30.
5 Onder normale bedrijfsomstandigheden zijn de neuzen 32 aan de onderzijde van het ringvormig koppelorgaan 30 neergelaten in de uitsparingen 28 van het koppeltandwiel 26.
In die toestand drukt het ringvormig koppelorgaan 30 op de bedieningsstaaf 302, waarbij de microschakelaar 301 zich 10 bevindt in een eerste schakeltoestand (open of dicht). Bij scharnieren onder invloed van een externe kracht wordt, zoals beschreven, het ringvormig koppelorgaan 30 opgetild, waardoor de microschakelaar 301 via de bedieningsstaaf 302 in een tweede schakeltoestand (dicht of open) wordt gebracht. De 15 contacten van de microschakelaar 301 zijn via niet weergegeven leidingen verbonden met een stuurorgaan voor de motor 20, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.
Hoewel het transmissiestelsel 21 volgens de onderhavige 20 uitvinding een andere constructie mag hebben dan de besproken en geïllustreerde uitvoeringsvorm, verdient de geïllustreerde uitvoeringsvorm uit sterkte-overwegingen de voorkeur, waarbij de toepassing van twee wormwielen 25, die beide in aangrijping zijn met het koppeltandwiel 26 en die beide worden aangedreven 25 door een coaxaal aan het eerste wormwiel 23 gevormde worm 24, in het bijzonder de voorkeur geniet. Daarbij is het van voordeel als het koppeltandwiel 26 is voorzien van een schuine vertanding, corresponderend met een schuine vertanding van het tweede wormwiel 25.
30 Door het koppeltandwiel 26 te positioneren bovenop het ringvormig framedeel 203 van het frame 12, direct of eventueel onder tussenkomst van de frictiering 27, waarbij het tweede wormwiel 25 van het transmissiestelsel 21 en de tweede worm 24 die dit wormwiel 25 aandrijft, zich bevinden in het vlak van 35 dat koppeltandwiel 26, kan het scharniermechanisme 10 worden gevormd met een geringe bouwhoogte.
1003144 28
Het scharniermechanisme 10 volgens de onderhavige uitvinding verschaft de beschreven functies met een minimum aan onderdelen. Die onderdelen kunnen uit één stuk worden vervaardigd, bijvoorbeeld uit kunststof, met aangevormde 5 neuzen en/of uitsparingen of groeven, waardoor wordt bespaard op de vervaardigingskosten. Een besparing op assemblagekosten kan worden bereikt door het koppeltandwiel 26 symmetrisch uit te voeren, namelijk met uitsparingen 23 in zowel zijn bovenvlak als in zijn ondervlak, 10 Doordat de neuzen en groeven die de uiterste invouwstand en de uitvouwstand definiëren, slechts in één richting werkzaam zijn, wordt bereikt, dat tijdens elektrisch scharnieren nooit een positie-bepalende tegenkracht overwonnen hoeft te worden, zodat de motor 20 en het transmissiestelsel 21 niet 15 bijzonder sterk hoeven te zijn en derhalve relatief goedkoop kunnen zijn.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat het mogelijk is de weergegeven uitvoeringsvorm van de inrichting 20 volgens de uitvinding te veranderen of te modificeren, zonder de uitvindingsgedachte of de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies, te verlaten.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat het koppeltandwiel is voorzien van neuzen terwijl het ringvormig koppelorgaan is 25 voorzien van daarmee corresponderende verdiepte gedeelten. De rotatieborging van het ringvormig koppelorgaan ten opzichte van de basisas kan worden bereikt met andere middelen, bijvoorbeeld door het kiezen van een ander profiel dan een spiebaan-profiel.
30 Voorts is het niet strikt noodzakelijk dat de groeven en neuzen van de bas is flens 102 en het frame 12 zich diametraal tegenover elkaar bevinden, hoewel dat wel de voorkeur heeft uit symmetrie-overwegingen. Het zal daarbij voor een deskundige duidelijk zijn dat een relatieve verplaatsing van 35 een groef een corresponderende relatieve verplaatsing vergt van de in die groef passende neus.
1003144 29
Voorts zal het duidelijk zijn dat een omgekeerde montage ook mogelijk is, waarbij dan de spiegelbasis met de basisas is bevestigd aan het spiegelhuis terwijl het frame is bevestigd aan de aan het voertuig bevestigde steun.
5 In de beschreven uitvoeringsvorm is met elke ring één neus en één groef geassocieerd. Het is echter ook mogelijk dat met elke ring twee neuzen en twee groeven zijn geassocieerd, waarbij per ring de volgorde is: neus-groef-neus-groef, met stappen van 90°.
10^3144

Claims (10)

1. Elektrisch bedienbare scharnieractuator (10), omvattende: - een spiegelbasis (11) die is voorzien van een basisas (101) en een basisflens (102) met een in hoofdzaak ringvormig bovenvlak (150); 5. een frame (12), waarvan een ringvormig framedeel (203) met een in hoofdzaak ringvormig ondervlak (250) zich uitstrekt om de basisas (101) en steunt op de basisflens (102); - een in hoofdzaak ringvormig koppel tandwiel (26) dat om de basisas (101) is opgesteld op het genoemde ringvormig frame- 10 deel (203) van het frame (12), eventueel onder tussenkomst van een frictiering (27); - een in hoofdzaak ringvormig koppelorgaan (30) dat is aangebracht op het bovenvlak van het koppeltandwiel (26); - middelen (28, 32) voor het verschaffen van een koppel-15 begrensde klauwkoppeling tussen het ondervlak van het ringvormig koppelorgaan (30) en het bovenvlak van het koppel-tandwiel (26); - middelen (31, 103, 104) voor het verschaffen van een rotatieborging en axiale vrijheid van het ringvormig 20 koppelorgaan (30) ten opzichte van de basisas (101); - middelen (40) voor het uitoefenen van een axiaal omlaag gerichte drukkracht op het bovenvlak van het ringvormig koppelorgaan (30); - een elektromotor (20); 25. een tussen de uitgaande as (20') van de elektromotor (20) en het koppeltandwiel (26) gekoppeld transmissiestelsel (21); - tussen de spiegelbasis (11) en het huisframe (12) gedefinieerde, unidirectioneel werkzame, koppelbegrensde aanslagmiddelen (150-164, 250-264) voor het definiëren van de 30 uitvouwstand, een uiterste invouwstand en een uiterste overvouwstand van de scharnieractuator (10), welke aanslagmiddelen omvatten: - een in een binnenring (151) van het ringvormig bovenvlak 1003144 (150) van de spiegelbasis (11) gevormde eerste ringsegment-vormige groef (153) met schuine eindvlakken (154, 155), een in een buitenring (152) van genoemd bovenvlak (150) gevormde tweede ringsegmentvormige groef (156) met schuine eindvlakken 5 (157, 158), een in een binnenring (251) van het ringvormig ondervlak (250) van het ringvormig framedeel (203) gevormde derde ringsegmentvormige groef (253) met schuine eindvlakken (254, 255), een in een buitenring (252) van genoemd ondervlak (250) gevormde vierde ringsegmentvormige groef (256) met 10 schuine eindvlakken (257, 258), waarbij genoemde groeven onderling gelijke angulaire afmetingen (a) hebben; — een aan de binnenring (151) van genoemd bovenvlak (150) gevormde eerste neus (159) met schuine zijvlakken (160, 161), een aan de buitenring (152) van genoemd bovenvlak (150) 15 gevormde tweede neus (162) met schuine zijvlakken (163, 164), een aan de binnenring (251) van genoemd ondervlak (250) gevormde derde neus (259) met schuine zijvlakken (260, 261), een aan de buitenring (252) van genoemd ondervlak (250) gevormde vierde neus (262) met schuine zijvlakken (263, 264), 20 waarbij genoemde eerste neus (159) reikt in genoemde derde groef (253), waarbij genoemde tweede neus (162) reikt in genoemde vierde groef (256), waarbij genoemde derde neus (259) reikt in genoemde eerste groef (153), en waarbij genoemde vierde neus (262) reikt in genoemde tweede groef (156); 25 waarbij genoemde neuzen onderling gelijke angulaire afmetingen (β) hebben.
2. Mechanisme volgens conclusie 1, waarbij de basisflens (102) en de basisas (101) als een geheel zijn gevormd. 30
3. Mechanisme volgens conclusie 1 of 2, waarbij het trans-missiestelsel (21) ten minste één door een worm (24) aangedreven wormwiel (25) omvat, dat is gelagerd aan het frame (12) en in aangrijping is met genoemd koppel tandwiel (26), waarbij 35 dat wormwiel (25) een schuine vertanding heeft die correspondeert met de spoed van de worm (24), en waarbij het koppeltandwiel (26) een schuine vertanding heeft die 10^3144 correspondeert met de schuine vertanding van genoemd wormwiel (25).
4. Mechanisme volgens conclusie 3, waarbij het transmissie-5 stelsel (21) twee van dergelijke wormwielen (25) omvat, die parallel zijn gekoppeld met het koppeltandwiel (26), welke twee wormwielen (225) worden aangedreven door twee in eikaars verlengde geplaatste wormen (24) die bij voorkeur een geheel vormen. 10
5. Mechanisme volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de basisflens (102) is voorzien van radiale uitsteeksels (110), bij voorkeur drie, die zijn ingericht voor het vormen van een bajonet-passing in 15 corresponderende uitsparingen in een steun (2) die gefixeerd is bevestigd aan een voertuig (1).
6. Mechanisme volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij α ongeveer 115° is en β ongeveer 35° is. 20
7. Mechanisme volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij tussen het koppeltandwiel (26) en het ringvormig framedeel (203) een frictiering (27) is opgesteld, die in rotatierichting is geborgd ten opzichte van de basisas 25 (101). 1 1003144 Mechanisme volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij naast een neus (159) een aanslagnok (181) met in hoofdzaak axiaal gerichte zijvlakken (182, 183) is 30 aangebracht, en waarbij de met genoemde neus (159) geassocieerde groef (253) is onderverdeeld in een binnengedeelte (253') met schuine eindvlakken (254, 255) en een buitengedeelte (253") met axiaal gerichte eindvlakken, waarbij de tangentiale afmeting van het buitengedeelte (253") groter is 35 dan de tangentiale afmeting van het binnengedeelte (253').
9. Mechanisme volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij is voorzien in detectiemiddelen (300) die zijn ingericht om te detecteren of het mechanisme zich bevindt in een door externe krachtinwerking bereikte stand. 5
10. Mechanisme volgens conclusie 9, waarbij genoemde detectiemiddelen (300) een microschakelaar (301) bevatten, die wordt bediend door een bedieningsstaaf (302) die reikt door een opening in de basisflens (102) en waarvan het uiteinde 10 samenwerkt met het ringvormig koppelorgaan (30).
11. Voertuig (1) voorzien van een buitenspiegel (5) die is gemonteerd in een spiegelhuis (3) dat om een as (4) scharnier-baar is bevestigd op een steun (2), waarbij is voorzien in een 15 mechanisme (10) volgens een willekeurige der voorgaande conclusies voor het laten scharnieren van het spiegelhuis (3). 1003144
NL1003144A 1996-05-15 1996-05-15 Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniermechanisme. NL1003144C2 (nl)

Priority Applications (15)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003144A NL1003144C2 (nl) 1996-05-15 1996-05-15 Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniermechanisme.
PCT/NL1997/000268 WO1997043144A1 (en) 1996-05-15 1997-05-14 Electrically operable pivoting actuator, and wing mirror having an electrically operable pivoting mechanism
DE69703929T DE69703929T2 (de) 1996-05-15 1997-05-14 Elektrisch bedienbarer schwenkantrieb und seitlicher spiegel mit solchem mechanismus
AT97920984T ATE198724T1 (de) 1996-05-15 1997-05-14 Elektrisch bedienbarer schwenkantrieb und seitlicher spiegel mit solchem mechanismus
JP54076197A JP3151529B2 (ja) 1996-05-15 1997-05-14 電動ピボットアクチュエータ、及び電動ピポット機構を有するバックミラー
AU27143/97A AU710167B2 (en) 1996-05-15 1997-05-14 Electrically operable pivoting actuator, and wing mirror having an electrically operable pivoting mechanism
US09/180,667 US6130514A (en) 1996-05-15 1997-05-14 Electrically operable pivoting actuator, and wing mirror having an electrically operable pivoting mechanism
ES97920984T ES2155251T3 (es) 1996-05-15 1997-05-14 Accionador electrico pivotante y retrovisor exterior con mecanismo de pivotamiento electrico.
BR9709002A BR9709002A (pt) 1996-05-15 1997-05-14 Atuador de articulação operável eletricamente e veículo
EP97920984A EP0898522B1 (en) 1996-05-15 1997-05-14 Electrically operable pivoting actuator, and wing mirror having an electrically operable pivoting mechanism
DE29724110U DE29724110U1 (de) 1996-05-15 1997-05-14 Elektrisch betätigbarer Gelenkantrieb und Außenspiegel mit elektrisch betätigbarem Gelenkmechanismus
CA002254859A CA2254859C (en) 1996-05-15 1997-05-14 Electrically operable pivoting actuator, and wing mirror having an electrically operable pivoting mechanism
KR10-1998-0709200A KR100363630B1 (ko) 1996-05-15 1997-05-14 전기적으로작동가능한선회작동기와이를갖춘측면거울
TW086106461A TW389730B (en) 1996-05-15 1997-05-15 Electrically operablepivoting actuators, and wing mirror having an electrically operable piviting mechanism
AT0068899U AT4127U1 (de) 1996-05-15 1999-10-05 Elektrisch betätigbarer gelenkantrieb für einen aussenspiegel

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003144 1996-05-15
NL1003144A NL1003144C2 (nl) 1996-05-15 1996-05-15 Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniermechanisme.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003144C2 true NL1003144C2 (nl) 1997-11-18

Family

ID=19762878

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003144A NL1003144C2 (nl) 1996-05-15 1996-05-15 Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniermechanisme.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US6130514A (nl)
EP (1) EP0898522B1 (nl)
JP (1) JP3151529B2 (nl)
KR (1) KR100363630B1 (nl)
AT (2) ATE198724T1 (nl)
AU (1) AU710167B2 (nl)
BR (1) BR9709002A (nl)
CA (1) CA2254859C (nl)
DE (1) DE69703929T2 (nl)
ES (1) ES2155251T3 (nl)
NL (1) NL1003144C2 (nl)
TW (1) TW389730B (nl)
WO (1) WO1997043144A1 (nl)

Families Citing this family (77)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1018689C2 (nl) * 2001-08-02 2003-02-04 Iku Holding Montfoort Bv Behuizing voor een spiegelactuator.
NL1010513C2 (nl) 1998-11-09 2000-05-10 Iku Holding Montfoort Bv Elektrisch gestuurde spiegel voor een motorvoertuig.
AUPP809399A0 (en) * 1999-01-11 1999-02-04 Britax Rainsfords Pty Ltd A mirror rotation mechanism
DE19906150A1 (de) * 1999-02-10 2000-09-07 Magna Reflex Holding Gmbh Fahrzeugaußenspiegel und Verfahren zu dessen Steuerung
US6572250B1 (en) * 1999-03-15 2003-06-03 Britax Wingard Limited Exterior mirror having an attachment member including an approach light
US7040770B1 (en) * 1999-10-19 2006-05-09 Schefenacker Vision Systems Australia Pty Ltd. Exterior mirror
DE19953484C2 (de) * 1999-11-06 2002-03-07 Oechsler Ag Ausrastbarer Schwenkantrieb
DE10006914A1 (de) * 2000-02-16 2001-08-30 Buhler Motor Gmbh Stellantrieb für einen Kfz-Außenrückblickspiegel
DE10006913B4 (de) * 2000-02-16 2005-12-22 Bühler Motor GmbH Außenrückblickspiegel für ein Kraftfahrzeug
DE10009579B4 (de) * 2000-02-29 2006-02-23 Bühler Motor GmbH Außenrückblickspiegel für ein Kraftfahrzeug
DE10031330B4 (de) * 2000-07-03 2005-10-06 Donnelly Hohe Gmbh & Co. Kg Schwenkbarer Außenspiegel für ein Kraftfahrzeug
US6257731B1 (en) * 2000-08-17 2001-07-10 Jaeil Engineering Co., Ltd. Connections device of actuator for side mirrors of automobile
NL1016915C2 (nl) 2000-12-19 2002-06-21 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator.
JP3964627B2 (ja) * 2001-03-19 2007-08-22 株式会社東海理化電機製作所 車両用ドアミラー装置
EP1243472B1 (en) * 2001-03-19 2006-06-28 Kabushiki Kaisha Tokai-Rika-Denki-Seisakusho Mirror device for vehicle
WO2002076790A1 (en) * 2001-03-26 2002-10-03 Schefenacker Vision Systems Australia Pty Ltd External vehicle mirror having a self-loading pivot and an end stop
US7172298B2 (en) * 2001-04-27 2007-02-06 Schefenacker Vision Systems Australia Pty Ltd Power fold mechanism for vehicle mirrors
JP4633299B2 (ja) * 2001-07-12 2011-02-16 株式会社村上開明堂 減速機及び該減速機を備える電動格納式ドアミラー
NL1018687C2 (nl) * 2001-08-02 2003-02-04 Iku Holding Montfoort Bv Scharnierconstructie en scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig.
NL1019258C2 (nl) * 2001-10-30 2003-05-02 Iku Holding Montfoort Bv Bevestigingsconstructie, in het bijzonder voor een buitenspiegel van een motorvoertuig.
US7070287B2 (en) * 2002-04-23 2006-07-04 Magna Donnelly Mirrors North America L.L.C. Vehicular mirror system with at least one of power-fold and power-extend functionality
JP2004009806A (ja) * 2002-06-04 2004-01-15 Ichikoh Ind Ltd 車両用アウターミラー
JP4020710B2 (ja) * 2002-06-25 2007-12-12 株式会社ミツバ ドアミラーセットプレート
FR2845052B1 (fr) * 2002-08-06 2005-06-24 Fico Mirrors Ensemble pour la liaison articulee d'un miroir retroviseur
NL1021382C2 (nl) * 2002-09-03 2004-03-05 Iku Holding Montfoort Bv Electromotorschakeling met beveiliging tegen overbelasting.
JP4122993B2 (ja) * 2003-02-04 2008-07-23 市光工業株式会社 電動格納式ドアミラー
US7303297B1 (en) 2003-02-27 2007-12-04 Magna Donnelly Mirrors North America L.L.C. Vehicular mirror with improved bearing fit
JP2005008141A (ja) * 2003-05-27 2005-01-13 Ichikoh Ind Ltd 車両用ミラー装置
TWI232187B (en) * 2003-06-28 2005-05-11 Chaw Khong Co Ltd Electrical operable pivoting back-mirror device
JP2005199820A (ja) * 2004-01-14 2005-07-28 Ichikoh Ind Ltd 車両用ミラー装置
NL1025434C2 (nl) * 2004-02-06 2005-08-09 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator en werkwijze voor het ten opzichte van elkaar verstellen van twee delen van een scharnieractuator.
NL1026014C2 (nl) * 2004-04-23 2005-10-25 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator alsmede werkwijze voor het ten opzichte van elkaar verstellen van twee delen van een scharnieractuator.
NL1025433C2 (nl) * 2004-02-06 2005-08-09 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator en werkwijze voor het ten opzichte van elkaar verstellen van twee delen van een scharnieractuator.
ATE381464T1 (de) * 2004-02-06 2008-01-15 Eaton Automotive Bv Gelenkstellglied und verfahren zur einstellung von zwei teilen eines gelenks eines gelenkstellglieds bezüglich einander
NL1025437C2 (nl) * 2004-02-06 2005-08-09 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator.
DE602005022705D1 (nl) * 2004-02-18 2010-09-16 Smr Patents Sarl
NL1026002C2 (nl) * 2004-04-22 2005-10-25 Iku Holding Montfoort Bv Scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegeleenheid.
US7354165B1 (en) * 2004-10-20 2008-04-08 Magna Donnelly Mirrors North America, Llc Vehicle mirror system with control rise detent assembly
NL1031808C2 (nl) 2006-05-12 2007-11-15 Eaton Automotive Bv Scharnierconstructie.
JP4807213B2 (ja) 2006-10-04 2011-11-02 市光工業株式会社 車両用アウトサイドミラー装置
JP2008087706A (ja) * 2006-10-04 2008-04-17 Ichikoh Ind Ltd 車両用アウトサイドミラー装置
US8152124B2 (en) * 2007-04-30 2012-04-10 Lang-Mekra North America, Llc Adjustable support arm for a vehicle exterior rearview mirror assembly
JP4985276B2 (ja) * 2007-09-27 2012-07-25 市光工業株式会社 車両用アウトサイドミラー装置
AU2008203505B2 (en) * 2008-08-05 2011-06-09 Smr Patents S.A.R.L. Vehicle mirror power fold mechanism
US8690112B2 (en) * 2009-04-23 2014-04-08 Panasonic Corporation Video display device with screen angle adjustment mechanism
JP2011194925A (ja) * 2010-03-17 2011-10-06 Ichikoh Ind Ltd 車両用アウトサイドミラー装置
JP5552854B2 (ja) * 2010-03-17 2014-07-16 市光工業株式会社 車両用アウトサイドミラー装置
NL2006301C2 (nl) * 2010-10-06 2012-04-11 Mci Mirror Controls Int Nl Bv Verstelmechanisme.
EP2439106B1 (en) * 2010-10-08 2012-12-05 SMR Patents S.à.r.l. Power fold mechanism
US8336845B1 (en) * 2011-07-13 2012-12-25 Lang-Mekra North America, Llc Pivoting detent joint for a vehicle mirror assembly
EP2548770B1 (de) * 2011-07-21 2014-01-15 Magna Auteca AG Antriebsanordnung fpür einen aussenrückspiegel eines Fahrzeugs
US9758100B2 (en) * 2013-05-23 2017-09-12 Fico Mirrors, S.A. Folding rearview mirror for motor vehicles
JP6113638B2 (ja) * 2013-12-09 2017-04-12 株式会社東海理化電機製作所 車両用ミラー装置
GB2530350A (en) * 2014-10-31 2016-03-23 Daimler Ag Method for testing a mirror device of a vehicle, in particular a passenger vehicle
DE102015205923B3 (de) 2015-04-01 2016-06-09 Magna Auteca Ag Abklappantrieb sowie Außenspiegel zum Abklappen
DE102016202042A1 (de) 2015-07-16 2017-01-19 Magna Mirrors Holding Gmbh Rückspiegelanordnung mit automatischer Abklappfunktion sowie Verfahren
NL2015676B1 (nl) * 2015-10-28 2017-05-29 MCI (Mirror Controls International) Netherlands B V Verstelinstrument voor een buitenzichteenheid voor een voertuig.
DE202015106118U1 (de) * 2015-11-12 2015-11-30 SMR Patents S.à.r.l. Rückblickelement-Klappvorrichtung
NL2015897B1 (nl) * 2015-12-02 2017-06-28 MCI (Mirror Controls International) Netherlands B V Bevestigingsconstructie, in het bijzonder voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig.
JP6827870B2 (ja) * 2017-03-31 2021-02-10 株式会社村上開明堂 車両用電動格納式視認装置の電動格納ユニット
NL2018838B1 (nl) * 2017-05-03 2018-11-14 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Verstelinstrument en werkwijze
EP3634808B1 (en) * 2017-05-24 2021-04-07 SMR Patents S.à.r.l. Pivot joint system and rear view device therewith
EP3412509B1 (en) * 2017-06-07 2020-01-08 Fico Mirrors S.A. Actuator mechanism for a fold rear-view mirror assembly
DE112018004170B4 (de) 2017-08-17 2023-07-27 Magna Mirrors Of America, Inc. Außenrückspiegelanordnung mit einem Aktuator zum elektrischen Klappen eines Spiegelkopfes
NL2019778B1 (nl) * 2017-10-20 2019-04-29 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Bevestigingsconstructie, in het bijzonder voor een buitenzichteenheid van een motorvoertuig
EP3552883A1 (en) * 2018-04-12 2019-10-16 Continental Automotive GmbH Camera mounting device for a digital mirror system
NL2020820B1 (nl) * 2018-04-24 2019-10-31 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een voertuig
ES2781124B2 (es) * 2019-02-26 2021-02-25 Compania Levantina De Reductores S L Mecanismo de rotacion de espejo retrovisor exterior para vehiculos y espejo retrovisor que lo incluye
ES2781125B2 (es) * 2019-02-26 2021-02-25 Compania Levantina De Reductores S L Conjunto de fijacion de la estructura de montaje de espejo retrovisor exterior para vehiculos y espejo retrovisor que lo incluye
NL2023038B1 (nl) * 2019-04-30 2020-11-23 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Verstelinstrument
US11691568B2 (en) * 2019-08-16 2023-07-04 Ficosa North America Corporation Articulating visual aid winglet
DE102021201586B4 (de) 2020-02-20 2023-08-03 Magna Mirrors Of America, Inc. Fahrzeugaußenrückspiegelanordnung
DE102021103622A1 (de) * 2020-03-13 2021-09-16 Magna Closures Inc. Dreh-getriebeanordnung zur vergrösserung des hartanschlag-motorweges
NL2026693B1 (nl) * 2020-10-16 2022-06-14 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Verstelinstrument omvattende onderling samenwerkende nokkenpatronen, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een voertuig
US11628772B2 (en) * 2020-10-28 2023-04-18 Magna Mirrors Of America, Inc. Powerfold actuator for exterior mirror
CN112622768B (zh) * 2020-11-09 2022-03-22 宁波精成车业有限公司 一种用于汽车外后视镜的电动折叠装置
KR102492750B1 (ko) * 2022-07-15 2023-01-27 에스디아이테크 주식회사 작동마찰 방지구조를 갖는 차량용 사이드미러 폴딩장치

Citations (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH02136347A (ja) * 1988-11-16 1990-05-24 Daito Press Kogyo Kk 自動車用後視鏡の支持アーム操作装置
JPH02290754A (ja) * 1989-05-01 1990-11-30 Ichikoh Ind Ltd 電動格納式ドアミラー
US4981349A (en) * 1989-09-01 1991-01-01 Kabushiki Kaisha Matsuyama Seisakusho Rearview mirror assembly for automobiles including positioning means with a recess surface extending uniformly horizontally
DE4210088A1 (de) * 1991-03-27 1992-10-01 Matsuyama Seisakusho Vorrichtung zum selektiven uebertragen und unterbrechen einer antriebskraft bei einem motorbetriebenen, klappbaren fahrzeug-rueckblickspiegel
EP0519115A1 (en) * 1991-06-17 1992-12-23 Murakami Kaimeido Co., Ltd Foldable outside rearview mirror
EP0587994A1 (en) * 1992-09-16 1994-03-23 Murakami Kaimeido Co., Ltd Electrically powered foldable outer rearview mirror for motor vehicles
EP0616923A1 (en) * 1993-03-24 1994-09-28 Murakami Kaimeido Co., Ltd Electrically foldable outer rearview mirror for a motor vehicle
DE4327388A1 (de) * 1993-08-14 1995-02-16 Bosch Gmbh Robert Kraftfahrzeug-Außenrückspiegel
EP0644084A1 (en) * 1993-09-03 1995-03-22 Ichikoh Industries Limited Rearview mirror system for vehicles
EP0652135A1 (de) * 1993-11-05 1995-05-10 Robert Bosch Gmbh Kraftfahrzeug-Aussenrückspiegel
WO1995021339A1 (en) * 1994-02-02 1995-08-10 Iku Holding Montfoort B.V. Movement actuator
JPH07266984A (ja) * 1994-03-30 1995-10-17 Ichikoh Ind Ltd 電動格納式ドアーミラー及びそのスイッチ装置及びそのスイッチ回路
JPH07291033A (ja) * 1994-04-25 1995-11-07 Molten Corp 自動車用ドアミラー
DE29518655U1 (de) * 1995-11-23 1996-01-11 Reitter & Schefenacker GmbH & Co. KG, 73730 Esslingen Außenrückblickspiegel für Fahrzeuge, vorzugsweise Kraftfahrzeuge
DE4427410A1 (de) * 1994-08-03 1996-02-08 Reitter & Schefenacker Gmbh Außenrückblickspiegel für Kraftfahrzeuge
FR2723897A1 (fr) * 1994-08-25 1996-03-01 Murakami Kaimeido Kk Reducteur de vitesse pour un retroviseur rabattable a commande electrique.

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1991003390A1 (en) * 1989-08-31 1991-03-21 Ichikoh Industries, Ltd. Electrically retractable door mirror
US5734517A (en) * 1993-12-15 1998-03-31 Poong Jeong Ind. Co., Ltd. Device for regulating motor-driven foldable rear view mirror of automobile
JP3208994B2 (ja) * 1994-06-09 2001-09-17 市光工業株式会社 車両用後写鏡装置の駆動装置
JP3008334U (ja) * 1994-08-25 1995-03-14 株式会社村上開明堂 電動格納式ドアミラーの減速機構
DE19521432C2 (de) * 1995-06-15 1999-07-01 Hohe Gmbh & Co Kg Fahrzeugaußenspiegel mit motorisch schwenkbarem Spiegelkopf
KR100198321B1 (ko) * 1995-09-22 1999-06-15 모치마루 마모루 차량용 후시경의 위치결정장치
DE19833514B4 (de) * 1997-07-30 2005-04-28 Buhler Motor Gmbh Antrieb zum Abklappen eines Kraftfahrzeugrückblickspiegels

Patent Citations (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH02136347A (ja) * 1988-11-16 1990-05-24 Daito Press Kogyo Kk 自動車用後視鏡の支持アーム操作装置
JPH02290754A (ja) * 1989-05-01 1990-11-30 Ichikoh Ind Ltd 電動格納式ドアミラー
US4981349A (en) * 1989-09-01 1991-01-01 Kabushiki Kaisha Matsuyama Seisakusho Rearview mirror assembly for automobiles including positioning means with a recess surface extending uniformly horizontally
DE4210088A1 (de) * 1991-03-27 1992-10-01 Matsuyama Seisakusho Vorrichtung zum selektiven uebertragen und unterbrechen einer antriebskraft bei einem motorbetriebenen, klappbaren fahrzeug-rueckblickspiegel
EP0519115A1 (en) * 1991-06-17 1992-12-23 Murakami Kaimeido Co., Ltd Foldable outside rearview mirror
EP0587994A1 (en) * 1992-09-16 1994-03-23 Murakami Kaimeido Co., Ltd Electrically powered foldable outer rearview mirror for motor vehicles
EP0616923A1 (en) * 1993-03-24 1994-09-28 Murakami Kaimeido Co., Ltd Electrically foldable outer rearview mirror for a motor vehicle
DE4327388A1 (de) * 1993-08-14 1995-02-16 Bosch Gmbh Robert Kraftfahrzeug-Außenrückspiegel
EP0644084A1 (en) * 1993-09-03 1995-03-22 Ichikoh Industries Limited Rearview mirror system for vehicles
EP0652135A1 (de) * 1993-11-05 1995-05-10 Robert Bosch Gmbh Kraftfahrzeug-Aussenrückspiegel
WO1995021339A1 (en) * 1994-02-02 1995-08-10 Iku Holding Montfoort B.V. Movement actuator
JPH07266984A (ja) * 1994-03-30 1995-10-17 Ichikoh Ind Ltd 電動格納式ドアーミラー及びそのスイッチ装置及びそのスイッチ回路
JPH07291033A (ja) * 1994-04-25 1995-11-07 Molten Corp 自動車用ドアミラー
DE4427410A1 (de) * 1994-08-03 1996-02-08 Reitter & Schefenacker Gmbh Außenrückblickspiegel für Kraftfahrzeuge
FR2723897A1 (fr) * 1994-08-25 1996-03-01 Murakami Kaimeido Kk Reducteur de vitesse pour un retroviseur rabattable a commande electrique.
DE29518655U1 (de) * 1995-11-23 1996-01-11 Reitter & Schefenacker GmbH & Co. KG, 73730 Esslingen Außenrückblickspiegel für Fahrzeuge, vorzugsweise Kraftfahrzeuge

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 14, no. 373 (M - 1009) 13 August 1990 (1990-08-13) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 15, no. 61 (M - 1081) 13 February 1991 (1991-02-13) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 96, no. 2 29 February 1996 (1996-02-29) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 96, no. 3 29 March 1996 (1996-03-29) *

Also Published As

Publication number Publication date
AU2714397A (en) 1997-12-05
DE69703929T2 (de) 2001-08-30
EP0898522B1 (en) 2001-01-17
KR20000011049A (ko) 2000-02-25
EP0898522A1 (en) 1999-03-03
AT4127U1 (de) 2001-02-26
CA2254859A1 (en) 1997-11-20
US6130514A (en) 2000-10-10
JP2000503938A (ja) 2000-04-04
TW389730B (en) 2000-05-11
WO1997043144A1 (en) 1997-11-20
BR9709002A (pt) 1999-08-03
DE69703929D1 (de) 2001-02-22
ATE198724T1 (de) 2001-02-15
CA2254859C (en) 2001-12-04
AU710167B2 (en) 1999-09-16
KR100363630B1 (ko) 2003-04-10
ES2155251T3 (es) 2001-05-01
JP3151529B2 (ja) 2001-04-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1003144C2 (nl) Elektrisch bedienbare scharnieractuator, en buitenspiegel met elektrisch bedienbaar scharniermechanisme.
US6672731B2 (en) Vehicular rearview mirror with blind spot viewing system
US7159992B2 (en) Coordinated pivoting and extending vehicle mirror
KR100668007B1 (ko) 연장 가능하고 피봇 가능한 리어뷰 미러 조립체
EP2230131B1 (en) Foldable rear view mirror assembly for a vehicle
US5903402A (en) Adjustable exterior rearview mirror for vehicles
NL9400163A (nl) Bewegingsactuator.
JPH1178696A (ja) 外部バック・ミラー
US5625502A (en) Mirror pivoting mechanism, and vehicle comprising such mirror pivoting mechanism
CA2020910C (en) Safety unit actuating device
US6755543B1 (en) Coordinating pivoting and extending vehicle mirror
US11970112B2 (en) Powerfold actuator for exterior mirror
NL8702494A (nl) Slingerinrichting.
CA2345032C (en) Coordinated pivoting and extending vehicle mirror
KR20210003798A (ko) 특히, 차량의 외부 비전 유닛을 조정하기 위한, 조정 도구
US6672726B1 (en) Extending and rotating rearview mirror assembly
US6863407B1 (en) Mirror parking mechanism
WO1993004900A1 (en) Direction change device for use with an automobile
NL1016915C2 (nl) Scharnieractuator.
US5954616A (en) Steering-column-mounted shift control assembly
NL1018648C2 (nl) Kinderwagen.
NL1007676C2 (nl) Werkwijze voor het monteren van verstelmiddelen voor een spiegelend element in een binnen- of buitenspiegel voor een motorvoertuig, hiervoor gebruikte montageplaat en spiegel voorzien van een dergelijke montageplaat.
CA2375357C (en) Extending and rotating rearview mirror assembly
MXPA98009498A (es) Accionador de pivoteo operable electricamente, y espejo de ala que tiene un mecanismo de pivoteo electricamente operable
AU2002313851B2 (en) Extendable Mirror

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20061201