NL1027387C2

NL1027387C2 - Vellenopvanginrichting.

Info

Publication number: NL1027387C2
Application number: NL1027387A
Authority: NL
Inventors: Antonius Johannes Jozef Gerven; Maurice Joseph Celinus Lemmens; Paul Gustaaf Van Veen; Robertus Ludovicus Zweerman
Original assignee: Oce Tech Bv
Priority date: 2004-11-01
Filing date: 2004-11-01
Publication date: 2006-05-03
Also published as: CN1772582A; ATE402112T1; DE602005008332D1; US20060181008A1; JP2006124176A; EP1652808A1; EP1652808B1; JP4964451B2; US7621527B2

Description

Vellenopvanginrichting 5 De uitvinding betreft een veilenopvanginrichting voor een afdrukinrichting voor het opvangen van vellen die de afdrukinrichting verlaten, omvattende een aflegrek voor het verzamelen van vellen, een voorrandstopper voor het in een eerste positie van de veilenopvanginrichting opvangen van de voorrand van een vel waarbij het vel op het aflegrek wordt afgelegd.

10 Dergelijke veilenopvanginrichtingen worden veelvuldig toegepast in combinatie met een printer. Gewoonlijk zijn dit zware constructies, inflexibel en niet goed ingericht voor het behandelen van vellen van verschillende grootten of kwaliteiten. Bovendien nemen deze veilenopvanginrichtingen veel plaatsruimte in in kantoren en dat is vooral bij niet-gebruik nadelig.

15 Het doel van de uitvinding is dan ook om deze en andere nadelen te voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat in een vellenopvanginrichting volgens de aanhef van conclusie 1 de vellenopvanginrichting in een tweede positie kan worden geplaatst waarbij de vellen zonder tussenkomst van de voorrandstopper op het aflegrek kunnen worden afgelegd. Hiermee wordt bereikt dat met één opvanginrichting 20 zowel vlakke vellen alsook opgerolde afdrukken kunnen worden opgevangen.

In een verdere uitvoeringsvorm van een vellenopvanginrichting volgens de uitvinding is de voorrandstopper aan de voorzijde van de vellenopvanginrichting aangebracht en het aflegrek aan de achterzijde, waarbij in gebruik in de eerste positie de voorzijde van de vellenopvanginrichting naar de afdrukinrichting is gericht en waarbij bij gebruik in de 25 tweede positie de achterzijde van de vellenopvanginrichting naar de afdrukinrichting is gericht. Hiermee wordt bereikt dat door een simpele rotatie van de veiienopvanginrichting over 180° de opvanginrichting zonder verdere ombouw geschikt is voor het opvangen van bijvoorbeeld rollen.

In een verdere uitvoeringsvorm van de vellenopvanginrichting volgens de 30 uitvinding is een buizenframe toegepast met twee in hoofdzaak U-vormig gebogen buizen, een voorbuis en een achterhuis, beiden voorzien van wielen. Hiermee wordt een makkelijk verplaatsbare en bijzonder lichte en dus ook goedkope opvanginrichting verkregen.

In een verdere uitvoeringsvorm van de vellenopvanginrichting volgens de 35 uitvinding omvat de voorrandstopper een verschuifbaar deel waarvan de afstand tot het 1027387 2 bovendeel kan worden ingesteld. Dit maakt de veilenopvanginrichting bijzonder geschikt om allerlei formaten ontvangstvellen te verwerken.

In een verdere uitvoeringsvorm van de vellenopvanginrichting volgens de uitvinding is op het niet verschuifbare deel van de voorrandstopper een schaalverdeling 5 aangebracht. Een dergelijke schaalverdeling laat een betrouwbare en nauwkeurige instelling van de inrichting toe waardoor vrijwel elk formaat vel zonder storingen kan worden afgelegd.

In weer een verdere uitvoeringsvorm van de veilenopvanginrichting volgens de uitvinding is de voorbuis- en achterbuisconstructie samenklapbaar. Hiermee wordt 10 bereikt dat bij niet gebruik de veilenopvanginrichting met bijzonder weinig plaatsgebruik kan worden opgeborgen.

Deze en andere voordelen van de veilenopvanginrichting volgens de uitvinding zullen hierna worden beschreven en toegelicht aan de hand van een aantal figuren waarin: 15 Fig. 1 een 3D weergave van de veilenopvanginrichting volgens de uitvinding is;

Fig. 2 een schematische weergave van de vellenopvanginrichting volgens de uitvinding in de aflegpositie is;

Fig. 3 een schematische weergave van de vellenopvanginrichting volgens 20 de uitvinding in de verzamelpositie is;

Fig. 4 - Fig. 8 de werking toont van de vellenopvanginrichting volgens de uitvinding

in de aflegpositie; I

Fig. 9 - Fig. 11 de werking toont van de vellenopvanginrichting volgens de uitvinding ' in de verzamelpositie; 25 Fig. 12 en Fig. 13 een detail van de vellenopvanginrichting volgens de uitvinding toont, en

Fig. 14 toont een detail van de voorrandstopper in de vellenopvanginrichting.

Fig. 1 is een 3D weergave van de vellenopvanginrichting (10) volgens de uitvinding. Het 30 frame bestaat uit 2 U-vormige buizen (13,15) van ca. 20 mm doorsnede. De voorbuis (13) en de achterhuis (15) worden met behulp van een scharnier (18) met elkaar verbonden. Dit scharnier is uitgevoerd als een bout die beide buizen zodanig met elkaar verbindt dat ze nog rond deze bout zijn te verdraaien. Met behulp van uitzetters (25) ontstaat aldus een starre constructie. Aan de uiteinden van de buizen (13,15) zijn 35 zwenkwielen (21) aangebracht waarmee de vellenopvanginrichting gemakkelijk kan 1027387 3 worden verplaatst of verdraaid.

Aan de voorbuis (13), en bij voorkeur als onderdeel van de scharnier (18) is een scharnierstang (19) aangebracht die een onderdeel vormt van het aflegrek 11. Op de scharnierstang (19) is een rek (20) bevestigd. Dit rek dient voorde opvang van bedrukte 5 vellen die van een printer of copier afkomstig zijn. Het aflegrek (11) is verstelbaar onder een hoek rond de scharnierstang (19). Voor de hoekverstelling zijn twee hoekinstellers (17) aan de achterhuis (15) aangebracht (Fig. 12 en Fig. 13). Instelstang (22) kan hiermee omhoog of omlaag worden bewogen, waardoor de hoek die het rek (20) ten opzichte van de horizon inneemt kan worden veranderd. In een uiterste stand van de 10 hoekinsteller (17) hangt het rek (20) loodrecht naar beneden. Aan het bovendeel (16) van de voorbuis (13) is een voorrand stopper (12) aangebracht. Deze voorrand stopper (12) bestaat uit en niet verschuifbaar deel (24) bestaande uit 2 stangen die aan het bovendeel (16) is bevestigd (Fig. 14). De voorrad stopper (12) heeft verder een verschuifbaar deel (23) waarmee een bakje (52) langs de stangen van het niet 15 verschuifbaar deel (24) kunnen worden bewogen. Het bakje (52) is voorzien van een verticale- en horizontale-getande strip (50, 51) die ervoor zorgen dat vellen die in het bakje worden gebracht niet opkrullen en weer uit het bakje (52) verdwijnen. De voorrand van een vel papier wordt zo door de tanden tegenhouden.

Op het niet verschuifbare deel is een schaalverdeling aangebracht die de positie van 20 het verschuifbare deel (23) aanwijst.

Fig. 2 is een schematische afbeelding van een printer (30) met een uitvoeropening (31). De vellenopvanginrichting is in de aflegpositie (1® positie) tegen de printer geplaatst. De nummering van de onderdelen van de veilenopvanginrichting is identiek aan de 25 nummering in Fig. 1.

in Fig. 3 is weer schematisch de printer (30) afgebeeid met uitvoeropening (31). Nu is de vellenopvanginrichting in de 2° positie (verzamelpositie) tegen de printer geplaatst. Met behulp van wielen (21) kan de vellenopvanginrichting over 180° worden gedraaid 30 om de vellenopvanginrichting van de afleg- naar de verzamël-positie te krijgen.

In Fign. 4 tot en met 8 wordt de werking van de vellenopvanginrichting in de aflegpositie duidelijk gemaakt.

In Fig. 4 verlaat een kopievel (40) de printer (30) via de uitvoeropening. In Fig. 5 bereikt 35 dit vel (40) het verschuifbare deel (23) van de voorrandstopper en door een getande 1027387 4 strip (50, 51 in Fig. 14) wordt een verdere doorvoer of afschuiven in de voorrand stopper verhinderd. Het vel (40) vormt dan een blouse over het bovendeel (16) van voorbuis (13) (Fig. 6 en Fig. 7) en als het vel wordt afgesneden wordt het afgelegd op het rek (20) van het aflegrek (11). Op deze manier kan een grote hoeveelheid lange vellen 5 worden afgelegd.

Om het vel in de voorrandstopper te geleiden kunnen geleidestrips (53) (Fig. 14) van kunststof worden toegepast.

Als de vellen wat kleiner zijn, zodanig dat ze nog op het rek (20) passen, kunnen achterrandstoppers (56) worden toegepast.

10 Voor elke printlengte is er een optimale hoogte-instelling van de voorrandstopper (12).

Deze is globaal zodanig dat gezien vanaf het bovendeel (14) van de voorbuis (13) aan beide zijden ongeveer de halve lengte van het vel hangt. Verder moet het vel voldoende blouse vertonen om betrouwbaar afgelegd te worden. Op het niet verschuifbaar deel (23) van de voorrandstopper (12) is daartoe een schaalverdeling aangebracht waarop 15 standaard afdrukformaten zijn weergegeven.

De hoek van het rek wordt eveneens zodanig ingesteld dat de vellen voldoende over het rek afrollen zonder er echter af te glijden en op de vloer te vallen. Bovendien verhinderd een juist ingestelde hoek gekrulde vellen om na afsnijden over het rek terug te rollen. De optimale positie kan worden ingesteld aan de hand van materiaalgegevens j 20 van het vel (zoals gramgewicht van het papier, coating, weersomstandigheden, enz.) en ! het instelmechanisme (Fig. 12 en Fig. 13). De hoekinsteller (17) is daartoe voorzien van speciaal gemaakte gaten die kunnen rusten op een opvanger (42).

De vellen kunnen nat zijn door de grote hoeveelheid inkt die er op is afgezet of ook door een grote relatieve vochtigheid van de lucht. Dergelijke vellen rollen niet gemakkelijk af 25 over het rek en hebben de neiging te kreuken. Voor degelijke vellen moet het rek in de laagste stand staan. Het rek kan in een verticale positie worden geplaatst.

Sommige vellen kunnen niet worden verzameld in de aflegpositie van de vellenopvangin richting. Bijvoorbeeld zeer korte vellen of vellen van dik materiaal of 30 materiaal dat heel sterk krult.

Voor deze toepassingen wordt de veilenopvanginrichting 180° gedraaid en in de 2® positie (verzamelpositie) tegen de printer geplaatst.

In Fig. 9 tot Fig. 11 is de werking van de veilenopvanginrichting in de verzamelpositie 35 aangegeven. Het vel (40) valt nu rechtstreeks op het rek (20) van het aflegrek (11). Ook _ 1027387 5 nu kan de hoek van het rek optimaal voor het materiaal worden ingesteld.

De vellenopvanginrichting is voorzien van 4 wielen met elk een remmechanisme en kan zo op de juiste positie achter de printer worden vastgezet. De printer kan daartoe worden voorzien van de juiste aanslagen om de positie telkens hetzelfde te laten zijn.

5 Ook kan nadat bijvoorbeeld 100 vellen op de vellenopvanginrichting zijn afgelegd het rek naar een andere plaats worden gereden waar de vellen verder kunnen worden bewerkt. De opvangbreedte van de vellenopvanginrichting is geschikt voor AO-formaten maar de diepte van de vellenopvanginrichting is zodanig dat deze door gangbare deuropeningen kan worden gereden. De uitzetter (25) is daartoe niet breder dan 75 cm.

10

Het buizenframe van de vellenopvanginrichting is bovendien zo gemaakt dat de vellenopvanginrichting kan worden samengevouwd en daardoor compact kan worden opgeborgen. De installatie van het apparaat bij een gebruiker omvat vervolgens niet meer dan het uitklappen van het frame.

15

De uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven uitvoeringsvorm en een vakman zal vele andere uitvoeringsvormen kunnen bedenken die echter allen zullen vallen onder de hierna volgende conclusies.

* 1027387

Claims

1. Vellenopvanginrichting voor een afdrukinrichting voor het opvangen van vellen die de afdrukinrichting verlaten, omvattende een aflegrek (11) voor het verzamelen van vellen, 5 een voorrandstopper (12) voor het in een eerste positie van de veilenopvanginrichting opvangen van de voorrand van een vel waarbij het vel op het aflegrek (11) wordt afgelegd, met het kenmerk, dat de vellenopvanginrichting in een tweede positie kan worden geplaatst waarbij de vellen zonder tussenkomst van de voorrandstopper op het aflegrek kunnen worden afgelegd. 10

2. Vellenopvanginrichting volgens conclusie 1, waarbij de voorrandstopper aan de voorzijde van de vellenopvanginrichting is aangebracht en het aflegrek aan de achterzijde, m.h.k. dat in gebruik in de eerste positie de voorzijde van de vellenopvanginrichting naar de afdrukinrichting is gericht en dat in gebruik in de tweede 15 positie de achterzijde van de vellenopvanginrichting naar de afdrukinrichting is gericht.

3. Vellenopvanginrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de vellenopvanginrichting een buizenframe omvat met twee in hoofdzaak U-vormig gebogen buizen, een voorbuis en een achterhuis, beiden voorzien van wielen. 20

4. Vellenopvanginrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de achterhuis een bovendeel omvat waaraan de voorrandstopper is aangebracht.

5. Vellenopvanginrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de voorrandstopper 25 een verschuifbaar deel omvat waarvan de afstand tot het bovendeel kan worden ingesteld.

6. Vellenopvanginrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat op het niet verschuifbare deel van de voorrandstopper een schaalverdeling is aangebracht. 30

7. Vellenopvanginrichting volgens een der conclusies 4 t/m 6 , met het kenmerk dat de voorrandstopper een getande strip omvat die het verschuiven van de voorrand van een vel in de stopper zo veel mogelijk beperkt.

8. Vellenopvanginrichting volgens een der conclusies 3 t/m 7, met het kenmerk dat de voorbuis en de achterhuis scharnierend met elkaar zijn verbonden. _1 027387 ___

9. Vellenopvanginrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het aflegrek aan de voorbuis scharnierend is aangebracht.

10. Veilenopvanginrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk dat het aflegrek met behulp van een hoekinsteller onder een bepaalde hoek kan worden vastgezet.

11. Veilenopvanginrichting volgens een der conclusies 3 t/m 10 , met het kenmerk dat de voorbuis- en achterbuis-constructie samenklapbaar is. 1027387