NL1026002C2 - Scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegeleenheid. - Google Patents

Description

r I

«

Titel: Scharnieractuator, in het bijzonder voor een buitenspiegeleenheid

De uitvinding heeft betrekking op een scharnieractuator, omvattende een eerste deel dat verzwenkbaar is verbonden met een tweede deel en een elektrische aandrijving voor het ten opzichte van elkaar verzwenken van de delen, waarbij het eerste deel en het tweede deel zijn 5 voorzien van in een eerste zwenkrichting samenwerkende aanslagen vóór het definiëren van een vooraf bepaalde stand van de actuatordelen ten opzichte van elkaar, en waarbij voorts is voorzien in een koppeling tussen het eerste en het tweede deel, zodat in een eerste stand van de koppeling het eerste deel enuhet tweede deel via de aandrijving zijn verbonden en met 10 behulp van de aandrijving aangedreven ten opzichte van elkaar kunnen worden verzwenkt, en een tweede stand waarin het eerste en het tweede deel niet via de aandrijving zijn verbonden en handmatig ten opzichte van elkaar kunnen worden verzwenkt.

Een dergelijk scharnieractuator is algemeen bekend èn wordt \ 15 bijvoorbeeld foegepast als scharnieractuator voor een buitenspiegeleenheid : . : .

van een motorvoertuig. Hierbij is het eerste deel van de actuator veelal met ·.* .

'. het portier van een motorvoertuig verbonden. Het eerste deel omvat dan vaak een basisplaat voor montage op het portier, welke basisplaat is voorzien van een basis-as. Het tweede deel omvat daarbij een spiegeldrager, 20 die veelal zwenkbaar om de basis-as is aangebracht. De spiegeldrager, ook wel aangeduid met spiegeldraagframe, omvat veelal een spiegelhuis waarin een spiegelglas is opgenomen.

De spiegeldrager, in het bijzonder het spiégelhuis, kan dan ten opzichte van de basisplaat verzwenken tussen een ingevouwen stand, 25 waarin de breedte van hef voertuig bijvoorbeeld ten behoeve van het parkeren is verkleind, en een uitgevouwen stand voor gebruik van de buitenspiegeleenheid onder normale bedrijfscondities. In de ingevouwen stand strekt de spiegeldrager zich in hoofdzaak achterwaarts gericht, langs • ·. * .

·* · .··>*. . · 1026002 ' .

2 > de langsas van de carrosserie van het voertuig uit. In de uitgevouwen stand strekt de spiegeldrager zich in hoofdzaak dwars op de langsas van de carrosserie uit.

De uitgevouwen stand wordt daarbij gedefinieerd doordat de 5 aanslagen bij het in de eerste zwenkrichting uitzwenken vanuit de ingevouwen stand naar de uitgevouwen stand samenwerken, zodat verdere verzwenking wordt belemmerd. Bij een overbelasting in uitzwenkrichting kunnen de samenwerkende aanslagen veelal overwonnen worden, zodat de spiegeldrager tot voorbij de uitgevouwen stand kan zwenken naar een 10 overvouwetand.

De spiegeldrager kan zowel elektrisch als niet-elektrisch, bijvoorbeeld handmatig, ten opzicht van de basisplaat wórden verzwenkt. Door toepassing van de koppeling tussen het eerste en het tweede deel kan de elektrische aandrijving worden ontkoppeld, zodat een niet door de 15 aandrijving veroorzaakte verzwenking van de spiegeldrager, bijvoorbeeld een inzwenking ten gevolge van botskrachten of een handmatige inzwenking, geen bewegingen van de aandrijvingen forceert. Zo kan schade aan de elektrische: aandrijving, zoals breuk in de aandrijftrein of defecten in de elektromotor, worden vermeden. .

20 Het is gewenst om de vooraf bepaalde stand van de actuatordelen ten opzichte van elkaar goed te definiëren. Bij toepassing van de scharnieractuator in een buitenspiegeleenheid kan dan bijvoorbeeld op deze wijze de uitgevouwen stand van de spiegeldrager zodanig goed worden gedefinieerd, dat onbedoeld zwenken naar de overvouwetand wordt ' 25 tegengegaan. In de praktijk wordt de uitgevouwen stand in eerste zwenkrichting, d.w.z. in een uitzwenkrichting naar de overvouwetand toe, veelal gedefinieerd doordat de aanslagen onder veerwerking staan en met grote wrijving samenwerken. De definitie van de voorafbepaalde stand in de tweede, tegenovergestelde richting, d.w.z. in een in- of terugzwenkrichting . ·* '~’%r ·. ; .

1026002 3 vanuit uitgevouwen stand naar de ingevouwen stand toe, wordt veelal gedefinieerd doordat de aandrijving zelfremmend is uitgevoerd.

Het is echter wenselijk gebleken dat het spiegelhuis bij het handmatig verstellen zodanig in de uitgevouwen stand wordt gezekerd, dat 5 een duidelijk waarneembare koppeling of "klik" kan worden gevoeld. Bij voorbeeld is de kracht die nodig is bm de spiegeldrager vanuit de uitgevouwen stand naar de ingevouwen stand te zwenken van dezelfde ordegrote als de benodigde kracht voor het vanuit de uitgevouwen stand uitzwenken naar de overvouwstand. Door het aanbrengen van een paar 10 hulp aansla gen die vanuit de vooraf bepaalde stand samenwerken in de tweede zwenkrichting, d.w.z. bij een buitenspiegeleenheid vanuit de uitgevouwen stand in inzwenkrichting, kan dit probleem worden opgeloet.

Echter zóu de voor het overwinnen van zowel de aanslagen als de extra aanslagen benodigde kracht van dezelfde ordegrote moeten zijn.

15 Echter, de elektrische aandrijving kan het spiegelhuis dan niet vanuit de uitgevouwen stand naar de ingevouwen stand verstellen, tenzij onaanvaardbaar krachtige en kostbare elektromotoren worden toegepast, of de voor het ovenvinnen van de extra aanslagen benodigde kracht zo gering is dat bij handmatig inzwenken vanuit de uitgevouwen stand geen 20 weerstand van betekenis wordt waargenomen. Ook kan het met behulp van een eenvoudig stroombe grenzin gscircuit afschakelen van de elektromotor bij . het bereiken van de uitgevouwen stand hierdoor niet meer zonder problemen worden toegepast.

De uitvinding beoogt een schamieractuator van de in de aanhef 25 genoemde soort, in het bijzonder voor toepassing in een buitenspiegel, waarmee de vooraf bepaalde , stand, bij handmatige verstelling eveneens goed is gedefinieerd, terwijl toch kan worden volstaan met een relatief lichte aandrijving. Daartoe is de schamieractuator volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het eerste en het tweede schamierdeel voorts zijn 30 voorzien van hulpaanslagen voor het in een tweede, tegenovergestelde 102.60 02 · .

4 zwenkrichting definiëren van de vooraf bepaalde stand, waarbij de hulpaanslagen met behulp van de aandrijving ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn vanuit een eerste positie waarin zij aangedreven verzwenking van de delen in tweede richting blokkeren naar een tweed© 5 positie waarin zij aangedreven verzwenking in de tweede richting vrijgeven. Hierdoor wordt bereikt dat de hulpaanslagen bij handmatige verstelling terugzwenking belemmeren, terwijl de hulpaanslagen bij het elektrisch verstellen onder werking van de aandrijving worden opgeheven.

Op voordelige wijze is tenminste een der hulpaanslagen 10 verschuifbaar of verzwenkbaar op het schamierdeel aangebracht. Hierdoor kan verstelling van de hulpaanslagen ten opzichte van elkaar op eenvoudige wijze worden gerealiseerd.

Bij voorkeur is de aandrijving voorzien van een aandrijfelement dat i een bedieningsnok draagt voor het vanuit de eerste positie tot in de tweede 15 positie verstellen van tenminste een der samenwerkende hulpaanslagen of ·. omgekeerd. Hierdoor kan de verstelling van de hulpaanslagen op : bedrijfszekere wijze worden gerealiseerd.

Op elegante wijze staat tenminste een der hulpaanslagen onder • veerwerking om vanuit de tweede positie terug te gaan naar de eerste 20 positie of omgekeerd. Hierdoor kan de constructie van dé actuator verder worden vereenvoudigd.

Op alternatieve wijze is de aandrijving voorzien van een geleidingsbaan voor het dwingend geleiden van ten minste een der ! hulpaanslagen tussen de eerste en tweede positie. Hierdoor kan de 25 constructie van de actuator verder worden, vereenvoudigd, doordat afgezien kan worden van een of meer veren.

Op elegante wijze is de actuator ingericht om bij aangedreven verzwenking vanuit de vooraf bepaalde stand in tweede richting eerst de hulpaanslagen vanuit de eerste positie naar de tweede positie te verstellen.

30 Hierdoor kan worden bereikt dat het vermogen van de elektromotor .relatief . * . -2 · .. »1·· «Λ i* * *· ' . * · *·:ντ.··: 1026002 5 laag kan worden gekozen. Bij voorkeur is daartoe het aandrijfelement dat de bedieningsnok draagt met vrije slag in de trein van de aandrijving opgenomen.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn 5 weergegeven in de volgcondueiee.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening toont:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een 10 scharnieractuator in losgenomen toestand van bovenaf bezien;

Fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een detail van fig. 1 van onderaf bezien;

Fig. 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van het detail van fig. 2 van bovenaf bezien en in samengestelde toestand; en 15 Fig. 4 een schematische doorsnede van de actuator van fig. 1 in .

samengestelde toestand.

De figuren betreffen slechts een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding die bij wijze van met-limiterend uitvoeringsvoorbeeld is gegeven.

In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde 20 . verwijzingscijfers aangegeven. *

De figuren tonen een scharnieractuator 1 voor een buitenspiegeleenheid. De scharnieractuator 1 omvat een basisplaat 2 voor montage op een motorvoertuig, bijvoorbeeld door de basisplaat 2 via j < ( schroefgaten 20 op het portier van een motorvoertuig te monteren. De 25 basisplaat 2 is voorzien van een basis-as 3 die tijdens gebruik in hoofdzaak .

staand is georiënteerd. Een spiegeldrager 4 is zwenkbaar om de basis-as 3 heen aangebracht, zodat de geometrische langsas A van de basis-as 3 de rotatieas vormt. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de scharnieractuator uitgevoerd als een lijnscharnier. De basisplaat 2 met basisas 3 vormen 30 daarbij een eerste deel van de scharnieractuator. Het eerste deel is 1 1026002 . ·»·..·. · · . · ,··. ....

6 scharnierbaar verbonden met het tweede deel, gevormd door de om de basis» as aangebrachte spiegeldrager 4.

De spiegeldrager 4 is gewoonlijk gekoppeld met een in de figuur 4 niet weergegeven spiegelkap die eveneens de met de spiegeldrager 5 gekoppelde spiegeldraagplaat omgeefb waarop een spiegelglas is gemonteerd. Tussen de drager 4 en de spiegeldraagplaat is gewoonlijk nog een spiegelverstelmechanisme aangebracht waarmee het spiegelglas ten opzichte van de spiegeldrager kan worden verzwenkt om een in hoofdzaak staande en/of of liggende zwenkas.

10 Opgemerkt wordt dat in fig. 1 de basisplaat 2 en de spiegeldrager 4 om praktische redenen zijn weergegeven als zijnde opgebouwd uit losse onderdelen. Het moge duidelijk zijn dat de losse onderdelen van zowel de basisplaat 2 als de spiegeldrager 4 ook uit een onderdeel, of uit nog meer onderdelen kunnen zijn samengesteld.

15 De basisplaat 2 en de spiegeldrager 4 zijn voorzien van samenwerkende aanslagen 5a, 5b voor het definiëren van een uitgèvouwen stand S van de spiegeldrager ten opzichte van de basisplaat 2. Deze stand is . : * .· infig., 1 getoond..

Tijdens gebruik strekt de spiegeldrager 4 zich in de uitgèvouwen 20 stand S gewoonlijk in hoofdzaak dwars uit op de langsas van het motorvoertuig. De samenwerkende aanslagen 5a, 5b zijn in dit uitvoerin gsvoorb e e ld uitgevoerd als schuine zijden van een tweetal neerwaarts reikende nokken 5a' aan de spiegeldrager 4 die in de uitgevouwen stand S aanliggen tegen corresponderende schuine vlakken 25 5b 1, 5b2 van een tweetal opwaarts reikende xiokked 5b’ op de basisplaat 2.

De samenwerkende aanslagen 5al, 5b 1 enerzijds en 5a2, 5b2 anderzijds definiëren door samenwerking een voorafbepaalde stand, d.w.z. de uitgevouwen stand S, in een met een pijl P aangegeven eerste richting, d.w.z. de uitvouwrichting.

·* ' ,··%* . · 102600? 7

Vanuit de uitgevouwen stand S kan de spiegeldrager, zoals hierna nog verder zal worden toegelicht» in een tweede, tegenovergestelde zwenkrichting inzwenken naar een ingevouwen stand waarin de spiegel in hoofdzaak achterwaarts gericht langs de carrosserie van het motorvoertuig 5 aanligt. Voorts is het mogelijk om de spiegeldrager 4 vanuit de uitgevouwen stand S verder uit te zwenken naar een overgevouwen stand waarin de spiegeldrager in hoofdzaak voorwaarts gericht langs de carrosserie van het motorvoertuig aanligt.

De samenwerkende aanslagen 5a, 5b staan in de uitgevouwen 10 stand S onder veerwerking doordat de spiegeldrager 4 door middel van een om de basis-as 3 aangebrachte schroefveer 6 op de basisplaat 2 wordt gedrukt.

De scharnieractuator 1 omvat voorts een eveneens onder werking van de veer 6 staand tandwiel 7 dat deel uitmaakt van een elektrische 15 aandrijving 8 die op de spiegeldrager 4 is aangebracht. De aandrijving 8 omvat een elektromotor die aan zijn uitgaande as is voorzien van een worm die in haakse overbrenging samenwerkt met een wormwiel. Het wormwiel is op zijn beurt voorzien van een as waarop een tweede worm is aangebracht die samenwerkt met de tanden langs de omtrèk van het tandwiel 7.

20 Het tandwiel 7 werkt via een koppeling 9 samen met een koppelring 10 die eveneens onder werking van de veer 6 axiaal schuifbaar om de basis-as 3 is aangebracht. De koppeling 9 is uitgevoerd als op de koppelring 10 aangebrachte, neerwaarts reikende nokken 9a die samenwerken met corresponderend gevormde uitsparingen 9b in het 25 bovenoppervlak van het tandwiel 7. r ; ..

De koppelring 10 is voorts met beperkte slag roteerbaar om de basis-as 3 aangebracht. De koppelring 10 is over een hoek van bij voorkeur circa 20° verzwenkbaar tussen een met de uitgevouwen stand S corresponderende eerste hoek α 1 en een tweede hoek u 2. In dit 30 mtvoeringsvoorbeeld is de koppelring 10 daartoe voorzien van binnenwaarts . v '-:ïr --*!*#. . · 1026002 8 reikende nokken die zijn op genomen in axiaal verlopende, in de mantel van de basis-as 3 uitgesp aarde sleuven 12. De nokken kunnen in de sleuven een vrije rotatieslag maken. Door samenwerking van de zijkanten van de binnenwaarts reikende nokken 11 met de eindvlakkem van de sleuven 12 5 wordt de vrije rotatie van de koppelring 10 om de basis-as 3 begrensd op circa 20°.

De schamieractuator 1 omvat voorts een scbrankveer 21 waarmee de schroefveer 6 op een bovenste deel van de spiegeldrager 4 kan worden afgesteund en een ten opzichte van de basis-as 3 axiaal schuifbare, maar 10 rotatie geborgde wrijvingsplaat 22 waarmee het andere uiteinde van de schroefveer 6„op de koppelring 10 is afgesteund.

De koppelelementen 9a, 9b vormen een koppeling 9 waarmee in een eerste stand door samenwerking van de nokken 9a en de uitsparingen 9b, de basis-as 3 via de elektrische aandrijving 8 met de spiegeldrager 4 is 15 . verbonden. Qnder.invlóed van een externe bedieningskracht, bijvoorbeeld bij handmatige bediening, kunnen de nokken 9a tegen de werking van de veer 6 in uit de uitsparingen 9b worden getrokken, zodat de koppeling in een tweede stand kan worden gebracht waarin basis-as 3 en spiegeldrager 4 niet via de aandrijving zijn verbonden. Bij een dergelijké niet-aangedreven 20 bediening bewegen de toppen van de nokken 9a over het bovenoppervlak van het tandwiel 7 en kan het tandwiel 7 vrij roteren ten opzichte van de basis-as 3.

Zoals in fig. 2 duidelijk is weergegeven, omvat de schamieractuator 1 voorts hulpaanslagen 13a, 13b voor het in een tweede, tegenovergestelde 25 zwenkrichting definiëren van de voorafbepaalde stand S. De hulpaanslagen 13a zijn uitgevoerd 'als op de spiegeldrager 4 aangebrachte aanslagvlakken 13al, 13a2 van op de spiegeldrager 4 aangebrachte nokken 13a', welke aanslagvlakken samenwerken met corresponderende aanslagvlakken 13bl, 13b2 van nokken 5b' op de basisplaat 2.

1026002 9

De hulpaanslagen 13a, 13b zijn met behulp van de aandrijving 8 ten opzichte van elkaar verstelbaar vanuit een in het linkerdeel van fig. 4 weergegeven eerste positie, waarin zij aangedreven ver zwenking van de spiegeldrager 4 in invouwrichting blokkeren, naar een in het rechterdeel 5 van fig. 4 weergegeven tweede positie waarin zij aangedreven verzwenking van de spiegeldrager 4 ten opzichte van de basis-as 3 vrijgeven. Dit ie uitgevoerd door de nokken 13a' verschuifbaar op te nemen in sleuven 14 die in de spiegeldrager 4 zijn aangebracht. In het uitvoeringsvoorbeeld zijn elk der samenwerkende hulpaanslagenl3a, 13b met vrijlating van een 10 tussenruimte dubbel uitgevoerd. Door verschuiving van de nokken 13a' kunnen de aanslagvlakken worden opgelijnd om samen te werken ^eerste positie) of om te corresponderen met de vrije tussenruimten (tweede positie).

In fig. 3 is goed te zien dat het tandwiel 7 twee bedieningsnókken 15 draagt voor het door samenwerking met corresponderende 15 bedieningsnókken 16 verschuiven van de hulpadnslagnokken 13a'. Hierdoor kunnen dé hulpaanslagen 13a, 13b ten opzichte van elkaar worden versteld vanuit de in fig. 3 weergegeven eerste positie naar de tweede positie en vice versa. Opgemerkt wordt dat de bedieningsnókken 15 die.door het tandwiel 7 . worden gedragen bij voorkeur daarmee één onderdeel vormen. Dit is 20 weergegeven in fig. 2. Uiteraard is het ook mogelijk om het tandwiel 7, zoals in fig. 1 is weergegeven, uit afzonderlijke onderdelen op te bouwen.

De hulpaanslagnokken 13a', en daarmee de hulpaanslagen 13al, 13a2 zijn elk met behulp van een veer 23 onder radiaal binnenwaarts gerichte veerwerking in de geleidingssleuven 14 opgenomen.

25 Het moge duidelijk zijn dat ook gebruik gemaakt kan worden van een radiaal buitenwaarts gericht werkende veer. De bedieningsnókken zulen dan in tegengestelde richting werken.

In de uitgevouwen stand S zijn de nokken 5b' op de basisplaat 2 juist gelegen tussen de nokken 5a' en de nokken 13a' van de spiegeldrager 7 <*» 30 4.. Verzwenking in de eerste richting, dat wil zeggen in de uitvouwrichting, •f* iAUh» ·· . ·» vsrc- 1026002 10 wordt belemmerd door samenwerking van de aanslagvlakken Bal, 5a2 met de aanslagvlakken 5bl, 5b2. Verzwenking in tegenovergestelde richting, dat wil zeggen in invouwrichting vanuit de uifcgevouwen stand S, wordt tegengegaan door samenwerking van de hulpaanslagvlakken 13&1, 13a2 5 met de hulpaanslagvlakken 13bl, 13b2.

Bij elektrisch invouwen vanuit de uitgevouwen stand zal het · tandwiel 7 onder invloed van de aandrijving 8 de koppelring 10 doen verzwenken vanuit de met de uitgevouwen stand S corresponderende hoekstand α 1 naar de met het einde van de vrije slag corresponderende 10 hoekstand α 2. Tijdens deze beweging zullen de bedieningsnokken 15 die door het tandwiel 7. worden gedragen, samenwerken met de bedieningsnokken 16 op de hulpaanslagnokken 13a'. De hulpaanslagnokken 13a' zullen hierdoor tegen de werking van de,veren in radiaal buitenwaarts worden bewogen in hun geleidingssleuven 12. De hulpaanslagvlakken 13a, 15 13b komen hierdoor in een rotatiebaan vrij ten opzichte van elkaar te liggen, zodat verzwenking van de spiegeldrager ten opzichte van de basis-as in invouwrichting onder invloed van de aandrijving mogelijk wordt.

Bij het met behulp van de aandrijving 8 uitzwenken naar de _uigevouwen stand S zullen de hulpaanslagnokken 13a' weer in de eerste 20 : positie worden gebracht nadat de samenwerkende aanslagen 5a, 5b verdere verzwenking van de spiegeldrager 4 ten opzichte van de basis-as 3 belemmeren.

De aandrijving 8 zal, zodra de aanslagen 5a, 5b samenwerken, het tandwiel 7 via de koppelring 10 doen terugzwenken vanuit de tweede .

25 hoekstand a2 naar de eerste hoekstand al.

Bij handmatige verzwenking van de spiegeldrager 4 ten opzichte van de basis-as 3 zal de koppeling 9 tussen het tandwiel 7 en de koppelring 10 worden verbroken, zodat het tandwiel 7 vrij om de baeis-ae 3 kan roteren en de aandrijving niet zal worden beschadigd. Bij handmatige bediening zal . .

30 het tandwiel 7 ten opzichte van de spiegeldrager 4 stilstaan en zullen de ! ' · . - i v ' ' . .. .' ' . ' .· ·.···. ' ---11 = · * · V-.-·· .· . . . · . '·.·> “· v - 1026002 11 .

bedieningsnokken 15 van het tandwiel 7 de bedièningsnokken 16 van de hulpaanslagnokken 13a' niet bedienen. Bij handmatige bediening zullen de hulpaanslagen derhalve in de eerste positie blijven, zodat de hulpaanslagen 13a, 13b tegen de werking van de schroefveer 6 in moeten worden 5 overwonnen. Bij handmatig verstellen kan hierdoor een duidelijk waarneembare "klik" worden gevoeld bij het bereiken of het vertrekken uit de uitgevouwen stand.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, maar dat vele varianten mogelijk 10 zijn. In het bijzonder wordt opgemerkt dat de Uitvinding geenszins beperkt is tot lijnschaj*nieren, maar ook op voordelige wijze kan worden toegepast met andersoortige scharnieren. Voorts wordt opgemerkt dat de constructie en de opbouw van het scharnier kan worden gevarieerd, en dat met name varianten denkbaar zijn waarbij de hulpaanslagen bijvoorbeeld tussen de 15 eerste en tweede positie ten opzichte van elkaar kunnen bewegen langs gekromde banen of bijvoorbeeld langs banen die parallel zijn aan een scharnier-as van het scharnier.

Ook zal het de vakman duidelijk zijn dat het ten opzichte van elkaar verstellen van de hulpaanslagen tussen de eerste en de tweede 20 positie ook op andere wijzen kan worden gerealiseerd, bijvoorbèeeld door hét tandwiel zonder vrije slag rotatie gekoppeld ten opzichte van de basis-as pp te stellen en de koppelring over een beperkte hoek verzwenkbaar op te stellen ten opzichte van het tandwiel.

Ook kan het type aandrijving anders zijn uitgevoerd dan een 25 worm-wormwiel overbrenging. Denkbaar is bijvoorbeeld ook een planeetwieloverbrenging, een harmonie drive of een tandwieltrein.

Dergelijke varianten worden geacht te vallen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.

10260 02 ' ,U'

Claims (4)

1. Scharnieractuator, omvattende een eerste deel dat verzwenkbaar is verbonden met een tweede deel, en een elektrische aandrijving voor het ten opzichte van elkaar verzwenken van de delen, waarbij het eerste en het tweede deel zijn voorzien van in een eerste zwenkrichting samenwerkende 5 aanslagen voor het definiëren van een voorafbepaalde stand van de actuatordelen ten opzichte van elkaar, en waarbij voorts is voorzien in een koppeling tussen het eerste en het tweede deel, zodat in een eerste stand van de koppeling het eerste deel en hef tweede deel via de elektrische aandrijving zijn verbonden en met behulp van de aandrijving aangedreven 10 ten opzichte van elkaar kunnen worden verzwenkt, en een tweede stand waarin het eerste en het tweede deel niet via de aandrijving zijn verbonden en handmatig ten opzichte van elkaar kunnen worden verzwenkt, waarbij het eerste en het tweede scharnierdeel voorts zijn voorzien van hulpaanslagen voor het in een tweede, tegenovergestelde zwenkrichting 15 definiëren van de voorafbepaalde stand, waarbij de hulpaanslagen met behulp van de aandrijving ten opzichte van elkaar verstelbaar zijn vanuit een eerste positie waarin zij aangedreven verzwenking van de scharnierdelen in tweede richting blokkeren naar een tweede positie waarin zij aangedreven verzwenking van de scharnierdelen in tweede richting vrij 20 geven.

2. Scharnieractuator volgens conclusie 1, waarbij tenminste één van de hulpaanslagen verschuifbaar of verzwenkbaar op het scharnierdeel is aangebracht.

3. Scharnieractuator volgens conclusie 1 of 2, waarbij de aandrijving 25 is voorzien van een aandrijfelement dat een bedieningsnok draagt voor het tussen de eerste en de tweede positie verstellen van tenminste één der hulpaanslagen. 1026002 4. · Scharnieractuator volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de hulpaanslagen tussen de eerste en tweede positie onder veerwerking staan. 5. ' Scharnieractuator volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 5 de aandrijving is1 voorzien van een geleidingsbaan voor het dwingend geleiden van tén minste een der hulpaanslagen tussen de eerste en tweede positie.

6. Scharnieractuator volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de aandrijving is ingericht om bij aangedreven verzwenking vanuit de 10 voorafbepaalde stand in tweede richting, eerst de hulpaanslagen vanuit de eerste positie.naar de tweede positie te verstellen. 1026002 _ ' ' ' ' ' '